17.1 Veranderingen van de geldhoeveelheid
|
|
- Christian Lenaerts
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Samenvatting door een scholier 2137 woorden 18 juni keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie: Geldschepping H Veranderingen van de geldhoeveelheid De maatschappelijke geldhoeveelheid bestaat uit de in omloop zijnde bedragen chartaal en giraal geld. Chartaal en giraal geld worden ook wel primaire liquiditeiten genoemd. Tegoeden in andere valuta s behoren ook tot het girale geld. Veranderingen van de maatschappelijke geldhoeveelheid noemen we geldschepping of geldvernietiging. Van geldschepping is sprake wanneer de maatschappelijke geldhoeveelheid toeneemt. Van geldvernietiging is sprake wanneer de maatschappelijke geldhoeveelheid afneemt. De geldscheppende instellingen kunnen de maatschappelijke geldhoeveelheid beïnvloeden, de voornaamste zijn de centrale bank, de staat en de kredietinstellingen. De centrale bank heeft het alleenrecht het in omloop brengen van bankbiljetten en de staat het alleenrecht om munten in omloop te brengen. Het girale geld wordt geschapen en beheerd door de kredietinstellingen, ondernemingen die er hun bedrijf van maken vermogen aan te trekken en dat als basis te gebruiken voor het verlenen van kredieten, bijvoorbeeld banken. Onderscheid tussen banken; Primaire banken en secundaire banken. Primaire banken konden de geldhoeveelheid beïnvloeden, de secundaire niet. Deze bestaan nu niet meer dus geen onderscheid meer. De maatschappelijke geldhoeveelheid bestaat uit het totaal van chartaal en giraal geld, voorzover dat in handen is van niet-geldscheppende instellingen als staat en banken. Spaarrekening= chartale geldvernietiging, bankgirorekening= girale geldschepping Van substitutie is sprake wanneer de ene geldsoort wordt omgezet in de andere geldsoort. Als maatschappelijke geldhoeveelheid niet verandert, noemen we dit formele geldschepping/-vernietiging. Als dit wel zo is dan is het materiele geldschepping/-vernietiging. Transformatie is het omzetten van zaken die geen geld zijn in geld (of omgekeerd) in het verkeer tussen publiek en geldscheppende instellingen. (voorbeeld= termijndeposito) Wederzijdse schuldaanvaring is een vorm van krediet verlening, waarbij zowel de bank als cliënt verplichtingen op zich neemt De bankbalans Een balans is een cijfermatige opstelling waarin de bezittingen, de schulden en het eigen vermogen van een organisatie overzichtelijk en systematisch zijn opgenomen. Pagina 1 van 6
2 Een balans heeft een activa/debetzijde en een passiva/creditzijde. De tellingen tussen de 2 zijn gelijk. Activa: Vaste activa: bezittingen die gedurende langere tijd in het bedrijf aanwezig zijn en in ieder geval niet binnen een jaar omgezet kunnen worden in geld. (bijvoorbeeld gebouwen en inventaris/interieur) Vorderingen: de som van de bedragen die men van anderen in de toekomst ontvangen heeft. (bijvoorbeeld uitstaande kredieten/leningen en overig/debiteuren) Financiële activa: eigendomsrechten op andere organisaties of delen daarvan. (bijvoorbeeld effecten (aandelen en obligaties) en valuta s/valutagoederen= vreemd valuta) Liquide middelen: voorraad giraal en chartaal geld. (bijvoorbeeld tegoeden bij DNB en kas) Passiva: Eigen vermogen: vermogen dat eigendom van de bank is. (bijvoorbeeld aandelenvermogen en reserves: opgespaarde winsten) Lang vreemd vermogen: schulden die op langere termijn behoeven te worden afgelost. (bijvoorbeeld spaargelden, termijndeposito s en opgenomen kredieten (bij andere financiële instellingen)) Kort vreemd vermogen: schulden die binnen een jaar afgelost moeten worden. (bijvoorbeeld tegoeden in rekening-courant, termijndeposito s, spaargelden, valutategoeden en voorschotten bij DNB: op korte termijn vervallende schulden) 17.4 Grenzen aan de geldschepping Substitutie: geen verandering maatschappelijke geldhoeveelheid. Wel verandering in verhouding tussen diverse posten op de bankbalans. Om het vertrouwen van cliënten te behouden, moet de bank haar liquiditeit bewaken. Een belangrijk kengetal hierbij is de kasliquiditeit. Kasliquiditeit = kasgeld / direct opeisbare tegoeden X 100% Kasliquiditeit is gemiddeld 3%. DNB houdt bij haar bedrijfseconomisch toezicht op de banken ook de ontwikkeling van de solvabiliteit in de gaten. Een bank is solvabel als ze voldoende eigen vermogen heeft om de risico s van kredietverlening op te vangen. De maatschappelijke geldhoeveelheid, ook wel geldhoeveelheid in enge zin of primaire liquiditeitenmassa genoemd, wordt aangeduid met het symbool M1 en bestaat uit het chartale en girale geld. Secundaire liquiditeiten zijn vorderingen op geldscheppende instellingen die snel in primaire liquiditeiten kunnen worden omgezet. Enkele voorbeelden zijn kortetermijndeposito s, kort spaargeld/oneigenlijk spaargeld en overige secundaire liquiditeiten (deelnames in geldmarktfondsen of kortlopende schulden door banken uitgegeven). Met het symbool M2 wordt de tussenliggende geldhoeveelheid aangeduid. Deze bevat behalve M1 de kortetermijndeposito s en het korte spaargeld. De geldhoeveelheid in ruime zin (M3) bevat M2 + de overige secundaire liquiditeiten. M3 werd vroeger door DNB de binnenlandse liquiditeitenmassa genoemd. M3 is ruimer en stabieler dan M1. Met behulp van M3 kan de liquiditeitsquote worden berekend: Liquiditeitsquote = M3 / bruto binnenlands product X 100% Groeit M3 snel, dan is het mogelijk dat er inflatie gaat optreden. ECB moet de groei van M3 kunnen beheersen. Het verantwoord geachte groeitempo van M3 wordt aangeduid als de referentiewaarde. Om M3 in de buurt van deze waarde te houden maakt de ECB gebruik van de rentepolitiek. Als M3 te snel groeit dan zal de rente stijgen. Bij het verband tussen M3 en inflatie speelt ook de omloopsnelheid een rol. Pagina 2 van 6
3 H Wat is de vermogensmarkt? Inkomsten en uitgaven lopen niet altijd met elkaar in de pas. Consument: inkomsten iedere einde maand, uitgaven verspreid. Bedrijven hebben ook te maken met deze seizoenschommelingen Voor personen is een spaar- en leencyclus te onderscheiden die het hele leven omvat. Zie fig op blz. 31 De vermogensmarkt is een abstracte markt en geen concrete markt. Onder het begrip vermogensmarkt vallen alle gezinnen, bedrijven en (overheids)instellingen die voor een bepaalde periode geld willen beleggen of lenen. De vermogensmarkt is het geheel van vraag naar en aanbod van financieringsmiddelen. Het valt uiteen in de kapitaalmarkt en de geldmarkt. Het onderscheid wordt bepaald door de looptijd van de financieringsmiddelen die er verhandeld worden Kapitaalmarkt De kapitaalmarkt is het geheel van vraag naar en aanbod van financieringsmiddelen met een looptijd van meer dan een jaar. De kapitaalmarkt is onder te verdelen in de deelmarkten voor aandelen, obligaties, hypothecaire leningen en langlopende spaartegoeden. Aandeel: bewijs van deelname in het vermogen van een NV. Bezit van aandelen kan 2 voordelen opleveren: 1. Koerswinst; als de koers op de effectenbeurs stijgt 2. Dividenduitkering/winstuitkering Als bijv. bedrijven obligatieleningen plaatsen kunnen beleggers deze kopen en zo in een lening deelnemen. Obligatieleningen worden voor lange tijd aangegaan. De spaarder / koper heeft recht op een vaste jaarlijkse rentevergoeding. Veel van deze soort leningen worden verhandeld op de effecten beurs, en horen tot de schulden van een NV. Hypothecaire leningen zijn leningen waarbij een onroerende zaak als zekerheid geldt. Als de geldnemer zijn schuld niet betaalt, dan wordt het gebouw in het openbaar verkocht en de opbrengst word dan gebruikt om de lening af te lossen. De geldgevers zijn vooral banken en verzekeringsinstellingen, geldnemers zijn vooral gezinnen en bedrijven. Hypothecaire leningen komen tot stand in direct contact tussen geldgever en nemer. Dit gebeurt op de onderhandse markt. Hier vindt ook transactie van persoonlijke leningen, afbetalingskredieten en pensioenfondsen plaats. Langlopende spaartegoeden zijn spaartegoeden die gemiddeld. Ze vormen een kleiner bedrag dan de kortlopende spaartegoeden. Aanbod op de kapitaalmarkt komt van gezinnen, bedrijven, banken en institutionele beleggers. Een klein deel van de gezinsbesparingen komt op de kapitaalmarkt door de aankoop van aandelen en obligaties. De overheid, bedrijven, banken en gezinnen treden op als vragers. Vooral de overheid leent al jaren grote bedragen op de kapitaalmarkt om begrotingstekorten te financieren Geldmarkt De geldmarkt is het geheel van vraag naar en aanbod van financieringsmiddelen met een looptijd van minder dan een jaar. De geldmarkt wordt onderscheiden in de geldmarkt in ruime zin en in enge zin. Op de geldmarkt in ruime zin gaat het om kredieten met een korte looptijd, bijvoorbeeld rekeningcourantkredieten. Vraag en aanbod wordt gedaan door banken, bedrijven, gezinnen en overheid. Op de geldmarkt in enge zin worden de korte financieringsmiddelen tussen de geldscheppende Pagina 3 van 6
4 instellingen verhandeld: de centrale bank, de banken en het Rijk. DNB probeert vraag en aanbod zo te beïnvloeden dat de totale kredietverlening passend is voor de actuele economische situatie. De situatie op de geldmarkt in enge zin leest men af uit de schulden van banken aan DNB. Bij grote tegoeden bij DNB spreken we van ruime geldmarkt en bij lage tegoeden van krappe geldmarkt. Als de centrale bank op een bepaald moment wil dat banken hun kredietverlening moeten beperken zal ze de geldmarkt afromen. De banken zijn dan verplicht een speciale belening op te nemen. Het tegoed van de bank blijft eigendom van die bank maar is niet meer bruikbaar als dekkingsmiddel voor kredietverlening. Dit tegoed wordt bevroren. Daarnaast kan DNB nog een instrument inzetten om op aanwijzingen van de ECB de geldmarkt af te romen: de verkoop van ESCB schuldbewijzen aan de banken. De banken zijn hiertoe verplicht. Banken krijgen een vordering op de ECB maar hun directe tegoed bij