Stedenbouwkundige voorschriften

Transcriptie

1 Stedenbouwkundige voorschriften 24

2 ALGEMENE BEPALINGEN VERORDENEND TOELICHTING EN VISIE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 0.1. Verordenende kracht van de diverse elementen opgenomen in onderhavig RUP De grafische plannen en de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften (kolom 1 weergegeven op een grijze ondergrond) hebben verordenende kracht. De toelichting bij de voorschriften (kolom 2) dient als richtinggevende interpretatie van de voorschriften gelezen te worden. Deze kolom is bijgevolg niet verordenend Kleinschalige werken en constructies in functie van openbaar nut en/of milieutechnische ingrepen Werken en constructies in functie van openbaar nut en milieutechnische ingrepen kunnen in alle zones toegelaten worden voor zover de schaal en bouwkarakteristieken (inplanting, gabariet, materiaalgebruik, ) ervan geen fundamentele afbreuk doen aan de kwaliteit van de omgeving en de betreffende bestemmingszone Kleinschalige werken en constructies in functie van openbaar nut en/of milieutechnische ingrepen. Vb. rioleringswerken, pompinstallaties, leidingen elektriciteit en gas, elektriciteitscabine, waterbuffering, e.d... 25

3 0.3. Voorkomen Alle materialen en kleuren die worden gebruikt binnen dit plangebied moeten afgestemd worden op de aard, het karakter en de uitstraling van de site en de directe omgeving. Felle kleuren moeten geweerd worden. Het materiaal, gebruikt voor alle gebouwen en constructies, moet constructief en esthetisch verantwoord zijn Voorkomen Afgestemd zijn op de aard, het karakter en de uitstraling van de directe omgeving: Er dient minstens een link te zijn met de omgeving. Deze link kan complementair, tegenstellend, materieel, historisch, esthetisch en/of cultureel zijn Verhardingen Bij aanleg van verhardingen worden, in functie van een maximale infiltratie van regenwater, maximaal waterdoorlatende materialen gebruikt, zonder daarbij de stevigheid en/of duurzaamheid van de parking aan te tasten Landschappelijke inpassing Alle ingrepen, constructies en gebouwen dienen landschappelijk ingepast te worden. Een maximale harmonie met de omgeving moet nagestreefd worden en de eigenheid van de directe omgeving dient te worden gerespecteerd en zo mogelijk versterkt Landschappelijke inpassing Landschappelijke inpasbaarheid kan bevorderd worden door een gerichte groenaanleg en verantwoord materiaalgebruik. Ook de onderlinge samenhang van de verschillende componenten binnen de site kan de landschappelijke inpasbaarheid bevorderen. De inkleding van harde structuren dienen te worden afgestemd op de aanpalende herdenkingssite. 26

4 GEMEENSCHAPSVOORZIENINGEN EN NUTSVOORZIENINGEN (Besl.Vl.Reg ) ARTIKEL 1: ZONE VOOR VOORZIENINGEN TER HERDENKING VAN WO I VERORDENEND TOELICHTING STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.1. Bestemming De zone is bestemd voor de inplanting van een gedenkteken/monument en alle nodige voorzieningen voor de inkleding en toegankelijkheid van de site Bestemming Deze zone moet beschouwd worden als een herdenkingssite voor de gesneuvelde koelis uit WO I Voorzieningen, in functie van het interpretatiecentrum kunnen zijn (niet-limitatieve lijst): herdenkingsplaats/-monument informatie- en documentatiekiosk paden 1.2. Inrichting Bebouwing Bebouwing is niet toegelaten, met uitzondering van alle constructies ten behoeve van het monument. Bebouwde oppervlakte monument = max. 30m² Inrichting Onder bebouwing wordt begrepen: alle vergunningsplichtige bouwwerken. Constructies ten behoeve van het monument: zijn alle ingrepen die direct of indirect in relatie staan met het monument of het gedachtengoed van het monument (herdenking WOI). vb. vlonderpad, informatiekiosk, e.a. Bebouwde oppervlakte = de verticale projectie op het maaiveld van het monument en sokkel. Hoogte van het monument kroonlijsthoogte van het naastliggend landbouwbedrijf 27

5 Verhardingen Verhardingen zijn toegelaten tot een maximale vloeroppervlakte van 150m² (exclusief verhardingen t.b.v. parkeerplaatsen), waarvan niet waterdoorlaatbare verharding is toegelaten tot max. 50m². Parkeervoorzieningen Indien zou blijken dat er onvoldoende parkeervoorzieningen op het openbaar domein kunnen worden ingericht kan hiervoor op de herdenkingssite zelf parking worden voorzien. Enkel de strikt noodzakelijke parkeerplaatsen kunnen aangelegd worden. Deze verharding voor parkeerplaatsen kan maximaal 200m² zijn. Verhardingen Niet limitatieve lijst waterdoorlaatbare verhardingen: Klinkers in een zandbed Dolomiet (al dan niet gestabiliseerd) Grind Grasdalen Houten knuppelpad Deze verharding voor parkeerplaatsen (max.200m²) kan gerealiseerd worden bovenop de gelimiteerde verharding van 150m² (zie hierboven) Kleinschalige infrastructuur Ter ondersteuning van de hoofdfunctie is kleinschalige infrastructuur toegelaten voor zover dit geïntegreerd is in het totaalconcept van de zone. Groenaanleg Alle niet-verharde en niet-bebouwde delen dienen te worden aangelegd met streekeigen beplanting en vegetatie. Hoogstammige bomen dienen zo te worden aangeplant, dat de natuurlijke en bestaande landschapskenmerken worden ondersteund en/of versterkt. vb. fietsrekken, pick-nick tafel(s),infopaneel, Groenaanleg Streekeigen beplanting en vegetatie kunnen in voorkomend geval ook een akker of weiland zijn. Streekeigen bomen: elzen, lindes, wilgen, meidoorn, taxus, e.d. In voorliggend plan betekent dit dat - bestaande perceelsgrenzen kunnen geaccentueerd worden met lineaire aanplantingen vb. haag - het hellend landschap kan geaccentueerd worden - bomen kunnen aangeplant worden langs wegenis of andere lineaire elementen (beek, 28

6 voetpad, ) - De lindeboom, naast de kapel, moet behouden worden. Ophogingen en afgravingen Niveauwijzigingen zijn enkel toegelaten indien - ze de waterhuishouding van de directe omgeving niet belasten - ze de bestaande landschapskenmerken (helling) versterken. Verlichting Voor de parking en de gedenksite moet de verlichting beperkt worden tot het strikt noodzakelijke. Relatie tot de omgeving De inrichting van de zone moet getuigen van een geïntegreerde aanpak waarbij alle omgevingselementen in beschouwing worden genomen, in bijzonder het aanpalend bouwvrij agrarisch gebied met medegebruik voor waterbeheersingswerken en het totaalconcept van de waterbeheersingswerken in de beekvallei. strikt noodzakelijke verlichting is verlichting die - de veiligheid - sociale controle en - functionaliteit van de directe omgeving ondersteunt. De geïntegreerde aanpak zal blijken uit - het implementeren van zichtassen - het afstemmen van de plantenkeuze op de vegetatie uit de directe omgeving - vermijden van ingrepen die flora en fauna binnen de zone en in de directe omgeving verstoren - afstemmen van paden op de aanpalende zone. - e.a Ontsluiting 29

7 De ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer dient te gebeuren via een rechtstreekse aansluiting op de Sint Jansstraat. Slechts één op-/inrit is toegelaten Inrichtingsplan Een globaal inrichtingsplan dient te worden opgemaakt voor de volledige site. Elke stedenbouwkundige vergunning dient te kaderen binnen dit globaal inrichtingsplan. Het inrichtingsplan geeft duidelijkheid over - de inplanting van de constructies en ingrepen - de verhardingen - de groenaanleg en landschappelijke inkleding van alle constructies - de relatie tot de aanpalende terreinen 30

8 LANDBOUW (Besl.Vl.Reg ) ARTIKEL 2: BOUWVRIJ AGRARISCH GEBIED OVERDRUK WATERBEHEERSINGSWERKEN VERORDENEND TOELICHTING STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 2.1. Bestemming Deze zone is bestemd voor landbouwactiviteiten en waterbeheersing. Daarnaast kan de zone worden aangewend in functie van waterbeheersing Bestemming waterbeheersing Daaronder zijn begrepen (niet limitatieve lijst): uitgraven bufferbekkens, aanleg dijken, aanleg wegenis in functie van onderhoud, pompstations en andere technische installaties, afsluitingen, Laagdynamische recreatie wordt toegelaten als ondergeschikte bestemming. Dit betekent dat de recreatieve activiteiten en/of infrastructuren, de hoofdbestemming niet mogen hypothekeren. laagdynamische recreatie genereert geen hoge dynamiek en zal dus niet belastend zijn voor milieu, mobiliteit, woonomgeving, e.a... vb. Watergeboden activiteiten kunnen de bufferfunctie in gevaar brengen (vissen, kajakken, ) kunnen wel : rustbank, pick-niqtafel, fit-o-meter, vlindertuin, Ingrepen zijn uitsluitend toegelaten in realisatie van de hoofdbestemming. Alle werken en ingrepen die de realisatie en de werking van de waterbeheersingsingrepen belemmeren en/of bezwaren, zijn niet toegelaten. De ecologische functie en natuurlijke kwaliteiten van de Robaertbeek en haar vallei dienen optimaal te worden gerespecteerd, behouden 31

9 en versterkt waar mogelijk. De veedrinkpoel mag enkel en alleen verdwijnen indien er een bufferbekken komt in de plaats die bovendien wordt aangelegd en beheerd in functie van een grotere biodiversiteit. De poel mag niet verdwijnen ten gevolge van de aanleg van het monument. Beheer in functie van grotere biodiversiteit: - zacht hellende oevers, - werken met een oeverdiepte zodat ook bij laag water nog water aanwezig blijft Inrichting De inrichting van het terrein, in functie van de waterbeheersingwerken dient te kaderen binnen een globale inrichtingsstudie. De inrichtingsstudie dient niet alleen duidelijkheid te geven omtrent technische ingrepen in functie van de waterbeheersing. Er dient te worden aangetoond dat voor het gebied een meerwaarde kan gecreëerd worden voor het natuurlijk en ecologisch systeem om en rond de Robaertbeek. Relatie tot de omgeving De inrichting van de zone moet getuigen van een geïntegreerde aanpak waarbij alle omgevingselementen in beschouwing worden genomen. 2.2 Inrichting Streekeigen bomen : elzen, lindes, wilgen, meidoorn, e.d. De geïntegreerde aanpak zal blijken uit de afstemming van alle initiatieven op : - de beek - het omliggend agrarisch gebied - de aanpalende zone voor voorzieningen ter herdenking van WO I 2.3. Beheer Beheer van het bufferbekken moet gebeuren onder de vorm van begrazing door aangepaste grazers en/of maaien. 32