TEKENEN. beeldende vorming. Vlakvullingen. hoofdstuk 13: vlakvulling

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "TEKENEN. beeldende vorming. Vlakvullingen. hoofdstuk 13: vlakvulling"

Christian Molenaar
8 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Vlakvullingen Tekeningen zoals hierboven heb je vast weleens eerder gezien, bijvoorbeeld op één van de posters in de wiskundelokalen. Het is het werk van Escher.Je kent hem misschien ook wel van de onmogelijke figuren, zoals deze kubus (zie afbeeling hiernaast).. Wie was M.C. Escher eigenlijk. Escher is een Nederlands graficus (kunstenaar) geweest die leefde van 1898 tot Escher tekende in het begin van zijn carrière nog niet van die abstracte en wiskundige dingen. Pas in de loop van zijn leven ontwikkelde hij de stijl waarmee hij wereldberoemd is geworden. In deze les is het de bedoeling dat jullie zelf ook zo n vlakvulling gaan maken. 1

Escher is een Nederlands graficus (kunstenaar) geweest die leefde van 1898 tot 1972.

2 Niet zo n ingewikkelde als de afbeeldingen op de vorige bladzijde,, maar een simpeler uitvoering, iets zoals hiernaast.jullie doen dit aan de hand van een stappen plan. Hoe ging Escher te werk? We zullen een paar voorbeelden tonen om je bij je eigen werk te helpen Escher vlakvullingen methode 1 -Bekijk de onderstaande uitleg en bekijk een aantal tekeningen van Echer. Teken daarna een vierkant of een rechthoek en maak een aantal schetsen. Als je een mooie schets hebt gemaakt, ga je netjes te werk. - Knip daarna je figuur langs de donker rand en trek het meerdere malen over op een vel papier. (2) Teken een vierkant of een rechthoek (3) Teken de bovenlijn zorg ervoor dat je lijn bij de hoek linksboven en bij de hoek rechtsboven eindigt. (4, 5 en 6) Verschuif je bovenlijn naar beneden tot dat je bij de hoekpunten komt. Je krijgt zo de onderlijn. komt. Je krijgt de rechterlijn 2 (7, 8 en 9) Teken de linkerlijn en verschuif die naar rechts tot dat je bij de hoekpunten

Teken daarna een vierkant of een rechthoek en maak een aantal schetsen. Als je een mooie schets hebt gemaakt, ga je netjes te werk.

3 (10) Knip de figuur langs de donkere rand en trek het dan over op een andere vel papier. Escher vlakvullingen methode 2 -Bekijk de onderstaande uitleg en bekijk een aantal tekeningen van Escher. Teken daarna een vierkant of een rechthoek en maak een aantal schetsen. Als je een mooie schets hebt gemaakt, ga je netjes te werk. - Knip daarna je figuur langs de donker rand en trek het meerdere malen over op een vel papier. (2) Teken een vierkant of een rechthoek (3) Teken de bovenlijn zorg ervoor dat je lijn bij de hoek linksboven en bij de hoek rechtsboven eindigt. (4) Verschuif je bovenlijn naar beneden tot dat je bij de hoekpunten komt. Je krijgt zo onderlijn. (5 en 6) Spiegel de onderlijn in het verticale midden (verticale spiegellijn) 3

Als je een mooie schets hebt gemaakt, ga je netjes te werk. - Knip daarna je figuur langs de donker rand en trek het meerdere malen over op een vel papier.

4 (7, 8) Teken de rechterlijn en verschuif die naar links tot dat je bij de hoekpunten komt. Je krijgt de linkerlijn. (9 en10) Knip de figuur langs de donkere rand en trek het dan over op een andere vel papier Escher vlakvulling methode 3 (1) Teken een rechthoek/vierkant of een parallellogram. Zet bij de hoekpunten de letters A, B,C en D (2) Teken een lijn van A naar D. Dat is de bovenlijn. (3) Verschuif de bovenlijn naar beneden totdat je bij BC kom. Zet het punt E zo neer dat je CD verdeelt in 2 gelijke stukken. (4) Teken een lijn van D naar E, bepaal zelf de vorm. 4

rechthoek/vierkant of een parallellogram. Zet bij de hoekpunten de letters A, B,C en D (2) Teken een lijn van A naar D. Dat is de bovenlijn.

5 (5) Draai (tegen de klok in) de lijn de je net hebt getekend 180 graden om het punt E. Zet het punt F zo neer dat je AB verdeelt in 2 gelijke stukken (6) Teken een lijn van B naar F, bepaal zelf de vorm. (7) Draai (tegen de klok in) de lijn de je net hebt getekend 180 graden om het punt F. (8) Maak je figuur af Eschervlakvulling methode 4 (1) Teken een vierkant. Methode 4 werkt alleen in een vierkant! (2) Teken een lijn van A naar D, bepaal zelf de vorm. (3) Draai (tegen de klok in) de lijn de je net hebt getekend 90 graden om het punt D. 5

(7) Draai (tegen de klok in) de lijn de je net hebt getekend 180 graden om het punt F.

6 (4) Teken een lijn van B naar C, bepaal zelf de vorm. (5) Draai (tegen de klok in) de lijn de je net hebt getekend 90 graden om het punt B. (6) Maak je figuur af. 6

7 Andere methoden om tot een patroon te komen zijn: 1. Met behulp van een sjabloon. Een sjabloon is een uitgeknipte vorm uit wat dik papier(karton) Door deze vorm om te trekken en te herhalen vormt zich een patroon. 2. Het overtrekken van een vorm en deze herhalen. Maak eventueel gebruik van hulplijnen. Laat je inspireren door: De foto s die je voor de huiswerkopdrachten hebt gemaakt en de afbeeldingen die je hebt gevonden op Google. 7

vormt zich een patroon. 2. Het overtrekken van een vorm en deze herhalen.

8 Opdrachten Lees de tekst van bladzijde 1 t/m 6 aandachtig 1A/ Zoek in je omgeving, voorbeelden van tien vlakvullingen en maak daar foto's van. Voeg ze toe in je map. 1B/ Zoek op google vijf vlakvullingen uit andere culturen. Voeg ze toe in je map. 1c/ Zet bij al je gevonden afbeeldingen de toepassing. Waar komt het vandaan? (land, cultuur, e.d.) Wat is het? (vloer, paneel, stof) 1D/ Kies ëën foto / google vlakvulling, en maak met behulp van "bespreekschema kunstbeschouwing" een verslag. (zie blz. 9) 2A/ Kies een van de methode 1,2,3 of 4. Materiaal: A4 tekenpapier, potlood, inkt (zwart/wit uitwerking) 2B/ Kies methode 1,2,3,4, of maak gebruik van een sjabloon of de overtrekmethode.. Materiaal: A4 tekenpapier potlood, kleurpotlood, waterverf of plakkaatverf. Let op: Bij zowel 2A als 2B maak je schetsen, uitprobeersels.(minimaal 2 bij de 2 opdrachten) Je kunt gebruik maken van rasterpapier om de schetsen op te maken. 8

(vloer, paneel, stof) 1D/ Kies ëën foto / google vlakvulling, en maak met behulp van "bespreekschema kunstbeschouwing" een verslag. (zie blz. 9) 2A/ Kies een van de methode 1,2,3 of 4.

9 9

Vergelijkbare documenten

K 1 Symmetrische figuren

K 1 Symmetrische figuren K Symmetrische figuren * Spiegel Plaats de spiegel zó, dat je twee gelijke figuren ziet. Plaats de spiegel nu zó op het plaatje, dat je dezelfde figuur precies éénmaal ziet. Lukt dat bij alle plaatjes?