Samenvatting Strafprocesrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Strafprocesrecht"

Transcriptie

1 Inhoudsopgave Titel 3: Algemene beginselen strafprocesrecht Hoofdstuk 1: Definitie 1. Begrip 2. Onderscheid tussen materieel en formeel strafrecht A. Personen tot wie de regels gericht zijn B. Inhoud van de regels C. Sanctionering van schendingen 3. Doelstellingen van het strafprocesrecht A. Waarheidsvinding B. Bescherming van de individuele grondrechten C. Onderlinge afweging van waarheidsvinding en individuele grondrechten Hoofdstuk 2: Accusatoire en inquisitoire rechtspleging 1. Principe De accusatoire rechtspleging De inquisitoire rechtspleging 2. Praktijk Hoofdstuk 3: Verloop van het strafproces 1. Het vooronderzoek A. Opsporingsonderzoek en gerechtelijk onderzoek B. Kenmerken van het vooronderzoek (1) Het geheim karakter van het vooronderzoek (2) Het niet-tegensprekelijke karakter en sturing van vooronderzoek (3) Het schriftelijk karakter van het vooronderzoek 2. Het onderzoek ten gronde (1) Openbaarheid van terechtzitting en uitspraak (2) Het tegensprekelijk karakter van de procedure (3) Mondeling karakter van de rechtspleging Hoofdstuk 4: Actoren in het strafproces 1. De verdachte A. Situering! 1

2 B. De verschillende statuten van verdachte C. De advocaat 2. Het slachtoffer 3. De 4. De 5. De A. Situering B. De verschillende statuten van het slachtoffer burgerlijk aansprakelijke partij (vrijwillig of gedwongen) tussenkomende partij politie A. Situering B. Taken van de politie C. Statuut van de politie D. Toezicht op de politiediensten E. Internationale politiediensten F. Staatsveiligheid 6. Het openbaar ministerie A. Taken van het openbaar ministerie B. Statuut van het openbaar ministerie C. Overzicht D. Toezicht op het openbaar ministerie 7. De onderzoeksrechter A. Situering B. Taken van de onderzoeksrechter C. Statuut van de onderzoeksrechter D. Toezicht op de onderzoeksrechter 8. De onderzoeksgerechten A. Situering B. De raadkamer C. De kamer van inbeschuldigingstelling 9. De vonnisgerechten A. Taak van de vonnisgerechten B. Het statuut van de rechter C. Toezicht op rechters D. Indeling van de vonnisgerechten E. Samenstelling en bevoegdheid van de vonnisgerechten 10. Strafuitvoeringsrechtbanken A. Samenstelling B. Bevoegdheid 11. Justitieassistenten en justitiehuizen Hoofdstuk 5: Beleidsorganen in het strafprocesrecht 1. De minister van justitie 2. Het college van procureurs-generaal 3. De procureur des Konings 4. De raad van de procureurs des Konings! 2

3 Titel 4: Strafprocesrecht Deel I: De rechten van de verdediging in strafzaken Hoofdstuk 1: Algemene begrippen 1. Begrip en oorsprong 2. Toepassingsgebied rechten van de verdediging in strafzaken A. Rechten van de verdediging in strafzaken B. Het begrip strafzaak C. De rechten van de verdediging in de verschillende fasen van de strafrechtspleging Hoofdstuk 2: Overzicht 1. Recht op toegang tot de rechter A. Betekenis B. Recht op toegang tot de bevoegde rechter C. Recht op een onafhankelijk en onpartijdig rechter 2. Het recht op een eerlijk proces A. De gelijkheid van wapens (equality of arms) B. Recht op een eerlijke bewijsvoering C. Onmiddelijkheidsbeginsel 4. Recht op de behandeling van zijn zaak binnen een redelijke termijn A. Begrip B. Begin- en eindpunt C. Criteria ter beoordeling van de redelijkheid van de duur van het proces D. Sanctie bij overschrijding van de redelijke termijn 5. Recht niet gedwongen te worden tegen zichzelf te getuigen A. Principe B. Toepassingen C. Het zwijgrecht in België 6. Vermoeden van onschuld A. Vermoeden van onschuld en bewijslast B. Vermoeden van onschuld en de uitspraak over de grond van de zaak C. Vermoeden van onschuld en materieel strafrecht Hoofdstuk 3: Wettelijke waarborgen bij beperkingen van bepaalde grondrechten 1. Recht op persoonlijke vrijheid 2. Recht op eerbiediging van de private levenssfeer! 3

4 Deel II: De vorderingen die uit het misdrijf voortvloeien Hoofdstuk 1: De strafvordering 1. Algemene beginselen A. Strafvordering en vervolging B. Strafvordering, burgerlijke vordering en tuchtvordering 2. Personen die de strafvordering uitoefenen A. Principe B. Ambtenaren openbaar ministerie die de strafvordering uitoefenen C. Uitzonderingen D. Bevoegdheidsconflicten 3. Wijze waarop de strafvordering wordt uitgeoefend A. Beleid inzake de strafvordering B. Vervolging C. Niet-vervolging: Het sepot (Rangschikking zonder gevolg) D. Buitengerechtelijke afhandeling door het parket 4. Personen tegen wie de strafvordering wordt uitgeoefend A. Principe B. De immuniteiten C. Bijzondere regels voor bepaalde categorieën van personen 5. (Extra)territoriale gelding van de strafvordering A. Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd B. Misdrijven in het buitenland gepleegd 6. Prejudiciële vragen en prejudiciële geschillen A. Prejudiciële vragen B. Prejudiciële geschillen 7. Verval van de strafvordering A. De opheffing of vernietiging van de strafwet (Art. 2 al. 2 Sw.) B. Amnestie C. De klachtafstand bij klachtmisdrijven D. De dood van de verdachte E. De verjaring (Art VTSv.) F. Het rechterlijk gewijsde G. De buitengerechtelijke afhandeling Hoofdstuk 2: De burgerlijke vordering 1. Algemene beginselen 2. Personen die de burgerlijke vordering uitoefenen A. Personen die rechtstreeks door het misdrijf werden benadeeld B. Uitzonderlijk: verenigingen en instellingen van openbaar nut 3. Personen tegen wie de burgerlijke vordering wordt uitgeoefend A. De verdachte! 4

5 B. De burgerlijk aansprakelijke C. De rechtsopvolgers van de verdachte 4. Gevallen waarin geen burgerlijke partijstelling mogelijk is 5. Voorwerp van de burgerlijke vordering 6. Wijze waarop de burgerlijke vordering wordt uitgeoefend Deel III: Het vooronderzoek in strafzaken Hoofdstuk 1: Wijze waarop het onderzoek gevoerd wordt 1. Opsporingsonderzoek en gerechtelijk onderzoek 2. Wijze waarop misdrijven ter kennis komen van de overheid A. Klachten, aangiften en ambtelijke vaststellingen B. Proces-Verbaal en strafdossier 3. Wijze waarop misdrijven worden opgespoord en vastgesteld A. Situering B. Permissieve regel, legaliteit en loyauteit C. Sanctionering van onregelmatige opsporingshandelingen D. Opsporing en vaststelling van misdrijven en het EVRM Hoofdstuk 2: Personen belast met de opsporing en vaststelling van misdrijven 1. Algemene beginselen 2. De leidinggevende magistraten A. Het openbaar ministerie (enerzijds) B. De onderzoeksrechter (anderzijds! gerechtelijk onderzoek) 3. De politiediensten A. Opsporingstaken van de geïntegreerde politiedienst B. Verhouding leidinggevende magistraten politiediensten Hoofdstuk 3: Het opsporingsonderzoek 1. Begrip 2. De heterdaadprocedure A. Verrichtingen bij betrapping op heterdaad B. Gewone verrichtingen 3. De proactieve recherche A. Algemeen B. Voorwaarden (Art. 28bis 2 Sv.) 4. De bijzondere opsporingsmethoden A. Algemeen B. Wettelijke regeling 5. Het kaapluk-onderzoek! 5

6 6. Afsluiting van het opsporingsonderzoek A. Niet-vervolging: Sepot, minnelijke schikking of bemiddeling B. Vordering tot onderzoek C. Dagvaarding of oproeping voor het vonnisgerecht Hoofdstuk 4: Het gerechtelijk onderzoek 1. Begrip 2. Taakomschrijving van de onderzoeksrechter 3. Saisine van de onderzoeksrechter A. Wijze waarop de onderzoekrechter geadiëerd wordt B. Omvang van de saisine C. Gevolgen van de saisine 4. Verhouding onderzoeksrechter - procureur des Konings A. Situering B. Vorderingen van de procureur des Konings ten aanzien van de onderzoeksrechter C. Rechtsmiddelen 5. Rechten inverdenkinggestelde, burgerlijke partij en derde-beslagene tijdens het gerechtelijk onderzoek A. Het recht inzage te vragen in het strafdossier (Art. 61ter Sv.) B. Het strafrechtelijk kortgeding (Art. 28sexies, 61quater en 61sexies Sv.) C. Het recht bijkomende onderzoekshandelingen te vragen (Art. 61quinquies Sv.) 6. Afsluiting van het gerechtelijk onderzoek: de regeling van de rechtspleging A. Situering B. Procedure C. Procedure voor de raadkamer D. Mogelijke beslissingen van de raadkamer E. Rechtsmiddelen tegen de beschikking over de rechtspleging 7. Controle door de kamer van inbeschuldigingstelling A. Ambtshalve toezicht op het verloop van de gerechtelijke onderzoeken B. Toezicht op langdurige onderzoeken C. Toezicht op de regelmatigheid van de rechtspleging Hoofdstuk 5: Onderzoeksverrichtingen 1. Het opnemen van klachten en aangiften 2. Identiteitscontroles en houden van gegevensbestanden A. Verzamelen van informatie B. Houden van een gegevensbestand C. Misdaadanalyses 3. Plaatsbezoek (Belangrijke fase) 4. Observatie 5. Ondervraging van de verdachte A. Minimumrechten ondervraagde persoon! 6

