veiligheidsmonitor 2008 lokale verwerking politiezone Vlas/Kortrijk

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "veiligheidsmonitor 2008 lokale verwerking politiezone Vlas/Kortrijk"

Transcriptie

1 veiligheidsmonitor lokale verwerking politiezone Vlas/

2 INHOUD INHOUD 1 INLEIDING 1 WAT IS DE VEILIGHEIDSMONITOR... 1 STEEKPROEFOPZET... 1 GEBRUIK VAN HET BETROUWBAARHEIDSINTERVAL... 3 DE RESULTATEN... 4 Federaal 4 Voor de en... 4 BIJ DE PRESENTATIE DIE VOLGT BUURTPROBLEMEN ERVAART U DE VOLGENDE ZAKEN ALS EEN PROBLEEM IN UW BUURT? : evolutie Buurtproblemen per thema: vergelijking per geografische entiteit voor HOE VINDT U DAT UW BUURT ERUIT ZIET? ONVEILIGHEIDSGEVOELENS ALGEMEEN ONVEILIGHEIDSGEVOEL SLACHTOFFERSCHAP DELICTEN OP HUISHOUDENSNIVEAU Aandeel van elk type delict Slachtofferschap per type delict: vergelijking per geografische entiteit en evolutie DELICTEN OP PERSOONSNIVEAU Aandeel van elk type delict Slachtofferschap per type delict: vergelijking per geografische entiteit en evolutie MELDING EN AANGIFTE: ENKEL FEDERALE RESULATEN! De Veiligheidsmonitor, een indicator van het dark number Delicten op huishoudensniveau: federale resultaten Delicten op persoonsniveau LAATSTE DELICT REDENEN VAN MELDING: FEDERALE RESULTATEN! REDENEN VAN NIET-MELDING: FEDERALE RESULTATEN! TEVREDENHEID MET BETREKKING TOT HET POLITIECONTACT N.A.V. SLACHTOFFERSCHAP Globale tevredenheid en tevredenheid op specifieke punten: Globale tevredenheid en tevredenheid op specifieke punten: vergelijking per geografische entiteit CONTACTEN TUSSEN DE BEVOLKING EN DE POLITIEDIENSTEN BUITEN HET SLACHTOFFERSCHAP REDEN LAATSTE POLITIECONTACT TEVREDENHEID MET BETREKKING TOT HET LAATSTE POLITIECONTACT Globale tevredenheid en tevredenheid op specifieke punten: Globale tevredenheid en tevredenheid op specifieke punten: vergelijking per geografische entiteit Vergelijking tevredenheid politiecontact bij slachtofferschap en ander politiecontact: POLITIEFUNCTIONEREN ALGEMENE BEOORDELING VAN HET POLITIEFUNCTIONEREN IN DE EIGEN GEMEENTE Vergelijking van de geografische entiteiten KWALITEITEN VAN DE POLITIE ERKEND TIJDENS DE UITOEFENING VAN HUN BEROEP Vergelijking van de geografische entiteiten BELANG DAT DE RESPONDENTEN HECHTEN AAN DE VERSCHILLENDE POLITIETAKEN: KORTRIJK TEVREDENHEID OVER DE KWALITEIT VAN DE VERSCHILLENDE POLITIETAKEN Vergelijking per geografische entiteit BELANG NAAST BEOORDELING POLITIEDIENSTEN OP VERSCHILLENDE POLITIETAKEN: KORTRIJK DE WIJKAGENT BUNDELING VAN DE CONCLUSIES 45

3 INLEIDING Voor deze inleiding werd de tekst grotendeels overgenomen van de Leeswijzer die de Federale Politie ons ter beschikking stelde. Waar vereist werden enkele toelichtingen bijgevoegd specifiek voor de Politiezone Vlas/. WAT IS DE VEILIGHEIDSMONITOR De Veiligheidsmonitor is een bevolkingsonderzoek, gerealiseerd in opdracht van de Minister van Binnenlandse Zaken. De dataverzameling voor de Monitor vond plaats in de loop van het eerste semester van Het onderzoek gaat over de veiligheid en het slachtofferschap van de burgers en het functioneren van de politiediensten. Het werd zo uitgevoerd dat er zowel op het federaal niveau als op het lokaal niveau van enkele gemeenten en politiezones resultaten beschikbaar zijn. Met name de gemeenten met een veiligheids- en preventiecontract (waaronder ) en de bijhorende politiezones (dus ook ) beschikken over een lokale Veiligheidsmonitor. Aan alle gemeenten en politiezones werd tevens de mogelijkheid aangeboden mee lokaal op te stappen of hun steekproef te vergroten. Wegens budgettaire beperkingen zijn er in echter geen resultaten beschikbaar op niveau van de (meergemeente)zone. De resultaten van de enquête worden in verschillende tabellenrapporten voorgesteld, namelijk in het federaal rapport, in het vergelijkend rapport (federaal, gewesten, provincies, gemeentetypen, politiezonecategorieën, gerechtelijke arrondissementen) en in lokale rapporten (politiezones, gemeenten). 1 De Veiligheidsmonitor berust op een representatieve steekproef. Zoals andere onderzoeken die zich baseren op een steekproef om uitspraken te doen die generaliseerbaar zijn naar de populatie, laat dit onderzoek geen 100% zekere uitspraken toe. Men moet rekening houden met een foutenmarge. Zo kan men op grond van een steekproef van 500 respondenten niet beweren dat 20% van de bevolking zich onveilig voelt. Men kan enkel beweren dat, met een foutenmarge van (bijvoorbeeld) 10 op 100, tussen 17% en 23% van de bevolking zich onveilig voelt. Op federaal niveau en in de meeste deelnemende gemeenten vond de enquête reeds voor de zevende maal plaats. Over het geheel genomen zijn de resultaten dan ook vergelijkbaar in de tijd. Bepaalde resultaten zijn dat echter niet om reden van zekere wijzigingen die de vragenlijst van de enquête 2000 en hebben ondergaan. 2 STEEKPROEFOPZET De Veiligheidsmonitor is een meting die plaatsvindt bij een deel van de populatie (steekproef) en op basis waarvan wordt getracht betrouwbare uitspraken te doen over de ganse populatie. Of deze veralgemening (steekproef populatie) op een verantwoorde en geldige wijze kan worden gemaakt, hangt in grote mate af van de samenstelling en trekking van de steekproef (steekproefopzet). De validiteit van de resultaten wordt rechtstreeks bepaald door de representativiteit van de steekproef. Enkel wanneer kan worden verondersteld dat de groep van respondenten die worden bevraagd een getrouwe afspiegeling vormt van de gehele populatie, wordt het mogelijk geldige uitspraken te doen over deze populatie. In het kader van de Veiligheidsmonitor betreft de totale populatie de Belgische bevolking van 15 jaar of ouder, die het Nederlands of het Frans voldoende machtig is. 1 Het federaal en het vergelijkend rapport worden aangemaakt door de Federale Politie, de lokale rapporten worden door een aangeduide persoon in de politiezone/gemeente opgemaakt. 2 Dit reflecteert zich in bepaalde grafieken in deze analyse. Er werd geopteerd om waar mogelijk de evolutie te schetsen vanaf 2000 tot en met (dus 1997 en 1998 worden niet meer meegenomen)

4 De representativiteit kan op verschillende manieren worden gegarandeerd. Bovenal is het van belang dat wordt gewerkt met een toevalssteekproef. Indien op toevallige wijze een voldoende aantal respondenten wordt getrokken, mag men immers verwachten dat de steekproef een afspiegeling vormt van de populatie. Dit basisprincipe kan op twee manieren worden bijgestuurd. Ten eerste kan het toeval een handje worden geholpen door ervoor te zorgen dat de steekproef, wat een aantal bekende kenmerken betreft, een perfecte afspiegeling vormt van de populatie. Ten tweede kan ervoor worden gezorgd dat subgroepen binnen de populatie in voldoende getale aanwezig zijn, zodat ook binnen deze groepen de representativiteit maximaal wordt gegarandeerd. De Monitor maakt gebruik van beide manieren van bijsturing. Voor de lokale Veiligheidsmonitoren, op niveau van de gemeenten of ééngemeentezones, werden 350 individuen bevraagd, voor de 5 grote steden zijn dat er steeds 400. Er werden enkelvoudige toevalssteekproeven getrokken op het niveau van een gemeente of een politiezone. Vervolgens werd geopteerd voor een herweging, of post-stratificatie, volgens de leeftijd en het geslacht van de respondenten. Dit betekent dat er aan elke respondent een groot of klein gewicht wordt toegekend naargelang de categorie (van leeftijd en geslacht) waartoe hij behoort onder- dan wel oververtegenwoordigd is in de steekproef. Deze weegcoëfficiënten worden bij alle bewerkingen gebruikt - zowel bij het aanmaken van de tabellen als bij het berekenen van percentages/scores. Anders gezegd, de gepresenteerde cijfers zijn berekend op een "fictieve" steekproef die, wat leeftijd en geslacht betreft, een perfecte afspiegeling vormt van de populatie. Voor de lokale Veiligheidsmonitoren, op niveau van de meergemeente-zones, werden voorgaande jaren ook 350 enquêtes afgenomen. Voor de gemeente(n) met een vroeger veiligheids- en preventiecontract 3 werden alle 350 enquêtes gebruikt voor de zonale monitor en herwogen naar gelang het belang van de populatie uit deze gemeente tenoverstaande van de politiezone. In de andere gemeenten van de politiezone werden enkele bijkomende enquêtes afgenomen zodat het totaal van 350 enquêtes representatief verdeeld werd over de zone. Wegens budgettaire beperkingen zijn er in echter geen resultaten beschikbaar op niveau van de (meergemeente)zone. De steekproef op niveau van de federale Veiligheidsmonitor omvat respondenten. Deze enquêtes werden verder aangevuld met enquêtes uit de lokale monitoren en enquêtes uit de lokale opstappen. In totaal omvat de steekproef van de Veiligheidsmonitor aldus bijna enquêtes. Er werd een gestratificeerde toevalssteekproef getrokken. Het trekken van de respondenten verliep volgens vooraf bepaalde criteria (pre-stratificatie). Op voorhand werd nagegaan hoe de Belgische bevolking zich verdeelt over de gewesten, de provincies, de typologie van gemeenten. Naar gelang van deze verdelingen werd voor elk van deze territoriale entiteiten het aantal te ondervragen personen vastgelegd. De respondenten werden vervolgens op toevallige wijze geselecteerd binnen de gemeenten van de entiteiten. Zoals in werd rekening gehouden met het weegcoëfficiënt van de enquêtes voor de federale steekproef van enquêtes. Hierdoor zijn de betrouwbaarheidsintervallen (foutenmarge) kleiner. Merk op dat de herweging volgens leeftijd en geslacht (vermeld bij de lokale Monitoren) eveneens toegepast wordt voor de federale Monitor. Deze post-stratificatie is uitgevoerd op niveau van de provincie en de gemeentetypologieën. Opmerking: In de theoretische opzet van de Veiligheidsmonitor wordt een onderscheid gemaakt tussen een personensteekproef, samengesteld uit individuen, en een huishoudenssteekproef waarin de teleenheid het huishouden is. Aangezien de hierboven beschreven weging een persoonsweging is, mag deze niet zonder meer worden gebruikt om de huishoudenssteekproef te herwegen. Waar vragen worden gesteld op het niveau van het huishouden (huishoudenssteekproef) wordt deze herweging dan ook niet toegepast. Tenslotte dient te worden onderstreept dat de vragen van de Veiligheidsmonitor soms betrekking hebben op het huishouden van de respondent en soms op de respondent zelf. Tenslotte nog een woordje over (non-) coverage bij de Veiligheidsmonitor. De federale Veiligheidsmonitor beoogt representativiteit voor de Belgische bevolking van 15 jaar en ouder, die het Nederlands of het Frans voldoende machtig is. Het spreekt voor zich dat het steekproefkader een zo getrouw mogelijke afspiegeling van de doelpopulatie dient te zijn, en dat dekkingsfouten over- en onderdekking- bijgevolg best geminimaliseerd worden. Het steekproefkader van de Veiligheidsmonitor bestaat in eerste instantie uit alle huishoudens die op een bepaalde datum zijn opgenomen in het Infobel 4 telefoonbestand ; in tweede instantie wordt vervolgens binnen de 3 Sinds 1/01/2007 spreekt met niet meer van de 73 gemeenten met een veiligheids-en preventiecontract maar over de 102 gemeenten met een Strategisch Veiligheids- en Preventieplan (73 VPC gemeenten + 29 gemeenten met een drugplan). 4 Infobel omvat alle nummers die in de telefoonbestanden zijn opgenomen (Belgacom, Telenet, sommige gsmnummers,...) met uitzondering van privénummers en bedrijven

