Strafvordering. Academiejaar samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Strafvordering. Academiejaar 2008-2009 samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 1"

Transcriptie

1 Strafvordering 1. INLEIDING... 4 A. OMSCHRIJVING Definitie Onderscheid tussen materieel en formeel strafrecht... 4 B. DOELSTELLINGEN VAN HET STRAFPROCESRECHT Waarheidsvinding vs. bescherming van de individuele grondrechten Afweging... 5 C. ACCUSATOIRE EN INQUISITOIRE RECHTSPLEGING Theorie Praktijk... 5 D. VERLOOP VAN HET STRAFPROCES Vooronderzoek Het onderzoek ten gronde... 7 E. ACTOREN IN HET STRAFPROCES De verdachte Het slachtoffer De burgerlijk aansprakelijke partij De (vrijwillig of gedwongen) tussenkomende partij De politie Het openbaar ministerie De onderzoeksrechter De onderzoeksgerechten De vonnisgerechten F. BELEIDSORGANEN IN HET STRAFPROCESRECHT Algemeen De minister van justitie Het college van procureurs-generaal De procureur des konings De raad van de procureurs des Konings DE VORDERINGEN DIE UIT HET MISDRIJF VOORTVLOEIEN A. ALGEMENE BEGRIPPEN B. PERSONEN DIE DE STRAFVORDERING UITOEFENEN Principe Ambtenaren openbaar ministerie die de strafvordering uitoefenen Bevoegdheidsconflicten C. WIJZE WAAROP DE STRAFVORDERING WORDT UITGEOEFEND Vervolging Niet-vervolging: het sepot Buitengerechtelijke afhandeling door het het parket D. PERSONEN TEGEN WIE DE STRAFVORDERING WORDT UITGEOEFEND Algemeen De immuniteiten Bijzondere regels voor bepaalde categorieën personen E. (EXTRA)TERRITORIALE GELDING VAN DE STRAFVORDERING Algemeen Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven in het buitenland gepleegd F. PREJUDICIËLE VRAGEN EN PREJUDICIËLE GESCHILLEN G. VERVAL VAN DE STRAFVORDERING Algemeen De opheffing of vernietiging van de strafwet Amnestie De klachtafstand bij klachtmisdrijven Academiejaar samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 1

2 5 De daad van de verdachte De verjaring (art VTSv.) Het rechterlijk gewijsde De buitengerechtelijke afhandeling H. DE BURGERLIJKE VORDERING Algemeen Personen die de burgerlijke vordering uitoefenen Personen tegen wie de burgerlijke vordering wordt uitgeoefend Voorwerp van de burgerlijke vordering Wijze waarop de burgerlijke vordering wordt uitgeoefend Verval van de burgerlijke vordering Hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden HET VOORONDERZOEK IN STRAFZAKEN A. WIJZE WAAROP MISDRIJVEN TER KENNIS KOMEN VAN DE OVERHEID Klachten, aangiften en ambtelijke vaststellingen Proces-verbaal en strafdossier B. WIJZE WAAROP MISDRIJVEN WORDEN OPGESPOORD EN VASTGESTELD Situering Permissieve regel, legaliteit en loyauteit Sanctionering van onregelmatige opsporingshandelingen Gebruik van dwang en geweld en het EVRM C. PERSONEN BELAST MET DE OPSPORING EN VASTSTELLING VAN MISDRIJVEN Algemeen Verhouding tussen de leidinggevende magistraten en de politiediensten D. HET OPSPORINGSONDERZOEK Begrip (art. 28bis, 1 Sv.) De heterdaadprocedure De proactieve recherche De bijzondere opsporingsmethoden Afsluiting van het opsporingsonderzoek E. HET GERECHTELIJK ONDERZOEK Begrip (art. 55 Sv.) Taakomschrijving van de onderzoeksrechter (art. 56, 1 Sv.) Saisine van de onderzoeksrechter Verhouding onderzoeksrechter-procureur des Konings Rechten inverdenkinggestelde, burgerlijke partij en derde-beslagene tijdens het gerechtelijke onderzoek Afsluiting van het gerechtelijk onderzoek: de regeling van de rechtspleging Controle door kamer van inbeschuldigingstelling F. ONDERZOEKSVERRICHTINGEN Het opnemen van klachten en aangiften Identiteitscontroles en het houden van gegevensbestanden Plaatsbezoek Observatie Ondervraging van de verdachte Inverdenkingstelling van de verdachte Getuigenverhoor Inwinnen gegevens bankrekeningen Deskundigenonderzoek DNA-onderzoek Inobservatiestelling Fouillering Onderzoek aan het lichaam (art. 90bis Sv.) Huiszoeking Inkijkoperatie Inbeslagneming Academiejaar samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 2

3 17 Databeslag en netwerkzoeking Uitgestelde tussenkomst, gecontroleerde aflevering en gecontroleerde doorlevering Schending briefgeheim Identificatie telefoonnummers en opsporen en lokaliseren van telecommunicatie Afluisteren van privé-telecommunicatie Bijzondere opsporingsmethoden Voorlopige maatregelen ten aanzien van rechtspersonen Beknopt voorlichtingsrapport en maatschappelijke enquête G. DE VOORLOPIGE HECHTENIS Algemene beginselen Arrestatie (art. 1 en 2 VHW) Bevel tot medebrenging (art. 3 en 4 VWH) Aanhoudingsbevel (art. 16 VWH) Verbod van vrij verkeer (art. 20, lid 2 VHW) Opheffing aanhoudingsbevel (art. 25 VHW) Aanhoudingsbevel ten aanzien van een in vrijheid gelaten of gestelde verdachte Rechterlijk toezicht op de voorlopige hechtenis Voorlopige hechtenis en regeling der rechtspleging Na de regeling der rechtspleging: het verzoek tot voorlopige invrijheidstelling Onmiddellijke aanhouding ter terechtzitting Alternatieven voor de voorlopige hechtenis Onwerkzame hechtenis HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING A. SAISINE VAN DE VONNISGECHTEN Wijze waarop het vonnisgerecht geadieerd wordt Omvang van de saisine Gevolgen van de saisine B. DE RECHTSPLEGING VOOR DE VONNISGERECHTEN De politierechtbank en de correctionele rechtbank C. HET BEWIJS IN STRAFZAKEN De sanctionering van onregelmatig verkregen bewijs De bewijswaardering D. DE RECHTSMIDDELEN Inleiding Verzet Hoger beroep Voorziening in cassatie E. DE RECHTEN VAN DE VERDEDIGING Het recht op een onafhankelijke en onpartijdige rechter Het recht op de behandeling van zijn zaak binnen een redelijke termijn Academiejaar samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 3

4 1. Inleiding A. Omschrijving 1 Definitie Het strafprocesrecht is het geheel der rechtsregels betreffende de opsporing, vervolging en berechting van personen die ervan worden verdacht een misdrijf gepleegd te hebben. Het beschrijft de vormvoorschriften en bepaalt de positie van de verschillende actoren in het strafproces (de overheid, de verdachte, het slachtoffer, ). In het strafproces wordt het materieel strafrecht gerealiseerd. Zonder afdwinging zijn rechtsregels immers zinloos. 2 Onderscheid tussen materieel en formeel strafrecht (1) Personen tot wie de regels gericht zijn De regels van het materieel strafrecht richten zich tot de hele bevolking én de overheid. De regels van het strafprocesrecht richten zich in de eerste plaats tot de overheid en haar functionarissen in het kader van het strafproces: de politie, de staande en de zittende magistratuur. Ze bepaalt de grenzen van het overheidsoptreden. (2) Inhoud van deze regels Inhoudelijk vallen de regels van het materieel strafrecht op door hun vanzelfsprekendheid. Ze beschermen een reeks fundamentele waarden. De meeste regels van het strafprocesrecht hebben die vanzelfsprekendheid niet. Ze zijn meestal niet aan bepaalde waarden gekoppeld en berusten vaak op de afweging van verschillende belangen. (3) Sanctionering van schendingen De sanctionering van schending van regels van het materieel strafrecht is vrij eenvoudig: op elk misdrijf staat een straf. De schending van een strafprocesrechtelijke norm wordt anderes gesanctioneerd. De wet bepaalt wat zelden wat de precieze sanctie is (de wetgever ging ervan uit dat de professionelen de wet wel zouden volgen. De rechtspraak speelt hier dan ook een belangrijke rol en houdt onder meer rekening met de vraag of de rechten van de verdediging geschonden zijn. Een aantal sancties zijn denkbaar: De proceshandeling of het hele proces kan nietig zijn. Soms moet de rechter een onrechtmatig verkregen bewijsstuk buiten zijn beschouwingen houden. Soms wordt de strafvordering onontvankelijk. Soms is er helemaal geen sanctie. Soms is de sanctie gewoonweg nog niet duidelijk. B. Doelstellingen van het strafprocesrecht 1 Waarheidsvinding vs. bescherming van de individuele grondrechten De invalshoek van het strafprocesrecht is in de eerste plaats die van het openbaar belang. Het plegen van een strafbaar feit wordt gezien als een conflict tussen maatschappij en dader. Vanuit dat perspectief is de waarheidsvinding het voornaamste doel. Die gerechtelijke waarheid verschilt uiteraard vaak van de echte waarheid. Academiejaar samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 4

5 Vanuit de optiek van de individuele burger heeft het strafprocesrecht als voornaamste doel om de inviduele grondrechten te doen eerbiedigen. Dat is breder dan louter de rechten van de verdediging. Elke burger kan immers potentieel in aanraking komen met het strafprocesrecht in de ruime zin van het woord (ook vooronderzoeken, bv). De rechten van de verdediging gelden specifiek voor personen die vervolgd worden wegens een misdrijf. De rechter moet steeds duidelijk maken dat die rechten gerespecteerd zijn. 2 Afweging Het strafprocesrecht probeert deze belangen te verzoenen. Dat is een delicate evenwichtsoefening. Gedurende de 19 e en de eerste helft van de 20 e eeuw stond de waarheidsvinding centraal. Sinds de totstandkoming van het EVRM is er meer aandacht voor de individuele grondrechten, als reactie op de politiestaten uit het interbellum. De belangen van de burger (en de verdachte in het bijzonder) spelen een grotere rol. Toch is er een slingerbeweging merkbaar. Een deel van de rechtsleer en een groot deel van de publieke opinie wijst op een te groot formalisme (overprocessualisering) dat tot maatschappelijk ongewenste resultaten leidt (zoals de vrijlating van verdachten waarvan de schuld quasi-vaststond). Een tegenreactie is merkbaar (cf. supra, Antigoonrechtspraak). C. Accusatoire en inquisitoire rechtspleging 1 Theorie Theoretisch gezien bestaan er twee vormen van procesvoering. De accusatoire rechspleging wordt gekenmerkt door een horizontale processtructuur. Aanklager en verdediging staan op gelijke hoogte. Ze vechten met gelijke wapens. Alle onderzoeksverrichtingen gebeuren op tegensprekelijke wijze. Het proces verloopt mondeling en openbaar. Daartegenover staat de inquisitoire procedure. Deze wordt gekenmerkt door een verticale processtructuur waarbij de overheid op de procesvoering doorweegt. In het inquisitoire proces is er een openbare aanklager die niet het slachtoffer maar de gemeenschap vertegenwoordigt. De rechtspleging geschiedt schriftelijk, niet-tegensprekelijk en geheim. 2 Praktijk Volledig accusatoire of inquisitoire procedures komen vrijwel nergens meer voor. In de common law is de accusatoire procedure het best bewaard gebleven. De beroepsrechter heeft enkel als taak erop toe te zien dat de bewijsvoering volgens de regels gebeurt. Die bewijsvoering is volledig in handen van de partijen. De procedure in de continentale traditie was eerder inquisitoir. Vandaag is ze (ook in België) eerder gemengd. Aan het onderzoek ten gronde gaat een vooronderzoek vooraf dat inquisitoir en dus geheim en niet-tegensprekelijk verloopt. In tweede fase gebeurt de terechtzitting, die wel accusatoir is. De rechter speelt dus een actievere rol. D. Verloop van het strafproces 1 Vooronderzoek (1) Algemeen Het vooronderzoek is de fase die het onderzoek ter terechtzitting vooraf gaat (tot 90% van de hele strafvordering) en waarin gepoogd wordt de verdachte te identificeren en na te Academiejaar samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 5