7 B. Ondervraging verdachte binnen opsporingsonderzoek C. Ondervraging verdachte binnen gerechtelijk onderzoek D. Ondervraging met behulp van audiovisuele media E. De vrijheidsberoving van de verdachte 6. Inverdenkingstelling van de verdachte A. Principe B. Rechten inverdenkinggestelde C. Impliciete inverdenkingstelling D. Inverdenkingstelling en loyauteitsplicht 7. Getuigenverhoor A. Getuigenverhoor binnen het raam van een opsporingsonderzoek B. Getuigenverhoor binnen het raam van een gerechtelijk onderzoek C. Anonieme getuigen D. Bedreigde getuigen E. Verhoor met behulp van audiovisuele media 8. Inwinnen gegevens bankrekeningen en banktransacties en bevriezen van banktegoeden 9. Deskundigenonderzoek A. Het deskundigenonderzoek binnen het raam van een B. Het deskundigenonderzoek binnen het raam van een gerechtelijk onderzoek 10. DNA-onderzoek A. DNA-onderzoek in het raam van een opsporingsonderzoek B. DNA-onderzoek in het raam van een gerechtelijk onderzoek 11. Inobservatiestelling 12. Fouillering 13. Onderzoek aan het lichaam 14. Huiszoeking A. Begrip en grondslag B. Grond- en vormvoorwaarden C. Huiszoeking bij betrapping op heterdaad D. Huiszoeking met toestemming van de bewoner van het huis E. Beperkingen 15. Andere zoekingen 16. Inkijkoperatie 17. Inbeslagneming A. Algemeen B. Zaken die in beslag kunnen worden genomen C. Kunnen zaken die zich bevinden bij een derde worden in beslag genomen? D. Zaken die niet in beslag kunnen worden genomen E. Beheer van in beslag genomen goederen F. Inbeslagneming van onroerende goederen 18. Databeslag en netwerkzoeking A. Databeslag (Art. 39bis Sv.) B. Netwerkzoeking (Art. 88ter Sv.)! 7

8 19. Uitgestelde tussenkomst, gecontroleerde aflevering en gecontroleerde doorlevering A. Uitgestelde tussenkomst (Art. 40bis Sv.) B. gecontroleerde aflevering en doorlevering 20. Schending briefgeheim A. Het onderscheppen van post (Art. 46ter Sv.) B. Lezen van post (Art. 88sexies Sv.) 21. Identificatie telefoonnummers en opsporen & lokaliseren van telecommunicatie A. Algemeen kader B. Identificatie van telefoonnummers C. Opsporen of lokaliseren van telecommunicatie 22. Afluisteren van privé(tele)communicatie A. Situering B. Beschermde communicaties C. Grondvoorwaarden (Art. 90ter Sv.) D. Personen, zaken en plaatsen die het voorwerp van een afluistermaatregel kunnen uitmaken (Art. 90ter 1 al. 3 Sv.) E. Vormvoorwaarden (Art. 90quater Sv.) F. Duur van de maatregel G. Afluistering en het beroepsgeheim H. Praktische uitvoering van de maatregel 23. Bijzondere opsporingsmethoden A. Algemeen B. Stelselmatige observatie C. Infiltratie D. Gebruik van informanten 24. Voorlopige maatregelen ten aanzien van rechtspersonen 25. Beknopt voorlichtingsrapport en maatschappelijke enquête Hoofdstuk 6: Voorlopige Hechtenis 1. Algemene beginselen A. Begrip B. Bronnen o De Grondwet o De wet o De mensenrechten C. Kenmerken o De voorlopige hechtenis is steeds uitzonderlijk o De voorlopige hechtenis is geen straf o De voorlopige hechtenis is geen onderzoeksmaatregel o De voorlopige hechtenis is steeds voorlopig o De voorlopige hechtenis kan enkel door een rechter worden bevolen D. De voorlopige hechtenis en andere vrijheidsberovingstitels o De bestuurlijke aanhouding o De kortstondige vrijheidsbeneming in het kader van een fouillering! 8

9 o De aanhouding op grond van het vattingsbevel 2. Arrestatie (Art. 1 en 2) A. Begrip o Personen bevoegd tot arrestatie o Misdrijven vatbaar voor arrestatie o Rechten van de gearresteerde B. De termijn van 24 uur o Oorspronkelijke termijn o Bevel tot verlenging 3. Bevel tot medebrenging (Art. 3 en 4) 4. Aanhoudingsbevel (Art. 16) A. Grondvoorwaarden o Er moeten ernstige schuldaanwijzingen zijn o Het feit moet strafbaar zijn met een gevangenisstraf van 1 jaar of meer o De aanhouding moet volstrekt noodzakelijk zijn en de wettelijke redenen voor de verlening van een aanhoudingsbevel moeten aanwezig zijn B. Vormvoorwaarden o De ondervraging door de onderzoeksrechter o Het aanhoudingsbevel moet gemotiveerd zijn o Het aanhoudingsbevel moet binnen de 24uur aan de verdachte worden betekend 5. Verbod van vrij verkeer (Art. 20 al. 2) 6. Opheffing aanhoudingsbevel (Art. 25) 7. Aanhoudingsbevel ten aanzien van een in vrijheid gelaten of gestelde verdachte 8. Rechterlijk toezicht op de voorlopige hechtenis A. Art. 5 EVRM B. Rechtsmiddelen tegen het aanhoudingsbevel C. Handhaving van het aanhoudingsbevel door de raadkamer o Draagwijdte van de controle o Procedure o Rechtsmiddelen 9. Voorlopige hechtenis en regeling van de rechtspleging 10. Onmiddellijke aanhouding ter terechtzitting 11. Alternatieven voor de voorlopige hechtenis A. Vrijheid en invrijheidstelling onder voorwaarden o Voorwaarden waaraan de vrijheid of invrijheidstelling onder voorwaarden moet voldoen o Voorwaarden die kunnen worden opgelegd o Toezicht op de naleving van de voorwaarden o Rechtsmiddelen B. Vrijheid of invrijheidstelling met borgsom 12. Onwerkzame hechtenis A. Onrechtmatige hechtenis B. Onwerkdadige hechtenis 13. Het Europees aanhoudingsbevel! 9

10 A. Begrip B. Bronnen C. Vormvoorwaarden en verband met het feit waarvoor de overlevering wordt gevraagd o Drempelstraf: 12 maanden o Dubbele incriminatie o Dubbele jurisdictie en dubbele verjaring? o Litispendentie in de staat van tenuitvoerlegging o Politieke misdrijven: niet langer een beletsel D. Voorwaarden in verband met de gezochte persoon o Nationaliteit: niet langer een beletsel o Minderjarigen worden niet overgeleverd E. Voorwaarden in verband met de rechtsbedeling in de verzoekende staat o Discriminatieclausule o Respect voor mensenrechten o De doodstraf en de levenslange gevangenisstraf F. Andere weigeringsgronden! 2 verplichte weigeringsgronden o Amnestie o Nebisinidem G. Procedure o Gewoneprocedure o Procedure in geval van instemming o Specialiteit Deel IV: Het onderzoek ter terechtzitting Leerstof: Titel 3: Algemene beginselen strafprocesrecht! 10

11 Overzicht: Hoofdstuk 1: Definitie 1. Begrip 2. Onderscheid tussen materieel en formeel strafrecht A. Personen tot wie de regels gericht zijn B. Inhoud van de regels C. Sanctionering van schendingen 3. Doelstellingen van het strafprocesrecht A. Waarheidsvinding B. Bescherming van de individuele grondrechten C. Onderlinge afweging van waarheidsvinding en individuele grondrechten Hoofdstuk 1: Definitie 1. Begrip wat?: Het strafprocesrecht is het geheel der rechtsregels betreffende de opsporing, vervolging en berechting van personen die ervan worden verdacht een misdrijf gepleegd te hebben. Het beschrijft de vormvoorschriften en bepaalt de positie van de verschillende actoren in het strafproces (de overheid, de verdachte, het slachtoffer,...) In het strafprocesrecht wordt het materieel strafrecht gerealiseerd. Zonder afdwinging zijn rechtsregels immers zinloos. Er bestaat een inherente band tussen beiden. Men zal dus regelmatig moeten teruggrijpen naar begrippen uit het materieel strafrecht. Strafprocesrecht bevat vele formele voorschriften die bepalen hoe materieelrechterlijke voorschriften moeten worden toegepast. ( Bv: de correctionalisering van een misdrijf(materieel strafrechterlijke rechtsfiguur) heeft vele implicaties voor het strafprocesrecht. Zaak komt niet voor het HvA. Dit omdat het HvA overbelast is. De techniek van de correctionalisering wordt aangewend om van misdaden wanbedrijven te maken en ze alsnog voor de correctionele rechtbank te brengen.) Het verloop van het proces is een formeel strafrechterlijk aspect. Synoniemen voor strafprocesrecht: Formeel strafrecht( meer in Nederland), strafrechtspleging, strafvordering 2. Onderscheid tussen materieel en formeel strafrecht! 11

12 Het onderscheid op 3 punten-> betrekking op de personen tot wie de regels gericht zijn, hun inhoud, en op de sancties indien zij worden geschonden. A.Personen tot wie de regels gericht zijn o De regels van het materieel strafrecht zijn tot de gehele bevolking gericht. Tot iedereen dus. (Burgers en overheid) Vb: Als je niet mag stelen, dan mag de overheid ook niet stelen. o De regels van het strafprocesrecht richten zich in de eerste plaats tot de overheid (de personen die met de toepassing van het strafprocesrecht belast zijn= de politie, en de staande en zittende magistratuur. Dit vloeit voort uit het inquisitoir karater van het strafprocesrecht. Het is een proces tussen de gemeenschap en de verdachte. De bedoeling van de strafprocedure is het opleggen van beperkingen aan de overheid mbt tot het toepassen van het materieel strafrecht. Beperkingen mbt het vervolgen van bepaalde personen. Iemand die macht heeft zal daarvan gebruik gaan maken( al sinds de oude tijden). Aan die macht moeten bepaalde grenzen worden gesteld. Een overheid die bepaalde bevoegdheden heeft, heeft de neiging om die bevoegdheid te gebruiken en die macht uit te breiden. Vb: huiszoeking: Waarom bestaan regelen hieromtrent? Om te vermijden dat om het even welke overheidsinstantie om het even welk moment uw huis binnen kan vallen om een huiszoeking te doen. Daarom bestaan er procedure regels en alsmede beperkingen mbt wnn men mag over gaan tot een huisonderzoek. Procedure regels= bevel van de overheid, of toestemming van de bewoner. Het eerste wetboek dat een dictator die aan de macht komt wijzigt is het wetboek van stravordering. Dit om de bevoegdheden van politiediensten, etc. uit te breiden = meer macht aan de overheid. B. Inhoud van de regels o Inhoudelijk vallen de regels van het materieel strafrecht op door hun vanzelfsprekendheid!ze beschermen een reeks fundamentele waarden (Je mag niet doden, slaan of stelen,...). Wettelijke bepalingen die aangeven welke feiten strafbaar zijn onder welke voorwaarden en wie daarvoor kan worden vervolgd. Wat mag en wat mag niet? Welke zijn de constitutieve bepalingen van het misdrijf? Zijn er verzachtende omstandigheden. Deze figuren vertolken het algemeen rechtsgevoel op een juridische manier. Het is evident dat je procedures nodig hebt om dit toe te passen. o De meeste regels van het strafprocesrecht hebben die vanzelfsprekendheid niet. Ze zijn meestal niet aan bepaalde waarden(het leven, fysieke integriteit, eigendom, etc.) gekoppeld en berusten vaak op de afweging van verschillende belangen ( waarheidsvinding, grondrechten waaronder de rechten van verdediging). Specifieke procedureregels.! 12

13 De inhoud is vaak diffuus en makkelijker vatbaar voor verandering C. Sanctionering van schendingen o De sanctionering van schending van regels van het materieel strafrecht is vrij eenvoudig: op elk misdrijf staat een straf. Is dus zeer simpel. Sanctioneren is dus zeer duidelijk. De rechter moet de wet toepassen, en hij moet een straf opleggen die ligt tussen het minimum en het maximum. o De schending van een strafprocesrechtelijke norm wordt anders gesanctioneerd. De wet bepaalt zelden wat de precieze sanctie is (de wetgever ging ervan uit dat de professionelen de wet wel zouden volge). De rechtspraak speelt hier dan ook een belangrijke rol en houdt onder meer rekening met de vraag of de rechten van de verdediging geschonden zijn (want er is nood aan een belangenafweging met de waarheidsvinding). Ook kan het niet naleven van proces beginselen een misdrijf uitmaken en wordt deze krachtens het materieel strafrecht gesanctioneerd. Volgens sommige politici moet dit niet worden gesanctioneerd. Als men als wetgever zegt dat geen enkele procedureregel tot sanctionering moet leiden dan is het bestaan van de procedureregels opzich overbodig. Ze hebben ze zelf gestemd. BV; de huiszoeking-> Als men bij de huiszoeking een schriftelijke toestemming moet geven, dan werd dit gestemd omdat er misbruik van werd gemaakt. Voor deze nieuwe wet moest men enkel een mondelinge toestemming geven. De politie schreef gewoon in het proces-verbaal dat men had toegestemd, terwijl dit niet zo was. De nieuwe wet stelt dat de toestemming voorafgaand aan de huiszoeking moet en schriftelijk moet worden opgesteld om misbruiken te vermijden. Nu krabelt men erop terug. Het debat omtrent de sanctionering van de regels van het formeel strafrecht is een zeer moeilijk debat. De rechtspraak bepaalde vroeger hoe men moest overgaan tot de sanctionering. Als de wet iets niet regelt dan moet de rechter zelf op grond van art. 6 Ger. W. zelf bepaalde jurisprudentiele regels ontwerpen. Uiteindelijk werd dit wettelijk geregeld in de Wet Landuyt- > in bepaalde gevallen is er bewijs uitsluiting, maar meestal is dit niet zo. Een aantal sancties zijn denkbaar: De proceshandeling of het hele proces kan nietig zijn. Soms moet de rechter een onrechtmatig verkregen bewijsstuk buiten zijn beschouwingen houden -> hier moet men wel rekening houden met de antigoon rechtspraak. Soms wordt de strafvordering onontvankelijk Soms is er helemaal geen sanctie Soms is de sanctie onzeker (nog niet duidelijk)! 13

14 De problematiek mbt het sanctioneren van het formeel strafrecht is een internationaal probleem. Er is een toenemende repressieve tendens=> toenemend dat men minder gaat sanctioneren. Een repressief regime gaat minder streng gaan optreden. De rechtspraak van het EHRM gaat ook uit van een repressieve regime (sinds begin jaren 90 <> verdachte vriendelijke aanpak) VB: voor een lange tijd was er discussie binnen het EHRM omtrent de overschrijding van de redelijke termijn ex. Art. 6 EVRM. 2 opties 1) onontvankelijkheid van de strafvordering 2) de vermindering van de straf. Het hof heeft de bovenhand verleend aan de vermindering van de straf. 3. Doelstellingen van het strafprocesrecht In het strafproces staan verschillende belangen tegenover elkaar: o Het belang van de gemeenschap (bestraffing van de criminaliteit) o Het belang van het slachtoffer (schadevergoeding) o Het belang van de verdachte (eerlijk proces) Het strafproces heeft de ontdekking van de waarheid tot doel, maar deze waarheidsvinding mag echter niet tot stand komen met miskenning van de individuele grondrechten Dubbele finaliteit: De waarheidsvinding (A) De bescherming van de individuele grondrechten (B) Het is de taak van het strafprocesrecht om deze, vaak tegenstrijdige belangen met elkaar te verzoenen A. Waarheidsvinding o Het strafrecht maakt deel uit van het publiek recht: het conflict dat ontstaat ten gevolge van het plegen van een strafbaar feit wordt gezien als een conflict tussen de gemeenschap en de dader, niet als een conflict tussen dader en slachtoffer!de invalshoek van waaruit de regels van het strafprocesrecht zijn opgesteld, is voornamelijk die van het openbaar belang(finaliteit en wijze van het opstellen van het strafprocesrecht) De taak van de advocaat van de verdachte= toezien op de toepassing van de regels van het strafproces. o Het strafproces in zijn geheel (opsporing en vervolging van misdrijven, berechting van de! 14

15 daders) heeft, vanuit dit perspectief, als voornaamste doel de waarheidsvinding. Men moet de waarheid vinden. Maar soms is dit niet altijd mogelijk. Onderscheid tussen de 1) gerechtelijke waarheid 2) reële waarheid. De gerechtelijke waarheid kan men achterhalen, want de jury (rb) heeft dit beslist. Maar vaak weten we niet wat er concreet is gebeurd. We moeten zoveel mogelijk de waarheid gaan bepalen, maar het strafrecht is slechts een middel om de waarheid te achterhalen. Men kan niet altijd de absolute waarheid gaan bepalen. Bv: Als er te weinig elementa a charge zijn-> twijfel-> in dubio pro reo=vrijspraak. B. Bescherming van de individuele grondrechten o Vanuit de optiek van de individuele burger heeft het strafprocesrecht een andere functie!de eerbied voor de individuele grondrechten o In het kader van de waarheidsvinding worden aan de overheid belangrijke bevoegdheden toegekend die een verregaande beperking van bepaalde grondrechten kunnen inhouden (niet enkel ten aanzien van personen die ervan verdacht worden een misdrijf te hebben gepleegd, maar tevens ten aanzien van derden)!het beschermde belang is hier dus ruimer dan de loutere rechten van de verdediging in strafzaken in de mate dat er meer voorrang wordt verleend aan de individuele grondrechten zal het achterhalen van de waarheid moeilijker worden. o De rechten van de verdediging(verzamelnaam voor reeks van grondrechten) gelden specifiek voor personen die vervolgd worden wegens een misdrijf Art. 6 EVRM en Art. 14 I.V.B.P.R (voornaamste rechtsbronnen) C.Onderlinge afweging van waarheidsvinding en individuele grondrechten o Het strafprocesrecht probeert deze belangen te verzoenen. Dat is een delicate evenwichtsoefening. Gedurende de 19 e en de eerste helft van de 20 e eeuw stond de waarheidsvinding centraal. Sinds de totstandkoming van het EVRM is er meer aandacht voor de bescherming van de individuele grondrechten, dat een zelfstandig doel van het strafprocesrecht is geworden. De waarheid moet worden gevonden, maar op om het even welke manier. o De voornaamste waarborg! Het wettelijk kader van het overheidsoptreden VB: De telefoontap is enkel mogelijk in bepaalde gevallen. Er moet voorrang worden gegeven aan de rechten van de verdediging De beperking van grondrechten moet steeds op wettelijke basis berusten ( legaliteitsbeginsel):! 15

16 Art. 12 al. 2 GW! Vervolging kan slechts plaatsvinden in de gevallen die de wet bepaalt en in de vorm die zij voorschrijft ( verwijzing naar het strafprocesrecht) Huiszoeking = art. 15 GW Echter was het zo dat er geen inhoudelijke vereisten werden gesteld mbt dat optreden. Het was voldoende dat het overheidsoptreden op wettelijke basis berustte, opdat het rechtmatig zou zijn. o EVRM brengt hier verandering in! Het volstaat vandaag niet meer dat het overheidsoptreden ENKEL op een wettelijke basis berust. De wet moet in vele gevallen zekere voorwaarden vervullen opdat de inbreuk op individuele grondrechten zou geoorloofd zijn Vrijheidsberoving-> het is niet voldoende dat de vrijheidsberoving op een wettelijke basis berust en door een rechter wordt bevolen ( art. 12 GW). Moet ook worden voldaan aan de voorwaarden van art. 5 EVRM(1 &3) Huiszoeking De belangen van de burger in het algemeen (grondrechten), en van de verdachte in het bijzonder (rechten van de verdediging) wegen meer door in het strafproces dan voorheen. Het belang van de waarheidsvinding zal dus in bepaalde gevallen hiervoor moeten wijken Vb: wet franchimont: enkele verdedigingsrechten worden nu uitdrukkelijk bepaald m.b.t. het gerechtelijk onderzoek. o De concrete afweging van het belang van de waarheidsvinding en dat van de bescherming van de grondrechten gebeurt door de rechtspraak. In deze onderlinge afweging kan men een slingerbeweging vaststellen. Oorspronkelijk primeerde het belang van de waarheidsvinding. In 1933 is een autoritaire regime op een democratische verkozen manier aan de macht gekomen. Deze individuele grondrechten werden compleet aan de kant geschoven. Onder invloed van de internationale ontwikkeling van de mensenrechten (sinds de jaren 60 en het onstaan van het EVRM) is het belang van de bescherming van de grondrechten centraal komen te staan. Men wou een situatie zoals in 1933 vermijden. Dus de bovenhand aan mensenrechten. Een deel van de rechtsleer en een groot deel van de publieke opinie wijst op een te groot formalisme (overprocessualisering) dat tot maatschappelijk ongewenste resultaten leidt (zoals de vrijlating van verdachten waarvan de schuld quasi-vaststond)-> De wet franchimont heeft deze discussie nog meer aangewakkert. In de rechtspraak is een tegenreactie merkbaar!de Antigoonrechtspraak (Hof van! 16

17 Cassatie) heeft de sanctionering van onregelmatigheden begaan bij de bewijsvoering aanzienlijk versoepeld. Vanaf de jaren 90= meer repressieve aanpak (kaderen in het gevoel van de jaren 80 met de bende van nijvel, etc.) Ook merken we meer wetten die tot stand komen (witwaswetgeving,..) waar de waarheidsvinding zijn voorrang verkrijgt. Waar vroeger dit onrechtmatig bewijs steeds onbruikbaar werd in het strafproces, werd de regel in 2003 omgedraaid. Onrechtmatig bewijs moet door de strafrechter enkel nog in 3 hypothesen buiten beschouwing worden gelaten o Wanneer de miskende vormvoorwaarde op straffe van nietigheid is voorgeschreven o Wanneer de begane onrechtmatigheid de betrouwbaarheid van het bewijs heeft aangetast o Wanneer het gebruik van het bewijs in strijd is met het recht op een eerlijk proces Recente evoluties (tegen terrorisme en georganiseerde criminaliteit) Anti-terroristische wetgeving waardoor de rechten van de verdediging wordt beperkt= nieuwe vormen van criminaliteit die vaak internationale dimensies aannemen. Hier was er een nood aan een versoepeling van de proces voorschriften. o Speciale Politietechnieken zoals infiltratie en het gebruik van undercoveragenten = imperking van de grondrechten. De problemen doen zich vooral voor mbt tot het feit dat deze normaal enkel maar mogen worden aangewend voor specifieke vormen van criminaliteit maar toch algemeen worden gebruikt. Overzicht: Hoofdstuk 2: Accusatoire en inquisitoire rechtspleging 1. Principe De accusatoire rechtspleging De inquisitoire rechtspleging 2. Praktijk Hoofdstuk 2: Accusatoire en inquisitoire rechtspleging 1. Principe Een zuivere toepassing van deze 2 principes vind je niet meer. Doch is het interessant om hier nog op in te gaan. VB: Salduz-wetgeving: De tegenstanders van de wetgeving zeggen dat het recht van bijstand van een advocaat=puur een accusatoire rechtspleging terwijl wij in België Inquisitoire zijn. De accusatoire rechtspleging! 17

18 o Horizontale processtructuur! De aanklager en de verdediging staan op gelijke voet en vechten met gelijke wapens (equality of arms). De beide partijen staan op gelijke voet. VB: burgerlijk proces, want 2 particulieren die op gelijke voet met elkaar staan. Ze staan op complete voet van gelijkheid met elkaar waarbij beiden dezelfde rechten hebben. o Passieve rol van de rechter! Hij moet in hoofdzaak erop toezien dat de procedure correct verloopt en dat de partijen het proces fair spelen De taak van de rechter bestaat erin, na het aanhoren van de argumenten van beide partijen, te beslissen welke van beide juridisch gelijk heeft o Een accusatoir proces is volledig openbaar, zowel ten aanzien van de partijen als ten aanzien van het publiek. Deze is alsmede tegensprekelijk De inquisitoire rechtspleging o Verticale processtructuur! De overheid weegt door op de procesvoering en bepaalt het procesverloop. Men staat dus niet op gelijke voet. Er is een openbare aanklager, die niet namens het slachtoffer maar ambtshalve, namens de gemeenschap optreedt. o Actieve rol van de rechter! Zijn bestaat erin de waarheid te ontdekken Verregaande bevoegdheden Actieve leiding van het proces De rechter kan zelf het onderzoek leiden en eventueel bijkomende onderzoeksverrichtingen gaan bevelen. In de Angelsaksische landen ondergaat de rechter de procedure veel meer en hebben de partijen de bevoegdheid om de beklaagde te ondervragen. Tout juge est procureur-general ( er werd vroeger geen onderscheid gemaakt tussen de rechter en echt OM, nu wel dus)= weerspiegeling van het inquisitoir karakter. o Geheim en niet-tegensprekelijk karakter! Geheim! Achter gesloten deuren (noch de verdachte, noch het publiek is op de hoogte van het verloop van het onderzoek) 2. Praktijk Zuiver accusatoire of inquisitoire procedures komen vrijwel nergens (meer voor). In de common law is de accusatoire procedure het best bewaard gebleven. De beroepsrechter heeft enkel als taak erop toe te zien dat de bewijsvoering volgens de regels gebeurt. Die bewijsvoering is volledig in handen van de partijen. De procedure is alsook nie echt geheimelijk. De procedure in de continentale traditie was eerder inquisitoir( ook landen die! 18

19 hun model daarop hebben geinspireerd) Vandaag is ze (ook in België) eerder gemengd. Aan het onderzoek ten gronde gaat een vooronderzoek vooraf dat inquisitoir en dus geheim en niet- tegensprekelijk verloopt. In tweede fase gebeurt de terechtzitting, die wel accusatoir is. De rechter speelt dus een actievere rol ( zie hierboven). Wat het vooronderzoek betreft= Zuiver inquisitoir-> het openbaar ministerie heeft veel meer macht. Ook is zij geheim ( niet rekeninghoudend met de lekking in de media) en niet - tegensprekelijk: de verdachte moet ondergaan wat er gebeurd in het vooronderzoek (zie hiervoor het vooronderzoek; men moet dit ondergaan en er is hier geen beroep voor mogelijk. Zie telefoontap: hier kan je ook niks aan doen, want kom je pas te weten nadat dit is uitgevoerd. Niet-tegensprekelijk! De beklaagde wordt niet de mogelijkheid geboden om de tegen hem verzamelde bewijzen te weerleggen en de argumenten voor zijn verdediging naar voren te brengen. De verdachte wordt beschouwd als het object van de rechtspleging, niet als drager van rechten De terechtzitting= grondwet schrijft voor dat de terechtzitting openbaar is. Dit deel van het proces is tegensprekelijk. Hier heb je als verdachte recht op inzage van het strafdossier ( 1 uitz: BOM). Het is alsmede mondeling. Dit onderscheid moet dus sterk worden gerelativeerd. De rechtspraak van het EHRM zorgt ervoor dat deze procedures naar elkaar toegroeien. Wij (inquisitoire traditie) zijn meer en meer accusatoire tradities aan het opnemen. Ook in de Common Law landen worden aspecten van ons systeem overgenomen. VB: jury bij elke procedure wordt afgenomen, meer schriftelijke procedure. De raad van europa telt 47 lidstaten, dus de arresten van het EHRM die bepaalde normen opleggen hebben dus een zeer verregaande strekking. Deze landen hebben verschillende tradities. Hierdoor groeien de tradities tot elkaar. Het arrest Salduz v. Turijke: Salduz was een turkse minderjarige die omwille van activiteiten voor de PKK Art. 6 EVRM moet zo worden geinterpreteerd dat iemand die van zijn recht beroofd wordt heeft onmiddellijk recht op bijstand van zijn advocaat en niet pas na 24uur. Salduz-wet: De bijstand van een advocaat moet worden uitgebreid naar alle procedures (wat nu nog niet het geval). Onder invloed van de kleine Franchimont (1998)!Wijziging van de strafprocedure om de procedure van het vooronderzoek weg te trekken van het inquisitoire De grote Franchimont heeft het niet gehaald (zelfde doelstelling!procedure minder inquisitoir maken)!gesneuveld in het parlement! 19

20 3. Strafrechtshervorming in Europa!Niet kennen. Ons wetboek van strafvordering is zeer oud (van 1808). Wij zijn het enige land die zo n oud wetboek hebben. Deze dateert zelfs van voordat Belgie bestond. 1808= Code d instruction criminelle van Napoleon. Deze was volgens Napoleon de slechtste. Deze wordt dus in Belgie van kracht : verhuizen naar de Nederlandse regime. Het wetboek van 1808 wordt voorlopig gehandhaafd, maar de jury wordt afgeschaft (Nederland heeft hier een afkeer van). In 1830 (de Belgische onafhankelijkheid) wordt er in de grondwet een artikel opgenomen dat er nieuwe wetboeken moeten komen, voorlopig wordt het wetboek van 1808 gehandhaafd en de jury wordt weer ingevoerd. Het strafwetboek is nieuw, maar het wetboek v. Strafvordering is er niet gekomen. Dit artikel in de grondwet (verbintenis tot nieuwe wetboeken) werd uit de grondwet genomen. Wel hebben we de Voorafgaande titel van de wetboek van Strafvordering (VtSV). Men had een volledig nieuwe wetboek geschreven, maar enkel de eerste 30 artikelen werden opgenomen. In de loop van de tijd werden wel bepaalde artikels toegevoegd, doch is er nooit een nieuw wetboek gekomen. Wel waren er pogingen: 1.Commissie Franchimont: bepaalde dringende hervormingen en een nieuw wetboek De eerste doelstelling is behaald (wet franchimont). De Maxi-franchimont (ontwerp wetboek van strafvordering) werd echter niet aangenomen. Dit werd gestemd in de senaat, maar werd niet in de kamer aangenomen (omdat het werkveld niet klaar was voor dergelijke hervormingen). in 2006 al wordt er in dit ontwerp een bepaling voorzien dat wnn een verdachte van zijn vrijheid wordt beroeft (een nacht of 8uur) dan heeft men het recht om door een advocaat te worden bijgestaan. Nog geen 3 jaar nadien zegt het EHRM in zijn Salduz rechtspraak dat NIET na 8uur of een nacht MAAR onmiddellijk bij het ontnemen van uw vrijheid dan heeft men het recht op bijstand van de advocaat. Wat zegt de EU: in een richtlijn: Niet enkel wanneer je van vrijheid wordt berooft maar ALTIJD heeft men recht op bijstand van een advocaat. Deze tendensen duiden op het probleem van ons huidig wetboek van strafvordering, er zal dus een nieuwe wetboek van strafvordering moeten komen. De gevoeligheid van het onderwerp zorgt voor deze lange duurtijd. De gewone burger komt hier meer mee in aanraking. De tijd is nog nooit zo gunstig geweest voor een nieuw wetboek. De legislatuur wordt bij de volgende verkiezing op 5 jaar gebracht en er is maar 1 kamer. Men zal dus 5 jaar hebben om een wetboek van strafvordering uit te schrijven, voor advies van de RVS te sturen en dan in 1! 20

21 kamer te stemmen (vroeger 2 kamers en 4 jaar). Overzicht: Hoofdstuk 3: Verloop van het strafproces 1. Het vooronderzoek A. Opsporingsonderzoek en gerechtelijk onderzoek B. Kenmerken van het vooronderzoek (1) Het geheim karakter van het vooronderzoek (2) Het niet-tegensprekelijke karakter en sturing van vooronderzoek (3) Het schriftelijk karakter van het vooronderzoek 2. Het onderzoek ten gronde (1) Openbaarheid van terechtzitting en uitspraak (2) Het tegensprekelijk karakter van de procedure (3) Mondeling karakter van de rechtspleging Hoofdstuk 3: Verloop van het strafproces Het strafproces verloopt in 2 fasen:(onderscheid met burgerlijk proces) 1 Een geheime fase! Het vooronderzoek (grotendeels inquisitoir)-> hier komt meer en meer nadruk op gelegd. Dit kan jaren duren, terwijl de terechtzitting veel sneller gaat. 2 Een openbare fase! Het onderzoek ten gronde (grotendeels accusatoir) 1. Het vooronderzoek Het vooronderzoek is de fase die het onderzoek ter terechtzitting vooraf gaat en waarin gepoogd wordt de verdachte te identificeren en na te gaan of er voldoende bezwaren tegen hem bestaan. Is dit niet zo dan wordt het onderzoek stopgezet en wordt de tweede fase, het onderzoek ten gronde, niet aangevat. Over de grond van de zaak wordt in deze fase nog geen uitspraak gedaan. De onderzoeksverrichtingen tijdens het vooronderzoek zijn voorlopig. Alle onderzoeksverrichtingen zullen opnieuw moeten worden gesteld wanneer er een beoordeling ten gronde komt. Als je een casus krijgt dan moet je je als eerst afvragen of het een opsporingsonderzoek is, of een gerechtelijk onderzoek (regels verschillen). A.Opsporingsonderzoek en gerechtelijk onderzoek! 21

22 o Het vooronderzoek kan de vorm aannemen van een opsporingsonderzoek of van een gerechtelijk onderzoek o Het opsporingsonderzoek is het onderzoek dat wordt gevoerd door de procureur des Konings ( O.M.) en zijn hulpofficieren (zonder tussenkomst van de onderzoeksrechter). Een opsporingsonderzoek kan worden afgesloten met een beslissing tot niet-vervolging of met een dagvaarding voor het vonnisgerecht. Meer dan 90% van de zaken wordt op deze manier afgehandeld. Geen tussenkomst van de onderzoeksrechter vereist. o Het opsporingsonderzoek kan ook met een buitengerechtelijke afdoening worden besloten(2 vormen): Een minnelijke schikking (Art. 216bis Sv.) Een bemiddeling (Art. 216ter Sv.) o Het gerechtelijk onderzoek wordt gevoerd door de onderzoeksrechter, op vordering van de procureur des Konings. Dat gebeurt voor de zwaarste misdrijven, waarbij dwangmaatregelen (zoals een huiszoeking, telefoontap, aanhoudingsbevel) moeten gebeuren die de procureur niet zelf kan bevelen. De 10% die hieronder valt zijn de zwaarste zaken. Wanneer men een onderzoek kan voeren zonder dat er een huiszoeking, etc. nodig is dan zal de procureur des Konings dit zelfstandig afhandelen. Het onderscheid tussen het O.M. en de rechter is essentieel. Ze zijn beiden magistraat, maar het statuut van het O.M. is minder onafhankelijk want zij bevinden zich in een hiërarchische positie. Dit zorgt ervoor dat in het opsporingsonderzoek veel minder maatregelen kunnen worden getroffen. VB: huiszoek: Hier heb je een rechterlijk bevel nodig dus kan dit niet in de opsporingsonderzoek. VB: ondervraging van getuigen is ook Er is vraag naar het al dan niet behouden van het gerechtelijk onderzoek: In andere landen wend men zich gewoon naar de rechter in bepaalde gevallen. Het is dus slechts een opsporingsonderzoek. Waarom is dit onderscheid belangrijk? B.Kenmerken van het vooronderzoek o Het vooronderzoek is: geheim (1), niet-tegensprekelijk (2) en schriftelijk(3). Het vooronderzoek heeft dus een uitgesproken inquisitoir karakter. Dit inquisitoir karakter wordt afgezwakt door de kleien Franchimont van 12 maart Deze heeft hierdoor een meer horizontale processtructuur gekregen doordat de partijen in de mogelijkheid worden gesteld de gang van zaken mee te beïnvloeden. Men kan een controle uit! 22

23 gaan oefenen wanneer men zich binnen een gerechtelijk onderzoek bevindt( geld dus niet voor het opsporingsonderzoek). (1)Het geheim karakter van het vooronderzoek Het vooronderzoek is in principe geheim o Art. 28quinquis 1 Sv.!Opsporingsonderzoek o Art Sv.!Gerechtelijk onderzoek Doel: Enerzijds ervoor zorgen dat het onderzoek niet wordt gedwarsboomd. Anderzijds vermijden dat er onnodige publiciteit aan de zaak zou worden gegeven, wat nadelig zou kunnen zijn voor de verdachte(wanneer na verloop van tijd zijn onschuld zou blijken). Draagwijdte: Interne en externe openbaarheid. 1o Interne openbaarheid (t.a.v. verdachte en slachtoffer) De verdachte is niet aanwezig bij de onderzoeksverrichtingen en heeft in deze fase van het onderzoek geen inzage in het strafdossier. Deze wordt niet betrokken bij de onderzoeksverrichtingenhetzelfde geldt voor zijn advocaat en voor het slachtoffer Milderingen op de interne openbaarheid (door Wet Franchimont): Iedereen die wordt ondervraagd heeft recht op een gratis kopie van zijn proces-verbaal van ondervraging te vragen. Vroege als je werd ondervraagd en er een PV werd opgesteld dan kreeg je er geen kopij van. Nu heb je minstens een kopie van je eigen ondervraging. Art. 28quinquies 2 Sv en Art Sv..: Dit wordt onmiddellijk afgegeven, of binnen 3 maanden. Waarom is die bepaling ingevoerd? Te verkomen dat men andere personen kan briefen om gelijklopende verklaring af te leggen (collities voorkomen). Is dit nuttig? Wel je kan gewoon je antwoorden opschrijven als je thuis bent. (Beperkte) inzage in het strafdossier! Art. 61ter Sv.: geld enkel voor de zaak die bij wijze van een gerechterlijk onderzoek wordt onderzocht. Zie ook art voorlopige hechteniswet en art. 127 Sv. Voor uitz. op dit principe mbt het gerechterlijk onderzoek. 2o Externe openbaarheid (t.a.v. het publiek/media en pers) Alle onderzoeksverrichtingen en procedurehandelingen vinden in het geheim plaats, zonder dat het publiek wordt toegelaten<> groot onderscheid met de common law landen! 23

24 Zowel voor de reputatie van de persoon zelf alsmede om het onderzoek niet te belemmeren. Grondwettelijk hof: Het geheim karakter houdt aldus verband met het vermoeden van onschuld. Bij de terechtzitting is dit geheim karakter niet aanwezig. Dit omdat er reeds een onderzoek werd gevoerd. Milderingen op de externe openbaarheid Indien het openbaar belang dit vereist kan de procureur des Konings persmededelingen doen Art. 28quinquies 3 Sv. En Art Sv.: De wet van 12 maar 1989: Het recht opgenomen voor het O.M.om pers medelingen te doen, met inbegrip van bepaalde voorwaarden en de rechten van verdediging. Algemene informatie wordt aan het publiek ter kennis gegeven. De advocaat op grond van Art. 28quinquies 4 Sv. En Art Sv.: Hij kan namens zijn cliënt informatie aan de pers verstrekken. De advocaat heeft hiervoor toestemming van zijn cliënt nodig. Hij moet alsmede zijn deontologie respecteren. Het mag dus niet uitdraaien in een pleidooi voor uw cliënt. Sanctionering: o Eenieder die beroepsmatig zijn medewerking verleent aan het onderzoek is tot geheimhouding verplicht = belang van de strafvordering en het vermoeden van onschuld. Deze geheimhoudingsverplichting geld ook t.a.v personen en bedrijven uit de privésector die gehouden zijn gevolgen te geven aan bepaalde vorderingen van de overheid. Art. 28quinquies 1 Sv. En Art Sv. : Deze schending van het geheim heeft niet de nietigheid van het proces tot gevolg. Het hof van cassatie stelt dat het recht op een eerlijk proces niet in het gedrang komt als men als verdachte negatief in het beeld komt. Deze kan wel de nietigheid van de opsporingshandeling tot gevolg hebben Er is een vaste persrechter die de contacten met de pers regelt. De magistraat die het vonnis heeft geveld mag nooit voor de camera zijn vonnis gaan uitleggen. een rechter spreekt via zijn vonnisen en voor de rest zwijgt hij Een magistraat van het parket heeft dit niet, of toch minder (want moet niet objectief zijn). o Schending van deze verplichting kan invloed hebben op de geheimhouder (sanctie=strafrechterlijk misdrijf ex. Art. 458 SW.) en op de strafprocedure zelf (nietigheid! 24

25 van bepaalde opsporingshandelingen) Spanningsveld geheimhouding en de pers o De journalist is niet gebonden door het geheime vooronderzoek, enkel de personen die beroepshalve meewerken aan dat vooronderzoek! De journalist is dus niet gebonden door de geheimhoudingsplicht Ook bestaat er de speciale rechtsfiguur van het persmisdrijf-> moeilijk procedure waardoor dat persmisdrijven meestal onbestraft blijven. o Journalisten hebben sinds 2005 het wettelijk recht hun informatiebronnen te beschermen! Bronnengeheimhouding Delicate evenwichtsoefening tussen de geheimhouding van het vooronderzoek en het bronnengeheim waarop de media zich kan beroepen (2)Het niet-tegensprekelijke karakter en sturing van vooronderzoek Tijdens het vooronderzoek heeft de verdachte in principe niet het recht de tegen hem verzamelde bewaren te weerleggen en verweermiddelen aan te voeren. Hij zal deze mogelijkheid pas krijgen wanneer de zaak aan de vonnisrechter wordt voorgelegd, bij het onderzoek ten gronde ( hier wordt er immers geen uitspraak ten gronde gedaan) Mildering van dit principe t.a.v. het gerechtelijk onderzoek! De partijen kunnen het onderzoek mee sturen door aan de onderzoeksrechter specifieke onderzoeksdaden te vragen!sturing ex Art. 61quinquies Sv. <> art. 47bis 1 b SV. Wat niet veel voorstelt met betrekking tot het opsporingsonderzoek. (3)Het schriftelijk karakter van het vooronderzoek(strafdossier) Alle verrichtingen tijdens het vooronderzoek zijn schriftelijk! Van elke onderzoeksverrichting wordt een geschrift (proces-verbaal) opgemaakt, dat wordt toegevoegd aan het strafdossier. Dit strafdossier vormt de basis voor het latere onderzoek ter terechtzitting Het onderzoek is geheim, maar om controle te houden op wat er in het vooronderzoek werd gevoerd is er een strafdossier nodig. Als dit niet schriftelijk was dan zou elke latere controle door de rechter onmogelijk zijn. VB: ondervraging van een verdachte. Hier is een PV nodig, want anders kan men zeggen wat men wil. Art. 47bis Sv.! Regels opnemen van processen-verbaal van verhoren 2. Het onderzoek ten gronde! 25

