Universiteit Gent Faculteit Wetenschappen Vakgroep Wiskunde. Krachtige Leeromgevingen Praktijkopdrachten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Universiteit Gent Faculteit Wetenschappen Vakgroep Wiskunde. Krachtige Leeromgevingen Praktijkopdrachten"

Transcriptie

1 Universiteit Gent Faculteit Wetenschappen Vakgroep Wiskunde Krachtige Leeromgevingen Praktijkopdrachten Lisa Lampo Studentennummer: Academiejaar

2 Krachtige Leeromgevingen Academiejaar Praktijkopdracht 1 Naam: Lampo Voornaam: Lisa Studentennummer (UGent nummer): De praktijkopdracht wordt ingediend voor (plaats een kruisje): Krachtige leeromgevingen Leren en Instructie Lisa Lampo

3 Schoolvak als uitgangspunt: wiskunde. Eindterm: ET 14: De leerlingen lezen op een grafiek af: het stijgen, dalen of constant zijn. Leerplandoelstelling: Leerplan Go! Nr. 2006/060: Veeltermfunctie: De leerlingen kunnen aan de hand van de grafiek het stijgen/dalen en de extrema van veeltermfuncties van de derde graad bepalen. (Het bepalen van de extrema komt in deze les nog niet aan bod). VOET, context en sleutelcompetentie: kritisch denken binnen de context mentale gezondheid. De leerlingen erkennen probleemsituaties en vragen, accepteren en bieden hulp. Lesdoelstelling Bloom: inhoudsniveau Bloom: gedragsniveau 1 De leerlingen kennen de definitie Conceptuele kennis Reproduceren: een begrip definiëren. van een stijgende en dalende functie. 2 De leerlingen controleren of de gegeven definitie van stijgend zijn overeenkomt met de Conceptuele kennis Evalueren: bekritiseren en beargumenteren of de definitie wel degelijk klopt. definitie van het niet-dalend zijn. 3 De leerlingen kennen de definitie van een strikt stijgende en strikt Conceptuele kennis Reproduceren: een begrip definiëren. dalende functie. 4 De leerlingen kennen het verband tussen het stijgend of dalend zijn van een functie en het teken van het differentiequotiënt. 5 De leerlingen kennen de epsilondelta definitie voor de limiet van een functie voor x a. 6 De leerlingen kennen de stelling omtrent de limiet van een ongelijkheid. 7 De leerlingen bewijzen de stelling omtrent de limiet van een ongelijkheid. 8 De leerlingen bewijzen de stellingen: als f stijgend (resp. dalend) is in [a,b] en afleidbaar is in [a,b], dan geldt voor alle x in [a,b] dat f (x)>=0 (resp. f (x)=<0). 9 De leerlingen besluiten dat indien f strikt stijgend is in [a,b], de punten waar f (x)=0 geen deelinterval kunnen vormen van [a,b]. 10 De leerlingen bepalen de intervallen waarin een gegeven functie stijgend of dalend is. Lisa Lampo Conceptuele kennis Conceptuele kennis Conceptuele kennis Procedurele kennis Procedurele kennis Conceptuele kennis Procedurele kennis Begrijpen: uit de grafiek het teken van y en x afleiden en hieruit ook het teken van het differentiequotiënt. Begrijpen: adhv een grafische uitleg de nieuwe definitie afleiden. Begrijpen: in eigen woorden weergeven wat verwacht wordt wanneer de limiet van een strikte ongelijkheid genomen wordt. Toepassen: aantonen dat de bewering uit de stelling klopt. Toepassen: aantonen dat de bewering uit de stelling klopt. Hierbij moet gebruik gemaakt worden van de vorige stelling. Evalueren: besluiten en verklaren waarom de hiernaast vermelde punten geen deelinterval kunnen vormen. Toepassen: een opgave oplossen waarin een concreet geval getoetst wordt aan de abstracte definitie.

4 Scenario: Voor deze les heb ik mij gebaseerd op het handboek VBTL 5: differentiaalrekening A en hierbij zelf blaadjes gemaakt voor de leerlingen. Hiervoor verwijs ik naar de bijlagen bij deze opdracht. De reden dat ik zelf blaadjes gemaakt heb, is omdat de definities in het handboek niet volledig juist zijn. De leerkracht geeft de definitie van een stijgende functie, zoals deze in het handboek gegeven wordt. Daarna legt de leerkracht uit dat een stijgende functie hetzelfde is als een niet-dalende functie, en stelt daarom de leerlingen de vraag of die definitie dan eigenlijk wel klopt. De leerlingen moeten hier wat in hun vertrouwde handboek staat plots in vraag gaan stellen. Hierdoor leren ze kritisch nadenken over de info die hun wordt gegeven en leren ze om niet altijd alles zomaar voor waar aan te nemen. Er moet natuurlijk wel op gewezen worden door de leerkracht dat deze manier van definiëren de keuze was van de schrijvers van het handboek, en dat dit ook wel gerespecteerd moet worden. Er bestaat echter een juistere manier om deze begrippen te definiëren. Daarom schakelt de leerkracht over op de eigen blaadjes. De leerkracht vraagt of de leerlingen (na de definitie van een stijgende/dalende functie aangebracht t hebben) zelf de definitie kunnen geven van een strikt stijgende/dalende functie. Zowel voor het (strikt) stijgende als (strikt) dalend zijn, vraagt de leerkracht aan de leerlingen om, eventueel met behulp van de figuur, het teken van y, x en het differentiequotiënt te bepalen. De leerkracht vraagt de leerlingen naar het verband tussen het (strikt) stijgend of dalend zijn en het teken van het differentiequotiënt. De leerkracht vraagt een leerling naar de definitie van de limiet van een functie voor x a zoals ze dit vorig jaar gezien hebben. Daarna legt de leerkracht grafisch uit wat dat voorstelt door eigenlijk de epsilon-delta definitie in woorden uit te leggen. Door dit een aantal maal te herhalen, zouden de leerlingen moeten in staat zijn om die definitie in woorden om te zetten naar wiskundige symbolen. De leerkracht leidt de stelling ivm de limiet van een ongelijkheid (1) in via de vraag: Indien f(x) < g(x) voor alle x uit ]a-epsilon,a+epsilon[\{a}, wat krijg ik dan als ik de limiet neem van beide leden? De meeste leerlingen zullen pas na het bewijs inzien waarom de strikte ongelijkheid na het nemen van de limiet niet meer strikt is. Aangezien de leerlingen nog niet vertrouwd zijn met een bewijs uit het ongerijmde, legt de leerkracht eerst de volledige redenering achter het bewijs uit. Daarna stelt de leerkracht het bewijs samen met de leerlingen op waarbij ze de net geziene epsilon-delta definitie moeten toepassen. De leerkracht benadrukt nog dat indien in de opgave geen strikte ongelijkheid stond, de stelling nog steeds geldig is. De leerkracht formuleert de volgende stelling en stelt opnieuw samen met de leerlingen het bewijs op. Een fundamentele stap in het bewijs maakt gebruik van de stelling (1) die hier boven werd gezien. De leerkracht vraagt de leerlingen om de stelling toe te passen op de bekomen ongelijkheid. Na het bewijs stelt de leerkracht nog enkele inzichtelijke vragen: Als f strikt stijgend is, kan je dan een deelinterval hebben waar de afgeleide gelijk is aan nul?, Waarom niet? en Kan dit wel voorkomen indien de functie stijgend is ipv strikt stijgend? Tot slot maken de leerlingen enkele deeloefeningen van oefening 1 pagina 177 uit het handboek. De oefeningen komen aan het bord waarbij af en toe ook een leerling aan het bord moet komen. De leerlingen moeten het domein van de functie bepalen, het tekenverloop, de afgeleide functie met bijhorend tekenverloop en hieruit de intervallen aflezen waar de functie strikt stijgend/dalend is (en niet gewoon stijgend en dalend zoals in de opgave van het boek staat). Lisa Lampo

5 Overzicht van de bijlagen: 1) Bijlage 1: Bogaert, P., De Feyter, M., Geeurickx, F., Van Nieuwenhuyze, R., Willockx, E. (2004) Handboek Van Basis Tot Limiet 5: Leerboek Analyse 2: Differentiaalrekening A, Hoofdstuk 4 (p p. 177), Brugge: N.V. die Keure. 2) Bijlage 2: Nota s opgesteld door de leerkracht. Lisa Lampo

6 Bijlage 1

7

8

9 Eigenschappen van continue en afleidbare functies in R 0.1 Stijgen en dalen van een functie Definities en begrippen Definitie Stijgend Een functie f is stijgend in [a, b] f is gedefinieerd in [a, b] en x 1, x 2 [a, b] : x 1 x 2 f(x 1 ) f(x 2 ). Definitie Strikt stijgend Een functie f is strikt stijgend in [a, b] f is gedefinieerd in [a, b] en x 1, x 2 [a, b] : x 1 < x 2 f(x 1 ) < f(x 2 ). Grafisch: Voor een stijgende functie geldt: als x = x 2 x 1 0 dan is ook y = y 2 y 1 0 voor twee verschillende punten x 1 en x 2 binnen [a, b]. M.a.w. het differentiequotiënt y x is positief. Voor een strikt stijgende functie geldt: als x = x 2 x 1 > 0 dan is ook y = y 2 y 1 > 0 voor twee verschillende punten x 1 en x 2 binnen [a, b]. M.a.w. het differentiequotiënt y x is strikt positief. 1