5 geselecteerde en telefonisch gecontacteerde huishoudens het individu gekozen dat 15 jaar of ouder is, en eerstjarig. Alle data-inzamelingsmethodes hebben hun voor- en nadelen en dat geldt evenzeer voor telefonische enquêtes. Na verschillende wetenschappelijke onderzoeken is gebleken dat de telefonische afname nog steeds de beste methode is voor zo n grootschalig onderzoek als de Veiligheidsmonitor. Verder onderzoek zal uitwijzen of een optimalere dekking kan bereikt worden door bijvoorbeeld verschillende methoden van dataverzameling te combineren (bv. telefonische enquêtes aangevuld met post- of internet-enquêtes). 5 GEBRUIK VAN HET BETROUWBAARHEIDSINTERVAL Bij het interpreteren en vergelijken van de cijfers moet worden rekening gehouden met hun nauwkeurigheid en betrouwbaarheid, die worden weerspiegeld in het betrouwbaarheidsinterval. Uitspraken gedaan op basis van steekproef-onderzoek zijn nooit 100% betrouwbaar. Een bewering als "6,61% van de bevolking werd slachtoffer van een diefstal" moet met de nodige omzichtigheid worden behandeld. Indien de steekproef, gebaseerd op een toevalstrekking, er lichtjes anders had uitgezien, was het bekomen percentage misschien 6,05 of 7,0 geweest. Het is dus noodzakelijk om bij de interpretatie van dit cijfer evenals bij de vergelijking ervan met andere cijfers, rekening te houden met het interval waarbinnen het zich situeert (betrouwbaarheidsinterval, afgekort B.I.). De breedte van dit interval of, anders gezegd, de nauwkeurigheid waarmee uitspraken worden gedaan is afhankelijk van de betrouwbaarheid die wordt beoogd. Een uitspraak als "het slachtofferpercentage ligt in de populatie tussen 0 en 100%" is bijvoorbeeld wel 100% betrouwbaar, maar brengt geen nieuwe kennis bij. Een maximale betrouwbaarheid gaat gepaard met een minimale nauwkeurigheid. Hoe lager de gewenste betrouwbaarheid waarmee men uitspraken wil doen, hoe groter de nauwkeurigheid van die uitspraken. Het komt er dus op aan een aanvaardbaar evenwicht te vinden tussen beide parameters (betrouwbaarheid / nauwkeurigheid). In de Veiligheidsmonitor wordt steeds een betrouwbaarheid van 90% nagestreefd. De elementen die bij de berekening van het betrouwbaarheidsinterval worden gebruikt en die de breedte van dit interval bepalen, zijn, naast de gewenste betrouwbaarheid, de steekproefomvang (hoe groter de steekproef, hoe kleiner het interval) en de spreiding van het geobserveerde kenmerk (hoe groter de spreiding, hoe groter het interval). De algemene regel: indien de betrouwbaarheidsintervallen van twee te vergelijken kerncijfers elkaar overlappen, verschillen deze cijfers niet significant van elkaar gegeven het vastgelegde 90%-betrouwbaarheidsniveau. Fictief voorbeeld: het geschatte slachtofferpercentage voor diefstallen (totaal) bedraagt 10,4 in stad X en ligt met een zekerheid van 90% tussen 8,81 en 11,99; het federale percentage bedraagt 6,61 en ligt tussen 5,55 en 7,67. Aangezien de twee intervallen elkaar niet overlappen (7,67 is kleiner dan 8,81), kan men, gegeven het gehanteerde betrouwbaarheidsniveau, stellen dat het slachtofferpercentage voor de rubriek in kwestie in stad X significant afwijkt van het federale cijfer. Indien daarentegen het slachtofferpercentage inzake lichamelijk geweld (bedreiging of slachtoffer) in stad X 5,33 bedraagt en ligt tussen 4,16 en 6,49, terwijl het federale percentage van 4,41 zich situeert in een interval gaande van 3,54 tot 5,29, dan kan er geen significant verschil worden vastgesteld (de intervallen overlappen elkaar). 5 Zie NOTESUMO-onderzoek (Handboek Veiligheidsmonitor). Doordat niet iedereen over een telefoon beschikt kan het zijn dat mensen met een vaste lijn over andere socio-demografische achtergrondvariabelen beschikken dan mensen die geen vaste lijn hebben. Aangezien we een zo groot mogelijk representativiteit nastreven is het van belang dat de populatie (naar socio-demo s) zo goed mogelijk vertegenwoordigd is in de steekproef. Uit de resultaten van de Veiligheidsmonitor blijkt echter dat vooral de jongeren ondervertegenwoordigd zijn in de steekproef. Vermoedelijk zijn zij minder bereikbaar via een vaste lijn en beschikken ze eerder enkel over een GSM. Het afgelopen decennium is bovendien het aantal mensen dat (enkel) via een mobiele telefoon bereikbaar is, drastisch toegenomen. Het Infobel telefoonnummer-bestand dat bij de steekproeftrekking van nagenoeg elke telefonische survey in ons land -dus ook de Veiligheidsmonitor- wordt benut, bevat echter uitsluitend vaste telefoonlijnen. Formeel gezien gaat men er met andere woorden vanuit dat zij die niet via een vaste telefoonlijn bereikbaar zijn, niet fundamenteel verschillen in hun houding ten aanzien van de buurt, van de politie, hun onveiligheidsgevoel en slachtofferschap, van hen die wel een vaste telefoonlijn bezitten. Gezien de telefonische enquête de beste datainzamelingsmethode is voor de Veiligheidsmonitor en er geen lijsten beschikbaar zijn met gsm-nummers, is een optimalere dekking nog niet voor de hand liggend. In de toekomst zullen (naar aanleiding van het NOTESUMO-onderzoek) post- en webenquêtes worden afgenomen naast de telefonische bevraging, om ook de mensen zonder vaste telefoonlijn te kunnen bereiken

6 DE RESULTATEN Federaal Voor de federale Veiligheidsmonitor verwijzen we naar de website van de Federale Politie ( Hier vindt u een voorwoord, een handboek, de vragenlijst, de leeswijzer bij de tabellen, een rapport met de grote tendensen, de resultaten (tabellen) van de federale enquête, de vergelijkende tabellen gewesten/provincies/zonetypes/gemeentetypes, de vergelijkende tabellen per gerechtelijk arrondissement. Ook voor de gemeenten en politiezones die toestemmen in de publicatie kunnen de tabellen daar gevonden worden. Voor de en Zoals hierboven reeds vermeld zijn er in deze versie van de Veiligheidsmonitor geen resultaten beschikbaar op het niveau van de meergemeente-zones. In de federale Leeswijzer wordt in een bijlage de gebruikte gemeentetypologie toegelicht. behoort volgens deze typologie tot de regionale steden. In deze bijlage worden ook de gebruikte politiezonecategorieën toegelicht. De behoort volgens deze regels, die de verstedelijkingsgraad meten, tot de zones van categorie 2 6 (afgekort tot in de grafieken). In de bespreking die volgt, werden - waar mogelijk - de resultaten van en de regionale steden opgenomen, maar aangezien er geen resultaten beschikbaar zijn voor de worden de resultaten van nooit meegenomen in beschrijvende commentaren. 6 Hierna volgt het lijstje van de regionale steden (in vet en schuin, 17 over gans waarvan 11 in ) en de politiezones van categorie 2. Deze komen, op uitzondering van Turnhout, overeen met de politiezones die een regionale stad bevatten. Daarnaast behoren ook de politiezones met de gemeenten van de rand rond Brussel tot categorie 2. Aalst Antoing/Brunehaut/Rumes/Tournai Arlon/Attert/Habay/Martelange As/Genk/Opglabbeek/Zutendaal Brugge Diepenbeek/Hasselt/Zonhoven Dison/Pepinster/Verviers Hooglede/Izegem/Roeselare /Kuurne/Lendelede La Louvière Leuven Mechelen Mons/Quévy Namur Oostende Sint-Niklaas Anderlecht/Sint-Gillis/Vorst Etterbeek/Sint-Lambrechts-Woluwe/Sint-Pieters-Woluwe Evere/Schaarbeek/Sint-Joost-Ten-Node Ganshoren/Jette/Koekelberg/Sint-Agatha-Berchem/Sint-Jans-Molenbeek Oudergem/Ukkel/Watermaal-Bosvoorde Bemerk: Turnhout is een regionale stad, maar de politiezone Politie regio TURNHOUT (Baarle-Hertog/Beerse/Kasterlee/Lille/Oud-Turnhout/Turnhout/Vosselaar) is van categorie

7 BIJ DE PRESENTATIE DIE VOLGT Er werd geopteerd om een presentatie te maken waar de resultaten uit de tabellen, die ons federaal werden aangereikt, in grafiekvorm uitgezet werden, wat de interpreteerbaarheid ten goede komt. In bijna alle grafieken werden de betrouwbaarheidsintervallen ook uitgezet, dit om gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de volledige populatie van de verschillende entiteiten. Tot ergernis van de lezer misschien wordt het woord significant keer op keer gebruikt. De meeste betrouwbaarheidsintervallen waren niet beschikbaar in de aangereikte tabellen en werden door ons berekend in Excel. Het gebruik van een ander softwarepakket kan ervoor zorgen dat er enkele procentpunten verschil zit op de betrouwbaarheidsintervallen. Hierna volgen de grote tendensen van de Veiligheidsmonitor per module. De achtergrondkenmerken van de respondenten komen niet aan bod. Desgewenst kan er nog een uitdieping gebeuren van bepaalde modules. Hilde Wylin Strategisch analist - 5 -

8 1. BUURTPROBLEMEN 1.1. ERVAART U DE VOLGENDE ZAKEN ALS EEN PROBLEEM IN UW BUURT? : evolutie Ervaart u de volgende zaken als een probleem in uw buurt? % van de ondervraagden die de verschillende items "helemaal wel" als een probleem in hun buurt ervaren 25% 20% 15% 5% 0% gerangschikt volgens dalend % in 20% 19% 18% 17% 16% 16% 16% 16% 16% 15% 16% 14% 15% 15% 13% 13% 13% 13% 13% 13% 12% 13% 12% 11% 11% 11% 9% 9% 8% 9% 9% 8% 8% 8% Onaangepaste snelheid in het verkeer Inbraak in woningen of andere gebouwen Fietsendiefstal Rommel op straat Geluidsoverlast door verkeer Agressief verkeersgedrag Diefstal uit auto's Autodiefstal 8% 8% 7% 7% 8% 7% 7% 6% 6% 6% 6% 6% 7% 6% 6% 6% 5% 5% 5% 6% 6% 6% 6% 5% 5% 6% 5% 5% 5% 5% 6% 5% 5% 6% 5% 5% 4% 4% 4% 3% 4% 3% 4% 3% Mensen worden op straat lastiggevallen Overlast verbonden aan druggebruik Geweld Vernieling van telefooncellen, bus- of tramhokjes Andere vormen van geluidsoverlast Bedreiging Aanrijdingen Overlast van groepen jongeren 2000 Bekladde muren en/of gebouwen Buurtproblemen zijn onder te brengen in verschillende thema s: verkeer, diefstal, verloedering, geweld/bedreiging, overlast. In de grafiek staan de buurtproblemen gerangschikt volgens dalend % in : onaangepaste snelheid in het verkeer wordt het meest als problematisch ervaren, trouwens significant gestegen t.o.v.. Ook de andere verkeersgerelateerde items scoren hoog: geluidsoverlast door verkeer en agressief verkeersgedrag. Daarnaast hebben veel mensen problemen met alles wat diefstallen aangaat: vooral met inbraken in woningen/andere gebouwen en fietsdiefstallen, diefstallen uit auto s en autodiefstal. Bemerk hierbij de daling bij de diefstallen uit auto s, deze volgt de dalende trend van de criminaliteitsstatistieken. De mensen hebben minder last van verloedering (behalve dan van rommel op straat), geweld/bedreiging en overlast

9 Buurtproblemen per thema: vergelijking per geografische entiteit voor Diefstallen Ervaart u de volgende zaken als een probleem in uw buurt? % van de ondervraagden die de verschillende items "helemaal wel" als een probleem in hun buurt ervaren Vergelijking per geografische entiteit - diefstal - 25% 25% 22% 20% 20% 19% 15% 16% 14% 16% 12% 12% 12% 11% 11% 11% 8% 11% 8% 9% 14% 12% 11% 8% 9% 7% 8% 5% 0% West- West- West- West- Inbraak in woningen of andere gebouwen Fietsendiefstal Diefstal uit auto's Autodiefstal Geen significante verschillen Geen significante verschillen - 7 -

10 Verkeer Ervaart u de volgende zaken als een probleem in uw buurt? % van de ondervraagden die de verschillende items "helemaal wel" als een probleem in hun buurt ervaren Vergelijking per geografische entiteit - verkeer - 30% 28% 27% 29% 25% 20% 20% 19% 21% 23% 17% 19% 15% 5% 15% 9% 6% 8% 12% 9% 8% 8% 4% 7% 6% 6% 7% 0% West- West- West- West- Onaangepaste snelheid in het verkeer Geluidsoverlast door verkeer Agressief verkeersgedrag Aanrijdingen reg.sted., West- reg.sted., - 8 -

11 Geweld/bedreiging Ervaart u de volgende zaken als een probleem in uw buurt? % van de ondervraagden die de verschillende items "helemaal wel" als een probleem in hun buurt ervaren Vergelijking per geografische entiteit - geweld/bedreiging - 16% 14% 12% 8% 6% 4% 13% 7% 9% 7% 7% 4% 7% 5% 6% 8% 2% 0% West- West- Geweld Bedreiging - 9 -

12 Verloedering Ervaart u de volgende zaken als een probleem in uw buurt? % van de ondervraagden die de verschillende items "helemaal wel" als een probleem in hun buurt ervaren Vergelijking per geografische entiteit - verloedering - 25% 20% 21% 18% 18% 17% 15% 5% 12% 13% 6% 12% 6% 7% 14% 13% 3% 8% 5% 5% 9% 0% West- West- West- Rommel op straat Vernieling van telefooncellen, bus- of tramhokjes Bekladde muren en/of gebouwen reg.sted. en reg.sted. en reg.sted. en

13 Overlast Ervaart u de volgende zaken als een probleem in uw buurt? % van de ondervraagden die de verschillende items "helemaal wel" als een probleem in hun buurt ervaren Vergelijking per geografische entiteit - overlast - 14% 12% 12% 11% 8% 6% 4% 7% 8% 5% 6% 8% 7% 6% 7% 5% 8% 5% 6% 9% 4% 8% 4% 4% 8% 2% 0% West- West- West- West- Mensen worden op straat lastiggevallen Overlast verbonden aan druggebruik Andere vormen van geluidsoverlast Overlast van groepen jongeren Geen significante verschillen Geen significante verschillen reg.sted. en

14 1.2. HOE VINDT U DAT UW BUURT ERUIT ZIET? "Hoe vindt u dat uw buurt eruit ziet?" % van de ondervraagden dat "heel verzorgd" antwoordt Vergelijking per geografische entiteit % 48% 46% 44% 42% 40% 38% 36% 34% 32% 30% 28% 26% 24% 44.1% 39.0% 41.4% 29.4% 28.8%28.1%27.5% 7.5% 41.2% 38.2% 37.0% 35.0% 2.0% 34.1% 33.0% 31.1% 30.0% 5.1%45.2%45.0% 42.8% 41.7% 1.2% 42.2% 40.2% 38.9% 38.4% 34.0% 2.8% 32.6% 31.5% 30.7% Regionale steden West- Daar waar in de bevolking van significant meer vond dan in de regionale steden en dat haar buurt er heel verzorgd uitzag, is dit in niet meer het geval. Er is geen significant verschil meer. De trend is overal dalend, volgt deze. In werd de verzorgdheid van de buurt over gans West- beter gequoteerd dan in

15 2. ONVEILIGHEIDSGEVOELENS 2.1. ALGEMEEN ONVEILIGHEIDSGEVOEL "Gebeurt het dat u zich onveilig voelt?" % van de ondervraagden dat "altijd" of "vaak" antwoordt 18% Vergelijking per geografische entiteit % 14% 12% 8% 6% 12.1% 9.6% 7.8% 13.2% 11.8% 11.5% 9.5% 12.8% 0.8% 10.5% 9.1% 8.2% 1.3% 10.9% 9.8% 8.9% 7.9% 7.4% 6.3% 6.5% 6.8% 5.6% 0.3% 9.1% 7.3% 7.0% 5.9% 2.4% 11.7% 9.6% 9.2% 7.9% 4% 2% Regionale steden West- In stelt tussen de 6 % en 10 % van de bevolking dat ze zich altijd of vaak onveilig voelt. Dit is niet significant verschillend dan in en ook niet significant verschillend van de andere geografische entiteiten. We zien overal een dalende trend, in en is deze daling zelfs significant. Ook volgt deze trend.

16 3. SLACHTOFFERSCHAP DELICTEN OP HUISHOUDENSNIVEAU Men wordt niet noodzakelijk slachtoffer in de eigen gemeente, per type delict kan dat trouwens erg verschillen. In de bevraging van werden de slachtoffers van diefstal uit auto slechts in 67% van de gevallen slachtoffer in de eigen gemeente, voor vernieling aan auto s was dit 68%, voor diefstal van een fiets 91% en voor andere vernielingen 93%. Vandaar ook dat men slechts met de nodige omzichtigheid de Veiligheidsmonitor met de criminaliteitscijfers kan vergelijken Aandeel van elk type delict Slachtofferschap bevraagden Delicten op huishoudensniveau: aandeel van elk type delict - Slachtofferschap bevraagden Delicten op huishoudensniveau: aandeel van elk type delict - Inbraak in woning (voltrokken); 6% Diefstal van een auto; 1% Diefstal uit een auto; 8% Poging tot inbraak (zonder diefstal); Diefstal uit een auto; 2% Inbraak in woning met diefstal; 4% Poging tot inbraak in een woning; 8% Vernieling aan een auto; 45% Diefstal van een fiets; 18% Vernieling aan een auto; 44% Vernieling (excl. auto/inbraak); 15% Diefstal van een fiets; 16% Vernieling (excl. auto/inbraak); 22% Op de 350 bevraagden in kwam in 173 keer slachtofferschap voor, in 191 keer. Eén bevraagde kan ook meer keer slachtoffer worden. Van de delicten waarvan men slachtoffer werd, toont bovenstaande grafiek het aandeel van elk type delict. Meer dan de helft van de delicten waarvan men slachtoffer wer, waren vernielingen (meest aan auto s, maar ook andere), daarna fietsdiefstallen, inbraken in woningen, tenslotte diefstallen uit auto s en (zeer minimaal) autodiefstal. In zien we t.o.v. de grootste categorieën nog groter worden. Bemerk ook de afname van slachtofferschap van diefstal uit auto s (cfr. ook minder genoemd als buurtprobleem en ook bevestigd door de criminaliteitsstatistieken). 7 Voor : het slachtofferschap in de periode van 12 maanden voorafgaand aan de datum waarop men bevraagd werd.voor : het slachtofferschap tussen 1 juli en 31 december

17 Slachtofferschap per type delict: vergelijking per geografische entiteit en evolutie Autodiefstal % huishoudens minstens 1 keer slachtoffer in de referentieperiode Vergelijking per geografische entiteit % 1.4% 1.2% 1.0% 0.8% 0.6% 0.4% 0.2% 0.0% 0.0% 0.3%0.3% 0.5% 0.9% 0.5%0.5% 0.0%0.0% 0.3%0.3% 0.0% 0.3% 0.4% 0.6% 0.3% 0.2% 0.2%0.2% 0.4% 0.2% 0.1% 0.6% 0.5% 0.4% 0.3%0.2% 1.1% 1.0% 0.6% 0.4%0.4% Voor veel te kleine aantallen om conclusies te trekken. Voor en : een dalende trend van slachtofferschap van autodiefstal tot, in stabilistering. Regionale steden West- Diefstal uit auto's % huishoudens minstens 1 keer slachtoffer in de referentieperiode Vergelijking per geografische entiteit Evolutie : significante daling in. 9.0% 8.0% 7.0% 6.0% 5.0% 4.0% 3.1% 3.0% 1.9% 2.1% 2.0% 1.0% 0.0% 6.4% 6.6% 6.3%6.4% 3.3% 2.0%2.0% 3.5% 0.9% 6.3% 4.2% 4.4% 3.8%3.9% 1.6%1.5%1.4% 2.6% 2.3% 3.5%3.5%3.6%3.5% 3.1% 5.2% 4.9% 5.3% 5.0%4.5% Voor de andere geografische entiteiten geen significante daling in. In was het slachtofferschap van diefstal uit auto s in niet lager dan elders, in wel: lager dan in de regionale steden, en. Regionale steden West

