Programmabegroting

Transcriptie

1 Programmabegroting

2

3 INHOUDSOPGAVE Deel 1 Beleidsbegroting Woord vooraf 4 Programma s Programma 1: Zorg en Welzijn 8 Programma 2: Jeugd en Onderwijs 13 Programma 3: Werk en Inkomen 19 Programma 4: Kunst en Cultuur 27 Programma 5: Sport en Spel 30 Programma 6: Verkeer en Water 34 Programma 7: Reiniging 40 Programma 8: Wonen en Ondernemen 42 Programma 9: Groen 48 Programma 10: Bestuur en Burgerzaken 52 Programma 11: Openbare orde en Veiligheid 56 Programma 12: Grondontwikkeling 59 Algemene dekkingsmiddelen 64 Paragrafen Paragraaf 1: Weerstandsvermogen 68 Paragraaf 2: Onderhoud kapitaalgoederen 72 Paragraaf 3: Bedrijfsvoering 77 Paragraaf 4: Verbonden partijen 80 Paragraaf 5: Grondbeleid 86 Paragraaf 6: Financiering 90 Paragraaf 7: Lokale heffingen 92 Deel 2 Financiële begroting Hoofdstukken Hoofdstuk 1: Overzicht lasten en baten 96 Hoofdstuk 2: Incidentele lasten en baten 98 Hoofdstuk 3: Openstaande en vervangingsinvesteringen 99 Hoofdstuk 4: Reserves en voorzieningen 102 Hoofdstuk 5: Uitgangspunten begroting Hoofdstuk 6: Subsidies per programma 110 Bijlagen Bijlage 1: Bestuur en Organisatie 112 Bijlage 2: Conversietabel product programma 114 Bijlage 3: Afkortingenlijst 118 3

4 WOORD VOORAF Een sluitende begroting voor 2010 Voor u ligt de begroting die wij hebben opgesteld aan de hand van de uitkomsten van het raadsdebat over de Financiële kadernota van 13 juli De Kadernota 2010 schetste een negatief beeld. Met de uitkomsten van het debat en een nadere uitwerking van de Kadernota is het ons gelukt voor 2010 een sluitende, en tevens beleidsarme, begroting te kunnen presenteren. De jaren zijn nog niet sluitend als gevolg van de veronderstelde afschaffing van de precariobelasting. Wij hebben daarom, naast de specifieke taakstellingen, over deze jaren algemene taakstellingen ingeboekt variërend van tot In uitzondering op andere jaren mag de gemeente dit jaar een niet sluitende meerjarenbegroting indienen bij de Provincie. De opgenomen algemene taakstelling voor de jaren 2011 tot en met 2013 dient in 2010 verder uitgewerkt te worden. Financieel beleid Wij bevinden ons in een economisch lastige periode. Onzekerheid over het herstel van de economie en verwachte ingrijpende bezuinigingen bij de rijksoverheid zorgen voor de nodige financiële onzekerheden. Wij zullen dat merken aan de hoogte van de uitkering uit het Gemeentefonds (onze belangrijkste inkomstenbron), maar ook als het gaat om specifieke financieringsstromen zoals voor de WWB en WMO. Voor de komende jaren zien wij dan ook weinig mogelijkheden om ambitieuze plannen of nieuw beleid te kunnen realiseren. Ons devies is dan ook om nu eerst de grote lopende projecten tot een goed einde te brengen, en vervolgens aan de hand van de uitkomsten van de kerntakendiscussie de agenda voor de jaren tot 2025 op te stellen. Lokale lasten De lokale lasten bevinden zich op een gemiddeld niveau voor vergelijkbare gemeenten. Gelet op de economisch moeilijke tijden doen wij er alles aan om een verdere stijging van de lasten te voorkomen. In deze begroting zijn wij uitgekomen op een zeer beperkte verhoging van de OZB en afvalstoffenheffing met 1,25%. Voor de rioolheffing bedraagt de tariefsverhoging 17% plus de indexatie van 1,25%, conform eerdere besluitvorming in En verder zijn de leges met 2,5% verhoogd. Verkoop aandelen NUON Door de verkoop van de aandelen NUON is de structuur van de financiën en het weerstandvermogen sterk verbeterd, waardoor wij beter in staat zijn de risico s die zich voordoen op te vangen. In de begroting hebben wij de opbrengst van de verkoop van de aandelen in tranches in de komende jaren verantwoord. Mochten Provincie en accountants tot een ander oordeel komen over de verantwoording, dan zullen wij u hierover separaat informeren. Belang kerntakendiscussie De uitkomsten van de kerntakendiscussie die in 2009 wordt afgerond zal belangrijke keuzemomenten opleveren. Het belang van de te maken keuzes voor de toekomst is groot, zowel voor de beleidskeuzes als de daaruit voortvloeiende financiële gevolgen. Van Kadernota naar Vanuit de Financiële Kadernota zijn naast de posten met betrekking tot de uitgangspunten, de autonome ontwikkelingen, de regionalisering en de bezuinigingen verwerkt. Daarnaast zijn van de beleidskeuzes de posten ICT, harmonisering minimabeleid, hekwerken, schuldhulpverlening in de begroting opgenomen. Met betrekking tot de mogelijke afschaffing van de precario op de kabels en leidingen benadrukken wij dat dit verwerkt is conform de Kadernota, maar dat er nog een geringe kans is dat de precario toch al per 1 januari 2010 wordt afgeschaft. In de begroting gaan wij uit van afschaffing per 1 januari De in de Kadernota genoemde optie om de OZB met de wegvallende precario-inkomsten te verhogen is niet in de begroting opgenomen. Overige posten Naast de hierboven genoemde thema s hebben wij de volgende posten uit de Kadernota opgenomen: - Voor het subsidieprogramma is een indexatie opgenomen van Deze is voorlopig als stelpost toegevoegd aan het incidentenfonds. Zodra de definitieve verdeling bekend is zal een begrotingswijziging volgen. - Naar aanleiding van de opmerkingen in de raad en commissie hebben wij de stelpost voor de wet dwangsom voor de jaren 2011 en 2012 met en voor 2013 met naar beneden bijgesteld. 4

