VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD VAN PAPENDRECHT GEHOUDEN OP 16 JUNI 2016 OM UUR in het APOLLOHOTEL.

Transcriptie

1 VERSLAG VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD VAN PAPENDRECHT GEHOUDEN OP 16 JUNI 2016 OM UUR in het APOLLOHOTEL. Een integrale geluidsopname van deze vergadering van de raad is te beluisteren op Aanwezig: De heer C.J.M. de Bruin, voorzitter; De dames: T.C. van Es (D66), S.H. de Keizer (VVD), K.E.Middelkoop-van den Adel (CDA), C. van Veen-Hak (PAB) en D. Yildiz-Karso (PvdA); de heren: A.P.J. den Dekker (ChristenUnie), R.V. van Engelen (GroenLinks), L.S. Essoussi (CDA), R.A. Groene (PAB), M. de Haas (VVD), L. J. van Hal (D66), F. den Hartog (PAB), J.H. Hoogeveen (PAB), M.C. Hoogland (SGP), A.M.J.M. Janssen (PAB), A.J. Kosten (SGP), R. Lammers (Onafhankelijk Papendrecht), E.B.A. Lichtenberg (CDA), H.A. Nieuwstraten (VVD), C. de Ruijter (ChristenUnie), E.J. Schotting (PvdA), A. Stremler (PAB) en M. van der Valk(VVD); Voorts aanwezig: mevrouw J.R. Reuwer-Verheij (D66), de heer C. Koppenol (CDA), R.T.A. Korteland (VVD) en J.N. Rozendaal (SGP), wethouders en de heer R. van Netten, gemeentesecretaris; Publieke tribune: volle zaal; De heer A.P.M.A.F. Bergmans, raadsgriffier; Verslaglegging: CTT; 01. Opening. De VOORZITTER opent de vergadering om uur met een hartelijk welkom aan alle aanwezigen. 02. Vaststelling van de agenda. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 03. Vragenkwartier Mevrouw MIDDELKOOP geeft aan op 19 mei jl. een regiobijeenkomst te hebben bijgewoond over de evaluatie van de serviceorganisatie Jeugd Zuid-Holland Zuid en de formule jeugdteams. Namens de in Papendrecht aanwezige fracties van GroenLinks en het CDA wil de CDA-fractie de portefeuillehouder verzoeken er bij het dagelijks bestuur (DB) op aan te dringen het evaluatierapport direct na vaststelling door het DB naar zowel het algemeen bestuur als de gemeenteraden te sturen. Tevens vraagt de CDA-fractie naar een versnelde toezegging van de Benchmark Veilig Thuis, aangezien de bespreking hiervan en de uitkomst gepland staan voor het algemeen bestuur van de Dienst Gezondheid en Jeugd op 7 juli a.s. Wethouder REUWER licht toe dat de twee evaluaties worden besproken in het DB waarna ze naar het algemeen bestuur (AB) gaan. Die zijn openbaar: we hebben wel 4 evaluaties, die nauw met elkaar verbonden zijn. Derhalve zal een besluit genomen worden na de zomervakantie, maar dat weerhoudt het college er niet van deze ter inzage te leggen. Benchmark van Veilig Thuis: daarover zal op 7 juli a.s. worden gesproken, terwijl slechts een mondelinge toelichting heeft plaatsgehad. Mevrouw VAN VEEN heeft een vraag over jongeren met een Jeugdzorg achtergrond en verwijst naar de krant van 14 juni jl. waaruit zij citeert: kinderen die in aanraking komen met jeugdzorg raken als volwassene vaker afhankelijk van een uitkering". Dit geeft het CPB aan en ze vraagt de wethouder of zij op de hoogte is van het aantal jongeren in Papendrecht, dat op eerdere leeftijd met jeugdzorg in aanraking is geweest en waarvan een groot deel als zij volwassen zijn, om een uitkering vragen: om welk aantal gaat het in Papendrecht en zijn er initiatieven om kinderen in Papendrecht, die nu in jeugdzorg zitten, extra te begeleiden naar betaald werk als zij volwassen zijn. 1

2 Wethouder REUWER: dat speelt in heel Nederland. Die cijfers zijn er nog niet. Papendrecht heeft recentelijk deze taak als gemeente gekregen en het beleid is sterk gericht op preventie. Het college is bezig te bekijken wat gedaan kan worden om toename te voorkomen. Daar is het beleid wel op gericht maar daarin is het college nog zoekende. De heer LAMMERS heeft een vraag over de gemeenschappelijke vuilverbranding Dordrecht en Omstreken die aandelen houdt in de HVC of aan de orde is gekomen dat HVC een lening heeft verstrekt aan Fidata International holding GmbH. Dat is het Van der Valk hotel in Noord Duitsland. Hij wil weten of er vragen zijn gesteld tijdens de algemene vergadering van aandeelhouders en zo ja door wie: door welk waterschap en door welke gemeente en wat hierop is geantwoord door het bestuur van HVC. Portefeuillehouder KOPPENOL bevestigt dat er inderdaad vragen zijn gesteld: o.a. over de wet normering top inkomens. Daarover komt nog een raadsinformatiebrief. Specifiek is opgehaald uit de vergadering van 2 juni jl. de afhandeling van de verkoop aan de firma Van der Valk van zonnepanelen, die uit de overname van Horizon BV in eigendom van HVC zijn gekomen. In de raadsinformatiebrief die de raad nog van het college ontvangt zal een en ander nog nader worden toegelicht. De heer HOOGEVEEN vraagt wethouder Koppenol naar de doelstellingen op basis van het rapport inzake de onderzoeksrapportage vermindering stof- en geluidshinder dat op 10 februari 2016 in de commissie Ruimte aan de orde is geweest en om deze doelstellingen smart te formuleren. De wethouder heeft naar aanleiding hiervan de commissie toegezegd dat hij vóór de zomer informatie met betrekking tot de doelstellingen zal leveren en vraagt de wethouder of hij deze informatie vóór a.s. dinsdag, 21 juni kan verwachten. Wethouder KOPPENOL zegt dat het het college verstandig lijkt om beide nota s, onderzoeksrapportage vermindering stof en geluidshinder en gezondheidsbeleid, nogmaals goed tegen het licht te houden, aangezien er veel dubbelingen in zitten. Dat zal waarschijnlijk niet meer vóór de zomervakantie worden, maar na de zomervakantie en in overleg met wethouder Reuwer. De heer VAN ENGELEN merkt op dat er een wachtlijst is ontstaan bij Jeugdzorg en vraagt hoe het er in Papendrecht mee staat en indien dat hier het geval is welke maatregelen er worden genomen. Wethouder REUWER geeft aan dat bij Veilig Thuis wachtlijsten bestaan en meldingen die binnen komen op urgentie worden gescreend en zo nodig meteen in behandeling genomen. Het streven is om vanaf juli bij een melding binnen 5 dagen te acteren. Daarvoor zijn middelen gereserveerd, maar de verwachting is dat volgende week de uitkomsten van de benchmark er zullen zijn zodat er gerichte acties mogelijk zijn na 7 juli a.s.. De VOORZITTER constateert dat er geen verdere vragen zijn en dat hiermee het vragenkwartier is beëindigd. 04. Vaststelling van het verslag van de openbare vergadering van 12 mei Er zijn geen opmerkingen en het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van het verslag zijn er geen vragen en/of opmerkingen. 05. Ingekomen en ter inzage gelegde stukken. I. De reeds in de raadscommissie behandelde stukken: de raad gaat met de voorgestelde wijze van afdoening akkoord. II II.a De nog niet in de raadscommissies aan de orde gestelde stukken: Het voorstel om de stukken afkomstig van derden voor kennisgeving aan te nemen: de raad gaat met de voorgestelde wijze van afdoening akkoord. 2

3 II.b II.c II.d II.e II.f Het voorstel om de genoemde stukken in handen te stellen van het college: de raad gaat met de voorgestelde wijze van afdoening akkoord. Het voorstel om de genoemde stukken onder a t/m k (afkomstig van het college van burgemeester en wethouders, van het presidium, van het Platform Maatschappelijke Verkenning en van de fractie van Onafhankelijk Papendrecht) voor kennisgeving aan te nemen: allereerst vraagt de voorzitter aandacht vraagt voor punt C-a, het concept vergaderschema 2017 en de daarop vermelde vergaderdata van het VNG congres Dat congres zal op 13 en 14 juni 2017 plaatsvinden. Ook vraagt de VOORZITTER aandacht voor het VNG congres waar het college afgelopen week geweest is. Hij wees op een aantal interessante zaken zoals de jaarrede van de voorzitter, die nadrukkelijk een krachtige lokale overheid bepleitte en een vitale lokale democratie terwijl de minister dat onderschreef. Het VNG rapport over de toekomst en de positie van de gemeenteraad en een rapport van commissie Van der Donk over toekomstgericht lokaal bestuur en er ligt nog een rapport van de raad voor het openbaar bestuur. Deze rapporten gaan allemaal over de positie van de gemeenteraad en de lokale democratie. Deze discussie vindt niet alleen lokaal maar ook landelijk plaats: ook om op de hoogte te blijven van de positie van de raad. De heer LAMMERS vraagt naar aanleiding van de vraag van OP d.d. begin mei ten aanzien van de giftige stoffenemissie 2014 en 2015 Nedstaal waarbij het college aangaf de vragen te inhoudelijk te vinden en niet te kunnen beantwoorden. De fractie van OP heeft er op 20 mei jl. nog een brief over geschreven en het college voorgehouden dat OP van mening is dat het college die vragen zou moeten beantwoorden, terwijl het college heeft doorverwezen naar de Provincie en meldt dat dat gisteren is gedaan. Hij stelt voor dat zodra antwoord is ontvangen, dit via de griffie met de overige leden van de raad te delen. De VOORZITTER merkt op dat in deze het niet aan het college is als verantwoordelijk bestuursorgaan, maar aan de Provincie. voor het overige zijn er geen bijzonderheden en gaat de raad met de voorgestelde wijze van afdoening akkoord. Het voorstel om het overzicht van aangehouden en aangenomen moties voor kennisgeving aan te nemen: er zijn geen bijzonderheden en de raad gaat met de voorgestelde wijze van afdoening akkoord. De VOORZITTER vraagt onder dit punt aandacht voor de lange termijn agenda vanuit de raad. De raad stemt vervolgens in met de voorgestelde wijze van afdoening. Het voorstel om kennis te nemen van de vragen/antwoorden van de zijde van het college op schriftelijke vragen, ingediend ex art. 40 van het Reglement van orde: de raad stemt in met de voorgestelde wijze van afdoening. Voor het overige zijn er onder dit agendapunt geen aanvullende bijzonderheden. 06. Voorstel tot het in deze fase kennisnemen van een schriftelijk verzoek aan het bestuur van de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid voor bestuurlijk overleg inzake bekostiging locaties (crisis)noodopvang vluchtelingen. Mevrouw VAN ES geeft aan in de commissie al aangegeven te hebben dat de D66-fractie akkoord kan gaan met 1 van de 3 beslispunten en misschien met 2, maar niet met alle drie, omdat het niet alleen kennisnemen is maar ook in beraad houden waarmee de deur wordt opengehouden voor juridische stappen. Het gaat hier om een meningsverschil met de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid of zij geld hadden mogen uitgeven dat over was op de begroting i.p.v. dat eerst terug te sturen naar de raden en die te laten beslissen. Laten we ons volledig inzetten op het eruit komen door overleg en naar elkaar luisteren. De fractie van D66 zal met een stemverklaring tegenstemmen. De heer STREMLER merkt op in de commissie al te hebben aangeven akkoord te gaan met de brief en is benieuwd wat het resultaat van de brief is. De fractie van het PAB heeft in mei jl. een brief 3

4 geschreven met een verzoek aan het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio om het omstreden onrechtmatige besluit in te trekken. Daar is op geantwoord dat er op 15 juni jl. over gesproken zou worden en hij vraagt of bekend is wat hieruit is gekomen. Zijn fractie hoopt dat het besluit zal worden teruggetrokken en de onrechtmatigheid zal worden hersteld. De heer VAN DER VALK kan er in het algemeen in meegaan dat Papendrecht die juridische procedure aangaat om een tegemoetkoming van ,- euro te krijgen en vraagt of de kosten niet vele malen hoger zullen zijn dan het mogelijk terug te betalen bedrag. De VVDfractie staat achter het principe, maar wil wel praktisch zijn. De heer LICHTENBERG geeft aan dat de CDA-fractie het voorstel van harte ondersteunt, omdat het de juiste weg is om op te roepen het gesprek en de dialoog met elkaar te zoeken en aan te gaan. Met punt 3 gaat het CDA eveneens akkoord. De heer HOOGLAND heeft kennis genomen van het raadsvoorstel en van de beraadslagingen in commissieverband. De SGP-fractie ondersteunt de punten 1 en 2 en steunt punt 3 schoorvoetend. Gehoord de oproep van de burgemeester in de commissie is zijn fractie voornemens in te stemmen met punt 3, ervan uitgaande dat het niet nodig zal zijn. De heer VAN ENGELEN geeft aan dat de fractie van GroenLinks zich kan vinden in de drie gevraagde beslissingen. Volgens mevrouw YILDIZ is hierover uitvoerig in de commissies gesproken. De PvdA-fractie is van mening dat opvang in de regio de verantwoordelijkheid van de gemeente is en blijft en dat Papendrecht die verantwoordelijkheid moet nemen. Het Papendrechtse geluid is gehoord met argumenten. Haar fractie is van mening dat gemeenten zelf bepalen of zij een locatie voor noodopvang ter beschikking stellen evenals de financiering hiervan en is benieuwd wat het bestuurlijk overleg zal opleveren. De fractie van de PvdA gaat akkoord met het voorstel en de zienswijze. De portefeuillehouder de heer DE BRUIN, merkt ten aanzien van de beantwoording op dat de raad al heeft aangegeven wat de algemene standpuntbepaling is, terwijl het goed is te constateren dat het niet gaat om inhoud en financiën. Waar het om gaat is de positie van de raad in relatie tot een gemeenschappelijke regeling, een afsprakenkader dat de raad van Papendrecht met 16 andere raden heeft gemaakt. Het is aan de raad hoe hij hier verder mee wil omgaan: de raad maakt zijn eigen afweging, terwijl er altijd ruimte moet zijn voor een kritische benadering waarna men kan bekijken of tot een eensluidend standpunt en praktische oplossing gekomen kan worden waarbij de raad zo eensgezind mogelijk zal moeten opereren waarbij