6 gaan of er voldoende bezwaren tegen hem bestaan (feitenverzameling à charge en à décharge). Het vooronderzoek kan de vorm aannemen van een opsporingsonderzoek of van een gerechtelijk onderzoek: Het opsporingsonderzoek is het onderzoek dat wordt gevoerd door de procureur des Konings en zijn hulpofficieren. Meer dan 90% van de zaken wordt op deze manier afgehandeld. Het gerechtelijk onderzoek wordt gevoerd door de onderzoeksrechter, op vordering van de procureur des Konings. Dat gebeurt voor de zwaarste misdrijven, waarbij dwangmaatregelen (zoals huiszoeking) moeten gebeuren die de procureur niet zelf kan bevelen. (2) Kenmerken Het vooronderzoek is inquisitoir: Het vooronderzoek is in principe geheim (art. 28quinquies, 1 Sv. en art. 57 Sv.). Toch bestaan daarop uitzonderingen: o Ten aanzien van de verdachte en slachtoffer (interne openbaarheid) is het vooronderzoek geheim (opm.: GwH -> rechten slachtoffer/verdachte moeten in evenwicht zijn). Zij worden in principe niet betrokken bij de onderzoeksverrichtingen. Op dat principe zijn enkele milderingen aangebracht. Zo heeft iedereen recht op een gratis kopie van zijn ondervraging (art. 28quinquies, 2 Sv. en art. 57, 2 Sv.), al kan de verstrekking daarvan een maand worden uitgesteld (art. 28quinquies, 2, lid 3 Sv.). Bovendien hebben de verdachte en het slachtoffer (tenminste als die zich burgerlijke partij heeft gesteld) het recht om bij een gerechtelijk onderzoek - inzage te vragen in het strafdossier (art. 61ter, 1 Sv.). De onderzoeksrecher hoeft echter geen toestemming te geven (art. 61ter, 3 Sv.). Als de verdachte van zijn vrijheid beroofd is krijgt hij automatisch inazge in het strafdossier (art Wet Voorlopige Hechtenis). Bij het einde van het gerechtelijk onderzoek krijgen zowel verdachte als slachtoffer eveneens automatisch inzage in het strafdosseir (art. 127 Sv.). o Ten aanzien van het publiek (externe openbaarheid) is het onderzoek in principe evenzeer geheim. Wel kan de procureur des Konings persmedelingen doen als het openbaar belang dat vereist (art. 28quinquies, 3 Sv. en art. 57, 3 Sv.). Daarbij moeten hij waken dat het vermoeden van onschuld niet geschonden wordt en dat de privacy van de verdachte gerespecteerd wordt (enkel objectieve feiten dus). Ook de advocaat kan (vanuit de wapengelijkheid) gegevens verstrekken aan de pers, maar slechts met inachtname van dezelfde beperkingen en van zijn deontologie (art. 28quinquies, 4 en art. 57, 4 Sv.). Miskenning van het geheim van het onderzoek leidt niet tot niet-ontvankelijkheid van de vervolgingen. Wel kunnen sommige opsporingshandelingen nietig zijn, wat tot de vrijsprak kan leiden. Ook zijn magstraten en politiemensen onderworpen aan een beroepsgeheim (art. 28quinquies, 1, lid 2 Sv. en art. 57, lid 2 Sv.). Het verbreken daarvan wordt strafrechtelijke gesanctioneerd (art. 458 Sw.). Het schenden van het geheim van het onderzoek door de pers blijft delicaat (cf. de VRT-luchthaven-historie). Journalisten kunnen daarvoor bijna niet vervolgd worden. Het vooronderzoek is in principe niet-tegensprekelijk. De verdachte heeft nog niet het recht de tegen hem verzamelde bezwaren te weerleggen. Dat wordt gemilderd voor wat het gerechtelijk onderzoek betreft. Daar hebben de inverdenkinggestelde verdachte en het slachtoffer het recht om bepaalde onderzoeksdaden te vragen (art. 61quinquies, 1 Sv.). Academiejaar samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 6

7 Het vooronderzoek verloopt in principe schriftelijk. Van elke onderzoekverrichting wordt een proces-verbaal opgesteld. Dat wordt toegevoegd aan het strafdossier dat uiteindelijk als basis zal dienen voor het onderzoek op de openbare terechtzitting. 2 Het onderzoek ten gronde (1) Algemeen Het onderzoek ten gronde is de onderzoeksfase waarin uitspraak wordt gedaan over de grond van de zaak. Er wordt nagegaan of de feiten lastens de beklaagde bewezen zijn en over de eventuele straf. Het onderzoek ten gronde vindt plaats voor de vonnisgerechten, in aanwezigheid van de beklaagde, die nu het openbaar ministerie kan tegenspreken. (2) Openbaarheid van terechtzitting en uitspraak De openbaarheid van de terechtzetting en de uitspraak is door de grondwet gewaarborgd (art Gw.). Ze geldt niet voor de onderzoeksgerechten, tenzij in de gevallen dat die zich uitspreken over de grond van de zaak (art. 9 WBM, art. 6 probatiewet) Op dat principe bestaan twee uitzonderingen: De rechter kan bevelen dat de zitting achter gesloten deuren plaatsvindt als de openbare orde of de goede zeden in gevaar komen. Op grond van art. 6 EVRM kan dat ook als het privé-leven van de partijen in het gedrang komt. De openbaarheid speelt op twee niveaus: Interne openbaarheid: de beklaagde en het slachtoffer krijgen automatisch inzage in het strafdossier. Externe openbaarheid: voor de openbare opinie (en de pers) heeft de openbaarheid een controlefunctie. Het laat het publiek toe toezicht uit te oefenen op het strafproces. (3) Tegensprekelijk karakter van de procedure Het recht op tegenspraak is de essentie van het recht op verdediging. Het onderzoek verloopt in de vorm van een debat tussen tussen het openbaar ministerie en de beklaagde. Het gaat om een recht, niet om een plicht. De beklaagde kan verstek laten gaan. Om dit te realiseren is wat met betrekking tot de zaak gezegd voor de rechtbank niet strafbaar (art. 462, lid 2 Sw.). De rechter leidt het onderzoek en kan bijvoorbeeld bijkomende onderzoeksverrichtingen bevelen (bv. art. 268 Sv.). Ondanks die in theorie actieve rol is de taak van de vonnisrechter in grote mate herleid tot die van een verificatierechter, die de stukken uit het strafdossier nagaat. (4) Mondeling karakter van de rechtspleging De verrichtingen tijdens het onderzoek ten gronde gebeuren mondeling, al wordt wel een proces-verbaal van de terechtzitting opgesteld (art. 372 Sv.). E. Actoren in het strafproces 1 De verdachte (1) Algemeen Academiejaar samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 7

8 De verdachte is in de brede betekenis is de persoon die ervan wordt verdacht een strafbaar feit te hebben gepleegd. De verdachte neemt verschillende verschijningsvormen aan: Tijdens het vooronderzoek: o De verdachte sensu stricto is de persoon tegen wie een strafrechtelijk onderzoek loopt. o De inverdenkingsgestelde is de verdachte tegen wie een formele aanklacht werd geformuleerd (art. 61bis Sv.), zodat hij zijn verdediging kan voorbereiden. Een inverdekingstelling is verplicht als er ernstige schuldaanwijzingen bestaan. o Een inbeschuldiginggestelde is een verdachte die naar het hof van assisen is verwezen door de kamer van inbeschuldigingstelling. Tijdens het onderzoek te gronde (de persoon die effectief voor de rechtbank gebracht is) o De beklaagde is de persoon die naar de politierechtbank of de correctionele rechtbank werd verwezen. o De beschuldigde is de persoon die voor het hof van assisen terecht staat De veroordeelde tot slot is de persoon die veroordeeld is door een in kracht van gewijsde getreden uitspraak. De rechten van de verdachte (sensu stricto) zijn zeer beperkt. De inverdenkinggestelde tegen wie een gerechtelijk onderzoek loopt heeft daartegen toegang tot talrijke procedures. Hij kan bijvoorbeeld inzage in het strafdossier vragen en bijkomende onderzoeken vorderen (cf. infra). (2) Lasthebber ad hoc Wanneer een rechtspersoon samen met de natuurlijke personen die haar vertegenwoordigen vervolgd wordt of voor dezelfde of samenhangende feiten, wijst de rechtbank een lasthebber ad hoc (art. 2 VTSv.) De belangen van de rechtspersoon en haar vertegenwoordigers kunnen tegenstrijdig zijn, waardoor de verdachten de schuld zouden kunnen afschuiven op de rechtspersoon. (3) De advocaat De advocaat is de vertegenwoordiger van de verdachte. Samen vormen zij de verdediging. De advocaat is de vertrouwenspersoon van de verdachte en de de confidentialiteit in hun betrekking is wettelijk beschermd (art. 90sexies, lid 3 en art. 90octies Sv.). 2 Het slachtoffer (1) Algemeen Het slachtoffer is de persoon die rechtstreeks benadeeld werd door het misdrijf. Op het eind van de jaren negentig is de aandacht voor het slachtoffer in het strafproces sterk toegenomen. Er moest een betere opvang en begeleiding van het slachtoffer komen. Daarom bepaalt de wet onder meer zij het wat overbodig - dat slachtoffers zorgvuldig en correct moeten worden bejegend (art. 3bis VTSv.). Dit werd verder uitgewerkt in een omzendbrief. Andere voorbeelden zijn het Slachtofferhulpfinds (cf. infra) en het feit dat slachtoffer bijvoorbeeld soms een hoorrecht heeft. (2) Herstelbemiddeling tussen dader en slachtoffer Een recente maar weinig succesvolle vernieuwing is de herstelbemiddeling tussen dader en slachtoffer (art. 3ter Sv.) (<-> bemiddeling in strafezaken). Als dader en slachtoffer ermee instemmen kunnen zij buiten de gerechtelijke procedure om onderhandelen onder Academiejaar samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 8

