Werkzaamheid bij werkpakket toevoegen

Transcriptie

1 Werkzaamheid bij werkpakket toevoegen Als er een werkpakket gemaakt is kunt u hier 1 of meerdere werkzaamheden aan toevoegen. Dit is afhankelijk van de type werkzaamheden. Een werkzaamheid bestaat uit een deel arbeidskosten (gebaseerd op de norm x het mens-uurtarief), en/of een deel machine kosten (gebaseerd op de norm x het machine uurtarief) en/of een deel materiaalkosten. Ook is het mogelijk om in elke werkzaamheid meerdere uursoorten, materieelsoorten en materialen onder te brengen, zodat u bijvoorbeeld niet voor elk onderdeel van een constructie een aparte werkzaamheid hoeft aan te maken. NB! Werkt u met VISION-Project Basis, dan heeft u de mogelijk om maximaal één werkzaamheid aan uw werkpakket toe te voegen. De werkwijze binnen deze werkzaamheid is verder hetzelfde. We staan op het werkpakket wat we zojuist aangemaakt hebben: Leveren en aanbrengen trottoirtegels. Hier horen de volgende werkzaamheden bij: Zandbed onder profiel brengen Leveren en leggen tegels Aftrillen Afstrooien met zand Als voorbeeld gaan we de tweede en derde werkzaamheden aan het werkpakket toevoegen. De tweede werkregel bevat zowel arbeid als materiaal. De derde werkregel bevat zowel arbeid als machines. In deze voorbeelden komen dan ook alle mogelijkheden aan de orde. 2. Leveren en leggen tegels 30 x 30 Klik op onder het tabblad onder in het scherm op Onderstaand scherm verschijnt en de punten worden volgens de nummering onder de afbeelding behandeld.

2 1. Omschrijving werkpakket: Hier ziet u het werkpakket waar deze werkzaamheid onder valt. 2. Naam: Geef duidelijke omschrijving van de werkzaamheid. < Leveren en leggen trottoirtegels 30 x 30 > 3. Code: Geef hier een vrij invulbare code. Voor eigen codes kunt u het beste nummeren met 10-tallen. 4. Eenheid: Kies eenheid m2 uit de eenheden tabel. Deze tabel staat in het centrale codetabellen bestand. Te vinden onder < onderhoud > < codetabellen >. 5. Frequentiesoort: hier niet van toepassing (Zie Module 5 VISION-Project Plus). 6. Frequentie: hier niet van toepassing (Zie Module 5 VISION-Project Plus). 7. Calculatiefactor: Standaard staat deze factor op 1. U kunt hier echter van af wijken als de eenheid van de werkzaamheid afwijkt van van de eenheid van het bovenliggende werkpakket. Voorbeeld: U heeft een werkpakket aanbrengen zandbed met eenheid m2. Een van de werkzaamheden Leveren en storten cunetzand heeft de eenheid m3. U kunt dit ook gewoon in m3 uitrekenen Nu zorgt de calculatiefactor ervoor dat de hele werkzaamheid omgerekend wordt van m3 naar m2 door als calculatiefactor de dikte van het zandbed in te vullen (hoeveel m3 u nodig heeft voor 1 m2). Voor een zandbed van 30 cm dik gebruikt u daarom een calculatiefactor van 0,3. De calculatiefactor kan ook -1 zijn. Hiermee geeft u aan dat deze werkzaamheid losgekoppeld wordt van de calculatiehoeveelheid in een project. (denk aan transportkosten, deze zijn vaak onafhankelijk van de hoeveelheid). 8. Bewerkingspercentage: hier niet van toepassing (Zie Module 5 VISION-Project Plus). 9. Ontw. planning factor: hier niet van toepassing (Zie Module 5 VISION-Project Plus). 10. Ontw. planning periodenummers: hier niet van toepassing (Zie Module 5 VISION- Project Plus). 11. Arbeid: Om nu te berekenen hoeveel het kost om 1 m2 trottoirtegels te leggen selecteert u onder arbeid de juiste arbeidsoort (hieraan is nl. het juiste uurtarief gekoppeld). Als u deze gekozen heeft verschijnt er onder kostensoort een regel. Hierin ziet u de hovenier terug met calculatiefactor en norm. Dit kunt u in dit scherm invullen. De calculatiefactor is al besproken onder punt 7. Deze kan hier, per

3 kostensoort nog vanaf wijken (= extra en NIET in plaats van de reeds ingevulde factor bij 7). Normaal gesproken is deze factor 1. De norm is afhankelijk van hoeveel we kunnen doen in een uur. Voor straatwerk tegels geldt een norm van ongeveer 4,5 m2/ uur. Vul bij norm dan 4,5 in. Dit betekent dat 4,5 m2 30,= (= het voorbeeld uurtarief) kost. 1 m2 kost dan 30:4,5 = Met een uurtarief van bijvoorbeeld 35,= kost één m2 7,77 (35:4,5). Omdat het hier gaat om handmatige werkzaamheden wordt alleen gekozen voor arbeid. 12. Materieel: niet van toepassing 13. Materiaal: Als u op de knop materiaal klikt wordt een link gemaakt met het materialenbestand. Hier kunt u het gewenste materiaal zoeken op naam, code, maar ook op kostensoortgroep. Als u het materiaal gevonden heeft klikt u op of op KIES MATERIAAL. U hoeft nu in het werkregel scherm alleen nog de hoeveelheid in te vullen. De hoeveelheid is afhankelijk van de eenheid van het materiaal en van het betreffende werkpakket. Is in beide gevallen de eenheid m2, dan kunt u bij hoeveelheid 1 laten staan. Het kan ook zijn dat u voor de tegels een stuksprijs in het materialenbestand heeft opgenomen, terwijl u uiteindelijk een m2 prijs wilt krijgen. In dit voorbeeld is dit niet het geval en kunnen we dezelfde hoeveelheid hanteren. Nu ziet u in onderstaande detail afdruk dat er NIET 1 staat maar 1,05. U vult deze kleine toename in als knip en breukververlies, zodat er altijd 5% (in dit geval) extra tegels

4 berekend wordt en hoeft u dit niet in de prijs extra te verwerken. U kunt dit ook toepassen bij ophoogzand waar nogal wat volume verloren gaat a.g.v. inklinken. U heeft ook de mogelijkheid om meerdere materiaal kostensoorten aan één werkzaamheid te koppelen. Dit kunt u bijvoorbeeld toepassen bij het gebruik van diverse gecombineerde verhardingsmaterialen. Bijvoorbeeld als u de tegels in halfsteens verband legt kunt u zowel de hele als de halve tegels in een werkzaamheid plaatsen. De halve tegels moeten wel in uw materialenbestand staan. Staat het gewenste materiaal niet in het materialenbestand klik dan op de knop. U kunt het materiaal direct aan het materialenbestand toevoegen en selecteren voor uw werkpakket. Wilt u achteraf een kostensoortregel verwijderen, klik dan op het achter de regel. 14. Calc. eh prijs: Hier ziet u de uiteindelijke eenheidsprijs die berekend is aan de hand van onderstaande detail informatie en vormt zo een onderdeel van de totale eenheidprijs van het totale werkpakket. In detail zien de 2 toegevoegde regels er als volgt uit: Bent u klaar met invoeren, klik dan op om de invoer op te slaan. We maken de werkzaamheid: 30. aftrillen machinaal aan. We bespreken alleen de kostensoorten. De uitleg over het algemene gedeelte is gelijk aan de vorige werkzaamheid. We gaan daarom weer verder vanaf punt Arbeid: Om nu te berekenen hoeveel het kost om 1 m2 verharding machinaal af te trillen selecteert u onder arbeid de juiste uursoort (hieraan is nl. het juiste uurtarief gekoppeld). Als u deze gekozen heeft verschijnt er onder kostensoort een regel. Hierin ziet u de hovenier terug met calculatiefactor en norm. Dit kunt u in dit scherm invullen. De calculatiefactor is al besproken onder punt 7. Deze kan hier, per kostensoort nog vanaf wijken (= extra en NIET in plaats van de reeds ingevulde factor bij 7). Normaal gesproken is deze factor 1. Vul bij de norm vervolgens het aantal eenheden per uur in. We kunnen 200 m2 (dus 2 are) aftrillen in een uur. We vullen dan ook bij de norm 2 in. (= het aantal are/ uur). Let op dat de calculatiefactor dan 0,01 is om terug te rekenen naar m Materieel: Kies de juiste machine uit de machinetabel (trilplaat 600 kg) en de norm

5 die u bij arbeid hebt ingevuld wordt automatisch overgenomen (men gaat er van uit dat machine en bijbehorende arbeid gelijk lopen). Let wel op het uurtarief van de machine. Dit kan incl. bediening zijn. U hoeft in die gevallen dan ook alleen maar te kiezen voor materieel en niet voor arbeid. In het voorbeeld gaat het om een trilplaat zonder bediening en kiezen we zowel voor arbeid als voor materieel. 13. Materiaal: Dit hebben we hier niet nodig. 14. Calc. eh prijs: Hier ziet u de uiteindelijke eenheidsprijs die berekend is aan de hand van onderstaande detail informatie en vormt zo een onderdeel van de totale eenheidprijs van het totale werkpakket. In detail zien de 2 toegevoegde regels er als volgt uit: Bent u klaar met invoeren, klik dan op om de invoer op te slaan.