Ontwikkelingsbubbles en planningsdromen
|
|
- Anke Bogaerts
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Ontwikkelingsbubbles en planningsdromen P. 244 Ontwikkelingsbubbles en planningsdromen (foto: Leonie Janssen-Jansen)
2 Achtergrond: Leonie Janssen-Jansen en Merel Mulders P. 245 Achtergrond Leonie Janssen-Jansen en Merel Mulders In het themanummer Gebiedsontwikkeling worden vele crises als -externe- oorzaak van de vastgelopen gebiedsontwikkelingsprojecten aangedragen: de economische crisis, de financiële crisis, de grondexploitatiecrisis, de vastgoedcrisis. Aandacht voor de structurele oorzaken ontbrak grotendeels. Het gaat hier om de ontwikkelingsluchtbellen -luchtkastelen en planningsdromen die het laatste decennium zijn gecreëerd. Zowel marktpartijen als gemeenten zuchten nu onder de financiële gevolgen en zoeken naarstig naar een oplossing, vooral op de korte termijn. Maar hoe wordt dit in verband gebracht met het langetermijnperspectief? In het afgelopen decennium zijn onder invloed van de economische hoogconjunctuur veel plannen gemaakt en ontwikkelingen gestart, niet zelden gestimuleerd door subsidies of aanjaagbeleid (De Zeeuw, 2011). Met de juiste aannames voor afzet, opbrengsten en kosten bleek vrijwel elk project, in elk geval op papier, dicht te rekenen: de spreadsheetplanologie. Dit gebeurde aanbodgericht vanuit het idee dat iedere stad en regio in het middelpunt van de dynamiek gesitueerd kan worden en dat mensen, winkels en bedrijven vanzelf komen bij voldoende goed aanbod. Een lange tijd was dat ook zo, gezien de gestage economische en bevolkingsgroei, tezamen met een steeds grotere en zeer goedkope leencapaciteit voor burgers en bedrijven. Het opnemen van dure woningen en kantoren in de plannen was voor alle partijen het lucratiefst. Deze ontwikkelingen worden gezien als een belangrijk onderdeel van een kwalitatief goed vestigingsklimaat van een stad. Dit geldt weer als noodzakelijk voor verdere groei. Alle partijen hebben geprofiteerd van deze hausse aan vastgoedontwikkelingen. Marktpartijen behaalden grote ontwikkelwinsten en/of mooie rendementen. Gemeenten hebben, vanuit hun bevolkings- en werkgelegenheidsgroeiambities en in onderlinge concurrentie met elkaar om inkomsten uit grond, ook massaal ingezet op ontwikkel zoveel als je kan-strategieën. Van de grondinkomsten zijn onrendabele zaken als sportvoorzieningen gefinancierd, waarmee een impuls aan de kwaliteit van de leefomgeving in de gemeente kon worden gegeven. Burgers en het bedrijfsleven profiteerden van deze toename van voorzieningen of verbeterde kwaliteit van de leefomgeving, zonder daar direct extra voor te hoeven betalen. Kopers van woningen en kantoren betaalden hier indirect, via de grondprijs, wel voor. Overaanbod of vraaguitval? Veel van de gebiedsontwikkelingsprojecten beoogden een flinke impuls aan de ruimtelijke kwaliteit in bredere zin te geven, bijvoorbeeld door investeringen in landschap en groen. Met een goed idee, grote betrokkenheid van actoren en investeringsbereidheid aan publieke en private kanten, kwamen ondanks
3 Ontwikkelingsbubbles en planningsdromen P. 246 de complexiteit van processen veel projecten los. De genius loci van de plek was daarbij uitgangspunt voor de ontwikkeling en invulling van de plannen. De functionele invulling van de gebiedsontwikkelingsprojecten is echter vaak niet in de context van het programma van de totale stad en/of regio geplaatst. De optelsom van alle gewenste ontwikkelingen heeft tot een groot vastgoedoveraanbod geleid en zeker niet alleen in de krimpregio s. Ook in de regio s die een grote groei zagen, of nog voorzien, is sprake van zowel leegstand als van een veel te grote plancapaciteit: de zogenaamde overprogrammering. Dat er veel leegstand is en nieuwe ontwikkelingen nu niet van de grond komen wordt tot nu toe vaak geweten aan het uitblijven van de vraag als gevolg van de financiële en economische crises (zie ook het themanummer Gebiedsontwikkeling, nummer 6, 2011). Ook in het recent verschenen rapport van Deloitte (2011) over de financiële problemen van gemeenten als gevolg van het -nog- niet doorgaan van plannen heeft de crisis de hoofdrol. Dit leidt voor wat betreft de te grote plancapaciteit tot opmerkelijke conclusies als: de woningbehoefte neemt af, waardoor overprogrammering ontstaat (p. 27) en dat overaanbod voor kantoren- en bedrijvenkavels ontstaat door de sterk afgenomen afzet in de afgelopen jaren (p. 31). Dat de overprogrammering niet het gevolg is van vraaguitval, maar van een (on-)bewuste overschatte vraag met overoptimistisch handelen van gemeenten en marktpartijen als gevolg, dat zij daardoor teveel planaanbod, de planningsbubbles, hebben gecreëerd, blijft vaak buiten beeld. Vasthouden aan de crises als externe oorzaak van de problemen leidt tot een soort collectief cognitief-dissonantieproces (Cooper, 2007). Door dit niet te onderkennen is het risico dat veel, kortetermijngeoriënteerde, oplossingen de plank misslaan. Vertrouwen in altijd maar groei Hoewel in andere sectoren de zeepbellen al eerder uit elkaar spatten, leidde dit het afgelopen decennium niet tot een rem op ruimtelijke ontwikkelingsprojecten. Het zichtbaar worden van de eerste structurele problemen op de vastgoedmarkten, bijvoorbeeld kantorenleegstandspercentages van ver boven twintig procent in 2005 (Janssen-Jansen, 2006), zorgde niet voor een correctie. De gebiedsontwikkelingsmaakmachine bleef doordraaien en zowel overheden als de markt bleven aanbodgericht ontwikkelingsluchtbellen opblazen. De economische groei van 2005 tot en met 2007 bleek groter dan ooit verwacht werd en er kwam een overvloedige hoeveelheid geld beschikbaar voor vastgoed tegen lage rentes, mede doordat aandelenmarkten onaantrekkelijk waren geworden voor beleggers. Beleggen in vastgoed nam door het overschot aan investeringsgeld een steeds hogere vlucht. Er werd veel gebouwd. Tezamen met torenhoge ambities en overoptimisme leidde dit tot een verdere overschatting van de vraag. Er werd volop ruimte geboden voor nieuwe ontwikkelingen. Dit leidde tot overproductie, bijvoorbeeld van kantoren. De keerzijde hiervan is dat veel leegstand op andere plaatsen werd genegeerd (Janssen- Jansen, 2010). De overvloed aan goedkoop krediet is in dat opzicht een veel grotere oorzaak van het ontsporen van het systeem, dan het tekort aan middelen dat er nu is. De aannames die ten grondslag lagen aan al deze stedelijke ontwikkelingsambities waren erg optimistisch. Iedereen heeft zich rijk gerekend door uit te gaan van het scenario met het grootste groeipotentieel, zowel in economische zin, als qua bevolkingsgroei (Janssen- Jansen, 2011). Het Global Economy-scenario (Centraal Plan Bureau, 2004) werd massaal geadopteerd in de bouwaannames. Dit scenario gaat uit van een bevolkingsgroei tot zo n twintig miljoen mensen in 2040, terwijl de prognoses een heel ander beeld laten zien. In de bouwambities en het economisch beleid is hier geen aandacht voor. Een voorbeeld: volgens de prognoses daalt de omvang van de beroepsbevolking de komende decennia naar verwachting met tien procent. Vrijwel alle gemeenten in Nederland gaan echter nog steeds uit van een groeiende werkgelegenheid in dezelfde periode. Hoe realistisch is dit? Veel gemeenten zetten bijvoorbeeld ook in op het bouwen voor gezinnen met kinderen. Ontwikkelaars bouwen graag grondgebonden gezinswoningen, en