9 begeleiding van een erkend bemiddelaar. Die heeft een vertrouwelijkheidsplicht en ook alle gesprekken en documenten die worden gebruikt zijn vertrouwelijk. Als de partijen akkoord gaan, kunnen bepaalde elementen wel ter kennis gebracht worden van de gerechtelijke instanties (art. 555 Sv.). (3) De benadeelde persoon De benaalde persoon is degene die verklaart schade te hebben geleden door het misdrijf (art. 5bis VTSv.). In tegenstelling tot de burgerlijke partij is de benadeelde persoon geen procespartij. Zijn rechten bestaan vooral in het krijgen en geven van informatie. Hij wordt op de hoogte gehouden van het verloop van de strafzaak (seponering, instellen gerechtelijk onderzoek, bepaling van de rechtsdag, ). (4) De burgerlijke partij De burgerlijke partij is het rechtstreekse slachtoffer dat het initiatief genomen heeft om een procespartij te worden. Op die manier krijgt hij dezelfde rechten als de inverdenkinggstelde (bv. art. 61ter Sv.). Dat vloeit voort uit de wapengelijkheid. 3 De burgerlijk aansprakelijke partij In het strafprocesrecht wordt ook uitspraak gedaan over de burgerlijke vordering. Aangezien soms andere personen dan de beklaagde/beschuldigde burgerrechtelijk aansprakelijk kunnen zijn (o.b.v. art BW) worden deze dan ook bij het proces betrokken. Dit zijn de burgerlijk aansprakelijke partijen. 4 De (vrijwillig of gedwongen) tussenkomende partij In principe zijn derden geen partij in het strafproces. De rechtspraak aanvaardt echter dat derden vrijwillig kunnen tussenkomen als de wet aan de strafrechter toelaat een sanctie of maatregel lastens een derde ui te spreken. Een belangrijk toepassingsgeval hiervan is de confiscatie van zaken die aan een derde toebehoren (art. 42 Sw.). Derden die dreigen het slachtoffer te worden van een verbeurdverklaring kunnen zich daartegen verzetten voor de strafrechter. Zij worden daartoe op de hoogte gebracht van de datum van rechtsdag (art. 5ter VTSv.). Soms kan een derde ook gedwongen worden tussen te komen. Dat is bijvoorbeeld het geval voor verzekeraars, die moeten tussenkomen op vraag van de burgerlijke partij of de verzekerde. Verzeeraars kunnen ook vrijwillig tussenkomen. Dat gebeurt veelvuldig in het verkeersrecht. 5 De politie (1) Algemeen In België bestonden vroeger tal van politiekorpsen met overlappende bevoegdheden. Dat gaf aanleiding tot chaos en rivaliteit. Er waren drie grote politiekorpsen: de rijkswacht, de gemeentepolitie en de gerechtelijke politie. De Wet Geïntegreerde Politiedienst (WGP) vormde de bestaande politiekorpsen om tot een eenheidspolitie, gestructureerd op twee niveaus, een lokaal en een federaal. (2) Taken van de politie De politie heeft zowel bestuurlijke als gerechtelijke taken. Academiejaar samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 9

10 o Daden van bestuurlijke politie situeren zich binnen het preventie toezicht dat door de politie wordt uitgeoefend. Het gaat o.m. om de handhaving van de openbare orde en het voorkomen van misdrijven (art. 14 Wet Politieambt). o Daden van gerechtelijke politie zijn (art. 15 WPA) politieopdrachten die ertoe strekken misdrijven op te sporen en hierbij bewijzen te verzamelen die eventueel later aan een rechter kunnen worden voorgelegd. Het gaat dus om een repressief gegeven eerder dan om een preventief gegeven. De daden van gerechtelijke politie omvatten zowel proactieve (art. 28bis, 2 Sv.) als reactieve recherche. Om daden van gerechtelijke politie te kunnen uitoefenen moet de politieambtenaar daartoe door de wet gemachtigd zijn (cf. art. 8/6, lid 2 WPA). Hij moet daarvoor bekleed zijn met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie (een relict uit de tijd dat de politie minder goed opgeleid was). Daarnaast bestaan er ook hulpofficeren van de procureurs des konings. Deze hebben wat de betrapping op heterdaad betreft dezelfde bevoegdheden als de procureur des koning. In de praktijk heeft dat weinig belang. (3) Statuut van de politie De politie is georganiseerd op twee niveaus: het lokale en het federale. o Het lokaal politiekorps is verantwoordelijk voor de basispolitiezorg in één van de 196 politiezones. Elke politiezone omvat een of meerdere gemeenten. Elk lokaal politiekorps wordt geleid door een korpschef (uitvoerende functie). Het korps staat onder het gezag van de burgemeester of het politiecollege (als de politiezone meerdere gemeenten omvat). Het politiecollege oefent voor meerdere gemeentes de bevoegdheden van het college van burgemeester en schepenen uit. De politieraad neemt de bevoegdheden van de verschillende gemeenteraden over. Per politiezone wordt een zonale veiligheidsraad ingesteld, waarin overleg plaatsvindt tussen burgermeesters, de procureur des konings, de korpschef en een afgevaardigde van de federale politie. o De federale politie is verantwoordelijk voor de gespecialiseerde en de bovenlokale politiezorg. Ze bereidt onder meer het nationaal veiligheidsplan voor en draagt na de goedkeuring ervan zorg voor de uitvoering. De federale politie is bevoegd voor het hele Belgische grondebied. Op die manier kan ze efficiënt supralokale fenomen aanpakken. Wat haar materiële bevoegdheid betreft gelden de beginsel van specialiteit en subsidiariteit. Alles moet op het meest geschikte niveau geregeld worden. Daarnaast heeft de federale politie een aantal voorbehouden bevoegdheden, zoals de aanpak van georganiseerde misdaad. De federale politie staat onder leiding van de commissaris-generaal (Koekelberg!). Onder hem staan een reeks directies (centrale diensten die een taak op zich nemen, bv. personeelsbeheer) en gedeconcentreerde diensten (arrondissementele diensten die het werk van de federale politie uitvoeren op een kleinere schaal). Het gezag op en de leiding van de federale politie berust wat de justitiëtele taken betreft bij de minister van Justitie en wat de bestuurlijke taken betreft bij de minister van Binnenlandse zaken. Daarnaast richten talrijke bijzondere wetten specifieke opsporingsdiensten in. Het gaat bijvoorbeeld om douanebeambten. (4) Toezicht op de politiediensten De politiediensten staan onder het interne toezicht van de bestuurlijke overheid (burgemeester, politiecollege, minister) voor wat hun bestuurlijke opdrachten betreft en onder het toezicht van de gerechtelijk overheid (het parket) voor hun gerechtelijke opdrachten. Daarnaast is er een algemene inspectie van de federale en lokale politie en is er een eenvorming tuchtregime voor alle politiediensten. Academiejaar samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 10

11 Er is ook een extern toezicht op de politiediensten: het Vast Comité P dat aan het parlement rapporteert. Het comité treedt op uit eigen bewegingen of op vraag van het parlement of van de minister. Het stelt onderzoeken in naar het optreden van de politiediensten. 6 Het openbaar ministerie (1) Taken Het openbaar ministerie is de motor van de strafvordering. Het wordt wel eens de staande magistratuur genoemd, in tegenstelling tot de zittende magistratuur, de meer passieve rechter. Het openbaar ministerie heeft verschillende taken in het kader van de strafvordering (naast hun taken in het burgerlijk contentieux): Het heeft (in de persoon van de procureur des Konings) de leiding van en de verantwoordelijkheid voor het onderzoek in strafzaken (art. 28bis, 1 Sv.). Het is slechts wanneer het gaat om een gerechtelijk onderzoek dat onderzoeksrechter de belangrijke persoon wordt (art. 55 Sv.). Het oefent exclusief de strafvordering uit. De strafvordering strekt tot toepassing van de strafwet (<->burgerlijke vordering). Het openbaar ministerie zal de zaak pleiten en eventuele rechtsmiddelen aanwenden. Het is verantwoordelijk voor de buitengrechtelijke afhandelingen (in opgang), met name de minneijke schikking (at. 216bis Sv.) en de bemiddeling in strafzaken (art. 216ter Sv.). Ook hier is de procureur des Konings de centrale figuur. De bewijsvoering voor de strafgerechten. Als de zaak voor de vonnisrechter wordt gebracht zorgt het openbaar ministerie voor de bewijsvoering. Ze moeten daarbij objectief zijn en bewijzen à charge en à décharge geven. Als de rechter straffen uitspreek is het openbaar ministerie belast met het initiatief tot tenuitvoerlegging ervan. (2) Statuut De leden van het openbaar ministerie worden door de Koning benoemd en afgezet (art. 152 Gw.). Dat maakt hen minder onafhankelijk dan rechters, die onafzetbaar zijn. Korpsoversten worden aangewezen (art. 153, 3, 2 Sv.) voor een periode va zeven jaar. Het parket is een hiërarchische structuur. Parketmagistraten moeten de schriftelijke bevelen van hun overste opvolgen en zijn aan hem verantwoordingen verschuldigd. Ter zitting zijn de parketmagistraten evenwel volledig vrij: voor hun mondelinge vorderingen zijn zij niet gebonden door bevelen van hun overste (la plume est serve mais la parole est libre). De functie van het openbaar ministerie is één en ondeelbaar. De leden van het parket treden op in naam van het ambt, niet in eigen naam Naar buiten uit treden de leden van het parket op als een eenheid. Daaruit volgt dat verschillende leden van het parket elkaar kunnen vervangen tijdens de loop van het proces (<-> zittende magistratuur). (3) De procureur-generaal bij het hof van beroep Het Belgische grondgebied bestaat uit 5 rechtsgebieden met elk een een hof van beroep. Bij elk daarvan is er procureur-generaal bij het hof van beroep, die aan het hoofd staat van het parket-generaal (dat verder bestaat uit advocaten-generaal en substitutenprocureur-generaal). Academiejaar samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 11

