Antwoorden Lesbrief Waar voor je geld

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Antwoorden Lesbrief Waar voor je geld"

Transcriptie

1 Antwoorden Lesbrief Waar voor je geld

2 Deze lesbrief (derde druk, 2015) is een uitgave van De Nederlandse Bank en tot stand gekomen met medewerking van Gerrit Gorter en Han van Spanje (VECON).

3 1. Prijzen veranderen Opdracht 1.1 Dat betekent dat de koopkracht van de euro gelijk blijft. Met andere woorden: dat het algemeen prijspeil stabiel blijft. 3 Opdracht 2.2 a. 1, = 312 Opmerking: je ziet dat 4% erbij optellen hetzelfde is als vermenigvuldigen met 1,04. b. 1, = 324,48 c. (1,04) 2 = 1,0816, omdat de tweede 4% bovenop de eerste verhoging van 4% komt. Opdracht 1.3 a. 0, = 276 b. Bij een prijsdaling levert uitstel van de aankoop een financieel voordeel in de toekomst op. Bij een prijsstijging is dat niet het geval. Opdracht 1.4 a. Peter heeft profijt van inflatie. Zijn schuld blijft in euro s , maar de koopkracht van die euro s vermindert. Dat geldt zeker als zijn loon meestijgt met de inflatie. Sascha heeft nadeel van inflatie, haar spaargeld wordt in koopkracht immers minder waard. b. Sascha heeft profijt van deflatie, de koopkracht van haar gespaarde euro s neemt immers toe. Peter heeft er nadeel van, zijn schuld wordt in koopkracht groter.

4 4 Opdracht 1.5 a. (1,02) 4 = 1, dus met 8,2% gestegen b. (1,02) 8 = 1, dus met 17,2% gestegen c. (1,04) 4 = 1, dus met 17,0% gestegen d. (1,04) 8 = 1, dus met 37,9% gestegen e. (1,07) 4 = 1, dus met 31,1% gestegen f. (1,07) 8 = 1, dus met 71,8% gestegen g. Dat zou kunnen door het gewoon te proberen. Bijvoorbeeld: na 10 jaar is het prijspeil met de factor (1,07) 10 = 1,967 gestegen. Na 11 jaar met de factor (1,07) 11 = 2,105. Dus iedere 10 à 11 jaar zullen de prijzen verdubbelen bij 7% inflatie. Een andere manier is met je rekenmachine het begingetal 100 met 1,07 te vermenigvuldigen en dan vervolgens de uitkomst steeds met 1,07 te vermenigvuldigen. Als je het aantal keren dat je vermenigvuldigt telt merk je dat je na de 11de keer boven de 200 komt en na weer 11 keer verdubbeld bent naar 400. Opdracht 1.6 Zie

5 2. Wat is een euro waard? Opdracht 2.1 Deflatie betekent een daling van het algemeen prijspeil (CPI). Als de prijzen dalen, neemt de koopkracht van de euro toe. 5 Opdracht 2.2 a 1,85 b 1,80 1, = 105,5 1, = 97,3 Opdracht 2.3 Deze uitspraak is onjuist. De CPI schommelt wel, maar is steeds groter dan nul. Er is dus steeds inflatie. Deflatie zou zich voordoen als de prijsverandering onder nul uitkwam, hetgeen in de figuur niet het geval is. Opdracht a 2014: = 100, b : = 112,0 c 112,0 100,5 100 = 111,4 een toename van 11,4% Opdracht 2.5 a Afgaand op de figuur neemt de categorie Huisvesting, water en energie ongeveer 25% van het budget in beslag. Als deze categorie als enige in prijs stijgt, kunnen we het gevolg voor de CPI als volgt berekenen: = 101,3. 100

6 6 Ten gevolge van de prijsstijging van de categorie Huisvesting, water en energie stijgt de CPI met 1,3%. b Afgaand op de figuur neemt de categorie Vervoer ongeveer 10% van het budget in beslag. Als deze categorie als enige in prijs stijgt, kunnen we het gevolg voor de CPI als volgt berekenen: = 100,5 100 Ten gevolge van de prijsstijging van de categorie Vervoer stijgt de CPI met 0,5%. c De prijsstijging is in beide gevallen gelijk, 5%, maar de categorie Huisvesting, water en energie heeft een aanzienlijk groter gewicht in het mandje dan de categorie Vervoer. Vandaar het verschillend effect op de CPI. d Afgaand op de figuur beslaat de categorie Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken ongeveer 12,5% van het budget. Als deze categorie als enige in prijs stijgt, kunnen we het gevolg voor de CPI als volgt berekenen: 12,5 87, = 101,3 100 e De uitkomsten onder a en d zijn gelijk. De prijsstijging van Voedingsmiddelen en alcoholvrije dranken is weliswaar het dubbele van die van Huisvesting, water en energie, maar de wegingsfactor is de helft. Die twee effecten compenseren elkaar daardoor.