10 Besluit: f is stijgend in[a, b] x 1, x 2 [a, b] : f(x 2) f(x 1 ) x 2 x 1 0 als x 1 x 2. f is strikt stijgend in[a, b] x 1, x 2 [a, b] : f(x 2) f(x 1 ) x 2 x 1 > 0 als x 1 x 2. Definitie Dalend Een functie f is dalend in [a, b] f is gedefinieerd in [a, b] en x 1, x 2 [a, b] : x 1 x 2 f(x 1 ) f(x 2 ). Definitie Strikt dalend Een functie f is strikt dalend in [a, b] f is gedefinieerd in [a, b] en x 1, x 2 [a, b] : x 1 < x 2 f(x 1 ) > f(x 2 ). Grafisch: Voor een dalende functie geldt: als x = x 2 x 1 0 dan is y = y 2 y 1 0 voor twee verschillende punten x 1 en x 2 binnen [a, b]. M.a.w. het differentiequotiënt y x is negatief. Voor een strikt dalende functie geldt: als x = x 2 x 1 > 0 dan is y = y 2 y 1 < 0 voor twee verschillende punten x 1 en x 2 binnen [a, b]. M.a.w. het differentiequotiënt y x is strikt negatief. Besluit: f is dalend in [a, b] x 1, x 2 [a, b] : f(x 2) f(x 1 ) x 2 x 1 0 als x 1 x 2. f is strikt dalend in [a, b] x 1, x 2 [a, b] : f(x 2) f(x 1 ) x 2 x 1 < 0 als x 1 x 2. Lisa Lampo 2 Infimum en supremum

11 Definitie Limiet van een functie voor x a De limiet van een functie f voor x a is gelijk aan de waarde b als en slechts als voor elke rij (x n ) van originelen met x n a die naar a convergeert, de corresponderende beeldrij (f(x n )) naar b convergeert. M.a.w.: lim f(x) = b (x n) : lim x n = a lim f(x n) = b. x a n n Grafisch: lim x a f(x) = b betekent: voor elke ɛ > 0, hoe klein ook, kan je ervoor zorgen dat f(x) ]b ɛ, b + ɛ[, door x in een voldoende klein interval ]a δ, a + δ[ te nemen, met δ > 0. De functiewaarde voor x = a is niet van belang. De limiet zegt enkel iets over het gedrag van de functie in de buurt van a. Definitie ɛ δ vorm van de definitie lim f(x) = b ɛ > 0, δ > 0 : x domf : 0 < x a < δ f(x) b < ɛ. x a Stellingen Stelling Limiet van een ongelijkheid Als twee functies f en g beide een limiet hebben in a zij lim x a f(x) = L en lim x a g(x) = M en als voor elke x ]a ɛ, a + ɛ[\{a}, f(x) < g(x) dan geldt: lim f(x) lim g(x), maw L M. x a x a Lisa Lampo 3 Infimum en supremum

12 Bewijs: Bewijs uit het ongerijmde: veronderstel dat L > M. Stel ɛ = L M. Er geldt dat lim x a [g(x) f(x)] = M L dus er bestaat een δ > 0 zodat voor elke x geldt: 0 < x a < δ g(x) f(x) (M L) < ɛ. Dus ɛ < g(x) f(x) M + L < ɛ. g(x) f(x) M + L < L M g(x) f(x) < 0 g(x) < f(x). Dit is tegenstrijdig met de originele hypothese dat f(x) < g(x) dus onze aanname dat L > M was fout. Er geldt dus dat L M. Stelling Als een functie f stijgend is in [a, b] en afleidbaar is in [a, b], dan geldt: x [a, b] : f (x) 0. Bewijs: Kies x 1 x 2 = x 1 + x en x 2 [a, b]. Vermits f stijgend is in [a, b], geldt voor elke x 1 [a, b]: f(x 2 ) f(x 1 ) = f(x 1 + x) f(x 1 ) > 0 x 2 x 1 x (wegens vorige stelling) f(x 1 + x) f(x 1 ) lim 0 x 0 x f (x 1 ) 0 Opmerking Indien f strikt stijgend is, kunnen de punten waarvoor f (x) = 0 geen deelinterval vormen van [a, b]. De afgeleide kan in dit geval enkel nul worden in enige alleenstaande punten van het interval [a, b]. Voorbeeld Beschouw de functie f waarvoor geldt: f(x) = x 3. We vinden: f (x) = 3x 2. x 0 f (x) De afgeleide is overal positief, behalve voor x = 0, waar de afgeleide nul wordt. In dit ene punt is de raaklijn aan de grafiek horizontaal. Lisa Lampo 4 Infimum en supremum

13 Lisa Lampo Krachtige Leeromgevingen Academiejaar Praktijkopdracht 2 Naam: Lampo Voornaam: Lisa Studentennummer (UGent nummer): De praktijkopdracht wordt ingediend voor (plaats een kruisje): Krachtige leeromgevingen Leren en Instructie

14 Lisa Lampo DEEL 1: NON-LINGUÏSTISCHE REPRESENTATIE Leerinhoud: Variaties, herhalingsvariaties, combinaties, herhalingscombinaties. Lesmateriaal: zie bijlage 1 bij deze opdracht. Lesdoelstelling: De leerlingen bepalen door de vraagstelling naar de volgorde en herhaling in welk geval ze zitten (variaties, herhalingsvariaties, combinaties, herhalingscombinaties) en welke formule ze dan moeten gebruiken. Bloom: Procedurele kennis Toepassen: de leerlingen zouden bijvoorbeeld zelf aan de hand van de vooropgestelde vragen een soort handleiding kunnen maken om dan bij de oefeningen te kunnen bepalen in welk geval ze zitten en welke formule ze dus moeten gebruiken. Is de volgorde van belang? Ja Nee Met terugleggen Zonder terugleggen Met terugleggen Zonder terugleggen Herhalingsvariatie Trek k keer uit een _ V ( n, k) n k verzameling van n elementen: Variatie Herhalingscombinatie: Combinatie: Trek alle n elementen: Permutatie P n = n!

15 Lisa Lampo DEEL 1: VRAGEN STELLEN Lesdoelstelling: De leerlingen leiden de epsilon-delta definitie af voor de limiet van een functie voor x a adhv een grafische voorstelling. De leerlingen kennen en bewijzen de stelling omtrent de limiet van een ongelijkheid. De leerlingen kennen en bewijzen de stellingen: als f stijgend (resp. dalend) is in [a,b] en afleidbaar is in [a,b], dan geldt voor alle x in [a,b] dat f (x)>=0 (resp. f (x)=<0). De leerlingen besluiten dat indien f strikt stijgend is in [a,b], de punten waar f (x)=0 geen deelinterval kunnen vormen van [a,b] en dat dit wel kan indien f stijgend is. Lesmateriaal: zij bijlage 2 bij opdracht 1, pagina 3 en 4. Vraag Bloom: gedragsniveau Bloom: inhoudsniveau 1 Wat is het verschil tussen de rij convergeert naar a en de Reproduceren: een begrip definiëren Conceptuele kennis limiet van de rij is a? 2 Hoe zou je deze grafische voorstelling nu omzetten naar een Inzicht hebben in: in eigen (wiskundige) Conceptuele kennis definitie in wiskundige symbolen? woorden weergeven 3 Veronderstel dat f(x) < g(x) voor alle x uit ]aepsilon,a+epsilon[\{a}. Inzicht hebben in: gevolgen voorspellen Conceptuele kennis Wat zou er gebeuren indien ik de limiet van deze ongelijkheid neem? 4 Waaraan is de limiet van een som of verschil gelijk? Reproduceren: een begrip definiëren Conceptuele kennis 5 Welke ongelijkheid krijg je als je hierop de epsilon-delta Toepassen Procedurele kennis definitie toepast? 6 Verklaar waarom deze breuk groter is dan nul. Inzicht hebben in: een verklaring geven Conceptuele kennis 7 Hoe kun je de vorige stelling hier gebruiken, als je in je Toepassen Procedurele kennis achterhoofd houdt dat we iets moeten bewijzen over f (x)? 8 Als f strikt stijgend is, kan je dan een deelinterval hebben Inzicht hebben in Conceptuele kennis waar de afgeleide gelijk is aan nul? 9 Verklaar waarom dit wel of niet kan. (Als vervolg op vraag 8). Analyseren: bewijzen voor conclusies geven Conceptuele kennis 10 Wat zou er gelden voor het teken van de afgeleide functie, indien de functie dalend is? Inzicht hebben in: gevolgen voorspellen Conceptuele kennis

16 Lisa Lampo DEEL 2: GROEPSWERK Lesdoelstelling: De leerlingen kunnen aan de hand van de grafiek het stijgen of dalen van veeltermfuncties van de derde graad bepalen. De leerlingen kunnen aan de hand van de grafiek het stijgen of dalen van (ir)rationale functies bepalen. De leerlingen kunnen aan de hand van de grafiek het stijgen of dalen van goniometrische en cyclometrische functie bepalen. Situering: In een vorige les zagen de leerlingen de theorie rond het stijgend en dalend zijn van een functie. (Zie opdracht 1 bijlage 2). Voor de opgeloste oefeningen: zie bijlage 2 bij dit project. Scenario: Fase Werkvorm Activiteit Materiaal 1 Klassikaal De leerkracht herhaalt de definities van het stijgend en dalend zijn van een functie. De leerkracht brengt een voorbeeld aan het bord. Handboek + blaadjes vd leerkracht (zie opdracht 1, bijlagen 1 en 2). 2 Klassikaal De leerkracht legt de algemene methode uit om de Handboek (zie opdracht oefeningen op te lossen. 3 Per drie De leerlingen maken oefeningen 1.a, 1.b en 1.c (naargelang wat op hun script staat). Hierbij loopt de leerkracht rond om te helpen waar er vragen zijn. 4 Klassikaal De leerkracht overloopt de meest voorkomende fouten/vragen die hij/zij tegengekomen is bij het rondlopen. Indien er een (of meerdere) groepje(s) de oplossing niet gevonden heeft, komt de oefening volledig aan het bord. Dit kan eventueel door enkele leerlingen gedaan worden. 5 Per drie De leerlingen maken oefeningen 1.d, 1.f en 1.g (naargelang wat op hun script staat). Hierbij loopt de leerkracht opnieuw rond om te helpen waar er vragen zijn. 6 Klassikaal De leerkracht overloopt de meest voorkomende fouten/vragen die hij/zij tegengekomen is bij het rondlopen. Indien er een (of meerdere) groepje(s) de oplossing niet gevonden heeft, komt de oefening volledig aan het bord. Dit kan eventueel door enkele leerlingen gedaan worden. 7 Klassikaal De leerkracht geeft de aanzet voor oefening 1.e aangezien deze wat moeilijker is. 8 Per drie De leerlingen onderzoeken dan de afleidbaarheid in de punten -3,0 en 3 (naargelang wat op hun script staat). 9 Klassikaal Het tekenverloop wordt klassikaal opgesteld dmv vragen aan individuele leerlingen. 1, bijlage 1). Opgaven uit handboek.

17 Lisa Lampo Script leerling één: 1) Los oefening 1.a op pagina 177 van het handboek op volgens volgende methode: o Bepaal het domein van de functie. o Bepaal de afgeleide functie f (x). o Bepaal de nulpunten van de afgeleide functie. o Stel het tekenverloop op van de afgeleide functie. o Noteer de intervallen waar f stijgend/dalend is. 2) Geef je blad aan leerling twee, jij krijgt het blad van leerling drie. 3) Overloop de oefening die de leerling gemaakt heeft. Duid hierbij de fouten aan. Je hoeft deze niet te verbeteren, dus enkel aanduiden! 4) Geef het blad opnieuw door aan leerling twee, jij krijgt het blad van leerling drie. 5) Overloop de oefening die de leerling gemaakt heeft. De fouten zijn ondertussen al aangeduid. Controleer nogmaals of er geen fouten meer staan, en verbeter de fouten indien nodig. Indien de leerling niet alle stappen uit de methode van puntje 1 heeft uitgevoerd, vul je deze aan. Indien de leerling geen enkele fout gemaakt heeft, overloop je dus toch de volledige oefening. Nadat de leerkracht de meest voorkomende fouten aan het bord behandeld heeft, herhaal je de stappen (1) tot (5) voor oefening 1.d. De leerkracht geeft de aanleiding voor oefening 1.e. Onderzoek de afleidbaarheid van de functie in het punt -3. Script leerling twee: 1) Los oefening 1.b op pagina 177 van het handboek op volgens volgende methode: o Bepaal het domein van de functie. o Bepaal de afgeleide functie f (x). o Bepaal de nulpunten van de afgeleide functie. o Stel het tekenverloop op van de afgeleide functie. o Noteer de intervallen waar f stijgend/dalend is. 2) Geef je blad aan leerling drie, jij krijgt het blad van leerling een. 3) Overloop de oefening die de leerling gemaakt heeft. Duid hierbij de fouten aan. Je hoeft deze niet te verbeteren, dus enkel aanduiden! 4) Geef het blad opnieuw door aan leerling drie, jij krijgt het blad van leerling een. 5) Overloop de oefening die de leerling gemaakt heeft. De fouten zijn ondertussen al aangeduid. Controleer nogmaals of er geen fouten meer staan, en verbeter de fouten indien nodig. Indien de leerling niet alle stappen uit de methode van puntje 1 heeft uitgevoerd, vul je deze aan. Indien de leerling geen enkele fout gemaakt heeft, overloop je dus toch de volledige oefening. Nadat de leerkracht de meest voorkomende fouten aan het bord behandeld heeft, herhaal je de stappen (1) tot (5) voor oefening 1.f. De leerkracht geeft de aanleiding voor oefening 1.e. Onderzoek de afleidbaarheid van de functie in het punt 0.

18 Lisa Lampo Script leerling drie: 1) Los oefening 1.c op pagina 177 van het handboek op volgens volgende methode: o Bepaal het domein van de functie. o Bepaal de afgeleide functie f (x). o Bepaal de nulpunten van de afgeleide functie. o Stel het tekenverloop op van de afgeleide functie. o Noteer de intervallen waar f stijgend/dalend is. 2) Geef je blad aan leerling een, jij krijgt het blad van leerling twee. 3) Overloop de oefening die de leerling gemaakt heeft. Duid hierbij de fouten aan. Je hoeft deze niet te verbeteren, dus enkel aanduiden! 4) Geef het blad opnieuw door aan leerling een, jij krijgt het blad van leerling twee. 5) Overloop de oefening die de leerling gemaakt heeft. De fouten zijn ondertussen al aangeduid. Controleer nogmaals of er geen fouten meer staan, en verbeter de fouten indien nodig. Indien de leerling niet alle stappen uit de methode van puntje 1 heeft uitgevoerd, vul je deze aan. Indien de leerling geen enkele fout gemaakt heeft, overloop je dus toch de volledige oefening. Nadat de leerkracht de meest voorkomende fouten aan het bord behandeld heeft, herhaal je de stappen (1) tot (5) voor oefening 1.g. De leerkracht geeft de aanleiding voor oefening 1.e. Onderzoek de afleidbaarheid van de functie in het punt 3.

19 Bijlage 1

20

21

22

23

24 Bijlage 2

25

26

27

28

29

30 Lisa Lampo Krachtige Leeromgevingen Academiejaar Praktijkopdracht 3 Naam: Lampo Voornaam: Lisa Studentennummer (UGent nummer): De praktijkopdracht wordt ingediend voor (plaats een kruisje): Krachtige leeromgevingen Leren en Instructie

31 Lisa Lampo Voorbeeldles: geschiedenis ambachtslieden Persoonlijke ervaringen en voorkennis: De meeste leerlingen hebben ooit wel al eens gehoord van de middeleeuwen, hetzij op school, hetzij in films of boeken, Door specifieke afbeeldingen te selecteren die kenmerkend en zeer herkenbaar zijn voor deze periode, komen de leerlingen al snel tot het begrip de middeleeuwen. De leerlingen bespreken hierna de foto s in kleinere groepjes. Er wordt hier niet specifiek iets gezegd over de heterogeniteit van de groepen, maar hoe groter deze is, hoe beter. Men plaatst ook het best de betere leerlingen samen met de iets zwakkere. Dit is een goede oefening op het gebied van taalvlak voor beide partijen. De zwakkere leerlingen worden ondersteund door hun klasgenoten die de uitleg in hun eigen woorden zullen geven, waardoor deze uitleg beter te volgen is. Ook voor de sterkere leerlingen is het een goede oefening om dingen uit te leggen aan anderen. Hierna wordt er door de leerlingen klassikaal gebrainstormd. Er wordt hen gevraagd naar films die ze gezien hebben, boeken of stripverhalen die ze gelezen hebben, Doordat de leerlingen gaan nadenken over hun persoonlijke ervaringen met dit onderwerp, wordt hun voorkennis hieromtrent geactiveerd. De leerlingen moeten hierover praten in het Nederlands wat vaak zeer moeilijk is. De ervaringen werden namelijk meestal in hun eigen taal of in een andere taal, verschillend van het Nederlands opgedaan. Dit maakt het moeilijk voor hen om hun verhaal dan te vertellen in een andere taal. Daarom is het noodzakelijk dat de leerkracht hier bijspringt waar nodig zodat de leerlingen uiteindelijk zelf hun verhaal vertellen. Traject van leeractiviteiten: Tijdens dit klassikaal gesprek is het niet enkel van belang dat de leerlingen gewoon over hun ervaringen vertellen, maar dat ze er ook eens verder bij stilstaan en er dieper over nadenken. Ze moeten concreet proberen uit te leggen wat ze bedoelen. De leerkracht treedt hier als tussenpersoon op die er voor zorgt dat de andere leerlingen ook snappen wat er gezegd wordt door hen specifieke vragen te stellen, en eventueel de leerling die aan het woord is, meer uitleg te laten geven. Bij een volgende stap probeert de leerkracht een overgang te maken tussen de alledaagsere verwoording van de leerlingen naar een schoolser taalgebruik door middel van specifieke inzichtelijke vragen waarmee onder andere misvattingen worden bijgesteld. Theoretisch perspectief: Het laatste onderdeel probeert de ervaringsgebaseerde kennis uit te breiden met de correcte wetenschappelijk-historische benamingen. Deze concretisering van de theoretische leerstof gebeurt door de nieuw ingevoerde benamingen op het bord aan te brengen.

32 Lisa Lampo Toepassing (zie bijlage 1 bij deze opdracht) De les rond grafentheorie bevat zeer veel nieuwe begrippen en concepten. Het is de bedoeling om stap voor stap deze nieuwe definities in te voeren, en uiteindelijk te komen tot de definities van een Hamiltoncykel en een Eulertoer. Persoonlijke ervaringen en voorkennis: De leerkracht legt de leerlingen twee problemen voor. Probleem 1: routeplanner (zie bijlage). Probleem 2: De zeven bruggen van Königsbergen (zie bijlage). De leerlingen moeten in heterogene groepjes nadenken over een oplossing. Door in het eerste voorbeeld te werken met alledaagse begrippen, zal het voor de leerlingen gemakkelijker zijn om er over te praten met de anderen. Het tweede voorbeeld is al iets abstracter, maar hier kunnen de sterkere leerlingen de zwakkere ondersteunen. De leerkracht loopt constant rond om vragen te beantwoorden. Het is de bedoeling dat de leerlingen tijdens het brainstormen tot de conclusie komen dat ze het probleem grafisch moeten voorstellen. Indien de leerkracht ziet dat een bepaalde groep hier niet toe komt, kan deze hints geven hieromtrent aan die éne groep, ofwel klassikaal. Traject van leeractiviteiten: Daarna wordt er een onderwijsleergesprek gehouden. De leerkracht vraagt de leerlingen naar hun antwoorden bij het eerste probleem adhv verschillende deelvragen: - Waarmee kunnen we de verschillende winkels voorstellen? Antwoord van de leerlingen: Punten/Kruisjes/ We zullen dit aanduiden met punten. In de grafentheorie worden deze punten de toppen genoemd. - Waarmee kunnen we de verbindingswegen voorstellen? Antwoord van de leerlingen: Lijnen/bogen/ Deze zullen we aanduiden met bogen. In de grafentheorie worden dit ook gewoon bogen genoemd. De leerkracht wijst er op dat het er niet toe doet hoe ver je de punten van elkaar tekent, of in welke positie ten opzichte van elkaar. Dit geheel van toppen en bogen noemen we een graaf. Een leerling mag aan het bord de oplossing komen tekenen die zijn groepje gevonden heeft. Hierna vraagt de leerkracht naar de oplossing van de leerlingen voor het tweede probleem. Sommigen zullen misschien denken dat ze een oplossing gevonden hebben. Zij mogen hun poging aan het bord brengen. Door een klassikale discussie zullen de leerlingen tot de conclusie komen, dat het niet mogelijk is om dat probleem op te lossen. Theoretisch perspectief: Tijdens het bespreken van de voorbeelden kwamen de begrippen toppen, bogen, en een graaf reeds aan bod. Om het eerste voorbeeld verder te concretiseren, wordt gezegd dat deze graaf en Hamiltoncykel bevat. Hierbij wordt dan de abstracte definitie van een Hamiltoncykel gegeven. Bij het tweede voorbeeld wordt dan de definitie gegeven van een Eulertoer. De leerlingen worden er nogmaals op gewezen dat er geen dergelijke Eulertoer kan gevonden worden in Königsbergen.

33 Lisa Lampo Bijlage 1 Probleem 1 Katrien is een jonge, milieubewuste dame die graag overal met de fiets naartoe rijdt. Ze is net verhuisd, maar weet in haar nieuwe woonplaats gelukkig al de bakker, de beenhouwer, de groentewinkel, de apotheek en de kledingwinkel zijn. Er zijn verschillende verbindingswegen tussen deze winkels, maar niet overal is er een goed fietspad. De wegen waar er wel een goed fietspad ligt zijn: o De weg tussen de bakker en de beenhouwer. o De weg tussen de bakker en de groentewinkel. o De weg tussen de bakker en de apotheek. o De weg tussen de beenhouwer en de kledingwinkel. o De weg tussen de beenhouweer en de apotheek. o De weg tussen de groentewinkel en de kledingwinkel. o De weg tussen de groentewinkel en de apotheek. Katrien wil een route plannen langs de wegen met een goed fietspad zodat ze al de winkels kan bezoeken. Kan Katrien bij de bakker vetrekken, alle winkels juist één keer bezoeken en terug bij de bakker uitkomen? Indien dit mogelijk is, welke weg zou ze dan moeten volgen? Probleem 2 De stad Koningsbergen (het huidige Kaliningrad) lag in het oosten van Pruisen aan de rivier de Pregel, waarin twee eilanden lagen die door zeven bruggen met elkaar en met de vaste wal verbonden waren. Hieronder staat dit schematisch afgebeeld. Is het mogelijk om zó te wandelen dat je precies één maal over elke brug loopt? Welke weg zou je dan nemen?

34 Lisa Lampo Krachtige Leeromgevingen Academiejaar Praktijkopdracht 4 Naam: Lampo Voornaam: Lisa Studentennummer (UGent nummer): De praktijkopdracht wordt ingediend voor (plaats een kruisje): Krachtige leeromgevingen Leren en Instructie

35 Lisa Lampo Complex leerdoel Leerplan Go! 2006/060: Stelsels van vergelijkingen van de eerste graad: bespreken van stelsels (Toepassen Procedurele kennis). - De leerlingen kunnen, indien de parameter voorkomt in het spilelement, de verschillende gevallen onderscheiden. - De leerlingen kunnen in elk van de gevallen de oplossingenverzameling bepalen en deze op een correcte manier interpreteren. - De leerlingen bespreken de oplosbaarheid van een stelsel met een parameter. Omschrijving van de opdracht Voorkennis van de leerlingen: De leerlingen kennen de definitie van een canonieke matrix. De leerlingen passen de elementaire rij-operaties toe op een matrix. De leerlingen lossen stelsels op met de methode van Gauss-Jordan. De leerlingen kennen het verband tussen oplosbaarheid, rang en uitgebreide matrix. De leerlingen maken mbv hun rekenmachine een matrix canoniek. Voor deze opdracht is het de bedoeling dat leerlingen stelsels met een parameter leren bespreken. In een voorgaande les wordt aan de leerlingen duidelijk gemaakt wat een parameter is. De leerkracht werkt een voorbeeld uit waarin de methode voor het bespreken van een stelsel uitgelegd wordt. Er wordt nadruk gelegd op het gevallenonderscheid, correcte notaties en vooral het noteren van een besluit. Ook de definitie van een canonieke matrix wordt regelmatig herhaald. In deze les is het de bedoeling dat de leerlingen zelf een stelsel met een parameter zullen bespreken adhv de methode die ze in de vorige les gezien hebben (namelijk oefeningen 22 b en c. Zie bijlage 1 bij deze opdracht). Een extra opdracht die de leerlingen moeten uitvoeren is: Noteer in het besluit hoeveel oplossingen de oplossingenverzameling bevat voor elk van de gevallen. Dit om te testen of de leerlingen de oplossingenverzameling wel degelijk op een correcte manier kunnen interpreteren. Omschrijving van de vier criteria Criterium 1: Correct gevallenonderscheid Telkens wanneer het spilelement een parameter bevat, en dit niet meer kan vermeden worden door het omwisselen van rijen, moet een gevallenonderscheid opgesteld worden. In sommige gevallen moeten ook deelgevallen onderzocht worden. Het is belangrijk dat alle gevallen in de bespreking aan bod komen en onderzocht worden. Indien de leerlingen bijvoorbeeld elkaar moeten beoordelen adhv de rubric, zal de leerkracht de verschillende gevallen aangeven, zodat dit op een correcte manier gecontroleerd kan worden. Criterium 2: Volledigheid van de methode Bij het gevallenonderscheid moet er voor elk geval apart een oplossingenverzameling opgesteld worden. Aan het eind van de oefening moet een besluit staan waarin alle gevallen met hun respectievelijke oplossingenverzameling genoteerd worden. Dit besluit is essentieel voor de volledigheid van de oefening en weegt daarom ook zwaarder door dan het noteren van de oplossingenverzameling in elk van de onderscheiden gevallen.

36 Lisa Lampo Criterium 3: Rekenfouten De leerlingen hebben nog nooit met parameters gewerkt, waardoor het rekenen met parameters in het begin vaak nogal moeilijk is. Ze moeten goed opletten om geen rekenfouten te maken. Criterium 4: Interpretatie van de oplossingenverzameling Het werken met parameters is, zoals hierboven vermeld, nieuw voor de leerlingen en dit is zeer moeilijk voor hen. Het is belangrijk dat ze goed weten wat een parameter eigenlijk is. Voor een stelsel met een parameter m, bepaalt elke waarde van m een ander stelsel. Stel dat de oplossingenverzameling een drietal is dat deze m bevat. Deze m is een parameter, maar het corresponderende stelsel (dus voor 1 bepaalde waarde van m) heeft slechts 1 oplossing, namelijk het drietal met die éne waarde van m ingevuld. Stel dat de oplossingenverzameling een andere parameter alpha bevat, met alpha een reëel getal. Het corresponderende stelsel (voor een vaste waarde van m) heeft dan oneindig veel oplossingen. De indicatoren hierbij zijn in dit geval opgesteld voor de twee oefeningen uit de bijlage, maar dit kan natuurlijk snel aangepast worden voor andere oefeningen. Criterium 1: Correct gevallenonderscheid Criterium 2: Volledigheid van de methode Criterium 3: Rekenfouten A B C Alle mogelijke gevallen worden onderscheiden, telkens wanneer het spilelement een parameter bevat. Er wordt een besluit geformuleerd. EN In alle gevallen wordt de Er ontbreekt één geval. Er wordt een besluit geformuleerd. EN Er wordt niet in alle gevallen een oplossingenverzameling bepaald. Er ontbreken meerdere gevallen. Er wordt geen besluit geformuleerd. oplossingenverzameling bepaald. Er worden geen rekenfouten gemaakt. Er wordt één rekenfout gemaakt. Er worden meerdere rekenfouten gemaakt. Criterium 4: Interpretatie van de oplossingenverzameling De vraag Hoeveel elementen bevat de oplossingenverzameling? werd voor alle vier de gevallen als volgt beantwoord: De vraag Hoeveel elementen bevat de oplossingenverzameling? werd voor 3 van de 4 gevallen als volgt beantwoord: De vraag Hoeveel elementen bevat de oplossingenverzameling? werd voor minder dan 3 van de 4 gevallen als volgt beantwoord: Oefening 22.b: m 1 en m -1: er is 1 oplossing. m=1: er zijn geen oplossingen. m=-1: er zijn oneindig veel oplossingen. Oefening 22.c: er is 1 oplossing. Oefening 22.b: m 1 en m -1: er is 1 oplossing. m=1: er zijn geen oplossingen. m=-1: er zijn oneindig veel oplossingen. Oefening 22.c: er is 1 oplossing. Oefening 22.b: m 1 en m -1: er is 1 oplossing. m=1: er zijn geen oplossingen. m=-1: er zijn oneindig veel oplossingen. Oefening 22.c: er is 1 oplossing.

37 Lisa Lampo Bijlage 1

38 Lisa Lampo

39 Lisa Lampo

STEEDS BETERE BENADERING VOOR HET GETAL π

STEEDS BETERE BENADERING VOOR HET GETAL π STEEDS BETERE BENADERING VOOR HET GETAL KOEN DE NAEGHEL Samenvatting. We bespreken een oplossing voor de (veralgemeende) opgave Noot 4 uit Wiskunde & Onderwijs nr.139. Onze inspiratie halen we uit het

Nadere informatie

Steeds betere benadering voor het getal π

Steeds betere benadering voor het getal π Wiskunde & Onderwijs 38ste jaargang (2012 Steeds betere benadering voor het getal π Koen De Naeghel Samenvatting. We bespreken een oplossing voor de (veralgemeende opgave Noot 4 uit Wiskunde & Onderwijs

Nadere informatie

Krachtige Leeromgevingen Academiejaar Praktijkopdracht 1

Krachtige Leeromgevingen Academiejaar Praktijkopdracht 1 Krachtige Leeromgevingen Academiejaar 2013-2014 Praktijkopdracht 1 Naam: Van der Elstraeten Voornaam: Karen Studentennummer (UGent nummer!!!): 01208902 De praktijkopdracht wordt ingediend voor (met geel

Nadere informatie

(b) Formuleer het verband tussen f en U(P, f), en tussen f en L(P, f). Bewijs de eerste. (c) Geef de definitie van Riemann integreerbaarheid van f.

(b) Formuleer het verband tussen f en U(P, f), en tussen f en L(P, f). Bewijs de eerste. (c) Geef de definitie van Riemann integreerbaarheid van f. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 2 juli 2015, 08:30 11:30 (12:30) Het gebruik van een rekenmachine, telefoon of tablet is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek Analysis

Nadere informatie

Krachtige Leeromgevingen Academiejaar Praktijkopdracht 1

Krachtige Leeromgevingen Academiejaar Praktijkopdracht 1 Krachtige Leeromgevingen Academiejaar 2013-2014 Praktijkopdracht 1 Naam: Dauwe Voornaam: Sara Studentennummer: 00905558 De praktijkopdracht wordt ingediend voor: Krachtige leeromgevingen Leren en Instructie

Nadere informatie

Didactische wenken bij het onderdeel analyse

Didactische wenken bij het onderdeel analyse Didactische wenken bij het onderdeel analyse Didactische wenken bij het onderdeel analyse 1/21 1. Eindtermen analyse Eindtermen ASO tweede graad ET 22 3 (4) aspecten van een functie ET 23 Standaardfuncties

Nadere informatie

Inhoud college 4 Basiswiskunde. 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie

Inhoud college 4 Basiswiskunde. 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie Inhoud college 4 Basiswiskunde 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie 2 Basiswiskunde_College_4.nb 2.6 Hogere afgeleiden De afgeleide f beschrijft

Nadere informatie

Eigenschappen van continue en afleidbare functies

Eigenschappen van continue en afleidbare functies Eigenshappen van ontinue en afleidbare funties Mihel Rolle april 65 - Ambert 8 november 79 - Parijs Augustin Louis Cauhy augustus 789 - Parijs mei 857 - Seau Joseph-Louis Lagrange 5 januari 76 Turijn 0

Nadere informatie

Voorkennis wiskunde voor Bio-ingenieurswetenschappen

Voorkennis wiskunde voor Bio-ingenieurswetenschappen Onderstaand overzicht volgt de structuur van het boek Wiskundige basisvaardigheden met bijhorende website. Per hoofdstuk wordt de strikt noodzakelijke voorkennis opgelijst: dit is leerstof die gekend wordt

Nadere informatie

Hints en uitwerkingen huiswerk 2013 Analyse 1 H17

Hints en uitwerkingen huiswerk 2013 Analyse 1 H17 Hints en uitwerkingen huiswerk 013 Analyse 1 H17 Rocco van Vreumingen augustus 014 1 Inhoudsopgave 1 Hints 1 3 Hints 4 3 Hints 3 4 4 Hints 4 5 5 Hints 5 5 6 Hints 6 6 7 Hints 7 6 8 Hints 8 6 9 Hints 9

Nadere informatie

Examenvragen Hogere Wiskunde I

Examenvragen Hogere Wiskunde I 1 Examenvragen Hogere Wiskunde I Vraag 1. Zij a R willekeurig. Gegeven is dat voor alle r, s Q geldt dat a r+s = a r a s. Bewijs dat voor alle x, y R geldt dat a x+y = a x a y. Vraag 2. Gegeven 2 functies

Nadere informatie

Opgaven Inleiding Analyse

Opgaven Inleiding Analyse Opgaven Inleiding Analyse E.P. van den Ban Limieten en continuïteit Opgave. (a) Bewijs direct uit de definitie van iet dat y 0 y = 0. (b) Bewijs y 0 y 3 = 0 uit de definitie van iet. (c) Bewijs y 0 y 3

Nadere informatie

1 Limiet van een rij Het begrip rij Bepaling van een rij Expliciet voorschrift Recursief voorschrift 3

1 Limiet van een rij Het begrip rij Bepaling van een rij Expliciet voorschrift Recursief voorschrift 3 HOOFDSTUK 6: RIJEN 1 Limiet van een rij 2 1.1 Het begrip rij 2 1.2 Bepaling van een rij 2 1.2.1 Expliciet voorschrift 2 1.2.2 Recursief voorschrift 3 1.2.3 Andere gevallen 3 1.2.4 Rijen met de grafische

Nadere informatie

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 1.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 6x + 28 = 30 10x +10x +10x 16x + 28 = 30-28 -28 16x = 2 :16 :16 x = 2 1 16 8 Stappenplan: 1) Zorg dat alles met x links van het = teken komt te staan;

Nadere informatie

V.2 Limieten van functies

V.2 Limieten van functies V.2 Limieten van functies Beschouw een deelverzameling D R, een functie f: D R en zij c R. We willen het gedrag van f in de buurt van c bestuderen. De functiewaarde in c is daarvoor niet belangrijk, de

Nadere informatie

Onderwijsbehoeften: - Korte instructie - Afhankelijk van de resultaten Test jezelf toevoegen Toepassing en Verdieping

Onderwijsbehoeften: - Korte instructie - Afhankelijk van de resultaten Test jezelf toevoegen Toepassing en Verdieping Verdiepend Basisarrange ment Naam leerlingen Groep BBL 1 Wiskunde Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. - 5 keer per week 45 minuten basisdoelen toepassen in verdiepende contexten.

Nadere informatie

Inleiding Analyse 2009

Inleiding Analyse 2009 Inleiding Analyse 2009 Inleveropgaven A). Stel f(, y) = In (0, 0) is f niet gedefinieerd. We bestuderen y2 2 + y 4. lim f(, y). (,y) (0,0) 1. Bepaal de waarde van f(, y) op een willekeurige rechte lijn

Nadere informatie

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen Referentieniveaus uitgelegd De beschrijvingen zijn gebaseerd op het Referentiekader taal en rekenen'. In 'Referentieniveaus uitgelegd' zijn de niveaus voor de verschillende sectoren goed zichtbaar. Door

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008 Katholieke Universiteit Leuven September 008 Algebraïsch rekenen (versie 7 juni 008) Inleiding In deze module worden een aantal basisrekentechnieken herhaald. De nadruk ligt vooral op het symbolisch rekenen.

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Module 1 Algebraïsch rekenen (versie 22 augustus 2011)

Zomercursus Wiskunde. Module 1 Algebraïsch rekenen (versie 22 augustus 2011) Katholieke Universiteit Leuven September 011 Module 1 Algebraïsch rekenen (versie augustus 011) Inhoudsopgave 1 Rekenen met haakjes 1.1 Uitwerken van haakjes en ontbinden in factoren............. 1. De

Nadere informatie

Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007)

Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007) Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007) Vooraf: Zoals het stilletjes aan een traditie is geworden, geef ik hier bedenkingen bij het examen van deze septemberzittijd. Ik zorg ervoor dat deze tekst op

Nadere informatie

Functieonderzoek. f(x) = x2 4 x 4 + 2. Igor Voulis. 9 december 2009. 1 De functie en haar definitiegebied 2. 2 Het tekenverloop van de functie 2

Functieonderzoek. f(x) = x2 4 x 4 + 2. Igor Voulis. 9 december 2009. 1 De functie en haar definitiegebied 2. 2 Het tekenverloop van de functie 2 Functieonderzoek f(x) = x2 4 x 4 + 2 Igor Voulis 9 december 2009 Inhoudsopgave 1 De functie en haar definitiegebied 2 2 Het tekenverloop van de functie 2 3 De asymptoten 3 4 De eerste afgeleide 3 5 De

Nadere informatie

Voorkennis wiskunde voor Biologie, Chemie, Geografie

Voorkennis wiskunde voor Biologie, Chemie, Geografie Onderstaand overzicht volgt de structuur van het boek Wiskundige basisvaardigheden met bijhorende website. Per hoofdstuk wordt de strikt noodzakelijke voorkennis opgelijst: dit is leerstof die gekend wordt

Nadere informatie

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 1.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x. 6x + 28 = 30 10x +10x +10x 16x + 28 = 30-28 -28 16x = 2 :16 :16 x = 2 1 16 8 Stappenplan: 1) Zorg dat alles met x links van het = teken komt te staan;

Nadere informatie

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a Samenvatting wiskunde h4 hoofdstuk 3 en 6, h5 hoofdstuk 4 en 6 Hoofdstuk 3 Voorkennis Bij het rekenen met machten gelden de volgende rekenregels: - Bij een vermenigvuldiging van twee machten met hetzelfde

Nadere informatie

V.4 Eigenschappen van continue functies

V.4 Eigenschappen van continue functies V.4 Eigenschappen van continue functies We bestuderen een paar belangrijke stellingen over continue functies. Maxima en minima De stelling over continue functies die we in deze paragraaf bewijzen zegt

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008 Katholieke Universiteit Leuven September 2008 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie juli 2008) Rationale functies. Inleiding Functies als f : 5 5, f 2 : 2 3 + 2 f 3 : 32 + 7 4 en f 4 :

Nadere informatie

Definitie: Een functie f heeft een absoluut maximum f(x 0 ) in het punt. x 1 Domein(f) als voor alle x Domein(f) geldt:

Definitie: Een functie f heeft een absoluut maximum f(x 0 ) in het punt. x 1 Domein(f) als voor alle x Domein(f) geldt: Definitie: Een functie f heeft een absoluut maximum f(x 0 ) in het punt x 0 Domein(f) als voor alle x Domein(f) geldt: f(x) f(x 0 ). Een functie f heeft een absoluut minimum f(x 1 ) in het punt x 1 Domein(f)

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011)

Zomercursus Wiskunde. Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 2011) Katholieke Universiteit Leuven September 20 Module 4 Limieten en asymptoten van rationale functies (versie 22 augustus 20) Inhoudsopgave Rationale functies. Inleiding....................................2

Nadere informatie

1. Orthogonale Hyperbolen

1. Orthogonale Hyperbolen . Orthogonale Hyperbolen a + b In dit hoofdstuk wordt de grafiek van functies van de vorm y besproken. Functies c + d van deze vorm noemen we gebroken lineaire functies. De grafieken van dit soort functies

Nadere informatie

Schoolagenda 5e jaar, 8 wekelijkse lestijden

Schoolagenda 5e jaar, 8 wekelijkse lestijden Leerkracht: Koen De Naeghel Schooljaar: 2012-2013 Klas: 5aLWi8, 5aWWi8 Aantal taken: 19 Aantal repetities: 14 Schoolagenda 5e jaar, 8 wekelijkse lestijden Taken Eerste trimester: 11 taken indienen op taak

Nadere informatie

2.0 Voorkennis. Herhaling merkwaardige producten: (A + B) 2 = A 2 + 2AB + B 2 (A B) 2 = A 2 2AB + B 2 (A + B)(A B) = A 2 B 2

2.0 Voorkennis. Herhaling merkwaardige producten: (A + B) 2 = A 2 + 2AB + B 2 (A B) 2 = A 2 2AB + B 2 (A + B)(A B) = A 2 B 2 .0 Voorkennis Herhaling merkwaardige producten: (A + B) = A + AB + B (A B) = A AB + B (A + B)(A B) = A B Voorbeeld 1: (5a) (a -3b) = 5a (4a 1ab + 9b ) = 5a 4a + 1ab 9b = 1a + 1ab 9b Voorbeeld : 4(x 7)

Nadere informatie

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe. HOUT EN BOUW Activerende werkvormen? Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat we na 14 dagen gemiddeld slechts 10 % hebben onthouden van datgene wat we gelezen hebben en 20 % van wat we hebben gehoord.

Nadere informatie

Convexe Analyse en Optimalisering

Convexe Analyse en Optimalisering Convexe Analyse en Optimalisering Bernd Heidergott Vrije Universiteit Amsterdam and Tinbergen Institute WEB: http://staff.feweb.vu.nl/bheidergott.htm Overzicht Boek: Optimization: Insights and Applications,

Nadere informatie

6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.

6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid. 6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid. f(x) = x x Differentiequotiënt van f(x) op [0, 3] = y f (3) f (0) 60 x 30 30 y x 1 Algemeen: Het differentiequotiënt

Nadere informatie

Reeksnr.: Naam: t 2. arcsin x f(t) = 2 dx. 1 x

Reeksnr.: Naam: t 2. arcsin x f(t) = 2 dx. 1 x Calculus, 4//4. Gegeven de reële functie ft) met als voorschrift t arcsin x ft) = dx x a) Geef het domein van de functie ft). Op dit domein, bespreek waar de functie stijgt, daalt en bepaal de lokale extrema.

Nadere informatie

Analyse 1 Handout limieten en continuïteit

Analyse 1 Handout limieten en continuïteit Analyse Handout ieten en continuïteit Rogier Bos Inhoudsopgave Limieten 2. Intuïtief ieten bepalen........................ 2.2 Rekenen aan ieten........................... 4.3 Limieten als spel.............................

Nadere informatie

I.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules.

I.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules. I.3 Functies Iedereen is ongetwijfeld in veel situaties het begrip functie tegengekomen; vaak als een voorschrift dat aan elk getal een ander getal toevoegt, bijvoorbeeld de functie fx = x die aan elk

Nadere informatie

Aanvullingen bij Hoofdstuk 8

Aanvullingen bij Hoofdstuk 8 Aanvullingen bij Hoofdstuk 8 8.5 Definities voor matrices De begrippen eigenwaarde eigenvector eigenruimte karakteristieke veelterm en diagonaliseerbaar worden ook gebruikt voor vierkante matrices los

Nadere informatie

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07 Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30 Auditorium L.00.07 Geef uw antwoorden in volledige, goed lopende zinnen. Het examen bestaat uit 5 vragen.

Nadere informatie

Calculus I, 19/10/2015

Calculus I, 19/10/2015 Calculus I, 9/0/05. a Toon aan dat de rationale functie f = 3 + 3 + voor alle 0 bekomen wordt via volgende procedure: Start met een gelijkbenige rechthoekige driehoek OAB, met B het punt, 0 op de -as,

Nadere informatie

Doelstelling: Bijsturing van de opvattingen van de leerlingen met betrekking tot magnetische eigenschappen

Doelstelling: Bijsturing van de opvattingen van de leerlingen met betrekking tot magnetische eigenschappen 6-8 jaar Wetenschappelijk inhoud: Natuurkunde Beoogde concepten: Magnetische eigenschappen van verschillende voorwerpen, intensiteit van een magnetisch vel. Beoogde leeftijdsgroep: Leerlingen van 8 jaar

Nadere informatie

Economie en Maatschappij(A/B)

Economie en Maatschappij(A/B) Natuur en Techniek(B) Natuur en gezondheid(a/b) Economie en Maatschappij(A/B) Site over profielkeuze qompas Economie Gezondheidszorg Gedrag en maatschappij Landbouw Onderwijs Techniek http://www.connectcollege.nl/download/decanaat/havo%20doorstroomeisen%20hbo.pdf

Nadere informatie

Tussentoets Analyse 1

Tussentoets Analyse 1 Tussentoets Analyse Maandag 0 oktober 008, 0.00 -.00u Schrijf op ieder vel je naam en studentnummer, de naam van de docent S. Hille, O. van Gaans en je studierichting. Geef niet alleen antwoorden, leg

Nadere informatie

begin van document Eindtermen vwo wiskunde B (CE) gekoppeld aan delen en hoofdstukken uit Moderne wiskunde 9e editie

begin van document Eindtermen vwo wiskunde B (CE) gekoppeld aan delen en hoofdstukken uit Moderne wiskunde 9e editie begin van document Eindtermen vwo wiskunde (CE) gekoppeld aan delen en hoofdstukken uit Moderne wiskunde 9e editie Domein Subdomein in CE moet in SE Vaardigheden 1: Informatievaardigheden X X : Onderzoeksvaardigheden

Nadere informatie

Projectieve Vlakken en Codes

Projectieve Vlakken en Codes Projectieve Vlakken en Codes 1. De Fanocode Foutdetecterende en foutverbeterende codes. Anna en Bart doen mee aan een spelprogramma voor koppels. De ene helft van de deelnemers krijgt elk een kaart waarop

Nadere informatie

Machten, exponenten en logaritmen

Machten, exponenten en logaritmen Machten, eponenten en logaritmen Machten, eponenten en logaritmen Macht, eponent en grondtal Eponenten en logaritmen hebben alles met machtsverheffen te maken. Een macht als 4 is niets anders dan de herhaalde

Nadere informatie

Basiskennistoets wiskunde

Basiskennistoets wiskunde Lkr.: R. De Wever Geen rekendoos toegelaten Basiskennistoets wiskunde Klas: 6 WEWI 1 september 015 0 Vraag 1: Een lokaal extremum (minimum of maximum) wordt bereikt door een functie wanneer de eerste afgeleide

Nadere informatie

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN WISKUNDIGE TLVRDIGHEDEN Derde graad 1 Het begrijpen van wiskundige uitdrukkingen in eenvoudige situaties (zowel mondeling als 1V4 2V3 3V3 (a-b-c) schriftelijk) 2 het begrijpen van figuren, tekeningen,

Nadere informatie

Examen Complexe Analyse (September 2008)

Examen Complexe Analyse (September 2008) Examen Complexe Analyse (September 2008) De examenvragen vind je op het einde van dit documentje. Omdat het hier over weinig studenten gaat, heb ik geen puntenverdeling meegegeven. Vraag. Je had eerst

Nadere informatie

(iii) intervallen, bijvoorbeeld afgesloten intervallen zoals D = [0, 1] := {x en halfopen intervallen zoals D = (0, 1] := {x R 0 < x 1},

(iii) intervallen, bijvoorbeeld afgesloten intervallen zoals D = [0, 1] := {x en halfopen intervallen zoals D = (0, 1] := {x R 0 < x 1}, Hoofdstuk II Calculus Les Differentiatie van functies Waarscijnlijk eeft iedereen wel een idee ervan wat een functie is, maar voor de duidelijkeid zal et andig zijn om de meest belangrijke begrippen na

Nadere informatie

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde. vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde. vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30 Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30 Naam: Geef uw antwoorden in volledige, goed lopende zinnen. Het examen bestaat uit 5 vragen.

Nadere informatie

Het installatiepakket haal je af van de website http://www.gedesasoft.be/.

Het installatiepakket haal je af van de website http://www.gedesasoft.be/. Softmaths 1 Softmaths Het installatiepakket haal je af van de website http://www.gedesasoft.be/. De code kan je bekomen op de school. Goniometrie en driehoeken Oplossen van driehoeken - Start van het programma:

Nadere informatie

1. (a) Formuleer het Cauchy criterium voor de convergentie van een reeks

1. (a) Formuleer het Cauchy criterium voor de convergentie van een reeks Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 7 augustus 2015, 16:30 19:30 (20:30) Het gebruik van een rekenmachine, telefoon of tablet is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 - veranderingen. getal & ruimte HAVO wiskunde A deel 2

Hoofdstuk 7 - veranderingen. getal & ruimte HAVO wiskunde A deel 2 Hoofdstuk 7 - veranderingen getal & ruimte HAVO wiskunde A deel 2 0. voorkennis Plotten, schetsen en tekenen Een grafiek plotten Een grafiek schetsen Een grafiek tekenen Na het invoeren van de formule

Nadere informatie

Delta Nova 5. Didactische wenken. Analyse deel lesuren. N. Deloddere N. De Wilde R. Op de Beeck Y. Paduwat P. Tytgat

Delta Nova 5. Didactische wenken. Analyse deel lesuren. N. Deloddere N. De Wilde R. Op de Beeck Y. Paduwat P. Tytgat Delta Nova 5 Analyse deel 2 6-8 lesuren Didactische wenken N. Deloddere N. De Wilde R. Op de Beeck Y. Paduwat P. Tytgat Algemeen De structuur van de hoofdstukken biedt kansen om leerlingen actiever bij

Nadere informatie

Hints en uitwerkingen huiswerk 2013 Analyse 1 H18

Hints en uitwerkingen huiswerk 2013 Analyse 1 H18 Hints en uitwerkingen huiswerk 2013 Analyse 1 H18 Rocco van Vreumingen 29 augustus 2014 1 Inhoudsopgave 1 Hints 1 3 2 Hints 2 4 3 Hints 3 5 4 Hints 4 5 5 Hints 5 6 6 Hints 6 6 7 Hints 7 6 8 Antwoorden

Nadere informatie

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie Het volgende onderwerp is functie-onderzoek Dit is herhaling VWO-stof + nieuwe begrippen uit Kaper hfst 3 We bekijken de functies wiskundig en soms vanuit economisch oogpunt ( begrenzingen variabelen 0

Nadere informatie

Eenparig rechtlijnige beweging met de NXT

Eenparig rechtlijnige beweging met de NXT Eenparig rechtlijnige beweging met de NXT Project tweede graad : VRIJ TECHNISCH INSTITUUT VEURNE Iepersesteenweg 90 8630 VEURNE e-mail: info@vtiveurne.be vzw Katholiek Secundair Onderwijs Veurne Nieuwpoort,

Nadere informatie

Leerstof voortentamen wiskunde B. 1. Het voortentamen wiskunde B

Leerstof voortentamen wiskunde B. 1. Het voortentamen wiskunde B Leerstof voortentamen wiskunde B In dit document wordt de leerstof beschreven van het programma van het voortentamen wiskunde B op havo niveau te beginnen met het voortentamen van juli 2016. Deze specificatie

Nadere informatie

Examen Wiskundige Basistechniek 15 oktober 2011

Examen Wiskundige Basistechniek 15 oktober 2011 Examen Wiskundige Basistechniek 15 oktober 2011 vraag 1: Gegeven is het complex getal ω = exp(i π 5 ). vraag 1.1: Als we in het complexe vlak het punt P met cartesiaanse coördinaten (x, y) vereenzelvigen

Nadere informatie

opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): 2 a 2.

opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): 2 a 2. opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): ℵ 0 #A, B = {b 0,..., b n 1 } voor een zeker natuurlijk getal

Nadere informatie

Z.O.Z. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 16 juni 2016, 12:30 15:30 (16:30)

Z.O.Z. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 16 juni 2016, 12:30 15:30 (16:30) Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 16 juni 016, 1:30 15:30 (16:30) Het gebruik van een rekenmachine, telefoon of tablet is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van aantekeningen

Nadere informatie

Imaginary - singulariteiten

Imaginary - singulariteiten Imaginary - singulariteiten Gommaar Maes en Tania Van Damme SLO Wiskunde - Universiteit Gent en Atheneum Mariakerke Inleiding Een regulier punt van een vlakke kromme is een punt waar de kromme vloeiend

Nadere informatie

dx; (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [0, a]: dx te berekenen.(oef cursus) Gegeven is de bepaalde integraal I n = π

dx; (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [0, a]: dx te berekenen.(oef cursus) Gegeven is de bepaalde integraal I n = π Analyse. (i) Bereken A = π sin d; +cos 2 (ii) * Bewijs dat voor elke f, continu ondersteld in [, a]: a f()d = a f(a )d (iii) Gebruik (i) en (ii) om de integraal J = π sin d te berekenen.(oef +cos 2 cursus)

Nadere informatie

1. Reële functies en algebra

1. Reële functies en algebra Pagina 1 van 6 Bijlage 6 OPMERKINGEN BIJ DE BESPROKEN PROEFWERKEN 1. Reële functies en algebra 1) Deze vraag peilt naar leerplandoelstelling F15. - Om eventueel gokken of elimineren bij de leerlingen te

Nadere informatie

Wiskunde 2 september 2008 versie 1-1 - Dit is een greep (combinatie) van 3 uit 32. De volgorde is niet van belang omdat de drie

Wiskunde 2 september 2008 versie 1-1 - Dit is een greep (combinatie) van 3 uit 32. De volgorde is niet van belang omdat de drie Wiskunde 2 september 2008 versie 1-1 - Op hoeveel verschillende manieren kun je drie zwarte pionnen verdelen over de 32 zwarte velden van een schaakbord? (Neem aan dat op elk veld hooguit één pion staat.)

Nadere informatie

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING

LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING Naam: Toon Steenssens UC Leuven-Limburg Lerarenopleiding Vestiging Heverlee Hertogstraat 178, 3001 Heverlee Tel. +32 16 37 56 00 Vakkencombinatie: Aardrijkskunde

Nadere informatie

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback IJkingstoets burgerlijk ingenieur 30 juni 2014 - reeks 1 - p. 1 IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback In totaal namen 716 studenten deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008

Zomercursus Wiskunde. Katholieke Universiteit Leuven Groep Wetenschap & Technologie. September 2008 Katholieke Universiteit Leuven September 2008 Minimum-Maimumproblemen (versie 11 augustus 2008) Inleiding In heel wat vraagstukken gaan we op zoek naar het maimum of het minimum van een zekere grootheid.

Nadere informatie

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 26 augustus 2010, , Examenzaal

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 26 augustus 2010, , Examenzaal Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 26 augustus 2010, 14.00 17.00, Examenzaal Het gebruik van een rekenmachine en/of telefoon is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek

Nadere informatie

Deel 2. Basiskennis wiskunde

Deel 2. Basiskennis wiskunde Deel 2. Basiskennis wiskunde Vraag 26 Definieer de functie f : R R : 7 cos(2 ). Bepaal de afgeleide van de functie f in het punt 2π/2. (A) f 0 ( 2π/2) = π (B) f 0 ( 2π/2) = 2π (C) f 0 ( 2π/2) = 2π (D)

Nadere informatie

Convexe Analyse en Optimalisering

Convexe Analyse en Optimalisering Convexe Analyse en Optimalisering Bernd Heidergott Vrije Universiteit Amsterdam en Tinbergen Institute WEB: http://staff.feweb.vu.nl/bheidergott Overzicht Literatuur Calculus, a complete course, Robert

Nadere informatie

INLEIDING FUNCTIES 1. COÖRDINATEN

INLEIDING FUNCTIES 1. COÖRDINATEN INLEIDING FUNCTIES 1. COÖRDINATEN...1 2. FUNCTIES...2 3. ARGUMENT EN BEELD...3 4. HET FUNCTIEVOORSCHRIFT...4 5. DE FUNCTIEWAARDETABEL...5 6. DE GRAFIEK...6 7. FUNCTIES HERKENNEN...7 8. OPLOSSINGEN...9

Nadere informatie

Kunstwetenschappers, archeologen, historici, juristen, criminologen, pol&soc ers (eerste 8 rijen) Psychologen en pedagogen (rijen 9,10 en11)

Kunstwetenschappers, archeologen, historici, juristen, criminologen, pol&soc ers (eerste 8 rijen) Psychologen en pedagogen (rijen 9,10 en11) Wil je (ongeveer) per vooropleiding plaatsnemen? Dank je wel! Kunstwetenschappers, archeologen, historici, juristen, criminologen, pol&soc ers (eerste 8 rijen) Psychologen en pedagogen (rijen 9,10 en11)

Nadere informatie

Functies van meer variabelen voor dummy s

Functies van meer variabelen voor dummy s Functies van meer variabelen voor dummy s Dit is een 'praktische gids voor dummy s'. Hieronder kun je een aantal voorbeelden met uitleg vinden, oefeningen en uitwerkingen. De voorbeelden komen deels uit

Nadere informatie

Hertentamen WISN101 Wiskundige Technieken 1 Do 5 jan :30 16:30

Hertentamen WISN101 Wiskundige Technieken 1 Do 5 jan :30 16:30 Hertentamen WISN0 Wiskundige Technieken Do 5 jan 207 3:30 6:30 Normering voor 4 pt vragen (andere vragen naar rato): 4pt Goed begrepen en goed uitgevoerd met voldoende toelichting, eventueel enkele onbelangrijke

Nadere informatie

(iii) Enkel deze bundel afgeven; geen bladen toevoegen, deze worden toch niet gelezen!

(iii) Enkel deze bundel afgeven; geen bladen toevoegen, deze worden toch niet gelezen! Examen Wiskundige Basistechniek, reeks A 12 oktober 2013, 13:30 uur Naam en Voornaam: Lees eerst dit: (i) Naam en voornaam hierboven invullen. (ii) Nietje niet losmaken. (iii) Enkel deze bundel afgeven;

Nadere informatie

III.3 Supremum en infimum

III.3 Supremum en infimum III.3 Supremum en infimum Zowel de reële getallen als de rationale getallen vormen geordende lichamen. Deze geordende lichamen zijn echter principieel verschillend. De verzameling R is bijvoorbeeld aanzienlijk

Nadere informatie

18.I.2010 Wiskundige Analyse I, theorie (= 60% van de punten)

18.I.2010 Wiskundige Analyse I, theorie (= 60% van de punten) 8.I.00 Wiskundige Analyse I, theorie 60% van de punten) Beantwoord elk van de vragen I,II,III en IV op één van de dubbele geruite bladen. Schrijf op elk van die dubbele geruite bladen, bovenaan de eerste

Nadere informatie

Bijlage 11 - Toetsenmateriaal

Bijlage 11 - Toetsenmateriaal Bijlage - Toetsenmateriaal Toets Module In de eerste module worden de getallen behandeld: - Natuurlijke getallen en talstelsels - Gemiddelde - mediaan - Getallenas en assenstelsel - Gehele getallen met

Nadere informatie

Eenparige rechtlijnige beweging

Eenparige rechtlijnige beweging Eenparige rechtlijnige beweging Leerplandoelen FYSICA TWEEDE GRAAD ASO WETENSCHAPPEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/009 5.1.1 Snelheid B1 In concrete voorbeelden van beweging het

Nadere informatie

Opdracht 1 bladzijde 8

Opdracht 1 bladzijde 8 Opdrachten Opdracht bladzijde 8 Uit een stuk karton met lengte 45 cm en breedte 8 cm knip je in de vier hoeken vierkantjes af met zijde cm. Zo verkrijg je een open doos. 8 cm 45 cm Hoe groot is het volume

Nadere informatie

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak wiskunde A vwo, tweede tijdvak (2018). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende

Nadere informatie

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback

IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback IJkingstoets burgerlijk ingenieur 30 juni 2014 - reeks 2 - p. 1 IJkingstoets burgerlijk ingenieur juni 2014: algemene feedback In totaal namen 716 studenten deel aan de ijkingstoets burgerlijk ingenieur

Nadere informatie

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie. 1) Met een positief exponent in de term(en) ( )

Machtsfuncties al dan niet samengesteld in de vorm van een polynoom- of veeltermfunctie. 1) Met een positief exponent in de term(en) ( ) Het volgende onderwerp is functie-onderzoek Dit is herhaling VWO-stof + nieuwe begrippen uit Kaper hfst 3 We bekijken de functies wiskundig en soms vanuit economisch oogpunt ( begrenzingen variabelen ).

Nadere informatie

Deel 3 havo. Docentenhandleiding havo deel 3 CB

Deel 3 havo. Docentenhandleiding havo deel 3 CB Deel 3 havo De hoeveelheid leerstof is gebaseerd op drie lesuren per week. Met drie lesuren is het in ieder geval mogelijk om de basisstof van tien hoofdstukken door te werken, eventueel met de verkorte

Nadere informatie

voorkennis wiskunde voor Farmaceutische wetenschappen en Biomedische wetenschappen

voorkennis wiskunde voor Farmaceutische wetenschappen en Biomedische wetenschappen Onderstaand overzicht volgt de structuur van het boek Wiskundige basisvaardigheden met bijhorende website. Per hoofdstuk wordt de strikt noodzakelijke voorkennis opgelijst: dit is leerstof die gekend wordt

Nadere informatie

Hoofdstuk 10: Partiële differentiaalvergelijkingen en Fourierreeksen

Hoofdstuk 10: Partiële differentiaalvergelijkingen en Fourierreeksen Hoofdstuk : Partiële differentiaalvergelijkingen en Fourierreeksen Partiële differentiaalvergelijkingen zijn vergelijkingen waarin een onbekende functie van twee of meer variabelen en z n partiële afgeleide(n)

Nadere informatie

III.2 De ordening op R en ongelijkheden

III.2 De ordening op R en ongelijkheden III.2 De ordening op R en ongelijkheden In de vorige paragraaf hebben we axioma s gegeven voor de optelling en vermenigvuldiging in R, maar om R vast te leggen moeten we ook ongelijkheden in R beschouwen.

Nadere informatie

De studie van vlakke krommen gegeven in parametervorm. Lieve Lemmens en Andy Snoecx

De studie van vlakke krommen gegeven in parametervorm. Lieve Lemmens en Andy Snoecx De studie van vlakke krommen gegeven in parametervorm Doelstellingen Lieve Lemmens en An Snoecx Deze tekst stelt een voorbeeld van de analyse van een kromme met de Texas TI-NSpire (en/of computersoftware)

Nadere informatie

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015 Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. Elk vraagstuk is maximaal 10 punten waard. Begin elke opgave op een nieuw vel papier. µkw uitwerkingen 12 juni 2015 Vraagstuk 1. We kunnen

Nadere informatie

Faculteit Industriële Wetenschappen

Faculteit Industriële Wetenschappen Faculteit Industriële Wetenschappen Campus Geel Vakantiecursussen Wiskunde en Chemie 2013 Algemene informatie De vakantiecursussen zijn opgesplitst in modules. Je hoeft niet voor al deze modules in te

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 - Transformaties

Hoofdstuk 3 - Transformaties Hoofdstuk - Transformaties Voorkennis: Standaardfuncties bladzijde 70 V-a f () = g () = sin h () = k () = log m () = n () = p () = b D f = [0, en B f = [0, ; D g = en B g =[, ] ; D h = en B h = 0, ; D

Nadere informatie

Begeleid Zelfstandig Leren (BZL)

Begeleid Zelfstandig Leren (BZL) Begeleid Zelfstandig Leren (BZL) De Beaalde Integraal - Riemannsommen 1 Rijvariabelen u en v van het grafisch rekentoestel.... 1.1 Rijen.... 1. Odracht 1... 1.3 Rekentoestel... 3 1.4 Odracht... 4 1.5 Odracht

Nadere informatie

Automaten en Berekenbaarheid 2016 Oplossingen #4

Automaten en Berekenbaarheid 2016 Oplossingen #4 Automaten en Berekenbaarheid 2016 Oplossingen #4 28 oktober 2016 Vraag 1: Toon aan dat de klasse van context vrije talen gesloten is onder concatenatie en ster. Antwoord Meerdere manieren zijn mogelijk:

Nadere informatie

Verloop van goniometrische en cyclometrische functies

Verloop van goniometrische en cyclometrische functies Verloop van goniometrische en cyclometrische functies Meetkundige definitie Definities sin tan cos cos cot sin sec cos csc sin Hoofdformules sin + cos tan + sec cos cot + csc sin cot tan sin 0 cos tan

Nadere informatie

Model Interactie Analyse (MIA) rekenen-wiskunde Hilde Amse en Wil Oonk

Model Interactie Analyse (MIA) rekenen-wiskunde Hilde Amse en Wil Oonk Model Interactie Analyse (MIA) rekenen-wiskunde Hilde Amse en Wil Oonk Inleiding Met het Model MIA kunnen de interactiehandelingen van de leraar geobserveerd en geanalyseerd worden, met het uiteindelijke

Nadere informatie

Ter Leering ende Vermaeck

Ter Leering ende Vermaeck Ter Leering ende Vermaeck 15 december 2011 1 Caleidoscoop 1. Geef een relatie op Z die niet reflexief of symmetrisch is, maar wel transitief. 2. Geef een relatie op Z die niet symmetrisch is, maar wel

Nadere informatie

Naam: Studierichting: Naam assistent:

Naam: Studierichting: Naam assistent: Naam: Tussentijdse Toets Wiskunde I ste bachelor Biochemie & Biotechnologie, Chemie, Geografie, Geologie, Informatica, Schakelprogramma Master Toegepaste Informatica, Master Chemie donderdag 4 november

Nadere informatie