12 Onder het gezag van de minister van Justitie oefent de procureur-generaal alle opdrachten van het openbaar ministerie uit bij de hoven en rechtbanken van zijn rechtsgebied. Door de integrale afhandeling (cf. infra) is deze taak iets minder belangrijk geworden. De procureur-generaal heeft ook enkele beleidstaken binnen zijn ressort: De coherente uitvoering en de coördinatie van het strafrechtelijk beleid. De integrale kwaliteitszorg over de organisatie en de werking van de parketten. De ondersteuning van de parketten van eerste aanleg. Daarnaat hoefent hij ook de tucht uit over alle alle officieren van gerechtelijke politie (art. 279 Sv.). (4) De procureur des konings Er is een procureur des Konings per arrondissement (27). Hij leidt het parket. Hij is samen met zijn substituten bevoegd om de strafvordering in te leiden voor alle misdrijven (art. 22 Sv.). Hij is bevoegd voor de woonplaats, de plaats van het misdrijf of de plaats van arrest (art. 23 Sv). Hij heeft een algemeen vorderingsrecht: hij kan alle officieren van gerechtelijke politie opdrahten geven met betrekking tot de opsporing en vaststelling van misdrijven (art. 28ter, 3 Sv.). Hij kan gebruikmaken van de mini-instructie (cf. infra). (5) De federale procureur Sinds 2002 bestaat er in België een federale procureur. Hij is bevoegd voor: De uitoefening van de strafvordering in bepaalde gevallen (terrorisme, georganiseerde criminaliteit, ). De coördinatie van van de strafvordering en de vergemakkelijking van internationale samenwering. Het toezicht op de federale politie. De federale procureur is geen zesde procureur-generaal, maar een procureur sui generis. Qua bezoldiging en tuchtrecht is een soort procureur-generaal, maar hij is identiek bevoegd zoals de procureur des Konings (cf. art. 9, 2 Sv.), al strekt zijn bevoegdheid zich uit over het hele land. Hij zal desbetreffend evenzeer een beroep moeten doen op een onderzoeksrechter. De federale magistraten krijgen soms specifieke taken toegewezen. Zo is er een magistraat bevoegd voor de algemene directie van de gerchtelijke politie en één voor het vergemakkelijken van de internationale samenwerking. Ook kunnen de federale magistraten een beroep doen op hun lokale collega s (delegatie van bevoegdheden aan lokaal niveau of detachering lokale magistraat naar het federale niveau) (6) Verticale of horizontale integratie en integrale afhandeling De wetgever voorzag in 1998 in een verticale intgegratie van het openbaar ministerie. De magistraten in eerste aanleg zouden ook in hoger beroep de zaak behandelen. Het parketgeneraal zou slechts ondersteunen. In de praktijk is dit systeem bijna verlaten. De wetgever voorzag ook in horizontale integratie: de arbeidsauditoraten zouden in de parketten geïntegreerd worden. Door tegenkanting van de magistraten is ook dit plan verlaten ( wij werken net goed cf. kritiek op eenheidsrechtbank). (7) Toezicht Parketmagistraten staan onder het interne toezicht van de procureur-generaal (zijn namelijk officieren van gerechtelijke politie). De leden van het federaal parket staan onder het toezicht van de federaal procureur (art. 279 Sv.). Bovendien worden alle magstraten aan een evaluatiesysteem onderworpen. Academiejaar samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 12

13 Er is ook een extern toezicht door de Hoge Raad voor de Justitie, die een onderzoek kan instellen. Enkel de minister kan evenwel sancties opleggen. 7 De onderzoeksrechter (1) Algemeen De onderzoeksrechter is een rechter die het gerechtelijk onderzoek leidt. Hij is zowel rechter als magistraat. Hij kan dus zowel als enige bepaalde maatregelen bevelen (zoals een DNA-onderzoek), maar hij kan ook actief misdaden opsporen. Hij kan uitzonderlijk zelfs straffen uitspreken (cf. art. 34 of art. 80 Sv.). Napoleon noemde hem de machtigste man van Frankrijk. De bevoegdheidsverdeling met het parket is flou. Daarom wordt soms voorgesteld om over te schakelen naar een rechter van het onderzoek, zoals die in andere Europese landen bestaat. De rechter van het onderzoek heeft een zuiver gerechtelijke functie. Hij moet louter bepaalde dwangmaatregelen machtigen. (2) Taken De onderzoeksrechter heeft de leiding over het gerechtelijk onderzoek, dat à charge en à décharge wordt gevoerd. Ook kan de onderzoeksrechter bepaalde beperkte opdrachten krijgen van de procureur des Konings (art. 28septies Sv.). Daarbij doet hij louter uitspraak over de gevraagde dwangmaatregelen, maar hij kan het onderzoek naar zich toetrekken. In de praktijk voert de onderzoeksrechter (zoals de procureur des Konings) de meeste onderzoekshandelingen niet zelf uit. Hij kan via kantschriften zijn handelingen die hij als opsporingsmagistraat kan stellen delegeren aan politieofficieren. Zijn juridisctionele bevoegdheden (het machtigen van bepaalde onderzoeksdaden) kan hij niet delegeren. (3) Bevoegdheid De onderzoeksrechter is bevoegd voor alle misdrijven die binnen zijn arrondissement gepleegd zijn. Hij beschikt over een algemeen vorderingsrecht zoals de procureur des Konings (art. 56, 2 Sv.). Hij kan ook ambtelijke opdrachten geven aan zijn collega s. Dat heeft weinig praktisch gelang door art.62bis, lid 2 Sv. dat bepaalt dat de onderzoeksrechter buiten zijn arrondissement alle handelingen kan verrichten of gelasten die tot zijn bevoegdheid behoren, zelfs al is er geen hoogdringendheid. Ambtelijke opdrachten spelen enkel nog een beperkte rol inzake buitenlandse opdrachten. De onderzoeksrechter is echter beperlt door de saisine. Hij kan niet ambtshalve optreden (cf. infra). (4) Statuut De onderzoeksrechter wordt door de Koning aangewezen onder de rechters van van de rechtbank van eerste aanleg die minstens drie jaar ervaring hebben (als rechter of als lid van het openbaar ministerie). Ze worden benoemd voor één jaar. Een eerste verlenging duurt twee jaar en elke volgende verlenging vijf jaar. Een onderzoeksrechter is dus een gewoon rechter, met alle gevolgen vandien. (5) Toezicht Het toezicht op der onderzoeksrechter is toevertrouwd aan de kamer van inbeschuldigingstelling (art. 136 Sv.). Ook is de onderzoeksrechter onderwerpen aan een evaluatiesysteem en oefent de Hoge Raad voor de Justitie een extern toezicht uit. Academiejaar samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 13

14 8 De onderzoeksgerechten (1) Algemeen De onderzoeksgerechten zijn de raadkamer (bij de rechtbank van eerste aanleg) en de kamer van inbeschuldigingstelling (bij het hof van beroep), die in het kader van het onderzoek controle uitoefenen op het bewijs (genoegzaamheid en regelmatigheid). Zij oefenen ook een algemeen toezicht op het onderzoek uit. (2) De raadkamer Op het niveau van de rechtbank van eerste aanleg is de raadkamer het onderzoeksgerecht. Het heeft verscillende taken: De raadkamer is belast met de controle op de voorlopige hechtenis en beslist over de afsluiting van het gerechtelijk onderzoek, in een procedure die de regeling der rechtspleging wordt genoemd (art Sv.). Daarbij spreekt de raadkamer zich uit over de vraag of er tegen de verdachte voldoende bezwaren (geen bewijzen!) bestaan en of de zaak kan worden doorverwezen naar de vonnisrechter. Het onderzoeksgerecht kan het dossier ook zuiveren van eventuele nietigheden, dit zijn onregelmatigheden in verband met een onderzoeksdaad of een bewijsstuk (art. 131 Sv.). Uitzonderlijk doet de raadkamer ook een uitspraak ten gronde. Dat is bijvoorbeeld het geval in het kader van de probatiewet: de raadkamer kan een opschorting van veroordeling uitspreken. De raadkamer moet zich ook uitspreken over de uitvoerbaarverklaring van buitenlandse dwangmaatregelen (zoals verzoeken tot huiszoeking). (3) De kamer van inbeschuldigingstelling Op het niveau van het hof van beroep is de kamer van inbeschuldigingstelling het onderzoeksgerecht. Haar bevoegdheden zijn uitgebreid en nemen nog toe: Een eigen bevoegdheid is de verwijzing van beschuldigden naar het hof van assisen (de inbeschuldigingstelling) (art. 217 e.v. Sv.). De kamer van inbeschuldigingstelling neemt ook kennis van hogere beroepen tegen beschikkingen van de raadkamer en tegen weigeringsbeschikkingen van de procureur des Konings en de onderzoeksrechter (als die wordt aangesproken door de procureur des Konings). De kamer van inbeschuldigingstelling houdt ambtshalve toezicht op het onderzoek dat door de onderzoeksrechter wordt gevoerd (art. 136 Sv.). Zij kan verslag vragen en kan kennis nemen van dossiers. Partijen kunnen een onderzoek voorleggen aan de kamer als het onderzoek binnen het aar nis afgerond. Bij de uitoefening van het toezicht beschikt de kamer van inbeschuldigingstelling over een evocatierecht: zij kan de zaak naar zich toetrekken en vervolgeingen gelasten en onderzoeksdaden stellen (door de aanstelling van een rechtercommissaris) (art. 235 Sv.). Zij oefent controle uit op de regelmatigheid van de procedure en kan het dossier zuiveren van nietigheden, als zij vaststelt dat er onregelmatigheden zijn (at. 235bis Sv.). Zij oefent controle op het vertrouwelijk dossier bij observatie en infiltratie. Bij het toepassen van bijzondere opsporingsmethoden moeten deze regelmatig getoetst worden door de rechter. Academiejaar samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 14

15 9 De vonnisgerechten (1) Taak De vonnisgerechten zijn de rechtscolleges die belast zijn met de uitspraak over grond de zaak. Ze oordelen of de feiten bewezen zijn en over de straf die moet opgelegd worden. (2) Het statuut van de rechter Het statuut van de rechter moet maximale onafhankelijkheid garanderen. Zij zijn onafhankelijk en onpartijdig. In tegenstelling tot de parketmagistraten vervullen de rechers een louter passieve rol. Ze moeten zich uitspreken over de zaken die regelmatig bij hen aanhangig gemaakt zijn. Ze kunnen niet ambtshalve een zaak opstarten of discretionair beslissen een zaak niet te behandelen als die binnen hun saisine valt. (3) Toezicht De onafhankelijheikheid van de rechter sluit niet uit dat zij niet kunnen geëvalueerd wordt en desbetreffend gesanctioneerd, na een onderzoek van de Hoge Raad voor de Justitie. (4) Bevoegdheid van de vonnisgerechten Elk vonnisgerecht heeft een bepaalde materiële en territoriale bevoegdheid. De materiële bevoegdheid volgt in principe de indeling misdaad-wanbedrijf-overtreding. De bevoegdheid ratione loci is ofwel het Rijk, ofwel een ressort, ofwel een provincie, ofwel een arrondissement. De vonnisgerechten worden ingedeeld in de gewone (politierechtbank, correctionele rechtbank, hof van assisen) en de bijzondere vonnisgerechten (jeugdgerechten). Bij die eerste categorie steunt de bevoegdheid op de kwalificatie van het misdrijf (overtredingwanbedrijf-misdaad), bij de tweede categorie op de bijzondere hoedanigheid van de overtreder (minderjarigheid). Op deze bevoegdheidsregel bestaan drie uitzonderingen: Als samenhang is, kunnen twee zaken worden samengevoegd. Dat geneurt in het belang van een goede rechtspleging. Er is samenhang als er tussen twee of meerdere zaken een verband staat dat van zulke aard is dat het vereist dat de zaken door dezelfde rechtbank worden behandeld. De zaak wordt aanhanging gemaakt bij de rechtbank met de ruimste materiële) bevoegdheid (bijvoorbeeld eerder bij de correctionele rechtbank dan bij de politierechter). Bij territoriale samenhang beslissen de parketten in samenspraak. Dezelfde regels gelden bij ondeelbaarheid: dat is er wanneer eenzelfde verdachte wordt vervolgd wegens verschillende tenlasteleggingen die onderling zodanig verbonden zijn dat de ene zich vermengt met de andere. Als de beklaagde opwerpt dat hij de taal van de rechtspleging niet beheerst, kan hij verwezen, tenzij dat niet wenselijk is, verwezen worden naar een andere rechtbank. Dat is verplicht als het gaat om een assisenprocedure. Het is mogelijk dat er bevoegdheidsconflicten ontstaan. Volgens art. 23 Sv. zijn er immers drie mogelijke rechtbanken bevoegd: die van de plaats van het misdrijf, de verblijfplaats van de verdachte of de plaats waar de verdachte kan gevonden worden. Het is mogelijk dat twee of drie rechtbanken zich bevoegd verklaren (positief bevoegdheidsconflict) of dat net geen enkele rechtbank zich bevoegd acht (negatief bevoegdheidsconflict). Bij een conflict tussen rechtbanken uit hetzelfde ressort doet het Hof van Beroep uitspraak, anders het hof van Cassatie (beide = regeling van rechtsgebied, art. 525 e.v. Sv.). (5) Overzicht van de vonnisgerechten Academiejaar samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 15

16 De volgende vonnisgerechten bestaan: Het Hof van Cassatie doet uitspraak over juridische vragen. Er is een kamer die zich uitsluitend bezighoudt met strafzaken. Het openbaar ministerie wordt vertegenwoordigd door de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie. Het hof van beroep, dat in strafzaken met drie raadsheren zetelt, is een beroepsinstantie tegen de vonnissen van de correctionele rechtbank en neemt kennis van de strafvordering bij personen die voorrang van rechtsmacht genieten. Het Hof van Assisen. Dit is geen permanent rechtscollege; Het wordt samengesteld (in principe in de provincie waar de misdaad gepleegd, uitz. taaloverwegingen) is telkens er beschuldigden door de kamer van inbeschuldigingstelling naar het hof worden verwezen. Het hof van Assisen heeft als enige rechtbank nog een jury. Het is in theorie bevoegd voor misdaden, voor politieke en voor persmisdrijven (art. 150 Gw.). De correctionele rechtbank is een kamer van de rechtbank van eerste aanleg die belast wordt met de berechting van correctionele misdrijven. Het gaat meestal om een alleenzetelende rechter, tenzij in uitzonderlijke gevallen zoals misdrijven die aan de openbare zedelijkheid raken. De politierechtbank staat uit één of meer kamers met een alleenzetelende rechter. Oorspronkelijk was de politierechter bedoeld als de rechter die uitspraak deed over overtredingen. Sinds 1994 is de politierechter vooral een verkeersrechtbank. Ten eerste is de politierechtbank is exclusief bevoegd voor alle geschillen betreffende de schade ontstaan uit een verkeersongeval en eemt kennis van verkeersovertredingen. Daarnaast worden veel overtredingen administratief afgehandeld, zij het dat de politierechter de beroepsrechter is in het kader van de GAS-wet. De jeugdrechtbank betaat uit een alleenzetelende rechter. De jeugdrechtbank legt enkel niet-repressieve maatregelen op ten aanzien van jongeren die een misdrijf hebben gepleegd. Vanaf 16 jaar kan de rechtbank deze jongeren wel uit handen geven, waarna ze voor de normaal bevoegde rechtbank zullen verschijnen. De jeugdkamer van het hof van beroep neemt kennis van hogere beroepen tegen beslissingen van de jeugdrechtbank. F. Beleidsorganen in het strafprocesrecht 1 Algemeen Volgens de filosofie van het Wetboek van Strafvordering moet elk strafbaar feit worden vervolgd. Dat is door de realiteit al lang voorbijgestreefd. Het parket maakt keuzes. De vraag is wie die keuzes moet maken en op welke criteria deze keuzes gemaakt moeten worden. 2 De minister van justitie Het strafrechtelijk beleid wordt uitgezet door de minister van Justitie. Deze vaardigt richtlijnen uit die door het college van procureurs-generaal worden uitgevoerd. De minister beschikt ook over een positief injunctierecht (art. 151 Gw.), al maakt hij daar weinig gebruik van. Hij kan een vervolging bevelen. Het omgekeerde geldt niet: er is geen negatief injunctierecht. 3 Het college van procureurs-generaal Het college van proceurs-generaal zorgt voor de implementatie van de ministriële richtlijnen inzake strafrechtelijk beleid. Het bestaat uit de vijf procureurs-generaal van de vijf hoven van beroep. De federale procureur zetelt met raadgevende stem. Het college Academiejaar samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 16

17 beslist bij consensus. Tussen de procureurs-generaal werd er een taakverdeling afgesproken, die per KB werd vastgelegd. Zo is de procureur-generaal van Gent bevoegd voor terrorisme. 4 De procureur des konings De procureur des Konings oordeelt over de opportuniteit van de individuele vervolging, rekening houdend met de richtlijnen van het strafrechtelijk beleid. Ze kunnen dus binnen die richtlijnen een beperkt eigen beleid voeren. 5 De raad van de procureurs des Konings De raad van procureurs des Konings fungeert als een adviesorgaan ten aanzien van het college van procureurs-generaal. Academiejaar samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 17

18 2. De vorderingen die uit het misdrijf voortvloeien A. Algemene Begrippen In zijn enge betekenis verwijst strafvordering naar de vordering tot toepassing van de strafwet. Vervolging wordt soms als synoniem gebruikt, maar heeft in het kader van de rechtspraak van het EHRM een bredere betekenis: er is vervolging zodra een persoon die verdacht wordt een misdrijf daarvan weet heeft en zich wenst te verdedigen. De strafvordering is te onderscheiden van de burgerlijke vordering, die de vraag is naar de vraag of een misdrijf ook een aquiliaanse fout uitmaakt. Als het misdrijf ook een schending van een deontologische regel inhoudt, kan er ook een tuchvordering ontstaan. B. Personen die de strafvordering uitoefenen 1 Principe Enkel de ambtenaren van het openbaar ministerie kunnen de strafvordering uitoefenen (art. 1 VTSv.). Uitzonderlijk is ook de administratie bevoegd, vooral in het kader van douane en accijnzen. 2 Ambtenaren openbaar ministerie die de strafvordering uitoefenen De procureur-generaal oefent de strafvordering uit in het ressort bij het Hof van Beroep. Hij vervolgt louter en spoort niet, met uitzondering van personen die genieten van voorrang van rechtsmacht. De procureur des Koning is bevoegd een arrondisement en alle misdrijven (art. 22 Sv.). De federale procureur is over het hele land bevoegd voor bepaalde misdrijven, onder meer terrorisme en ernstige schendingen van humanitair recht. 3 Bevoegdheidsconflicten De federaal procureur regelt de (zeldzame) bevoegdheidsconflicten. Hij beslist of een strafdossier aan het federaal of aan een lokaal parket toekomt. Wat gerechtelijke onderzoeken betreft, is er geen federaal onderzoeksrechter. Wel moet het onderzoek bij één onderzoeksrechter gecentralisweerd worden. Art. 227 Sv. zorgt immers voor een ruime invulling van het begrip samenhang tussen misdrijven. C. Wijze waarop de strafvordering wordt uitgeoefend 1 Vervolging (1) Het instellen van de strafvordering Vervolgen is het aanhangig maken van de zaak bij de rechter, met het oog op de toepassing van de strafwet. Het openbaar ministerie is in beginsel volledig vrij. De instelling van de strafvordering kan op vier wijzen gebeuren: Door een vordering tot onderzoek, die de zaak aanhanging maakt bij de onderzoeksrechter. Dat gebeurt door de procureur des Konings, die daar evenwel Academiejaar samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 18

19 niet toe verplicht is (art. 47 Sv.). Hij kan ook gebruikmaken van de mini-instructie (cf. supra). Door een rechtstreekse dagvaarding (art. 216quater Sv.). Hiermee wordt de zaak rechtstreeks voor het vonnisgerecht gebracht (art. 145 en 182 Sv.). Door een oproeping bij proces-verbaal (art. 216quater Sv.), die kan gebeuren ten aanzien van personen die gearresteerd werden of die zich spontaan bij de procureur des koning gemeld hebben. De rechtbank zal zich ook snel moeten uitspreken (in principe binnen de twee maanden), zo niet is de vordering onontvankelijk. Door een een bevel tot onmiddellijke verschijning (art. 216quinquies Sv.). Dit wordt door de procureurs des Konings gevraagd aan de onderzoeksrechter ten aanzien van een verdachte wiens aanhouding noodzakelijk is. Als het bevel wordt uitgevaardigd heeft zal de correctionele rechtbank de zaak binnen de vier tot zeven beslechten. Deze snelrechtprocedure is evenwel geen succes. (2) Beperkingen ten aanzien van het recht de strafvordering in te stellen Op het principe dat het openbaar ministerie volledig vrij is om de vervolging al dan niet in te stellen, bestaan drie uitzonderingen: Soms is een machtiging van een bepaalde instantie vereist. Dat is bijvoorbeeld het geval in het fiscale contentieux (art. 29 Sv.). Een aangifte is vereist met betrekking tot sommige in het buitenland gepleegde misdrijven. Bij zogenaamde klachtmisdrijven is een klacht van het slachtoffer vereist. Dat is bijvoorbeeld zo voor laster en eerroof. 2 Niet-vervolging: het sepot Seponeren betekent dat het openbaar ministerie beslist om de zaak niet vervolgen (art. 28quater Sv.). Daardoor vervalt de strafvordering niet. Het parket kan er steeds op terugkomen in zoverre het misdrijf nog niet verjaard is. Er zijn twee soorten sepot: Als vervolging niet mogelijk is, gaat het om een processueel of technisch sepot. Is vervolging mogelijk maar niet wenselijk, dan gaat het om een beleidssepot. He sepot berust op de idee dat het openbaar ministerie niet verplicht is om de vervolging in te stellen. Dit is het opportuniteitsbeginsel: het parket heeft een zekere speling. Het kan gaan om maatschappelijke of individuele motieven, die steeds geëxpliciteerd moeten worden. De belangen van het slachtoffer kunnen geschaad zijn door de niet-vervolging. Er zijn twee manier waarop het slachtoffer voor zijn rechten kan opkomen: Hij kan een burgerlijke vordering instellen. Hij kan de klacht zelf aanhangig maken bij de strafgechten. Daartoe dient hij een klacht met burgerlijke partijstelling in (art. 63 Sv.) of dagvaardt rechtstreeks voor het vonnisgerecht (art. 64 Sv.). 3 Buitengerechtelijke afhandeling door het het parket (1) Algemeen In de praktijk is een systeem ontwikkeld waarbij het parket de zaak zelf afhandelt door (met instemming van het slachtoffer) de zaak op buitengerechtelijke wijze af te handelen. Dat wordt vooral toegepast als aan het misdrijf een achterliggende problematiek te gronden ligt en een straf dus niet opportuun lijkt. Bovendien worden enerzijds de rechtbanken ontlast, maar is er anderzijds geen straffeloosheid. Academiejaar samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 19

20 (2) De minnelijke schikking (art. 216bis Sv.) De minnelijke schikking is een systeem waarbij de verdachte, op voorstel van de procureur des Konings, vrijwillig een geldsom betaalt, waarna de strafvordering vervalt (=VSBG, verval strafvordering tegen de betaling van een geldsom). Het gaat niet om een dading, omdat er geen onderhandelingen aan voorafgaan of mogen voorafgaan. De minnelijke schikking onderscheidt zich van het sepot omdat ze wettelijk geregeld is. er moet aan bepaalde voorwaarden voldaan zijn: Enkel wanbedrijven en overtredingen komen in aanmerking, omdat het moet gaan om misdrijven waarvan de straf in abstracto niet meer dan vijf jaar bedraagt. De procureur moet van oordeel zijn dat hij in concreto geen gevangenisstraf zou vorderen. De zaak mag nog niet aanhanging gemaakt zijn bij een strafgerecht. Eventuele schade aan derden moet volledig vergoed zijn. Het volstaat echter ook dat de dader in een geschrift zijn verantwoordelijkheid erkend en bewijst dat hij niet-betwiste gedeelte van de schade vergoed heeft. Voor het overige wordt het slachtoffer niet bij de procedure betrokken. De gevraagde som mag niet meer bedragen dan het maximum dan de geldboete op het misdrijf staat. (3) De bemiddeling in strafzaken (art. 216ter Sv.) Art. 216ter Sv. bevat een reeks mogelijkheden tot buitengerechtelijke afdoening, die wel de vrijwillige medewerking van de dader vereisen: Het verzoek om de schade volledig te vergoeden. De strafvordering vervalt als daarvan bewijs is geleverd. Het aanbod om een therapie of andere behandeling te volgen gedurende een periode van maximum zes maanden. Een aanbod om in te stemmen met de uitvoering van maximum 120u maatschappelijke dienstverlening. Het aanbod om een bepaalde vorming te volgen, bijvoorbeeld een beroepsopleiding. Bemiddeling is mogelijk voor lichte misdrijven, waarvan de straf in concreto niet meer dan 2 jaar gevangenisstraf kan bedragen. De procureur des Konings moet dus nagaan welke straf hij zou vorderen, met aanneming van verzachte omstandigheden. Ook mag de zaak nog niet aanhangig zijn bij een strafgerecht. Een burgerlijke vordering van het slachtoffer blijft mogelijk. Er is een onweerlegbaar vermoeden van houten in hoofde van de dader; D. Personen tegen wie de strafvordering wordt uitgeoefend 1 Algemeen De strafvordering wordt uitgeoefend tegen de persoon die ervan wordt verdacht een misdrijf te hebben gepleegd. Deze vordering is strikt persoonlijk (art. 39 Sw.). Noch de rechtsopvolgers, noch de burgerrechtelijk aansprakelijke personen kunnen samen of in de plaats van de dader worden vervolgd. 2 De immuniteiten (1) Algemeen Ten aanzien van bepaalde personen kan de strafvordering niet worden uitgeoefend. Het betreft de personend ie genieten van staats- en volkenrechtenlike immuniteiten. Deze Academiejaar samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 20

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

HOOFDSTUK I: ORGANEN EN PERSONEN BIJ HET STRAFPROCES BETROKKEN 3

HOOFDSTUK I: ORGANEN EN PERSONEN BIJ HET STRAFPROCES BETROKKEN 3 INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE LIJST VAN DE VOORNAAMSTE WETGEVING V XIX XXI INLEIDING 1 HOOFDSTUK I: ORGANEN EN PERSONEN BIJ HET STRAFPROCES BETROKKEN 3 I. De gerechtelijke politie 4

Nadere informatie

Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN

Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN Frank Hutsebaut Leuvens Instituut voor Criminologie (LINC) KULeuven 1. Ter inleiding: enkele algemene noties 2. De bevoegdheid

Nadere informatie

Samenvatting Strafprocesrecht Jonathan Van Dooren

Samenvatting Strafprocesrecht Jonathan Van Dooren Samenvatting Jonathan Van Dooren 1 Inhoudsopgave Titel 3: Algemene beginselen strafprocesrecht Hoofdstuk 1: Definitie 1. Begrip 2. Onderscheid tussen materieel en formeel strafrecht A. Personen tot wie

Nadere informatie

ALGEMENE PRAKTISCHE RECHTSVERZAMELING ONDERZOEKSGERECHTEN. Raoul DECLERCQ

ALGEMENE PRAKTISCHE RECHTSVERZAMELING ONDERZOEKSGERECHTEN. Raoul DECLERCQ ALGEMENE PRAKTISCHE RECHTSVERZAMELING ONDERZOEKSGERECHTEN Raoul DECLERCQ Emeritus Advocaat-Generaal in het Hof van Cassatie Emeritus buitengewoon hoogleraar aan de K.U. Leuven 1993 story sdentia E. Story-Scientia

Nadere informatie

Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken

Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken Jan VAN DROOGBROECK De extern accountant en extern belastingconsulent is overeenkomstig

Nadere informatie

Samenvatting Strafprocesrecht

Samenvatting Strafprocesrecht Inhoudsopgave Titel 3: Algemene beginselen strafprocesrecht Hoofdstuk 1: Definitie 1. Begrip 2. Onderscheid tussen materieel en formeel strafrecht A. Personen tot wie de regels gericht zijn B. Inhoud van

Nadere informatie

Samenvatting Strafprocesrecht

Samenvatting Strafprocesrecht Titel 3: Algemene beginselen strafprocesrecht Hoofdstuk 1: Definitie 1. Begrip Het strafprocesrecht is het geheel der rechtsregels betreffende de opsporing, vervolging en berechting van personen die ervan

Nadere informatie

Algemene Beginselen strafprocesrecht

Algemene Beginselen strafprocesrecht Algemene Beginselen strafprocesrecht Hoofdstuk I: Definitie 1. Begrip Het strafprocesrecht is het geheel der rechtsregels betreffende opsporing, vervolging en berechting van personen die ervan verdacht

Nadere informatie

De wet van 20 juli 1990 op de voorlopige hechtenis: begrip, evolutie en toepassingsgebied (D. De Wolf)... 19

De wet van 20 juli 1990 op de voorlopige hechtenis: begrip, evolutie en toepassingsgebied (D. De Wolf)... 19 INHOUD INLEIDING... 19 De wet van 20 juli 1990 op de voorlopige hechtenis: begrip, evolutie en toepassingsgebied (D. De Wolf)... 19 Inhoud... 19 Kernbibliografie... 19 Over wetten vóór 1990... 20 Over

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord... v Verkorte inhoudsopgave... vii Lijst van verkort geciteerde werken... xv DE CORRECTIONELE TERECHTZITTING

INHOUD. Voorwoord... v Verkorte inhoudsopgave... vii Lijst van verkort geciteerde werken... xv DE CORRECTIONELE TERECHTZITTING INHOUD Voorwoord............................................................ v Verkorte inhoudsopgave............................................... vii Lijst van verkort geciteerde werken......................................

Nadere informatie

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek ARRESTANTENVERZORGING Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek januari 2013 Doel van het strafproces / strafvordering = het nemen van strafvorderlijke beslissingen Bestaat uit =

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 OKTOBER 2008 P.08.0706.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.08.0706.N I H T V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent, ter rechtszitting bijgestaan

Nadere informatie

RECHT vaardig? Voorbereiding of naverwerking Opdracht 4

RECHT vaardig? Voorbereiding of naverwerking Opdracht 4 a) Wie zit waar Lees aandachtig onderstaande tekst. Duid nadien op de foto de plaats aan van de verschillende actoren (rood en onderlijnd in tekst) in een rechtbank. Bij een burgerlijke of een strafrechtelijk

Nadere informatie

samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal! het beleid wordt uitgestippeld door een college van procureurs-generaal

samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal! het beleid wordt uitgestippeld door een college van procureurs-generaal Leg uit : het openbaar ministerie ( parket ) = hoeder van de openbare orde! 1) opsporen en onderzoeken 2) vervolgen 3) uitvoering van de straf samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal!

Nadere informatie

Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit een misdrijf...37

Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit een misdrijf...37 Inhoud Woord vooraf...27 Lijst van de voornaamste verkort geciteerde werken...29 Inleiding...31 1. Strafprocedure als een compromisoplossing... 31 2. Bronnen... 32 Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 JUNI 2015 P.15.0622.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0622.N M A H, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit een misdrijf...41

Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit een misdrijf...41 Inhoud Woord vooraf...29 Lijst van de voornaamste verkort geciteerde werken...31 Inleiding...33 1. Strafprocedure als een compromisoplossing... 33 2. Bronnen... 34 Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit

Nadere informatie

OPENBAAR MINISTERIE. Inhoud

OPENBAAR MINISTERIE. Inhoud OPENBAAR MINISTERIE 3 Inhoud Inleiding 4 Wat is het openbaar ministerie 4 Wie maakt deel uit van het openbaar ministerie? 4 Wat doet het openbaar ministerie? 5 1 Opsporing 5 2 Permanentie 6 3 Vervolging

Nadere informatie

opleiding BOA Wetgeving adhv eindtermen

opleiding BOA Wetgeving adhv eindtermen In de eindtermen (juni 2005) voor de opleiding BOA wordt verwezen naar een aantal artikelen van wetten. Deze wetten zijn: de Algemene wet op het Binnentreden (Awob) Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Nadere informatie

Raf Verstraeten HANDBOEK STRAFVORDERING. 2de bijgewerkte druk Wetgeving bijgehouden tot 22 juli MAKLU Uitgevers Antwerpen - Apeldoorn

Raf Verstraeten HANDBOEK STRAFVORDERING. 2de bijgewerkte druk Wetgeving bijgehouden tot 22 juli MAKLU Uitgevers Antwerpen - Apeldoorn Raf Verstraeten HANDBOEK STRAFVORDERING 2de bijgewerkte druk Wetgeving bijgehouden tot 22 juli 1994 MAKLU Uitgevers Antwerpen - Apeldoorn INHOUD INLEIDING 31 1. Strafvordering als een compromisoplossing

Nadere informatie

DEEL I DE BIJZONDERE OPSPORINGSMETHODEN... 15

DEEL I DE BIJZONDERE OPSPORINGSMETHODEN... 15 De bijzondere opsporingsmethoden.book Page 3 Thursday, June 23, 2011 10:40 AM DEEL I DE BIJZONDERE OPSPORINGSMETHODEN... 15 HOOFDSTUK 1 DE TOTSTANDKOMING VAN DE WETGEVING... 17 1. De wet van 6 januari

Nadere informatie

Justitiehuis Dendermonde

Justitiehuis Dendermonde Justitiehuis Dendermonde Dienst Slachtofferonthaal Treinongeval Wetteren op 4 mei 201 Info op 0 november 2016 Wat vooraf ging Als gevolg van het treinongeval werd een gerechtelijk onderzoek geopend bij

Nadere informatie

Inleiding. Inleiding 3

Inleiding. Inleiding 3 Inleiding U wordt geraadpleegd door een vader wiens kind werd betrapt op het verhandelen van drugs en werd voorgeleid voor de procureur. De vader kreeg de boodschap dat het parket de aanhouding van zijn

Nadere informatie

Inhoud. Ten geleide. Avant propos. Woord vooraf. Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie

Inhoud. Ten geleide. Avant propos. Woord vooraf. Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie Inhoud Inhoud Ten geleide Avant propos Woord vooraf Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie 1 Intitiele opdracht 1.1 haalbaarheidscriteria 1.2 Definitie van het begrip integrale veiligheidszorg

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN 21 INLEIDING Algemene inleiding Aanleiding Probleemstelling en onderzoeksvragen 31

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN 21 INLEIDING Algemene inleiding Aanleiding Probleemstelling en onderzoeksvragen 31 De rol van de rechter bij de waarheidsvinding in de correctionele procedure. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar Belgisch, Frans en Nederlands recht. Daniel DE WOLF WAV TO KNOWLfDGE \UGrfV r die keure

Nadere informatie

[Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht]

[Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht] Toekomstig recht [Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht] Ingevoegd bij W. 2014.02.07, art. 6; Inwerkingtreding: onbepaald Noot: de wetgever voegt een Afdeling Vter in voor Afdeling Vbis en

Nadere informatie

HANDBOEK POLITIEORGANISATIE INHOUD. Inleiding 7

HANDBOEK POLITIEORGANISATIE INHOUD. Inleiding 7 INHOUD Inleiding 7 Hoofdstuk 1 Historisch-politiek perspectief 9 Evolutie van het Belgisch politiebestel sinds 1830: invloed van het Franse model en eerste belangrijke ontwikkelingen van de gendarmerie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JUNI 2015 P.15.0599.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0599.N 1. M M P V D V, beklaagde, 2. D H N H, beklaagde, aangehouden om andere redenen, eisers, beiden met als raadsman mr. Thierry

Nadere informatie

VOORWOORD 3 INLEIDING 4

VOORWOORD 3 INLEIDING 4 INHOUDSTAFEL VOORWOORD 3 INLEIDING 4 INHOUDSTAFEL 5 TREFWOORDENLIJST 13 KAART HOVEN VAN BEROEP 16 Kaart Hof van Beroep Antwerpen 17 Kaart Hof van Beroep Brussel 18 Kaart Hof van Beroep Gent 19 Kaart Hof

Nadere informatie

Organisatie van de rechtspraak - België

Organisatie van de rechtspraak - België Organisatie van de rechtspraak - België c) Nadere bijzonderheden over de rechterlijke instanties 1. Vredegerecht De vrederechter is de rechter die het dichtst bij de burgers staat. Hij wordt overeenkomstig

Nadere informatie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie uitgave juni 2015 Minderjarigen kunnen volgens de Belgische wet geen misdrijven plegen. Wanneer je als jongere iets ernstigs mispeutert, iets wat illegaal is, pleeg je een als misdrijf omschreven feit

Nadere informatie

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter R. Henneuse en de rechters-verslaggevers F. Daoût en A. Alen, bijgestaan door de griffier F.

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter R. Henneuse en de rechters-verslaggevers F. Daoût en A. Alen, bijgestaan door de griffier F. Rolnummer 5489 Arrest nr. 155/2012 van 20 december 2012 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 15 van de wet van 19 juli 2012 betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement

Nadere informatie

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 XXVI DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 335 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 336 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 336 1. Het begrip straf 336 2. Kenmerken 337 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie

STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING

STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING Christophe THIEBAUT Advocaat PAQUES, NOPERE & THIEBAUT Assistent UCL Maître de conférences FUCAM II- DE OPSPORING * Basisstuk van de strafprocedure *

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2012 P.12.0878.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0878.N M G M, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Leslie Roelants, advocaat bij de balie te Antwerpen. I.

Nadere informatie

Deze artikelen regelen de verplichting tot het verstrekken van informatie en het recht van toegang tot de beroepslokalen. 121

Deze artikelen regelen de verplichting tot het verstrekken van informatie en het recht van toegang tot de beroepslokalen. 121 Hoofdstuk 2 De misdrijven 63 152. In het fiscaal strafonderzoek gelden de gebruikelijke regels van het strafprocesrecht. De fiscus en het strafrechtelijk opsporingsapparaat opereren apart en zoals hierna

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MEI 2012 P.11.1808.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1808.N I 1. F P M E P, beklaagde, 2. B L J M F, beklaagde, eisers, vertegenwoordigd door mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

Chris Van den Wyngaert. Strafrecht en strafprocesrecht

Chris Van den Wyngaert. Strafrecht en strafprocesrecht Chris Van den Wyngaert m.m.v. Bart De Smet Strafrecht en strafprocesrecht IN HOOFDLIJNEN Deel 2: Strafprocesrecht Maklu Antwerpen/Apeldoorn Inhoudstafel Beknopte Inhoudstafel Inhoudstafel Beknopte bibliografie

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Rolnummer 1924 Arrest nr. 81/2001 van 13 juni 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het

Nadere informatie

Opleidingscyclus Winkelveiligheid. De weg van het juridisch dossier. 21 november 2014

Opleidingscyclus Winkelveiligheid. De weg van het juridisch dossier. 21 november 2014 Opleidingscyclus Winkelveiligheid De weg van het juridisch dossier 21 november 2014 Overzicht 1. Verloop strafrechtelijke procedure Fase 1: Strafonderzoek - A. Opsporingsonderzoek - B. Gerechtelijk onderzoek

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 SEPTEMBER 2014 P.14.1380.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1380.N O D B, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadslieden mr. Alain Vergauwen en mr. Pierre Monville, advocaten

Nadere informatie

Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg.

Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg. Parketjurist Een enthousiast beginnend jurist met een analytisch en synthetisch denkvermogen en goede redactionele capaciteiten. Hij/zij werkt resultaatgericht, zowel zelfstandig als in team, en heeft

Nadere informatie

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie 1 Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering De Wet van 30 juni 1971betreffende de administratieve geldboeten,

Nadere informatie

1. De rechten van de verdediging in strafzaken

1. De rechten van de verdediging in strafzaken 1. De rechten van de verdediging in strafzaken 1.1 Recht op de behandeling van zijn zaak binnen een redelijke termijn Op grond van het EVRM heeft eenieder recht op de behandeling van zijn zaak binnen een

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

Actualisatie strafrecht en strafprocesrecht Voor parketjuristen, referendarissen, stagiairs, beginnende magistraten

Actualisatie strafrecht en strafprocesrecht Voor parketjuristen, referendarissen, stagiairs, beginnende magistraten Actualisatie strafrecht en strafprocesrecht Voor parketjuristen, referendarissen, stagiairs, beginnende magistraten ref.: PEN-168/2017 Doelgroep Alle nieuwe parketjuristen (verplicht) Geïnteresseerde parketjuristen

Nadere informatie

Rolnummers 4519 en 4522. Arrest nr. 66/2009 van 2 april 2009 A R R E S T

Rolnummers 4519 en 4522. Arrest nr. 66/2009 van 2 april 2009 A R R E S T Rolnummers 4519 en 4522 Arrest nr. 66/2009 van 2 april 2009 A R R E S T In zake : - de prejudiciële vraag betreffende artikel 4, derde tot vijfde lid, van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande

Nadere informatie

Publicatie : Numac :

Publicatie : Numac : pagina 1 van 5 NL einde FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE Publicatie : 2017-01-30 Numac : 2017010289 Rechtbank van eerste aanleg Leuven. - Kabinet van de voorzitter Beschikking tot vaststelling van het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.15.0263.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0263.N I M D J, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Luk Delbrouck, advocaat bij de balie te Hasselt. II W F B, beklaagde, eiser,

Nadere informatie

Woord vooraf... 11. Inleiding en methodologie... 15. 1 Doelstelling van het onderzoek... 15

Woord vooraf... 11. Inleiding en methodologie... 15. 1 Doelstelling van het onderzoek... 15 Inhoudstafel Woord vooraf... 11 Inleiding en methodologie... 15 1 Doelstelling van het onderzoek... 15 2 Onderzoeksteam... 17 2.1 Kernteam UGent... 17 2.2 Expertengroep... 17 2.3 Begeleidingscomité...

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 NOVEMBER 2013 P.12.1784.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1784.N R A C, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Henry Van Burm, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Deze brochure 3. Aanhouding en verhoor 3. Inverzekeringstelling 4. De reclassering 5. Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5

Deze brochure 3. Aanhouding en verhoor 3. Inverzekeringstelling 4. De reclassering 5. Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 U WORDT VERDACHT INHOUD Deze brochure 3 Aanhouding en verhoor 3 Inverzekeringstelling 4 De reclassering 5 Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 Beperkingen en rechten 6 Voorgeleiding bij de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 DECEMBER 2016 P.16.1103.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.1103.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN CASSATIE, verzoeker tot vernietiging van een vonnis, eiser, inzake van M V, beklaagde.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep

Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep College van Procureurs-generaal Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep Toegestuurd aan de dames en heren Toegestuurd aan de dames en heren Eerste Substituten,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 SEPTEMBER 2007 P.07.0894.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.07.0894.N I. P. M. M. H., verdachte, gedetineerd, eiser, met als raadsman mr. Pol Vandemeulebroucke, advocaat bij de balie te Antwerpen.

Nadere informatie

Hieronder volgt dus de beknopte verklaring van enkele termen die in de arresten van het Hof worden gebruikt.

Hieronder volgt dus de beknopte verklaring van enkele termen die in de arresten van het Hof worden gebruikt. Kort lexicon tot nut van de rechtzoekende, waarin enige uitleg wordt gegeven van de meest gangbare geschreven rechtstaal van het Hof van Cassatie en van het parket bij dit Hof ( 1 ). Dit korte lexicon

Nadere informatie

Aangifte bij de politie

Aangifte bij de politie U bent slachtoffer INLEIDING U bent slachtoffer geworden van een misdrijf. Dit is een ingrijpende gebeurtenis en u stelt zich waarschijnlijk allerhande vragen: welke rechten heb ik? Wat moet ik doen om

Nadere informatie

Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk 2017 Wolters Kluwer België NV Ragheno Business Park Motstraat 30 B-2800 Mechelen Tel.

Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk 2017 Wolters Kluwer België NV Ragheno Business Park Motstraat 30 B-2800 Mechelen Tel. Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk 2017 Wolters Kluwer België NV Ragheno Business Park Motstraat 30 B-2800 Mechelen Tel.: 0800 94 571 Fax: 0800 17 529 www.wolterskluwer.be E-mail: klant.be@wolterskluwer.com

Nadere informatie

De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor?

De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor? De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor? Is er in uw bedrijf al eens een ernstig arbeidsongeval gebeurd? Dan bent u als werkgever, als lid van de hiërarchische lijn, als preventieadviseur, als

Nadere informatie

U wordt verdacht. Inhoud

U wordt verdacht. Inhoud Inhoud Deze brochure 3 Aanhouding en verhoor 3 Inverzekeringstelling 3 Uw advocaat 4 De reclassering 5 Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 Beperkingen en rechten 5 Voorgeleiding bij de officier

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

A R R E S T. de prejudiciële vraag betreffende artikel 189ter van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

A R R E S T. de prejudiciële vraag betreffende artikel 189ter van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Rolnummer 4307 Arrest nr. 98/2008 van 3 juli 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 189ter van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het

Nadere informatie

INLEIDING. Deze brochure geeft u een kort overzicht van het verloop van een procedure, uw rechten daarin en de stappen die u kan ondernemen.

INLEIDING. Deze brochure geeft u een kort overzicht van het verloop van een procedure, uw rechten daarin en de stappen die u kan ondernemen. U bent slachtoffer INLEIDING U bent slachtoffer geworden van een misdrijf (1). Dit is een ingrijpende gebeurtenis en u stelt zich waarschijnlijk allerhande vragen: welke rechten heb ik? Wat moet ik doen

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

OVERZICHT VAN DE HOVEN, DE RECHTBANKEN EN DE MAGISTRATUUR 28

OVERZICHT VAN DE HOVEN, DE RECHTBANKEN EN DE MAGISTRATUUR 28 INHOUDSTAFEL VOORWOORD 3 INLEIDING 4 INHOUDSTAFEL 7 TREFWOORDENLIJST 17 KAARTEN 21 Kaart Gerechtelijke arrondissementen 21 Kaart Hoven van Beroep 22 Kaart Hof van Beroep Antwerpen 23 Kaart Hof van Beroep

Nadere informatie

Rolnummer 4704. Arrest nr. 16/2010 van 18 februari 2010 A R R E S T

Rolnummer 4704. Arrest nr. 16/2010 van 18 februari 2010 A R R E S T Rolnummer 4704 Arrest nr. 16/2010 van 18 februari 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 21ter van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, gesteld door de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 FEBRUARI 2015 P.14.1763.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1763.N J P A M D M, beklaagde, eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 APRIL 2013 P.12.1919.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1919.F 1. H. M. e.a., Mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. A. F. e.a., Mr. Jacqueline Oosterbosch,

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding Een handboek net op tijd Willy van Eeckhoutte...1. Hoofdstuk 1. Ontvankelijkheid van de voorziening in cassatie Hans Van Bavel...

Inhoud. Inleiding Een handboek net op tijd Willy van Eeckhoutte...1. Hoofdstuk 1. Ontvankelijkheid van de voorziening in cassatie Hans Van Bavel... Woord vooraf...v Inleiding Een handboek net op tijd Willy van Eeckhoutte...1 Hoofdstuk 1. Ontvankelijkheid van de voorziening in cassatie Hans Van Bavel...5 I. Beslissingen die door middel van een cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 NOVEMBER 2013 P.13.1779.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1779.N P E, inverdenkinggestelde, aangehoudene, eiseres, met als raadsman mr. Thomas Vandemeulebroucke, advocaat bij de balie

Nadere informatie

Recht en bijstand bij juridische procedures

Recht en bijstand bij juridische procedures Recht en bijstand bij juridische procedures In deze folder leest u meer 0900-0101 (lokaal tarief) over de juridische bijstand door Slachtofferhulp Nederland en de rechten van slachtoffers. Een wirwar van

Nadere informatie

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling)

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) DIENST Gent - Oudenaarde EEDVERBONDKAAI 285 9000 GENT DIENST Dendermonde OLV KERKPLEIN 30 9200 Dendermonde OOST-VLAANDEREN Voor wie? Slachtoffer/ daders

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 JUNI 2011 P.11.0172.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.0172.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN eiser, tegen 1. E. D. W., burgerlijke partij, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

Inhoudstafel. Inhoudstafel 3

Inhoudstafel. Inhoudstafel 3 Inhoudstafel Inleiding 9 Deel I Wetgeving 11 1. Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 12 Titel I. Rechten en vrijheden. 12 2. De gecoördineerde Grondwet

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JUNI 2012 P.12.0873.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0873.F I. P. D. V., II. III. IV. P. D. V., P. D. V., P. D. V., V. P. D. V., Mrs. Cédric Vergauwen en Olivia Venet, advocaten bij de

Nadere informatie

Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties

Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties REGLEMENT Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties Hoofdstuk 1: Toepassingsgebied, vaststellingsmodaliteiten en aangewezen ambtenaar Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel

Nadere informatie

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337 II DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 337 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 338 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 338 1. Het begrip straf 338 2. Kenmerken 339 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1266/2019 Repertoriumnummer / Europees

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1266/2019 Repertoriumnummer / Europees Vonnisnummer / Griffienummer 1266/2019 Repertoriumnummer / Europees 2019/1647 Datum van uitspraak 20 juni 2019 Naam van de beklaagde Systeemnummer parket Dossiernummer 19L000237 Notitienummer parket rechtbank

Nadere informatie

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T Rolnummers 4767 en 4788 Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van

Nadere informatie

Inleiding. Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing = Potpourri II. Doel? Apparaat beter laten draaien Efficiënter optreden Sneller werken

Inleiding. Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing = Potpourri II. Doel? Apparaat beter laten draaien Efficiënter optreden Sneller werken Wet Potpourri II FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing

Nadere informatie

DE PROCEDURE IN TUCHTZAKEN VAN DE ORDE DER GENEESHEREN

DE PROCEDURE IN TUCHTZAKEN VAN DE ORDE DER GENEESHEREN DE PROCEDURE IN TUCHTZAKEN VAN DE ORDE DER GENEESHEREN Inleiding. Nico Biesmans, Magistraat-assessor Provinciale Raad van Antwerpen Bij de oprichting van de Orde der Geneesheren heeft de wetgever het toezicht

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 NOVEMBER 2013 P.13.1234.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1234.N I-II T M T, beschuldigde, gedetineerd, eiser, met als raadsman mr. Frédéric Thibaut, advocaat bij de balie te Mechelen,

Nadere informatie

Nederland is een rechtsstaat. Een belangrijk onderdeel van een rechtsstaat is onafhankelijke rechtspraak. Iedereen heeft wel eens ruzie met een

Nederland is een rechtsstaat. Een belangrijk onderdeel van een rechtsstaat is onafhankelijke rechtspraak. Iedereen heeft wel eens ruzie met een Wat is rechtspraak? 2 Nederland is een rechtsstaat. Een belangrijk onderdeel van een rechtsstaat is onafhankelijke rechtspraak. Iedereen heeft wel eens ruzie met een ander. Stel je hebt een conflict met

Nadere informatie

U wordt opgeroepen om te getuigen in een strafzaak. De oproepingsbrief vermeldt waar en wanneer u zich moet aanmelden.

U wordt opgeroepen om te getuigen in een strafzaak. De oproepingsbrief vermeldt waar en wanneer u zich moet aanmelden. U bent getuige Inleiding U wordt opgeroepen om te getuigen in een strafzaak. De oproepingsbrief vermeldt waar en wanneer u zich moet aanmelden. Deze brochure informeert u in grote lijnen over wat van u

Nadere informatie

2. Soorten en verband

2. Soorten en verband Bij dit alles moet de rechter de rechten van verdediging eerbiedigen. Dit betekent dat hij, wanneer hij de rechtsgrond wenst te wijzigen en aan te passen, de debatten dient te heropenen om partijen toe

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 JANUARI 2016 P.15.0768.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0768.N 1. H J V D K, beklaagde, 2. T P V Z, beklaagde, eisers, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016)

NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) (27/07/2016) NOTA STUDIEDIENST (mevrouw Y. Güner) 2016-1 (27/07/2016) Potpourri IV - Wetsontwerp van 15 juli 2016 tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende

Nadere informatie

Aanwijzing. Slachtofferzorg. Parket Curaçao

Aanwijzing. Slachtofferzorg. Parket Curaçao Aanwijzing Slachtofferzorg Parket Curaçao Samenvatting Deze aanwijzing stelt regels betreffende de bejegening van slachtoffers van misdrijven, zoals zeden, geweld- en verkeersmisdrijven. Daarbij worden

Nadere informatie

In dit algemeen reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis.

In dit algemeen reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis. Algemeen reglement betreffende het opleggen van een administratieve geldboete bij inbreuken op het stilstaan en parkeren en op de verkeersborden C3 en F103 vastgesteld met automatisch werkende toestellen

Nadere informatie

Hoe verloopt de sanctieprocedure bij een administratieve geldboete voor minderjarigen vanaf 16 jaar? (max. 125 euro)

Hoe verloopt de sanctieprocedure bij een administratieve geldboete voor minderjarigen vanaf 16 jaar? (max. 125 euro) Hoe verloopt de sanctieprocedure bij een administratieve geldboete voor meerderjarigen? (max. 250 euro) 1. Wie kan inbreuken vaststellen? De vaststelling van een inbreuk op het gemeentelijk politiereglement

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 SEPTEMBER 2014 P.14.0024.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0024.N I 1. R M E A M, met als raadsman mr. Joris Vercraeye, advocaat bij de balie te Anwerpen, 2. A L L M, met als raadsman

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 21 maart 2011 ADVIES 2011-102 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.15.0224.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0224.N L S P V H, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent, tegen 1. L F, burgerlijke

Nadere informatie

Algemene inhoud. HOOFDSTUK 1 Algemene inleiding 3. HOOFDSTUK 2 Historische inleiding 5

Algemene inhoud. HOOFDSTUK 1 Algemene inleiding 3. HOOFDSTUK 2 Historische inleiding 5 Algemene inhoud Reeks Fiscaal Compendium Ten geleide Voorwoord Algemene bibliografie V VII IX XI DEEL I Inleiding HOOFDSTUK 1 Algemene inleiding 3 HOOFDSTUK 2 Historische inleiding 5 1. Eerste fase: voor

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 APRIL 2016 P.16.0207.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0207.N PROCUREUR DES KONINGS bij de rechtbank van eerste aanleg West- Vlaanderen, afdeling Veurne, eiser, tegen J Y, beklaagde, verweerder.

Nadere informatie