7 3. Inflatie en deflatie nader bekeken Opdracht 3.1 Als de CPI in het basisjaar 100 is, is deze 25 jaar later: 100 1,03 25 = 209,4. Een ruime verdubbeling dus. 7 Opdracht 3.2 a Door een overvloed aan kokosnoten zal een kokosnoot dan minder dan vijf kaurischelpen gaan kosten. De aanbieders kunnen hun kokosnoten aan de straatstenen niet kwijt en zullen hun prijs verlagen. b Het algemeen prijspeil, dat uitsluitend uit de prijs van kokosnoten bestaat, daalt. Er is dus sprake van deflatie. Opdracht 3.3 Het minimumloon is gestegen met = 382 per maand. In een percentage is het minimumloon gestegen met % = 34,3% De index van het algemeen prijspeil in 2014 is 100 1, = 137,5. Het algemeen prijspeil is met 37,5% gestegen. Aangezien het prijspeil harder is gestegen dan het minimumloon, is de koopkracht van het minimumloon verminderd. Opdracht 3.4 Het inkomen per hoofd is afgenomen met ƒ 838 ƒ 584 = ƒ 254. ƒ 254 In een percentage is het afgenomen met 100% = 30,3%. ƒ 838 Het algemeen prijspeil is minder hard gedaald, namelijk met 23%. Daarom is de koopkracht van het gemiddeld inkomen afgenomen.

8 8 Opdracht 3.5 Antwoord b is juist. Cost push-inflatie wordt veroorzaakt door een (sterke) toename van de kosten van ondernemingen. Die kosten worden doorberekend in de verkoopprijzen van de producten. In dit geval is sprake van een stijging van de loonkosten. Opdracht 3.6 Antwoord a is juist. De vraag naar producten neemt toe en daarom stijgt het algemeen prijspeil. Opdracht 3.7 De rente zorgt voor een toename met de factor 1,02 1,015 1,013 1,013 1,008 = 1,071. Dus de rente zorgt voor een toename van het spaarsaldo van 7,1%. Het algemeen prijspeil stijgt met de factor 1,018 1,016 1,015 1,011 1,007 = 1,069. Het algemeen prijspeil neemt dus toe met 6,9%. Conclusie: de rente is voldoende om het effect van de inflatie te compenseren. Met andere woorden: de koopkracht van het spaarsaldo blijft behouden en neemt zelfs licht toe.

9 4. De Nederlandsche Bank als de centrale bank Opdracht 4.1 a. Kassier van de staat; het zorgen voor voldoende geld in omloop (het in omloop brengen van bankbiljetten); Bank der banken (de bank waarbij de andere banken een rekening aanhouden); het bewaken van de koopkracht van de gulden, later de euro. b. Sinds 1 januari 1999 maakt DNB deel uit van het Europees Stelsel van Centrale Banken. Dat betekent dat DNB geen zelfstandig beleid meer kan voeren, maar werkt in opdracht van de ECB. c. Wegens de onderlinge verwevenheid van de Europese banken, is besloten het toezicht op de banken weg te halen bij de nationale centrale banken en onder te brengen bij de ECB. Daartoe is per 1 januari 2015 de Europese Bankenunie in werking getreden. 9 Opdracht 4.2 a. Zie In totaal zijn 28 landen lid. b. Kroatië (2013), Roemenië (2007), Bulgarije (2007). c. Negen EU-landen, namelijk Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Zweden, Tsjechië, Hongarije, Polen, Roemenië, Bulgarije, Kroatië. d. Litouwen gebruikt de euro sinds 1 januari Opdracht 4.3 a. Dat er niet wordt afgelost en geen rente wordt betaald. b. Onderpand vragen (bijvoorbeeld een huis voor een hypotheeklening); levensverzekering vragen die aan de bank uitkeert (overlijdensriscoverzekering); de geldgever screening op betaalgedrag. c. overnight loanes = leningen van één dag; eigenlijk één nachtje.