de Bank vermindert erdoor: verkrapping van de geldmarkt. Willen de banken zelf kredieten blijven verlenen, dan moeten ze vrijwel voortdurend lenen bij de ECB. En dan zal de centrale bank een hoge rente vraagt, dan zullen de banken de rente op hun kredieten verhogen. Zo is er minder vraag en minder geldschepping Rentestand De hoogte van rente is een belangrijke economische graadmeter. De rente bestaat eigenlijk niet. Rente of interest is de vergoeding die een geldgever ontvangt als hij geld uitleent. Ondanks het feit dat er niet 1 rentevoet is, is er toch wel zo iets als een algemeen renteniveau. Als we spreken over de rente hebben we het over het algemene renteniveau. Het staat onder invloed van vraag en aanbod, inflatie en wisselkoers Sparen en besteden Een verhoging van de rente leidt in het algemeen tot lagere bestedingen. Dit verband is het effect dat de rente heeft op de omvang van de stroom goederen en diensten: de reële of goederensfeer. Een ander verband is dat de rente wordt bepaald door vraag en aanbod op de vermogensmarkt. Langs deze weg vormt de rente de koppeling tussen de reële sfeer en de monetaire sfeer van een economie. H Wat is inflatie? Inflatie is een stijging van het algemene prijspeil. Geldontwaarding kan zo snel gaan, dat we spreken van een hyperinflatie of een galopperende inflatie. Mogelijk gevolg kan zin dat men overschakelt op directe ruil. Het tegenovergestelde van inflatie is deflatie: de prijzen dalen. Economen en politici geven de voorkeur aan geringe inflatie van een enkel procent per jaar Inflatie meten Prijsontwikkelingen laten zich het gemakkelijkst voorstellen m.b.v. indexcijfers. De eerste prijs is het basisgegeven met indexcijfer 100. Vervolgens berekenen we hoeveel procent de prijs op volgende momenten was, uitgedrukt in procenten van het basisgegeven (antwoord zonder % en afgerond op gehelen). Het CBS berekent voor een groot aantal goederen de prijsindexcijfers. Vaak wordt als benadering van het algemeen prijspeil de consumentenprijsindex gehanteerd. De opstelling van deze reeks indexcijfers begint met een budgetonderzoek. Zo stelt het CBS m.b.v. enquêtes vast hoe het uitgavenpatroon van de Nederlanders er gemiddeld uitziet. Pagina 4 van 6
5 19.3 Reëel en nominaal inkomen Van een nominale stijging van het inkomen is sprake wanneer het inkomen uitgedrukt in geld stijgt Van een reële stijging van het inkomen is sprake wanneer de ontvanger van het inkomen meer goederen kan kopen. Van reële inkomensverbetering is pas sprake als de nominale loonstijging groter is dan de gemiddelde prijsstijging. De werknemers zullen minstens de prijscompensatie ontvangen Oorzaken van inflatie Binnenlandse oorzaken van inflatie zijn: overbesteding, kostenstijging of verhogen van winstmarges. Overbesteding: vraag is groter dan arbeid - prijzen stijgen - de vragers moeten het geld hebben om de koopsom te betalen - verdiende inkomen, spaarrekening of lening. Deze vorm van inflatie noemen we bestedingsinflatie. Kostenstijging: toenemende productiekosten (loonkostenstijging of overheidsheffingen) - prijsstijgingen. Als de oorzaak van inflatie ligt bij de kosten, spreken we van kosteninflatie. Verhogen van winstmarges: populaire producten - winstmarges verhogen - prijzen stijgen. In dit geval spreken we van winstinflatie Gevolgen van inflatie Inflatie en inflatieverwachtingen zijn belangrijk in een economie. Ze hebben invloed op de koopkracht, het spaargedrag, het bestedingsgedrag, de inkomensverhoudingen, de vermogensverhoudingen en de international concurrentiepositie. Koopkracht: inflatie - waardedaling van geld - koopkracht neemt af. Werknemers krijgen meestal prijscompensatie. Spaarkracht: geld is minder waard - sparen onaantrekkelijk want je wilt een hoge rentevergoeding. Vandaar dat bij hoge inflatie ook de rente oploopt. Onderscheid tussen reële en nominale rentevoet: De nominale rentevoet is het rentepercentage dat wordt overeengekomen als te betalen rentevergoeding. De reële rentevoet is gelijk aan de nominale rentevoet gecorrigeerd met het inflatiepercentage. Bestedingsgedrag: inflatie is groot - neiging om te besteden stijgt want verwachting is dat inflatie blijft stijgen - vraag stijgt - inflatie nog groter. Op deze manier ontstaat een inflatiespiraal. Inkomensverhoudingen: prijzen stijgen - in veel cao s stijgen lonen mee - Inkomensverhoudingen tussen actieven en in-actieven - sociale onrust. International concurrentiepositie: In 1 land stijgt inflatie meer als bij concurrenten - het land prijst zich de markt uit - export daalt Maatregelen tegen inflatie Bestrijd de overbesteding a. Beperking van kredietverlening ten behoeve van consumptieve uitgaven. b. Bevordering van de besparingen c. Beheersing van de geldhoeveelheid door het ESCB d. Beperking van het mechanisme van de automatische prijscompensatie in de CAO s. Bestrijd kostenstijging Door de automatische prijscompensatie te beperken of af te schaffen, wordt ook de loonkostenstijging beperkt. Meer gebruik van prijzenwet. Bestrijd het vermogen van winstmarges Prijsstijging verbieden m.b.v. prijzenwet. Pagina 5 van 6
6 Bestrijd de importinflatie Overleg met EU of VN Pagina 6 van 6
2) sparen -> oppotten: chartaal of giraal geld op een betaalrekening. Direct kunnen gebruiken (=liquide). Geen rendement
Samenvatting door C. 1209 woorden 29 mei 2016 7,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting Economie Monetaire Zaken H.1 Geld * Geld -> Chartaal (munten en bankbiljetten) + Giraal (geld
Nadere informatieSamenvatting Hoofdstuk 9 Betalen in binnen- en buitenland
Paragraaf 1 Geld Samenvatting Hoofdstuk 9 Betalen in binnen- en buitenland Er is sprake van directe ruil wanneer er goederen tegen goederen worden geruild. We spreken van indirecte ruil wanneer er eerst
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: monetaire zaken
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 4: monetaire zaken Samenvatting door R. 1640 woorden 24 juni 2014 7,3 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1. Geld Begrippen Directe ruil Indirecte
Nadere informatieH2 Te veel geld maakt ongelukkig
Samenvatting door M. 940 woorden 15 november 2012 3.3 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index H2 Te veel geld maakt ongelukkig 2.1 introductie De oorzaak van hyperinflatie is bijna altijd dezelfde:
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 6: Geld en geldtheorie
Samenvatting Economie Hoofdstuk 6: Geld en g Samenvatting door een scholier 1227 woorden 13 februari 2005 6,9 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie Hoofdstuk 6: Geld en g 6.1: De
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 9
Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 Samenvatting door een scholier 2086 woorden 13 januari 2006 3,5 4 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 9: Betalen in binnen- en buitenland 9.1 Geld Algemeen aanvaard
Nadere informatieH2 HET ONTSTAAN VAN GELD
Samenvatting door S. 2413 woorden 30 juli 2012 5,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H1 GELD Hoe meer geld er in omloop is, hoe groter de kans op inflatie (koopkracht neemt af en vermogen wordt
Nadere informatieWaarom houden gezinnen chartaal (kas)geld aan (i.p.v. giraal op de bank)? 1) Transactiemotief Gezinnen hebben contant geld nodig voor L1 = actieve kas
Domein G Geldwezen Ruil en arbeidsverdeling: 1) Directe ruil: goederen goederen Geringe arbeidsverdeling 2) Indirecte ruil: goederen geld goederen Meer arbeidsverdeling nodig Eigenschappen van geld: 1)
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen Samenvatting door een scholier 1329 woorden 12 maart 2004 7,8 37 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie Inkomen hoofdstuk 1: Inkomen in natura:
Nadere informatie6.5. Boekverslag door X woorden 24 maart keer beoordeeld. Module 5 Geld en bankwezen. Hoofdstuk 1: Geld
Boekverslag door X. 1374 woorden 24 maart 2004 6.5 65 keer beoordeeld Vak Economie Module 5 Geld en bankwezen. Hoofdstuk 1: Geld - directe ruil = goederen tegen goederen ruilen. o nadelen: waarde moeilijk
Nadere informatie7,4. Samenvatting door een scholier 1838 woorden 5 december keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 1838 woorden 5 december 2005 7,4 9 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Economie H5 Paragraaf 1 Geld = ongedifferentieerde koopkracht die door iedereen wordt geaccepteerd
Nadere informatieMicronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden
Samenvatting door een scholier 1037 woorden 19 augustus 2003 5,5 126 keer beoordeeld Vak Economie H1. Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Macroniveau:
Nadere informatie6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE
Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende
Nadere informatieBegrippenlijst Economie H10 geld en geldschepping
Begrippenlijst Economie H10 geld en geldschep Begrippenlijst door V. 902 woorden 8 juni 2013 3 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie Begrippenlijst economie hoofdstuk 10 10.1 geld
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 1974 woorden 3 maart keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 1974 woorden 3 maart 2003 6 14 keer beoordeeld Vak Economie Monetair Beleid 1. Inleiding en herhaling Chartaal en giraal geld vormen samen de maatschappelijke geldhoeveelheid
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4, 5 en 6
Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 4, 5 en 6 Samenvatting door een scholier 1083 woorden 18 januari 2006 5,8 10 keer beoordeeld Vak Methode M&O Percent 4 Financieel beleid: interestberekeningen
Nadere informatie6,7. Samenvatting door een scholier 2242 woorden 16 november keer beoordeeld. Economie - Percent
Samenvatting door een scholier 2242 woorden 16 november 2010 6,7 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie - Percent H.11 moderne productie wordt gekenmerkt door arbeidsverdeling/specialisatie.
Nadere informatie7,8. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 2.
Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart 2015 7,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Samenvatting economie 2.1 Sparen en rente Redenen om te sparen: 1. Sparen uit voorzorg
Nadere informatieUIT geld en banken
Hoe ontstaat geld in de economie? Geld heb je nodig om spullen mee te kunnen kopen, zonder geld valt er niets te kopen, en als er te weinig geld is zitten mensen te wachten op geld voordat ze het uit kunnen
Nadere informatieBoekverslag door M woorden 21 februari keer beoordeeld
Boekverslag door M. 1345 woorden 21 februari 2012 6 34 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Samenvatting economie hoofdstuk 8 en hoofdstuk 9 Paragraaf 1 Verzien in behoeften door goederen en diensten
Nadere informatieVroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding / ruilverhouding te schatten.
Samenvatting door een scholier 1593 woorden 27 juni 2003 4,4 11 keer beoordeeld Vak Economie Leerstof Economie 1: Hoofdstuk 4: Vroeger: directe ruil goederen tegen goederen, nadeel: moeilijk waardeverhouding
Nadere informatieSamenvatting M&O hoofdstuk
Samenvatting M&O hoofdstuk 10+ 11 Samenvatting door een scholier 1168 woorden 16 maart 2017 7 3 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 10 vermogensmarkt 10.1 vrager van vermogen Vragers van
Nadere informatieBegrippenlijst Economie Hoofdstuk 7 en 8
Begrippenlijst Economie Hoofdstuk 7 en 8 Begrippenlijst door een scholier 1298 woorden 26 februari 2004 6,2 13 keer beoordeeld Vak Economie Begrippen hoofdstuk 7 en 8 Collectieve sector -> bestaat uit
Nadere informatieAntwoorden Economie Checklists 27 tot en met 29 Pincode deel 3
Antwoorden Economie Checklists 27 tot en met 29 Pincode deel 3 Antwoorden door een scholier 4672 woorden 4 mei 2003 6 31 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode 27.1. Is inflatie hetzelfde als geldontwaarding?
Nadere informatieTENTAMEN. HvA-HES ALGEMENE ECONOMIE
TENTAMEN HvA-HES ALGEMENE ECONOMIE 2012- H2 Onderwijseenheid : AECVS2FE01-1 & AECVS2FS01-1 Opleiding FRE & FSM 2 e jaars Datum : 5 juli 2012 Tijd : 17.15 19.15 uur VRJ NB Opgave 1, 2 en 3 moet door iedereen
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 16 t/m 22
Samenvatting Economie Hoofdstuk 16 t/m 22 Samenvatting door een scholier 9749 woorden 16 januari 2011 7,6 19 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent H16 Geld en banken In dit hoofdstuk besteden we
Nadere informatieUIT VWO geld en banken
Hoe ontstaat geld in de economie? Geld heb je nodig om spullen mee te kunnen kopen, zonder geld valt er niets te kopen, en als er te weinig geld is zitten mensen te wachten op geld voordat ze het uit kunnen
Nadere informatieVermogen: geld Kapitaal (aandelen, obligaties, leningen (lange termijn))
www.jooplengkeek.nl Vermogensmarkt De markt: vraag en aanbod Vermogen: geld Kapitaal (aandelen, obligaties, leningen (lange termijn)) Vermogen is een ruimer begrip dan geld. Een banksaldo is ook vermogen.
Nadere informatieSamenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3
Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1203 woorden 17 januari 2005 6,1 90 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie lesbrief: inkomen. Hoofdstuk 1: de
Nadere informatieGroep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115
Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken
Nadere informatieEen onderhandse lening is een lang lopende lening waarbij geld uitgeleend word door 1 geldgever.
Samenvatting door een scholier 1246 woorden 20 januari 2005 6,8 5 keer beoordeeld Vak M&O Hst 4 De vermogensmarkt is het geheel van vraag en aanbod. --> geldmarkt en kapitaalmarkt Op de geldmarkt wordt
Nadere informatie6.7. Boekverslag door E woorden 31 oktober keer beoordeeld
Boekverslag door E. 1574 woorden 31 oktober 2011 6.7 20 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie: 1.1 Schaarste is spanning tussen de menselijke behoeften en de beschikbare middelen om in
Nadere informatieMaak bij de beantwoording van de volgende vraag gebruik van onderstaande grafiek.
Opgave 1 M-vragen Maak bij de beantwoording van de volgende vraag gebruik van onderstaande grafiek. Euros to 1 RL 1 Is in de periode 31 maart 17 april sprake van een devaluatie van de euro ten opzichte
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6
Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen, Hoofdstuk 1 t/m 6 Samenvatting door een scholier 1640 woorden 19 januari 2004 7,8 48 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 Directe ruil=
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10
Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting door een scholier 2188 woorden 14 februari 2016 8,6 15 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 9: Schommelingen in de economie 9.1 Schommelingen
Nadere informatie1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatie6,3. Samenvatting door een scholier 2386 woorden 25 juni keer beoordeeld. Economie in context
Samenvatting door een scholier 2386 woorden 25 juni 2012 6,3 13 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Paragraaf 19.1: Consumentenprijsindex en gevolgen inflatie. Inflatie: stijging van
Nadere informatieKleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd
Kleurpagina vraagkaartjes beginner Ruilen over de tijd Quiz. Deze pagina 2 keer printen daarna op de achterkant de vraagkaartjes Ruilen over de tijd quiz beginner printen en uitsnijden of knippen. Bijlage
Nadere informatieMonopolie: Wanneer slecht 1 aanbieder de voorzieningen van een bepaald goed verzorgt. Ns, waterleidingen, vuilophaaldiensten
Samenvatting door een scholier 1470 woorden 7 maart 2004 4,7 3 keer beoordeeld Vak Economie 10 Monopolie: Wanneer slecht 1 aanbieder de voorzieningen van een bepaald goed verzorgt. Ns, waterleidingen,
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 (Lesbrief Inkomen)
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 (Lesbrief Inkomen) Samenvatting door een scholier 1996 woorden 17 oktober 2004 6,6 28 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie, proefwerk Ho. 1 en 2 Hoofdstuk
Nadere informatieUIT theorie Fisher
De econoom Fisher. Fisher was een econoom die zijn theorie over de werking van geld lang voor de depressie in de jaren 30 van vorige eeuw publiceerde (the purchasing power of money 1911). Dit was een uitbreiding
Nadere informatieRuilen over de tijd (havo)
1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?
Nadere informatieTe weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.
Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1, 4, 6 en 9 (Transactie)
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1, 4, 6 en 9 (T) Samenvatting door een scholier 1042 woorden 6 oktober 2004 6,4 10 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk: 1, 4, 6 en 9. Hoofdstuk 1 Economie: algemeen,
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE DINSDAG 4 OKTOBER UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE DINSDAG 4 OKTOBER 2016 09.00 10.30 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie Dinsdag 4 oktober 2016 B / 11 2016 NGO-ENS B / 11 Opgave 1
Nadere informatieEindexamen economie 1-2 havo 2000-I
4 Antwoordmodel Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 voorbeelden van juiste antwoorden: Een antwoord
Nadere informatie5,7. Samenvatting door een scholier 2810 woorden 11 juni keer beoordeeld
Samenvatting door een scholier 2810 woorden 11 juni 2012 5,7 25 keer beoordeeld Vak Economie KREDIETCRISIS Bankencrisis Omdat Amerikaanse banken op grote schaal hypotheekleningen verstrekken aan mensen
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 B / 12 2016 NGO-ENS B / 12 Opgave
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 20
Samenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 20 Samenvatting door een scholier 3435 woorden 29 januari 2010 5,9 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie H 17: inflatie. 17.1: soorten inflatie.
Nadere informatieKatern 4 Waarde van de munt
Katern 4 Waarde van de munt Begrippen CPI = geeft aan hoe hoog de kosten voor het levensonderhoud zijn Deflatie = geld wordt meer waard Geldillusie = mensen denken dat ze rijker zijn dan in werkelijkheid
Nadere informatie6.4. Boekverslag door M woorden 19 april keer beoordeeld. Economie zonder grenzen. Hoofdstuk 1 Geld
Boekverslag door M. 4323 woorden 19 april 2005 6.4 23 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie zonder grenzen Hoofdstuk 1 Geld Tekst 1 Indirecte en directe ruil Directe ruil: Goederen ruilen voor
Nadere informatieHoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn.
Samenvatting door een scholier 1771 woorden 20 februari 2008 8 15 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn. Onderhandse lening ; Een lening op lange termijn
Nadere informatieEconomie. Boekje Geldzaken Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets. Inhoud:
Boekje Geldzaken Samenvattingen + overige voorbereiding voor de toets Economie Inhoud: Wat? blz. h1 & h2 samengevat 2 h3 & h4 samengevat 3 h5 & h6 samengevat 4 wat moet weten 5 Begrippen 6,7 & 8 Links
Nadere informatieNadelen: Groot risico vanwege privéaansprakelijkheid. Lange werktijden. a Een vennootschap waarvan het eigen vermogen is verdeeld in aandelen.
Hoofdstuk 9 a Een organisatie die naar winst streeft. b Eenmanszaak Vennootschap onder firma Naamloze vennootschap Besloten vennootschap Voordelen: Je bent eigen baas. De winst hoef je met niemand te delen.
Nadere informatieWAT IS GELD? Charta = wet Het is een wettelijk betaalmiddel!
GELDZAKEN havo 4 WAT IS GELD? Een betaalmiddel Chartaal geld: alle bankbiljetten en munten Charta = wet Het is een wettelijk betaalmiddel! Giraal geld: digitaal geld = onstoffelijk (niet tastbaar) Giraal
Nadere informatieMACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD
pdf18 MACRO-VRAAG EN MACRO-AANBOD De macro-vraaglijn of geaggregeerde vraaglijn geeft het verband weer tussen het algemeen prijspeil en de gevraagde hoeveelheid binnenlands product. De macro-vraaglijn
Nadere informatieVerboden woord Lesvoorbereiding kaartjes kaartjes achterkant Spelregels Afronding
Verboden woord Lesvoorbereiding Maak de kaartjes (print eerst het (word)document kaartjes op dik papier en vervolgens het (powerpoint)document kaartjes achterkant op de achterzijde. U kunt ook gebruik
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18
Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18 Samenvatting door Suzanne 4057 woorden 20 september 2017 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting hoofdstuk 16,17,18 Paragraaf 16.1
Nadere informatieEindexamen economie havo II
Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 Voorbeeld van een juist antwoord: Een antwoord waaruit blijkt dat
Nadere informatieEconomie module 4 Ruilen in de tijd. goederen kopen
Economie module 4 Ruilen in de tijd 27 blz. werkboek = 1 ½ blz. per les H1 par 1 & 2 vb.1 O O sparen om tijd storting + rente iets te kopen goederen kopen vb.2 O O geld lenen om tijd aflossing + rente
Nadere informatieDeze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 20 vragen.
SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave ALGEMENE ECONOMIE WOENSDAG 16 DECEMBER 2015 15.15-16.45 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat
Nadere informatieAls de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.
Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie
Nadere informatieALGEMENE ECONOMIE /03
HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 5 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie B / 10
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 5 OKTOBER 2015 11.30-13.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie B / 10 2015 Nederlandse Associatie voor voor Praktijkexamens
Nadere informatieSamenvatting Economie Module 6
Samenvatting Economie Module 6 Samenvatting door een scholier 2955 woorden 20 januari 2004 7,9 40 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 Bankbiljetten, munten
Nadere informatieDomein Goede Tijden, Slechte Tijden
Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! havo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie ALGEMENE ECONOMIE Maandag 27 juni 2016 B / 9 2016 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (20 punten)
Nadere informatieSamenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 23
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 23 Samenvatting door een scholier 1247 woorden 24 maart 2004 4,6 28 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hoofdstuk 1 - Productiefactoren: - arbeid loon - natuur
Nadere informatieOndernemingen: om hun nieuwe gebouwen te kunnen kopen. Zij geven leningen uit aan aandeelhouders, zodat ze geld ontvangen.
Samenvatting door I. 1003 woorden 21 januari 2013 5,6 5 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans HOOFDSTUK 10 : VERMOGENSMARKT Aan de vragers kant van de vermogensmarkt zijn er 3 vragers: Consumenten:
Nadere informatieHoofdstuk 12. Vreemd vermogen op lange termijn. Een lening (schuld) met een looptijd van langer dan een jaar. We bespreken 3 verschillende leningen:
www.jooplengkeek.nl Vreemd vermogen op lange termijn Een lening (schuld) met een looptijd van langer dan een jaar. We bespreken 3 verschillende leningen: 1. Onderhandse lening. 2. Obligatie lening. 3.
Nadere informatieSamenvatting door A woorden 29 april keer beoordeeld. Katern 4 Waarde van de munt. Begrippen
Samenvatting door A. 2354 woorden 29 april 2015 7 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index Katern 4 Waarde van de munt Begrippen CPI = geeft aan hoe hoog de kosten voor het levensonderhoud zijn Deflatie
Nadere informatie6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon
Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart 2015 6,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Hoofdstuk 1 1.1 Bruto- en nettoloon Loonstrook/Salarisspecificatie -> krijg je elke
Nadere informatieSectorwerkstuk Economie Inflatie
Sectorwerkstuk Economie Inflatie Sectorwerkstuk door een scholier 2560 woorden 7 januari 2007 6,3 70 keer beoordeeld Vak Economie De inflatie van Nederland en de Eurozone tussen 2000 en 2004. Inhoudsopgave:
Nadere informatieDOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later
DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD Module 4 Nu en later Inflatie Definitie: stijging van het algemeen prijspeil Gevolgen van inflatie koopkracht neemt af Verslechtering internationale concurrentiepositie Bij
Nadere informatieDe wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN. Categorie Vraag & Antwoord
Categorie Vraag & Antwoord De wensen van mensen zijn onbegrensd. Hoe noemen we in de economie deze wensen? BEHOEFTEN Er zijn te weinig middelen om in alle behoeften te kunnen voorzien. Hoe heet dit verschijnsel?
Nadere informatie6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.
Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober 2015 6,7 9 keer beoordeeld Vak Economie De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden. Productiefactoren: arbeid, ondernemerschap, kapitaal
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Zakelijk boeren 1 maximumscore 1 A, B, D, E, F, H Opmerking
Nadere informatieWanneer de ondernemer niet meer in staat is alle schulden te betalen, wordt door een rechtbank een faillissement uitgesproken.
Samenvatting door H. 1531 woorden 18 oktober 2016 4 3 keer beoordeeld Vak M&O Hoofdstuk 9 De rechtsvorm is de juridische ofwel wettelijke vorm van een organisatie. Er zijn zes verschillende rechtsvormen:
Nadere informatieRuilen over de tijd. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman
Ruilen over de tijd Zie steeds de eenvoud!! vwo Frans Etman Bedenk dat bij ruilen er altijd twee dingen gedaan worden. Je geeft wat en je krijgt wat terug. Als je twee keer ruilt - ruilen over de tijd
Nadere informatieDomein Goede Tijden, Slechte Tijden
Domein Goede Tijden, Slechte Tijden Zie steeds de eenvoud!! vwo Frans Etman Hoog- of laagconjunctuur Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) heeft 2 filmpjes gemaakt over de indicatoren van de economie.
Nadere informatie5, Ruilmiddelen en specialisatie De functies van geld. Samenvatting door een scholier 5489 woorden 7 september 2005.
Samenvatting door een scholier 5489 woorden 7 september 2005 5,9 9 keer beoordeeld Vak Economie 8.1 Geld De eerste vormen van handeldrijven werden goederen geruild tegen goederen. Er is dan sprake van
Nadere informatieEconomie Samenvatting M4
Economie Samenvatting M4 Hoofdstuk 1 De prijs van tijd Ruilen over tijd is een belangrij onderdeel van economisch handelen. Dat geldt voor huishoudens, bedrijven en de overheid. Gezinnen sparen voor hun
Nadere informatieInleiding bank- en verzekeringswezen 4 INLEIDING BANK- EN VERZEKERINGSWEZEN 4 (CBV10.4/CREBO:50168)
INLEIDING BANK- EN VERZEKERINGSWEZEN 4 (CBV10.4/CREBO:50168) sd.cbv10.4.v1 ECABO, Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen of gepubliceerd in
Nadere informatieModule 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging
Module 8 havo 5 Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. laagconjunctuur Reëel binnenlands product groeit
Nadere informatieKatern De waarde van de munt
Vwo katern 5 De waarde van de munt - hoofdstuk 1 Geldontwaarding Katern De waarde van de munt hoofdstuk 1 Geldontwaarding Opdracht 1 a Het gaat om 2,4 procentpunt. In de zin de centrale bank verwacht dat
Nadere informatieExamen HAVO. Management & Organisatie (nieuwe stijl) Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs. Tijdvak 2 Woensdag 20 juni 9.00 12.
Management & Organisatie (nieuwe stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Boekje met informatie Tijdvak 2 Woensdag 20 juni 9.00 12.00 uur 20 01 100020 28A Begin Formuleblad Te gebruiken formules
Nadere informatiebruto inkomen (per persoon)
Opgave 1 Lorenzcurve en economische kringloop Definities: Bruto inkomen Loon/pensioen, interest, winst/dividend, huur/pacht Netto inkomen Bruto inkomen inkomstenbelasting (IB) Netto besteedbaar inkomen
Nadere informatieSamenvatting Management & Organisatie H11 en 12
Samenvatting Management & Organisatie H11 en Samenvatting door een scholier 2398 woorden 26 april 2003 5,9 28 keer beoordeeld Vak M&O Hoofdstuk 11 De vermogensmarkt 11.1 Oriëntatie Elk balans bestaat uit
Nadere informatieDomein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl
Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die
Nadere informatieSamenvatting M&O H12: Vreemd vermogen op lange termijn
Samenvatting M&O H12: Vreemd vermogen op lange termijn Samenvatting door K. 1547 woorden 29 oktober 2016 1,1 2 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans H12; Vreemd vermogen op lange termijn 12.1 Onderhandse
Nadere informatieRente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen
Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Ruilen over de tijd Intertemporele substitutie Bedrijven lenen geld om te investeren
Nadere informatieBegrippenlijst Management & Organisatie Hoofdstuk 5, 6 en 7
Begrippenlijst Management & Organisatie Hoofdstuk 5, 6 en 7 Begrippenlijst door een scholier 1414 woorden 28 december 2006 6,7 9 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans M&O Hoofdstuk 5 Aandelenkapitaal
Nadere informatieSamenvatting Economie Lesbrief Inkomen
Samenvatting Economie Lesbrief Inkomen Samenvatting door een scholier 2112 woorden 10 maart 2004 5,5 28 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief Inkomen Hoofdstuk 1 De vorming van inkomen Microniveau= de
Nadere informatieTENTAMEN ALGEMENE ECONOMIE
Locatie Fraijlemaborg Zuidoost Postbus 22575, 1100 msterdam TENTMEN LGEMENE EONOMIE HOOFFSE EONOMIE Onderwijseenheid : EVH101-1 atum : 2009 Tijd : ocenten : OH EE VRJ Tentamen lgemene Economie Pagina 2
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave Is Brazilië uitgedanst? maximumscore 2 Op oktober 205 was
Nadere informatie