4 Achtergrond: Leonie Janssen-Jansen en Merel Mulders P. 247 gemeenten zien de gezinnen graag blijven, of -nog beter- komen. Dat de totale omvang van dit type huishouden gaat afnemen in Nederland en dat om deze huishoudens geconcurreerd wordt door gemeenten omdat ze allemaal voor deze groep willen bouwen, blijft onbesproken. Bij de interpretatie van prognoses en de vertaling daarvan naar bouwopgaves ontbreekt reflectie nogal eens. Bijvoorbeeld: er wordt een groei in eenpersoonshuishoudens verwacht, maar dat een aanzienlijk deel daarvan een alleenstaande vrouw is ouder dan 75 jaar wordt dan vergeten (Janssen-Jansen, 2011). Wonen en werken worden veelal direct gekoppeld aan een bouwopgave, die vervolgens weer als input meegenomen wordt in de bevolkingsprognoses, daarmee de groeiagenda s versterkend via meer woningen en meer kantoren, bedrijventerreinen en detailhandel. Kwantitatieve ambities, die ook nog eens allemaal hetzelfde zijn, domineren, allemaal onderbouwd met mooie analyses over de vraag. Over het algemeen is er weinig zicht op de mensen en bedrijven erachter, ondanks mooie woorden dat kwalitatief wordt aangesloten bij de daadwerkelijke vraag en er alleen nog maar vraaggericht gebouwd gaat worden. Maar wat dat precies is? De gemeente Medemblik stelde in 2011 bijvoorbeeld in haar collegeprogramma: Wij leggen ons niet neer bij mogelijke krimpscenario s. Bij woningbouw streven we naar groei. De baten van woningbouw worden ingezet voor gemeenschappelijke voorzieningen. De woningbouw moet worden afgestemd op de behoefte, echter die behoefte kan voor een deel worden gecreëerd. Dat heeft veel weg van een 1+1=4 werkelijkheidsbeeld. Het Nicis Institute (2012, p. 5) slaat weer door naar de andere kant door te claimen dat er als gevolg van de overprogrammering [...] een structurele dip in de vraag naar woningen is. Hoewel momenteel zeker sprake is van vraaguitstel op de verschillende vastgoedmarkten, is nog niet te zeggen of dit uiteindelijk tot echte vraaguitval leidt. Ook zonder crisis was de verzadiging van vastgoedmarkten opgetreden. Het vraagstuk is daarmee veel structureler van aard dan nu nog vaak wordt gedacht. Aanbodmaximalisatiestrategieën Duidelijk is dat het gehele systeem is vastgelopen en dat er veel lucht in de vastgoedmarkten is geblazen door de aanbodmaximalisatiestrategieën van overheid en markt: projecten liggen stil en gronden braak, prijzen staan onder druk en de vastgoedmarkten zijn ontwricht. Steeds duidelijker wordt dat met het systeem waar iedereen zo trots op was, dat heeft geleid tot een enorme verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving op veel plekken in Nederland, grote hypotheken op de toekomst genomen zijn. De planningsdroom is door het bestaan van de vastgoedluchtbellen een financiële nachtmerrie geworden voor veel van de betrokkenen. In veel steden is nu sprake van een toenemende winkelleegstand. Ook zijn er hoge en stijgende kantorenleegstandspercentages, terwijl er tegelijkertijd tientallen plannen klaarliggen voor nieuwe kantoorlocaties. Bestaande bedrijventerreinen kampen met veroudering en leegstand, terwijl er een grote voorraad nieuw uit te geven bedrijventerrein ligt te wachten. Dit leidt tot dilemma s. Vanuit financieel en ontwikkelingsperspectief hebben alle partijen belang bij nieuwe ontwikkelingen, maar doordat het bij nieuwbouw vaak gaat om een bedrijfsverplaatsing en niet om bedrijfsvestiging, leidt dit tot leegstand op een andere plek. Belangen, bijvoorbeeld nieuwbouw versus transformatie, staan lijnrecht tegenover elkaar. Ook de woningmarkt blijft met problemen kampen: woningen staan langdurig te koop, alle marktondersteunende maatregelen ten spijt. Nieuwe woningbouwprojecten komen niet of slechts met grote moeite van de grond. Dit komt enerzijds omdat er plannen zijn gemaakt voor plekken waar geen, of een andere vraag is. Zo is bijvoorbeeld in veel projecten, vanwege de opbrengsten, ingezet op de bouw van appartementen, terwijl de vraag daarnaar altijd beperkt geweest is. Anderzijds komt het omdat projecten elkaar beconcurreren, zowel binnen als tussen gemeenten. Hierdoor halen ze geen van allen de voorverkoopeis en kannibaliseren ze elkaar. Braakliggende grond is de consequentie. De productie valt stil, ook voor woningen waar wel vraag naar is.
5 Ontwikkelingsbubbles en planningsdromen P. 248 Soms komt een ontwikkeling wel van de grond, maar leidt deze vervolgens tot leegloop van bijvoorbeeld corporatiebezit elders. Verkoopprijzen komen verder onder druk te staan, zowel bij nieuwbouw als bestaande woningen. Hierdoor verslechtert de financiële haalbaarheid van woningbouwontwikkelingen. Alle actoren blijven echter vasthouden aan de ontwikkeling van hun plan. Marktpartijen noch de gemeenten kunnen zich het financieel veroorloven de ontwikkeling uit te stellen of zelfs te annuleren. In elk plan is veel tijd en geld gestoken. De gronden voor de geplande ontwikkelingen zijn al verworven door een gemeente, een ontwikkelaar, een corporatie en soms zelfs beleggers. De renteteller loopt en niet zelden is al een opbrengst voorzien voor de geplande woningbouw-, kantoor-, winkel- of bedrijventerreinontwikkeling. Bij de gemeenten waren deze gedroomde inkomsten zoals gezegd vooral bedoeld om financieel bij te dragen aan een kwaliteitsslag op de locatie of de leefomgeving elders in de stad, om zo de aantrekkelijkheid van de stad door groei te verbeteren. Het niet doorgaan van plannen belemmert dan ook deze investeringen. Het stilliggen van deze projecten is daarom niet alleen financieel voelbaar voor gemeentelijke organisaties en de markt, maar de effecten worden veel breder gevoeld: er is geen geld meer voor bijvoorbeeld het onderhoud van groen, speeltuinen, buurthuizen, brede scholen, bibliotheken, en sportvoorzieningen. Nu projecten (nog) niet gerealiseerd kunnen worden, dwingt dat partijen tot afboeken van de waarde van de grond. De opgelopen rentelasten leiden intussen tot grote financiële problemen, met (dreigende) faillissementen in de markt en zorgelijke gemeentelijke financiën tot gevolg. De financiële ellende bij gemeenten is soms al zo groot dat zij dit niet meer kunnen oplossen met het sluiten van bibliotheken of speeltuinen en het ophogen van de onroerendzaakbelasting. Een aantal gemeenten is intussen onder preventief toezicht van de provincie gesteld. In de toekomst dreigt voor sommigen zelfs de zogenoemde artikel-12-status, als zij niet zelf in staat zijn uit de financiële problemen te komen. De rekening komt dan bij het collectief van gemeenten te liggen. Begin dit jaar bleek uit het rapport op basis van de jaarrekeningen over 2010 dat het verlies dat gemeenten lijden op de aangekochte gronden intussen is opgelopen tot 3,2 miljard euro (Binnenlands Bestuur, 2012). Gezien de wat rooskleurige aannamen over het herstel van de markten in 2010 en 2011 en het feit dat de aangekochte gronden tegen aankoopwaarde op de balans staan, is de kans groot dat dit bedrag de komende jaren hoger zal worden. Dat zorgt voor extra druk om toch te ontwikkelen, desnoods in een aangepaste vorm. Korte versus lange termijn Gewaakt moet worden voor de snelle, makkelijke oplossingen die bijvoorbeeld aansluiten bij de korte termijn individuele rationaliteit van ontwikkelaars en gemeenten, maar niet aansluiten bij de collectieve rationaliteit van de samenleving op langere termijn. Kiezen voor deze kortetermijnstrategieën kan -vanuit ruimtelijke kwaliteitsdoelstellingen geredeneerdleiden tot ontwikkelingen op de verkeerde plek. Hoewel meestal niet letterlijk voor leegstand wordt gebouwd, is dit vaak wel een gevolg van nieuwe ontwikkelingen, maar dan op een andere plek. Vanuit het perspectief van duurzaamheid is dit ongewenst. Ook doelstellingen voor binnenstedelijke herstructurering vlakbij openbaar vervoer zullen bijvoorbeeld moeilijker gehaald worden. Hoewel voor projecten op projectniveau de nut en noodzaak nog wel duidelijk te maken is, heeft de optelsom van al deze projecten tot overaanbod in de stad en de regio geleid. Eigenbelang en concurrentie tussen gemeenten om burgers en bedrijven voeren de boventoon. Dit wordt versterkt door het gebrek aan een realistische planning en goede afstemming van geplande ontwikkelingen. Zowel binnen de gemeente, als in de lokale ontwikkelarena waarin overheid, corporaties en marktpartijen elkaar tegenkomen, bestaan tegenstrijdige belangen, die afstemming lastig maken. Dit treedt in het bijzonder op wanneer dit inhoudt dat een of meer partijen minder mogen ontwikkelen dan
6 Achtergrond: Leonie Janssen-Jansen en Merel Mulders P. 249 ze denken dat mogelijk is, met grote financiële gevolgen voor de partij in kwestie. Er is sprake van een coördinatiedilemma, waarbij actoren een gezamenlijk belang hebben, maar dat niet onderkennen (Janssen-Jansen & Mulders, 2012). Doordat elke partij vasthoudt aan zijn eigen plannen op lokaal niveau neemt de regionale concurrentie, een van de oorzaken van de overprogrammering, juist toe. Er ontstaat ook op dit niveau een coördinatiedilemma. Regionaal afstemmen Vanuit het rijk wordt het probleem van de overprogrammering van woningen, kantoren, winkels en bedrijventerreinen vooral als een vraagstuk van lokale en regionale overheden gezien. In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte wordt gesteld dat met vertrouwen als basis gemeenten en regio s het probleem samen moeten oplossen (Ministerie van Infrastructuur & Mobiliteit, 2012). Provincies hanteren allen een eigen beleidslijn en afsprakenkader. De ervaringen tot nu toe laten zien dat de beleidsconcurrentie op de verschillende niveaus, tezamen met het institutionele kader van het gemeentelijke grondbeleid een groot aandeel in het probleem heeft. De ernst van het probleem en de vele verknoopte belangen maken het onmogelijk voor lokale en regionale overheden dit op te lossen. Ondanks allerlei overleg ontbreekt het aan afstemming. Van samenwerking is al helemaal weinig sprake. Dat is niet zo vreemd, want als het al zo lastig is om lokaal te herprogrammeren gezien de grote financiële belangen, hoe gaat dat dan ooit lukken op regionaal niveau? Zeker als dat betekent dat herprogrammeren voor de ene gemeente grotere gevolgen heeft dan voor de andere. Er is over het algemeen veel onduidelijkheid over de mate van overoptimisme bij de geplande ontwikkelingen van de buren. Gemeenten willen niet hun burgers laten meebetalen aan het oplossen van de ontwikkelingsluchtbel van de buurgemeente, en al helemaal niet als zij zelf wel realistisch gepland hebben en in de goede tijd niet hebben meegedeeld in de overvloedige baten. Samen verlies nemen en de pijn verdelen is dan onbespreekbaar. Elke gemeente zal moeten starten met orde op zaken te stellen in het eigen huishoudboekje. Realistisch of overoptimistisch Aan de hand van welke criteria is vast te stellen of een gemeente een realistische of overoptimistische programmering hanteert? Een bekend fenomeen is bijvoorbeeld dat gemeenten uitgaan van een bepaalde overmaat in plancapaciteit voor wonen en werken. Door procedures lopen plannen soms vertraging op, of blijken ze sowieso strijdig met een goede ruimtelijke ordening te zijn. Vanuit dat opzicht is het goed om tijdig alternatieven achter de hand te hebben. Daarom zijn in een gezonde vijfjaarsprogrammering iets meer plannen opgenomen dan noodzakelijk voor de behoefte. Gemeenten willen daarom vooral vast houden aan deze overmaat, maar verliezen daarbij soms de realiteit uit het oog. In het concept Regionale Actieprogramma van de Kop van Noord-Holland (Companen, 2011, p. 4) over de regionale woningbouwopgave lezen we bijvoorbeeld: uit de praktijk van afgelopen jaren blijkt dat een overmaat van 30% in de geplande productie noodzakelijk is, omdat er altijd planuitval ontstaat door procedures en afzetproblemen. Daardoor worden programma s en planning continu bijgesteld. Die dertig procent is een veel gebruikte en breed geaccepteerde norm in Nederland. In de huidige crisistijd zien we deze gehanteerde norm eerder stijgen dan dalen. Deze cirkelredenering dat als antwoord op toegenomen afzetproblemen door de crisis nog meer plancapaciteit moet worden geprogrammeerd, leidt alleen maar tot meer struisvogelgedrag en een heel interngerichte blik in steden. Sommige gemeenten houden vast aan een overmaat voor meer dan tien of vijftien jaar, of zelf nog langer. Dat biedt weinig basis voor vertrouwen en een daadwerkelijke realisatie van plannen, maar leidt tot ook enorme plankosten die niet meer goedgemaakt gaan worden door het uitblijven van realisatie. Ook opvallend is het doorschuiven van de projecten met de duurdere woningbouw naar een moment later in de tijd, terwijl juist op deze markten voorlopig maar weinig vraag is te verwachten. Dit maakt de onderbouwing van veel plannen nog steeds weinig duurzaam.
7 Ontwikkelingsbubbles en planningsdromen P. 250 Hetzelfde geldt voor het omzetten van woningbouwplannen naar de ontwikkeling van studentenwoningen. Demografisch gezien is daar geen grote groei te verwachten. Vandaag de dag wordt nog steeds veel vanuit aanbod gedacht. In het themanummer Gebiedsontwikkeling noemt Len de Klerk (2011, p. 403) grootschalige gebiedsontwikkeling zoals de Blauwe Stad [...] een voorbeeld van de verwaarlozing van oude wijsheden in ons vakgebied door de gebrekkige inbedding in en toetsing aan structurele ontwikkelingen van (boven-) regionale schaal op de lange termijn. Wij zouden willen bepleiten dat deze vakwijsheid niet alleen zou moeten voor grootschalige gebiedsontwikkeling, maar juist ook voor de kleinschalige, en al helemaal voor het collectief van vele kleine bij elkaar, om niet in dezelfde valkuilen te stappen en straks met een woningvoorraad en plancapaciteit te zitten die niet aansluit bij de vraag. De Klerk stelt ook dat de staat alleen in projecten met een uitgesproken groeidoelstelling moet deelnemen (2011, p. 403). Maar ook daarvoor geldt: niet allemaal tegelijkertijd. Dat in sommige gemeenten en regio s nu alleen nog wordt gepraat over kwaliteiten, met name om de discussie over aantallen te vermijden, helpt niet. Selectiviteit en kwaliteit Uiteindelijk zal iedere gemeente, in samenspraak met de betrokken actoren zélf realiteitszin in zijn planning en programma moeten aanbrengen. Dat betekent niet dat er niets kan, maar wel dat er selectie nodig is en dat keuzes gemaakt moeten worden, bijvoorbeeld om sommige geplande ontwikkelingen te schrappen. Ondanks al het gepraat erover gebeurt dit nog niet veel. Niet in de laatste plaats uit angst voor schadeclaims van marktpartijen of corporaties. Meestal is er op deze plekken echter helemaal geen marktvraag. Marktpartijen en corporaties hebben dan juist ook belang bij het schrappen van deze locaties. Vasthouden aan te veel verkeerde plancapaciteit belemmert gemeenten immers om mee te werken aan nieuwe initiatieven waar wel marktvraag voor is en die vanuit een lange-termijn ruimtelijk oogpunt waarde aan de stad kunnen toevoegen. Voor dit soort initiatieven zou vanuit de kwaliteitsgedachte ruimte gemaakt moeten worden. Hoe paradoxaal het ook klinkt, om te sturen op kwaliteit in een vraaggerichte context, wordt de aanbodzijde belangrijker. Maar dan wel in de vorm van een realistische programmering, die ontdaan is van perverse incentives. Discontinuïteiten Wie naar de huidige stedelijke realiteit kijkt, kan de gevolgen van discontinuïteiten in waardeontwikkeling, financieringsmogelijkheden, economische groei en demografie niet over het hoofd zien. Wat de gevolgen van deze nieuwe economische condities zijn voor het gedrag van mensen en bedrijven is lastiger te voorspellen. Het is echter duidelijk dat de kennis over bestaande verbanden en relaties gebaseerd op dit gedrag in het verleden snel aan waarde lijkt te verliezen. De al jaren gebruikte trendmodellen hebben in het verleden zeker hun diensten bewezen, maar wat zijn zij nog waard in tijden van trendbreuken? Op dit moment lijken mensen terughoudend geworden om in een markt waar de prijzen onder druk staan een langetermijninvestering in een woning of bedrijfsruimte te doen, ook als ze wel een financiering kunnen krijgen. De in onderzoeken gemeten woonbehoefte vertaalt zich allang niet meer in marktvraag en investeringsbeslissingen. Dit wordt nog eens versterkt door de grote onzekerheid ten aanzien van de economische situatie en de mogelijke verandering in regelgeving. Tegelijkertijd is duidelijk dat wijzigingen in bijvoorbeeld de hypotheekrenteaftrek niet zullen gaan leiden tot een grotere leencapaciteit, waardoor er sprake zal blijven van een structurele verandering. Thinking outside the box Nederland is intussen begonnen aan een nieuw hoofdstuk van ruimtelijke ordening en ontwikkeling. Programmaruimte en vraag zijn beperkt, ambities zijn vooralsnog niet minder en met minder middelen moeten duurdere herstructureringsopgaven worden
8 Achtergrond: Leonie Janssen-Jansen en Merel Mulders P. 251 aangepakt. Op dit moment zijn de bladzijden van het nieuwe hoofdstuk nog leeg. Betrokkenen wachten op elkaar en nemen nog te weinig hun eigen verantwoordelijkheid. Het is nodig om het bestaande afwegingskader voor ruimtelijke plannen, dat stamt uit de tijd dat alles kon, te herijken aan de nieuwe werkelijkheid. Een robuuste oplossing vraagt om selectiviteit, creativiteit en een duidelijke visie, ook voor de lange termijn. De oplossing van het probleem van vandaag, moet niet het vergroten van het probleem van morgen zijn. Juist nu zouden gemeenten, provincies, en het Rijk met de andere stedelijke partijen moeten nadenken over hoe zij de ruimtelijke toekomst zien om een inhoudelijke afweging te kunnen maken tussen de vele plannen die er zijn. De planoloog kan en moet in deze processen een belangrijke rol spelen, maar wel anders dan voorheen. Hoewel zij zeker van zich hebben laten horen, zijn ze de laatste tien jaar te onzichtbaar geweest en hebben ze te weinig de luchtbellen ter discussie gesteld. Voorstellen iets niet te doen is geen leuke boodschap, die als hij al aankomt vaak genegeerd wordt. Vanuit hun multidisciplinaire achtergrond hebben planologen de competentie om de ontwikkelingsluchtbellen inzichtelijk te maken. Zij zouden daar meer vragen over moeten én kunnen stellen. Daarmee kunnen zij de bestuurders en volksvertegenwoordigers helpen na te denken over wat de strategische hoofdlijnen voor de ruimtelijke ordening en ontwikkeling in steden zijn en welke prioriteiten gesteld kunnen en moeten worden als samenleving voor een goede kwalitatieve en duurzame leefomgeving. Een helder, alomvattende strategie is lastig te geven. Maar als begin is het misschien een idee om na alle prijzen die zijn uitgereikt aan innovatieve gebiedsontwikkelingsprojecten die achteraf luchtkastelen bleken, nu een prijs in te stellen voor de gemeente die er het beste in slaagt plannen te schrappen! Literatuur Binnenlands Bestuur (2012) Grondbezit brengt gemeenten in flinke financiële problemen, grondbezit-brengt-gemeenten-in-flinke-financiele lynkx Centraal Planbureau (2004) Vier vergezichten op Nederland: Productie, arbeid en sectorstructuur in vier scenario's, Centraal Planbureu, Den Haag Companen (2011) Regionaal Actie Programma Regio Kop van Noord-Holland (definitief concept), Companen, Arnhem Cooper, J. (2007) Cognitive Dissonance. Fifty years of a classical theory, SAGE publications Ltd., London Deloitte (2011) Financiële effecten crisis bij gemeentelijke grondbedrijven Update 2011, Deloitte Real Estate Advisory, Amsterdam Gemeente Medemblik (2011) Coalitieprogramma , VVD CDA PvdA CU PW2010, Vertrouwen in eigen kracht en verantwoordelijkheid, Gemeente Medemblik, Medemblik Janssen-Jansen, L. (2006) De tragedie van de kantoren,, jg. 39 nr. 8, p Janssen-Jansen, L. (2010) Ontwikkelingsbubbles en planningsdromen, Optimism should be in the nature of planners, but over-optimism is a deadend street, BNSP, Amsterdam Janssen-Jansen, L. (2011) Crisis redt ruimtelijke ordening, Agora, jg.27, nr. 3, p Janssen-Jansen, L.& M. Mulders (2012) Leegstand, braakliggende terreinen en ontwikkelingsluchtbellen: een nieuw hoofdstuk in de stedelijke ruimtelijke ordening, Bestuurskunde, jg. 2012, nr. 1, p Klerk, L. de (2011) Terug naar AF, uw krediet is verdampt,, jg. 44, nr. 6, p Ministerie van Infrastructuur & Milieu (2012) Structuurvisie infrastructuur en ruimte. Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig, Ministerie van I&M, Den Haag Nicis Institute (2012) Notitie van opbrengsten. Expertmeeting regionale samenwerking, Nicis Institute, Den Haag (2011) Themanummer gebiedsontwikkeling, jg. 44, nr. 6, Universiteit van Amsterdam, Amsterdam Zeeuw, F. de (2011) Gebiedsontwikkeling in Nederland: diepe val dwingt tot reflectie,, jg. 44, nr. 6, p Leonie Janssen-Jansen (l.b.janssen-jansen@uva.nl) is werkzaam als universitair hoofddocent planologie bij de Universiteit van Amsterdam. Merel Mulders (merelmulders@hotmail.com) werkt als planoloog in de gemeentelijke praktijk.
Dr. Leonie Janssen-Jansen Universitair Hoofddocent Planologie. Optimism should be in the nature of planners, but over-optimism is a dead end street
Dr. Leonie Janssen-Jansen Universitair Hoofddocent Planologie Optimism should be in the nature of planners, but over-optimism is a dead end street Kantorenleegstand in Europese steden 25 20 15 10 5 0 2
Nadere informatieGelderse aanpak regionale woningbouwverdeling
Jg. 45 / Nr. 5 / 2012 Gelderse aanpak regionale woningbouwverdeling P. 362 Nick Smit en Leonie Janssen-Jansen Gelderse aanpak regionale woningbouwverdeling Figuur 1: Bevolking in 2040 vergeleken met 2010
Nadere informatieGrote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025
Persbericht PB13 062 1 oktober 2013 9:30 uur Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Tussen 2012 en 2025 groeit de bevolking van Nederland met rond 650 duizend tot 17,4 miljoen
Nadere informatieKrimp in Fryslân. Inwonertal
Krimp in Fryslân Bevolkingsdaling, lokaal en regionaal, is een vraagstuk van nu én de komende jaren. Hoewel pas over enkele decennia de bevolking van Fryslân als geheel niet meer zal groeien, is in sommige
Nadere informatieWoningmarkt na de crisis. Henk Jagersma, Directievoorzitter Syntrus Achmea Real Estate & Finance
Woningmarkt na de crisis Henk Jagersma, Directievoorzitter Syntrus Achmea Real Estate & Finance 1 Waar staan we met Nederland na de crisis? Nederlandse economie is er heel voorzichtig weer bovenop aan
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieBevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant. actualisering Brabantse Agenda Wonen
Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant Hart van Brabant 28 augustus 2017 Niek Bargeman Senior adviseur bevolking en wonen Provincie Noord-Brabant actualisering 2017 ----- Brabantse Agenda
Nadere informatieruimte geven = ruimte beperken
ruimte geven = ruimte beperken Merel Mulders & Lenie Janssen-Jansen Ruimtedag 2013 Den Haag, 21 mei 2013 Krimp leidt veelal tt andere grei Ruimte geven = ruimte beperken 2 Overprgrammeringsvraagstukken
Nadere informatieJg. 47 / Nr. 6 / 2014 Stedelijke ontwikkeling voorbij overprogrammering
Jg. 47 / Nr. 6 / 2014 Stedelijke ontwikkeling voorbij overprogrammering P. 406 Stedelijke ontwikkeling voorbij overprogrammering Foto: Leonie Janssen-Jansen Jg. 47 / Nr. 6 / 2014 Jesse Stammers, Merel
Nadere informatie11RAAD0056 VOORBLAD RAADSVOORSTEL
VOORBLAD RAADSVOORSTEL G e m e e n t e Z e i s t 11RAAD0056 Ronde Tafel : - Debat : 17 mei 2011 Raadsvergadering : 31 mei 2011 Gewijzigd voorstel : Organisatieonderdeel : strategie & beleid Telefoon :
Nadere informatieManifeste lokale woningbehoefte. Vraag zoekt locatie
Manifeste lokale woningbehoefte Vraag zoekt locatie 10-3-2015 Inleiding In de gemeentelijke Visie op Wonen en Leefbaarheid (2012) is uitgesproken dat de gemeente in principe in alle kernen ruimte wil zoeken
Nadere informatieInleiding. Vervolgens worden uitgangspunten geformuleerd die van belang zijn voor de regionale woonvisie.
notitie Wonen in Molenwaard april 2012 Inleiding De woningmarkt is de laatste jaren sterk aan veranderingen onderhevig. De economische situatie heeft grote gevolgen gehad voor de woningmarkt, evenals nieuwe
Nadere informatieTijdschrift voor wetenschap en beleid in de ruimtelijke ordening
Jg. 45 / Nr. 4 / 2012 P.237 Rooilijn Tijdschrift voor wetenschap en beleid in de ruimtelijke ordening Stelling Universitair onderwijs moet zich meer richten op praktische competenties Achtergrond Ontwikkelingsbubbles
Nadere informatieDe Brabantse Agenda Wonen
De Brabantse Agenda Wonen Wat beweegt de woningmarkt in Brabant? ---- actuele ontwikkelingen en opgaven voor de regionale woningmarkt Brabant Vastgoed 2017 11 mei 2017 Niek Bargeman Senior adviseur bevolking
Nadere informatieOegstgeest aan de Rijn: realisatie van een woningbouwbehoefte
Oegstgeest aan de Rijn: realisatie van een woningbouwbehoefte Stap 1 van de Ladder voor Duurzame Verstedelijking schrijft voor dat een stedelijke ontwikkeling past binnen de regionale behoefte. Provincie
Nadere informatieRegionale behoefteraming Brainport Industries Campus Eindhoven
Regionale behoefteraming Brainport Industries Campus Eindhoven 23 juni 2015 Managementsamenvatting Status: Managementsamenvatting Datum: 23 juni 2015 Een product van: Bureau Stedelijke Planning bv Silodam
Nadere informatieBetreft: Kaderstellende notitie woningbouwprogramma s Langedijk
Gemeenteraad december 2012 Fractie GroenLinks Betreft: Kaderstellende notitie woningbouwprogramma s Langedijk 0. Inleiding Het college van Langedijk is in haar vergadering van januari 2012 akkoord gegaan
Nadere informatieHandreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting
Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking Samenvatting Samenvatting Handreiking bij de ladder voor duurzame verstedelijking Op 1 oktober 2012 is het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) gewijzigd,
Nadere informatieKwalitatief afwegingskader woningbouwontwikkeling
negatief positief Kwalitatief afwegingskader woningbouwontwikkeling Het kwalitatief afwegingskader is een procesinstrument dat voor de huidige planningslijst, maar ook bij nieuwe plannen en de jaarlijkse
Nadere informatieRol provincie bij nieuwbouw. Klik op de kavels voor meer informatie. De provincie is aanjager, kennismakelaar, verbinder, beleidsmaker en regelgever.
Rol provincie bij nieuwbouw De provincie is aanjager, kennismakelaar, verbinder, beleidsmaker en regelgever. 1 Regionale afspraken wonen 2 Keuze van de locatie 3 Initiatief voor nieuwbouw 4 Onherroepelijk
Nadere informatievraaggericht woningmarkt onderzoek Maastricht
vraaggericht woningmarkt onderzoek Maastricht Stec Groep aan Gemeente Maastricht Desiree Uitzetter 18 november 2014 U vroeg ons: Actuele inzichten voor herijking stedelijke programmering Nieuwe regionale
Nadere informatieLadder voor Duurzame Verstedelijking: zonder Ladder geen nieuwbouw
Ladder voor Duurzame Verstedelijking: zonder Ladder geen nieuwbouw Presentatie aan raadsleden MRE, 24 juni 2015 Ladder laatste rijksbelang RO, overgenomen door provincie PBL: evaluatie Ladder Monitoring
Nadere informatie4Nieuwbouw" Discussienotitie"werkconferentie"Regionale"Woonvisie!!! 17!maart!2015!!!!!!!!!
4Nieuwbouw DiscussienotitiewerkconferentieRegionaleWoonvisie 17maart2015 1 Inhoud 1 Inleiding 1 2 Vragenvoordediscussie 2 3 Provinciaalenregionaalbeleid 4 4 Laddervoorduurzameverstedelijking 6 5 Nieuweverhoudingen
Nadere informatietoelichting aanvaarding actualisering regionale woonvisie 2017
Bijlage Datum DOS-2014-0006307 Onderwerp toelichting aanvaarding actualisering regionale woonvisie 2017 Aan de regio s is gevraagd voor 1 juli 2017 de regionale woonvisies te actualiseren op basis van
Nadere informatieRuimte geven vraagt regie - Merel Mulders en Leonie Janssen-Jansen
Ruimte geven vraagt regie - Merel Mulders en Leonie Janssen-Jansen Een belangrijk onderdeel van het gemeentelijke ruimtelijk ordeningsbeleid is het opstellen van de stedelijke programmering: een te ontwikkelen
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Postbus 20011 2500 EA Den Haag Uw kenmerk 6 mei 2019
Nadere informatieEen nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking!
Een nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking! Seminar Bureau Stedelijke Planning en Stibbe 22 september 2016 Jacqueline H.P. Vrolijk Projectleider herziening Ladder Waarom ook alweer de ladder? Einde
Nadere informatieBijlage 1: Woningbouwprogramma Dommelkwartier en relatie Lage Heide. 2010-2020 Segment Nieuwbouw Sloop Verkoop Totaal
Bijlage 1: Woningbouwprogramma Dommelkwartier en relatie Lage Heide Volgens de laatste Provinciale Prognose (2011) bedraagt de woningbouw behoefte in Valkenswaard een netto toevoeging van 1.230 woningen
Nadere informatieConferentie stedelijke herprogrammering woningbouw 23 juni 2011
Conferentie stedelijke herprogrammering woningbouw 23 juni 2011 De aanpak prof. mr. Friso de Zeeuw praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling, TU Delft directeur Nieuwe Markten, Bouwfonds Ontwikkeling 1 Vermelding
Nadere informatieDe bestendige binnenstad
De bestendige binnenstad de leegstand van (maatschappelijk) vastgoed - eerste resultaten - Joost Tennekes Werkgroep overmaat 23 september 2014 1. Aanleiding verzoekt de regering, het Planbureau voor de
Nadere informatiePFM PFM Wonen 2016
PFM 2016 PFM Wonen 2016 Actualisering PFM Wonen Oss Verkenning, raadspodium Oss, maart 2017 PFM 2016 Wat is PFM? Ontwikkelingen 2010-2016 Woonwensonderzoek 2015 Eerste contouren Pfm 2016 PFM 2016 Wat is
Nadere informatieBIJLAGE A KENGETALLEN In deze bijlage geven we in overzichtelijke tabellen de kengetallen weer die gebruikt zijn ter bepaling van de effecten van het kantoren- en bedrijventerreinenprogramma voor de regio
Nadere informatieAchtergrondinformatie Woonsymposium WONEN IN STAD.NL. SESSIE Stad maken
Achtergrondinformatie Woonsymposium WONEN IN STAD.NL SESSIE Stad maken donderdag 19 maart 2015 Stad maken Duiding en context De traditionele rollen binnen het ontwikkeltraject veranderen. De corporaties,
Nadere informatieLeegstand van kantoren,
Indicator 23 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In Nederland is een overaanbod
Nadere informatieWoningmarkt Zeeland: ontwikkelingen en beleidsconsequenties
Woningmarkt Zeeland: ontwikkelingen en beleidsconsequenties Michiel Mulder Programmaleider Wonen & Projectanalyse EIB Masterclass Wethouders Middelburg, 9 juli 2014 1 Inhoud Drie vragen Wat zijn de recente
Nadere informatieLeegstand van kantoren, 1991-2013
Leegstand van kantoren, 1991-2013 Conclusie In Nederland is een overaanbod van kantoorvloeroppervlakte. Gemiddeld 16% van het kantoorvloeroppervlakte staat leeg in 2013. Dit percentage neemt nog steeds
Nadere informatieJaarprogramma Bouwen en Wonen MRA februari 2019
Bezoekadres WTC Amsterdam I-tower, second floor Strawinskylaan 1779 1077 XX Amsterdam info@metropoolregioamsterdam.nl Jaarprogramma Bouwen en Wonen MRA 2019 28 februari 2019 Metropoolregio Amsterdam Pagina
Nadere informatieLeegstand van winkels,
Indicator 12 juni 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In Nederland is een overaanbod
Nadere informatieBijlage 1: DE ANALYSE
Bijlage 1: DE ANALYSE ONTWIKKELING KWANTITATIEVE BEHOEFTE Om deze voor de U10-gemeenten te achterhalen zijn 2 landelijk erkende prognoses gebruikt: Primos en Pearl. Deze verschillen in methodiek, maar
Nadere informatieDe bestrijding van leegstand in Haarlem. 29 oktober 2015 drs. G.J. (Gilbert) Bal
De bestrijding van leegstand in Haarlem 29 oktober 2015 drs. G.J. (Gilbert) Bal Inhoud presentatie Aanleiding Ontwikkeling leegstand Beleidsrelevantie Methodiek Onderzoeksvragen Afbakening Aanpak Resultaten
Nadere informatiePerspectief voor de markt van koopwoningen
Perspectief voor de markt van koopwoningen Harry van der Heijden OTB Research Institute for the Built Environment / TU Delft Delft University of Technology Challenge the future Agenda Het oude verdienmodel
Nadere informatieDe ladder voor duurzame verstedelijking
De ladder voor duurzame verstedelijking Jacqueline H.P. Vrolijk Adviseur ruimtelijk beleid en omgevingsjurist Inleiding seminar 10 maart 2015 Waarom de ladder? Andere tijden: Einde aan decennia van groei
Nadere informatieWOONVISIE Uitvoeringsprogramma
Bijlage 3 bij raadsvoorstel tot vaststelling van de 'Woonvisie 2013-2020'. WOONVISIE 2013-2020 - Uitvoeringsprogramma 2013-2014 We zijn ons ervan bewust dat de Nieuwe Woonvisie 2013-2020 het beleid weergeeft
Nadere informatiePlatform Wonen Assen 3 oktober 2013
Platform Wonen Assen 3 oktober 2013 Aanvalsplan wonen Albert Smit wethouder financiën, vastgoed, grondzaken en wonen 1 Aanvalsplan wonen: aanleiding Sinds 2008: Economische recessie Stagnerende woningmarkt
Nadere informatieOntwikkelprogramma Demografische ontwikkelingen
Ontwikkelprogramma Demografische ontwikkelingen Leefbare en vitale dorpen in Berkelland 5 Doelenboom Wat speelt er? 6 Bewust worden? Veranderingen in Berkelland en de regio Achterhoek door de krimp lijken
Nadere informatieToename bevolking v.a. 2008
Collegevoorstel Inleiding De provincie prognosticeert de ontwikkeling van de woningbouw en bevolking voor elke gemeente. Het is aan elke gemeente om deze prognose om te zetten in een planning en deze te
Nadere informatieToelichting huidige ontwikkelingen woningmarkt versus vastgesteld woonplan
Bijlage 4 Toelichting huidige ontwikkelingen woningmarkt versus vastgesteld woonplan Koopmarkt De koopmarkt zit op slot. Het aantal transacties is laag. Deels durven mensen niet te verhuizen vanwege de
Nadere informatieBeleggers in gebiedsontwikkeling
Beleggers in Incentives en belemmeringen voor een actieve rol van institutionele beleggers bij de herontwikkeling van binnenstedelijke gebieden P5 presentatie april 2015 Pelle Steigenga Technische Universiteit
Nadere informatieSAMEN. voor een sterke regio! Een perspectief voor het wonen in het stedelijk gebied Eindhoven
SAMEN voor een sterke regio! Een perspectief voor het wonen in het stedelijk gebied Eindhoven Het stedelijk gebied is in ontwikkeling. Het succes van bedrijven als ASML en VDL, de designsector en vele
Nadere informatieHiermee zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Albert de Vries (PvdA) over het bericht Groot tekort aan woningbouwlocaties.
> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directoraat-Generaal Bestuur en Wonen Directie Bouwen en Energie Turfmarkt
Nadere informatieInformatiebijeenkomst gemeenteraden. 25 januari 2011, Twello Gerard Sizoo
Informatiebijeenkomst gemeenteraden 25 januari 2011, Twello Gerard Sizoo Waarom aandacht voor demografie? Demografische prognoses naar beneden bijgesteld Actualisering regionaal woningbouwprogramma Vergrijzing
Nadere informatieDe woning(beleggings)markt in beeld 2016
Research A Capital Value production De woning(beleggings)markt in beeld 2016 Samenvatting Ondanks de grote vraag krimpt de voorraad huurwoningen als er geen verdere maatregelen worden genomen. Er wordt
Nadere informatieRizoem mijmert over Groningen
Rizoem mijmert over Groningen Visie op een onverdeelde stad Wie eenmaal in Groningen is geweest, gunt deze stad een plekje in zijn hart. Een stad die bol staat van nationale en internationale evenementen,
Nadere informatieVisie op een onverdeelde stad
PUBLICATIE / JULI 2016 Rizoem mijmert over Groningen... Visie op een onverdeelde stad Wie eenmaal in Groningen is geweest, gunt deze stad een plekje in zijn hart. Een stad die bol staat van nationale en
Nadere informatieVerstedelijking Zuidelijke Randstad. Bouw en vastgoedthemabijeenkomst 2016
Verstedelijking Zuidelijke Randstad Bouw en vastgoedthemabijeenkomst 2016 Leiden Rotterdam Inhoud Stedelijke vraag Ruimtelijke kansen Woningbouwplanning Druk op woningmarkt Regionale afstemming Samenwerking
Nadere informatieHaagse Woningbouwopgave. Peter van der Gugten Heijmans Vastgoed Commissie Ruimte Den Haag 14 september 2017
Haagse Woningbouwopgave Peter van der Gugten Heijmans Vastgoed Commissie Ruimte Den Haag 14 september 2017 HEIJMANS De activiteiten van Heijmans op het gebied van Wonen, Werken en Verbinden zijn georganiseerd
Nadere informatieDienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet Demografische ontwikkelingen: blijvende groei Amsterdamse bevolking
Dienst Ruimtelijke Ordening Fact sheet nummer 7 november 2005 Demografische ontwikkelingen: blijvende groei Amsterdamse bevolking Het inwonertal van Amsterdam is in 2004 met ruim 4.000 personen tot 742.951
Nadere informatieLadder voor duurzame verstedelijking Bestemmingsplan Huis ter Heide West, gemeente Zeist
Ladder voor duurzame verstedelijking Bestemmingsplan Huis ter Heide West, gemeente Zeist De Ladder voor duurzame verstedelijking is in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geïntroduceerd en
Nadere informatieDe ladder en duurzame verstedelijking in Brabant
De ladder en duurzame verstedelijking in Brabant 'Toepassing Ladder voor duurzame verstedelijking: lessen uit de praktijk' Marion Greidanus, provincie Noord-Brabant De Brabantse aanpak provinciale verordening
Nadere informatieBestedingskader middelen Stedelijke Herontwikkeling
Bestedingskader middelen Stedelijke Herontwikkeling Inleiding Stedelijke herontwikkeling Voor de ruimtelijke ontwikkeling van Utrecht is de Nieuwe Ruimtelijke Strategie opgesteld die in 2012 door de Raad
Nadere informatieHandreikingen steden. Frank Wassenberg. frank.wassenberg@nicis.nl. Delft, 23 juni 2011
Handreikingen steden Frank Wassenberg Delft, 23 juni 2011 frank.wassenberg@nicis.nl Noodzaak herprogrammering Crisis woningmarkt Discrepantie vraag en aanbod Aanzienlijke overprogrammering Tekorten en
Nadere informatieWoonvisie. Gemeente Nuth Raadsbijeenkomst 12 april 2016
Woonvisie Gemeente Nuth Raadsbijeenkomst 12 april 2016 Aanleiding Verschuiving van de volkshuisvestelijke opgave Sociale huur: Woningwet 2015 redelijke bijdrage Langer zelfstandig wonen Lokaal beleid 2
Nadere informatieReactie en duiding van de (nieuwe) Ladder. Peter van Geffen 20 oktober 2016
Reactie en duiding van de (nieuwe) Ladder Peter van Geffen 20 oktober 2016 De huidige Ladder Inclusief update jurisprudentie Ladder laatste Rijksbelang RO, motiveringsplicht voor nieuwe stedelijke ontwikkelingen
Nadere informatieEen nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking?
Een nieuwe ladder voor duurzame verstedelijking? Seminar 15 december 2015 Jacqueline H.P. Vrolijk Projectleider herziening Ladder Waarom de ladder? Andere tijden, andere keuzes Einde aan decennia van groei;
Nadere informatieLadderen: svz RvS & regio s
Ladderen: svz RvS & regio s Sessie met provincie Zuid-Holland, 31 augustus 2015 Ladder: laatste rijksbelang goede RO, geborgd door provincie Zuid-Holland 2. De toelichting bij een bestemmingsplan dat een
Nadere informatieLeegstand, herbestemming en verzorgingshuizen: een verkenning door de oogharen heen
Lars Brugman Lars Brugman is projectadviseur/onderzoeker bij Kadaster Ruimte & Advies. Hij legt zich toe op complexe maatwerkvraagstukken vanuit de bij het Kadaster beschikbare ruimtelijke informatie.
Nadere informatieWonen Boven Winkels Vanuit het oogpunt van de eigenaar
Wonen Boven Winkels Vanuit het oogpunt van de eigenaar drs. O.J. van der Heijden o.heijden@marma.nl www.evbinnenstad.nl 1 Belang van Wonen in de Binnenstad Een juiste combinatie van functies in de binnen
Nadere informatieProvincie Noord-Brabant
Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC 's-hertogenbosch De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten in de provincie Noord-Brabant Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 www.brabant.nl
Nadere informatieDe Ladder voor Duurzame Verstedelijking; probleem of kans? Pieter van der Heijde, algemeen directeur Bureau Stedelijke Planning 30 juni 2015
De Ladder voor Duurzame Verstedelijking; probleem of kans? Pieter van der Heijde, algemeen directeur Bureau Stedelijke Planning 30 juni 2015 De Ladder voor Duurzame Verstedelijking; Probleem of kans? 1.
Nadere informatieLeegstand van winkels,
Indicator 19 april 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In Nederland is een overaanbod
Nadere informatieWerkconferentie Vastgoedmarkt Midden-Nederland. 21 juni 2012
Werkconferentie Vastgoedmarkt Midden-Nederland 21 juni 2012 Luc Dietz dagvoorzitter Michaël Kortbeek Voorzitter KvK Midden-Nederland Het probleem Kantorenmarkt: leegstand, fors aanbod Bedrijventerreinen:
Nadere informatieWonen Boven Winkels Vanuit het oogpunt van de eigenaar
Wonen Boven Winkels Vanuit het oogpunt van de eigenaar drs. O.J. van der Heijden o.heijden@marma.nl www.evbinnenstad.nl 1 Belang van Wonen in de Binnenstad Een juiste combinatie van functies in de binnen
Nadere informatieSlimme zet! Vindingrijk in vastgoedopgaven!
Slimme zet! Vindingrijk in vastgoedopgaven! Postbus 711 3900 AS Veenendaal Kerkewijk 26 3901 EG Veendaal (T) 0318-55 19 60 (F) 0318-55 19 61 (M) info@ingeniousvastgoed.nl (I) www.ingeniousvastgoed.nl Haar
Nadere informatieDe volkshuisvestelijke opgaven. Gennep, 6 januari 2015 Anne-Fleur Dijkstra
De volkshuisvestelijke opgaven Gennep, 6 januari 2015 Anne-Fleur Dijkstra We hebben geen ruimte om ruimte te maken Agenda A. Cijfers B. Wat doen we met overcapaciteit? C. Hoe gaan we om met knelpunten
Nadere informatieProvincie Noord-Holland
lijlêf POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Gemeente Haarlem T.a.v. wethouder J. Langenacker Postbus 51 1 2003 PB HAARLEM Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon mw. E. van Mourik BEL/RO Telefoonnummer 023-5145020
Nadere informatieHuizenkoper wordt steeds ouder
Gem. leeftijd koper (jongste verkrijger) Huizenkoper wordt steeds ouder Oktober 218, Hans Wisman en Paul de Vries Hoofdconclusies: - De huizenkoper wordt steeds ouder. Momenteel is de gemiddelde leeftijd
Nadere informatieLeegstand van winkels,
Indicator 8 september 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In Nederland is een overaanbod
Nadere informatieLeegstand van winkels,
Indicator 8 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In Nederland is een overaanbod
Nadere informatieDe ladder voor duurzame verstedelijking : introductie en achtergrond
De ladder voor duurzame verstedelijking : introductie en achtergrond Seminar BSP en Stibbe 30 juni 2015 Jacqueline H.P. Vrolijk DGRW-coördinator Omgevingswet en projectleider Ladder voor duurzame verstedelijking
Nadere informatieWoningbouwontwikkeling Rijssen - Holten Scenario s en Keuzes. Balanceren tussen groei in Rijssen en krimp in Holten
Woningbouwontwikkeling Rijssen - Holten Scenario s en Keuzes Balanceren tussen groei in Rijssen en krimp in Holten Ontwikkelingen aanleiding tot nota woningbouw Ontwikkelingen afgelopen periode noodzaak
Nadere informatieSCENARIO S TOEKOMST STIMULERINGSLENINGEN
SCENARIO S TOEKOMST STIMULERINGSLENINGEN Apeldoorn, September 2015 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Ontwikkelingen in de stimuleringsleningen... 3 2.1 De Restschuldlening... 3 2.2 De Blijversregeling...
Nadere informatieLeegstand vraagt om rigoureuze aanpak
Leegstand vraagt om rigoureuze aanpak Het fenomeen Leegstand van ongekende omvang Landelijk 15% en groeiend Van de ruim 15.000 kantoren in Nederland staan er bijna 900 volledig en 1.900 gedeeltelijk leeg.
Nadere informatieBevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant actualisering 2011
Bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant actualisering 2011 ontwikkelingen van de (West-)Brabantse bevolking trends - prognoses - beleidseffecten --- Congres Regio West-Brabant 23 maart 2012
Nadere informatiePubliek-private ontwikkeling, nu en in de toekomst
Amsterdam Institute of Social Science Research Publiek-private ontwikkeling, nu en in de toekomst Dr. Leonie Janssen-Jansen Wageningen, 31 oktober 2013 Achtergronden Groeidenken > grote invloed op planning
Nadere informatieWoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit
Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Dick van der Wouw Nadet Somers SCOOP Zeeuws instituut voor sociale en culturele ontwikkeling
Nadere informatiefluchskrift
Wonen in Fryslân Afgelopen jaren minder toename woningen In 2011 bedraagt de totale woningvoorraad in Fryslân 282.689 woningen. In 2000 bestond de totale woningvoorraad nog uit 261.849 woningen. Tussen
Nadere informatieBeter leven voor minder mensen
1 Beter leven voor minder mensen Om te kijken hoe de regio Eemsdelta zich ontwikkelt en te monitoren op het gebied van demografie, leefbaarheid, de woningmarkt en bijvoorbeeld woon-, zorg en andere voorzieningen
Nadere informatieOost-Nederland REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT. Marktstructuur. Vraag. Aanbod
REGIONALE MARKTONTWIKKELINGEN KANTORENMARKT Oost-Nederland Marktstructuur Voorraad kantoorruimte in Oost-Nederland (*1. m²) 43.8 4.136 2.481 Overig Nederland In de oostelijke provincies is ruim 13% van
Nadere informatieDEMOGRAFIE DEMOGRAFISCHE TRENDBREUK DOOR VERMINDERDE WONINGBOUW
HOOFDSTUK 2 DEMOGRAFIE DEMOGRAFISCHE TRENDBREUK DOOR VERMINDERDE WONINGBOUW Van sterke bevolkingsgroei door migratie naar matige groei door geboorteoverschot De drooglegging van de Haarlemmermeerpolder
Nadere informatieBedrijfsruimtemarkt zuid-nederland Limburg en Noord-Brabant
Landelijke marktontwikkelingen Na een korte opleving in 2011 viel de opname van bedrijfsruimte in 2012 opnieuw terug. Tegen de verwachting in bleef het aanbod echter redelijk stabiel. Wel wordt een steeds
Nadere informatieONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD
ONEN IN NOORD-HOLLAND NOORD Hoe Noord-Holland Noord een rol kan spelen in de woningbehoefte voor de Amsterdamse regio 3 WAAROM oordolland oord HET GAAT GOED MET NOORD- HOLLAND NOORD. DE ECONOMIE IS KRACHTIG
Nadere informatieLeegstand van winkels,
Leegstand van winkels, 2004-2013 Conclusie In Nederland is een overaanbod van winkels in de detailhandel. Gemiddeld staat 8% van het winkelvloeroppervlakte leeg in 2013. Dit percentage stijgt sinds 2008.
Nadere informatieConfrontatieweek Samenvatting voorlopige resultaten werkspoor Ruimte & Economie
Werkspoor 02-11-2015 Confrontatieweek Samenvatting voorlopige resultaten werkspoor Hans Vonk Bevindingen werkspoor A. Algemeen 1. Er is niet één corridor-regio, maar verschillende subregio s met een eigen
Nadere informatieIn opdracht van Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Onderzoek forfaitaire bijdrage Bovenplanse kosten en Bijdrage ruimtelijke ontwikkelingen In opdracht van Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Nadere informatieNota vereveningsfonds sociale woningbouw
Nota vereveningsfonds sociale woningbouw 1. Samenvatting Op basis van de Structuurvisie Ruimte voor wensen Leidschendam-Voorburg 2040 (herijking 2012) kan de gemeente een vereveningsfonds voor sociale
Nadere informatiePas je huizen aan of breng je mensen in beweging? Kees Konings, DomaVita Vastgoedadvies
Transformatie bestaande woningvoorraad Pas je huizen aan of breng je mensen in beweging? Kees Konings, DomaVita Vastgoedadvies Kansen en uitdagingen voor West-Brabant Thema s/ Agenda: 1. Steden en (kleine)
Nadere informatieIngek. d.d.: 2 5 SEP Beh. afd.: Ontv.bev. Afqed.
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten in de provincie Noord-Brabant en akį^gigįíļţ^igję^gļiingmarkt in Brabant.rabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC 's-hertogenbosch Telefoon (073) 681
Nadere informatieVVG Congres Visie op de toekomst vanuit de markt
Visie op de toekomst vanuit de markt Peter van der Gugten Algemeen directeur, Proper-Stok Ontwikkelaars, Ede Proper-Stok sterkt de stad Kennis Creativiteit - Innovatie én Ondernemerschap Waar is in NL
Nadere informatie