18 Vernieling aan auto's % huishoudens minstens 1 keer slachtoffer in de referentieperiode Vergelijking per geografische entiteit % 24.0% 22.0% 20.0% 18.0% 16.0% 14.0% 12.0% 10.0% 16.6% 17.0% 16.4% 8.0% 20.5%20.6% 18.9% 20.7% 19.5% 8.9% 17.7% 18.7% 16.9% 1.9% 18.9% 19.7% 17.2% 19.2% 6.3% 15.0% 13.2% 13.6% 14.3% 0.0% 16.6% 16.3%15.5% 16.1% 0.1% 17.2% 16.8%16.3%16.3% Evolutie : geen significante wijzigingen sedert Ook niet in de andere geografische entiteiten. Slachtofferschap van vernieling aan auto s in is gelijklopend met de andere geografische entiteiten. Regionale steden West- Fietsdiefstal % huishoudens minstens 1 keer slachtoffer in de referentieperiode 16.0% 14.0% 12.0% 10.0% 8.0% 6.0% 4.0% 10.7% 8.3% 7.4% 2.0% 5.5% 6.6% 6.3% 6.8% Vergelijking per geografische entiteit % 11.2% 8.4% 8.1% 8.8% 0.4% 7.1%7.0%7.1% 7.3% 7.4% 7.0% 7.9% 7.4% 7.6% 8.9% 6.2% 6.6% 6.4% 7.1% 7.2% 5.3%5.5% 5.2% 5.7% Evolutie en : geen significante wijzigingen sedert In de regionale steden, en was er een sterke daling van slachtofferschap van fietsdiefstal tussen 2000 en, daarna op hetzelfde peil gebleven. Slachtofferschap van fietsdiefstal lag in toch hoger dan gemiddeld in. Regionale steden West

19 Vernieling (excl. auto/inbraak) % huishoudens minstens 1 keer slachtoffer in de referentieperiode Vergelijking per geografische entiteit % 9.0% 8.0% 7.0% 6.0% 5.0% 4.0% 3.0% 5.4% 6.3% 6.0% 6.5% 6.4% 7.0% 7.2% 7.1% 6.6% 6.3% 6.0% 5.7% 7.3% 5.4% 6.1%6.1% 6.4% 4.9% 3.5% 4.2% 3.9% 4.5% 5.4% 4.9% 4.5% 4.7% 4.3% 6.6% 6.0% 5.8% 5.3% 5.3% Evolutie in : geen significante verschillen in de loop der jaren. In en is er een dalende trend vanaf 2000 tot. Geen significante verschillen tussen en de rest. 2.0% Regionale steden West- Inbraak in woning (poging/voltrokken) % huishoudens minstens 1 keer slachtoffer in de referentieperiode Vergelijking per geografische entiteit % 12.0% 10.0% 8.0% 6.0% 4.0% 2.0% 6.3% 5.1% 5.3% 0.0% 8.3% 7.0%7.0%7.0% 6.6% 6.3% 6.8% 5.1% 5.8% 0.2% 5.4% 5.6%5.5% 5.7% 6.2% 4.0%4.0% 3.7%3.4% 8.1% 6.7% 5.6% 4.9%5.1% 9.0% 8.3% 6.9% 6.1%6.1% Evolutie in : geen significante verschillen in de loop der jaren. In de andere geografische entiteiten was er overal een dalende trend na 2000 tot, in stabilisatie. Geen significante verschillen tussen en de rest. Regionale steden West

20 3.2. DELICTEN OP PERSOONSNIVEAU Zelfde opmerking als bij de delicten op huishoudensniveau: men wordt niet noodzakelijk slachtoffer in de eigen gemeente. De delicten waarvan men minder vaak in de eigen gemeente slachtoffer werd: bedreiging met lichamelijk geweld, slechts 62% slachtoffer in eigen gemeente in, lichamelijk geweld 44% en vluchtmisdrijf in het verkeer 52%. Vandaar ook dat men slechts met de nodige omzichtigheid de Veiligheidsmonitor met de criminaliteitscijfers kan vergelijken Aandeel van elk type delict Slachtofferschap bevraagden Delicten op persoonsniveau: aandeel van elk type delict - Slachtofferschap bevraagden Delicten op persoonsniveau: aandeel van elk type delict - Diefst. buitenshuis, slachtoffer afwezig; 4% Misdrijven tegen seksuele moraal; 6% Diefst. vanaf pers. met bedr./geweld; 2% Andere misdrijven; 2% Diefst. vanaf pers. zonder bedr./geweld; 9% Diefst. vanaf pers. met bedr./geweld; 2% Andere misdrijven; 5% Bedreiging lichamelijk geweld; 33% Lichamelijk geweld; 6% Bedreiging lichamelijk geweld; 49% Vluchtmisdrijf in het verkeer; 12% Diefst. vanaf pers. zonder bedr./geweld; 13% Lichamelijk geweld; 12% Misdrijf tegen seksuele moraal; 14% Vluchtmisdrijf in het verkeer; 17% Diefst. buitenshuis, slachtoffer afwezig; 13% Op de 350 bevraagden kwam in 112 keer slachtofferschap voor, in 89 keer (één bevraagde kan meer keer slachtoffer worden). Van deze delicten tonen bovenstaande grafieken het aandeel van elk delict. Het aandeel bedreigingen lichamelijk geweld is afgenomen, terwijl lichamelijk geweld toegenomen is, ook toegenomen zijn misdrijven tegen de seksuele moraal en diefstal buitenshuis, slachtoffer afwezig

21 Slachtofferschap per type delict: vergelijking per geografische entiteit en evolutie Diefstal vanaf persoon met bedreiging/geweld % bevraagden minstens 1 keer slachtoffer in de referentieperiode Vergelijking per geografische entiteit % 2.4% 2.2% 2.0% 1.8% 1.6% 1.4% 1.2% 1.0% 0.8% 0.7% 0.6% 0.3% 0.4% 0.4% 0.2% 0.0% 1.8% 1.0% 0.9% 0.7% 1.1% 0.7% 0.4% 0.5% 0.5% 1.0% 0.9% 0.5% 0.4%0.3% 0.6% 0.9% 0.3% 0.2% 0.2% 0.8% 0.7% 0.6% 0.5% 0.2% 0.9% 1.1% 0.6% 0.6% 0.4% Voor veel te kleine proporties om conclusies te trekken. In de andere entiteiten is er een dalende trend tussen en, significant voor Zontetype 2, en. Maar ook hier is het heel gevaarlijk om conclusies te trekken, wegens de minieme proporties. Regionale steden West- Diefstal vanaf persoon zonder bedreiging/geweld % bevraagden minstens 1 keer slachtoffer in de referentieperiode Vergelijking per geografische entiteit % 5.0% 4.0% 3.0% 2.0% 1.0% 2.8% 2.6% 2.1% 0.0% 4.4% 3.6% 3.8% 3.2% 2.0% 3.9% 2.6% 2.1% 2.0% 3.5% 3.5% 3.0% 3.0% 3.0% 2.6% 2.0% 2.1% 2.3% 1.5% 2.8% 2.3% 2.4% 2.3% 2.5% 3.5% 3.1% 2.8% 2.9% 2.8% Evolutie : geen significante verschillen in de loop der jaren. Ook in de andere entiteiten zijn er geen significante verschillen voor slachtofferschap van diefstal vanaf de persoon zonder bedreiging/geweld. Er zijn geen significante verschillen tussen en de andere entiteiten. Regionale steden West

22 Diefstal buitenshuis, slachtoffer afwezig % bevraagden minstens 1 keer slachtoffer in de referentieperiode 4.0% Vergelijking per geografische entiteit In is het slachtofferschap op hetzelfde peil gebleven sedert % 3.0% 2.5% 2.0% 1.5% 1.4% 1.1% 2.0% 1.5%1.6% 1.8% 1.3% 1.5% 1.3% 2.5% 1.6%1.6% 1.6% 1.4%1.3%1.3% 1.7% 1.6%1.7% 1.4%1.4% 1.2% 1.4% 2.1% 1.5% 1.6% 1.5% In West- was er een significante daling in, elders geen verschillen. 1.0% 0.5% 0.6% 0.9%0.9% 0.8% 0.7% 0.0% Regionale steden West- Bedreiging lichamelijk geweld % bevraagden minstens 1 keer slachtoffer in de referentieperiode 10.0% 9.0% 8.0% 7.0% 6.0% 5.0% 4.0% 3.0% 4.8% 4.1% 3.2% 2.0% 1.0% 0.0% 7.7% 7.9%8.1%8.5% Vergelijking per geografische entiteit % 2.6% 4.9% 6.1% 6.4% 6.5% 5.5% 6.7% 7.0%7.5% 4.4% 4.7% 4.1% 3.7% 5.8% 6.3% 5.1%5.1% 5.3% 6.5% 7.4% 7.1%6.6% 7.0% 7.4% In is het slachtofferschap van bedreiging met lichamelijk geweld tussen en wel significant toegenomen. In was er een sterke stijging tussen en. kende minder slachtofferschap dan de gemiddelde regionale stad in, daarna evenveel. Regionale steden West

23 Lichamelijk geweld % bevraagden minstens 1 keer slachtoffer in de referentieperiode 6.0% 5.0% 4.0% 3.0% 2.0% 1.0% 0.7% 1.9%1.8% 0.0% 2.8% 2.9% 2.5% Vergelijking per geografische entiteit % 3.3% 0.7% 2.4% 1.6% 2.5% 3.1% 2.1% 2.5% 2.1% 2.3% 1.5% 1.3% 1.5%1.6% 1.7% 2.2% 1.8% 1.4% 1.6% 1.5% 2.3% 2.4% 2.1%2.1% 2.7% In lijkt het slachtofferschap van lichamelijk geweld sterk te schommelen in de tijd, maar de proporties zijn vaak te klein om conclusies te kunnen trekken. Voor en kan men stellen dat er een stijging is van slachtofferschap van lichamelijk geweld in t.o.v. en. Geen significante verschillen tussen en de andere geografische entiteiten. Regionale steden West- Vluchtmisdrijf in het verkeer % bevraagden minstens 1 keer slachtoffer in de referentieperiode Vergelijking per geografische entiteit % 6.0% 5.0% 4.0% 3.0% 2.0% 1.0% 2.9% 1.3% 3.4% 4.1% 3.7% 3.1% 3.3% 4.2% 3.8% 3.0% 2.2% 1.5% 3.5% 3.7% 3.0% 3.4% 3.0% 2.8%2.9% 2.4%2.3% 1.9% 3.2% 3.0%2.7% 2.6% 2.8% 3.1% 3.2% 2.8%2.9% 3.0% Evolutie in : geen significante verschillen sedert In de andere entiteiten ook geen verschillen in de tijd. Geen significante verschillen tussen en de andere geografische entiteiten. 0.0% Regionale steden West

24 Misdrijven tegen de seksuele moraal % bevraagden minstens 1 keer slachtoffer in de referentieperiode Vergelijking per geografische entiteit % 3.0% Significante stijging in in t.o.v.. 2.5% Elders sedert of een stijgende trend. 2.0% 1.5% 1.0% 0.5% 0.2% 1.8% 0.2% 1.3% 1.1%1.1% 0.9% 1.3% 0.2% 1.0% 0.3% 2.0% 1.4% 0.2% 0.7%0.8% 1.2% 0.7% 0.5% 0.2% 0.3% 1.2% 1.3% 0.9% 0.8% 1.0% 1.3% 1.2% 1.2% 0.9% 0.9% 1.2% Geen significante verschillen tussen en de andere geografische entiteiten in. 0.0% Regionale steden West

25 3.3. MELDING 8 EN AANGIFTE 9 : ENKEL FEDERALE RESULATEN 10! De Veiligheidsmonitor, een indicator van het dark number Wat is het werkelijke aantal criminele feiten zoals inbraak, autodiefstal en lichamelijk geweld? De politiële en gerechtelijke statistieken geven enkel de cijfers weer van het aantal geverbaliseerde (geregistreerde) of vervolgde criminele feiten. Een heel deel van de feiten valt erbuiten aangezien hiervan geen aangifte werd gedaan. Men kan dit deel van de feiten omschrijven als het dark number ; het aantal criminele feiten zonder melding of aangifte en dat aldus verborgen blijft voor de statistieken. De veiligheidsmonitor kan een indicatie geven van het grey en dark number aangezien voor elke keer dat de respondent slachtoffer werd, gevraagd wordt of het feit al dan niet werd gemeld/aangegeven. Op basis van de module melding en aangifte kan dus het meldings- en aangiftepercentage van de verschillende feiten berekend worden. aangifte = PV PV politiële criminaliteitsstatistieken melding zonder aangifte (geen PV) = grey number geen PV dark number geen melding, noch aangifte (geen PV) 8 Bij een melding wordt er door de politie geen proces-verbaal gemaakt. Er komt dus geen politie-onderzoek en strafrechtelijke vervolging van de dader. Een melding kan ook door iemand anders dan het slachtoffer worden gedaan. Ook kan een melding anoniem gedaan worden en het is niet verplicht om de naam en adres van het slachtoffer op te geven. 9 Bij een aangifte stelt de politie aan de hand van de (getuigen-)verklaring een proces-verbaal op. Dit houdt in dat er een politie-onderzoek komt naar wat er is gebeurd. De rechercheur zal hiervoor enkele vragen moeten stellen. De vragen gaan over de aard van het delict, de plaats, het tijdstip enz. Met deze gegevens kan de politie een onderzoek instellen. Ook zal de politie vertellen wat er daarna gaat gebeuren, je kan aangeven dat geïnformeerd wilt worden over de voortgang van de zaak etc. Nadat de verklaring is opgesteld, krijg je het verslag te lezen. Je kunt dan wijzigingen en aanvullingen geven voordat je de verklaring ondertekent. 10 Veiligheidsmonitor -2009, Analyse van de federale enquête. Federale politie, algemene directie operationele ondersteuning, directie van de nationale gegevensbank, dienst beleidsgegevens. Ellen Van Den Bogaerde, Isabelle Van Den Steen en Annelies De Bie o.l.v. Patrizia Klinckhamers en Marc Vandendriessche

26 Delicten op huishoudensniveau: federale resultaten 11 Meldingspercentages van de delicten op huishoudensniveau : % 90% 80% 60% 50% 40% 30% 20% 98% 95% 95% 93% 90% 100% 90% 88% 88% 87% 83% 83% 83% 82% 78% 69% 67% 68% 67% 63% 54% 51% 51% 50% 51% 46% 46% 45% 46% % 29% 28% 25% 24% 24% 24% 24% 25% 22% Er kunnen 4 grote groepen onderscheiden worden: Autodiefstal, diefstal van een bromfiets en inbraak in woning (voltrokken) worden het meest gemeld, meer dan 75 % van de feiten. Opvallend toch wel de daling sedert van de meldingen van de voltrokken inbraken in woningen. Daarna volgen de diefstallen uit auto s. Diefstal van een fiets en pogingen tot inbraak in woning worden nog niet in de helft van de gevallen gemeld. Het percentage meldingen van fietsdiefstallen kende een terugval vanaf en lijkt nog verder af te nemen. Vernielingen worden het minst gemeld, nog geen 30 %. Autodiefstal Inbraak in woning (voltrokken) Diefstal van een bromfiets Diefstal uit auto's Diefstal van een fiets Inbraak in woning (poging) Vernieling Vernieling aan auto's 11 Voor melding en aangifte kunnen enkel de respondenten weerhouden worden die effectief slachtoffer werden. Omdat deze aantallen voor de / heel klein zijn, zeker per type delict, heeft het geen zin om op dit niveau meldings- en aangiftepercentages te bekijken. Daarom werden enkel de federale resultaten in grafiek gebracht. Zelfs voor het federale niveau zal u merken dat bepaalde betrouwbaarheidsintervallen zeer groot zijn door de kleine aantallen

27 Meldings- en aangiftepercentages van de delicten op huishoudensniveau - 100% 90% 80% 90% 88% 79% 78% 78% Melding Aangifte 67% 60% 58% 50% 46% 46% 40% 35% 30% 20% 28% 28% 17% 25% 19% Autodiefstal Inbraak in woning (voltrokken) Diefstal van een fiets Diefstal van een bromfiets Diefstal uit auto's Inbraak in woning (poging) Vernieling Vernieling aan auto's De grafiek geeft tegelijk de meldingspercentages en de aangiftepercentages weer, wat aantoont dat een melding niet automatisch leidt tot de ondertekening van een PV. Enkel voor autodiefstal en bromfietsdiefstal is er geen significant verschil tussen meldings- en aangiftepercentages. Voor alle andere delictvormen ligt het aangiftepercentage beduidend lager dan het meldingspercentage. Meest frappante verschillen: de fietsdiefstallen die door de nationaal bevraagden maar in 46 % van de gevallen gemeld werden, leidden uiteindelijk maar in 35 % tot een PV, dit zou betekenen dat uiteindelijk maar een groot derde van de fietsdiefstallen in de criminaliteitsstatistieken zou komen. Bij de pogingen woninginbraak zou dat nog minder dan een derde zijn. Voor vernielingen aan auto s en andere vernielingen werd in nog geen vijfde van de feiten een PV opgesteld

28 Delicten op persoonsniveau 12 80% 60% 50% 40% 30% 67% 67% 59% 58% 56% Meldingspercentages van de delicten op persoonsniveau : % 57% 54% 51% 49% 44% 41% 41% 41% 41% 39% 40% 40% 38% 38% 38% 36% 34% 32% 30% 2000 De meldingsbereidheid ligt voor delicten op persoonsniveau lager dan voor de delicten op huishoudensniveau. Enkel de diefstallen vanaf personen met en zonder bedreiging/geweld werden in (meer dan) de helft van de gevallen aan de politie gemeld: het percentage bedroeg respectievelijk 67% en 49%. De andere categorieën van delicten op persoonsniveau maken minder het voorwerp uit van een melding bij de politiediensten. Dit is vooral het geval bij seksuele delicten (nog geen ). Voor diefstallen vanaf de persoon zonder bedreiging/geweld is er sedert 2000 een dalende tendens waar te nemen. Voor de andere delictvormen zijn er schommelingen, maar geen duidelijke tendensen. 20% 18% 18% 16% 17% 14% 6% 8% 8% 6% 0% Diefst. vanaf pers. met bedr./geweld Vluchtmisdrijf in het verkeer Diefst. buitenshuis, slachtoffer afwezig Misdrijven tegen seksuele moraal Diefst. vanaf pers. zonder bedr./geweld Lichamelijk geweld Bedreiging lichamelijk geweld 12 Voor melding en aangifte kunnen enkel de respondenten weerhouden worden die effectief slachtoffer werden. Omdat deze aantallen voor de / heel klein zijn, zeker per type delict, heeft het geen zin om op dit niveau meldings- en aangiftepercentages te bekijken. Daarom werden enkel de federale resultaten in grafiek gebracht. Zelfs voor het federale niveau zal u merken dat bepaalde betrouwbaarheidsintervallen zeer groot zijn door de kleine aantallen

29 Meldings- en aangiftepercentages van de delicten op persoonsniveau : 80% 67% Melding Aangifte 60% 50% 49% 49% 40% 30% 41% 41% 40% 35% 29% 32% 26% 20% 17% 8% 7% 0% Diefst. vanaf pers. met bedr./geweld Vluchtmisdrijf in het verkeer Diefst. buitenshuis, slachtoffer afwezig Misdrijven tegen seksuele moraal Diefst. vanaf pers. zonder bedr./geweld Lichamelijk geweld Bedreiging lichamelijk geweld De grafiek geeft weer tegelijk de meldingspercentages en de aangiftepercentages weer, wat opnieuw aantoont dat een melding niet automatisch leidt tot de ondertekening van een PV. Bij de seksuele misdrijven is er geen significant verschil vast te stellen tussen het meldings- en het aangiftepercentage. Ten opzichte van is het aantal aangiften van de seksuele delicten in significant toegenomen, nl. van 3 % naar 7 %. Voor (bedreiging met) lichamelijk geweld is het aangiftepercentage beduidend lager dan het meldingspercentage. Ook voor diefstallen vanaf de persoon met en zonder bedreiging/geweld is er een (minder afgelijnd) verschil. Voor de overige delicten overlappen meldings- en aangiftepercentages

30 4. LAATSTE DELICT 4.1. REDENEN VAN MELDING: FEDERALE RESULTATEN! Naar aanleiding van het laatst overkomen delict werd verder doorgevraagd naar enkele omstandigheden rond de melding. Zo komt onder meer naar voor dat de melding in 27% van de gevallen niet gebeurt door het slachtoffer zelf en dat dit vooral het geval is bij de jongeren. De melding van het laatst overkomen delict gebeurde in meer dan de helft van de gevallen op het politiekantoor zelf (52%). Redenen van melding (laatste delict) Om de gestolen goederen terug te krijgen Om een bewijs te krijgen voor verzekering, papieren Omdat de dader moet gepakt, gestraft worden Omdat het voorval ernstig genoeg is Om een herstel van de schade te bekomen Om dergelijke feiten in de toekomst te voorkomen Om de politiediensten maatregelen te laten nemen Om te voorkomen dat de situatie erger werd Uit onveiligheidsgevoelens Omdat het een plicht is Uit principe Andere Uit angst Laten weten zonder meer Uit civisme Uit gewoonte 2000 De belangrijkste reden waarom het (laatst overkomen) delict wordt gemeld aan de politiediensten is, zoals voorgaande jaren, de wens om de gestolen voorwerpen terug te krijgen (30%). Hiermee bereikt dit item opnieuw het niveau van in Twee andere belangrijke redenen die door de respondenten werden aangehaald, zijn: om een bewijs te krijgen voor de verzekering (24%) en omdat de dader moet gepakt, gestraft worden (20%). Ook de ernst van het voorval, herstel van de schade, het vermijden van recidive en met het oog op maatregelen door de politie brengen burgers ertoe om een feit te melden; de percentages situeren zich rond de 15%. De meeste items hebben aan belang gewonnen. Echter laten weten zonder meer en uit gewoonte is in minder een reden om een delict te melden aan de politie. Doorheen de jaren wordt de reden uit onveiligheid steeds meer opgegeven om een delict te melden. 0% 5% 15% 20% 25% 30% 35%

31 4.2. REDENEN VAN NIET-MELDING: FEDERALE RESULTATEN! Redenen van niet-melding (laatste delict) Omdat het voorval niet ernstig genoeg was Omdat het niets helpt Omdat het niet belangrijk is Omdat ik te weinig gegevens over het delict heb Omdat ze er niets aan doen Omdat de dader toch niet gepakt wordt Andere Omdat het zelf intern is opgelost Omdat het teveel moeite kost Omdat dit geen zaak is voor de politiediensten Omdat je je spullen toch niet terug krijgt Omdat ik schrik heb van de dader Omwille van tijdgebrek Omdat je niet weet welke gevolgen een aangifte kan hebben Omdat ik er niet aan gedacht heb Omdat de ontvangst bij de politiediensten te slecht, miniem is 2000 De redenen van de respondenten om het delict waarvan ze slachtoffer werden niet te melden zijn voornamelijk: omdat het voorval niet ernstig genoeg was (40%) of omdat het niets helpt (26%). Deze laatste is tussen en weer iets in belang afgenomen. De reden omdat het voorval niet ernstig genoeg was is daarentegen, na een dalende tendens, in veelvuldiger genoemd; we noteren een stijging van wel vijftien procentpunten. Ook omdat het niet belangrijk is om te melden vormt één van de veelgenoemde redenen (18%). Andere redenen voor niet-melding zijn: te weinig gegevens over het delict, omdat ze er niets aan doen en de dader wordt toch niet gepakt met percentages rond de. Ook het zelf of intern oplossen van de zaak maakt dat burgers niet naar de politie stappen. 0% 5% 15% 20% 25% 30% 35% 40%

32 4.3. TEVREDENHEID MET BETREKKING TOT HET POLITIECONTACT N.A.V. SLACHTOFFERSCHAP Opgepast: dit kan over de politie van de eigen zone gaan, maar evenzeer van een andere zone als het delict elders werd gemeld/aangegeven! Globale tevredenheid en tevredenheid op specifieke punten: Tevredenheid m.b.t. het politiecontact n.a.v. slachtofferschap: % zeer tevreden + tevreden % 90% 80% 60% 50% 40% 66% 41% 62% 60% 64% 100% 95% 90% 90% 86% 98% 89% 87% 87% 76% 77% 78% 74% 52% 81% 77% 73% 68% 60% 80% 75% 67% 75% 68% 59% 56% 51% 40% 35% 30% 20% globaal telefonische bereikbaarheid bereikbaarheid commissariaat snelheid van tussenkomst tijd besteed aan probleem houding en gedrag resultaat politieoptreden Voor was 64% van de bevraagden die slachtoffer werden (zeer) tevreden met het politiecontact dat ze hadden n.a.v. dit slachtofferschap, dit is vergelijkbaar met. Op specifieke punten scoort de telefonische bereikbaarheid het hoogst, het resultaat van het politieoptreden het laagst. Voor de bereikbaarheid van het commissariaat is er tussen en een significante daling. Wellicht spelen de vele wegenwerken in een rol, en misschien de spreiding van de lokale politie over verschillende locaties

VEILIGHEIDSMONITOR 2006 Tabellenrapport

VEILIGHEIDSMONITOR 2006 Tabellenrapport FEDERALE POLITIE ALGEMENE DIRECTIE OPERATIONELE ONDERSTEUNING Directie van de nationale gegevensbank Dienst Beleidsgegevens VEILIGHEIDSMONITOR 2006 Tabellenrapport Verantw. uitgever : Federale Politie

Nadere informatie

VEILIGHEIDSMONITOR 2004 Tabellenrapport

VEILIGHEIDSMONITOR 2004 Tabellenrapport FEDERALE POLITIE ALGEMENE DIRECTIE OPERATIONELE ONDERSTEUNING Directie van de nationale gegevensbank Dienst Beleidsgegevens VEILIGHEIDSMONITOR 2004 Tabellenrapport Verantw. uitgever : Federale Politie

Nadere informatie

Samenvatting van de analyse van de federale enquête

Samenvatting van de analyse van de federale enquête FEDERALE POLITIE ALGEMENE DIRECTIE OPERATIONELE ONDERSTEUNING Directie van de nationale gegevensbank Dienst Beleidsgegevens VEILIGHEIDSMONITOR 2006 Samenvatting van de analyse van de federale enquête Ellen

Nadere informatie

VEILIGHEIDSMONITOR 2009

VEILIGHEIDSMONITOR 2009 FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE Dienst Beleidsgegevens VEILIGHEIDSMONITOR 29 Analyse van de enquête voor de provincie West-Vlaanderen Ellen VAN DEN BOGAERDE Isabelle

Nadere informatie

VEILIGHEIDSMONITOR 2006 Analyse van de enquête voor de provincie Oost-Vlaanderen

VEILIGHEIDSMONITOR 2006 Analyse van de enquête voor de provincie Oost-Vlaanderen FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE Dienst Politionele Beleidsondersteuning VEILIGHEIDSMONITOR 6 Analyse van de enquête voor de provincie Oost-Vlaanderen Ellen VAN DEN

Nadere informatie

VEILIGHEIDSMONITOR 2006 Analyse van de enquête voor de provincie Antwerpen

VEILIGHEIDSMONITOR 2006 Analyse van de enquête voor de provincie Antwerpen FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE Dienst Politionele Beleidsondersteuning VEILIGHEIDSMONITOR 26 Analyse van de enquête voor de provincie Antwerpen Ellen VAN DEN BOGAERDE

Nadere informatie

VEILIGHEIDSMONITOR 2009

VEILIGHEIDSMONITOR 2009 FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE Dienst Beleidsgegevens VEILIGHEIDSMONITOR 9 Analyse van de enquête voor de provincie Limburg Ellen VAN DEN BOGAERDE Isabelle VAN DEN

Nadere informatie

VEILIGHEIDSMONITOR 2006 Analyse van de enquête voor de provincie Limburg

VEILIGHEIDSMONITOR 2006 Analyse van de enquête voor de provincie Limburg FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE Dienst Politionele Beleidsondersteuning VEILIGHEIDSMONITOR 6 Analyse van de enquête voor de provincie Limburg Ellen VAN DEN BOGAERDE

Nadere informatie

VEILIGHEIDSMONITOR 2009

VEILIGHEIDSMONITOR 2009 FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE Dienst Beleidsgegevens VEILIGHEIDSMONITOR 9 Analyse van de enquête voor de provincie Oost-Vlaanderen Ellen VAN DEN BOGAERDE Isabelle

Nadere informatie

VEILIGHEIDSMONITOR 2009

VEILIGHEIDSMONITOR 2009 FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE Dienst Beleidsgegevens VEILIGHEIDSMONITOR 29 Analyse van de enquête voor de provincie Vlaams-Brabant Ellen VAN DEN BOGAERDE Isabelle

Nadere informatie

VEILIGHEIDSMONITOR 2006 Analyse van de enquête voor de provincie West-Vlaanderen

VEILIGHEIDSMONITOR 2006 Analyse van de enquête voor de provincie West-Vlaanderen FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE Dienst Politionele Beleidsondersteuning VEILIGHEIDSMONITOR 6 Analyse van de enquête voor de provincie West-Vlaanderen Ellen VAN DEN

Nadere informatie

VEILIGHEIDSMONITOR 2009

VEILIGHEIDSMONITOR 2009 FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE Dienst Beleidsgegevens VEILIGHEIDSMONITOR 9 Analyse van de enquête voor de provincie Antwerpen Ellen VAN DEN BOGAERDE Isabelle VAN DEN

Nadere informatie

Bijlage nr 10 aan ZVP 2014-2017 BIJLAGE 10 LOKALE VEILIGHEIDS- BEVRAGING 2011

Bijlage nr 10 aan ZVP 2014-2017 BIJLAGE 10 LOKALE VEILIGHEIDS- BEVRAGING 2011 BIJLAGE 10 LOKALE VEILIGHEIDS- BEVRAGING 2011 Lokale veiligheidsbevraging 2011 Synthese van het tabellenrapport Pz Blankenberge - Zuienkerke Inleiding De lokale veiligheidsbevraging 2011 is een bevolkingsenquête

Nadere informatie

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE POLITIE BELEIDSONDERSTEUNING DIENST BELEIDSGEGEVENS LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 Tabellenrapport ELLEN VAN DEN BOGAERDE ISABELLE

Nadere informatie

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE POLITIE BELEIDSONDERSTEUNING DIENST BELEIDSGEGEVENS LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 Tabellenrapport (5346) ELLEN VAN DEN BOGAERDE ISABELLE

Nadere informatie

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE POLITIE BELEIDSONDERSTEUNING DIENST BELEIDSGEGEVENS LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 Tabellenrapport (5349) ELLEN VAN DEN BOGAERDE ISABELLE

Nadere informatie

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE POLITIE BELEIDSONDERSTEUNING DIENST BELEIDSGEGEVENS LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 Tabellenrapport (5364) ELLEN VAN DEN BOGAERDE ISABELLE

Nadere informatie

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE POLITIE BELEIDSONDERSTEUNING DIENST BELEIDSGEGEVENS LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 Tabellenrapport (5416) ELLEN VAN DEN BOGAERDE ISABELLE

Nadere informatie

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE POLITIE BELEIDSONDERSTEUNING DIENST BELEIDSGEGEVENS LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 Tabellenrapport POLITIEZONE TYPOLOGIE 5 ELLEN VAN

Nadere informatie

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE POLITIE BELEIDSONDERSTEUNING DIENST BELEIDSGEGEVENS LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 Tabellenrapport (5396) ELLEN VAN DEN BOGAERDE ISABELLE

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2006 Analyserapport Sint-Niklaas

Veiligheidsmonitor 2006 Analyserapport Sint-Niklaas Veiligheidsmonitor 2006 Analyserapport Sint-Niklaas (vergelijking met resultaten 2002, 2004 en federale resultaten) Analyse door Sofie Buyse, adviseur politie Sint-Niklaas, februari 2006, tel 03 760 66

Nadere informatie

Politiemonitor Bevolking Uitkomsten voor Leiden

Politiemonitor Bevolking Uitkomsten voor Leiden Politiemonitor Bevolking Uitkomsten voor Leiden Colofon Serie Statistiek /12 Gemeente Leiden Concernstaf BOA (Beleidsinformatie, Onderzoek en Advies) Postadres: Postbus 9100, 2300 PC Leiden Bezoekadres:

Nadere informatie

Resultaten Leefbaarheid- en Veiligheidsenquête meting maart, april, mei en juni

Resultaten Leefbaarheid- en Veiligheidsenquête meting maart, april, mei en juni Resultaten Leefbaarheid- en Veiligheidsenquête meting maart, april, mei en juni 1. Leefbaarheid In de maand juni geven de Bredanaars Breda een 7,6 als gemeente om in te wonen. Breda scoort goed op alle

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale

Nadere informatie

VEILIGHEIDSMONITOR

VEILIGHEIDSMONITOR FEDERALE POLITIE COMMISSARIAAT GENERAAL DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE Politiebeleidsondersteuning Dienst Beleidsgegevens VEILIGHEIDSMONITOR 2008-2009 LEESWIJZER BIJ DE TABELLENRAPPORTEN

Nadere informatie

VEILIGHEIDSMONITOR 2006

VEILIGHEIDSMONITOR 2006 Politie FEDERALE POLITIE ALGEMENE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE ONDERSTEUNING Directie van de nationale gegevensbank BELEIDSGEGEVENS VEILIGHEIDSMONITOR 2006 Leeswijzer bij de tabellenrapporten Ellen VAN

Nadere informatie

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen

7,5 50,4 7,2. Gemeente Enkhuizen, Leefbaarheid. Overlast in de buurt Enkhuizen. Veiligheidsbeleving Enkhuizen Leefbaarheid 7,5 Leefbaarheid (rapportcijfer) : 7,5 Fysieke voorzieningen (score) Sociale cohesie in de buurt (score) Aanpak gemeente L&V (% (zeer) ) Gemeente, 2015 6,3 29,0 38,2 Overlast in de buurt %

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 OKTOBER 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid Groningen september tot december 18 JANUARI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019 Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 19 JUNI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Resultaten Leefbaarheid- en Veiligheidsenquête maart 2006 t/m januari

Resultaten Leefbaarheid- en Veiligheidsenquête maart 2006 t/m januari Resultaten Leefbaarheid- en Veiligheidsenquête maart 2006 t/m januari 2007 1 In deze rapportage worden de resultaten beschreven uit de Leefbaarheid- en Veiligheidsenquête voor de maand januari. Tevens

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is het Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 2017 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen sept-dec 7 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie onderdelen

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 18 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Buurtrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de buurt? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden

Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden Veiligheidsmonitor 2009 Gemeente Leiden Resultaten per district en in de tijd Bureau Onderzoek Op Maat april 2010 Veiligheidsmonitor 2009, gemeente Leiden 1 In dit overzicht worden de uitkomsten van de

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 2018

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 2018 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen januari-april 18 Elke vier maanden verzamelen wij informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid in de gemeente. Deze monitor bestaat uit drie

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden Veiligheidsmonitor 2008, gemeente 1 Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 In deze bijlage worden de uitkomsten van de monitor weergegeven in tabellen. Van de volgende gebieden worden cijfers gepresenteerd:

Nadere informatie

VEILIGHEIDSMONITOR 2004

VEILIGHEIDSMONITOR 2004 Politie FEDERALE POLITIE ALGEMENE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE ONDERSTEUNING Directie van de nationale gegevensbank BELEIDSGEGEVENS Fritz Toussaintstraat 47, 1050 Brussel VEILIGHEIDSMONITOR 2004 Leeswijzer

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Hoe leefbaar en veilig is? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Hoe leefbaar en veilig is de Es? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede

Nadere informatie

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013 Politie Eenheid Fact sheet nummer 4 februari 213 Veiligheidsmonitor -Amstelland 28-212 Deze fact sheet brengt de veiligheid in de regio -Amstelland tussen 28 en 212 in kaart. blijkt op verschillende indicatoren

Nadere informatie

Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging. Samenvatting

Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging. Samenvatting Rapport van de Lokale Veiligheidsbevraging 2011 Samenvatting 1 Voorwoord Geachte lezer, Voor u liggen de resultaten van een bevolkingsenquête die eind 2011 werd uitgevoerd binnen de drie gemeenten van

Nadere informatie

De Eindhovense Veiligheidsindex. Eindhoven, oktober 11

De Eindhovense Veiligheidsindex. Eindhoven, oktober 11 De Eindhovense Eindhoven, oktober 11 Inhoud 1 Inleiding 1 2 Objectieve index: 3 2.I Inbraak 3 2.II Diefstal 4 2.III Geweld 4 2.IV Overlast/vandalisme 4 2.V Veilig ondernemen (niet in index) 5 3 Subjectieve

Nadere informatie

FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE POLITIEBELEIDSONDERSTEUNING DIENST BELEIDSGEGEVENS

FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE POLITIEBELEIDSONDERSTEUNING DIENST BELEIDSGEGEVENS FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE POLITIEBELEIDSONDERSTEUNING DIENST BELEIDSGEGEVENS Analyse "Politiezone typologie 2" van de Lokale Veiligheidsbevraging 211 ELLEN VAN

Nadere informatie

We lichten de resultaten van deze bevolkingsbevraging toe in een reeks artikels die de volgende maanden zullen verschijnen in uw infoblad.

We lichten de resultaten van deze bevolkingsbevraging toe in een reeks artikels die de volgende maanden zullen verschijnen in uw infoblad. Uw mening telt! - Resultaten lokale veiligheidsbevraging De lokale politie Demerdal-DSZ legt haar beleidslijnen en prioritaire actieterreinen voor de komende jaren vast in het zonaal veiligheidsplan 2013-2016.

Nadere informatie

Criminaliteit en slachtofferschap

Criminaliteit en slachtofferschap 3 Criminaliteit en slachtofferschap M.M.P. Akkermans Bijna één op de vijf Nederlanders van 15 jaar en ouder was in 2015 slachtoffer van veelvoorkomende criminaliteit zoals gewelds-, vermogensof vandalismedelicten.

Nadere informatie

"# $%%!& '( $ % ) ! " # $ % & % "' ' ( ) ( ( *%*% %"" %! " +!,' #,"-!! &,! ' *!' +(!,% $ *% #"-$ +)!! !!," # !& +"## ! 3./"#)! 4! """! "2!! +" !

# $%%!& '( $ % ) !  # $ % & % ' ' ( ) ( ( *%*% % %!  +!,' #,-!! &,! ' *!' +(!,% $ *% #-$ +)!! !!, # !& +## ! 3./#)! 4! ! 2!! + ! ! "# $%%!& '( $ % )! " # $ % & % "' ' ( ) ( (" *# ( *%*% %"" %! " +!,' #,"-!! &,! ' *!' +(!,% $ *% #"-$ +)!!!,"""#!!," #!#,"./#!,"#!!& +"##!' 12"#!),"#&! 3./"#)! 4! """! "2!! +"!# +"'! *.( "*%,, "*/+ #

Nadere informatie

VEILIGHEIDSMONITOR 2006

VEILIGHEIDSMONITOR 2006 FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE DIENST POLITIONELE BELEIDSONDERSTEUNING - BELEIDSGEGEVENS VEILIGHEIDSMONITOR 2006 Analyse van de enquête voor de politiezonecategorie

Nadere informatie

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-015 1 maart 2012 9.30 uur Gevoelens van onveiligheid iets verminderd Minder Nederlanders voelen zich onveilig Slachtofferschap veel voorkomende criminaliteit

Nadere informatie

VEILIGHEIDSMONITOR 2006

VEILIGHEIDSMONITOR 2006 FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE DIENST POLITIONELE BELEIDSONDERSTEUNING - BELEIDSGEGEVENS VEILIGHEIDSMONITOR 2006 Analyse van de enquête voor de politiezonecategorie

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is het? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2010 Gemeente Leiden

Veiligheidsmonitor 2010 Gemeente Leiden Veiligheidsmonitor Gemeente Leiden Resultaten per stadsdeel en in de tijd Mediad Rotterdam, maart 2011 Veiligheidsmonitor, Gemeente Leiden 1 In dit overzicht worden de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor

Nadere informatie

FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE POLITIEBELEIDSONDERSTEUNING DIENST BELEIDSGEGEVENS

FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE POLITIEBELEIDSONDERSTEUNING DIENST BELEIDSGEGEVENS FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE POLITIEBELEIDSONDERSTEUNING DIENST BELEIDSGEGEVENS Methodologische nota Lokale Veiligheidsbevraging 2011 ELLEN VAN DEN BOGAERDE ISABELLE

Nadere informatie

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 2008-2011 Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland 28-211 Deze notitie brengt op basis van de Amsterdamse Veiligheidsmonitor de leefbaarheid en veiligheid in de regio Amsterdam-Amstelland tussen 28 en 211

Nadere informatie

VEILIGHEIDSMONITOR 2006

VEILIGHEIDSMONITOR 2006 FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE DIENST POLITIONELE BELEIDSONDERSTEUNING - BELEIDSGEGEVENS VEILIGHEIDSMONITOR 2006 Analyse van de enquête voor de politiezonecategorie

Nadere informatie

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? VEILIGHEIDSMONITOR-WIJKPEILING ALMERE 2017 Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? 23 mei 2018 Meer weten over uw eigen wijk? Ga naar www.wijkmonitoralmere.nl 1. INTRODUCTIE

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor 2009 Politieregio Utrecht Tabellenrapport

Integrale Veiligheidsmonitor 2009 Politieregio Utrecht Tabellenrapport Integrale Veiligheidsmonitor 2009 Politieregio Utrecht Tabellenrapport DIMENSUS beleidsonderzoek Juni 2010 Projectnummer 379 Colofon Informatie DIMENSUS Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1c 4818 AA Breda

Nadere informatie

VEILIGHEIDSMONITOR 2006

VEILIGHEIDSMONITOR 2006 FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE DIENST POLITIONELE BELEIDSONDERSTEUNING - BELEIDSGEGEVENS VEILIGHEIDSMONITOR 2006 Analyse van de enquête voor de politiezonecategorie

Nadere informatie

Politiemonitor Bevolking Landelijke rapportage

Politiemonitor Bevolking Landelijke rapportage Politiemonitor Bevolking 2003 Landelijke rapportage Den Haag/Hilversum, november 2003 Colofon In deze rapportage treft u de resultaten aan van de zesde meting van het landelijk onderzoek Politiemonitor

Nadere informatie

Politiemonitor Bevolking 2004 Tabellenrapport

Politiemonitor Bevolking 2004 Tabellenrapport Politiemonitor Bevolking 2004 Tabellenrapport Den Haag/Hilversum, april 2004 Colofon In deze rapportage treft u de resultaten aan van de zevende meting van het landelijke onderzoek Politiemonitor Bevolking

Nadere informatie

Gemeenten + Wijken Index

Gemeenten + Wijken Index Gemeenten + Wijken Index '-' betekent minder dan 50 antwoorden 2012 2013 2014 2015 2016 Gemeente Leiden ( + = positief verschil; - = negatief verschil) verschil 2013-2016 verschil 2014-2016 verschil 2015-2016

Nadere informatie

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid

Resultaten gemeentebeleidsmonitor Veiligheid en leefbaarheid Resultaten gemeentebeleidsmonitor 217 Veiligheid en leefbaarheid 1. Inleiding Om de twee jaar wordt er een onderzoek, de zogeheten gemeentebeleidsmonitor, uitgevoerd onder de inwoners naar verschillende

Nadere informatie

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast 5. CONCLUSIES In dit afsluitende hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies besproken. Achtereenvolgens komen de overlast, de criminaliteit en de veiligheidsbeleving aan bod. Aan de 56 buurtbewoners

Nadere informatie

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1 Jaarrapport Integratie Sociaal en Cultureel Planbureau / Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum / Centraal Bureau voor de Statistiek september, 2005 Internetbijlagen bij hoofdstuk 8 Wonen,

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Heemstede 2008

Veiligheidsmonitor Heemstede 2008 Reageren o.en.s@haarlem.nl Concernstaf Afdeling Onderzoek en Statistiek, Grote Markt 2, 2011 RD Haarlem november 2009 Gemeente Haarlem, Onderzoek en Statistiek Veiligheidsmonitor Heemstede 2008 Hoe veilig

Nadere informatie

Deel 1: WERKWIJZE Inleiding... 8

Deel 1: WERKWIJZE Inleiding... 8 Inhoudsopgave Deel 1: WERKWIJZE... 6 1. Inleiding... 8 2. Organisatie van de enquête... 1 2.1 Veiligheidsmonitor... 1 2.2 Samenwerking tussen lokale en federale politie... 11 2.3 Opzet van de Lokale Veiligheidsbevraging...

Nadere informatie

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld. Hoe veilig is Bloemendaal? Integrale Veiligheidsmonitor Gemeente Bloemendaal 2011 Juni 2012 Colofon Uitgave I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 0229-282555 Rapportnummer 2012-1866

Nadere informatie

BIJLAGE II OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE VEILIGHEID

BIJLAGE II OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE VEILIGHEID BIJLAGE II OBJECTIEVE EN SUBJECTIEVE VEILIGHEID Situatie objectieve en subjectieve veiligheid burgers en Cijfers met betrekking tot Bron 2002 objectieve veiligheid burgers (landelijk) feitelijk ondervonden

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

Stadsmonitor. -thema Veiligheid- Stadsmonitor -thema Veiligheid- Modules Vermogensdelicten 2 Geweld 4 Vernieling en overlast 6 Verdachten 8 Onveiligheidsgevoelens 9 Preventie 11 Oordeel over functioneren politie en gemeente m.b.t. veiligheid

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen september-december 2015

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen september-december 2015 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen september-december 215 Deze publicatie is uitgegeven door Onderzoek en Statistiek Groningen februari 216 In dit rapport worden politiestatistieken en resultaten

Nadere informatie

ONDERZOEK VEILIGHEID. Inwonerpanel Gemeente Dongen Onderzoek 9 Mei GfK 2014 Gemeente Dongen Onderzoek Veiligheid Mei

ONDERZOEK VEILIGHEID. Inwonerpanel Gemeente Dongen Onderzoek 9 Mei GfK 2014 Gemeente Dongen Onderzoek Veiligheid Mei ONDERZOEK VEILIGHEID Inwonerpanel Gemeente Dongen Onderzoek 9 Mei 14 GfK 14 Gemeente Dongen Onderzoek Veiligheid Mei 14 1 Inhoudsopgave 1. Samenvatting. Onderzoeksresultaten Voorvallen en misdrijven Veiligheid

Nadere informatie

Leefbaarheid & Veiligheid 2008

Leefbaarheid & Veiligheid 2008 Leefbaarheid & Veiligheid 2008 O&S januari 2009 Samenvatting 5 1 Inleiding 9 2 Leefbaarheid 11 2.1 Leefbaarheid in de buurt 11 2.2 Fysieke woonomgeving 14 2.3 Sociale woonomgeving 16 2.4 Betrokkenheid

Nadere informatie

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING : COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: St. Jansstraat

Nadere informatie

;/y;\ i&o. ^research. Hoe veilig is Heemstede? Integrale Veiligheidsmonitor Gemeente Heemstede 2011. Juni 2012

;/y;\ i&o. ^research. Hoe veilig is Heemstede? Integrale Veiligheidsmonitor Gemeente Heemstede 2011. Juni 2012 ;/y;\ i&o ^research Hoe veilig is Heemstede? Integrale Veiligheidsmonitor Gemeente Heemstede 2011 Juni 2012 Colofon Uitgave I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 0229-282555 Rapportnummer

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-024 31 maart 2009 9.30 uur Veiligheidsgevoel maakt pas op de plaats Aantal slachtoffers veel voorkomende criminaliteit verder gedaald Gevoel van veiligheid

Nadere informatie

GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen

GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen RESULTATEN GEMEENTE OSS 2011 Soort onderzoek : Enquêteonderzoek bevolking 15+ Opdrachtgever : Stadsbeleid Maatschappelijke Ontwikkeling Opdrachtnemer : Team O&S,

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 24 t/m 27. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 24 t/m 27. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 24 t/m 27 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 8 juli 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Bijlagen

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 28 t/m 39. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 28 t/m 39. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 28 t/m 39 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 29 september 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting

Nadere informatie

VEILIGHEIDSMONITOR 2004

VEILIGHEIDSMONITOR 2004 FEDERALE POLITIE ALGEMENE DIRECTIE OPERATIONELE ONDERSTEUNING Directie van de nationale gegevensbank Dienst Beleidsgegevens VEILIGHEIDSMONITOR 2004 Vragenlijst Verantw. uitgever : Federale Politie - Directie

Nadere informatie

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld. Hoe veilig is Leiden? Integrale Veiligheidsmonitor gemeente Leiden Bijlagenrapport April 2012 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Rapportnummer 2012/022 Datum April

Nadere informatie

6 SECONDANT #1 MAART 2013. Slachtofferschap en onveiligheidsgevoelens in acht landen POSITIEVE VEILIGHEIDS- TRENDS IN NEDERLAND. Naar inhoudsopgave

6 SECONDANT #1 MAART 2013. Slachtofferschap en onveiligheidsgevoelens in acht landen POSITIEVE VEILIGHEIDS- TRENDS IN NEDERLAND. Naar inhoudsopgave 6 SECONDANT #1 MAART 2013 Slachtofferschap en onveiligheidsgevoelens in acht landen POSITIEVE VEILIGHEIDS- TRENDS IN NEDERLAND SECONDANT #1 MAART 2013 7 De laatste jaren voelen burgers zich minder vaak

Nadere informatie

Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort, volgens de VMR en de IVM*

Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort, volgens de VMR en de IVM* 346 Criminaliteit en rechtshandhaving 2010 Tabellen bij hoofdstuk 3 Tabel 3.4 Slachtofferschap onder burgers naar delictsoort, volgens de VMR en de IVM* VMR IVM** 2005*** 2006*** 2007*** 2008**** 2009****

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB10-030 23 april 2010 9.30 uur Aantal slachtoffers criminaliteit stabiel, meer vandalisme Aantal ondervonden delicten stijgt door meer vandalisme Aantal

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week t/m week Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week t/m week Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers Rapport monitor Opvang asielzoekers week 52 2016 t/m week 13 2017 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 13 april 2017 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting

Nadere informatie

PERSNOTA. Resultaten 2018 Lokale Politie Waasland-Noord

PERSNOTA. Resultaten 2018 Lokale Politie Waasland-Noord Lokale Politie Waasland-Noord Beveren Sint-Gillis-Waas - Stekene Gravendreef 1 9120 Beveren Tel. 03 750 14 11 Fax 03 750 14 10 contact@politiewano.be PERSNOTA Resultaten 2018 Lokale Politie Waasland-Noord

Nadere informatie

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. RECHT Slachtofferschap van criminaliteit, Rechtshulp DOCUMENTATIE

PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE. RECHT Slachtofferschap van criminaliteit, Rechtshulp DOCUMENTATIE PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE RECHT Slachtofferschap van criminaliteit, Rechtshulp 2000 DOCUMENTATIE Inhoudsopgave Inleiding 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2018

Veiligheidsmonitor 2018 Veiligheidsmonitor 2018 Methodologische nota Inhoudstafel 1 INLEIDING 4 2 ONDERZOEKSMETHODE 5 2.1 POST-/ONLINE ENQUETE 5 2.2 VRAGENLIJST 5 2.3 STEEKPROEF 6 2.3.1 DOELPOPULATIE EN STEEKPROEFOPZET 6 2.3.2

Nadere informatie

Leefbaarheid woonbuurt. Functioneren gemeente. Overlast in de buurt. Gemeente Leiden. significantie ( + = positief verschil; - = negatief verschil)

Leefbaarheid woonbuurt. Functioneren gemeente. Overlast in de buurt. Gemeente Leiden. significantie ( + = positief verschil; - = negatief verschil) Resultaten Veiligheidsmonitor: alle items gemeente Leiden, 2012 t/m 2017 Dezelfde overzichten zijn bechikbaar van alle Leidse wijken en stadsdelen en ook van alle gemeenten in de politie-eenheid Den Haag

Nadere informatie

Gedrag en ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT

Gedrag en ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT Gedrag en ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT 10 september 2014 INHOUDSOPGAVE 1. TECHNISCH RAPPORT...3 1.1. Universum en steekproef...

Nadere informatie

Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering

Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering Situering Opdracht: minister, bevoegd voor het Stedenbeleid De stadsmonitor is een

Nadere informatie

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2014

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2014 Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort 2003-2014 Gemeente Amersfoort Ben van de Burgwal januari 2015 In 2014 registreerde de politie voor Amersfoort 9.134 misdrijven. Ten opzichte van een jaar eerder

Nadere informatie

VEILIGHEIDSMONITOR 2006

VEILIGHEIDSMONITOR 2006 FEDERALE POLITIE ALGEMENE DIRECTIE OPERATIONELE ONDERSTEUNING Directie van de nationale gegevensbank Dienst Beleidsgegevens VEILIGHEIDSMONITOR 2006 Vragenlijst Verantw. uitgever : Federale Politie - Directie

Nadere informatie

Hoe veilig is Noord-Holland Noord?

Hoe veilig is Noord-Holland Noord? Hoe veilig is Noord-Holland Noord? Integrale Veiligheidsmonitor Noord-Holland Noord 2011 April 2012 Colofon Uitgave I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 0229-282555 Rapportnummer 2012-1833

Nadere informatie

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011

LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE POLITIE BELEIDSONDERSTEUNING DIENST BELEIDSGEGEVENS LOKALE VEILIGHEIDSBEVRAGING 2011 Tabellenrapport ELLEN VAN DEN BOGAERDE ISABELLE

Nadere informatie

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 16 t/m 19. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 16 t/m 19. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers. Rapport monitor Opvang asielzoekers week 16 t/m 19 Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers 17 mei 2016 Projectnummer: 20672 Inhoudsopgave Voorwoord Samenvatting Resultaten

Nadere informatie

Resultaten van de Nationale Veiligheidsindices 2013

Resultaten van de Nationale Veiligheidsindices 2013 Factsheet 14-6 Resultaten van de Nationale Veiligheidsindices 13 Auteurs: S.J. Vergouw, R.P.W. Jennissen, G. Weijters & P.R. Smit 14 Het WODC heeft een nieuwe methode ontwikkeld om de ontwikkelingen in

Nadere informatie