5 - Voor de berekening van de Algemene Uitkering is de septembercirculaire gehanteerd, op basis van de meest actuele kwantitatieve gegevens. Dit levert een structurele stijging op van voor 2010, voor de volgende jaren zelfs meer. - De raad heeft duidelijk aangegeven dat er behoefte is aan een jongerencentrum. Wij hebben hiervoor een stelpost van voor kapitaallasten opgenomen voor de jaren 2011 en verder. - De post onvoorzien hebben wij in verband met de huidige economische situatie voorzichtigheidshalve structureel verhoogd met Voor het benodigde groot onderhoud aan het riool aan de Meerburgerlaan en mogelijk aan de riolering onder de Winkelhof is opgenomen aan kapitaallasten in De structurele lasten zullen worden meegenomen in het nieuwe Gemeentelijke RioleringsPlan (GRP) dat in 2010 zal worden opgesteld. Zoals gebruikelijk bij de riolering is deze extra kostenpost verrekend met de egalisatiereserve riolering zodat deze mutatie geen negatief effect op de begroting heeft. - Eventuele vertragingen in oplevering van investeringen is financieel doorvertaald. - Wij werken aan een beeldkwaliteitplan voor de openbare ruimte. Hierbij wordt per beeldkwaliteitniveau aangegeven wat de kosten zijn op gebied van groen, verharding, straatreinigen, straatmeubilair en water. Het plan wordt eind 2009 aan de raad voorgelegd om in samenhang met de kerntakendiscussie keuzes te maken over het gewenste beeldkwaliteit-niveau. Het plan is nog niet gereed, maar de eerste uitkomsten laten zien dat de budgetten voor met name het dagelijks onderhoud aan de lage kant zijn. Dit komt onder andere door de areaaluitbreiding van de afgelopen jaren en de arbeidsintensievere groenbeplantingen in bijvoorbeeld de Schansen en Dreven. Wij hebben hiervoor in de begroting een stelpost van opgenomen, waarvan op groen en op wegen. - De verkoop van de aandelen NUON is verwerkt conform het raadsbesluit omtrent de aanwending van de verkoopopbrengst d.d. 14 september Wij hebben de voorgestelde, en ons inziens noodzakelijke, versterking van het ambtenarenapparaat niet verwerkt. Bij zich aandienende knelpunten zullen wij met nadere voorstellen komen. 29 september 2009 College van burgemeester en wethouders 5

6 6

7 Deel 1 Beleidsbegroting Programma s In dit deel worden de volgende programma s behandeld: Programma 1, Zorg en Welzijn Programma 2, Jeugd en Onderwijs Programma 3, Werk en Inkomen Programma 4, Kunst en Cultuur Programma 5, Sport en Spel Programma 6, Verkeer en Water Programma 7, Reiniging Programma 8, Wonen en Ondernemen Programma 9, Groen Programma 10, Bestuur en Burgerzaken Programma 11, Openbare orde en Veiligheid Programma 12, Grondontwikkeling Algemene dekkingsmiddelen 7

8 PROGRAMMA 1: ZORG EN WELZIJN In dit programma worden de volgende prestatiegebieden behandeld: A. Lokale gezondheidszorg B. Wet maatschappelijke ondersteuning 1 A. Lokale gezondheidszorg Inleiding Gemeenten zijn op basis van de Wet publieke gezondheid (Wpg) verplicht om hun ambities op het gezondheidsbeleid vast te leggen in een gemeentelijke nota volksgezondheidsbeleid. De Gemeenschappelijke GezondheidsDienst (GGD) Hollands Midden werkt aan preventieve openbare gezondheidszorg. Zij beschermt en bevordert de gezondheid van de inwoners in Leiderdorp en in de rest van haar werkgebied. De GGD is onderdeel van de Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden (RDOG HM). Deze bestaat verder uit de Regionale Ambulance Dienst Hollands Midden (RAD HM) en het bureau Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Hollands Midden (GHOR HM). Bestaand beleid Nota Lokaal Gezondheidsbeleid Gemeente Leiderdorp Een goede gezondheid, van jongs af aan Wet publieke gezondheid Wat willen we bereiken? Met het lokale gezondheidsbeleid willen we een gezondere fysieke en sociale omgeving voor burgers creëren en een gezondere leefstijl stimuleren. De gemeente doet dit in haar beleid door gerichte preventieve activiteiten te organiseren waar mogelijk. Bijvoorbeeld door het realiseren van een toereikend voorzieningenniveau binnen de gezondheidszorg. Wat gaan we ervoor doen? De gemeente heeft in haar nota volksgezondheid op vijf gebieden doelstellingen geformuleerd. Onder elke doelstelling staan actiepunten: 1. Het ziekteverzuim bij jarigen vermindert Het nogmaals onder de aandacht brengen van het meldingsprotocol bij basisscholen en het voortgezet onderwijs door Regionaal Bureau Leerplicht; Het onderwerp ziekteverzuim en melding van verzuim wordt regionaal op de agenda gezet; 2. Het roken door jongeren vermindert Aansluiten bij landelijke campagnes; Promoten van bestaand aanbod voor preventie van roken; Niet roken als sociale norm formuleren; 3. Meer jongeren bewegen voldoende en het aantal jongeren met (ernstig) overgewicht neemt niet verder toe Actieplan 30 minuten bewegen; Vergroten van de kennis over en de bewustwording van de risico s van overgewicht; Promoten van bestaand aanbod over voeding en beweging; Verbeteren van het bereik en de kwaliteit van preventie van overgewicht, verkeerde voedingsgewoonten en te weinig bewegen. 4. Minder jongeren drinken alcohol en de jongeren die alcohol gebruiken, drinken minder en minder vaak. Minder jongeren gebruiken drugs Vergroten van de kennis over en de bewustwording van de risico s van alcohol- en drugsgebruik; Promoten van bestaand aanbod ter preventie van alcoholen drugsgebruik; Introduceren van de norm geen alcohol onder de 16 jaar Onderzoeken van de mogelijkheden voor lokale handhaving, naast preventieve maatregelen; 8

9 5. Minder ouderen lijden aan depressie en het onderwerp krijgt meer bekendheid Aandacht voor preventie van depressie in het Wmo beleidsplan; Vergroten van de kennis over en de bewustwording van de ernst en de risico s van eenzaamheid en depressie bij de bevolking; Promoten van bestaand aanbod ter preventie van depressie;verbeteren van bereik en kwaliteit van preventie van depressieve klachten bij ouderen. Doelen plan plan plan plan plan doel meetpunt Gezondere Aantal jongeren dat rookt < 10% < 10% <10% < 10% < 10% jongeren Aantal jongeren met matig overgewicht 12 % 12 % 12 % 12 % 12 % Aantal jongeren met ernstig overgewicht 1.6% 1.6% 1.6% 1.6% 1.6% Aantal jongeren met ongezonde eetgewoonten Aantal jongeren dat aan de Norm Gezond Bewegen voldoet Het percentage jarigen dat alcohol drinkt Het percentage jarigen dat alcohol drinkt Het percentage jarigen dat cannabis gebruikt Het percentage jarigen dat harddrugs gebruikt Het percentage jarigen dat cannabis gebruikt Het percentage jarigen dat harddrugs gebruikt < 36% < 36% < 36% < 36% < 36% 16% 19% 22% 25% 28% < 50% < 50% < 50% < 50% < 50% 87 % 87 % 87 % 87 % 87 % < 5% < 5% < 5% < 5% < 5% < 1.9% < 1.9% < 1.9% < 1.9% < 1.9% < 11% < 11% < 11% < 11% < 11% < 6% < 6% < 6% < 6% < 6% 9