10 10 Opdracht 4.4 a Nodig in kas is 7% van 450 miljoen = 31,5 miljoen. b. Ja, er is voldoende in kas, het saldo in de kas bedraagt immers 42 miljoen. c. 42 mln is 7%, dan is 100% gelijk aan 100/7 x 42 miljoen = 600 miljoen. d. 42 mln is 8%, dan is 100% gelijk aan 100/8 x 42 miljoen = 525 miljoen. Opdracht 4.5 a. Een inflatie van nul procent kan gemakkelijk omslaan in deflatie, met alle nadelen vandien. De ECB houdt daarom een veiligheidsmarge aan. b. Een daling van de rente die banken aan de ECB moet betalen, wordt doorberekend aan de klanten van de banken. Die klanten, consumenten en bedrijven, kunnen zo goedkoper lenen en zullen misschien hun bestedingen opvoeren. Toenemende bestedingen betekenen een opwaartse druk op het prijspeil, waardoor deflatie wellicht voorkomen kan worden. c. De ECB heeft in de loop van de crisis (van ) de rente al zo vaak verlaagd, dat deze vrijwel nul is geworden.

11

12

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken. Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar

Nadere informatie

CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling. Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25

CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling. Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25 CPI = 122,5 Wat zegt dit? Hoe bereken je dit? Categorieën Aandeel Prijsstijging Optelling Voeding 40% 10% Kleding 35% -5% Overig 0 CPI 102,25 ConsumentenPrijsIndexcijfer Consumenten Prijsindexcijfer in

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2008-I

Eindexamen economie 1 havo 2008-I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 bij (1) primair bij (2) directe

Nadere informatie

De prijs van een cd is gestegen met 25% ten opzichte van het basisjaar.

De prijs van een cd is gestegen met 25% ten opzichte van het basisjaar. Indexcijfers Berekenen van het prijsindexcijfer Bij economie moet je vaak prijzen met elkaar vergelijken. Door inflatie stijgen de prijzen. Om de prijzen makkelijk met elkaar te vergelijken maken we gebruik

Nadere informatie

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Eindexamen economie 1 havo 2000-I Opgave 1 Meer mensen aan de slag Het terugdringen van de werkloosheid is in veel landen een belangrijke doelstelling van de overheid. Om dat doel te bereiken, streeft de overheid meestal naar groei van

Nadere informatie

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115 Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. indien drie juist 2 indien twee juist 1 indien één of geen juist 0

Vraag Antwoord Scores. indien drie juist 2 indien twee juist 1 indien één of geen juist 0 Opgave 1 1 maximumscore 2 bij (1) prijs-afzetlijn bij (2) onvolkomen bij (3) proportioneel indien drie juist 2 indien twee juist 1 indien één of geen juist 0 2 maximumscore 1 TO (Q=90) = 90 30 = 2.700

Nadere informatie

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie daalt in juli tot 1,1 procent. Huurstijging gemiddeld 3,1 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie daalt in juli tot 1,1 procent. Huurstijging gemiddeld 3,1 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-121 5 augustus 2004 9.30 uur Inflatie daalt in juli tot 1,1 procent De inflatie is in juli 2004 uitgekomen op 1,1 procent. Dat is 0,3 procentpunt lager

Nadere informatie

DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later

DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD. Module 4 Nu en later DOMEIN E: RUILEN OVER DE TIJD Module 4 Nu en later Inflatie Definitie: stijging van het algemeen prijspeil Gevolgen van inflatie koopkracht neemt af Verslechtering internationale concurrentiepositie Bij

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen Samenvatting door een scholier 1329 woorden 12 maart 2004 7,8 37 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie Inkomen hoofdstuk 1: Inkomen in natura:

Nadere informatie

Praktische opdracht Economie Inflatie

Praktische opdracht Economie Inflatie Praktische opdracht Economie Inflatie Praktische-opdracht door een scholier 1658 woorden 20 juni 2005 6,9 44 keer beoordeeld Vak Economie Wat is Inflatie? Wat is inflatie en wat is een prijsindexcijfer?

Nadere informatie

2) sparen -> oppotten: chartaal of giraal geld op een betaalrekening. Direct kunnen gebruiken (=liquide). Geen rendement

2) sparen -> oppotten: chartaal of giraal geld op een betaalrekening. Direct kunnen gebruiken (=liquide). Geen rendement Samenvatting door C. 1209 woorden 29 mei 2016 7,8 6 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Samenvatting Economie Monetaire Zaken H.1 Geld * Geld -> Chartaal (munten en bankbiljetten) + Giraal (geld

Nadere informatie

Prijzen stabiel vergeleken met november; inflatie 2015 is -0,5 procent

Prijzen stabiel vergeleken met november; inflatie 2015 is -0,5 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Inlichtingen: (+599 9) 461 1031 fax 461 1696 Adres: Fort Amsterdam z/n E-mail: info@cbs.cw Website: www.cbs.cw Persbericht Willemstad, 10 februari 2016 Consumentenprijzen

Nadere informatie

Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden

Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Samenvatting door een scholier 1037 woorden 19 augustus 2003 5,5 126 keer beoordeeld Vak Economie H1. Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Macroniveau:

Nadere informatie

Ruilen over de tijd (havo)

Ruilen over de tijd (havo) 1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

CPI Statistisch Bulletin, mei 2017

CPI Statistisch Bulletin, mei 2017 CPI Statistisch Bulletin, mei 2017 Willemstad, juli 2017 Consumentenprijzen Curaçao: mei 2017 Prijzen 0,3 procent lager, vergeleken met de maand april 2017; Inflatie per mei 2017 is 0,7 procent Prijsontwikkeling

Nadere informatie

Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen

Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Rente de prijs van tijd. Als rente hoger is dan de opofferingskosten individuele prijs van tijd niet lenen maar sparen Ruilen over de tijd Intertemporele substitutie Bedrijven lenen geld om te investeren

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-II

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 0,15 0,12 100% = 25%

Nadere informatie

Lesbrief Jong en Oud 3 e druk

Lesbrief Jong en Oud 3 e druk Hoofdstuk 1. 1.16 C. School of baantje 1.17 a. 200/ 10 = 20 keer. b. Zie figuur. c. Zie figuur. d. 15 keer naar de bioscoop kost hem 150. Er blijft dan nog 50 over voor tijdschriften. Hij kan nog 50/5

Nadere informatie

Eindexamen economie havo I

Eindexamen economie havo I Opgave 1 Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. 1 Voorbeeld van een juiste berekening: 47,5 27,5 100% = 72,73% 27,5

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10

Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting door een scholier 2188 woorden 14 februari 2016 8,6 15 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 9: Schommelingen in de economie 9.1 Schommelingen

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een

Nadere informatie

CPI Statistisch Bulletin, februari 2017

CPI Statistisch Bulletin, februari 2017 CPI Statistisch Bulletin, februari 2017 Willemstad, April 2017 Consumentenprijzen Curaçao: februari 2017 Prijzen 0,6 procent hoger dan in de maand januari 2017; Inflatie per februari 2017 is 0,2 procent

Nadere informatie

Marktontwikkeling koopwoningen

Marktontwikkeling koopwoningen 7 0,0 0, 0,20 0, 0,10 0,05 0,00 16 201 Het dieptepunt voorbij In 2012 werd de Amsterdamse woningmarkt hard geraakt door de Europese Schuldencrisis. De Amsterdamse woningmarkt verloor in 2012 in toenemende

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /03

ALGEMENE ECONOMIE /03 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,

Nadere informatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie

Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14. Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Handelsstromen Rozenstruiken 2009 / 14 Zoetermeer, Maart 2009 Peter van der Salm Productschap Tuinbouw, Afdeling Markt en Innovatie Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd

Nadere informatie

Persbericht. Consumentenprijsindex juni

Persbericht. Consumentenprijsindex juni Persbericht PB99-176 9 juli 1999 10.30 uur Consumentenprijsindex juni De consumentenprijzen zijn tussen mei en juni met 0,4 procent gedaald. Dit blijkt uit cijfers van het CBS. Vergeleken met vorig jaar

Nadere informatie

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering. Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie in december gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek. Prijzen in december gedaald. Inflatie naar laag niveau

Persbericht. Inflatie in december gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek. Prijzen in december gedaald. Inflatie naar laag niveau Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-002 8 januari 2004 9.30 uur Inflatie in december gedaald De inflatie in Nederland is in december 2003 uitgekomen op 1,7 procent. Dit is de laagste uitkomst

Nadere informatie

Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007

Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007 Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007 De prijs van de gemiddelde verkochte woning stijgt met 1,2% in het 4 e kwartaal van 2007. De stijging van de prijs per m 2 is met 0,3% veel lager. De stijging

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2002-I

Eindexamen economie 1-2 havo 2002-I 4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Voorbeelden van een juist antwoord zijn:

Nadere informatie

UIT grafische elasticiteiten

UIT grafische elasticiteiten Elasticiteiten lezen uit grafieken. Een prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid beschrijft het effect van een prijsverandering op de gevraagde hoeveelheid van dat product. De betalingsbereidheid

Nadere informatie

Examen HAVO. Economie 1

Examen HAVO. Economie 1 Economie 1 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 21 juni 13.30 16.00 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 31 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een goed

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in september 2,0 procent. Inflatie afgelopen halfjaar vrijwel stabiel