26 Het onderzoek ten gronde is de onderzoeksfase waarin uitspraak wordt gedaan over de grond van de zaak. Er wordt nagegaan of de feiten lastens de beklaagde bewezen zijn en over de eventuele straf. Het onderzoek ten gronde vindt plaats voor de vonnisgerechten, in aanwezigheid van de beklaagde, die nu het openbaar ministerie kan tegenspreken De algemene kenmerken van de procedure zijn tegengesteld aan die van het vooronderzoek! Het onderzoek ten gronde is openbaar (1), tegensprekelijk (2) en mondeling (3) (1) Openbaarheid van terechtzitting en uitspraak De openbaarheid van de terechtzitting en de uitspraak is door de grondwet gewaarborgd (Art G.W.) Belangrijk want hier kan het publiek een controle functie uitgeoefend door het publiek, doch wordt dit vaak waargenomen door de pers. Op de openbaarheid van de terechtzitting bestaan twee uitzonderingen: o De rechter kan bevelen dat de zitting achter gesloten deuren plaatsvindt als de openbare orde of de goede zeden in gevaar komen (Art. 148 G.W.) -> vaak zeden zaken. Enkel de partijen in de zaak en de advocaat mogen aanwezig zijn. Het is niet de bedoeling dat de advocaat dan aan de pers verteld wat er gebeurd is, evident ogv de deontologie. o Op grond van Art. 6 EVRM kan dat ook als het privé-leven van de partijen in het gedrang komt Van het beginsel van de openbaarheid van de uitspraak kan niet worden afgeweken (Art. 149 G.W.) Moet altijd openbaar. De openbaarheid geldt niet voor de onderzoeksgerechten, tenzij in de gevallen dat die zich uitspreken over de grond van de zaak (Art. 9 Wet Bescherming Maatschappij; Art. 6 Probatiewet) De openbaarheid speelt op twee niveaus: o Interne openbaarheid: De beklaagde en het slachtoffer krijgen automatisch inzage in het strafdossier, en wel het volledige dossier (uitz. Bijzonder dossier van de BOM). o Externe openbaarheid: Voor de openbare opinie (en de pers) heeft de openbaarheid een controlefunctie. Het laat het publiek toe toezicht uit te oefenen op de strafrechtspleging.! 26

27 (2) Het tegensprekelijk karakter van de procedure Het recht op tegenspraak is de essentie van het recht op verdediging. Het onderzoek verloopt in de vorm van een debat tussen de vervolgende partij (het openbaar ministerie) en verdedigende partij (de beklaagde). Het gaat om een recht, niet om een plicht. De beklaagde kan verstek laten gaan. Equality of arms! Openbaar ministerei en beklaagde staan op gelijke voet In de praktijk wordt aan het principieel tegensprekelijk karakter van de rechtspleging ten gronde afbreuk gedaan door het grote gewicht dat uitgaat van het strafdossier o In de praktijk steunt de bewijsvoering ter terechtzitting doorgaans hoofdzakelijk op de stukken in het strafdossier!dus op de bewijzen die tijdens het vooronderzoek op niettegensprekelijke wijze vergaard zijn! De taak van de vonnisrechter is in grote mate herleid tot die van een verificatierechter, die de stukken uit het strafdossier nagaat (3) Mondeling karakter van de rechtspleging De verrichtingen tijdens het onderzoek ten gronde gebeuren mondeling, al wordt wel een proces-verbaal van de terechtzitting opgesteld (Art. 155 en 190ter Sv.) o Het openbaar ministerie vordert mondeling ( tegenover het schriftelijke van het vooronderzoek) o Onderzoeksverrichtingen, pleidooien gebeuren eveneens mondeling-> moet echter worden gerelativeerd. Juridische argumenten worden aangevoerd in een schriftelijke conclusie wat later gekoppeld wordt aan een mondeling pleidooi. Echter gelet op de toevloed aan strafzaken is het zo dat pleidooien ook geen uren mag duren. Een correctionele rechter moet soms op 1 voormiddag 6/7 zaken beoordelen.! 27

Samenvatting Strafprocesrecht Jonathan Van Dooren

Samenvatting Strafprocesrecht Jonathan Van Dooren Samenvatting Jonathan Van Dooren 1 Inhoudsopgave Titel 3: Algemene beginselen strafprocesrecht Hoofdstuk 1: Definitie 1. Begrip 2. Onderscheid tussen materieel en formeel strafrecht A. Personen tot wie

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

Samenvatting Strafprocesrecht

Samenvatting Strafprocesrecht Titel 3: Algemene beginselen strafprocesrecht Hoofdstuk 1: Definitie 1. Begrip Het strafprocesrecht is het geheel der rechtsregels betreffende de opsporing, vervolging en berechting van personen die ervan

Nadere informatie

HOOFDSTUK I: ORGANEN EN PERSONEN BIJ HET STRAFPROCES BETROKKEN 3

HOOFDSTUK I: ORGANEN EN PERSONEN BIJ HET STRAFPROCES BETROKKEN 3 INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE LIJST VAN DE VOORNAAMSTE WETGEVING V XIX XXI INLEIDING 1 HOOFDSTUK I: ORGANEN EN PERSONEN BIJ HET STRAFPROCES BETROKKEN 3 I. De gerechtelijke politie 4

Nadere informatie

De wet van 20 juli 1990 op de voorlopige hechtenis: begrip, evolutie en toepassingsgebied (D. De Wolf)... 19

De wet van 20 juli 1990 op de voorlopige hechtenis: begrip, evolutie en toepassingsgebied (D. De Wolf)... 19 INHOUD INLEIDING... 19 De wet van 20 juli 1990 op de voorlopige hechtenis: begrip, evolutie en toepassingsgebied (D. De Wolf)... 19 Inhoud... 19 Kernbibliografie... 19 Over wetten vóór 1990... 20 Over

Nadere informatie

Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN

Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN Frank Hutsebaut Leuvens Instituut voor Criminologie (LINC) KULeuven 1. Ter inleiding: enkele algemene noties 2. De bevoegdheid

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN 21 INLEIDING Algemene inleiding Aanleiding Probleemstelling en onderzoeksvragen 31

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN 21 INLEIDING Algemene inleiding Aanleiding Probleemstelling en onderzoeksvragen 31 De rol van de rechter bij de waarheidsvinding in de correctionele procedure. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar Belgisch, Frans en Nederlands recht. Daniel DE WOLF WAV TO KNOWLfDGE \UGrfV r die keure

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord... v Verkorte inhoudsopgave... vii Lijst van verkort geciteerde werken... xv DE CORRECTIONELE TERECHTZITTING

INHOUD. Voorwoord... v Verkorte inhoudsopgave... vii Lijst van verkort geciteerde werken... xv DE CORRECTIONELE TERECHTZITTING INHOUD Voorwoord............................................................ v Verkorte inhoudsopgave............................................... vii Lijst van verkort geciteerde werken......................................

Nadere informatie

ALGEMENE PRAKTISCHE RECHTSVERZAMELING ONDERZOEKSGERECHTEN. Raoul DECLERCQ

ALGEMENE PRAKTISCHE RECHTSVERZAMELING ONDERZOEKSGERECHTEN. Raoul DECLERCQ ALGEMENE PRAKTISCHE RECHTSVERZAMELING ONDERZOEKSGERECHTEN Raoul DECLERCQ Emeritus Advocaat-Generaal in het Hof van Cassatie Emeritus buitengewoon hoogleraar aan de K.U. Leuven 1993 story sdentia E. Story-Scientia

Nadere informatie

samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal! het beleid wordt uitgestippeld door een college van procureurs-generaal

samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal! het beleid wordt uitgestippeld door een college van procureurs-generaal Leg uit : het openbaar ministerie ( parket ) = hoeder van de openbare orde! 1) opsporen en onderzoeken 2) vervolgen 3) uitvoering van de straf samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal!

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2012 P.12.0878.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0878.N M G M, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Leslie Roelants, advocaat bij de balie te Antwerpen. I.

Nadere informatie

Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit een misdrijf...37

Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit een misdrijf...37 Inhoud Woord vooraf...27 Lijst van de voornaamste verkort geciteerde werken...29 Inleiding...31 1. Strafprocedure als een compromisoplossing... 31 2. Bronnen... 32 Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit

Nadere informatie

Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit een misdrijf...41

Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit een misdrijf...41 Inhoud Woord vooraf...29 Lijst van de voornaamste verkort geciteerde werken...31 Inleiding...33 1. Strafprocedure als een compromisoplossing... 33 2. Bronnen... 34 Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit

Nadere informatie

RECHT vaardig? Voorbereiding of naverwerking Opdracht 4

RECHT vaardig? Voorbereiding of naverwerking Opdracht 4 a) Wie zit waar Lees aandachtig onderstaande tekst. Duid nadien op de foto de plaats aan van de verschillende actoren (rood en onderlijnd in tekst) in een rechtbank. Bij een burgerlijke of een strafrechtelijk

Nadere informatie

DEEL I DE BIJZONDERE OPSPORINGSMETHODEN... 15

DEEL I DE BIJZONDERE OPSPORINGSMETHODEN... 15 De bijzondere opsporingsmethoden.book Page 3 Thursday, June 23, 2011 10:40 AM DEEL I DE BIJZONDERE OPSPORINGSMETHODEN... 15 HOOFDSTUK 1 DE TOTSTANDKOMING VAN DE WETGEVING... 17 1. De wet van 6 januari

Nadere informatie

Chris Van den Wyngaert. Strafrecht en strafprocesrecht

Chris Van den Wyngaert. Strafrecht en strafprocesrecht Chris Van den Wyngaert m.m.v. Bart De Smet Strafrecht en strafprocesrecht IN HOOFDLIJNEN Deel 2: Strafprocesrecht Maklu Antwerpen/Apeldoorn Inhoudstafel Beknopte Inhoudstafel Inhoudstafel Beknopte bibliografie

Nadere informatie

Strafvordering. Academiejaar 2008-2009 samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 1

Strafvordering. Academiejaar 2008-2009 samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 1 Strafvordering 1. INLEIDING... 4 A. OMSCHRIJVING... 4 1 Definitie... 4 2 Onderscheid tussen materieel en formeel strafrecht... 4 B. DOELSTELLINGEN VAN HET STRAFPROCESRECHT... 4 1 Waarheidsvinding vs. bescherming

Nadere informatie

Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken

Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken Jan VAN DROOGBROECK De extern accountant en extern belastingconsulent is overeenkomstig

Nadere informatie

De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor?