10 1 B. Wet maatschappelijke ondersteuning Inleiding De gemeente wil mensen met een beperking in staat stellen zoveel mogelijk zelfstandig te leven en aan het maatschappelijke verkeer mee te doen. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) biedt hiervoor de wettelijke basis. In de Wmo zijn negen prestatievelden beschreven waarop de gemeente beleid moet maken. De gemeente Leiderdorp heeft deze teruggebracht tot vijf programma s. Bestaand beleid Vierjarige beleidsnota Wmo Waar meedoen toe leidt Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Leiderdorp (2008) Besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Leiderdorp (2008) Handboek voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Leiderdorp (2008) Wat willen we bereiken? In de Wmo beleidsnota beschrijft de gemeente in 5 programma s wat zij wil bereiken. Alle prestatievelden worden hierin meegenomen. De programma s zijn: 1. Samenleven in buurt of wijk (prestatieveld 1). 2. Een veilige en geborgen jeugd (prestatieveld 2). 3. Ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers (prestatieveld 3 en 4). 4. Meedoen makkelijker maken (prestatievelden 3, 5 en 6). 5. Verbeteren en behouden van zorg, preventie en opvang wanneer mensen zelf niet langer de regie over hun eigen bestaan kunnen voeren (prestatievelden 7,8 en 9). Wat gaan we ervoor doen? In de vierjarige beleidsnota Wmo worden de bovengenoemde vijf programma s verder uitgewerkt in doelen. 1. Onderzoeken of het buurtwerk kan worden omgevormd naar een projectmatige opzet per buurt met buurtparticipatie. 2. De ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers krijgt specifieke aandacht. 3. De gemeente bekijkt het voorzieningenpakket kritisch om de individuele ondersteuning van mensen met beperkingen ook op langere termijn te behouden. 4. Het preventieve jeugdbeleid krijgt vorm in een centrum voor jeugd en gezin. Daarbij worden de samenwerking en ketenaanpak ook inhoudelijk ingevuld (zie ook programma 2B preventief jeugdbeleid). 5. Behouden van het vangnet voor mensen die niet zelfstandig kunnen deelnemen aan de samenleving. 10

11 Doelen werk plan plan plan plan plan doel meetpunt Individuele inwoners met beperkingen zo lang mogelijk zelfstandig laten blijven wonen en ondersteunen bij het deelnemen aan de samenleving: gericht op woningaanpassing, verplaatsen in- en om huis, vervoer binnen de regio en hulp bij het huishouden. aantal (nieuwe) aanvragen per individuele voorziening doorlooptijd aanvraag individuele voorzieningen aantal bezwaarschriften bij individuele voorzieningen 667 HbH/ 1012 overige 650 HbH 1050 overige n.n.b. 6 weken 650 HbH 1050 overige 6 weken 650 HbH 1050 overige 6 weken 650 HbH 1050 overige 6 weken 650 HbH 1050 overige 6 weken klanttevredenheidsonderzoek 7,3 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 hulp bij het huishouden/wmo loket kwaliteit zorg aantal deelnemers alarmering aantal deelnemers tafeltje dekje aantal deelnemers Klus aan Huis/praktische hulpverlening aantal vragen om informatie en advies (pluspunt) aantal vragen ouderenadviseur (pluspunt) aantal mantelzorgers die ondersteunt worden (pluspunt& regionaal steunpunt) * Naast de meetpunten in de tabel is er ook een jaarlijkse benchmark Wmo. De Wmo benchmark geeft aan hoe de gemeente Leiderdorp presteert ten opzichte van andere gemeenten. 11

12 Wat mag het kosten? LASTEN x Specificatie programmakosten Rekening na wijziging A Lokale gezondheidszorg B Wet Maatschappelijke Ondersteuning Totaal programmakosten BATEN Specificatie baten A Lokale gezondheidszorg B Wet Maatschappelijke Ondersteuning Totaal baten SALDO Specificatie saldo A Lokale gezondheidszorg B Wet Maatschappelijke Ondersteuning Saldo programma Mutaties reserves 1 Reserve Wet maatschappelijke ondersteuning 2 Reserve Welzijn Saldo na bestemming Hieronder worden verschillen > verklaard. Analyse 2010 ten opzichte van 2009 (na wijziging) A. Geen wijzigingen > B. Er heeft een verschuiving plaats gevonden tussen de baten en lasten van de WMO. De te verwachten ontvangen eigen bijdrage is naar beneden bijgesteld ten laste van de uitgaven. Dit naar aanleiding van ervaringcijfers uit de afgelopen jaren. Het totaal van het WMO budget is naar aanleiding van de septembercirculaire bijgesteld. Analyse 2010 ten opzichte van 2011/2012/2013 A. Geen wijzigingen > B. Geen wijzigingen >

13 PROGRAMMA 2: JEUGD EN ONDERWIJS In dit programma worden de volgende prestatiegebieden behandeld: A. Jeugdbeleid B. Jeugdgezondheidszorg en preventief jeugdbeleid C. Lokaal onderwijsbeleid D. Onderwijshuisvesting 2 A. Jeugdbeleid Inleiding Het gemeentelijk jeugdbeleid richt zich op het verbeteren van het welzijn en de ontwikkeling van jeugdigen tot 24 jaar. Hierbij maken we onderscheid in algemeen en specifiek jeugdbeleid. Algemeen jeugdbeleid is gericht op alle jongeren. Bij het specifiek jeugdbeleid richt de gemeente zich op hulp en maatregelen voor jongeren met problemen en/of ter voorkoming hiervan. Bestaand beleid Beleidsnota Jeugd in Beeld 2006 Actienotitie Jeugd, vrijetijdsbesteding en participatie Nota Peuterspeelzaalwerk Leiderdorp Wat willen we bereiken? Er is voldoende gevarieerd aanbod voor zinvolle vrijetijdsbesteding voor jeugdigen tot 18 jaar in Leiderdorp. Er is extra aandacht voor de jeugd vanaf 14 jaar. De gemeente stimuleert deelname van jongeren aan culturele en sportieve activiteiten, en ontwikkelt jeugdbeleid. Jongeren veroorzaken minder overlast. Jeugdigen die in aanraking komen met politie/justitie krijgen extra zorg. De registratie van voortijdig schoolverlaters is goed geregeld. Er is kwalitatief goed en voldoende aanbod van VVEpeuterspeelzaalplaatsen om peuters met taal- of onderwijsachterstand te bereiken. De GGD houdt zoals gebruikelijk namens de gemeente toezicht op de kindercentra en peuterspeelzalen. Voortijdige Schoolverlaters Alle leerlingen in de leerplichtige leeftijd (van 5 tot en met 17 jaar) volgen naar hun mogelijkheden onderwijs en halen hun startkwalificatie, zodat zij goed toegerust zijn op de arbeidsmarkt. Wat gaan we ervoor doen? Sinds 2008 wordt de jeugdparticipatie onder andere via het mediapodium vormgegeven. Eind 2009 wordt het mediapodium geëvalueerd. Aan de hand van de evaluatie wordt besloten of het mediapodium in 2010 wordt voortgezet. Jaarlijks vindt een jeugddebat plaats om jongeren actief te betrekken bij het jeugdbeleid. In 2010 vindt de aanbesteding plaats van het kinder-, jeugden jongerenwerk. Duidelijk wordt dan welke partij hiervoor verantwoordelijk is vanaf In 2009 zijn locaties geïnventariseerd voor drie nieuwe jongeren ontmoetingsplekken (JOP s). De procedures voor het plaatsen van de JOP s zijn in 2009 van start gegaan. De verwachting is dat in 2010 de JOP s gerealiseerd zijn. Via het gemeentelijk jeugdoverleg proberen we grip te krijgen op de verschillende groepen hangjongeren in Leiderdorp. Met de kapitaallasten van een jongerencentrum is in de begroting vanaf 2011 rekening gehouden. Uitwerking hiervan zal in 2010 plaatsvinden. Voortijdige Schoolverlaters Het Regionaal Bureau Leerplicht (RBL) voert de leerplichttaken voor de gemeente uit. In samenwerking met ketenpartners zetten zij in op preventie, maar ook op een strakkere handhavende rol. Niet alleen naar ouders en jongeren, maar ook naar scholen. Ook zal de gezamenlijke aanpak met ketenpartners in de zorg en bij justitie worden geïntensiveerd. Het RBL werkt in nauwe samenwerking met het Jongerenloket waar de trajectbegeleiding van jongeren vanaf 16 jaar plaatsvindt. Jongeren worden begeleid naar een traject terug naar school, een leerwerktraject, duale trajecten, regulier werk of zorg. In 2011 zal aan de hand van een evaluatie worden besloten of het Jongerenloket na 2012 wordt gecontinueerd. 13

14 Doelen werk plan plan plan plan plan doel meetpunt Voldoende voorzieningen en activiteiten voor de jeugd Aantal unieke deelnemers kinderwerk sscw Verbeteren aanpak van schooluitval Totaal aantal deelnemers tienerwerk Bereik jongerenwerk op straat Deelnemers accommodatiegebonden jongerenwerk Aantal voortijdige schoolverlaters B. Jeugdgezondheidszorg en preventief jeugdbeleid Inleiding De gemeente voert de regie op de integrale jeugdgezondheidszorg en op de aansluiting jeugdbeleid/jeugdzorg. Vanuit de Wet op de Jeugdzorg en binnen prestatieveld 2 van de Wmo zijn gemeentelijke taken vastgelegd in het kader van het lokaal preventieve jeugdbeleid: informatie en advies, signalering, toeleiding naar hulpaanbod, licht pedagogische hulp en coördinatie van zorg, op lokaal niveau. De uitvoering van de jeugdgezondheidszorg bestaat uit wettelijke taken en maatwerktaken die kunnen aansluiten bij het preventief jeugdbeleid. Alle kinderen van 0-19 jaar ontvangen dezelfde basiszorg. Activite voert de zorg voor 0-4 jarigen uit. De GGD HM (onderdeel van de RDOG) voert de zorg voor 4-19 jarigen uit. Bestaand beleid Wet op de Jeugdzorg Wmo beleidsnota Leiderdorp Waar meedoen toe leidt, (Wmo prestatieveld 2) Nota Gemeentelijk lokaal gezondheidsbeleid Convenant Ketenaanpak Jeugdbeleid, Jeugdzorg en Gezinsondersteuning (vroegsignalering en zorgcoördinatie) Zuid-Holand Noord Wat willen we bereiken? De ketenbenadering tussen jeugdbeleid, jeugdzorg en gezinsondersteuning moet beter. Met een verbetering van vroegtijdige signalering en samenwerking in de hulpverlening, waardoor optimale hulpverlening aan jeugdigen en gezinnen tot stand kan worden gebracht. Preventieve lokale voorzieningen voorkomen ernstige problemen bij jeugdigen en gezinnen, waardoor een minimaal beroep op de jeugdzorg nodig is. Wat gaan we ervoor doen? Met de betrokken partijen binnen jeugdbeleid, jeugdzorg en gezinsondersteuning, wordt gezamenlijk gewerkt aan een sluitende ketenaanpak. Het welzijn van het kind staat hierbij centraal. In 2009 is de verwijsindex risicojongeren van start gegaan met de kernpartners in de zorg (GGD HM, ActiVite, Kwadraad en Bureau Jeugdzorg). Naar verwachting sluiten in 2010 meer partners op de verwijsindex aan. Vanuit het onderzoek naar de ketenaanpak in Leiderdorp (uitgevoerd door JSO) wordt vanaf 2010 uitvoering gegeven aan een activiteitenplan. Hierop vooruitlopend is Home Start (programma voor opvoedingsondersteuning) als één van de aanbevelingen al in 2009 gestart en zal doorlopen tot en met Met het vaststellen van de startnotitie Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) in 2009 zijn de kaders bepaald om een CJG in Leiderdorp verder te ontwikkelen. In 2010 wordt hier vervolg aan gegeven. Het CJG moet in 2011 operationeel zijn. 14

15 Het lokale jeugdoverleg wordt versterkt door het formaliseren van afspraken en een verbinding te maken met bestaande netwerken van zorgoverleggen (meldpunt zorg en overlast van de GGD, het jeugdpreventieteam en de zorgadviesteams). In 2008 is al een begin gemaakt met het opzetten van een elektronisch kinddossier (EKD). Het EKD is het digitale dossier van de jeugdgezondheidszorg en bevat inhoudelijke (medische) informatie. Begin 2008 is begonnen met het aanbestedingstraject. Naar verwachting wordt eind 2009 bekend voor welk pakket wordt gekozen, zodat begin 2010 daadwerkelijk met het EKD gewerkt kan gaan worden. De organisaties die met het EKD gaan werken zijn in Leiderdorp de GGD en ActiVite. Doelen plan plan plan plan plan doel meetpunt Alle kinderen 0-19 jaar worden periodiek gezien door de jeugdgezondheidszorg[1] 95% van de zuigelingen komen in zorg van het consultatiebureau % van alle 0-4 jarigen zijn in zorg bij het consultatie bureau Ketenaanpak/preventief jeugdbeleid niemand valt buiten de boot [2] Aantal kinderen dat gezien is tijdens een periodiek onderzoek 4-19 jarigen door de GGD Aantal kinderen dat op indicatie (van anderen en/of arts Jgz) is gezien 4-19 jarigen door GGD Aantal indicaties Bureau Jeugdzorg C. Lokaal onderwijsbeleid Inleiding De gemeente vervult binnen het lokale onderwijsbeleid vooral de regierol. Samen met partners binnen en buiten het onderwijs is de gemeente verantwoordelijk voor doelen, voorzieningen en activiteiten op het gebied van lokaal onderwijs. De komende jaren zijn de belangrijkste thema s: het onderwijsachterstandenbeleid (OAB, gekoppeld aan het peuterspeelzaalbeleid), het brede schoolbeleid en voortijdig schoolverlaten (vsv )/startkwalificatie (zie ook 2A). De Lokale Educatieve Agenda (LEA) is een instrument om met de betrokken partijen tot een gezamenlijke agenda te komen en gezamenlijke afspraken te maken. Bestaand beleid Visiedocument Onderwijs in Beweging tot 2015 Notitie Onderwijsachterstandenbeleid Tien voor taal-plus Lokale Educatieve Agenda (2008) Wat willen we bereiken? Binnen het OAB ligt de nadruk op vroegtijdige signalering van taal- en ontwikkelingsachterstanden bij jonge kinderen en op een aansluitende, integrale ketengerichte aanpak. Uiterlijk in 2010 neemt minimaal 85% van alle kinderen, bij wie een taalof ontwikkelingsachterstand is geconstateerd, deel aan een voorschoolse voorziening. In de vroegschoolse periode heeft in 2010 minimaal 70% van alle achterstandsleerlingen toegang tot een Voor- en Vroegschoolse Educatie-voorziening (VVE). Binnen het basisonderwijs stimuleren wij de inhoudelijke en waar mogelijk ook de fysieke koppeling tussen een of meerdere scholen en school- en opvanggerelateerde functies (brede schoolbeleid). Er zijn geen wachtlijsten voor het speciaal onderwijs. Wat gaan we ervoor doen? Wij continueren de bijdragen aan de VVE-peuterspeelzalen en de Taalklas. Door het uitoefenen van lichte dwang op ouders probeert de gemeente meer kinderen met een taal- of 15

16 ontwikkelingsachterstand te laten deelnemen aan een VVEvoorziening. De registratie van achterstandskinderen wordt verder verbeterd. In 2010 verschijnt tevens een geactualiseerde OAB-nota. Het Brede Schoolbeleid wordt naar Leiderdorpse behoefte gerealiseerd. In een gezamenlijk gebouw komen onderwijs en kinderopvang samen. Wij zetten in op het voorkomen van wachtlijsten voor het speciaal onderwijs door bij te dragen met de andere Holland Rijnland-gemeenten aan de materiële instandhouding van een aantal cluster 4-vestigingen in de regio. Het betreft, naast de hoofdvestiging van de Prof. Dr. Leo Kannerschool in Oegstgeest, nevenvestigingen in Teylingen, Leiden en Leiderdorp. Een van de nevenvestigingen voor VSO-ZMOK is in Leiderdorp gevestigd. Dat betekent dat de gemeente verantwoordelijk is voor de instandhouding van het gebouw (onderhoud), het faciliteren van groei (middels uitbreiding) en voor het vergoeden/ faciliteren van gymnastiekonderwijs. Leiderdorp stelt 12 lokalen beschikbaar voor normatief 84 VSO-ZMOK-leerlingen. In praktijk is er plaats voor 90 leerlingen. Hoewel de prognose anders uitwees, is dit leerlingenaantal in 2009 (nog) niet gehaald. Doelen werk plan plan plan plan plan doel meetpunt Ketenaanpak/preventief jeugdbeleid "niemand valt buiten de boot" Aantal voortijdig schoolverlaters 70 (daling 48,9%) 65 (daling 52,6%) 60 (daling van 56,2%) 55 (daling van 59,9%) 50 (daling van 63,5%) Meer kinderen uit achterstandsgroepen naar VVE-voorzieningen (voorschools resp. vroegschools) Aantal door consultatiebureau doorverwezen kinderen naar VVE-voorziening Leerlingen vervoeren op basis van de gemeentelijke verordening leerlingenvervoer In stand houden van een nevenvestiging voor VSO-ZMOK (Voortgangs)- monitor OAB (Voortgangs)- monitor OAB Aantal vervoerde leerlingen Aantal groepen en lokalen, (geen) wachtlijst geïndiceerde leerlingen, convenant gemeenten Holland Rijnland 12, wachtlijst: 0 lln 85% en 95% (4-5- jarigen) 85% en 95% (4-5- jarigen) 85% en 95% (4-5- jarigen) 85% en 95% (4-5- jarigen) 85% en 95% (4-5- jarigen) 80% 85% 85% 85% 85% , wachtlijst: 0 lln 12 wachtlijst: 0 lln 12 wachtlijst: 0 lln 12, wachtlijst: 0 lln 12 groepen, 84 leerlingen, wachtlijst: 0 lln 16

17 2 D. Onderwijshuisvesting Inleiding De gemeente heeft de zorgplicht voor adequate huisvesting van alle scholen binnen de gemeentegrenzen. Behalve huisvesting valt ook het (groot/vervangend) onderhoud, nieuwbouw, uitbreiding van de scholen en beschikbaar stellen van gymnastiekruimte onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid. Op basis van een leerlingenprognose wordt de ruimtebehoefte berekend. De trend is dat het aantal leerlingen afneemt. Hierdoor wordt het nodig te kijken naar multifunctioneel gebruik van schoolgebouwen en spreiding. In het Integraal Huisvestingsplan (oktober 2009) worden hier voorstellen voor gedaan. Bestaand beleid Integraal huisvestingsplan 2009 Gemeentelijke huisvestingsverordening 2009 Leerlingenprognose (in voorbereiding) Wat willen we bereiken? De meerjarenbegroting voor onderhoud, nieuwbouw en uitbreiding voor de huisvesting van het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs is sluitend. Er zijn kwalitatief goede en voldoende schoolgebouwen, inclusief gymzalen, voor het primair en voortgezet onderwijs. Er liggen beleidsuitgangspunten voor de instandhouding, vervanging, Doelen uitbreiding, voorkoming leegstand en nieuwbouw van de (brede)schoolgebouwen. Wat gaan we ervoor doen? De gemeente stelt een leerlingenprognose op en voert het integraal huisvestingsplan 2009 uit. Bij uitbreiding en/of nieuwbouw wordt bekeken of scholen gecombineerd kunnen worden met andere functies om de gebouwen optimaal te gebruiken en leegstand te voorkomen. We streven ernaar (tijdelijke) uitbreiding te voorkomen door medegebruik van leegstand elders. Hierover treden we waar nodig in overleg met de schoolbesturen die in dit proces een eigen verantwoordelijkheid hebben. werk plan plan plan plan plan doel meetpunt Kwalitatief goede en voldoende schoolgebouwen incl. gymzalen voor primair en voortgezet onderwijs voor nu en de toekomst. Uitvoeren Integraal Huisvestingsplan IHP (2009) Aantal lokalen basisonderwijs, aantal leerlingen Visser 't Hooftlyceum, aantal groepen Leo Kannerschool, Integraal Huisvestingsplan (meerjaren onderhoudsplanning, leerlingenprognose en begroting huisvestingsprogramma) 145 lok. Primair onderwijs 657 Iln. Voortgezet onderwijs 12 groepen Voortgezet speciaal onderwijs * 2887 lln p.o., 695 lln. v.o., 12 groepen v.s.o. Realisatie IHP 2009, actualisatie meerjaren onderhoudsplanning, aanpassing huisvestingsverordening 2847 lln p.o., 708 lln v.o., 12 groepen v.s.o. * lln = leerlingen 17

18 Wat mag het kosten? LASTEN x Specificatie programmakosten Rekening na wijziging A Jeugdbeleid B Jeugdgezondh. en prev.jeugdbeleid C Lokaal onderwijsbeleid D Onderwijshuisvesting Totaal programmakosten BATEN Specificatie baten A Jeugdbeleid B Jeugdgezondh. en prev.jeugdbeleid C Lokaal onderwijsbeleid D Onderwijshuisvesting Totaal baten SALDO Specificatie saldo A Jeugdbeleid B Jeugdgezondh. en prev.jeugdbeleid C Lokaal onderwijsbeleid D Onderwijshuisvesting Saldo programma Mutaties reserves n.v.t. Saldo na bestemming Hieronder worden verschillen > verklaard. Analyse 2010 ten opzichte van 2009 (na wijziging) A. Geen wijzigingen > B. De subsidie aan Activite ten behoeve van 'stevig ouderschap' is conform het voorlopige subsidieprogramma 2010 verhoogd. De bijdrage voor het uniforme deel van Activite is conform de Kadernota 2010 verhoogd. Het voor maatwerk gevraagde extra budget is niet in de begroting verwerkt. Daarnaast zal er in uur aan Jeugdgezondheidszorg besteed worden. C. Met ingang van 2010 is de bijdrage aan het schoolzwemmen vervallen. Ook de budgetten voor schoolbegeleiding vervallen met ingang van D. Conform de raadsbesluiten over de Brede School West en de Brede School Oude Dorp zijn de toekomstige lasten (en baten) opgenomen. Deze lasten zijn nieuw vanaf Analyse 2010 ten opzichte van 2011/2012/2013 A. Geen wijzigingen > Wel is er vanaf 2011 een stelpost opgenomen van voor een jongerencentrum. B. Geen wijzigingen > C. Geen wijzigingen > D. De mutaties die hier zichtbaar zijn hebben betrekking op de verwerking van de lasten van de bouw en oplevering van de twee brede scholen. 18

19 PROGRAMMA 3: WERK EN INKOMEN In dit programma worden de volgende prestatiegebieden behandeld: A. Algemene Bijstand (WWB, bijzondere bijstand minimabeleid) B. Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) C. Vreemdelingenbeleid 3 A. Algemene Bijstand Inleiding Meer mensen in de bijstand De economische recessie leidt tot een hogere druk op het programma Werk en Inkomen. Voor 2010 wordt landelijk een flinke toename van de werkloosheid verwacht. De regio Holland Rijnland heeft een lager werkloosheidspercentage dan gemiddeld in Nederland, maar ook hier neemt de omvang van het bestand niet werkende werkzoekenden toe. Het aantal WW-uitkeringen stijgt. Met enige vertraging zal ook het beroep op de bijstand toenemen. In Leiderdorp is relatief veel werkgelegenheid in minder conjunctuurgevoelige sectoren als zorg, onderwijs en dienstverlening, maar daarmee gaat de crisis niet aan Leiderdorp voorbij. Het aantal mensen in de bijstand zal in 2010 stijgen. De gestage teruggang van het aantal bijstandontvangers is tot stilstand gekomen. De doelstelling om het aantal bijstandsuitkeringen in 2010 terug te brengen met 6,5% is niet meer realistisch. Leiderdorp profiteert van het in april 2009 vastgestelde Leidse Actieplan Stedelijke economie en arbeidsmarkt, waarbij belangrijke stappen zijn gezet om de gevolgen van de crisis tegen te gaan. Veel aandacht gaat hier uit naar onderwijs en scholing. Wet investeren in jongeren De Wet investeren in jongeren (WIJ) treedt op 1 oktober 2009 in werking. Iedere jongere tot 27 jaar heeft recht op werk of scholing of een combinatie daarvan. De gemeente is verplicht een aanbod te doen. De jongere die een aanbod weigert, heeft geen recht op inkomensondersteuning. Met de inwerkingtreding van deze wet is het recht op bijstand voor jongeren onder 27 jaar afgeschaft. Het principe van werk of scholing boven een uitkering is hier expliciet in de wet vastgelegd. Men ontvangt alleen bij uitzondering inkomensondersteuning. Jongeren die niet kunnen werken of leren hebben recht op inkomensondersteuning. Gemeentelijk beleid wordt in verordeningen vastgelegd. Bestaand beleid Beleidsvisie Participatie (2010) Beleidsregels bijzondere bijstand (en minimabeleid) (2010) Aanvalsplan wachtlijst Wsw (Verminderen wachtlijst binnen budgettaire kaders) (2009) Verordening langdurigheidstoeslag (2009) Oplossen wachtlijsten schuldhulpverlening (eind 2009 moet de wachtlijst teruggebracht worden naar maximaal 4 weken) Handhavingsbeleidsplan (2008) Verordeningen WWB (Re-integratie, Maatregelen-, Toeslagen- en Handhavingsverordening) (2008) Re-integratievisie Investeren in mensen (De wijze waarop Leiderdorp vorm geeft aan de re-integratie van mensen zonder inkomen uit werk) (2007) Verbeterplan DZB (Taakstellend plan om de exploitatie van het mensontwikkelingsbedrijf structureel te verbeteren) (2007) 19

20 Wat willen we bereiken? 1 Maatschappelijke participatie Meer duurzame uitstroom naar werk Zoveel mogelijk bijstandsgerechtigden nemen deel aan een traject dat gericht is op duurzame uitstroom naar betaald werk. Voor degenen, voor wie uitstroom naar betaald werk nog niet mogelijk is, zijn de trajecten gericht op sociale activering en educatie. Iedereen die dat wil en kan, krijgt de gelegenheid om een startkwalificatie te behalen. In 2008 is gekozen voor intensivering van deze sluitende aanpak. Door de huidige economische krimp is de streefwaarde voor 2010 en 2011 bijgesteld. Het streven naar een daling is omgezet naar een inspanning om de toename van het uitkeringsbestand zo veel mogelijk te beperken. Meer aandacht voor de kwaliteit van re-integratiebedrijven Begin 2009 zijn na een Europese aanbestedingsprocedure vijf nieuwe re-integratiebedrijven gecontracteerd. Ook Reintegratie Leiden voert re-integratietrajecten voor de gemeente uit. Samen bieden zij de klanten een zeer breed spectrum van re-integratie-instrumenten van enerzijds verloning (=direct aan het werk) tot anderzijds basale vormen van sociale activering. Begin 2009 is een contractbeheerder aangesteld, die de contacten met de re-integratiebedrijven onderhoudt, de resultaten in de gaten houdt en de bedrijven zo nodig op hun resultaten aanspreekt. 2 Financiële voorzieningen Sneller afhandelen van aanvragen financiële voorzieningen Een werkwijze waarmee op WWB-aanvragen binnen één week kan worden beslist. Overigens blijft voor toepassing van de Dwangsomverordening de huidige termijn van acht weken gelden. Aantal mensen in de bijstand zo laag mogelijk houden De doelstelling voor de jaren 2008 tot en met 2011 was het realiseren van een bestandsdaling van 25% in vier jaar. Tot en met 2008 lag Leiderdorp voor op het schema. In 2010 en 2011 had nog een bestandsdaling van tweemaal 6.5% moeten volgen. De economische ontwikkelingen dwingen de gemeente om deze ambitie bij te stellen. Het streven is nu om de onvermijdelijke groei van het aantal bijstandsgerechtigden zo veel mogelijk te beperken. Minder lange uitkeringsduur Naarmate de werkloosheidsduur langer is, is meer tijd en inzet nodig om uitstroomresultaten te behalen. Door de krimp van de economie is een eind gekomen aan de relatief gunstige omstandigheden voor langdurig werklozen om weer aan de slag te komen. Desondanks moet de gemeente zich naast de nieuwe instroom actief blijven richten op de groep die langdurig een uitkering heeft. Meer inkomsten uit terugvordering van onterecht verstrekte bijstand Gemeenten kunnen te veel of ten onrechte verleende bijstand terug te vorderen. De gezamenlijke uitvoeringsorganisatie heeft ervoor gekozen om dat te doen. In 2009 zijn de beleidsregels bijgesteld en aangescherpt. Sinds de invoering van de WWB komen alle ontvangsten op terugvorderingen volledig ten goede aan de gemeente. 3 Minimabeleid Meer mensen uit de doelgroep bereiken door betere voorlichting Doel van het minimabeleid is het bevorderen van maatschappelijke participatie, het voorkomen van sociaal isolement en het voorkomen dat mensen in financiële problemen raken wanneer zij als gevolg van bijzondere omstandigheden extra uitgaven moeten doen. Tegengaan van niet-gebruik van de regeling is een speerpunt van het beleid. 4 Schuldhulpverlening Meer inzet op preventie Preventie krijgt meer aandacht om problematische schulden te voorkomen of tijdig te signaleren. Doel is het voorkomen en zo mogelijk oplossen van schulden door het bieden van budgetbegeleiding, budgetbeheer en/of een schuldregeling. In voorkomende gevallen wordt schuldhulpverlening bij een reintegratietraject aangeboden. Wat gaan we ervoor doen? 1 Maatschappelijke participatie Inzet van instrumenten op de participatieladder Ontplooiing en ontwikkeling krijgt vorm via combinaties van werk, activering, opleiding, basiseducatie, scholing, 20

21 vrijwilligerswerk en indien van toepassing inburgering. De keuze van deze instrumenten op de zogenaamde participatieladder hangt af van de mogelijkheden van de klant. Het participatiebudget moet volledig worden benut. Elke bijstandsgerechtigde die niet is vrijgesteld, is bezig met werk, vrijwilligerswerk, een activeringstraject, opleiding, educatie of een combinatie van activiteiten. Meer maatwerk toepassen Klanten kunnen rekenen op een op maat gesneden reintegratietraject waarbij tegenover rechten ook plichten staan. Het niet nakomen van die verplichtingen leidt tot maatregelen. Een persoonsgebonden re-integratiebudget is mogelijk. Rentedragend maken van de vorderingen bij achterstand, invordering van moeilijk inbare vorderingen uitbesteden, waar mogelijk verrekenen van schulden/achterstand met uitstroompremies en overige uitkeringen 3 Minimabeleid Terugdringen niet-gebruik De regelingen voor de minima worden onder de aandacht gebracht door publicaties en gerichte mailings. Daarnaast wordt vanaf het najaar van 2009 een formulierenbrigade ingezet, die actief de doelgroep benadert om het niet-gebruik terug te dringen. Convenanten Met werkgevers en onderwijsinstellingen worden op regionaal niveau in convenanten afspraken gemaakt onder meer over de onderkant van de arbeidsmarkt. De gemeente brengt ondernemers en onderwijsinstellingen bij elkaar om vraag en aanbod op de arbeidsmarkt op elkaar af te stemmen. Reintegratie en scholing zijn altijd vraaggericht. Het Werkatelier Nieuwe klanten nemen gedurende zes tot acht weken verplicht deel aan het werkatelier. Het programma bestaat uit diverse trainingen en cursussen en een competentietest. Eventuele belemmeringen voor inschakeling op de arbeidsmarkt worden zo mogelijk weggenomen. Het werkatelier wordt afgesloten met een stageperiode. Het is een vorm van Learn and Work First waarbij de uitstroom naar een plek op de reguliere arbeidsmarkt centraal staat. Om de kwaliteit van de re-integratietrajecten te borgen geeft iedere klant een beoordeling van het gevolgde traject. 2 Financiële voorzieningen Implementeren nieuwe aanvraagprocessen Een werkwijze waarmee op WWB-aanvragen binnen één week kan worden beslist wordt ingevoerd. Verhogen inkomsten uit terugvordering en verhaal Bijgestelde regels zijn gericht op het verhogen van de inkomsten uit terugvordering met behoud van de huidige activerende werking. Begin 2008 zijn de volgende wijzigingen vastgesteld: Ambtshalve beschikking declaratieregeling Wie daarvoor in aanmerking komt, krijgt een integrale beschikking minimabeleid. Categoriale bijzondere bijstand en de langdurigheidstoeslag worden zonder aanvraag toegekend. Door een bestandskoppeling met de gemeentelijke belastingdienst kan worden nagegaan welk deel van de doelgroep de mogelijkheden van het Leiderdorps minimabeleid nog niet hebben benut. Realiseren snelloket bijzondere bijstand In het najaar 2009 zal een snelloket bijzondere bijstand worden gerealiseerd. Daar worden ook aanvragen van individuele bijzondere bijstand binnen enkele dagen en in bepaalde gevallen direct aan het loket afgehandeld. 4 Schuldhulpverlening Voorkomen van problematische schulden Naast het opzetten van schuldregelingen wordt in toenemende mate ingezet op deelname aan budgettrainingen. De deelnemers leren vanuit hun eigen verantwoordelijkheid (herhaling van) problematische schuldsituaties te voorkomen. Verhogen succesvolle schuldhulpverlening De basis voor een succesvolle schuldhulpverlening is het realiseren van een regeling met de schuldeisers. Pas dan ontstaat een situatie waarin de klant in staat gesteld wordt de eigen verantwoordelijkheid op te pakken, te werken aan het voorkomen van herhaling en in voorkomende gevallen aan reintegratie. 21

22 Doelen werk plan plan plan plan plan doel meetpunt Daling/Stijging klantenbestand * (191) Daling van het aantal bijstandsgerechtigden onder de 65 jaar. Instroom WWB beperken door iedere instromer een passend aanbod op reïntegratie te bieden. a.g.v. kredietcrisis wordt er nu een stijging verwacht. Percentage nieuwe instroom weer aan het werk Percentage nieuwe klanten met traject binnen 6 weken 23% 24% 25% 25% 25% 26% 65% 85% 85% 85% 85% 85% Afsluiten van trajecten voor nieuwe instroom WWB en voor gemotiveerde klanten uit het zittende bestand. Integrale en sluitende aanpak van de jeugdwerkloosheid. Integrale en sluitende aanpak van de jeugdwerkloosheid. Integrale en sluitende aanpak van de jeugdwerkloosheid. Aantal afgesloten trajecten Implementatie Jongerenloket Aantal jeugd werklozen 16 t/m 23 jaar Aantal jeugd werklozen 23 t/m 27 jaar afgerond 4 4 4** ** Daling bijstandsgerechtigden d.m.v. nieuwe vormen gesubsidieerde arbeid. Instandhouden van Wiw en ID banen voor huidige deelnemers. Uitbreiding opstapbanen en sleutelbanen Aantal Wiw en ID banen * (14) Oplossen van schulden via de stadsbank. Aantal aanvragen Aantal met succes afgeronde trajecten 11 30* (12) * Als gevolg van de huidige economische ontwikkeling (kredietcrisis) is de doelstelling voor 2009 bijgesteld. Het getal tussen haakjes is het aantal dat in de begroting 2009 was opgenomen. ** Als gevolg van de Wet Investering Jongeren per 1 oktober 2009 zullen jongeren een werk leeraanbod krijgen i.p.v. een uitkering. Bepaalde groepen jongeren zullen nog wel recht hebben op een inkomensvoorziening. In de volgende begroting kan hierover in aantallen/prognoses meer worden gezegd. 22

23 3 B. Wet Sociale Werkvoorziening Inleiding Het doel van de Wsw is het bieden van een zo regulier mogelijke werkplek aan mensen die gezien hun arbeidshandicap uitsluitend onder aangepaste omstandigheden arbeid kunnen verrichten. Het centrale principe achter de modernisering van de WSW is de beweging van binnen naar buiten. Hierbij ligt de nadruk op plaatsing in een reguliere werkomgeving en minder op de beschutte werkomgeving van het SW-bedrijf. In 2010 wordt de beweging van binnen naar buiten voortgezet en wordt alles op alles gezet om de wachtlijst zo kort mogelijk te laten zijn. Bestaand beleid Verordeningen WSW (Cliëntenparticipatie, Persoonsgebonden budget bij begeleid werken en wachtlijstbeheer) (2008) Visie op modernisering Wsw (2008) Meerjarig commitment Wsw (2007) vanuit DZB begeleid. Het percentage Wsw-ers met een beschutte plaatsing is sinds 2004 gedaald. De ambitie is om uiteindelijk in 2011 uit te komen op een verhouding van 31% beschut geplaatst, 31% op een buitenproject en 38% gedetacheerd of op een begeleid werkenplaats. Wat willen we bereiken? Wat gaan we ervoor doen? 1. Mensen op de wachtlijst WSW eerder aan werk helpen Het Rijk stelt een budget beschikbaar aan de gemeenten voor de uitvoering van de sociale werkvoorziening. Het macrobudget wordt verdeeld op basis van het aantal Wswgeïndiceerden per gemeente. Het budget voor 2010 wordt in oktober 2009 bekend. Voor het beschikbare budget moet de gemeente Leiderdorp minimaal een x aantal standaard eenheden (SE) realiseren. Het doel van de Wsw is het bieden van een zo regulier mogelijke werkplek aan mensen die gezien hun arbeidshandicap uitsluitend onder aangepaste omstandigheden arbeid kunnen verrichten. De Wsw heeft geen uitstroomdoelstelling, omdat de arbeidshandicap in de regel blijvend is. Uitstroom is er vooral door natuurlijk verloop, verslechtering van de gezondheid of omdat een werknemer zelf besluit om te stoppen met werken. 2.Meer Wsw-ers op begeleid werken of detacheringsplaats Het centrale principe achter de modernisering van de WSW is de beweging van binnen naar buiten. Hierbij ligt de nadruk op plaatsing in een reguliere werkomgeving en minder op de beschutte werkomgeving van het SW-bedrijf. DZB is hiermee enkele jaren geleden begonnen. Intern geplaatsten met ontwikkelingspotentieel worden op zogenaamde buitenprojecten ingedeeld, waarbij zij feitelijk buiten de muren van DZB werkzaam zijn (business post, catering, hoveniers). Bij detachering bij een reguliere werkgever wordt de WSW-er 1. Activeren van mensen op wachtlijst In 2009 is de rijkstaakstelling voor het aantal te realiseren SE s fors toegenomen. Dit gaf extra financiële ruimte om meer dienstverbanden aan te gaan met het gevolg dat de wachtlijst afnam. De wachtduur voor de nieuwste Wsw-geïndiceerden is daarmee verkort. De uitdaging was in 2009 om voldoende geschikte arbeidsplaatsen te realiseren (in tijden van economische crisis). Ook is het opnemen, het zorgvuldig begeleiden en ontwikkelen van zo n grote groep nieuwe medewerkers voor DZB een forse klus. In aanloop naar een passende plaatsing kunnen Wsw-ers korte trainingen volgen gericht op activering en het verkrijgen van algemene werknemersvaardigheden. Op het moment dat WSW-geïndiceerden weer voor langere tijd op de wachtlijst staan, kan DZB voorschakeltrajecten, gefinancierd uit het participatiebudget en re-integratiemiddelen van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) inzetten, mits deze laatste kostendekkend zijn. 2.Meer Wsw-ers op begeleid werken of detacheringsplaats In 2010 wordt de beweging van binnen naar buiten voortgezet. Door middel van een strakke monitoring van de interne trajecten worden mensen gestimuleerd om stappen op de werkladder te maken. Mensen met een indicatie Begeleid werken worden zoveel mogelijk buiten de productieafdelingen van DZB om, begeleid naar een arbeidscontract (met Wsw-subsidie en begeleiding) 23

24 bij een reguliere werkgever, een zogenaamde Begeleid werken-aanstelling 2.Voorschakeltrajecten voor wachtlijstkandidaten met WAO, WIA, Wajong of WWB uitkering 3. Aangaan samenwerkingsverbanden Om de ambitie waar te kunnen maken is in 2009 het project Buitengewoon opgestart met als doel: het sluiten van samenwerkingsverbanden met werkgevers in de Leidse regio. De samenwerkingsverbanden hebben een tweeledig doel: invullen van een behoefte aan arbeidskrachten aan de kant van de werkgevers en het creëren van aangepaste arbeidsplaatsen (in de vorm van groepsdetacheringen) voor mensen met een Wsw-indicatie. Uit ervaringen van andere Sw-bedrijven in Nederland blijkt dat dergelijke samenwerkingsverbanden kansrijk zijn. Het project Buitengewoon kijkt daarnaast naar wat er binnen DZB moet gebeuren om medewerkers zodanig te ontwikkelen dat zij een stap kunnen maken naar een groepsdetachering. Doelen werk plan plan plan plan plan doel meetpunt Alle wsw-ers geplaatst Beschut geplaatst Buitenproject Gedetacheerd/begeleid werkenplaats Wachtlijst