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in september 2,0 procent. Inflatie afgelopen halfjaar vrijwel stabiel Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB03-195 30 oktober 2003 9.30 uur Inflatie in september 2,0 procent De inflatie in Nederland is in september 2003 uitgekomen op 2,0 procent. Dat is een lichte

Nadere informatie

Marktontwikkeling koopwoningen

Marktontwikkeling koopwoningen 15 De Europese Schuldencrisis laat zijn sporen na In de vorige uitgave van WOON Amsterdam, najaar 2011, concludeerden we: Het is de onzekerheid over de toekomst die de markt afremt. Als het gaat om de

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 Zakelijk boeren 1 maximumscore 1 A, B, D, E, F, H Opmerking

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-I 4 Antwoordmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening

Nadere informatie

Samenvatting Economie Rekonomie

Samenvatting Economie Rekonomie Samenvatting Economie Rekonomie Samenvatting door een scholier 1570 woorden 24 oktober 2011 5,3 76 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Rekonomie Hoofdstuk 1 De cijfers achter de komma worden ook

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo 2007-I

Eindexamen economie 1 vwo 2007-I Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 Een antwoord waaruit

Nadere informatie

Hoe wordt inflatie berekend? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 1 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/V1/5.1

Hoe wordt inflatie berekend? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 1 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/V1/5.1 Hoe wordt inflatie berekend? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 1 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/V1/5.1 Als je in de examenklas van het vmbo zit, woon je waarschijnlijk nog thuis.

Nadere informatie

Prijsstabiliteit: waarom is dat belangrijk voor jou? Voorlichtingsbrochure voor leerlingen

Prijsstabiliteit: waarom is dat belangrijk voor jou? Voorlichtingsbrochure voor leerlingen Prijsstabiliteit: waarom is dat belangrijk voor jou? Voorlichtingsbrochure voor leerlingen Wat kun je kopen voor 10? Wat dacht je van twee cd-singles, of misschien een maandabonnement op je favoriete blad?

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. Bankzaken 1 maximumscore 1 Voorbeeld van een juiste verklaring: De inflatie van 1,6% is een gemiddelde waarin de

Nadere informatie

Technische toelichting

Technische toelichting Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-080 7 april 2000 10.30 uur Inflatie ook in maart stabiel De inflatie is in maart 2000 uitgekomen op 1,9 procent. Dat is ongeveer even hoog als in de

Nadere informatie

Bijlage I: Woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2008

Bijlage I: Woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2008 Bijlage I: Woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2008 De prijs van de gemiddelde verkochte woning daalt met -0,3% licht in het 3 e kwartaal van 2008. De prijs per m 2 stijgt daarentegen licht met 0,3%. De prijsontwikkeling

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 29 maart 2018

PERSBERICHT Brussel, 29 maart 2018 01/2007 07/2007 01/2008 07/2008 01/2009 07/2009 01/2010 07/2010 01/2011 07/2011 01/2012 07/2012 01/2013 07/2013 01/2014 07/2014 01/2015 07/2015 01/2016 07/2016 01/2017 07/2017 01/2018 Index (2013 = 100)

Nadere informatie

Eindexamen economie vmbo gl/tl 2006 - II

Eindexamen economie vmbo gl/tl 2006 - II BEOORDELINGSMODEL Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. HET GROTE ONDERNEMERSSPEL 1 B 2 A 3 maximumscore 2 Voorbeeld van een juiste berekening: Loonkosten in twee jaar:

Nadere informatie

Persbericht. Consumentenprijsindex maart 1999

Persbericht. Consumentenprijsindex maart 1999 Persbericht PB99-085 9 april 1999 10.30 uur Consumentenprijsindex maart 1999 In maart was de consumentenprijsindex 0,9 procent hoger dan in februari. De stijging is vooral een gevolg van de stijging van

Nadere informatie

NVM-Betaalbaarheidsanalyse. 2000-Q1 tot en met 2014-Q4

NVM-Betaalbaarheidsanalyse. 2000-Q1 tot en met 2014-Q4 NVM-Betaalbaarheidsanalyse 2000-Q1 tot en met 2014-Q4 NVM Data & Research 15 januari 2015 1 Samenvatting De (theoretische) betaalbaarheidsindex maakt in het vierde kwartaal van 2014 nog steeds een opwaartse

Nadere informatie

UIT theorie Fisher

UIT theorie Fisher De econoom Fisher. Fisher was een econoom die zijn theorie over de werking van geld lang voor de depressie in de jaren 30 van vorige eeuw publiceerde (the purchasing power of money 1911). Dit was een uitbreiding

Nadere informatie

CPI Statistisch Bulletin, juni 2017

CPI Statistisch Bulletin, juni 2017 CPI Statistisch Bulletin, juni 2017 Willemstad, juli 2017 Consumentenprijzen Curaçao: juni 2017 Prijzen 0,1 procent hoger vergeleken met de maand mei 2017; Inflatie per juni 2017 is 0,9 procent Prijsontwikkeling

Nadere informatie

Persbericht. Consumentenprijsindex juli 1999

Persbericht. Consumentenprijsindex juli 1999 Persbericht PB99-200 6 augustus 1999 10.30 uur Consumentenprijsindex juli 1999 In juli zijn de consumentenprijzen in Nederland gemiddeld niet veranderd. Dit blijkt uit cijfers van het CBS. Er waren wel

Nadere informatie

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan direct aan. Volume: 0-49 zendingen

Nadere informatie

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken Bron: K. Caminada & K. Goudswaard (2017), De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken, Geron Tijdschrift over ouder worden & maatschappij jaargang 19, nummer 3: 10-13. De inkomensverdeling

Nadere informatie

Eindexamen economie pilot vwo I

Eindexamen economie pilot vwo I Beoordelingsmodel Vraag Antwoord Scores Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 27 februari 2018

PERSBERICHT Brussel, 27 februari 2018 01/2007 07/2007 01/2008 07/2008 01/2009 07/2009 01/2010 07/2010 01/2011 07/2011 01/2012 07/2012 01/2013 07/2013 01/2014 07/2014 01/2015 07/2015 01/2016 07/2016 01/2017 07/2017 01/2018 Index (2013 = 100)

Nadere informatie

Antwoorden stencils OPGAVE 1 11.313 pond. (36,41%) 1,48 miljard als het BNP in procenten harder is gestegen dan het bedrag in ponden in procenten

Antwoorden stencils OPGAVE 1 11.313 pond. (36,41%) 1,48 miljard als het BNP in procenten harder is gestegen dan het bedrag in ponden in procenten Antwoorden stencils OPGAVE 1 1. Nominaal Inkomen 1996 = 25,34 miljard pond x 1,536 = 38,92224 miljard pond Bevolkingsomvang 1996 = 3.340.000 x 1,03 = 3.440.200 Nominaal Inkomen per hoofd = 38,92224 miljard

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in mei opnieuw gedaald. Prijzen in mei even hoog als in april

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie in mei opnieuw gedaald. Prijzen in mei even hoog als in april Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-069 9 juni 2005 9.30 uur Inflatie in mei opnieuw gedaald De inflatie is in mei 2005 uitgekomen op 1,3 procent. Dat is 0,2 procentpunt lager dan in april.

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo 2001-II

Eindexamen economie 1 vwo 2001-II 4 Antwoordmodel Opgave Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. ja Uit de toelichting moet blijken dat de stijging

Nadere informatie

Marktontwikkelingen varkenssector

Marktontwikkelingen varkenssector Marktontwikkelingen varkenssector 1. Inleiding In de deze nota wordt ingegaan op de marktontwikkelingen in de varkenssector in Nederland en de Europese Unie. Waar mogelijk wordt vooruitgeblikt op de te

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opgave 1 1 maximumscore 2 Uit de uitleg moet blijken dat het tarief per keer legen de inwoners stimuleert om de containers minder vaak aan te bieden om daarmee lasten te besparen 1 het tarief per kilo

Nadere informatie

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17 2.2. EUROPESE UNIE 2.2.1. Droogte remt groei melkaanvoer af Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) 2005 2015 2017 2018 % 18/17 België 3 022 3 988 4 025 4 190 4,1 Denemarken 4 451 5 278 5

Nadere informatie

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 niet correct zijn. Dientengevolge zijn de CPI-cijfers

Nadere informatie

Lesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk

Lesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk Hoofdstuk 1 1.6 C Markten 1.7 a. De prijzen zijn gestegen. Bij een gelijk volume (= afzet) leidt dit tot een omzetgroei. b. Indexcijfer volume (afzet): 105, indexcijfer prijs: 97,1. 97,1 105 = 101,96.

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo I

Eindexamen economie 1 vwo I Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 vakbonden, werkgeversbonden, individuele

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie daalt in februari naar 1,1 procent. Lagere benzineprijzen drukken inflatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inflatie daalt in februari naar 1,1 procent. Lagere benzineprijzen drukken inflatie Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-028 9 maart 2006 9.30 uur Inflatie daalt in februari naar 1,1 procent De inflatie is in februari 2006 uitgekomen op 1,1 procent. Dat is 0,2 procentpunt

Nadere informatie

CPI Statistisch Bulletin juli 2017

CPI Statistisch Bulletin juli 2017 CPI Statistisch Bulletin juli 2017 Willemstad, september 2017 Consumentenprijzen Curaçao: juli 2017 Prijzen 0,2 procent hoger vergeleken met de maand juni 2017; Inflatie per juli 2017 is 1,1 procent Prijsontwikkeling

Nadere informatie

1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

Uw koopkracht in de toekomst

Uw koopkracht in de toekomst Een goed gesprek over Uw koopkracht in de toekomst Nadenken over de toekomst. Dat is wat ons kantoor dagelijks doet. De toekomst van u, en die van de andere relaties van ons kantoor. De ene keer gaat het

Nadere informatie

Persbericht. Inflatie in 1999 is 2,2 procent. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Inflatie in 1999 is 2,2 procent. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-008 14 januari 2000 10.30 uur Inflatie in 1999 is 2,2 procent In 1999 lagen de prijzen voor consumenten gemiddeld 2,2 procent hoger dan in 1998. Dit

Nadere informatie

CPI Statistisch Bulletin januari 2018

CPI Statistisch Bulletin januari 2018 CPI Statistisch Bulletin januari 2018 Willemstad, maart 2018 Consumentenprijzen op Curaçao: januari 2018 Gemiddeld prijsniveau 0,6 procent hoger dan in december 2017; Inflatie 1,7 procent Prijsontwikkeling

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie I

Eindexamen vwo economie I Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing

Nadere informatie

Verhoging fiscale inkomsten op tabak kan staatskas 200 à 300 miljoen opbrengen.

Verhoging fiscale inkomsten op tabak kan staatskas 200 à 300 miljoen opbrengen. Verhoging tabaksaccijnzen : meer inkomsten en minder rokers PERSBERICHT Verhoging fiscale inkomsten op tabak kan staatskas 200 à 300 miljoen opbrengen. In België werden er in 2009 11.617 miljoen sigaretten

Nadere informatie

Roaming-prijzen: naar huis bellen wordt opnieuw goedkoper - maar internationaal sms en (nog) niet

Roaming-prijzen: naar huis bellen wordt opnieuw goedkoper - maar internationaal sms en (nog) niet IP/08/1276 Brussel, 28 augustus 2008 Roaming-prijzen: naar huis bellen wordt opnieuw goedkoper - maar internationaal sms en (nog) niet Op 30 augustus wordt bellen op reis in de EU goedkoper. Het prijsplafond

Nadere informatie

CPI Statistisch Bulletin augustus 2017

CPI Statistisch Bulletin augustus 2017 CPI Statistisch Bulletin augustus 2017 Willemstad, september 2017 Consumentenprijzen Curaçao: augustus 2017 Prijzen 0,1 procent hoger vergeleken met de maand juli 2017; Inflatie per augustus 2017 is 1,2

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 havo 2001-I

Eindexamen economie 1 havo 2001-I Eindexamen economie havo 2-I 4 Antwoordmodel Opgave Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Maximumscore centrale

Nadere informatie

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1 Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan

Nadere informatie

Remediëringstaak: Vraag en aanbod

Remediëringstaak: Vraag en aanbod Remediëringstaak: Vraag en aanbod Oefening 1: a. Stijging olieprijs blijft beperkt. Je moet een grafiek tekenen waarin je je aanbod naar links laat verschuiven (aanbod daalt) (wegens pijpleidingen die

Nadere informatie

Domein E: Concept Ruilen over de tijd

Domein E: Concept Ruilen over de tijd 1. Het bruto binnenlands product is gestegen met 0,9%. Het inflatiepercentage bedraagt 2,1%. Bereken de reële groei van het BBP. 2. Waarmee wordt het inflatiepercentage gemeten? 3. Lees de onderstaande

Nadere informatie

Een huis kan je kopen of huren. De voordelen en nadelen tussen kopen en huren staan in tabel 1.

Een huis kan je kopen of huren. De voordelen en nadelen tussen kopen en huren staan in tabel 1. Kopen of huren. Een huis kan je kopen of huren. De voordelen en nadelen tussen kopen en huren staan in tabel 1. Tabel 1. Het verschil tussen kopen en huren. huis kopen huis huren rente en aflossing of

Nadere informatie

Sectorwerkstuk Economie Inflatie

Sectorwerkstuk Economie Inflatie Sectorwerkstuk Economie Inflatie Sectorwerkstuk door een scholier 2560 woorden 7 januari 2007 6,3 70 keer beoordeeld Vak Economie De inflatie van Nederland en de Eurozone tussen 2000 en 2004. Inhoudsopgave:

Nadere informatie

CBS: inflatie nog steeds onder de 1 procent

CBS: inflatie nog steeds onder de 1 procent Persbericht PB14-046 7 augustus 2014 9.30 uur CBS: inflatie nog steeds onder de 1 procent Inflatie in juli onveranderd laag op 0,9 procent Huren weer fors omhoog Inflatie eurozone gedaald De inflatie in

Nadere informatie

6,3. Samenvatting door een scholier 2386 woorden 25 juni keer beoordeeld. Economie in context

6,3. Samenvatting door een scholier 2386 woorden 25 juni keer beoordeeld. Economie in context Samenvatting door een scholier 2386 woorden 25 juni 2012 6,3 13 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Paragraaf 19.1: Consumentenprijsindex en gevolgen inflatie. Inflatie: stijging van

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Prijzen in januari iets hoger dan in december. Daling van inflatie kent meerdere oorzaken

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Prijzen in januari iets hoger dan in december. Daling van inflatie kent meerdere oorzaken Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-016 5 februari 2004 9.30 uur Inflatie in januari gedaald naar 1,4 procent De inflatie in Nederland is in januari 2004 uitgekomen op 1,4 procent. Dit

Nadere informatie

Eindexamen economie vwo 2010 - I

Eindexamen economie vwo 2010 - I Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit

Nadere informatie

Correctievoorschrift HAVO

Correctievoorschrift HAVO Correctievoorschrift HAVO 2008 tijdvak 1 economie 1 Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 5 Inzenden scores 1 Regels

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2008-I

Eindexamen economie 1-2 havo 2008-I Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 ja De prijselasticiteit

Nadere informatie

CPI Statistisch Bulletin september 2017

CPI Statistisch Bulletin september 2017 CPI Statistisch Bulletin september 2017 Willemstad, oktober 2017 Consumentenprijzen Curaçao: september 2017 Prijsontwikkeling op Curaçao gedurende de maand september 2017: focus op bestedingscategorieën

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Benzineprijzen zorgen voor lichte stijging inflatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Benzineprijzen zorgen voor lichte stijging inflatie Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-112 7 december 2006 9.30 uur Inflatie blijft laag De inflatie is in november 2006 uitgekomen op 1,0 procent. Dat is iets hoger dan in oktober. Toen lagen

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat consumenten (bepaalde) aankopen naar voren halen, wanneer ze een hoge / hogere inflatie in de komende periode verwachten. 2 maximumscore 2 Een

Nadere informatie

CBS: inflatie stijgt licht

CBS: inflatie stijgt licht Persbericht PB14-042 10 juli 2014 9.30 uur CBS: inflatie stijgt licht Inflatie in juni 0,9 procent Kleding, vakanties en vliegtickets verhogen inflatie Verschil met eurozone kleiner De inflatie in juni

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Inflatie

Hoofdstuk 3: Inflatie Hoofdstuk 3: Inflatie 3.1. Begrippen A. Inflatie is een algemene prijsstijging of een stijging van het algemene prijspeil over een langere periode. De levensduurte stijgt. De waarde van het geld kunnen

Nadere informatie

ZA6284. Flash Eurobarometer 413 (Companies Engaged in Online Activities) Country Questionnaire Belgium (Flemish)

ZA6284. Flash Eurobarometer 413 (Companies Engaged in Online Activities) Country Questionnaire Belgium (Flemish) ZA8 Flash Eurobarometer (Companies Engaged in Online Activities) Country Questionnaire Belgium (Flemish) FL - Companies engaged in online activities BEN A Doet uw bedrijf aan online verkoop en/of maakt

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Laagste inflatie sinds Inflatie vooral laag door overheidstarieven

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Laagste inflatie sinds Inflatie vooral laag door overheidstarieven Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-103 9 november 2006 9.30 uur Laagste inflatie sinds 1989 De inflatie is in oktober 2006 uitgekomen op 0,9 procent. Dit is de laagste inflatie sinds maart

Nadere informatie

Absoluut Relatief = in verhouding = procentueel; procentuele verandering procentpunt; perunage, promille; juist afronden groei over groei

Absoluut Relatief = in verhouding = procentueel; procentuele verandering procentpunt; perunage, promille; juist afronden groei over groei Absoluut Relatief = in verhouding = procentueel; procentuele verandering procentpunt; perunage, promille; juist afronden groei over groei (groeifactoren) terugrekenen in de tijd (met groeifactoren) nominaal,

Nadere informatie

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003

Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 Consumentenprijsindex In de persmededeling van 5 augustus 2003 heeft het CBS gemeld dat de uitkomsten over de periode juni 2002 tot en met juni 2003 niet correct zijn. Dientengevolge zijn de CPI-cijfers

Nadere informatie