De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor? De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor? Is er in uw bedrijf al eens een ernstig arbeidsongeval gebeurd? Dan bent u als werkgever, als lid van de hiërarchische lijn, als preventieadviseur, als

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 21 maart 2011 ADVIES 2011-102 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 16 mei 2011 ADVIES 2011-265 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal dossier

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 JUNI 2015 P.15.0622.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0622.N M A H, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING

STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING Christophe THIEBAUT Advocaat PAQUES, NOPERE & THIEBAUT Assistent UCL Maître de conférences FUCAM II- DE OPSPORING * Basisstuk van de strafprocedure *

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JUNI 2015 P.15.0599.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0599.N 1. M M P V D V, beklaagde, 2. D H N H, beklaagde, aangehouden om andere redenen, eisers, beiden met als raadsman mr. Thierry

Nadere informatie

Inleiding. Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing = Potpourri II. Doel? Apparaat beter laten draaien Efficiënter optreden Sneller werken

Inleiding. Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing = Potpourri II. Doel? Apparaat beter laten draaien Efficiënter optreden Sneller werken Wet Potpourri II FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing

Nadere informatie

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 XXVI DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 335 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 336 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 336 1. Het begrip straf 336 2. Kenmerken 337 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie

Woord vooraf... 11. Inleiding en methodologie... 15. 1 Doelstelling van het onderzoek... 15

Woord vooraf... 11. Inleiding en methodologie... 15. 1 Doelstelling van het onderzoek... 15 Inhoudstafel Woord vooraf... 11 Inleiding en methodologie... 15 1 Doelstelling van het onderzoek... 15 2 Onderzoeksteam... 17 2.1 Kernteam UGent... 17 2.2 Expertengroep... 17 2.3 Begeleidingscomité...

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 1 december 2015 ADVIES 2015-94 Over de weigering om toegang te verlenen tot de inspectierapporten

Nadere informatie

Rolnummer 4704. Arrest nr. 16/2010 van 18 februari 2010 A R R E S T

Rolnummer 4704. Arrest nr. 16/2010 van 18 februari 2010 A R R E S T Rolnummer 4704 Arrest nr. 16/2010 van 18 februari 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 21ter van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, gesteld door de

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek ARRESTANTENVERZORGING Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek januari 2013 Doel van het strafproces / strafvordering = het nemen van strafvorderlijke beslissingen Bestaat uit =

Nadere informatie

INHOUD. Inleiding... 1 DEEL I. DE HISTORISCHE EVOLUTIE VAN DE BURGERLIJKE VORDERING UIT EEN MISDRIJF... 5

INHOUD. Inleiding... 1 DEEL I. DE HISTORISCHE EVOLUTIE VAN DE BURGERLIJKE VORDERING UIT EEN MISDRIJF... 5 INHOUD Inleiding............................................................. 1 DEEL I. DE HISTORISCHE EVOLUTIE VAN DE BURGERLIJKE VORDERING UIT EEN MISDRIJF...................................................

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 NOVEMBER 2013 P.13.1234.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1234.N I-II T M T, beschuldigde, gedetineerd, eiser, met als raadsman mr. Frédéric Thibaut, advocaat bij de balie te Mechelen,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 OKTOBER 2013 P.13.1403.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1403.F I. L. D'O., II. III. IV. R. S., M. D., 1. ALALUNGA ANSTALT VADUZ, firma naar Liechtensteins recht, 2. KICK INTERNATIONAL

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 MEI 2012 P.11.1908.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1908.N I R. L. M. P., inverdenkinggestelde. eiser, met als raadsman mr. Michaël Verstraeten, advocaat bij de balie te Gent. II M. G.

Nadere informatie

Aangifte bij de politie

Aangifte bij de politie U bent slachtoffer INLEIDING U bent slachtoffer geworden van een misdrijf. Dit is een ingrijpende gebeurtenis en u stelt zich waarschijnlijk allerhande vragen: welke rechten heb ik? Wat moet ik doen om

Nadere informatie

Opleidingscyclus Winkelveiligheid. De weg van het juridisch dossier. 21 november 2014

Opleidingscyclus Winkelveiligheid. De weg van het juridisch dossier. 21 november 2014 Opleidingscyclus Winkelveiligheid De weg van het juridisch dossier 21 november 2014 Overzicht 1. Verloop strafrechtelijke procedure Fase 1: Strafonderzoek - A. Opsporingsonderzoek - B. Gerechtelijk onderzoek

Nadere informatie

INLEIDING. Deze brochure geeft u een kort overzicht van het verloop van een procedure, uw rechten daarin en de stappen die u kan ondernemen.

INLEIDING. Deze brochure geeft u een kort overzicht van het verloop van een procedure, uw rechten daarin en de stappen die u kan ondernemen. U bent slachtoffer INLEIDING U bent slachtoffer geworden van een misdrijf (1). Dit is een ingrijpende gebeurtenis en u stelt zich waarschijnlijk allerhande vragen: welke rechten heb ik? Wat moet ik doen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 OKTOBER 2010 P.10.1029.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1029.N I. II. B. R., beklaagde, gedetineerd, eiser. met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. III.

Nadere informatie

Raf Verstraeten HANDBOEK STRAFVORDERING. 2de bijgewerkte druk Wetgeving bijgehouden tot 22 juli MAKLU Uitgevers Antwerpen - Apeldoorn

Raf Verstraeten HANDBOEK STRAFVORDERING. 2de bijgewerkte druk Wetgeving bijgehouden tot 22 juli MAKLU Uitgevers Antwerpen - Apeldoorn Raf Verstraeten HANDBOEK STRAFVORDERING 2de bijgewerkte druk Wetgeving bijgehouden tot 22 juli 1994 MAKLU Uitgevers Antwerpen - Apeldoorn INHOUD INLEIDING 31 1. Strafvordering als een compromisoplossing

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 FEBRUARI 2015 P.14.1739.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1739.F I. E. V. D., II. A. A. Mr. Patricia Vanlersberghe, advocaat bij het Hof van Cassatie. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF De

Nadere informatie

U wordt verdacht. Inhoud

U wordt verdacht. Inhoud Inhoud Deze brochure 3 Aanhouding en verhoor 3 Inverzekeringstelling 3 Uw advocaat 4 De reclassering 5 Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 Beperkingen en rechten 5 Voorgeleiding bij de officier

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 JUNI 2011 P.11.0172.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.0172.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN eiser, tegen 1. E. D. W., burgerlijke partij, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Bewijs. Strafzaken. Bewijsvoering. Onrechtmatig verkregen bewijs. Toelaatbaarheid. Beoordeling door de rechter Datum 23 maart 2004 Copyright and disclaimer Gelieve

Nadere informatie

Actualisatie strafrecht en strafprocesrecht Voor parketjuristen, referendarissen, stagiairs, beginnende magistraten

Actualisatie strafrecht en strafprocesrecht Voor parketjuristen, referendarissen, stagiairs, beginnende magistraten Actualisatie strafrecht en strafprocesrecht Voor parketjuristen, referendarissen, stagiairs, beginnende magistraten ref.: PEN-168/2017 Doelgroep Alle nieuwe parketjuristen (verplicht) Geïnteresseerde parketjuristen

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

Deze artikelen regelen de verplichting tot het verstrekken van informatie en het recht van toegang tot de beroepslokalen. 121

Deze artikelen regelen de verplichting tot het verstrekken van informatie en het recht van toegang tot de beroepslokalen. 121 Hoofdstuk 2 De misdrijven 63 152. In het fiscaal strafonderzoek gelden de gebruikelijke regels van het strafprocesrecht. De fiscus en het strafrechtelijk opsporingsapparaat opereren apart en zoals hierna

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.15.0263.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0263.N I M D J, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Luk Delbrouck, advocaat bij de balie te Hasselt. II W F B, beklaagde, eiser,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 OKTOBER 2012 P.12.0330.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0330.N I A J M G, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Frank Janssen, advocaat bij de balie te Turnhout. II J A L G, beklaagde,

Nadere informatie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie uitgave juni 2015 Minderjarigen kunnen volgens de Belgische wet geen misdrijven plegen. Wanneer je als jongere iets ernstigs mispeutert, iets wat illegaal is, pleeg je een als misdrijf omschreven feit

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 MAART 2012 P.12.0404.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0404.F J. N., Mrs. Thibault Maudoux, advocaten bij de balie te Namen, en Caroline Brotcorne, advocaat bij de balie te Brussel. I.

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 APRIL 2015 P.14.1146.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1146.N T K H, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Luc Arnou, advocaat bij de balie te Brugge, tegen 1. E V D C, 2.

Nadere informatie

crisis in de verzorgingsstaat , 294 economische crisis 82-85

crisis in de verzorgingsstaat , 294 economische crisis 82-85 Trefwoordenregister A Accusatoir versus inquisitoir 71-76, 137, 149-153 Afgeschermde getuige 524-527 Afluisteren van telefoongesprekken 233-235, 235-236, 336-342, 366, 380-381, 383, 387-388, 415, 432-433

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 APRIL 2019 P.18.1208.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1208.N W A V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Clercq, advocaat bij de balie Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

Justitiehuis Dendermonde

Justitiehuis Dendermonde Justitiehuis Dendermonde Dienst Slachtofferonthaal Treinongeval Wetteren op 4 mei 201 Info op 0 november 2016 Wat vooraf ging Als gevolg van het treinongeval werd een gerechtelijk onderzoek geopend bij

Nadere informatie

VOORWOORD 3 INLEIDING 4

VOORWOORD 3 INLEIDING 4 INHOUDSTAFEL VOORWOORD 3 INLEIDING 4 INHOUDSTAFEL 5 TREFWOORDENLIJST 13 KAART HOVEN VAN BEROEP 16 Kaart Hof van Beroep Antwerpen 17 Kaart Hof van Beroep Brussel 18 Kaart Hof van Beroep Gent 19 Kaart Hof

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 NOVEMBER 2013 P.13.1779.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1779.N P E, inverdenkinggestelde, aangehoudene, eiseres, met als raadsman mr. Thomas Vandemeulebroucke, advocaat bij de balie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

Toelichting bij het arrest 7/2013 van het Grondwettelijk Hof inzake het beroep tot vernietiging van de zgn. Salduzwet

Toelichting bij het arrest 7/2013 van het Grondwettelijk Hof inzake het beroep tot vernietiging van de zgn. Salduzwet Orde van Vlaamse Balies www.advocaat.be NOTA Koningsstraat 148 B 1000 Brussel T +32 (0)2 227 54 70 F +32 (0)2 227 54 79 info@advocaat.be Toelichting bij het arrest 7/2013 van het Grondwettelijk Hof inzake

Nadere informatie

Algemene Beginselen strafprocesrecht

Algemene Beginselen strafprocesrecht Algemene Beginselen strafprocesrecht Hoofdstuk I: Definitie 1. Begrip Het strafprocesrecht is het geheel der rechtsregels betreffende opsporing, vervolging en berechting van personen die ervan verdacht

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 DECEMBER 2015 P.15.0905.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0905.N I E Y, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Luk Delbrouck, advocaat bij de balie te Hasselt. II 1. M Y, beklaagde, eiser,

Nadere informatie

Inhoudstafel. 2. De impact van Potpourri II op het materieel strafrecht : een evaluatie in het licht van het voorontwerp van Strafwetboek...

Inhoudstafel. 2. De impact van Potpourri II op het materieel strafrecht : een evaluatie in het licht van het voorontwerp van Strafwetboek... I Inhoudstafel 1. Potpourri en de burgerlijke rechtspleging... 1 Piet Taelman I. Inleiding... 1 II. VAJA en enkele andere aspecten van de informatisering van justitie.. 2 III. Gezag van gewijsde... 7 IV.

Nadere informatie

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Tervurenlaan Brussel Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle COMITE

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Tervurenlaan Brussel Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle COMITE RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Tervurenlaan 211-1150 Brussel Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle COMITE Nota CCMC 2017/014 Brussel, 20 april 2017 BETREFT : Nota Salduz

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 In de zaak van het openbaar ministerie tegen: S. V. G., zonder gekend beroep, geboren te Gent op ( ), wonende te ( ) beklaagd van: A. Hetzij door daden,

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17 Inhoudsopgave Voorwoord / 5 Lijst van gebruikte afkortingen / 13 Deel I Het materiële strafrecht 1. Inleiding / 17 2. Straffen / 19 2.1 Hoofdstraffen ex artikel 9 Sr / 19 2.2 Bijkomende straffen / 20 3.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 oktober 2005 P.05.1056.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.05.1056.F.- DE FEDERALE PROCUREUR, tegen U. L. D. A. D., Mr. Marc Nève, advocaat bij de balie te Luik. I. Bestreden beslissing Het

Nadere informatie

Bijstand door een advocaat vanaf het eerste verhoor

Bijstand door een advocaat vanaf het eerste verhoor Bijstand door een advocaat vanaf het eerste verhoor 1 Inleiding Introductie Vorming = toelichting van Salduz-wet en col 3 vuistregels in Salduz-praktijk: 1. Eerste reflex = overlopen mogelijkheden en consequenties

Nadere informatie

Deel I Het principe: spreekrecht, ook voor ambtenaren 19

Deel I Het principe: spreekrecht, ook voor ambtenaren 19 Spreken of zwijgen.fm Page 5 Monday, November 5, 2012 10:12 AM INHOUDSTAFEL Voorwoord 3 Begrippenkader 15 Deel I Het principe: spreekrecht, ook voor ambtenaren 19 Hoofdstuk 1 De internationaalrechtelijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 OKTOBER 2008 P.08.0706.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.08.0706.N I H T V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent, ter rechtszitting bijgestaan

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 SEPTEMBER 2014 P.14.1380.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1380.N O D B, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadslieden mr. Alain Vergauwen en mr. Pierre Monville, advocaten

Nadere informatie

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337 II DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 337 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 338 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 338 1. Het begrip straf 338 2. Kenmerken 339 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie

WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s.

WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s. WETSVOORSTEL tot wijziging van de procedure van onmiddellijke verschijning in strafzaken (ingediend door de heer Bart Laeremans c.s.) TOELICHTING De wet van 28 maart 2000 tot invoeging van een procedure

Nadere informatie

Inleiding. Inleiding 3

Inleiding. Inleiding 3 Inleiding U wordt geraadpleegd door een vader wiens kind werd betrapt op het verhandelen van drugs en werd voorgeleid voor de procureur. De vader kreeg de boodschap dat het parket de aanhouding van zijn

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 SEPTEMBER 2007 P.07.0894.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.07.0894.N I. P. M. M. H., verdachte, gedetineerd, eiser, met als raadsman mr. Pol Vandemeulebroucke, advocaat bij de balie te Antwerpen.

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JUNI 2012 P.12.0873.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0873.F I. P. D. V., II. III. IV. P. D. V., P. D. V., P. D. V., V. P. D. V., Mrs. Cédric Vergauwen en Olivia Venet, advocaten bij de

Nadere informatie

Recht en bijstand bij juridische procedures

Recht en bijstand bij juridische procedures Recht en bijstand bij juridische procedures In deze folder leest u meer 0900-0101 (lokaal tarief) over de juridische bijstand door Slachtofferhulp Nederland en de rechten van slachtoffers. Een wirwar van

Nadere informatie

Toetsmatrijs BOA Basisbekwaamheid rechtskennis 1 januari 2017

Toetsmatrijs BOA Basisbekwaamheid rechtskennis 1 januari 2017 walificatiedossier: BOA Basisbekwaamheid Rechtskennis Geldig vanaf 1 januari 2017 Toetsvorm: Toetsduur: Cesuur: 50 Gesloten vragen 90 minuten 55% met correctie voor de gokkans Onderwerp Begrip/Artikel

Nadere informatie

NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht

NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht 4. NEDERLANDsE ORDE VAN ADVOCATEN. Strafprocesrecht Samsom H.D. Tjeenk Willink Alphen aan den Rijn 1992 Derde druk Prof. mr M. Wladimiroff Mr S.E. Marseille Dr mr J.M. Sjöcrona Mr P.R. Wery Strafprocesrecht

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 MEI 2016 P.16.0026.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0026.N I Y P J G, beklaagde, eiser, II M J C, beklaagde, eiseres, III 1. D G, beklaagde, 2. A G, beklaagde, 24 MEI 2016 P.16.0026.N/2

Nadere informatie

Voorwoord. Materieel strafrecht. Inleiding. 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid. De menselijke gedraging

Voorwoord. Materieel strafrecht. Inleiding. 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid. De menselijke gedraging Inhoud Voorwoord 9 Deel I Materieel strafrecht 11 1 Strafrecht 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid 13 13 14 18 I 4 5 II 6 7 8 9 10 11 De menselijke gedraging De gedraging Causaal

Nadere informatie

AFDELING III DE AANLEIDING VOOR EEN SOCIALE CONTROLE 13 DE VOORBEREIDING VAN EEN AANGEKONDIGDE SOCIALE CONTROLE 15

AFDELING III DE AANLEIDING VOOR EEN SOCIALE CONTROLE 13 DE VOORBEREIDING VAN EEN AANGEKONDIGDE SOCIALE CONTROLE 15 AFDELING I DE VASTSTELLING VAN HET BELEID TER BESTRIJDING VAN SOCIALE FRAUDE 1 1. Inleiding 1 2. De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst 2 3. Arrondissementscellen 6 3.1. Samenstelling van de arrondissementscellen

Nadere informatie

U bent gedagvaard. voor de politierechtbank voor de correctionele rechtbank

U bent gedagvaard. voor de politierechtbank voor de correctionele rechtbank U bent gedagvaard voor de politierechtbank voor de correctionele rechtbank InLEIDING Als u moet verschijnen voor de politierechtbank of de correctionele rechtbank, heeft u wellicht enkele vragen over wat

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 Not.nr. : GE45.FJ.4277/14-Sw4 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen: Stéphane Michel Christian W., zonder beroep, geboren te Boussu op (

Nadere informatie

Deze brochure 3. Aanhouding en verhoor 3. Inverzekeringstelling 4. De reclassering 5. Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5

Deze brochure 3. Aanhouding en verhoor 3. Inverzekeringstelling 4. De reclassering 5. Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 U WORDT VERDACHT INHOUD Deze brochure 3 Aanhouding en verhoor 3 Inverzekeringstelling 4 De reclassering 5 Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 Beperkingen en rechten 6 Voorgeleiding bij de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 SEPTEMBER 2016 P.16.0556.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0556.N P J G V, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Laurens Van Puyenbroeck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 JANUARI 2014 P.13.1753.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1753.N I 1. P J C L, met als raadsman mr. Jan Surmont, advocaat bij de balie te Turnhout, 2. STORG bvba, met zetel te 3530 Houthalen-Helchteren,

Nadere informatie

OPENBAAR MINISTERIE. Inhoud

OPENBAAR MINISTERIE. Inhoud OPENBAAR MINISTERIE 3 Inhoud Inleiding 4 Wat is het openbaar ministerie 4 Wie maakt deel uit van het openbaar ministerie? 4 Wat doet het openbaar ministerie? 5 1 Opsporing 5 2 Permanentie 6 3 Vervolging

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 JULI 2014 P.14.1029.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1029.N A B, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadslieden mr. Frank Marneffe, advocaat bij de balie te Antwerpen,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 MAART 2015 P.14.1796.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1796.F PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE LUIK, tegen A. S., Mr. Simone Nudelholc, advocaat bij het Hof van Cassatie. I.

Nadere informatie

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Algemeen Als u vermoedt dat een beroepsbeoefenaar uw rechten heeft geschonden, kunt u hem of de zorginstelling waarbinnen hij werkt aansprakelijk stellen. Volgens

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 FEBRUARI 2019 P.18.0793.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.0793.N B A, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Sven De Baere, advocaat bij de balie Brussel. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

[Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht]

[Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht] Toekomstig recht [Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht] Ingevoegd bij W. 2014.02.07, art. 6; Inwerkingtreding: onbepaald Noot: de wetgever voegt een Afdeling Vter in voor Afdeling Vbis en

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2019 P.18.0422.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr P.18.0422.N A M G M M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 JANUARI 2014 P.12.1826.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1826.N A C J J, inverdenkinggestelde, eiser, tegen N R, burgerlijke partij, verweerster. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 NOVEMBER 2013 P.12.1784.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1784.N R A C, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Henry Van Burm, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie