Samenvatting Strafprocesrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Strafprocesrecht"

Transcriptie

1 Titel 3: Algemene beginselen strafprocesrecht Hoofdstuk 1: Definitie 1. Begrip Het strafprocesrecht is het geheel der rechtsregels betreffende de opsporing, vervolging en berechting van personen die ervan worden verdacht een misdrijf gepleegd te hebben. Het beschrijft de vormvoorschriften en bepaalt de positie van de verschillende actoren in het strafproces (de overheid, de verdachte, het slachtoffer). Het bevat ook de regels betreffende de organisatie en werking van de strafgerechten en de regels betreffende de tenuitvoerlegging van de beslissingen van deze gerechten. In het strafprocesrecht wordt het materieel strafrecht gerealiseerd. Zonder afdwinging zijn rechtsregels immers zinloos. Er bestaat een inherente band tussen beiden. Men zal dus regelmatig moeten teruggrijpen naar begrippen uit het materieel strafrecht. Strafprocesrecht bevat vele formele voorschriften die bepalen hoe materieelrechterlijke voorschriften moeten worden toegepast. Het verloop van het proces is een formeel strafrechterlijk aspect. (Bv: de correctionalisering van een misdrijf (materieel strafrechterlijke rechtsfiguur) heeft vele implicaties voor het strafprocesrecht. Zaak komt niet voor het HvA. Dit omdat het HvA overbelast is. De techniek van de correctionalisering wordt aangewend om van misdaden wanbedrijven te maken en ze alsnog voor de correctionele rechtbank te brengen.) Synoniemen voor strafprocesrecht: Formeel strafrecht (meer in Nederland), strafrechtspleging, strafvordering 2. Onderscheid tussen materieel en formeel strafrecht Het onderscheid op 3 punten-> betrekking op de personen tot wie de regels gericht zijn, hun inhoud, en op de sancties indien zij worden geschonden. A. Personen tot wie de regels gericht zijn o De regels van het materieel strafrecht zijn tot de gehele bevolking gericht. Tot iedereen dus. (Burgers en overheid) Vb: Als je niet mag stelen, dan mag de overheid ook niet stelen. o De regels van het strafprocesrecht richten zich in de eerste plaats tot de overheid (de personen die met de toepassing van het strafprocesrecht belast zijn = de politie, de staande en zittende magistratuur. Dit vloeit voort uit het inquisitoir karakter van het strafprocesrecht. Het is een proces tussen de gemeenschap (vertegenwoordigd door het!1

2 OM) en de verdachte. Enkel wanneer een gewone burger verdacht wordt als (mede)dader, optreedt als getuige of tegen hem een dwangmaterieel word uitgevoerd, krijgt hij te maken met de regels van het strafprocesrecht. De bedoeling van de strafprocedure is het opleggen van beperkingen aan de overheid mbt tot het toepassen van het materieel strafrecht. Beperkingen mbt het vervolgen van bepaalde personen. Iemand die macht heeft zal daarvan gebruik gaan maken (al sinds de oude tijden). Aan die macht moeten bepaalde grenzen worden gesteld. Een overheid die bepaalde bevoegdheden heeft, heeft de neiging om die bevoegdheid te gebruiken en die macht uit te breiden. Vb: huiszoeking: Waarom bestaan regelen hieromtrent? Om te vermijden dat om het even welke overheidsinstantie om het even welk moment uw huis binnen kan vallen om een huiszoeking te doen. Daarom bestaan er procedureregels en alsmede beperkingen mbt wanneer men mag over gaan tot een huisonderzoek. Procedureregels = bevel van de overheid, of toestemming van de bewoner. Het eerste wetboek dat een dictator die aan de macht komt wijzigt is het wetboek van strafvordering. Dit om de bevoegdheden van politiediensten, etc. uit te breiden = meer macht aan de overheid. B. Inhoud van de regels o Inhoudelijk vallen de regels van het materieel strafrecht op door hun vanzelfsprekendheid Ze beschermen een reeks fundamentele waarden (Je mag niet doden, slaan of stelen,...). Wettelijke bepalingen die aangeven welke feiten strafbaar zijn onder welke voorwaarden en wie daarvoor kan worden vervolgd. Wat mag en wat mag niet? Welke zijn de constitutieve bepalingen van het misdrijf? Zijn er verzachtende omstandigheden, rechtvaardigingsgronden, schulduitsluitingsgronden of verschoningsgronden? Deze rechtsfiguren vertolken het algemeen rechtsgevoel op een juridische manier. Het is evident dat je procedures nodig hebt om dit toe te passen. o De meeste regels van het strafprocesrecht hebben die vanzelfsprekendheid niet. Het zijn spelregels /specifieke procedureregels die meestal niet aan bepaalde intrinsieke waarden/algemene rechtsgoederen (het leven, fysieke integriteit, eigendom, etc.) zijn gekoppeld en berusten vaak op onderlinge afweging van verschillende belangen (waarheidsvinding, grondrechten waaronder de rechten van verdediging). De inhoud is vaak diffuus en makkelijker vatbaar voor verandering. C. Sanctionering van schendingen o De sanctionering van schending van regels van het materieel strafrecht is vrij eenvoudig: Op elk misdrijf staat een straf. De rechter moet de wet toepassen en moet een straf opleggen die ligt tussen het minimum en het maximum.!2

3 o De schending van een strafprocesrechtelijke norm wordt anders gesanctioneerd. De wet bepaalt zelden wat de precieze sanctie is (De wetgever ging ervan uit dat de professionelen de wet wel zouden volgen). De rechtspraak speelt hier dan ook een belangrijke rol en houdt onder meer rekening met de vraag of de rechten van de verdediging geschonden zijn (want er is nood aan een belangenafweging met de waarheidsvinding). Ook kan het niet naleven van proces beginselen een misdrijf uitmaken en wordt deze krachtens het materieel strafrecht gesanctioneerd. Volgens sommige politici moet dit niet worden gesanctioneerd. Als men als wetgever zegt dat geen enkele procedureregel tot sanctionering moet leiden dan is het bestaan van de procedureregels op zich overbodig. Ze hebben ze zelf gestemd. BV; de huiszoeking-> Als men bij de huiszoeking een schriftelijke toestemming moet geven, dan werd dit gestemd omdat er misbruik van werd gemaakt. Voor deze nieuwe wet moest men enkel een mondelinge toestemming geven. De politie schreef gewoon in het proces-verbaal dat men had toegestemd, terwijl dit niet zo was. De nieuwe wet stelt dat de toestemming voorafgaand aan de huiszoeking moet en schriftelijk moet worden opgesteld om misbruiken te vermijden. Nu krabbelt men erop terug. Het debat omtrent de sanctionering van de regels van het formeel strafrecht is een zeer moeilijk debat. De rechtspraak bepaalde vroeger hoe men moest overgaan tot de sanctionering. Als de wet iets niet regelt dan moet de rechter zelf op grond van art. 6 Ger. W. zelf bepaalde jurisprudentiële regels ontwerpen. Uiteindelijk werd dit wettelijk geregeld in de Wet Landuyt > in bepaalde gevallen is er bewijsuitsluiting, maar meestal is dit niet zo. Een aantal sancties zijn denkbaar: De proceshandeling of het hele proces kan nietig zijn. Soms moet de rechter een onrechtmatig verkregen bewijsstuk buiten beschouwingen laten -> hier moet men wel rekening houden met de Antigoon-rechtspraak. Soms wordt de strafvordering onontvankelijk Soms is er helemaal geen sanctie Soms is de sanctie onzeker (nog niet duidelijk) De problematiek mbt het sanctioneren van het formeel strafrecht is een internationaal probleem. Er is een toenemende repressieve tendens => toenemend dat men minder gaat sanctioneren. Een repressief regime gaat minder streng gaan optreden. De rechtspraak van het EHRM gaat ook uit van een repressieve regime (sinds begin jaren 90 <> verdachte vriendelijke aanpak). VB: voor een lange tijd was er discussie binnen het EHRM omtrent de overschrijding van de redelijke termijn ex. Art. 6 EVRM. 2 opties: 1) onontvankelijkheid van de strafvordering 2) de vermindering van de straf. Het hof heeft de bovenhand verleend aan de vermindering van de straf. 3. Doelstellingen van het strafprocesrecht In het strafproces staan verschillende belangen tegenover elkaar:!3

4 o Het belang van de gemeenschap (bestraffing van de criminaliteit) o Het belang van het slachtoffer (schadevergoeding) o Het belang van de verdachte (eerlijk proces) Het strafproces heeft de ontdekking van de waarheid tot doel, maar deze waarheidsvinding mag echter niet tot stand komen met miskenning van de individuele grondrechten Dubbele finaliteit: De waarheidsvinding (A) De bescherming van de individuele grondrechten (B) Het is de taak van het strafprocesrecht om deze, vaak tegenstrijdige belangen met elkaar te verzoenen A. Waarheidsvinding o Het strafrecht maakt deel uit van het publiekrecht: Het conflict dat ontstaat ten gevolge van het plegen van een strafbaar feit wordt gezien als een conflict tussen de gemeenschap en de dader, niet als een conflict tussen dader en slachtoffer De invalshoek van waaruit de regels van het strafprocesrecht zijn opgesteld, is voornamelijk die van het openbaar belang( finaliteit en wijze van het opstellen van het strafprocesrecht) De taak van de advocaat van de verdachte is toezien op de toepassing van de regels van het strafproces. o Het strafproces in zijn geheel (opsporing en vervolging van misdrijven, berechting van de daders) heeft, vanuit dit perspectief, als voornaamste doel de waarheidsvinding. Men moet de waarheid vinden. Maar soms is dit niet altijd mogelijk. Onderscheid tussen de 1) gerechtelijke waarheid 2) reële waarheid. De gerechtelijke waarheid kan men achterhalen, want de jury (rb) heeft dit beslist. Maar vaak weten we niet wat er concreet is gebeurd. We moeten zoveel mogelijk de waarheid gaan bepalen, maar het strafrecht is slechts een middel om de waarheid te achterhalen. Men kan niet altijd de absolute waarheid gaan bepalen. Bv: Als er te weinig elementen à charge zijn -> twijfel -> in dubio pro reo =vrijspraak. B. Bescherming van de individuele grondrechten o Vanuit de optiek van de individuele burger heeft het strafprocesrecht een andere functie: de eerbied voor de individuele grondrechten o In het kader van de waarheidsvinding worden aan de overheid belangrijke bevoegdheden toegekend die een verregaande beperking van bepaalde grondrechten kunnen inhouden (niet enkel ten aanzien van personen die ervan verdacht worden een misdrijf te hebben gepleegd, maar tevens ten aanzien van derden) Het beschermde belang is hier dus ruimer dan de loutere rechten van de verdediging in strafzaken in de mate dat er meer voorrang wordt verleend aan de individuele grondrechten zal het achterhalen van de waarheid moeilijker worden.!4