op voorhand geen zaken uitgesloten worden om in de regio tot een goede discussie te komen. De fractie van het PAB vraagt naar de DB-vergadering van 15 juni jl. en weet dat men inderdaad met Papendrecht in gesprek wil en momenteel gezocht wordt naar een datum op niet te lange termijn. Ten aanzien van de vraag van de heer Van der Valk antwoordt de heer DE BRUIN dat men nog niet toe is aan de afweging ten aanzien van de kosten, die aan Papendrecht zijn toegerekend en de procedure, maar hoopt niet dat men aan die afweging toekomt, omdat principes niet te koop en ook niet te verkopen zijn. Mevrouw VAN ES is blij te horen dat er positief is gereageerd op het verzoek om het gesprek aan te gaan en is het er in grote lijnen mee eens. Het enige verschil van inzicht is het mogelijk voorsorteren op een juridische procedure en zij wil dat niet doen en zal derhalve tegenstemmen met een stemverklaring zodat duidelijk is dat de D66-fractie akkoord gaat met punt 1 en 2. De heer STREMLER is het met mevrouw Van Es eens dat het via minnelijk overleg opgelost zou moeten worden, maar wil er wel op wijzen dat vanaf november tot heden (bijna een half jaar) sprake was van een uitgestoken hand van de portefeuillehouder om in overleg te gaan. En dat er de eerste vijf maanden tot het moment van het uitgaan van de brief, die uitgestoken hand niet is aangenomen. Het verzoek van 25 november jl. tot vernietiging van het omstreden besluit van de Veiligheidsregio wordt in beraad gehouden, maar zal een uitstekend drukmiddel zijn om te stimuleren om tot een minnelijke oplossing te komen. 4

5 Mevrouw VAN ES zegt, bij interruptie, niet vóór een drukmiddel te zijn maar voor open overleg waarbij naar elkaar geluisterd wordt. De heer VAN DER VALK dankt voor de uitleg. De VVD-fractie gaat akkoord met het voorstel. De heer LICHTENBERG dankt eveneens voor de heldere beantwoording waarbij duidelijk wordt gemaakt dat het gaat om de positie van de raad als geheel en de zorgvuldige afweging in de opstelling van dit voorstel en is blij dat er een afspraak is om tot een oplossing te komen. De VOORZITTER stelt voor tot besluitvorming over te gaan. Mevrouw VAN ES geeft aan dat de fractie van D66 volledig achter punt 1 en 2 van de voorstellen staat en zal tegenstemmen ten aanzien van punt 3. De VOORZITTER stelt vast dat er geen andere stemverklaringen zijn en stelt voor tot stemming over te gaan. Het voorstel wordt vervolgens met 20 stemmen vóór en 2 stemmen tegen aanvaard. 07. Voorstel tot het vaststellen van de vierde wijziging Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Mevrouw VAN ES merkt op dat deze aanpassing van de APV, volgens de fractie van D66, in strijd is met het coalitieakkoord waarin op pagina 8 staat: minder regels voor ondernemers en eveneens in strijd met het D66 gedachtegoed ten aanzien van de vrije samenleving. De eerste nieuwe regel in deze aangepaste APV is een complexe manier om via het veranderen van de term horeca in openbare inrichtingen het verstrekken van rookwaar te kunnen verbieden en hiermee preventief de komst van eventuele coffeeshops te voorkomen. In een vrije samenleving is er opzettelijk voor gekozen om op een aantal terreinen vrijheden te hebben, omdat als er altijd gekozen zal worden voor voorkomen is beter dan genezen geen sprake meer zal zijn van een vrije samenleving. Ten aanzien van het 2 e punt van deze wijziging van APV wordt gesproken over slagvaardig optreden tegen de inrichting waar regelmatig problemen zijn of waar problemen verwacht worden: preventief dus. Daarom wordt o.m. de bestaande weigeringsgrond: slecht levensgedrag toegevoegd als aanleiding om reeds verleende vergunningen te kunnen intrekken. Volgens de D66-fractie is het in strijd met het soort samenleving waarvoor in Nederland is gekozen en waar D66 pal achter staat. Deze APV is zoals een oud politieman in de D66 afdeling zei: wel erg ruim gesteld voor de allerlaagste wetgeving. We gaan een besluit nemen, regels toevoegen voor ondernemers in strijd met het coalitieakkoord ten behoeve van 1 plek waar blijkbaar geen aantoonbaar strafbare feiten worden gepleegd. D66 stemt tegen dit voorstel en is benieuwd hoe de andere partijen in de coalitiefracties aankijken tegen het feit dat dit in strijd is met het coalitie akkoord zoals onderaan pagina 8. De heer VAN DER VALK geeft aan dat de VVD-fractie best begrijpt dat wordt bekeken of preventief maatregelen genomen kunnen worden om, indien nodig, meer mogelijkheden te hebben en aan de andere kant slagvaardig op te kunnen treden tegen inrichtingen waar regelmatig problemen zijn of verwacht worden en is er voldoende aanleiding om in te grijpen. Uiteindelijk wordt de APV aangepast en zijn er veel instellingen in Papendrecht, die hiermee te maken krijgen. De VVD-fractie denkt dat men ten aanzien van de kosten voor de uitvoering hiervan toe moet naar minder regels. Mevrouw YILDIZ merkt op dat, als men meer bevoegdheden wil om vergunningen te weigeren dan wel in te trekken, er iets aan de hand is. De portefeuillehouder heeft aangegeven dat er bewegingen zijn, die een gevaar vormen of kunnen vormen voor de rust, de openbare orde en veiligheid. In de commissie heeft de PvdA-fractie een nadere toelichting gevraagd ten aanzien van de toegevoegde weigeringsgrond, namelijk wat onder slecht levensgedrag wordt verstaan. De PvdA vindt dit onvoldoende concreet: dit is subjectief toegelicht in de verordening. De PvdA-fractie is van mening dat invulling van de weigeringsgrond met de huidige gegevens geen recht zal doen aan de vrijheid 5

6 van het leven en dus ook het gedrag, terwijl ook vrijheid haar beperkingen kent en vraagt wat het probleem is en voor wie en wordt het hiermee opgelost. De heer VAN ENGELEN zegt ten aanzien van de vraag van mevrouw Van Es dat hij het streven van de coalitie goed vindt om te dereguleren van de coalitie en mensen niet met extra regels te vermoeien. De portefeuillehouder heeft duidelijk gemaakt waarom een wijziging van de APV nodig is. De huidige APV kon niet op de juiste momenten gelden, terwijl dat nu wel mogelijk is als deze APV wordt vastgesteld en wil van de portefeuillehouder horen of hij het hiermee eens is. De fractie van GroenLinks constateert ook dat daar waar gemeenten daadkrachtig optreden er niet meer criminaliteit komt en verschuift naar gemeenten waar minder daadkrachtig wordt opgetreden en wil van de portefeuillehouder horen of dit juist is. Hij vraagt de portefeuillehouder duidelijkheid over beperkingen over hoe mensen hun leven inrichten. De heer LICHTENBERG geeft aan dat hierover in de commissie uitgebreid is gesproken. Laten we voorzichtig zijn met regeldruk en laten we ondernemers de kans geven om te ondernemen. Tegelijkertijd zijn wij ons ervan bewust dat wij in een democratische rechtsstaat leven. Dat betekent dat er regels moeten zijn om indien mogelijk te kunnen optreden. Dit is de basis die ten grondslag ligt aan een APV. Het is een goede gewoonte dat de APV volgens een modelverordening van de VNG wordt opgesteld. De CDA-fractie hecht eraan dat de modelverordening van de VNG zoveel mogelijk wordt gevolgd: een eerste waarborg om met zo min mogelijk verschillende regels te maken te krijgen. Het aangehaalde slecht levensgedrag wordt moeilijk te definiëren. De portefeuillehouder heeft hier in de commissie een beeld en kleuring aan gegeven van een meer justitieel dan een maatschappelijk beeld. Dat is bedoeld in het kader van de openbare orde en veiligheid. Dan is het volgens Lichtenberg wonderlijk te moeten vaststellen dat het slechte levensgedrag wel gebruikt wordt en mag worden op het moment dat er een aanvraag wordt gedaan voor het starten van een openbare inrichting, maar dat hetzelfde criterium niet kan en mag worden gebruikt als geconstateerd wordt dat er wel sprake is van slecht levensgedrag maar dat die inrichting er al is en dan mag het niet meer als weigeringsgrond gehanteerd worden. Dat is een van de dingen die in de wijziging van de APV nu wordt ingebracht, zo is begrepen. Hiermee wordt die consistent en logisch en gericht op een goede rechtsorde. Zijn fractie heeft zich in de commissievergadering ABZ gesteund gevoeld, ook in de beantwoording en zo zit de CDA-fractie in dit voorstel. Volgens de portefeuillehouder, de heer De BRUIN, voorziet voorliggend voorstel in de aanpassing op een tweetal punten van de APV. Dat betekent op de eerste plaats een verruiming van de term horeca bedrijf naar de term openbare inrichting en vervolgens een tweede wijziging: slecht levensgedrag. Het zijn zaken die in de modelverordening van de VNG aangedragen worden, gebaseerd op veel ervaring en studie bij de VNG en ervaring in de gemeente op basis van hetgeen landelijk ervaren en gezien wordt als wenselijk en noodzakelijk. Uiteraard is het een modelverordening die plaatselijk wel of niet kan worden overgenomen. Die vrijheid is aan de raad. Dat sommigen zeggen: wij kiezen voor een vrije samenleving en een principieel standpunt innemen respecteert de voorzitter, aangezien dat een benadering is en gedachtegoed in de sector van openbare orde en veiligheid waar men liever wil voorkomen dan overkomen. In die zin wordt getracht te voorkomen. Het is goed dat mevrouw Van ES wijst op de wenselijkheid van zo min mogelijke regelgeving, maar daar waar politie en justitie niet meer de handvatten heeft om op te treden schiet men te kort. Dan is de regelgeving af te wegen ten opzichte van een samenleving die wat meer geregeld is en wat minder geplaagd wordt door overheid en vormen van criminaliteit. Veiligheid en comfortabel leven: met een goed gevoel de straat op kunnen gaan is de basisvoorziening waar wij allemaal behoefte aan hebben en ik hoop ook allemaal onderschrijven. Die afweging laat ik aan een ieder van u met alle respect en als we het over voorzieningen hebben dan spreken we over openbaar groen, winkels, sportvoorzieningen, cultuurvoorzieningen: allemaal hele goede en mooie voorzieningen, maar ik durf er toch tegenaan te zetten dat veiligheid en comfortabel leven met een goed gevoel de straat op kunnen gaan in de richting van dat soort voorzieningen de basisvoorziening is waar wij allemaal behoefte aan hebben en ik hoop dat we dat ook allemaal onderschrijven. Dan komen we op een praktisch, maar ook principieel punt en die afweging laat ik aan een ieder van u en met alle respect. U bent het met me eens dat preventief voorkomen van onveilige situaties wenselijk is. Er moet hier wat gebeuren en dat gaat voor een aantal instellingen 6

7 misschien ook nog wat kosten. Wij hebben ook in het stuk gezegd dat we maatwerk zullen leveren en kosten beperken voor die instanties die met terugwerkende kracht zo n exploitatievergunning zouden moeten hebben. Het gaat niet om mensen en zeker niet om ondernemers te plagen; het gaat erom goede bonafide ondernemers een kans te geven en degene die wat anders van zins zijn geen kans te geven. Ik kies voor een veilige samenleving en dan maar een regeltje meer en niet een uitzonderlijk regeltje dat we zelf bedacht hebben, maar een regeltje dat we hier in dit land met elkaar ook als model, als richtlijn, vastgesteld hebben. Ten aanzien van mevrouw Yildiz: wij zouden dit niet voorstellen als we voldoende instrumenten hadden om te kunnen voorkomen wat op dit moment heel moeizaam, nauwelijks of misschien wel niet te voorkomen is. Ten aanzien van de term slecht levensgedrag : ik denk dat ik de woorden van de heer Lichtenberg niet kan verbeteren. Dat moet u justitieel zien en niet maatschappelijk. Dat betekent dat iemand in aanraking met justitie of politie geweest moet zijn, dat iemand dingen doet die strafbaar zijn en dus ook nadrukkelijk te verwachten is dat dat ook verder in de praktijk zal gebeuren. Dat is geen vorm van willekeur, zeker tegen ieder besluit dat op een gegeven moment genomen zou kunnen worden. In dit kader is bezwaar, mogelijk beroep de rechtsgang. De overheid kan bepaalde rechten hebben en toepassen, maar aangezien de overheid een zeker monopolie heeft, zeker op het gebied van justitie en politie is het ook goed dat van de ander kant, de onafhankelijke rechter, de overheid in toom gehouden kan worden en de overheid terug kan wijzen. Dat betekent dat er waarborgen zijn en er geen sprake is van willekeur of machtsmisbruik. De heer VAN ENGELEN merkt op dat als de huidige APV tekort schiet aanscherping nodig is: een aanscherping ook in de verordening van de VNG. Hij vervolgt dat ook door anderen nog eens nadrukkelijk is aangegeven dat ook hier het waterbedeffect een rol speelt en mensen, die wat anders willen zich naar gebieden verplaatsen waar die mogelijkheden niet zijn. Tweede termijn Mevrouw VAN ES benadrukt dat vrijheid en veiligheid twee met elkaar verbonden zaken zijn, terwijl de portefeuillehouder ook zegt dat Papendrecht een rustige en veilige gemeente is en er daarom meer regels in het leven geroepen worden en op voorhand zaken worden verboden. De D66-fractie vindt het vrij schokkend te constateren dat allerlei zaken door elkaar worden gehaald. Bijvoorbeeld dat een modelverordening niet betekent dat het een goede verordening is die iedereen overneemt of dat het zou moeten: dat is een soort service van de VNG. Voor alles dat de gemeente wil regelen en dat binnen de wetgeving zou kunnen en kan zich voorstellen dat een burgemeester in een grote stad die met achterstandswijken te maken heeft en totale verloedering, verpaupering, het heeft overgenomen in een wijk en zegt: ik red het niet hoor alleen maar met het strafrecht ik wil ook preventief kunnen optreden. Maar het gaat hier om Papendrecht en het feit dat het veilig en rustig is maakt juist dat het vrijer zou moeten kunnen zijn en vindt dat een aantal fracties er makkelijk overheen stappen dat in het coalitie akkoord geen extra regels, maar minder regels voor ondernemers is afgesproken, pagina 8 onderaan en dat is dit wel degelijk. De heer DE RUIJTER zegt, bij interruptie, dat dat ook volledig is onderschreven, maar op dit specifieke dossier andere normen gelden. Ook zijn fractie spreekt namens de SGP, die niet voor meer regelgeving is, maar op dit specifieke onderwerp veel waarde hecht aan de VNG, terwijl Papendrecht geen Rotterdam of Amsterdam is en het voor het Openbaar Ministerie zinvol en praktisch is als de APV in één lijn ligt, in dezelfde verordening. Het coalitieakkoord onderschrijft zijn fractie, terwijl het geen doel op zich is om op dit specifieke punt de regelgeving terug te dringen. Volgens mevrouw VAN ES gaat het om óf handhaven wat je hebt óf het worden er meer. Het gaat om het voorkomen van een coffeeshop en het gaat verder om het makkelijker hebben: een vrije samenleving is niet gemakkelijk; het is een hoop werk. De heer VAN ENGELEN kreeg tijdens de commissie niet de indruk dat het ging om het tegengaan van een coffeeshop, aangezien die discussie eerder heeft plaatsgehad en vindt niet dat het een noodzaak is op dit moment in Papendrecht, maar wil niet dat daarvoor iets in de weg ligt en wil weten wat het doel van de wijziging van de APV is. 7

8 Mevrouw VAN ES bevestigt dat het niet genoemd is als doel van deze APV en vervolgt dat alles uit de kast gehaald moet worden om, als er een aanvraag is voor een coffeeshop, die tegen te houden. De heer VAN ENGELEN weet dat er gemeenten en zeker burgemeesters zijn, die coffeeshops toestaan om daardoor beter te kunnen reguleren en vindt het een vreemd doel van de VNG. Mevrouw YILDIZ vraagt of nu geen aanvullende zaken worden geregeld en is nog niet overtuigd. De heer LAMMERS complimenteert het college met hetgeen zij onder dit raadsvoorstel, onder het kopje duurzaamheid heeft vermeld. Het is alleen een toevoeging voor weigeringsgrond indien slecht levensgedrag aan de orde is voor die mensen, die aan die kwalificatie voldoen en hij steunt het betoog van de burgemeester volledig. De heer VAN DER VALK geeft aan dat er momenteel voldoende mogelijkheden zijn om preventief in te grijpen, terwijl ook het strafrecht en regels momenteel voldoende zijn om daar iets mee te doen door bijzondere opsporingsambtenaren (BOA's) en politie en is van mening dat Papendrecht een vrije gemeente is en er geen extra regels nodig zijn. De heer VAN ENGELEN vraagt of met goedkeuring van deze APV de oprichting van een coffeeshop of bar dancing niet meer kan en zal zijn definitieve standpuntbepaling laten afhangen van het antwoord op de zojuist gestelde vraag. Volgens de heer LICHTENBERG is de APV het enige instrument dat de gemeenteraad heeft om toe te voegen aan de strafrechtketen en is onderdeel van het strafrecht, het enige dat politie en justitie kan worden geboden om op te treden, nodig op die plekken waar mensen niet de ogen moeten sluiten voor het feit dat in sommige openbare inrichtingen, die legaal zijn de onderwereld naar boven komt. De CDA-fractie kiest ervoor politie en justitie middelen te geven om daartegen te kunnen optreden. Niet alleen voordat er een vergunning verleend is, maar ook achteraf. De heer DE RUIJTER is voorstander van deze verordening met name vanwege de laatste opmerking van de heer Lichtenberg en zal dit voorstel steunen. De heer STREMLER vindt het een uitstekend raadsvoorstel. De fractie van het PAB volgt de VNG en de lijn zoals het college voorstelt. Volgens de heer VAN ENGELEN kan de burgemeester met deze APV eigenhandig besluiten of er een coffeeshop komt, een theoretische vraag in de huidige situatie in Papendrecht. De heer DE BRUIN licht toe dat een coffeeshop onder de Opiumwet valt, die heel duidelijk is in haar bewoordingen. Daar waar een coffeeshop is toegestaan, wordt ze gedoogd door het bestuursorgaan burgemeester. In die zin heeft het bestuursorgaan burgemeester deze APV niet nodig om coffeeshops te voorkomen. Ten aanzien van de reactie van mevrouw Van Es merkt de heer De BRUIN op dat de indruk bestaat dat zaken door elkaar worden gehaald en dingen met elkaar worden verbonden, die niet met elkaar verbonden kunnen worden en vervolgt dat opgemerkt is dat Papendrecht een veilige en rustige gemeente is en meer regelgeving niet nodig is en benadrukt dat Papendrecht een rustige en veilige gemeente is vanwege het feit dat alle mensen in de politie- en justitiële keten het uiterste doen om preventief op te treden en alle persoonlijke inzet en rechtsmiddelen gebruikt worden om Papendrecht rustig en veilig te houden. De heer De BRUIN benadrukt dat het geen automatisme is dat Papendrecht veilig en rustig is, maar het resultaat is van de inzet van velen. Het is dus een omgekeerde redenering om te zeggen: het is veilig en rustig, wij hebben geen regels en toezicht meer nodig. 8

9 Mevrouw VAN ES benadrukt niet gezegd te hebben dat Papendrecht geen regels en toezicht nodig heeft, maar dat extra regels niet nodig zijn, aangezien wel degelijk toezicht nodig is waardoor vrijheid ook omslachtig wordt. De heer DE BRUIN zegt naar aanleiding van de specifieke vraag van de heer Van Engelen of dit nodig is om een coffeeshop te voorkomen, aangegeven te hebben dat een coffeeshop onder de Opiumwet valt: een apart hoofdstuk van wetgeving en daar waar coffeeshops toegestaan worden, ze gedoogd worden, een bevoegdheid van het bestuursorgaan burgemeester. De heer DE BRUIN wijst op het feit dat de raad van mening is dat er voldoende instrumenten zijn, terwijl de praktijk uitwijst dat instrumenten tekort schieten in antwoord op de vraag van mevrouw Yildiz. Mevrouw VAN ES merkt op in eerste termijn al aangeven te hebben dat haar fractie niet voor de komst van een coffeeshop is, maar dat vrijheden op voorhand worden afgenomen en er geen problemen zijn, terwijl uit de veiligheidsmonitor en uit objectieve cijfers blijkt dat er geen reden is om de regels aan te scherpen en het een omslachtige manier is om een coffeeshop te verbieden, maar dat dat niet haar belangrijkste motief is. De heer DE BRUIN sluit aan bij hetgeen de heer Lichtenberg aangaf over de mogelijkheden waarbij mensen met minder bonafide bedoelingen in staat zijn om in deze samenleving meer voet aan de grond te krijgen en denkt dat de discussie ertoe leidt dat er verschillende gezichtspunten zijn ten aanzien van veiligheid en rust die er in Papendrecht bestaat en de oorzakelijkheid ervan en men op het punt gekomen is het daarbij te laten dan wel dat we meer vrijheid en ruimte bieden voor een wat afwisselender samenleving. De heer VAN ENGELEN merkt op dat de Opiumwet voldoende ruimte geeft om in te grijpen, maar constateert aan de andere kant dat de APV juist bedoeld is om op inrichtingen in te kunnen grijpen en de wetgeving vooral gericht is op individuen en de openbare ruimte en op de inrichting wordt verstevigd, maar dat niet wil zeggen op de aanwezigheid. Het draait derhalve op de exploitatievergunning, dat een aantal voorwaarden aangeeft waaraan inrichtingen en mensen die de inrichting exploiteren, moeten voldoen. De heer VAN ENGELEN vraagt tenslotte of de raad dan altijd nog een controlerend orgaan is in deze als het gaat om de handelwijze van de burgemeester of het niet zo is dat de raad controleert. De VOORZITTER licht toe dat het een goede democratische gewoonte is dat de raad zijn controlerende functie toepast ten aanzien van het college, het bestuursorgaan college, ten aanzien van het bestuursorgaan burgemeester en wellicht ook corrigerend ten aanzien van zichzelf en is van mening dat een goede discussie heeft plaatsgehad en vervolgt dat aan de raad de uiteindelijke besluitvorming is en stelt voor tot besluitvorming over te gaan. Daaropvolgend wordt het voorstel met 17 stemmen vóór en 6 stemmen tegen aanvaard. 08. Voorstel tot het kennisnemen van de Concept Jaarrekening 2015 van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden en tot het besluiten geen zienswijze op deze Concept Jaarrekening 2015 in te dienen. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 09. Voorstel tot het instemmen met de zienswijze op de Concept primaire Begroting 2017 van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 9

10 10. Voorstel tot het vaststellen van het Bestemmingsplan 32 woningen Aalscholver. Volgens de heer HOOGEVEEN heeft de raad hier te maken met een raadsvoorstel dat maakt dat elk besluit dat genomen wordt fout is. Als de raad dit plan accordeert gaat hij in tegen beleidsadviezen van de Rijksoverheid en het RIVM en accepteert dan mogelijk gezondheidsrisico s voor toekomstige bewoners. Ook zal een aantal kopers van woningen teleurgesteld zijn, aangezien zij het niet meer zien zitten om daar te wonen nu zij beter zijn geïnformeerd. Als de raad nee zegt tegen dit plan heeft hij ook te maken met teleurgestelde kopers, die zo spoedig mogelijk in hun droomhuis willen gaan wonen en accepteren mogelijke risico s. Ook heeft men te maken met ongeruste bewoners van huizen die er al staan. Verder loopt de gemeente financiële risico s, omdat die grond voorlopig niet verkocht kan worden voor woningbouw. Voor een dergelijk dilemma moet meer dan anders een beslissing worden genomen op basis van feiten en moeten emoties zoveel mogelijk buiten de deur blijven. Het bestemmingsplan stelt voor de bouw van 32 woningen mogelijk te maken dichtbij hoogspanningsmasten. Het RIVM raadt Papendrecht af om aan de Aalscholver te bouwen. De buurlanden hanteren veel strengere normen en richtlijnen dan Nederland. Als de gemeenteraad dit bestemmingsplan goedkeurt dan accepteert hij bewust mogelijke gezondheidsrisico s in de nabije toekomst en gaat dan dus voorbij aan het beleid van het Ministerie van VROM, het advies van het RIVM en de eigen normen. Papendrecht wil niet marchanderen met normen. Al helemaal niet als het gaat om gezondheidsnormen. Het feit dat in 2025 naar alle waarschijnlijkheid de woningen binnen een magneetveld liggen met te hoge waardes plus het feit dat voor dit plan de geluidsnormen worden opgerekt, plus het feit dat er op dit moment geen enkele garantie kan worden gegeven dat deze normen niet zullen worden overschreden is voor de fractie van het PAB alle reden om tegen dit raadsvoorstel te stemmen. Naar de coalitiepartijen die denken vóór dit raadsvoorstel te stemmen moet de coalitie de paragraaf over gezondheid eens nalezen: hier staat dat je gezond wil bouwen en wonen en bedreiging van gezondheid tegen wil gaan. Het PAB wil niet marchanderen met normen en al helemaal niet als het gaat om gezondheidsnormen. Het feit dat in 2025 naar alle waarschijnlijkheid de woningen binnen een magnetisch veld liggen met te hoge waarden plus voor dit plan opgerekte geluidsnormen, plus het feit dat er op dit moment geen enkele garantie kan worden gegeven dat deze normen niet zullen worden overschreden is voor het PAB alle reden om tegen dit voorstel te stemmen. De fractie van het PAB begrijpt dan ook niet dat in dit dossier het voorzorgprincipe niet wordt toegepast. Dat wil zeggen dat zoveel als redelijkerwijs wordt gedaan om blootstelling te beperken. Er valt met het PAB best te praten op het moment dat die garantie er wel is. Wat het PAB betreft is het ook een optie om de beslissing op dit raadsbesluit uit te stellen tot het moment dat de wethouder afspraken met TenneT heeft gemaakt waaruit blijkt dat ook in de toekomst zonder risico s aan de Aalscholver het goed en veilig wonen is. Deze optie heeft niet de voorkeur van het PAB. Het brengt voor alle betrokkenen veel onzekerheid met zich mee. Het PAB heeft zich zoals gewoonlijk goed verdiept in dit dossier. Er is gesproken met de pers, makelaar en de projectontwikkelaar en er is met TenneT gebeld met de vraag of technische oplossingen mogelijk zijn. Een aantal kopers voelt zich misleid, omdat er nooit iets is gezegd over de mogelijkheid dat het bestemmingsplan kan worden afgewezen en dat gezondheidsrisico s zich kunnen voordoen als je daar gaat wonen met kinderen. Aan de portefeuillehouder worden de volgende vragen gesteld: 1. Verwacht u dat op afzienbare tijd de garantie gegeven kan worden dat de magneetveldsterkte binnen de norm blijft; 2. stel dat het bestemmingsplan vandaag wordt aangenomen wat kunt u dan betekenen voor kopers die spijt hebben; bent u bereid deze te compenseren voor eventuele schade; 3. stel dat het bestemmingsplan wordt afgewezen wat is uw plan B? De raad wil nu een duidelijk antwoord van de wethouder of hij kopers op het mogelijke risico heeft gewezen om daar te wonen met kinderen. Het PAB wil de kopers niet in de kou laten staan, maar wil ook niet afwachten tot er garanties zijn dat het daar op termijn ook veilig wonen is en denkt dat het merendeel van de kopers vooral gaat om het type woning en in mindere mate om de locatie. Het PAB stelt voor ergens anders in Papendrecht een geschikte locatie te vinden en daar dit project te 10

11 ontwikkelen: dezelfde woning voor dezelfde kopers op dezelfde condities, dezelfde projectontwikkelaar en eventueel dezelfde makelaar. De fractie van het PAB gaat hier een motie voor indienen. Hij vervolgt dat als over 2 of 3 jaar blijkt dat TenneT wel goede garanties kan afgeven er niets op tegen is dit bestemmingsplan alsnog opnieuw in stemming te brengen en er alsnog ook te bouwen, waarvoor de fractie van het PAB een motie indient. De VOORZITTER neemt de motie I van het PAB in ontvangst lat weten dat deze in voldoende mate is getekend door het PAB, hij lest de motie voor en meldt dat deze worden vermenigvuldigd, verspreid en vanaf nu deel uit maakt van de beraadslagingen (een afschrift van deze motie is aan het verslag gehecht). Volgens de heer LAMMERS zou het beter zijn om in de toekomst bestemmingsplannen vroeger in het proces te behandelen om te voorkomen dat al vergaande afspraken zijn gemaakt met de ontwikkelaar en de aspirant koper. Onafhankelijk Papendrecht heeft geworsteld met dit dossier: enerzijds is door het college nu een meer afgewogen voorstel en besluit geproduceerd en heeft het onderzoek, de meting van het magnetisch veld, het overleg en de afstemming wel degelijk effect gehad. Anderzijds is er nog steeds sprake van de vraag of de afweging tussen de lange termijn effecten van dit besluit kunnen opwegen tegen de verwachtingen en economische voordelen op korte termijn. Verder is sprake van ingrijpende gevolgen mocht het project geen doorgang vinden. OP staat kritisch tegenover het bouwen van woningen in de nabijheid van hoogspanningsmasten en vraagt zich af of aspirant kopers bevoogdend behandeld moeten worden en nee zeggen tegen de bouw van deze 32 woningen wetende dat deze in de directe nabijheid van hoogspanningsmasten komen te liggen. LAMMERS is van mening dat mensen vrij moeten zijn hiervoor te kiezen, zeker als sprake is van een goede en volledige voorlichting, maar dit mag niet betekenen dat aspirant kopers die zich desondanks niet hebben gerealiseerd dat hun woning dichtbij hoogspanningsmasten komt te liggen en hierdoor gealarmeerd zijn en van hun koop af willen zien, hierdoor getroffen worden. Vandaar dat zijn fractie ervoor pleit dat aan die groep aspirant kopers de mogelijkheid wordt geboden van hun koop af te zien zonder dat zij daarvan financiële consequenties ondervinden. De fractie van OP stelt voor een informatieprotocol te ontwerpen waarbij de werkgroep als klankbord fungeert met als doel tot een positief besluitproces te komen, waarvoor zijn fractie een motie indient. De VOORZITTER bevestigt de ontvangst van motie II, meldt dat deze in voldoende mate getekend is, leest de motie voor en meldt dat deze zal worden vermenigvuldigd en verspreid en vanaf nu deel uitmaakt van de beraadslagingen (een afschrift van deze motie is aan het verslag gehecht). De heer DE RUIJTER dankt het college voor het door de raad gevraagde onderzoek dat inmiddels is uitgevoerd, terwijl de uitkomst van dit onderzoek de bezwaren echter niet doet afnemen. Gezondheidsrisico s blijven onverkort bestaan. Ook de adviezen van het RIVM en het departement blijven van kracht. Mocht het zo zijn dat er harde afspraken met TenneT te maken zijn dan zal zijn fractie het heroverwegen, maar het moet duidelijk zijn dat het hier gaat om een partij met marktambities. Zijn fractie zal het raadsvoorstel niet steunen: de risico s met betrekking tot de gezondheid van de toekomstige bewoners heeft zijn fractie doen besluiten dit raadsvoorstel niet te steunen. De heer VAN HAL geeft aan dat het punt dat hier ter discussie staat en waar de D66-fractie moeite mee heeft de hoogspanningslijn is, waarvan het advies van de Rijksoverheid glas helder is: zorg dat er geen nieuwe situatie ontstaat waarbinnen een magnetisch veld van meer dan 0.4 micro tesla woningen, kinderopvang en crèches worden gebouwd. Om een afgewogen oordeel hierover te kunnen vellen heeft de raad unaniem in een motie van D66 en het PAB gevraagd om hiernaar onderzoek te doen. Uit onderzoek komt naar voren dat het magnetisch veld zoals nu is, voldoet aan het beleidsadvies van de Rijksoverheid en het RIVM. Uit onderzoek blijkt verder dat als gemeenten niets doen en TenneT door de hoge belasting van de lijn het magnetisch veld over 10 jaar meet en het wel boven de norm is, niet aan het advies van het RIVM is voldaan. D66 vindt het van belang dat het advies serieus wordt genomen. Dat betekent dat de huidige gemeten waarde ook in de toekomst zal moeten blijven. Dat betekent niet alleen voor de toekomstige woningen aan de Aalscholver, maar ook voor alle woningen, die bij hoogspanningsleidingen staan zoals in de Molenwijk, de Wilgendonk en Oostpolder. Daarom heeft D66 in de commissie Ruimte er bij de wethouder op aangedrongen in overleg te treden met TenneT 11

12 over de belasting en het magnetisch veld van hoogspanningslijnen. Aan de wethouder de vraag of er al een afspraak is gemaakt of een gesprek is geweest en hoe staat TenneT tegenover deze kwestie. Er wordt in de brief van het college van 8 juni jl. en in het voorliggende raadsbesluit drie actiepunten genoemd: aansluiten bij de Vereniging Gemeentelijk Platform Hoogspanning om samen met andere gemeenten in overleg te treden met de Rijksoverheid over de te ontwikkelen en blijvende oplossing. Overleg met TenneT om de 0.4 micro tesla niet te overschrijden in de toekomst en opname van de aanwezigheid van de hoogspanningslijn in de notariële acte van 32 woningen zodat ook de toekomstige bewoners hiervan op de hoogte zijn. Deze 3 acties dienen voortvarend te worden opgepakt waarbij het college hier een wezenlijke bijdrage aan levert. Een blijvend kwalitatief goed leefmilieu, niet alleen voor de Aalscholver, maar ook voor de overige woningen in Papendrecht die nabij hoogspanningslijnen staan. Voor de fractie van D66 moet dan wel zeer scherp worden geformuleerd waar het bij deze punten om gaat. Dat is in het voorliggende gewijzigde raadsbesluit nog onvoldoende het geval. D66 zal dan ook een amendement indienen, mede namens de SGP, de VVD, OP en het CDA, welk amendement aan het einde van het betoog zal worden overhandigd. D66 heeft gezocht naar een uitkomst die voldoet aan het rijksadvies en die voor alle betrokkenen de best mogelijke uitkomst is. Als dit amendement met het raadsbesluit wordt aangenomen worden in zijn optiek alle belangen zo goed mogelijk behartigd. Dat zou het volgende betekenen: kopers van de woningen aan de Aalscholver die er graag willen wonen kunnen er gaan wonen. Kopers die er bij nader inzien niet willen wonen kunnen van de koop afzien. Het rijksadvies en het RIVM advies met betrekking tot veilig wonen wordt de norm in Papendrecht waarvoor het college zich op twee manieren zal inzetten door actief lid te worden van de vereniging gemeentelijk pad van hoogspanning en door direct overleg met TenneT. De VOORZITTER bevestigt vervolgens de ontvangst van amendement A, meldt dat dit in voldoende mate is ondertekend, hij leest het amendement voor en meldt dat dit zal worden vermenigvuldigd en verspreid en vanaf nu deel uit maakt van de beraadslagingen. (een afschrift van dit amendement is aan het verslag gehecht) Mevrouw DE KEIZER geeft aan dat de VVD-fractie blij is dat zorgvuldig is omgegaan met dit raadsvoorstel. De VVD-fractie spreekt haar vertrouwen uit aan het college. Wat de VVD-fractie betreft zijn er geen belemmeringen om te bouwen, terwijl de VVD-fractie mede indiener is van het amendement van D66. De heer SCHOTTING merkt op dat uiteenlopende belangen, die niet uit het oog verloren mogen worden, een rol spelen. Ten aanzien van het onderzoek is bij de prognose berekend, dat wordt uitgegaan van een stijging met 10% belasting van de leiding en dat in 2025 de veldsterkte op locatie kan variëren tussen 0,2 en 0,8 micro tesla. De Wereldgezondheidsorganisatie adviseert niet te bouwen in de omgeving hiervan. Ten aanzien van de locatie wordt voor wat betreft de PvdA te lichtvoetig gedacht over de kennis, die aspirant-kopers zouden moeten hebben over gevaren die er al dan niet zijn. De PvdA-fractie gelooft niet dat het college in staat zal zijn om i.o.m. TenneT te bewerkstelligen dat de toekomstige invloed van het magnetisch veld beperkt blijft. Als besloten wordt niet te bouwen, maar ook als er wel gebouwd wordt komt op langere termijn de rekening. De nota van wijziging maakt ook niet dat de PvdA redenen ziet om ja te zeggen. Het is een ingewikkelde keuze tussen gezondheid of gezondheid. De heer ESSOUSSI vult aan dat het ook voor de CDA fractie een lastige en ingewikkelde afweging is geweest en vervolgt dat uit onderzoek blijkt dat op dit moment, als ingestemd wordt met dit bestemmingsplan, het binnen de kaders valt die door de raad zelf zijn gesteld. Daarbij is ook nadrukkelijk vermeld dat de prognose voor 2025 is dat dat niet meer het geval zal zijn. Niemand weet hoe het in 2025 zal zijn, maar wel dat tot die tijd ervoor gewaakt kan worden dat het gebeurt en ervoor te zorgen dat binnen de kaders gebleven wordt. Zeker nu met het gewijzigde raadsvoorstel en de aanscherpingen in het amendement van D66 dat de CDA-fractie mede heeft getekend dat richting TenneT ervoor gewaakt wordt dat de capaciteit die nu wordt gebruikt ook in de 12

13 toekomst wordt gebruikt en dat richting de project ontwikkelaar iets gedaan wordt om kopers te helpen samen met de gemeente. Tot slot: TenneT is voor de volle 100% eigendom van de Staat der Nederlanden. Volgens de heer VAN ENGELEN is en blijft de fractie van GroenLinks tegen dit bestemmingsplan. Bekend is aan de voorkant dat er gezondheidsrisico s zijn en ook al zou in 2025 het nog net buiten de grens van 0,4 micro tesla liggen, vindt zijn fractie nog het risico te groot. Hij benadrukt dat wat bekend was in 1993 niets was vergeleken bij de risico s, die bekend waren in 2003, terwijl nu nog meer bekend is van de risico s in 2016 en vraagt zich af wat in 2023 bekend zal worden. GroenLinks is van mening dat wanneer nu aan de voorkant als volksvertegenwoordiging een besluit genomen moet worden naar die toekomst gekeken moet worden een afgewogen besluit genomen moet worden. Het amendement gaat, wat zijn fractie betreft, voorbij aan een belangrijk punt, nl. duurzaamheid. De fractie van GroenLinks vindt dat nu besloten moet worden aangezien de kopers, de project ontwikkelaar en de gemeente moeten kunnen handelen en zich moeten kunnen instellen op een nieuwe situatie. Hij dankt voor de raadsinformatiebrief en constateert dat de gemeente de stappen heeft genomen, die zij had moeten nemen. Ten aanzien van het voorlichten van kopers is de gemeente gehouden aan het bestemmingsplan dat voorgelegd zal worden aan de gemeenteraad, die dat reeds heeft gepubliceerd. Het is de projectontwikkelaar die verantwoordelijk is om de kopers erop te wijzen dat er nog geen vigerend bestemmingsplan is. De fractie van GroenLinks ziet dat er aan de voorkant gezondheidsrisico s zijn en wil daar niet mee sollen. De heer KOSTEN vindt dit een lastig dilemma, gezondheid: van belang is dat men in een gezonde woonomgeving leeft. De discussie gaat over hoe we dat moeten regelen en hoever men daarin moet gaan. In dit geval liggen er diverse onderzoeken met betrekking tot de hoogspanningsmasten, die aanwijzing geven dat het voor bepaalde doelgroepen ongezond zou kunnen zijn om dicht bij hoogspanningsmasten te wonen. Voor andere doelgroepen ligt dat anders. Dan is het de vraag of je als overheid moet zeggen dat op een bepaalde locatie niet gebouwd mag worden in verband met eventuele gezondheidsrisico s. De SGP pleit in dit geval voor keuzevrijheid. Inwoners moeten dan wel volledig geïnformeerd worden en vervolgens zelf een afweging maken. Ten aanzien van betrouwbaarheid: inwoners moeten op de overheid kunnen rekenen. Dat kan twee kanten op: doen wat je zegt: dus zaken niet zo maar ter discussie stellen. Aan de andere kant dat je eerlijk, helder en compleet bent in de communicatie en in dit dossier moet erkend worden dat een en ander beter onderzocht had moeten worden. De keerzijde van deze erkenning is dat je ook mee moet denken met eventuele gedupeerden. Derhalve is de SGP van mening dat de ontwikkelaar er alles aan moet doen om eventuele kopers, die niet meer willen kopen met de kennis van nu, een escape te bieden. Ten aanzien van de financiële impact heeft de fractie van GroenLinks duidelijk aangegeven dat zij het niet mee wil wegen, terwijl de SGP het wel mee neemt. Juist omdat er voor bepaalde doelgroepen misschien wel een mogelijkheid is. De financiële impact is er voor diverse partijen, ook voor de gemeente. Tenslotte: een kettingreactie: als je besluit dat dit plan niet door gaat heeft het gevolgen. Ook daarop wil de SGP-fractie graag een reactie. Gevolgen ook voor andere plekken in Papendrecht waar hoogspanningsleidingen dicht in de buurt van huizen komen, een lastige weg. Daarom lijkt het de SGP fractie goed en het college maakt ook die beweging, om aan te sluiten bij het Platform Hoogspanning en natuurlijk proberen via TenneT een oplossing te zoeken. De route die het college kiest biedt wel perspectief op een gezonde regelgeving voor alle Papendrechters. De SGP is bereid om het college te volgen en vindt wel dat het besluit scherper geformuleerd moet zijn. Vandaar dat de SGP fractie het amendement steunt en hoort graag van de portefeuillehouder een reactie in hoeverre kopers die eventueel gedupeerd zijn, geholpen kunnen worden. De VOORZITTER stelt vast dat de raad aan het einde van zijn eerste termijn is gekomen en geeft het woord aan het college, maar begrijpt dat het college eerst even wil schorsen. De voorzitter schorst daarop de vergadering om uur en heropent de vergadering om uur en geeft het woord aan het college bij monde van wethouder Koppenol. 13