HIEROP MOET JE LETTEN!

Transcriptie

1 Tekengereedschappen Potlood Een potlood is een mengsel van klei en grafi et dat in een oven wordt verwarmd alvorens het in een houten omhulsel wordt gegoten. Tekengereedschappen Mengsel grafi et en klei De smalle strip wordt in het hout gestoken Mengsel wordt versneden in smalle strippen Het overtollige grafi et wordt afgebroken Uit een stukje hout wordt een rechthoekige sleuf gefreesd Het geheel wordt met een houten latje dicht gelijmd Door de verhouding klei en grafi et te veranderen, bekom je potloden met een verschillende hardheid. Hoe meer klei, hoe harder het potlood en hoe lichter de lijn. Grafi etpotloden zijn genummerd van 10H (H van hard) tot 10B (B van black = zwart). HB is een middenvorm. Er is ook een F-potlood. Dat lijkt sterk op een HB-potlood maar geeft een iets andere grijstint. In totaal zijn er 22 verschillende potloden. H-potloden geven een fijne, harde, grijze lijn. B-potloden geven een dikke, donkere, volle lijn. HIEROP MOET JE LETTEN! Afhankelijk van de toepassing kies je voor een bepaald type potlood. Bij het schetsen gebruik je zachtere potloden uit de B-reeks. Voor technische tekeningen gebruik je harde potloden uit de H-reeks. In de lessen technisch tekenen maak je gebruik van de volgende potloden: 2H voor fijne hulplijnen HB voor figuurlijnen 2B voor het schetsen Kleurpotloden Kleurpotloden worden op ongeveer dezelfde manier als grafi etpotloden gemaakt. In plaats van grafi et gebruikt men een pigmentkleur (pigment = kleurstof). Kleurpotloden bestaan in heel veel tinten, maar niet in gradaties van hardheid zoals bij grafi etpotloden. Inktpennen - stiften. Inktpennen Technische tekeningen werk je, nadat ze in potlood getekend zijn, met behulp van inktpennen af. Zo verkrijg je een duidelijkere tekening met een langere levensduur. 5

2 Tekengereedschappen - Inktpennen werken net zoals vulpennen (met of zonder navulbare inktpatronen). Er wordt wel met een andere inktsoort gewerkt. - Bij inktpennen spreek je niet meer van hardheid of pigmentkleur maar van pendikte. - De pennen zijn verkrijgbaar in een dikte van 0,05 mm tot en met 0,8 mm met daartussen tal van diktes. - Inktpennen bestaan ook in kleur maar deze worden niet bij technisch tekenen gebruikt. - Voordeel: inktpennen geven zeer zuivere lijnen. - Nadeel: ze geven snel vegen op het tekenblad bij een onjuiste tekenvolgorde of onoplettendheid.. Stiften Als alternatief kan je tekenstiften gebruiken. - Deze bestaan, net als inktpennen, in verschillende diktes en kleuren. Ze zijn echter niet navulbaar. - Voordeel: ze vegen minder snel. Dit wil niet zeggen dat je er niet aandachtig mee moet werken. Potloodslijper Om de punt van je potlood te slijpen houd je de potloodslijper en het potlood in 1 rechte lijn. Steek de potloodpunt niet onder een hoek in de slijper! De potloodpunt wordt dan onnodig belast en kan breken. Potloodslijpers werken heel goed zolang ze scherp zijn, maar dit blijven ze niet zo lang. Er zijn een paar gemakkelijke manieren om na te gaan of de potloodslijper nog voldoende scherp is. - Bekijk het hout net rond het pas geslepen potlood. Is het oppervlak van het hout glad, dan is de potloodslijper nog scherp. Is het hout ruw, dan is de potloodslijper bot aan het worden. Een heel botte potloodslijper geeft een heel ruw oppervlak rond de potloodpunt. - Bekijk het slijpsel dat uit de slijper komt. Een goede potloodslijper geeft een lange, ononderbroken sliert slijpsel. Hoe botter de potloodslijper, hoe kleiner de stukjes slijpsel worden. Als er alleen maar kleine stukjes slijpsel uit de potloodslijper komen, is hij aan vervanging toe. Vlakgom Een vlakgom gebruik je om potloodlijnen van het blad te verwijderen. De vlakgom is gemaakt uit een materiaal dat sterk gelijkt op natuurrubber (zoals de materialen die je vindt in sportschoenen of zelfs autobanden) en bestaat uit zeer kleine bolletjes die samengeperst worden. Omdat de bolletjes los ten opzichte van elkaar zitten, breken ze gemakkelijk af, wat noodzakelijk is voor de goede werking van de vlakgom. Tijdens het gommen blijft het grafi et aan de samengeperste bolletjes kleven. Daarna komen de bolletjes los om te voorkomen dat je gom vol grafi et komt te hangen. Er is een duidelijk verschil tussen een vlakgom uit de speciaalzaak en een gewone vlakgom. Bij deze laatste breken de bolletjes niet af tijdens het gommen. Gevolg: een gom vol grafi etdeeltjes en een vuil papier. Vlakgommen kan je indelen volgens hardheid. De vereiste hardheid is afhankelijk van het materiaal waarvoor hij gebruikt wordt. 6

3 Tekengereedschap Potlood Kleurpotlood Inkt Soort gom Zoals je reeds weet, bestaat een potlood hoofdzakelijk uit grafi et. Dit hecht zich aan het ruwe oppervlak van het papier. Als je met je hand over een potloodlijn wrijft, veegt deze wat uit. De hechting aan het papier is dus niet zo stevig. Grafi et hecht zich beter aan de zachte rubberbolletjes van de vlakgom dan aan het papier. Daarom volstaat een zachte gom om potlood te verwijderen. Kleurpotloden bestaan niet uit grafi et, maar uit een wasachtige kleurstof die zich beter aan papier hecht dan grafi et. Daarom is er een hardere gom nodig waarmee je de was losschuurt van het papier. Inkt van een pen is nog hardnekkiger. Het dringt in het papier door. Daarom is een inktgom altijd bijzonder hard. Tekengereedschappen Passer Een passer is een hulpmiddel om cirkels of cirkelbogen te tekenen. Een passer is meestal van metaal gemaakt en bestaat uit ten minste twee delen van gelijke lengte, die door middel van een scharnier aan de bovenzijde met elkaar zijn verbonden. Meestal bevindt zich onderaan bij één been een pin en bij het andere been een potloodstift. Soms is in plaats daarvan een houder voor een pen gemonteerd. De betere passer heeft in het midden een regelbare schroef. Hiermee kan je de nauwkeurigheid van de passer regelen. Penhouder De penhouder gebruik je om cirkels of cirkelbogen te tekenen met behulp van inktpennen of stiften. Cirkels tekenen met inktpennen 7

4 Tekengereedschappen Tekenhulpmiddelen In tegenstelling tot het schetsen, maak je bij het technisch tekenen steeds gebruik van tekenhulpmiddelen zoals: - tekenbord - tekentafel - maatlat - tekendriehoeken - geodriehoek. Tekenbord Een tekenbord is een plank waarop je een tekenblad monteert met behulp van 2 klemmen of eventueel schildersplankband. Op het bord staat een liniaal gemonteerd die je kan klemmen. Op die manier kan je nauwkeurig horizontale en verticale lijnen tekenen. Een technisch tekenaar maakt gebruik van een tekentafel. Deze is vergelijkbaar met een tekenbord maar is veel groter omdat technische tekeningen meestal op grotere papierformaten worden gemaakt. Om schuine lijnen te tekenen kan je gebruik maken van een tekenarm of tekendriehoek. Met behulp van een tekenarm kan je snel en gemakkelijk lijnen onder uiteenlopende hoeken tekenen. De tekenarm is verdraaibaar van 0 tot 90 en blokkeert automatisch bij elke 15. Dit is ideaal voor het tekenen van figuren in parallelperspectieven zoals het isometrisch en het cavalierperspectief.. Tekendriehoek De tekendriehoek is een tekenhulpmiddel dat je in combinatie met een tekenbord gebruikt. Een tekendriehoek heeft één rechte hoek en twee hoeken van 45, 30 of 60. Op één zijde staan millimeters en centimeters aangeduid. Meestal is een tekendriehoek van plastic. In onderstaande tabel vind je de functies waarvoor de verschillende hoeken gebruikt worden terug. Hoekwaarde Functie 30 isometrisch perspectief 45 cavalierperspectief 60 / 90 isometrisch en cavalierperspectief Wanneer je de twee tekendriehoeken samen gebruikt, kan je elke hoek tekenen opgaand per 15 van 0 tot 360. Dit wil zeggen 0, 15, 30, 45,...,

5 . Geodriehoek Een geodriehoek is een gereedschap dat je hoofdzakelijk gebruikt in het vak wiskunde, bij het hoofdstuk meetkunde. De geodriehoek komt het meest voor in de vorm van een gelijkbenige rechthoekige driehoek, dus met twee hoeken van 45 en één van 90. Deze vorm laat toe rechte hoeken en hoeken van 45 uit te zetten. Verder vind je op de geodriehoek een gradenboog en evenwijdige lijnen op elke 5 mm terug. Een technisch tekenaar maakt zelden gebruik van een geodriehoek wegens te onnauwkeurig. Tekengereedschappen. Maatlat Een maatlat is een platte lat met daarop millimeter- en centimeteraanduidingen en bestaat meestal uit kunststof. Een maatlat wordt vooral gebruikt voor het in pen/stift zetten van tekeningen en minder voor het tekenen zelf. Dit omdat de maatlat niet de voordelen van het tekenbord of van de tekendriehoeken biedt.. Verfkwast Niet meteen het meest hoogtechnologische gereedschap van de tekenaar maar daarom toch niet onbelangrijk. Tijdens het tekenen moet de tekenaar regelmatig overbodige lijntjes op de tekening verwijderen. Om te voorkomen dat dit gomsel op het tekenblad blijft liggen en vervolgens vuile plekken nalaat, moet je het zo snel mogelijk verwijderen. Dit doe je niet met de handen, omdat die tijdens het tekenen regelmatig in contact komen met het tekenblad. Een betere oplossing is een zachte, platte verfkwast. Hiermee borstel je het vuil zachtjes van het papier en de bank af.. Plakband Crêpeplakband of schilderstape gebruik je om het tekenblad vast te kleven op de tafel of op het tekenbord. Gebruik zeker geen andere tape omdat die het tekenblad bij het verwijderen ervan kan beschadigen. Kleef enkel de vier hoeken van het tekenblad vast, niet de volledige lengte! 9

6

7 Benodigdheden HIEROP MOET JE LETTEN! Draag zorg voor je tekengereedschap. Om een goede technische tekening te kunnen maken, is goed tekengereedschap van groot belang. Let erop dat je materiaal steeds proper blijft. Tekengereedschappen Kruis, in afspraak met je leerkracht, aan welke van onderstaande materialen je moet gebruiken voor het technisch tekenen. stevige kartonnen map (zodat de cursus proper en kreukvrij blijft). insteekmapjes... stuks potlood vulpotlood tekenstiftjes kleurpotloden 2H HB 2B 2H HB 2B 0,1 mm 0,2 mm 0,3 mm 0,5 mm rood geel blauw oranje slijper met opvangreservoir zachte vlakgom passer met regelbare schroef 11

8 Tekengereedschappen tekendriehoek geodriehoek platte verfkwast met zachte haren crêpeplakband 12

9 Vragen tekengereedschappen 1 Uit welke 2 bestanddelen bestaat een potlood? Tekengereedschappen 2 Hoeveel verschillende soorten potloden bestaan er? 3 Hoe worden verschillende hardheden van potloden bekomen? 4 Waarvoor gebruik je volgende potloden? schetsen schetsen technisch tekenen technisch tekenen 5 Wordt er bij kleurpotloden ook gebruik gemaakt van grafi et? Leg uit. 6 Waarom werk je potloodtekeningen met inktpennen af? 7 Bij inktpennen spreek je niet meer van hardheden en pigmentkleur, maar van

10 Tekengereedschappen 8 Geef een voordeel van tekenen met inktpennen. 9 Geef een nadeel van tekenen met inktpennen. 10 Wat is het grote verschil tussen inktpennen en tekenstiftjes? 11 Waarom moet je de potloodpunt recht in de slijper steken? 12 Op welke 2 manieren kun je controleren of je slijper nog goed is? 13 Waarvoor gebruik je een vlakgom? 14 Een vlakgom bestaat uit heel kleine bolletjes die loskomen tijdens het gommen. Waarom moeten ze loskomen? 15 Welke soorten vlakgommen bestaan er? Som ze op

11 16 Waarop moet je letten bij het kopen van een goede passer? Tekengereedschappen 17 Waarvoor gebruik je een penhouder? 18 Welke hoekwaarden vind je terug bij tekendriehoeken? 19 Geef het verschil tussen een tekendriehoek en een geodriehoek. 20 Waarom maakt een tekenaar niet veel gebruik van een geodriehoek? 21 Waarvoor gebruik je een verfkwast bij het tekenen? 15

12 Tekentechnieken Tekentechnieken Inzicht en orde Om een goede technische tekening te maken, zijn er twee belangrijke aandachtspunten: INZICHT en ORDE - Inzicht krijg je alleen door veel te oefenen en door steeds nauwkeurig te werken. Een lijntje te veel of te weinig geeft een totaal ander werkstuk. - Orde is de basis voor een goede technische tekening. Een onordelijke tekening is onduidelijk en wat onduidelijk is, kan fouten veroorzaken. Probeer je tekeningen dus steeds zo nauwkeurig en ordelijk mogelijk te maken om fouten te voorkomen. HIEROP MOET JE LETTEN! Voordat je begint te tekenen moet je telkens een aantal regels in acht nemen. - Let erop dat je handen proper zijn. Deze komen tijdens het tekenen meermaals in contact met het tekenblad en kunnen zo vuile plekken nalaten. Tijdens het tekenen van een lijn raakt je hand het tekenblad niet. - Maak je bank/tekenbord grondig schoon. Het gebeurt regelmatig dat er nog restjes van het gommen onder je tekenblad liggen. Dit gomsel kan tijdens het tekenen doordrukken en vuile plekken veroorzaken. - Kleef je tekenblad vast op je bank/tekenbord met crêpeplakband. Let erop dat je blad mooi horizontaal ligt. Dit kan je controleren met je tekendriehoek. Je tekenblad vastkleven heeft een aantal voordelen: minder kans op fouten omdat alleen je maatlat kan bewegen; wanneer je met een tekenbord werkt, kan je sneller en nauwkeuriger tekenen (hier komen we later nog op terug); onder een tekenblad dat vastligt, kan geen vuil terechtkomen. Vuil ONDER je tekenblad kan vuile plekken OP je tekenblad geven. Op je tekenbord leg je het tekenblad met de voorziene papierklemmen vast. Een tekenbord heeft er normaal twee. Een lange aan de linkerkant en een korte onderaan rechts. Voor een tekenblad met formaat A4 (297 mm mm) kan je de linkse papierklem gebruiken. Voor een A3-tekenblad (420 mm mm) gebruik je beide klemmen. - Zorg er steeds voor dat je potloodpunt scherp is. Met een botte punt kan je geen nette technische tekening maken. Dikke lijnen zijn niet proper, ze geven te veel grafi et op je tekenblad af, wat voor een vuile vlek op je tekening kan zorgen. 16

13 - Probeer je potloden voor technisch tekenen steeds apart te houden. Een potlood dat bij je overige schrijfgerei terechtkomt, wordt vuil. Laat je een potlood vallen, dan breekt het grafi etstaafje binnenin waardoor de punt tijdens het aanscherpen steeds afbreekt. Tekentechnieken - Zorg ervoor dat je gom proper blijft. Je kan hem best in een klein plastic zakje bewaren. Een vuile gom laat tijdens het weggommen van potloodlijnen ook vuildeeltjes op het papier achter. - Verschuif je maatlat/tekendriehoek niet te veel over je tekenblad. Het is beter je maatlat even op te heffen. - Leg onder het blad waarop je tekent een bijkomend dik blad. Wanneer het blad op een harde ondergrond ligt, drukt de potloodpunt te hard in het blad. Potloodlijnen kunnen nog wel perfect uitgegomd worden, maar er blijft een lichte indruk op het blad achter. Technisch tekenen - schetsen Schetsen Foto kubus Schets kubus Tekening kubus. Dit moet je weten Een schets is een niet-uitgewerkte tekening die op een eenvoudige manier iets weergeeft. Schetsen is tekenen met de losse hand. Buiten potlood en papier gebruik je geen hulpmiddelen zoals een maatlat of tekendriehoek. Voorbeeld Bij het ontwerp van een nieuwe machine start de ontwerper/tekenaar met het maken van ruwe schetsen. Ideeën worden vluchtig op papier gezet. Hij weet immers nog niet hoe het geheel er gaat uitzien. Te ver in detail treden zou tijdens deze fase van het ontwerp tijdverlies betekenen. Op de foto zie je een schets van een graafmachine ontworpen door Leonardo da Vinci. Hoewel de schets niet tot in detail is uitgewerkt, geeft ze toch al een duidelijk beeld van de werking van het toestel. Eenmaal de tekenaar/ontwerper weet hoe het ontwerp eruit zal zien, kan hij verder in detail treden en technische tekeningen maken. Dit zijn tot in het kleinste detail uitgewerkte tekeningen. In tegenstelling tot bij het schetsen wordt nu gebruik gemaakt van tekenhulpmiddelen. Technisch tekenen vereist dan ook andere vaardigheden dan schetsen omdat het over een totaal andere techniek gaat. 17

14 Tekentechnieken Technisch tekenen Een technische tekening wordt in een aantal stappen opgebouwd. 1 Tekenen van hulplijnen/constructielijnen Hulp- of constructielijnen zijn lijnen die je gebruikt als hulpmiddel om de eigenlijke tekening te maken. Wanneer de tekening klaar is, hebben deze lijnen geen functie meer en moeten ze worden uitgegomd. Omdat je vooraf weet dat je deze lijnen nadien moet verwijderen, teken je ze ZEER ZACHTJES. 2 Tekenen van functionele lijnen Functionele lijnen zijn lijnen die deel uitmaken van de eigenlijke figuur en moeten nadien niet meer worden uitgegomd. Deze teken je IETS HARDER. 3 Uitgommen van de hulplijntjes Na het tekenen van de functionele lijnen ga je de hulplijnen uitgommen zodat enkel de functionele lijnen overblijven. Na het uitgommen van de hulplijnen ga je best met een potlood even terug over de functionele lijnen. 4 Zuiver maken van de tekening en afwerken met tekenstiftjes Heb je alle functionele lijnen getekend en alle hulplijnen weggegomd, dan controleer je of de tekening correct is. Pas wanneer je zeker bent van je werk, kan je alle functionele lijnen met tekenstiftjes met de juiste dikte overtrekken. Wanneer dit gebeurd is, gom je nog eens lichtjes over je tekening, zodat alle potloodlijnen mooi verwijderd zijn. 18

15 Opbouw van een tekening Papierformaat Vooraleer je kan beginnen tekenen kies je een papierformaat. Afhankelijk van o.a. de moeilijkheidsgraad, de grootte van je werkstuk, het aantal benodigde aanzichten,... kies je voor een groter of kleiner formaat. Meer info vind je in je naslagwerk. Opbouw tech. tek. Een tekenblad kan staand of liggend gebruikt worden. Het meest gangbare is dat een A4-formaat staand wordt gebruikt, anderen zoals A3... A0 liggend. staand liggend Tekenkader Aan de buitenkant van je tekenblad staat steeds een tekenkader. Dat bevindt zich op ongeveer 10 mm van de paginarand. Zo weet je bij het printen of kopiëren van de tekening steeds of je de volledige tekening hebt. Wanneer je de tekening wil perforeren, neem je de linkse lijn van het tekenkader op 15 mm van de linkse bladrand. 19

16 Opbouw tech. tek. Titelhoek Onderaan het tekenblad komt de titelhoek. Hierin vind je tal van gegevens terug die belangrijk zijn voor het maken van je werkstuk. De afmetingen en de inhoud van de titelhoek kunnen van bedrijf tot bedrijf verschillen. Met andere woorden: elk bedrijf heeft zijn eigen titelhoek. Aanzichten Aanzichten vertellen je alles over de vorm van het werkstuk. Je bekijkt je werkstuk langs verschillende zijden om zo een duidelijk beeld van het werkstuk te krijgen. Isometrisch perspectief Soms wordt op de tekening ook een isometrisch perspectief geplaatst. Dit is een 3-dimensionele voorstelling van een werkstuk en heeft als voordeel dat je sneller een goed beeld krijgt van hoe je werkstuk eruit ziet. 20

17 Maataanduiding Opbouw tech. tek. Op de aanzichten plaats je maten. Buiten de vorm van je werkstuk is het natuurlijk ook belangrijk dat je weet welke afmetingen je werkstuk heeft. In je naslagwerk vind je meer informatie en uitleg bij titelhoek, aanzichten, isometrisch perspectief en maataanduiding. 21

18 Opbouw tech. tek. 22

19 Construeer de figuur die op bladzijde 25 staat. Volg hierbij de volgende stappen: - Verbind de tegenoverliggende lijntjes met elkaar door middel van zeer zachte lijntjes (hulplijnen) en met behulp van een meetlat. - In de zachte lijntjes zit de figuur verborgen. Zoek deze en overteken de hulplijntjes door iets harder op je potlood te drukken (functionele lijnen). - Gom alle hulplijntjes weg. - Wanneer je het goed gedaan hebt, zie je niet meer waar de hulplijntjes gestaan hebben. Lijnen Klas: Nr. Naam: Startdatum: Inleverdatum: Lijnen /10 23

20

21 Lijnen Klas: Nr. Naam: Startdatum: Inleverdatum: Lijnen /10 25

22

23 Construeer de tekst die op de volgende bladzijde staat. Volg hierbij de volgende stappen: - Verbind de tegenoverliggende lijntjes met elkaar door middel van zeer zachte lijntjes (hulplijnen). - In de zachte lijntjes zit de figuur verborgen. Zoek deze en overteken de hulplijntjes door iets harder op je potlood te drukken (functionele lijnen). - Gom alle hulplijntjes weg. - Wanneer je het goed gedaan hebt, zie je niet meer waar de hulplijntjes gestaan hebben. TECHNISCH TEKENEN IS Lijnen Klas: Nr. Naam: Startdatum: Inleverdatum: Lijnen /10 27

24

25 TECHNISCH TEKENEN IS Lijnen Klas: Nr. Naam: Startdatum: Inleverdatum: Lijnen /10 29

26

27 Teken de ontbrekende lijnen. Zichtbare lijn Verborgen lijn Lijnen Dunne gemengde streeplijn Dunne lijn Arceer onderstaande vlakken. Klas: Nr. Naam: Startdatum: Inleverdatum: Lijnen /10 31

28

29 Schrijf je gegevens in ordelijke blokletters. NAAM Lijnen VOORNAAM STRAAT HUISNUMMER POSTCODE GEMEENTE TEL. NR Klas: Nr. Naam: Startdatum: Inleverdatum: Lijnen /10 33

30

31 Teken een loodlijn in punt a op rechte A. Teken de middelloodlijn van lijnstuk [AB]. Meetkundig tekenen Teken een evenwijdige aan rechte A door punt p. Teken een evenwijdige aan rechte A op een afstand I van A gelegen. Klas: Nr. Naam: Startdatum: Inleverdatum: Meetkundig tekenen /10 35

32

33 Teken met behulp van je geodriehoek een loodlijn op elke lijn in het aangeduide punt. Meetkundig tekenen Teken met behulp van je passer een loodlijn op elke lijn. Vul in: Een loodlijn teken je onder een hoek van.... Klas: Nr. Naam: Startdatum: Inleverdatum: Meetkundig tekenen /10 37

34

35 Meet de volgende hoeken met je geodriehoek en noteer hun hoekwaarde Meetkundig tekenen Teken de volgende hoeken met je geodriehoek. Klas: Nr. Naam: Startdatum: Inleverdatum: Meetkundig tekenen /10 39

36

37 Teken in punt a een cirkel met diameter 30 en in punt b een cirkel met straal 30. Meetkundig tekenen Duid in het blauw de straal en in het groen de diameter van onderstaande cirkels aan. Klas: Nr. Naam: Startdatum: Inleverdatum: Meetkundig tekenen /10 41

38

39 Teken de volgende figuur op de gevraagde schaal. Schaaltekenen Teken onderstaande cirkel op schaal 2/1. Klas: Nr. Naam: Startdatum: Inleverdatum: Schaaltekenen /10 43

40

41 Teken de volgende rechthoek op schaal 1/3. Teken de volgende rechthoek op schaal 1/2. Schaaltekenen Teken een rechthoek op schaal 2/1. De werkelijke maten van de zijden zijn 7 en 4 cm. Eén zijde moet wel op de getekende lijn liggen. Klas: Nr. Naam: Startdatum: Inleverdatum: Schaaltekenen /10 45

42

43 Maak of neem een foto van een voorwerp, kleef hem in de daarvoor voorziene ruimte en maak er een schets van. Schetsen Klas: Nr. Naam: Startdatum: Inleverdatum: Schetsen /10 47

44

45 Bouw de volgende figuren en teken de aanzichten. Voorbeeld Projectietekenen Klas: Nr. Naam: Startdatum: Inleverdatum: Projectietekenen /10 49

46

47 Bouw de volgende figuren en teken de aanzichten. Projectietekenen Klas: Nr. Naam: Startdatum: Inleverdatum: Projectietekenen /10 51

48

49 Bouw de volgende figuren en teken de aanzichten. Projectietekenen Klas: Nr. Naam: Startdatum: Inleverdatum: Projectietekenen /10 53

50

51 Bouw de volgende figuren en teken de aanzichten. Projectietekenen Klas: Nr. Naam: Startdatum: Inleverdatum: Projectietekenen /10 55