5 o De rechten van de verdediging (verzamelnaam voor reeks van grondrechten) gelden specifiek voor personen die vervolgd worden wegens een misdrijf Art. 6 EVRM en Art. 14 I.V.B.P.R (voornaamste rechtsbronnen) C. Onderlinge afweging van waarheidsvinding en individuele grondrechten o Het strafprocesrecht probeert deze belangen te verzoenen. Dat is een delicate evenwichtsoefening. Gedurende de 19 e en de eerste helft van de 20 e eeuw stond de waarheidsvinding centraal. Sinds de totstandkoming van het EVRM is er meer aandacht voor de bescherming van de individuele grondrechten, dat een zelfstandig doel van het strafprocesrecht is geworden. De waarheid moet worden gevonden, maar op om het even welke manier. o De voornaamste waarborg Het wettelijk kader van het overheidsoptreden. VB: De telefoontap is enkel mogelijk in bepaalde gevallen. Er moet voorrang worden gegeven aan de rechten van de verdediging De beperking van grondrechten moet steeds op wettelijke basis berusten (legaliteitsbeginsel): Art. 12 al. 2 GW Vervolging kan slechts plaatsvinden in de gevallen die de wet bepaalt en in de vorm die zij voorschrijft ( verwijzing naar het strafprocesrecht) Huiszoeking = art. 15 GW Echter was het zo dat er geen inhoudelijke vereisten werden gesteld mbt dat optreden. Het was voldoende dat het overheidsoptreden op wettelijke basis berustte, opdat het rechtmatig zou zijn. o EVRM brengt hier verandering in Het volstaat vandaag niet meer dat het overheidsoptreden ENKEL op een wettelijke basis berust. De wet moet in vele gevallen zekere voorwaarden vervullen opdat de inbreuk op individuele grondrechten zou geoorloofd zijn Vrijheidsberoving -> het is niet voldoende dat de vrijheidsberoving op een wettelijke basis berust en door een rechter wordt bevolen ( art. 12 GW). Moet ook worden voldaan aan de voorwaarden van art. 5 EVRM(1 &3) Huiszoeking De belangen van de burger in het algemeen (grondrechten), en van de verdachte in het bijzonder (rechten van de verdediging) wegen meer door in het strafproces dan voorheen. Het belang van de waarheidsvinding zal dus in bepaalde gevallen hiervoor moeten wijken Vb: wet Franchimont: enkele verdedigingsrechten worden nu uitdrukkelijk bepaald m.b.t. het gerechtelijk onderzoek. o De concrete afweging van het belang van de waarheidsvinding en dat van de bescherming van de grondrechten gebeurt door de rechtspraak. In deze onderlinge afweging kan men een slingerbeweging vaststellen. Oorspronkelijk primeerde het belang van de waarheidsvinding. In 1933 is een autoritaire!5

6 regime op een democratische verkozen manier aan de macht gekomen. Deze individuele grondrechten werden compleet aan de kant geschoven. Onder invloed van de internationale ontwikkeling van de mensenrechten (sinds de jaren 60 en het ontstaan van het EVRM) is het belang van de bescherming van de grondrechten centraal komen te staan. Men wou een situatie zoals in 1933 vermijden. Dus de bovenhand aan mensenrechten. Een deel van de rechtsleer en een groot deel van de publieke opinie wijst op een te groot formalisme (overprocessualisering) dat tot maatschappelijk ongewenste resultaten leidt (zoals de vrijlating van verdachten waarvan de schuld quasi-vaststond)-> De wet Franchimont heeft deze discussie nog meer aangewakkerd. In de rechtspraak is een tegenreactie merkbaar De Antigoonrechtspraak (Hof van Cassatie) heeft de sanctionering van onregelmatigheden begaan bij de bewijsvoering aanzienlijk versoepeld. Vanaf de jaren 90= meer repressieve aanpak (kaderen in het gevoel van de jaren 80 met de bende van nijvel, etc.) Ook merken we meer wetten die tot stand komen (witwaswetgeving,..) waar de waarheidsvinding zijn voorrang verkrijgt. o o o Waar vroeger dit onrechtmatig bewijs steeds onbruikbaar werd in het strafproces, werd de regel in 2003 omgedraaid. Onrechtmatig bewijs moet door de strafrechter enkel nog in 3 hypothesen buiten beschouwing worden gelaten Wanneer de miskende vormvoorwaarde op straffe van nietigheid is voorgeschreven Wanneer de begane onrechtmatigheid de betrouwbaarheid van het bewijs heeft aangetast Wanneer het gebruik van het bewijs in strijd is met het recht op een eerlijk proces Recente evoluties (tegen terrorisme en georganiseerde criminaliteit) Anti-terroristische wetgeving waardoor de rechten van de verdediging wordt beperkt= nieuwe vormen van criminaliteit die vaak internationale dimensies aannemen. Hier was er een nood aan een versoepeling van de proces voorschriften. o Speciale Politietechnieken zoals infiltratie en het gebruik van undercoveragenten = inperking van de grondrechten. De problemen doen zich vooral voor mbt tot het feit dat deze normaal enkel maar mogen worden aangewend voor specifieke vormen van criminaliteit maar toch algemeen worden gebruikt. Hoofdstuk 2: Accusatoire en inquisitoire rechtspleging 1. Principe Een zuivere toepassing van deze 2 principes vind je niet meer. Doch is het interessant om hier nog op in te gaan. VB: Salduz-wetgeving: De tegenstanders van de wetgeving zeggen dat het recht van bijstand van een advocaat duidt op puur een accusatoire rechtspleging terwijl wij in België inquisitoire zijn.!6

7 De accusatoire rechtspleging o Horizontale processtructuur De aanklager en de verdediging staan op gelijke voet en vechten met gelijke wapens (equality of arms). De partijen hebben het proces volledig in handen, bepalen welke onderzoeksverrichtingen zullen plaatsen en op welke wijze. o Passieve rol van de rechter Hij moet in hoofdzaak erop toezien dat de procedure correct verloopt en dat de partijen het proces fair spelen De taak van de rechter bestaat erin, na het aanhoren van de argumenten van beide partijen, te beslissen welke van beide juridisch gelijk heeft o Een accusatoir proces is volledig openbaar, zowel ten aanzien van de partijen als ten aanzien van het publiek. Deze is alsmede tegensprekelijk De inquisitoire rechtspleging o Verticale processtructuur De overheid weegt door op de procesvoering en bepaalt het procesverloop. Men staat dus niet op gelijke voet. Er is een openbare aanklager, die niet namens het slachtoffer maar ambtshalve, namens de gemeenschap optreedt. o Actieve rol van de rechter Zijn bestaat erin de waarheid te ontdekken Verregaande bevoegdheden Actieve leiding van het proces De rechter kan zelf het onderzoek leiden en eventueel bijkomende onderzoeksverrichtingen gaan bevelen. In de Angelsaksische landen ondergaat de rechter de procedure veel meer en hebben de partijen de bevoegdheid om de beklaagde te ondervragen. Tout juge est procureur-general (er werd vroeger geen onderscheid gemaakt tussen de rechter en echt OM, nu wel dus) = weerspiegeling van het inquisitoir karakter. o Geheim en niet-tegensprekelijk karakter Geheim Achter gesloten deuren gevoerd (noch de verdachte, noch het publiek is op de hoogte van het verloop van het onderzoek) Niet-tegensprekelijk De beklaagde wordt niet de mogelijkheid geboden om de tegen hem verzamelde bewijzen te weerleggen en de argumenten voor zijn verdediging naar voren te brengen. De verdachte wordt beschouwd als het object van de rechtspleging, niet als drager van rechten. 2. Praktijk Zuiver accusatoire of inquisitoire procedures komen vrijwel nergens (meer voor). In de common law is de accusatoire procedure het best bewaard gebleven. De beroepsrechter heeft enkel als taak erop toe te zien dat de bewijsvoering volgens de regels gebeurt. Die bewijsvoering is volledig in handen van de partijen. De procedure is alsook nie echt!7

8 geheimelijk. De procedure in de continentale traditie was eerder inquisitoir (ook landen die hun model daarop hebben geïnspireerd) Vandaag is ze (ook in België) eerder gemengd. Aan het onderzoek ten gronde gaat een vooronderzoek vooraf dat inquisitoir en dus geheim en niet-tegensprekelijk verloopt. In tweede fase gebeurt de terechtzitting, die wel accusatoir is. De rechter speelt dus een actievere rol (zie hierboven). Het vooronderzoek is zuiver inquisitoir -> het openbaar ministerie heeft veel meer macht. Ook is zij geheim (niet rekeninghoudend met de lekking in de media) en niet tegensprekelijk: de verdachte moet ondergaan wat er gebeurd in het vooronderzoek. Er is hier geen beroep voor mogelijk. Zie telefoontap: hier kan je ook niks aan doen, want kom je pas te weten nadat dit is uitgevoerd. De grondwet schrijft voor dat de terechtzitting openbaar is. Dit deel van het proces is tegensprekelijk. Hier heb je als verdachte recht op inzage van het strafdossier (1 uitz.: BOM). Het is alsmede mondeling. Dit onderscheid moet dus sterk worden gerelativeerd. De rechtspraak van het EHRM zorgt ervoor dat deze procedures naar elkaar toegroeien. Wij (inquisitoire traditie) zijn meer en meer accusatoire tradities aan het opnemen. Ook in de Common Law landen worden aspecten van ons systeem overgenomen. VB: jury bij elke procedure wordt afgenomen, meer schriftelijke procedure. De raad van europa telt 47 lidstaten, dus de arresten van het EHRM die bepaalde normen opleggen hebben dus een zeer verregaande strekking. Deze landen hebben verschillende tradities. Hierdoor groeien de tradities tot elkaar. Het arrest Salduz v. Turijke: Salduz was een turkse minderjarige die omwille van activiteiten voor de PKK. Art. 6 EVRM moet zo worden geïnterpreteerd dat iemand die van zijn recht beroofd wordt heeft onmiddellijk recht op bijstand van zijn advocaat en niet pas na 24uur. Salduz-wet: De bijstand van een advocaat moet worden uitgebreid naar alle procedures (wat nu nog niet het geval). Onder invloed van de kleine Franchimont (1998) Wijziging van de strafprocedure om de procedure van het vooronderzoek weg te trekken van het inquisitoire De grote Franchimont heeft het niet gehaald (zelfde doelstelling Procedure minder inquisitoir maken) Gesneuveld in het parlement Hoofdstuk 3: Verloop van het strafproces Het strafproces verloopt in 2 fasen (onderscheid met burgerlijk proces): 1: Een geheime fase Het vooronderzoek (grotendeels inquisitoir) -> hier wordt meer en meer nadruk opgelegd. Dit kan jaren duren, terwijl de terechtzitting veel sneller gaat. 2: Een openbare fase Het onderzoek ten gronde (grotendeels accusatoir)!8

9 1. Het vooronderzoek Het vooronderzoek is de fase die het onderzoek ter terechtzitting vooraf gaat en waarin gepoogd wordt de verdachte te identificeren en na te gaan of er voldoende bezwaren tegen hem bestaan. Is dit niet zo dan wordt het onderzoek stopgezet en wordt de tweede fase, het onderzoek ten gronde, niet aangevat. Over de grond van de zaak wordt in deze fase nog geen uitspraak gedaan. De onderzoeksverrichtingen tijdens het vooronderzoek zijn voorlopig. Alle onderzoeksverrichtingen zullen opnieuw moeten worden gesteld wanneer er een beoordeling ten gronde komt. Als je een casus krijgt dan moet je je als eerst afvragen of het een opsporingsonderzoek is, of een gerechtelijk onderzoek (regels verschillen). A. Opsporingsonderzoek en gerechtelijk onderzoek Het vooronderzoek kan de vorm aannemen van een opsporingsonderzoek of van een gerechtelijk onderzoek o Het opsporingsonderzoek is het onderzoek dat wordt gevoerd door de procureur des Konings (O.M.) en zijn hulpofficieren (zonder tussenkomst van de onderzoeksrechter). Een opsporingsonderzoek kan worden afgesloten met een beslissing tot niet-vervolging of met een dagvaarding voor het vonnisgerecht. Meer dan 90% van de zaken wordt op deze manier afgehandeld. Geen tussenkomst van de onderzoeksrechter vereist. Het opsporingsonderzoek kan ook met een buitengerechtelijke afdoening worden besloten: Een minnelijke schikking (Art. 216bis Sv.) Een bemiddeling (Art. 216ter Sv.) o Het gerechtelijk onderzoek wordt gevoerd door de onderzoeksrechter, op vordering van de procureur des Konings. Dat gebeurt voor de zwaarste misdrijven, waarbij dwangmaatregelen (zoals een huiszoeking, telefoontap, aanhoudingsbevel) moeten gebeuren die de procureur niet zelf kan bevelen. De 10% die hieronder valt zijn de zwaarste zaken. Wanneer men een onderzoek kan voeren zonder dat er een huiszoeking, etc. nodig is dan zal de procureur des Konings dit zelfstandig afhandelen. Aan de verdachten en het slachtoffer wordt de mogelijkheid geboden om het gerechtelijk onderzoek mee te sturen. Het verloopt onder de controle van de onderzoeksgerechten (kamer van inbeschuldigingstelling) Het wordt afgesloten door de raadkamer in een regeling der rechtspleging. Het onderscheid tussen het O.M. en de rechter is essentieel. Ze zijn beiden magistraat, maar het statuut van het O.M. is minder onafhankelijk want zij bevinden zich in een hiërarchische positie. Dit zorgt ervoor dat in het opsporingsonderzoek veel minder maatregelen kunnen worden getroffen. VB: huiszoeking/ondervraging van getuigen: Hier heb je een rechterlijk bevel nodig dus kan dit niet in het opsporingsonderzoek.!9

10 Er is vraag naar het al dan niet behouden van het gerechtelijk onderzoek: In andere landen wendt men zich gewoon tot de rechter in bepaalde gevallen. Het is dus slechts een opsporingsonderzoek. B. Kenmerken van het vooronderzoek o Het vooronderzoek is: geheim (1), niet-tegensprekelijk (2) en schriftelijk (3). Het vooronderzoek heeft dus een uitgesproken inquisitoir karakter. Dit inquisitoir karakter wordt afgezwakt door de kleine Franchimont van 12 maart Deze heeft hierdoor een meer horizontale processtructuur gekregen doordat de partijen in de mogelijkheid worden gesteld de gang van zaken mee te beïnvloeden. Men kan een controle uit gaan oefenen wanneer men zich binnen een gerechtelijk onderzoek bevindt (geld dus niet voor het opsporingsonderzoek). (1) Het geheim karakter van het vooronderzoek Het vooronderzoek is in principe geheim o Art. 28quinquis 1 Sv. Opsporingsonderzoek o Art Sv. Gerechtelijk onderzoek Doel: Enerzijds ervoor zorgen dat het onderzoek niet wordt gedwarsboomd. Anderzijds vermijden dat er onnodige publiciteit aan de zaak zou worden gegeven, wat nadelig zou kunnen zijn voor de verdachte (wanneer na verloop van tijd zijn onschuld zou blijken). Draagwijdte: Interne en externe openbaarheid. 1. Interne openbaarheid (t.a.v. verdachte en slachtoffer) De verdachte is niet aanwezig bij de onderzoeksverrichtingen en heeft in deze fase van het onderzoek geen inzage in het strafdossier. Deze wordt niet betrokken bij de onderzoeksverrichtingen. Hetzelfde geldt voor zijn advocaat en voor het slachtoffer. Milderingen op de interne openbaarheid (door Wet Franchimont): Iedereen die wordt ondervraagd heeft recht op een gratis kopie van zijn procesverbaal van ondervraging te vragen. Vroeger als je werd ondervraagd en er een PV werd opgesteld dan kreeg je er geen kopij van. Art. 28quinquies 2 Sv en Art Sv.: Dit wordt onmiddellijk afgegeven of binnen 3 maanden. Voorkomen dat men andere personen kan briefen om gelijklopende verklaring af te leggen (collaties voorkomen). Is dit nuttig? (Je kan gewoon je antwoorden opschrijven als je thuis bent) (Beperkte) inzage in het strafdossier Art. 61ter Sv.: geld enkel voor de zaak die bij wijze van een gerechterlijk onderzoek wordt onderzocht. Zie ook art voorlopige hechteniswet en art. 127 Sv. voor uitzonderingen op dit principe mbt het gerechterlijk onderzoek. 2. Externe openbaarheid (t.a.v. het publiek/media en pers) Alle onderzoeksverrichtingen en procedurehandelingen vinden in het geheim plaats (achter gesloten deuren), zonder dat het publiek wordt toegelaten <> groot onderscheid!10

11 met de common law landen. Zowel voor de reputatie van de persoon zelf alsmede om het onderzoek niet te belemmeren. Grondwettelijk hof: Het geheim karakter houdt aldus verband met het vermoeden van onschuld. Bij de terechtzitting is dit geheim karakter niet aanwezig. Dit omdat er reeds een onderzoek werd gevoerd. Milderingen op de externe openbaarheid Indien het openbaar belang dit vereist kan de procureur des Konings persmededelingen doen. Art. 28quinquies 3 Sv. en Art Sv.: De wet van 12 maar 1989: Het recht opgenomen voor het O.M.om pers mededelingen te doen, met inbegrip van bepaalde voorwaarden en de rechten van verdediging. Algemene informatie wordt aan het publiek ter kennisgegeven. De advocaat op grond van Art. 28quinquies 4 Sv. en Art Sv.: Hij kan namens zijn cliënt informatie aan de pers verstrekken. De advocaat heeft hiervoor toestemming van zijn cliënt nodig. Hij moet alsmede zijn deontologie respecteren. Het mag dus niet uitdraaien in een pleidooi voor uw cliënt. In beide gevallen (parket en advocaat), voor zover als mogelijk, mag de identiteit (ook geen foto) van de in het dossier genoemde partijen niet worden vrijgegeven. Sanctionering: o Eenieder die beroepsmatig zijn medewerking verleent aan het onderzoek is tot geheimhouding verplicht = belang van de strafvordering en het vermoeden van onschuld. Deze geheimhoudingsverplichting geldt ook t.a.v personen en bedrijven uit de privésector die gehouden zijn gevolgen te geven aan bepaalde vorderingen van de overheid. Art. 28quinquies 1 Sv. en Art Sv.: Deze schending van het geheim heeft niet de nietigheid van het proces tot gevolg. Het hof van cassatie stelt dat het recht op een eerlijk proces niet in het gedrang komt als men als verdachte negatief in het beeld komt. Deze kan wel de nietigheid van de opsporingshandeling tot gevolg hebben. Er is een vaste persrechter die de contacten met de pers regelt. De magistraat die het vonnis heeft geveld mag nooit voor de camera zijn vonnis gaan uitleggen. een rechter spreekt via zijn vonnissen en voor de rest zwijgt hij Een magistraat van het parket heeft dit niet, of toch minder (want moet niet objectief zijn). o Schending van deze verplichting kan invloed hebben op de geheimhouder (sanctie = strafrechterlijk misdrijf ex. Art. 458/460ter SW.) en op de strafprocedure zelf (nietigheid van bepaalde opsporingshandelingen) Spanningsveld geheimhouding en de pers o De journalist is niet gebonden door het geheime vooronderzoek, enkel de personen die beroepshalve meewerken aan dat vooronderzoek zijb gehouden tot geheimhoudingsplicht. Ook bestaat er de speciale rechtsfiguur van het persmisdrijf die journalisten beschermt die, bij het schenden van het geheim van het onderzoek, een misdrijf zouden plegen (helling/laster en eerroof) -> moeilijke procedure voor HvA waardoor dat persmisdrijven meestal onbestraft blijven. o Journalisten hebben sinds 2005 het wettelijk recht hun informatiebronnen te beschermen en kunnen niet vervolgd worden wegens medeplichtigheid aan schending!11

12 van het beroepsgeheim Bronnengeheimhouding Delicate evenwichtsoefening tussen de noodzaak aan een vrije gerechtsverslaggeving en de bescherming van het vermoeden van onschuld en de privacy van verdachten en slachtoffer. (2) Het niet-tegensprekelijke karakter en sturing van vooronderzoek Tijdens het vooronderzoek heeft de verdachte in principe niet het recht de tegen hem verzamelde bewaren te weerleggen en verweermiddelen aan te voeren. Hij zal deze mogelijkheid pas krijgen wanneer de zaak aan de vonnisrechter wordt voorgelegd, bij het onderzoek ten gronde. (Hier wordt er immers geen uitspraak ten gronde gedaan) Mildering van dit principe t.a.v. het gerechtelijk onderzoek De partijen kunnen het onderzoek mee sturen door aan de onderzoeksrechter specifieke onderzoeksdaden te vragen Sturing ex Art. 61quinquies Sv. en art. 47bis 1 b SV. (3) Het schriftelijk karakter van het vooronderzoek(strafdossier) Alle verrichtingen tijdens het vooronderzoek zijn schriftelijk Van elke onderzoeksverrichting wordt een geschrift (proces-verbaal) opgemaakt, dat wordt toegevoegd aan het strafdossier. Dit strafdossier vormt de basis voor het latere onderzoek ter terechtzitting Het onderzoek is geheim, maar om controle te houden op wat er in het vooronderzoek werd gevoerd is er een strafdossier nodig. Als dit niet schriftelijk was dan zou elke latere controle door de rechter onmogelijk zijn. VB: ondervraging van een verdachte. Hier is een PV nodig, want anders kan men zeggen wat men wil. Art. 47bis Sv. Regels opnemen van processen-verbaal van verhoren 2. Het onderzoek ten gronde Het onderzoek ten gronde is de onderzoeksfase waarin uitspraak wordt gedaan over de grond van de zaak. Er wordt nagegaan of de feiten lastens de beklaagde bewezen zijn en over de eventuele straf. Het onderzoek ten gronde vindt plaats voor de vonnisgerechten, in aanwezigheid van de beklaagde, die nu het openbaar ministerie kan tegenspreken De algemene kenmerken van de procedure zijn tegengesteld aan die van het vooronderzoek Het onderzoek ten gronde is openbaar (1), tegensprekelijk (2) en mondeling (3) (1) Openbaarheid van terechtzitting en uitspraak De openbaarheid van de terechtzitting en de uitspraak is door de grondwet gewaarborgd (Art GW) Belangrijk want hier kan het publiek een controlefunctie uitgeoefend, doch wordt dit vaak waargenomen door de pers. Op de openbaarheid van de terechtzitting bestaan twee uitzonderingen:!12

13 o De rechter kan bevelen dat de zitting achter gesloten deuren plaatsvindt als de openbare orde of de goede zeden in gevaar komen (Art. 148 G.W.) -> vaak zedenzaken. Enkel de partijen in de zaak en de advocaat mogen aanwezig zijn. Het is niet de bedoeling dat de advocaat dan aan de pers verteld wat er gebeurd is, evident ogv de deontologie. o Op grond van Art. 6 EVRM kan dat ook als het privé-leven van de partijen in het gedrang komt Van het beginsel van de openbaarheid van de uitspraak kan niet worden afgeweken (Art. 149 G.W.) Moet altijd openbaar. De openbaarheid geldt niet voor de onderzoeksgerechten, tenzij in de gevallen waarin de raadkamer of de kamer van inbeschuldigingstellign zich uitspreken over de grond van de zaak (Art. 9 Wet Bescherming Maatschappij; Art. 6 Probatiewet) De openbaarheid speelt op twee niveaus: 1. Interne openbaarheid: De beklaagde en het slachtoffer krijgen automatisch inzage in het volledige strafdossier. Dit is noodzakelijk om zich naar behoren te kunnen verdedigingen tegen de aanklacht. (uitz. Bijzonder dossier van de BOM). 2. Externe openbaarheid: Voor de openbare opinie (en de pers) heeft de openbaarheid een controlefunctie. Het laat het publiek toe toezicht uit te oefenen op de strafrechtspleging. De minister van justitie is politiek verantwoordelijk. (2) Het tegensprekelijk karakter van de procedure Het recht op tegenspraak is de essentie van het recht op verdediging. Het onderzoek verloopt in de vorm van een debat tussen de vervolgende partij (het openbaar ministerie) en verdedigende partij (de beklaagde). Het gaat om een recht, niet om een plicht. De beklaagde kan verstek laten gaan. Equality of arms Openbaar ministerie en beklaagde staan op gelijke voet In de praktijk wordt aan het principieel tegensprekelijk karakter van de rechtspleging ten gronde afbreuk gedaan door het grote gewicht dat uitgaat van het strafdossier. In de praktijk steunt de bewijsvoering ter terechtzitting doorgaans hoofdzakelijk op de stukken in het strafdossier Dus op de bewijzen die tijdens het vooronderzoek op niettegensprekelijke wijze vergaard zijn De taak van de vonnisrechter is in grote mate herleid tot die van een verificatierechter, die de stukken uit het strafdossier nagaat. De Belgische strafrechter speelt een actieve rol in de procedure. (3) Mondeling karakter van de rechtspleging De verrichtingen tijdens het onderzoek ten gronde gebeuren mondeling, al wordt wel een proces-verbaal van de terechtzitting opgesteld (Art. 155 en 190ter Sv.) o Het openbaar ministerie vordert mondeling (tegenover het schriftelijke van het vooronderzoek) o Onderzoeksverrichtingen (ondervraging, getuigenverhoor) en pleidooien gebeuren eveneens mondeling-> moet echter worden gerelativeerd.!13

14 Van de rechtspleging ter terechtzitting wordt wel een schriftelijk verslag opgemaakt, procesverbaal van de terechtzitting of zittingsblad, waarin de griffier het algemeen verloop van de procedure uiteenzet en de voornaamste verklaringen van de ondervraagde getuigen vermeldt. Juridische argumenten worden aangevoerd in een schriftelijke conclusie wat later gekoppeld wordt aan een mondeling pleidooi. Echter gelet op de toevloed aan strafzaken is het zo dat pleidooien ook geen uren mag duren. Een correctionele rechter moet soms op 1 voormiddag 6/7 zaken beoordelen. Hoofdstuk 4: Actoren in het strafproces In het strafprocesrecht komen er veel meer actoren te pas dan bij het burg. Procesrecht. 1. De verdachte A. Situering o De verdachte is de persoon die ervan verdacht wordt een strafbaar feit te hebben gepleegd. Het strafproces draait volledig rond de verdachte. Het is de feitelijke situatie, nog geen bewijs, men verdenkt hem om een misdrijf te hebben gepleegd. Zijn er voldoende bewijzen tegen de verdachte om hem voor de strafrechter te brengen? B. De verschillende statuten van verdachte Men begint met de term verdachte (1): generieke verzamelnaam voor alle categorieën personen tegen wie een strafzaak loopt. Tijdens het vooronderzoek Inverdenkinggestelde (2a) Vaak zal de verdachte bij het begin van het onderzoek een onbekende zijn. Deze weet niet dat hij verdacht wordt voor een bepaald misdrijf. (gerechtelijk/opsporings) De inverdenkinggestelde is de verdachte tegen wie een formele aanklacht werd geformuleerd, de zgn. inverdenkingstelling (Art. 61bis Sv.). Iemand die officieel weet dat hij verdacht wordt van een misdrijf. Men zal dus zijn verdediging kunnen voorbereiden. Men zal alsmede bepaalde rechten krijgen om dit te doen. De inverdenkingstelling gebeurt automatisch wanneer het gerechtelijk onderzoek op naam van een welbepaalde verdachte werd gevorderd. Vaak is het moeilijk om te achterhalen of men een getuige of een verdachte is, wanneer je een 2 de of 3 de keer wordt verhoord werd men pas in verdenking gesteld => soort misbruik van die getuige verklaring- > verdediging kan nog niet worden voorbereid. Wanneer in de loop van het onderzoek de onderzoeksrechter ernstige aanwijzingen van schuld vindt tegen de verdachte, is hij verplicht deze in verdenking te stellen Een inbeschuldiginggestelde (2b) is een verdachte die naar het Hof van Assisen is verwezen door de kamer van inbeschuldigingstelling!14

15 Tijdens het onderzoek ter terechtzitting Beklaagde of beschuldigde (3) Het onderscheid beschuldigde/beklaagde slaat op het rechtscollege waarnaar de betrokkene werd verwezen: iemand die voor een vonnisgerecht wordt geleid. - Politierechtbank of correctioneel rechtbank Beklaagde - Hof van Assisen Beschuldigde o De rechten waarop de betrokkene aanspraak kan maken verschillen De rechten van de verdachte (sensu stricto) zijn zeer beperkt De inverdenkinggestelde tegen wie een gerechtelijk onderzoek loopt heeft daarentegen toegang tot talrijke procedures. Bv. Inzage in het strafdossier vragen en bijkomende onderzoeken vorderen De beklaagde en beschuldigde beschikken over alle rechten van een volwaardige procespartij. Alle in Art. 6 EVRM opgesomde verdedigingsrechten zijn hier gegarandeerd De rechten van de veroordeelde In het raam van het strafuitvoeringsrecht Het vermoeden van onschuld, dat gedurende gans het strafrechtelijk onderzoek blijft bestaan en toepasselijk is op de verdachte, de inverdenkinggestelde en beklaagde/beschuldigde, geldt niet voor de veroordeelde o Vroeger kon de strafvordering enkel tegen natuurlijke personen worden ingesteld en konden rechtspersonen nooit als verdachte optreden <> Nu Art. 2bis VTSv. Regelt de instelling van de strafvordering tegen rechtspersonen De veroordeelde (4) Persoon die veroordeeld is door een in kracht van gewijsde getreden uitspraak De lasthebber ad hoc (5) Wanneer een rechtspersoon samen met de natuurlijke personen die haar vertegenwoordigen vervolgd wordt voor dezelfde of samenhangende feiten, wijst de rechtbank, ambtshalve of op verzoekschrift, een lasthebber ad hoc aan om de rechtspersoon te vertegenwoordigen (Art. 2bis VTSv.) De belangen van de rechtspersoon en haar vertegenwoordigers kunnen tegenstrijdig zijn, waardoor de verdachten de schuld zouden kunnen afschuiven op de rechtspersoon. De rechtspersoon wordt dus beter niet door zijn eigen vertegenwoordigers vertegenwoordigd. Is veeleer een advocaat. Vanaf de strafpleging => enkel advocaat kan de rechtspersoon vertegenwoordigen. Doet hij dat niet dan zijn de rechten van verdediging van de RP geschonden. C. De advocaat De advocaat is de vertegenwoordiger van de verdachte. Samen vormen zij de verdediging. De advocaat is de vertrouwenspersoon van de verdachte en de confidentialiteit in hun betrekking is wettelijk beschermd (Art. 90sexies, lid 3 en Art. 90octies Sv.) De advocaat dient zich ook te houden aan deontologische regels van de balie. Zij is echter geen partij als dusdanig. Hij is de onafhankelijke vertegenwoordiger. De relatie tussen de advocaat en de client is een vertrouwensrelatie, maar geen loopknecht. Deze verdedigt zijn eigen positie.!15

16 Visie EHRM (niet in belgie gevolgd): De advocaat kan op een zeker hoogte gelijkgesteld worden met zijn partij. Wanneer men bepaalde info niet aan de verdediging wil vrijmaken, bv. namen van politiemensen die hebben geïnfiltreerd, dan kan dit. Maar men kan echter wel overgaan tot het verlenen van die info aan de advocaat, die hij dan niet mag doorspelen aan de advocaat. Op deze manier wordt de verdediging op de hoogte gesteld. In België wordt dit niet gevolgd omdat dit ervoor zorgt voor wringingen. Want de advocaat weet meer dan zijn client. Alsmede wil de advocaat dit niet, want als de advocaat bepaalde info heeft en dit niet voor de rechtbank mag gebruiken (want client zit daar), dan weten zij dat liever niet. Vb.: het vertrouwelijk dossier komt niet ter inzage van zowel de advocaat als van de verdachte 2. Het slachtoffer A. Situering Het slachtoffer is de persoon die rechtstreeks benadeeld werd door het misdrijf, of de burgerlijke partij. (feitelijk gezien het slachtoffer van een misdrijf). De aandacht voor het slachtoffer in het strafproces is sinds eind jaren 90 (dutroux affaire) sterk toegenomen. Niet enkel in België, maar ook de EU. Bij ons heeft het slachtoffer zeer veel te zeggen en dit in vergelijking met andere landen. Zij speelt aldus een belangrijke rol in ons strafproces en kan alsmede een schadevergoeding gaan vorderen. In landen met een Angelsaksische rechtstraditie is de rol van het slachtoffer zeer beperkt, want proces betreft enkel het O.M. and the defence. In Nederland heeft men enkele jaren geleden een hoorrecht ingevoerd in het strafproces zeer veel kritiek: want dit kan de rechter negatief beïnvloeden t.o.v. de dader. Bij ons zijn wij het gewoon dat het slachtoffer een gewoon optredende partij is bij het proces. B. De verschillende statuten van het slachtoffer Het slachtoffer in het algemeen Slachtoffervriendelijke bejegening (Art. 3bis VTSv.) Slachtoffer moeten zorgvuldig of correct bejegend worden. Dit werd ingesteld omdat men merkte dat slachtoffers bij het eerste contact met de politie niet correct werden bejegend. Slachtoffers die schadevergoeding willen eisen voor de strafrechter zijn niet verplicht zich vooraf bij het parket te registreren als benadeelde. De procureur des konings is verplicht alle gekende slachtoffers op te roepen voor de openbare terechtzitting in geval de zaak aanhanging wordt gemaakt door rechtstreekse dagvaarding en oproeping bij proces-verbaal. Van zodra de mogelijkheid bestaat dat het misdrijf schade heeft berokkend aan een derde, is de strafrechter verplicht de burgerlijke belangen ambtshalve aan te houden, ookal komt het slachtoffer op de terechtzitting niet opdagen (art. 4 VTSv). Het slachtoffer kan dan zijn eis tot schadevergoeding aanhangig maken bij de burgerlijke rechter (art. 1034bis Ger.W.) of bij de strafrechter (art. 4 VTSv)!16

17 Het minderjarig slachtoffer van een seksueel misdrijf mag zich tijdens elk verhoor vanwege de gerechtelijke instanties laten bijstaan door een vertrouwenspersoon (meerderjarig persoon naar keuze) (art. 91bis SV) De processenverbaal van het verhoor en de cassettes van opname worden overgelegd aan het onderzoeksgerecht en het vonnisgerecht, zulks in de plaats van de persoonlijke verschijning van de minderjarige (art. 100 Sv) Slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en hun nabestaanden die niet via de normale kanalen schadevergoeding kunnen verkrijgen (via burgerlijke partijstellingen), kunnen zich richten tot het slachtofferhulpfonds. Legt de vonnisrechter een effectieve vrijheidsstraf op, dan moet hij de burgerlijke partij inlichten over de mogelijkheid deel te nemen aan de debatten van de strafuitvoeringsrechtbank (art. 195 lid 7 Sv.) Herstelbemiddeling tussen dader en slachtoffer Alle personen die een direct belangen hebben in het kader van een gerechtelijke procedure wordt de mogelijkheid geboden om beroep te doen op herstelbemiddeling, buiten de strafprocedure om, die de dader en het slachtoffer toelaat elkaar te ontmoeten in aanwezigheid van een neutrale bemiddelaar van een erkende bemiddelingsdienst (art. 553 Sv.) Bemiddeling in strafzaken (Art. 216ter Sv.) Als dader en slachtoffer ermee instemmen kunnen zij buiten de gerechtelijke procedure om onderhandelen onder begeleiding van een erkend bemiddelaar. Die heeft een vertrouwelijkheidsplicht en ook alle gesprekken en documenten die worden gebruikt zijn vertrouwelijk, kunnen dus niet worden aangewend buiten de bemiddeling, zelfs niet voor het gerecht. Als de partijen akkoord gaan, kunnen bepaalde elementen wel ter kennis gebracht worden van de gerechtelijke instanties (Art. 555 Sv., 195 in fine Sv.) Bemiddeling is mogelijk in elke fase van de strafprocedure, zelfs nog tijdens de fase van de strafuitvoering De benadeelde persoon De benadeelde persoon is degene die verklaart schade te hebben geleden door het misdrijf (Art. 5bis VTSv.) -> onderscheid zich dus van het eigenlijke slachtoffer. De verklaring wordt in persoon of door een advocaat afgelegd op het secretariaat van de procureur des konings of op het politiesecretariaat. Elke benadeelde wordt geïnformeerd over deze mogelijkheid en de daarbij horende rechten (bijstand door een advocaat, inzage in het strafdossier) In tegenstelling tot de burgerlijke partij is de benadeelde persoon geen procespartij. Zijn rechten bestaan vooral in het krijgen en geven van informatie. Hij wordt op de hoogte gehouden van het verloop vd strafzaak (seponering, instellen gerechtelijk onderzoek, bepaling rechtsdag). Alsmede kunnen er bepaalde documenten aan het dossier worden toegevoegd.!17

18 De burgerlijke partij De burgerlijke partij is het rechtstreekse slachtoffer dat het initiatief genomen heeft om een procespartij te worden Men kan dat worden in het gerechtelijk onderzoek of het eigenlijk proces. Men kan alsmede de procedure gaan sturen. Men krijgt het woord, zoals de beklaagde dat krijgt. Niet enkel het slachtoffer zelf, maar ook de rechtsopvolgers van het slachtoffer kunnen als burgerlijke partij optreden De burgerlijke partij kan zich laten bijstaan door een advocaat. Ook rechtspersonen kunnen zich burgerlijke partij stellen De burgerlijk vordering betreft uitsluitend de schadevergoeding De burgerlijke partij krijgt dezelfde rechten als de inverdenkinggestelde verdachte (inzage, opheffing ve maatregel, aanhangig maken bij kamer van inbeschuldigingstelling, bijkomende onderzoeksdaden, beroep aanteken, gehoord worden ). wapengelijkheid De burgerlijke partij die ongelijk haalt, wordt veroordeeld tot de gerechtskosten met inbegrip van de rechtsplegingsvergoeding, zeker als ze zelf de zaak op gang heeft gebracht. Wanneer men alsmede een schadevergoeding wil bekomen dan is het proceseconomisch beter om zich ook burgerlijke partij te stellen. 3. De burgerlijk aansprakelijke partij (burgerrechtelijk figuur) In het strafprocesrecht kan ook uitspraak worden gedaan over de burgerlijke vordering (de vordering tot schadevergoeding). Dit wordt toegelaten om de belangen van het slachtoffer te verdedigen. In principe is de burgerlijke vordering gericht tegen de beklaagde/beschuldigde, maar kan tevens gericht worden tegen de personen die, krachtens de regels van het aquiliaans aansprakelijkheidsrecht, burgerrechtelijk aansprakelijk (art BW) is voor de door de beklaagde/beschuldigde veroorzaakte schade. In sommige gevallen kan de burgerlijke aansprakelijke partij zelfs burgerlijk aansprakelijk worden gesteld voor het betalen van de geldboete waartoe de beklaagde werd veroordeeld. Het slachtoffer heeft hier belang bij, want de financiële toestand van de werkgever/ouders zal doorgaans beter zijn dan die van de werknemer/kind. De burgerlijke partij is geen noodzakelijke partij (uitz.: ouders vd uit handen gegeven minderjarige) 4. De (vrijwillig of gedwongen) tussenkomende partij (burgerrechtelijke figuur) In principe zijn derden geen partij in het strafproces. Dus tussenkomst is niet toegelaten. De rechtspraak aanvaardt echter dat derden vrijwillig kunnen tussenkomen als de wet aan de strafrechter toelaat om, tezelfdertijd met de beslissing over de strafvordering, een sanctie of maatregel lastens een derde uit te spreken.!18

19 Een belangrijk toepassingsgeval hiervan is de confiscatie van zaken die aan een derde toebehoren (Art. 42 Sw.) Derden die dreigen het slachtoffer te worden van een verbeurdverklaring kunnen zich daartegen verzetten voor de strafrechter. Zij worden daartoe op de hoogte gebracht van de datum van rechtsdag (Art. 5ter VTSv.) Soms kan een derde ook gedwongen worden tussen te komen (WAM-wet, gecombineerd met de Wet LVO): een rechtstreeks vorderingsrecht tegen de verzekeraar, dus nood aan gedwongen tussenkomst. o Bv. Verzekeraars Die moeten tussenkomen op vraag van de burgerlijke partij of de verzekerde zelf. Ook vrijwillig kunnen verzekeraars kunnen tussenkomen voor de strafrechter, bv. in het verkeersrecht 5. De politie A. Situering De samenstelling van het strafdossier gebeurd door de politie, maar men is geen partij. De Wet Geïntegreerde Politiedienst (WGP, 7 december 1998) vormde de bestaande politiekorpsen om tot 1 politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, een lokaal en een federaal. Vroeger was er de Rijkswacht, de gemeentepolitie en de gerechtelijke politie (bij de parketten): info over lopende strafrechtelijke onderzoeken werd niet doorgespeeld: nu hebben we een algemene nationale gegevensbank B. Taken van de politie Politiemensen hebben zowel bestuurlijke als gerechtelijke taken (essentieel onderscheid) 1. Daden van bestuurlijke politie Daden van bestuurlijke politie situeren zich binnen het preventieve toezicht dat door de politie wordt uitgeoefend. Het gaat onder meer om het algemeen toezicht, politiecontroles, handhaving van de openbare orde, voorkomen van misdrijven en beschermen personen en goederen (Art. 14 Wet Politieambt) 2. Daden van gerechtelijke politie Daden van gerechtelijke politie zijn politieopdrachten die ertoe strekken misdrijven op te sporen en vast te stellen en hierbij bewijzen te verzamelen die eventueel later aan een rechter kunnen worden voorgelegd (Art. 15 WPA): gerelateerd op een concreet misdrijf. Repressief karakter Reactieve recherche: het reageren op het plegen van een misdrijf. Proactieve recherche: misdrijven die nog niet gepleegd, en waarvan men nog geen volledige kennis heeft. Het hof van cassatie interpreteert dit zeer eng, waardoor dat dit in de praktijk niet veel voorstelt. Vaak wordt het als een reactieve recherche gezien.!19

20 Bv: patrouille op de weg gewone controle uitoefent = daad van bestuurlijke politie, inbreuken vaststel = daad van gerechtelijke politie. (zeer moeilijk om de grens te trekken) Politieofficieren zijn verplicht misdrijven op te sporen, vast te stellen en ze ter kennis te brengen van het openbaar ministerie. Zelf mogen zij echter geen vervolgingen instellen. Dit is het monopolie van het openbaar miniserie. Bij het opsporen en vaststellen van misdrijven treden zij op onder de leiding en het gezag van de procureur des konings/onderzoeksrechter. Vorderingen zijn principe schriftelijk en vermelden de rechtsbasis waarop zij berust, behalve in spoedeisende gevallen. De operationele leiding berust bij de hiërarchische oversten van de politiekorpsen. In geval van noodzaak verlenen agenten elkaar bijstand. Om daden van gerechtelijke politie te kunnen uitoefenen moet de politieambtenaar daartoe door de wet gemachtigd zijn (Art. 8/6, lid 2 WPA). Hij moet daarvoor bekleed zijn met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie (afhankelijk van de graad). Wanneer men niet over die hoedanigheid beschikt (slechts een administratieve bevoegdheid) kan men niet actief misdrijven opsporen en vaststellen. Stellen zij toch een misdrijf vast dan dienen zij dit te melden (art. 29, al.1 Sv) Daarnaast bestaan er ook hulpofficieren van de procureurs des Konings. Dit zijn politieambtenaren met de graad van officier of met bepaalde anciënniteits- en opleidingsvoowaarden. Deze hebben wat de betrapping op heterdaad betreft dezelfde bevoegdheden als de procureur des koning. Mag dus op eigen initiatief, maar moet de magistraat naderhand verwittigen. Enkel hulpofficieren (van de procureur des konings) kunnen op bevel van de onderzoeksrechter huiszoekingen en inbeslagnemingen uitvoeren (Art. 89bis Sv.) en vorderingen uitvoeren met betrekking tot het afluisteren van privécommunicatie en telecommunicatie (Art. 90quater 3 Sv.) C. Statuut van de politie o De nieuwe politiestructuur geïntegreerde politiedienst met 2 niveaus Lokaal en Federaal (met essentieel verschillende bevoegdheden) Eenheidsstatuut qua rekrutering, pensioen en onderworpen dezelfde deontologische regels. Daarnaast geldt ook het mobiliteitsprincipe. De politiediensten bestaan uit een operationeel en een administratief en logistiek kader. o De lokale politie (Bestuurlijke en gerechtelijke taken) De lokale politie is verantwoordelijk voor de basispolitiezorg. Het grondgebied van het Rijk wordt ingedeeld in politiezones (196) die uit éen of meer gemeenten bestaan Voor meergemeentezones Politieraad en politiecollege Voor ééngemeentezones Gemeenteraad en CBS Per politiezone wordt een zonale veiligheidsraad ingesteld, waarin systematisch overleg plaatsvindt tussen burgermeesters, de procureur des Konings, de korpschef (heeft een uitvoerende taak) en bestuurlijke directeur-coördinator van de federale politie. Het!20

Samenvatting Strafprocesrecht

Samenvatting Strafprocesrecht Inhoudsopgave Titel 3: Algemene beginselen strafprocesrecht Hoofdstuk 1: Definitie 1. Begrip 2. Onderscheid tussen materieel en formeel strafrecht A. Personen tot wie de regels gericht zijn B. Inhoud van

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN

Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN Frank Hutsebaut Leuvens Instituut voor Criminologie (LINC) KULeuven 1. Ter inleiding: enkele algemene noties 2. De bevoegdheid

Nadere informatie

Samenvatting Strafprocesrecht Jonathan Van Dooren

Samenvatting Strafprocesrecht Jonathan Van Dooren Samenvatting Jonathan Van Dooren 1 Inhoudsopgave Titel 3: Algemene beginselen strafprocesrecht Hoofdstuk 1: Definitie 1. Begrip 2. Onderscheid tussen materieel en formeel strafrecht A. Personen tot wie

Nadere informatie

RECHT vaardig? Voorbereiding of naverwerking Opdracht 4

RECHT vaardig? Voorbereiding of naverwerking Opdracht 4 a) Wie zit waar Lees aandachtig onderstaande tekst. Duid nadien op de foto de plaats aan van de verschillende actoren (rood en onderlijnd in tekst) in een rechtbank. Bij een burgerlijke of een strafrechtelijk

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 21 maart 2011 ADVIES 2011-102 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 16 mei 2011 ADVIES 2011-265 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal dossier

Nadere informatie

U wordt opgeroepen om te getuigen in een strafzaak. De oproepingsbrief vermeldt waar en wanneer u zich moet aanmelden.

U wordt opgeroepen om te getuigen in een strafzaak. De oproepingsbrief vermeldt waar en wanneer u zich moet aanmelden. U bent getuige Inleiding U wordt opgeroepen om te getuigen in een strafzaak. De oproepingsbrief vermeldt waar en wanneer u zich moet aanmelden. Deze brochure informeert u in grote lijnen over wat van u

Nadere informatie

samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal! het beleid wordt uitgestippeld door een college van procureurs-generaal

samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal! het beleid wordt uitgestippeld door een college van procureurs-generaal Leg uit : het openbaar ministerie ( parket ) = hoeder van de openbare orde! 1) opsporen en onderzoeken 2) vervolgen 3) uitvoering van de straf samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal!

Nadere informatie

HOOFDSTUK I: ORGANEN EN PERSONEN BIJ HET STRAFPROCES BETROKKEN 3

HOOFDSTUK I: ORGANEN EN PERSONEN BIJ HET STRAFPROCES BETROKKEN 3 INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE LIJST VAN DE VOORNAAMSTE WETGEVING V XIX XXI INLEIDING 1 HOOFDSTUK I: ORGANEN EN PERSONEN BIJ HET STRAFPROCES BETROKKEN 3 I. De gerechtelijke politie 4

Nadere informatie

Strafvordering. Academiejaar 2008-2009 samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 1

Strafvordering. Academiejaar 2008-2009 samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 1 Strafvordering 1. INLEIDING... 4 A. OMSCHRIJVING... 4 1 Definitie... 4 2 Onderscheid tussen materieel en formeel strafrecht... 4 B. DOELSTELLINGEN VAN HET STRAFPROCESRECHT... 4 1 Waarheidsvinding vs. bescherming

Nadere informatie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie uitgave juni 2015 Minderjarigen kunnen volgens de Belgische wet geen misdrijven plegen. Wanneer je als jongere iets ernstigs mispeutert, iets wat illegaal is, pleeg je een als misdrijf omschreven feit

Nadere informatie

De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor?

De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor? De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor? Is er in uw bedrijf al eens een ernstig arbeidsongeval gebeurd? Dan bent u als werkgever, als lid van de hiërarchische lijn, als preventieadviseur, als

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord... v Verkorte inhoudsopgave... vii Lijst van verkort geciteerde werken... xv DE CORRECTIONELE TERECHTZITTING

INHOUD. Voorwoord... v Verkorte inhoudsopgave... vii Lijst van verkort geciteerde werken... xv DE CORRECTIONELE TERECHTZITTING INHOUD Voorwoord............................................................ v Verkorte inhoudsopgave............................................... vii Lijst van verkort geciteerde werken......................................

Nadere informatie

STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING

STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING Christophe THIEBAUT Advocaat PAQUES, NOPERE & THIEBAUT Assistent UCL Maître de conférences FUCAM II- DE OPSPORING * Basisstuk van de strafprocedure *

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 JUNI 2015 P.15.0622.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0622.N M A H, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JUNI 2015 P.15.0599.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0599.N 1. M M P V D V, beklaagde, 2. D H N H, beklaagde, aangehouden om andere redenen, eisers, beiden met als raadsman mr. Thierry

Nadere informatie

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T

Rolnummers 4767 en 4788. Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T Rolnummers 4767 en 4788 Arrest nr. 53/2010 van 6 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 NOVEMBER 2013 P.13.1234.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1234.N I-II T M T, beschuldigde, gedetineerd, eiser, met als raadsman mr. Frédéric Thibaut, advocaat bij de balie te Mechelen,

Nadere informatie

Justitiehuis Dendermonde

Justitiehuis Dendermonde Justitiehuis Dendermonde Dienst Slachtofferonthaal Treinongeval Wetteren op 4 mei 201 Info op 0 november 2016 Wat vooraf ging Als gevolg van het treinongeval werd een gerechtelijk onderzoek geopend bij

Nadere informatie

U bent gedagvaard. voor de politierechtbank voor de correctionele rechtbank

U bent gedagvaard. voor de politierechtbank voor de correctionele rechtbank U bent gedagvaard voor de politierechtbank voor de correctionele rechtbank InLEIDING Als u moet verschijnen voor de politierechtbank of de correctionele rechtbank, heeft u wellicht enkele vragen over wat

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 1 december 2015 ADVIES 2015-94 Over de weigering om toegang te verlenen tot de inspectierapporten

Nadere informatie

De wet van 20 juli 1990 op de voorlopige hechtenis: begrip, evolutie en toepassingsgebied (D. De Wolf)... 19

De wet van 20 juli 1990 op de voorlopige hechtenis: begrip, evolutie en toepassingsgebied (D. De Wolf)... 19 INHOUD INLEIDING... 19 De wet van 20 juli 1990 op de voorlopige hechtenis: begrip, evolutie en toepassingsgebied (D. De Wolf)... 19 Inhoud... 19 Kernbibliografie... 19 Over wetten vóór 1990... 20 Over

Nadere informatie

Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken

Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken Jan VAN DROOGBROECK De extern accountant en extern belastingconsulent is overeenkomstig

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 MEI 2012 P.11.1908.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1908.N I R. L. M. P., inverdenkinggestelde. eiser, met als raadsman mr. Michaël Verstraeten, advocaat bij de balie te Gent. II M. G.

Nadere informatie

Rolnummer 4834. Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T

Rolnummer 4834. Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T Rolnummer 4834 Arrest nr. 78/2010 van 23 juni 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 162bis van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 9 van de wet van 21 april

Nadere informatie

Recht en bijstand bij juridische procedures

Recht en bijstand bij juridische procedures Recht en bijstand bij juridische procedures In deze folder leest u meer 0900-0101 (lokaal tarief) over de juridische bijstand door Slachtofferhulp Nederland en de rechten van slachtoffers. Een wirwar van

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Bewijs. Strafzaken. Bewijsvoering. Onrechtmatig verkregen bewijs. Toelaatbaarheid. Beoordeling door de rechter Datum 23 maart 2004 Copyright and disclaimer Gelieve

Nadere informatie

Algemene Beginselen strafprocesrecht

Algemene Beginselen strafprocesrecht Algemene Beginselen strafprocesrecht Hoofdstuk I: Definitie 1. Begrip Het strafprocesrecht is het geheel der rechtsregels betreffende opsporing, vervolging en berechting van personen die ervan verdacht

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2012 P.12.0878.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0878.N M G M, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Leslie Roelants, advocaat bij de balie te Antwerpen. I.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 MAART 2012 P.12.0404.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0404.F J. N., Mrs. Thibault Maudoux, advocaten bij de balie te Namen, en Caroline Brotcorne, advocaat bij de balie te Brussel. I.

Nadere informatie

Opleidingscyclus Winkelveiligheid. De weg van het juridisch dossier. 21 november 2014

Opleidingscyclus Winkelveiligheid. De weg van het juridisch dossier. 21 november 2014 Opleidingscyclus Winkelveiligheid De weg van het juridisch dossier 21 november 2014 Overzicht 1. Verloop strafrechtelijke procedure Fase 1: Strafonderzoek - A. Opsporingsonderzoek - B. Gerechtelijk onderzoek

Nadere informatie

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek ARRESTANTENVERZORGING Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek januari 2013 Doel van het strafproces / strafvordering = het nemen van strafvorderlijke beslissingen Bestaat uit =

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 In de zaak van het openbaar ministerie tegen: S. V. G., zonder gekend beroep, geboren te Gent op ( ), wonende te ( ) beklaagd van: A. Hetzij door daden,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 SEPTEMBER 2007 P.07.0894.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.07.0894.N I. P. M. M. H., verdachte, gedetineerd, eiser, met als raadsman mr. Pol Vandemeulebroucke, advocaat bij de balie te Antwerpen.

Nadere informatie

Rolnummer 4704. Arrest nr. 16/2010 van 18 februari 2010 A R R E S T

Rolnummer 4704. Arrest nr. 16/2010 van 18 februari 2010 A R R E S T Rolnummer 4704 Arrest nr. 16/2010 van 18 februari 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 21ter van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, gesteld door de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 FEBRUARI 2009 P.08.1594.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.08.1594.F J. R., Mrs. Benoît Lespire, advocaat bij de balie te Luik, en Raphaël Gevers, advocaat bij de balie te Brussel. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 OKTOBER 2013 P.13.1403.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1403.F I. L. D'O., II. III. IV. R. S., M. D., 1. ALALUNGA ANSTALT VADUZ, firma naar Liechtensteins recht, 2. KICK INTERNATIONAL

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.15.0263.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0263.N I M D J, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Luk Delbrouck, advocaat bij de balie te Hasselt. II W F B, beklaagde, eiser,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 SEPTEMBER 2014 P.14.1380.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1380.N O D B, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadslieden mr. Alain Vergauwen en mr. Pierre Monville, advocaten

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 OKTOBER 2012 P.12.0330.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0330.N I A J M G, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Frank Janssen, advocaat bij de balie te Turnhout. II J A L G, beklaagde,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 NOVEMBER 2013 P.12.1784.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1784.N R A C, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Henry Van Burm, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

VONNIS. De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken : INZAKE

VONNIS. De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken : INZAKE 1 e blad VONNIS Griffie nr.: 00293 Parket nr.: HA43.L4.107456-04 Rep.: 459 Vonnis dd. 01.03.2007 De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JUNI 2012 P.12.0873.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0873.F I. P. D. V., II. III. IV. P. D. V., P. D. V., P. D. V., V. P. D. V., Mrs. Cédric Vergauwen en Olivia Venet, advocaten bij de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

ALGEMENE PRAKTISCHE RECHTSVERZAMELING ONDERZOEKSGERECHTEN. Raoul DECLERCQ

ALGEMENE PRAKTISCHE RECHTSVERZAMELING ONDERZOEKSGERECHTEN. Raoul DECLERCQ ALGEMENE PRAKTISCHE RECHTSVERZAMELING ONDERZOEKSGERECHTEN Raoul DECLERCQ Emeritus Advocaat-Generaal in het Hof van Cassatie Emeritus buitengewoon hoogleraar aan de K.U. Leuven 1993 story sdentia E. Story-Scientia

Nadere informatie

U bent gedagvaard. >voor de politierechtbank >voor de correctionele rechtbank. Wegwijs in justitie. In de hoofdrol bij justitie.

U bent gedagvaard. >voor de politierechtbank >voor de correctionele rechtbank. Wegwijs in justitie. In de hoofdrol bij justitie. Wegwijs in justitie In de hoofdrol bij justitie De instellingen Meer informatie Justitie in de praktijk Federale Overheidsdienst Justitie U bent gedagvaard >voor de politierechtbank >voor de correctionele

Nadere informatie

INLEIDING. Deze brochure geeft u een kort overzicht van het verloop van een procedure, uw rechten daarin en de stappen die u kan ondernemen.

INLEIDING. Deze brochure geeft u een kort overzicht van het verloop van een procedure, uw rechten daarin en de stappen die u kan ondernemen. U bent slachtoffer INLEIDING U bent slachtoffer geworden van een misdrijf (1). Dit is een ingrijpende gebeurtenis en u stelt zich waarschijnlijk allerhande vragen: welke rechten heb ik? Wat moet ik doen

Nadere informatie

Inleiding. Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing = Potpourri II. Doel? Apparaat beter laten draaien Efficiënter optreden Sneller werken

Inleiding. Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing = Potpourri II. Doel? Apparaat beter laten draaien Efficiënter optreden Sneller werken Wet Potpourri II FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing

Nadere informatie

2. Soorten en verband

2. Soorten en verband Bij dit alles moet de rechter de rechten van verdediging eerbiedigen. Dit betekent dat hij, wanneer hij de rechtsgrond wenst te wijzigen en aan te passen, de debatten dient te heropenen om partijen toe

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 MAART 2010 P.10.0284.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.0284.F I - II PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL, beide cassatieberoepen tegen 1. M. B., Mr. Carine Couquelet,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN 21 INLEIDING Algemene inleiding Aanleiding Probleemstelling en onderzoeksvragen 31

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN 21 INLEIDING Algemene inleiding Aanleiding Probleemstelling en onderzoeksvragen 31 De rol van de rechter bij de waarheidsvinding in de correctionele procedure. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar Belgisch, Frans en Nederlands recht. Daniel DE WOLF WAV TO KNOWLfDGE \UGrfV r die keure

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 FEBRUARI 2019 P.18.0793.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.0793.N B A, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Sven De Baere, advocaat bij de balie Brussel. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Aangifte bij de politie

Aangifte bij de politie U bent slachtoffer INLEIDING U bent slachtoffer geworden van een misdrijf. Dit is een ingrijpende gebeurtenis en u stelt zich waarschijnlijk allerhande vragen: welke rechten heb ik? Wat moet ik doen om

Nadere informatie

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Inzake het Openbaar Ministerie

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Inzake het Openbaar Ministerie Vonnisnummer / Griffienummer / Rolnummer rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen Kamer AC...15 oktober 2018 Vonnis Aangeboden op Inzake het Openbaar Ministerie en BURGERLIJKE PARTIJ(EN)

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 APRIL 2015 P.14.1146.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1146.N T K H, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Luc Arnou, advocaat bij de balie te Brugge, tegen 1. E V D C, 2.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 DECEMBER 2015 P.15.0905.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0905.N I E Y, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Luk Delbrouck, advocaat bij de balie te Hasselt. II 1. M Y, beklaagde, eiser,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 OKTOBER 2010 P.10.1029.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1029.N I. II. B. R., beklaagde, gedetineerd, eiser. met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. III.

Nadere informatie

Rechtbank van eerste aanleg est-vlaanderen, afdeling Gent strafzaken

Rechtbank van eerste aanleg est-vlaanderen, afdeling Gent strafzaken 1 blad Vonnis nummer 2019/ 31(5 Rol nummer 18G011533 Systeemnummer 16RG37543 Repertoriumnummer Notitienummer parket Datum van uitspraak 15 maart 2019 Naam beklaagden 1. 2. Rechtbank van eerste aanleg est-vlaanderen,

Nadere informatie

TOEZICHT OPSPORING. Jan Willem van Veenendaal MEC.

TOEZICHT OPSPORING. Jan Willem van Veenendaal MEC. TOEZICHT EN/OF OPSPORING Jan Willem van Veenendaal MEC. Rechtshandhavingsystemen Onderwerpen: Iets over Bestuursrechtelijke bevoegdheden De sfeerovergang Iets over Strafrechtelijke bevoegdheden Toezicht

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 Not.nr. : GE45.FJ.4277/14-Sw4 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen: Stéphane Michel Christian W., zonder beroep, geboren te Boussu op (

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 FEBRUARI 2015 P.14.1739.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1739.F I. E. V. D., II. A. A. Mr. Patricia Vanlersberghe, advocaat bij het Hof van Cassatie. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF De

Nadere informatie

[Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht]

[Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht] Toekomstig recht [Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht] Ingevoegd bij W. 2014.02.07, art. 6; Inwerkingtreding: onbepaald Noot: de wetgever voegt een Afdeling Vter in voor Afdeling Vbis en

Nadere informatie

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5.

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5. U MOET TERECHTSTAAN INHOUD Deze brochure 3 Dagvaarding 3 Bezwaarschrift 3 Rechtsbijstand 4 Slachtoffer 4 Inzage in uw dossier 4 Getuigen en deskundigen 5 Uitstel 5 Aanwezigheid op de terechtzitting 6 Verstek

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 SEPTEMBER 2014 P.14.0124.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0124.N B S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Meester, advocaat bij de balie te Antwerpen, tegen 1. SOGETI BELGIUM

Nadere informatie

Rolnummers 4519 en 4522. Arrest nr. 66/2009 van 2 april 2009 A R R E S T

Rolnummers 4519 en 4522. Arrest nr. 66/2009 van 2 april 2009 A R R E S T Rolnummers 4519 en 4522 Arrest nr. 66/2009 van 2 april 2009 A R R E S T In zake : - de prejudiciële vraag betreffende artikel 4, derde tot vijfde lid, van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande

Nadere informatie

INHOUD. Inleiding... 1 DEEL I. DE HISTORISCHE EVOLUTIE VAN DE BURGERLIJKE VORDERING UIT EEN MISDRIJF... 5

INHOUD. Inleiding... 1 DEEL I. DE HISTORISCHE EVOLUTIE VAN DE BURGERLIJKE VORDERING UIT EEN MISDRIJF... 5 INHOUD Inleiding............................................................. 1 DEEL I. DE HISTORISCHE EVOLUTIE VAN DE BURGERLIJKE VORDERING UIT EEN MISDRIJF...................................................

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 OKTOBER 2015 P.14.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0355.N I H nv, vertegenwoordigd door de lasthebber ad hoc Filip Mertens, met kantoor te 9000 Gent, Coupure 373, eiseres, met als

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 OKTOBER 2008 P.08.0706.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.08.0706.N I H T V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent, ter rechtszitting bijgestaan

Nadere informatie

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie 1 Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering De Wet van 30 juni 1971betreffende de administratieve geldboeten,

Nadere informatie

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Tervurenlaan Brussel Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle COMITE

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Tervurenlaan Brussel Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle COMITE RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING Tervurenlaan 211-1150 Brussel Dienst voor Geneeskundige Evaluatie en Controle COMITE Nota CCMC 2017/014 Brussel, 20 april 2017 BETREFT : Nota Salduz

Nadere informatie

DEEL I DE BIJZONDERE OPSPORINGSMETHODEN... 15

DEEL I DE BIJZONDERE OPSPORINGSMETHODEN... 15 De bijzondere opsporingsmethoden.book Page 3 Thursday, June 23, 2011 10:40 AM DEEL I DE BIJZONDERE OPSPORINGSMETHODEN... 15 HOOFDSTUK 1 DE TOTSTANDKOMING VAN DE WETGEVING... 17 1. De wet van 6 januari

Nadere informatie

Actualisatie strafrecht en strafprocesrecht Voor parketjuristen, referendarissen, stagiairs, beginnende magistraten

Actualisatie strafrecht en strafprocesrecht Voor parketjuristen, referendarissen, stagiairs, beginnende magistraten Actualisatie strafrecht en strafprocesrecht Voor parketjuristen, referendarissen, stagiairs, beginnende magistraten ref.: PEN-168/2017 Doelgroep Alle nieuwe parketjuristen (verplicht) Geïnteresseerde parketjuristen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 APRIL 2019 P.18.1208.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1208.N W A V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Clercq, advocaat bij de balie Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit een misdrijf...37

Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit een misdrijf...37 Inhoud Woord vooraf...27 Lijst van de voornaamste verkort geciteerde werken...29 Inleiding...31 1. Strafprocedure als een compromisoplossing... 31 2. Bronnen... 32 Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit

Nadere informatie

2. De straffen die de gemeenteraad bepaalt, mogen de politiestraffen niet te boven gaan.

2. De straffen die de gemeenteraad bepaalt, mogen de politiestraffen niet te boven gaan. Gecoördineerde regelgeving Nieuwe Gemeentewet Artikel 119bis, Nieuwe Gemeenwet 1. De gemeenteraad kan straffen of administratieve sancties bepalen voor overtredingen van zijn reglementen of verordeningen,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 7 JUNI 2011 P.11.0172.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.0172.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE ANTWERPEN eiser, tegen 1. E. D. W., burgerlijke partij, vertegenwoordigd door mr.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JANUARI 2016 P.15.1103.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1103.N P J A V D B, beklaagde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat bij de balie te Gent, tegen 1.

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Algemeen Als u vermoedt dat een beroepsbeoefenaar uw rechten heeft geschonden, kunt u hem of de zorginstelling waarbinnen hij werkt aansprakelijk stellen. Volgens

Nadere informatie

Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties

Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties REGLEMENT Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties Hoofdstuk 1: Toepassingsgebied, vaststellingsmodaliteiten en aangewezen ambtenaar Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel

Nadere informatie

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling)

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) DIENST Gent - Oudenaarde EEDVERBONDKAAI 285 9000 GENT DIENST Dendermonde OLV KERKPLEIN 30 9200 Dendermonde OOST-VLAANDEREN Voor wie? Slachtoffer/ daders

Nadere informatie

Toelichting bij het arrest 7/2013 van het Grondwettelijk Hof inzake het beroep tot vernietiging van de zgn. Salduzwet

Toelichting bij het arrest 7/2013 van het Grondwettelijk Hof inzake het beroep tot vernietiging van de zgn. Salduzwet Orde van Vlaamse Balies www.advocaat.be NOTA Koningsstraat 148 B 1000 Brussel T +32 (0)2 227 54 70 F +32 (0)2 227 54 79 info@advocaat.be Toelichting bij het arrest 7/2013 van het Grondwettelijk Hof inzake

Nadere informatie

Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit een misdrijf...41

Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit een misdrijf...41 Inhoud Woord vooraf...29 Lijst van de voornaamste verkort geciteerde werken...31 Inleiding...33 1. Strafprocedure als een compromisoplossing... 33 2. Bronnen... 34 Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit

Nadere informatie

Rolnummer 4495. Arrest nr. 49/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T

Rolnummer 4495. Arrest nr. 49/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T Rolnummer 4495 Arrest nr. 49/2009 van 11 maart 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen over artikel 128, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, zoals ingevoegd bij artikel 8 van de wet

Nadere informatie

ACTUALIA BURGERLIJK PROCESRECHT 9 FEBRUARI 2017 KRIS WAGNER, ADVOCAAT

ACTUALIA BURGERLIJK PROCESRECHT 9 FEBRUARI 2017 KRIS WAGNER, ADVOCAAT ACTUALIA BURGERLIJK PROCESRECHT 9 FEBRUARI 2017 KRIS WAGNER, ADVOCAAT 1 ARTIKEL 91 GER.W. In burgerlijke en strafzaken worden de vorderingen toegewezen aan kamers met één rechter, behalve in de gevallen

Nadere informatie

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T Rolnummer 5678 Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2019 P.18.0422.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr P.18.0422.N A M G M M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR

Nadere informatie

Hoe verloopt de sanctieprocedure bij een administratieve geldboete voor minderjarigen vanaf 16 jaar? (max. 125 euro)

Hoe verloopt de sanctieprocedure bij een administratieve geldboete voor minderjarigen vanaf 16 jaar? (max. 125 euro) Hoe verloopt de sanctieprocedure bij een administratieve geldboete voor meerderjarigen? (max. 250 euro) 1. Wie kan inbreuken vaststellen? De vaststelling van een inbreuk op het gemeentelijk politiereglement

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Rolnummer 1924 Arrest nr. 81/2001 van 13 juni 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 135, 3, van het Wetboek van Strafvordering, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het

Nadere informatie

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter R. Henneuse en de rechters-verslaggevers F. Daoût en A. Alen, bijgestaan door de griffier F.

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter R. Henneuse en de rechters-verslaggevers F. Daoût en A. Alen, bijgestaan door de griffier F. Rolnummer 5489 Arrest nr. 155/2012 van 20 december 2012 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 15 van de wet van 19 juli 2012 betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 APRIL 2013 P.12.1919.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1919.F 1. H. M. e.a., Mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. A. F. e.a., Mr. Jacqueline Oosterbosch,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MEI 2012 P.11.1808.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1808.N I 1. F P M E P, beklaagde, 2. B L J M F, beklaagde, eisers, vertegenwoordigd door mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Sociaal strafrecht. Arbeidsinspectie. Sociale inspecteurs. Bevoegdheden. Draagwijdte. Gevolg. Verhoor mits bijstand van advocaat Datum 17 april 2012 Copyright and

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.15.0224.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0224.N L S P V H, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent, tegen 1. L F, burgerlijke

Nadere informatie

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 XXVI DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 335 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 336 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 336 1. Het begrip straf 336 2. Kenmerken 337 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie