Algemene bepalingen. Stedenbouwkundige voorschriften / 3 / Art. Verordenende voorschriften Toelichtende voorschriften. 0.1 Algemene voorschriften

Transcriptie

1 Algemene bepalingen 0.1 Algemene voorschriften Inplantingen van openbaar nut: Het oprichten van beperkte gebouwen en infrastructuur voor openbaar nut is toegelaten in alle zones, ongeacht de bestemming. De inplanting mag de bestemming van de betreffende zone niet verhinderen. Het herstellen, heraanleggen en verplaatsen van bestaande ondergrondse en bovengrondse nutsleidingen is toegestaan, alsook het aanleggen van nieuwe leidingen. Met dit voorschrift willen we ervoor zorgen dat alle noodzakelijke werken van openbaar nut steeds mogelijk zijn, ongeacht de specifieke inrichtingsvoorschriften. Zo kunnen bijvoorbeeld ook steeds ondergrondse nutsleidingen zoals elektriciteit, gas, water, distributie, telefoon en riolering aangelegd worden Waterhuishouding en integraal waterbeheer: In alle bestemmingzones zijn werken en handelingen, voorzieningen en inrichtingen toegelaten die nodig zijn voor het voorkomen van wateroverlast voor zover zij conform de principes van natuurtechnische milieubouw gebeuren en passen binnen een integraal waterbeheer. Alle werken en handelingen, voorzieningen en inrichtingen die nodig zijn voor de waterbeheersing en voor het voorkomen van wateroverlast, zoals het (her)aanleggen, verplaatsen en onderhouden van open grachten Het algemene uitgangsprincipe is dat hemelwater op volgende wijze (in volgende volgorde van prioriteit) wordt aangewend: opvang voor hergebruik infiltratie op eigen terrein indien mogelijk buffering met vertraagd lozen in een oppervlaktewater of een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater lozing in de regenwaterafvoerleiding in de straat. Bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning moet aangetoond worden door middel van infiltratieproeven en/of metingen van de grondwaterstand dat infiltratie niet mogelijk is. Grachten en waterlopen worden ingericht en beheerd met het oog op zowel de vlotte afvoer van het regenwater als een goede ecologische kwaliteit Reliëfwijzigingen: Reliëfwijzigingen zijn toegelaten als deze beperkt worden tot wat nodig is voor het realiseren van de bestemming en/of het functioneren van de activiteiten Aanplantingen bomen, struiken, hagen: Bij aanplantingen van bomen, struiken en hagen moet een keuze gemaakt worden uit streekeigen soorten. / 3 /

2 0.2 Verklarende begrippen Gebouw: Een vaste constructie die bestemd is voor goederen, personen of dieren. Een caravan en schuilhok voor dieren worden niet beschouwd als een gebouw Schuilhok: Een schuilhok is een eenvoudige constructie, waarin één of meer weidedieren tijdelijk kunnen verblijven. Schuilhokken zijn geenszins uitgerust zoals stallen, die bestemd zijn voor het permanent huisvesten van dieren. / 4 /

3 Specifieke bepalingen Art. 1 Zone voor groen sport- en recreatiepark Dit gebied behoort tot de bestemmingscategoriën recreatie. 1.1 Bestemmingsvoorschriften Bestemming: Openbare groene ruimte met parkkarakter multifunctioneel ingevuld met lokale spel-, sport- en recreatiefuncties 1.2 Inrichtingsvoorschriften Bebouwing Er wordt maximaal 1 gebouw ingericht van maximaal 400m². Bouwhoogte maximaal 9 m. Dakvorm vrij. De afwatering van deze bebouwing dient op eigen terrein gebufferd en geinfiltreerd te worden Groenaanleg Groenaanleg primeert binnen de zone. Algemeen vormt de zone één groen ingerichte ruimte waarbinnen zich andere functies vestigen. Het behoud, herstel en uitbreiden van het waardevolle bomenbestand en bomenrijen staan hierbij voorop Specfieke inrichtingsvoorwaarden De toegangen voor voet- en fietsverkeer en vooral hun overgang naar omliggende wijk dienen geaccentueerd te worden. Er moeten steeds lokale wijkgerichte sport- jeugd- en/of recreatiefuncties in het park aanwezig zijn. Ter hoogte van de zuidelijke en zuid-westelijke grens van het plangebied moet gestreefd worden naar de inrichting met een bomenrij als zachte overgang naar de woonomgeving. Dit kan bijvoorbeeld door begeiding met een bomenrij. We verstaan hieronder o.a. een trapveldje, speelweide, speelbos, Verharding Maximaal 15% verharding toegelaten. Verhardingen andere dan specifieke sportinfrastructuur, toegangswegen en paden dienen steeds waterdoorlatend te zijn. Niet waterdoorlatende verhardingen dienen af te wateren op eigen terrein. / 5 /

4 1.2.5 Parkeren Op het moment dat de terreinen effectief worden ingericht, moet moet voorzien worden in een parking van min. 15, max. 30 parkeerplaatsen. Deze moet zo kort als mogelijk aansluiten bij de openbare wegenis. Bijkomend kan eventueel worden voorzien in een overloopparking met dubbelgebruik parkeren/recreatie. Deze kan louter dienst doen om piekmomenten op te vangen en mag bijgevolg niet ingericht worden als parking. Er moet voorzien worden in minimum 30 fietsparkeerplaatsen Water Eventuele maatregelen die dienen genomen te worden i.k.v. de waterhuishouding van het plangebied, moeten georganiseerd worden binnen de grenzen van het plangebied Inrichtingsplan Bij de eerste aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning tot realisatie van de sport- en recreatiezone dient een algemeen inrichtingsplan toegevoegd te worden. Bij elke latere aanvraag die afwijkt van deze algemene inrichtingsstudie wordt een nieuw inrichtingsplan of aanvulling op het algemeen inrichtingsplan toegevoegd. Het is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op het beoordelen van de vergunningsaanvraag in het licht van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften. Het inrichtingsplan geeft het totaalconcept voor de zone, waarop minimum volgende zaken worden aangegeven: Het te realiseren programma De ontsluitingsstructuur en inplanting van de parkeerplaatsen De te realiseren groenstructuur De voorziene verhardingen en bebouwing De voorzieningen inzake hemelwaterbuffering en afwatering De aanleg van de nodige buffers Volgende specifieke beoordelingselementen zullen worden gehanteerd bij het beoordelen van de aanvraag: Aanwezigheid van diverse sport én recreatiemogelijkheden op de multifunctionele site. Aanwezigheid van buurtgerichte functies op de site. Maximale behoud van de aanwezige bomen en groenstructuren en het aandeel groeninrichtingen op de site. Het lokale niveau van de beoogde activiteiten, met een lokaal mobiliteitsprofiel. Het betreft een Openbare groene ruimte met parkkarakter multifunctioneel ingevuld met lokale en/of buurtgerichte spel-, sport- en recreatiefuncties : Een monotone inrichting (vb. i.f.v. 1 sportactiviteit) is niet gewenst. Bovenlokale activiteiten met bovenlokale hinderaspecten zijn niet gewenst / 6 /

5 Overdrukzone landschappelijke overgang A 1.3 Landschappelijke overgang A Ter hoogte van deze overdruk wordt een landschappelijke overgang opgelegd van minimum 10m tot omliggend openruimte gebied en de weg. Deze zone dient minimum te bestaan uit een bomenrij met houtkant, telkens inheemse en standplaatsgeschikte soorten. Ter hoogte van een voet- en fietsverbinding kan hiervan worden afgeweken. Hierin zijn niet toegelaten: Bebouwing Sportterreinen Parkeerplaatsen Doorgang voor gemotoriseerd vervoer, uitgezonderd diensten. Overdrukzone landschappelijke overgang B 1.4 Landschappelijke overgang B Ter hoogte van deze overdruk wordt een landschappelijke overgang opgelegd van minimum 25m tot het woongebied. Deze zone dient volledig ingevuld te worden met hoge en dichte groene inrichtingen, minimum bestaande uit een bosje van hoogstammen en middenstammen en lage struiken, telkens inheemse en standplaatsgeschikte soorten. Ter hoogte van een voet- en fietsverbinding kan hiervan worden afgeweken. Hierin zijn niet toegelaten: Bebouwing Sportterreinen Parkeerplaatsen Doorgang voor gemotoriseerd vervoer, uitgezonderd diensten. / 7 /

6 Overdrukzone recht van voorkoop 1.5 Recht van voorkoop Binnen deze overdruk is een recht van voorkoop geldig. De enige begunstigde van dit recht van voorkoop is de stad Izegem. Het recht van voorkoop is 15 jaar geldig vanaf de datum van inwerkingtreding van de voorschriften van het RUP. Een recht van voorkoop als bedoeld in hoofdstuk IV, afdeling 1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Na het verstrijken van de termijn van 15 jaar, kan het voorkooprecht niet meer uitgeoefend worden, noch hoeven er nog aanbiedingen te gebeuren. Indicatieve aanduiding voet- en fietsverbinding 1.6 Voet- en fietsverbinding Tussen de beginpunten en eindpunten van deze symbolische aanduidingen, dient minimum 1 verbindingen voor fietsers en voetgangers ingericht te worden tussen de Vegeweenstraat, Egaalstraat en de zuidelijke woonwijk. Deze verbindingen dienen aansluiting te maken met omliggend voet- en fietsnetwerk. Deze punten kunnen maximaal 30m verschuiven ten opzichte van de grafische intekening. Algemeen geldt het principe dat de inrichting van een verbinding verplichting is tenzij kan aangetoond worden dat er al een meer logische en meer verkeersveilige alternatieve verbinding aanwezig is. Er kan hierbij ook gekozen worden voor een (bijkomende) alternatieve aansluiting tot de wijk ten zuiden van het plangebied. / 8 /

7 Art. 2 Zone voor bouwvrij agrarisch gebied Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie landbouw. 2.1 Bestemmingsvoorschriften Bestemming: Het gebied is bestemd voor beroepslandbouw en aanverwante activiteiten. 2.2 Inrichtingsvoorschriften Algemeen Alle werken, handelingen en wijzigingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven zijn toegelaten. Voor zover ze door hun beperkte impact de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen, zijn de volgende werken, handelingen en wijzigingen toegelaten: Het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur, gericht op het al dan niet toegankelijk maken van het gebied voor educatief of recreatief medegebruik, waaronder het aanleggen of uitrusten van paden voor niet-gemotoriseerd verkeer; Het herstellen, heraanleggen of verplaatsen van bestaande openbare wegen en nutsleidingen; De instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en de landschapswaarden. Kleinschalige infrastructuur, gericht op het al dan niet toegankelijk maken van het gebied voor educatief of recreatief medegebruik, bestaat onder meer uit toegangspoortjes, wegwijzers, verbodsborden, wegafsluitingen Kleinschalige infrastructuur, gericht op recreatief medegebruik bestaat uit zitbanken, picknicktafels, vuilnisbakken, informatieborden, paden, kijk- of schuilhutten. Alle van vergunning vrijgestelde constructies zijn toegelaten Gebouwen: Binnen het gebied wordt de oprichting van om het even welke nieuwe bebouwing niet toegelaten. / 9 /

8 Colofon Urban.Habitat Contact Vestiging Gent Elfjulistraat Gent T gent@swecobelgium.be / 10 /