Raf Verstraeten HANDBOEK STRAFVORDERING. 2de bijgewerkte druk Wetgeving bijgehouden tot 22 juli MAKLU Uitgevers Antwerpen - Apeldoorn

Transcriptie

1 Raf Verstraeten HANDBOEK STRAFVORDERING 2de bijgewerkte druk Wetgeving bijgehouden tot 22 juli 1994 MAKLU Uitgevers Antwerpen - Apeldoorn

2 INHOUD INLEIDING Strafvordering als een compromisoplossing Bronnen 32 Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit een misdrijf 37 Inleiding 37 Afdeling 1. DE STRAFVORDERING 37 I. Instelling en uitoefening van de Strafvordering Initiatief en uitoefening 38 A. Het openbaar ministerie Ontstaan en inrichting 38 a. Ontstaan 38 b. Inrichting 39 i. Correctionele rechtbank 39 ii. Politierechtbank 40 iii. Hof van beroep 40 iv. Hof van assisen 41 v. Hof van Cassatie Taak 41 a. De uitoefening van de strafvordering 41 b. De beslissing inzake de vervolging 42 i. Vrijheid van vervolging 42 ii. Verplichting tot vervolging 45 iii. Afhankelijkheid van de vervolging Kenmerken 48 a. Hierarchische opbouw 48 b. Eenheid en ondeelbaarheid 49

3 12 INHOUD c. Onafhankelijkheid 50 B. Ambtenaren en Organen die niet behoren tot het openbaar ministerie 50 C. De burgerlijke partij Tegen wie wordt de strafvordering uitgeoefend 53 A. Verdachte en beklaagde 53 B. Positie van de civielrechtelijk aansprakelijke partij 54 II. Beletselen voor de uitoefening van de strafvordering Schorsing van de strafvordering 54 A. Schorsing uit hoofde van de persoon van de verdachte 54 B. Schorsing ingevolge prejudiciele vraag of prejudicieel geschil Principiele algemene bevoegdheid van de straf rechter Toepassing door de strafrechter van burgerlijk bewijsrecht Prejudiciele vraagstelling en prejudicieel geschil 57 a. Prejudiciele vragen 57 i. Arbitragehof 57 ii. Hof van Justitie 58 iii. Beneluxgerechtshof 59 b. Prejudiciele geschillen 59 i. Echtheidsgeschil 59 ii. Onroerende zakelijke rechten 59 iii. Laster 60 iv. Fiscale misdrijven 61 v. Handelspraktijkenwet 61 vi. Arbeidsongevallenwet 62 vü. Nietigheid van een huwelijk 62 viii. Afstamming Verval van de strafvordering 63 A. Dood van de verdachte of beklaagde 63 B. Amnestie 64 C. Opheffing van de strafwet 64 D. V.S.B.G. of "minnelijkeschikking" Gemeenrechtelijk regime 64 a. Beginselen 64 b. Voorwaarden 65 i. M.b.t. de strafvordering 65 ii. M.b.t. de straf 65 iii. M.b.t. de schade 66 c. Modaliteiten en gevolgen Bijzondere wetgeving 67

4 INHOUD 13 E. Onmiddellijke inning van een geldsom Begrip en toepassingsgebied Verkeerswetgeving 69 F. Administratieve geldboete in het sociaal strafrecht 70 G. Verjaring Verjaringstermijnen en gevolgen 71 a. Draagwijdte en gevolgen 71 b. Termijnen 73 i. Toepasselijke termijnen 73 ii. Berekening 74 iii. Aanvang Stuiting 76 a. Werking 76 b. Daden van stuiting 77 i. Daden van onderzoek 78 ii. Daden van vervolging 79 c. Omvang van de stuiting Schorsing 81 a. Werking 81 b. Gronden van schorsing 81 i. Wettelijke gronden 81 ii. Jurisprudentiele gronden 82 c. Omvang van de schorsing 83 H. Gezag van gewijsde Draagwijdte Voorwaarden 84 a. M.b.t. het vroegere vonnis of arrest 84 b. M.b.t. de nieuwe vervolging 86 Afdeling 2. DE BURGERLIJKE VORDERING 89 I. Uitoefening van de nurgerlijke vordering Optierecht van de benadeelde De burgerlijke vordering voor de strafrechter 90 A. Instelling en voorwerp Voorwerp Instelling 91 a. De strafvordering is nog niet ingesteld 92 b. De strafvordering is reeds ingesteld 93 B. Voorwaarden Algemene voorwaarden 94 a. Hoedanigheid 94

5 14 INHOUD b. Belang Specifieke voorwaarden 96 a. Ontvankelijkheid van de strafvordering 96 b. Geen burgerlijke vordering hangende voor de burgerlijke rechter 97 c. Beweren benadeeld te zijn 97 C. Tegen wie wordt de burgerlijke vordering uitgeoefend Dader en civielrechtelijk aansprakelijke partij Gedwongen of vrijwillige tussenkomst van derden De burgerlijke vordering voor de burgerlijke rechter 103 A. Toepasselijke rechtsregels 103 B. Verhouding tussen strafproces en burgerlijk proces Uitspraak van de burgerlijke rechter voor de inwerkingstelling van een strafvordering Instelling van de strafvordering vöör of tijdens de burgerlijke procedure Het fonds tot hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden 105 A. Beginselen 105 B. Voorwaarden 105 EL Verval van de burgerlijke vordering Afstand van rechtsvordering en dading Gezag van gewijsde Verjaring 108 A. Regeling Een drievoudige regel 108 a. Minimumtermijn van vijf jaar 108 b. Geen verjaring vöör de verjaring van de strafvordering 109 c. Schorsing van de verjaring van de tijdig ingestelde burgerlijke vordering Voorbehoud 111 B. Aard en toepassingsgebied Aard Toepassingsgebied 113 Deel 2. DE RECHTSPLEGING IN DE ONDERZOEKSFASE H5

6 INHOUD 15 Afdeling 1. HET OPSPORINGSONDERZOEK 115 I. Algemene beginselen Rol van het openbaar ministerie Officieren van gerechtelijke politie 117 A. Gerechtelijke politie Taak Proces-verbaal Vrijheidsberoving 121 B. Hogere officieren 122 C. Hulpofftcieren van de pwcureur des Konings 122 D. Lagere officieren 125 E. Agenten 126 II. Daden van het opsporingsonderzoek Ambtsverrichtingen buiten heterdaad 127 A. Ontvangen van Machten en aangiften 127 B. Verhoor van verdachten en getuigen 127 C. Plaatsbezoek 128 D. Huiszoeking Beginselen Zoeking in prive-woningen Zoeking in plaatsen, toegankelijk voor het publiek Zoeking in voertuigen Bijzondere wetgeving 135 E. Fouillering 136 F. Beslag 137 G. Identiteitscontrole 139 H. Aanstelling van een deskundige 140 I. Undercover-praktijken 140 J. Andere onderzoeksdaden? Ambtsverrichtingen bij heterdaad 143 A. Het begrip heterdaad 143 B. Onderzoeksdaden Procureur des Konings en hulpofficieren 145

7 16 INHOUD a. Beginselen 145 b. Huiszoeking 146 c. Inbeslagname 147 d. Deskundigenonderzoek Procureur des Konings, hulpofficieren en onderzoeksrechter Begeleidende maatregelen 151 A. Gebruik van geweld 151 B. Gebruik van vuurwapens 151 III. Afsluiting van het opsporingsonderzoek 152 Afdeling 2. HET GERECHTELIJK ONDERZOEK 153 I. Leiding en kenmerken De onderzoeksrechter 154 A. Statuut 154 B. Bevoegdheid 156 C. Saisine Totstandbrenging 157 a. Het adieren van de onderzoeksrechter 157 b. Geen weigering van onderzoek Omvang 160 a. Saisine rab.t. de feiten 160 b. Saisine m.b.t. de personen Kenmerken 162 A. Schriftelijk 163 B. Niet-contradictoir 164 C. Geheim Verhouding openbaar ministerie - onderzoeksrechter - prive-partijen 166 A. Verhouding onderzoeksrechter-openbaar ministerie 166 B. Verhouding onderzoeksrechter-prive-partijen Beroep bij de kamer van inbeschuldigingstelling? Tussenkomst van de rechter in kort geding? 167 EL Daden van het gerechtelijk onderzoek Onderzoeksdaden 171 A. Beginselen 171 B. Onderzoeksdaden behorend tot de autonome bevoegdheid van de onderzoeksrechter O verzieht 173

8 INHOUD 17 a. Ondervraging van de verdachte b. Getuigenverhoor i. Algemene regeling ii. Anonieme getuigen c. Huiszoeking en inbeslagname i. Beginselen ii. Bevoegde overheid iii. Inbeslagname iv. Kenmerken en uitvoering v. Beperkingen d. Inbeslagname buiten huiszoeking e. Opsporing van telefonische mededelingen f. Plaatsbezoek g. Deskundigenonderzoek h. Maatschappelijke enquete 2. Delegatie en ambtelijke opdracht a. Delegatie b. Ambtelijke opdracht C. Onderzoeksdaden niet behorend tot de autonome bevoegdheid van de onderzoeksrechter 1. Onderzoek aan het lichaam 2. Inobservatiestelling 2. Voorlopige hechtenis A. Vrijheidsberoving vöör voorlopige hechtenis 1. Aanhouding of arrestatie a. Betrapping op heterdaad i. Afbakening van bevoegdheden ii. Duur van de arrestatie iii. Controle b. Afwezigheid van heterdaad i. Afbakening van bevoegdheden ii. Duur van de arrestatie iii. Controle c. Schadevergoeding 2. Bevel tot medebrenging a. Voorwaarden b. Duur van de vrijheidsberoving B. Eigenlijke voorlopige hechtenis 1. Het bevel tot aanhouding a. Voorwaarden i. Materiele voorwaarden ii. Vormvoorwaarden iii. "Uitgesteld" of "nieuw" bevel tot aanhouding # \

9 18 INHOUD b. Verbod van vrij verkeer 214 c. Opheffing van het bevel tot aanhouding vöör tussenkomst van de raadkamer Toezicht over voorlopige hechtenis 215 a. Toezicht door de raadkamer 215 i. Eerste verschijning 215 ii. Latere verschijning(en) 219 iii. Opheffing van de voorlopige hechtenis door de onderzoeksrechter 221 b. Hoger beroep bij de kamer van inbeschuldigingstelling 222 i. Termijn, vorm en gevolgen ii. Rechtspleging iii. Uitspraak en gevolgen 223 c. Voorziening in cassatie 225 i. Termijn, vorm en gevolgen 225 ii. Rechtspleging 226 iii Uitspraak en gevolgen Schadevergoeding uit hoofde van voorlopige hechtenis 227 a. Onwettige voorlopige hechtenis 228 b. Onwerkdadige voorlopige hechtenis 228 i. Voorwaarden 229 ii. Vergoeding 229 iii. Rechtspleging 230 C. Vrijheid onder voorwaarden Oplegging van vrijheid onder voorwaarden 231 a. Bevoegdheid 231 b. Vereisten Voorwaarden 232 a. Borgsom 232 b. Open categorie van voorwaarden Rechtsmiddelen Actieve uitlevering 236 A. Begrippen en bronnen 236 B. Voorwaarden en gevolgen 237 C. Rechtspleging 237 III. Afsluiting van het gerechtelijk onderzoek Tussenkomst van de raadkamer 238 A. De raadkamer als onderzoeksgerecht Taak, bevoegdheid en rechtspleging 239 a. Inrichting en bevoegdheid 239 b. Rechtspleging 239

10 INHOUD 19 i. Geheim 239 ii. Contradictoir 240 c. Taak 243 i. Saisine 243 ii. Beoordeling Beslissingen en gevolgen 245 a. Weigering om de procedure te regelen 245 b. Buitenvervolgingstelling 246 i. Draagwijdte 246 ii. Nieuwe bezwaren 248 iii. Rechtstreekse dagvaarding of nieuwe burgerlijke partijstelling? 250 iv. Gezag van gewijsde t.a.v. de burgerlijke rechter? 251 c. Ontslag van onderzoek 252 d. Overmaking van de stukken aan de procureur-generaal 253 e. Verwijzing naar het vonnisgerecht 253 i. Gewone verwijzing 253 ii. Denaturatie 254 iii. Rechtstreekse dagvaarding of nieuwe vordering tot gerechtelijk onderzoek? 257 f. Lot van de voorlopige hechtenis en rechtsmiddelen 258 i. Beslissing van de raadkamer 258 ii. Rechtsmiddelen Rechtsmiddelen inzake regeling van de rechtspleging 262 a. Partijen en beslissingen 263 i. Openbaar ministerie 263 ii. Burgerlijke partij 266 iii. Verdachte 269 b. Gevolgen 271 c. Vorm en termijn 272 i. Termijn 272 ii. Vorm 272 B. De raadkamer als vonnisgerecht Internering 273 a. Beginselen 273 i. Uitspraak over de strafvordering 273 ii. Uitspraak over de burgerlijke vordering 275 b. Rechtspleging 276 c. Rechtsmiddelen 277 i. Openbaar ministerie en verdachte 277 ii. Burgerlijke partij 277 iii. Vorm en termijn Opschorting 279 a. Beginselen 279

11 20 INHOUD i. Uitspraak over de strafvordering ii. Uitspraak over de burgerlijke vordering b. Rechtspleging c. Rechtsmiddelen i. Openbaar ministerie en verdachte ii. Burgerlijke partij 2. Tussenkomst van de kamer van inbeschuldigingstelling A. De kamer van inbeschuldigingstelling als onderzoeksgerecht 1. Bevoegdheid en rechtspleging a. Inrichting en bevoegdheid b. Rechtspleging 2. Taak a. Toezicht op gerechtelijk onderzoek b. Appelrechter i. T.a.v. de raadkamer ii. T.a.v. de onderzoeksrechter c. Toezicht op langdurige onderzoeken d. Verwijzing naar het hof van assisen 3. Rechtsmiddelen inzake regeling van de rechtspleging a. Partijen i. Openbaar ministerie ii. Burgerlijke partij iii. Verdachte of beschuldigde b. Gevolgen c. Vorm en termijn i. Termijn ii. Vorm B. De kamer van inbeschuldigingstelling als vonnisgerecht 1. Internering a. Beginselen b. Rechtspleging c. Rechtsmiddelen i. Openbaar ministerie en verdachte ii. Burgerlijke partij iii. Vorm en termijn 2. Opschorting a. Beginselen b. Rechtspleging c. Rechtsmiddelen i. Openbaar ministerie en verdachte ii. Burgerlijke partij iii. Vorm en termijn

12 INHOUD 21 Deel 3. DE RECHTSPLEGING IN DE FASE VAN HET VONNISGERECHT 301 Afdeling 1. ALGEMENE BEGINSELEN 301 I. Bevoegdheidsregeling Gewone bevoegdheidsregels 301 A. Gerechtelijke organisatie Politierechtbank Correctionele rechtbank Jeugdrechtbank Krijgsraad Hof van assisen Hof van beroep Miütair Gerechtshof HofvanCassatie 305 B. Bevoegdheid Beginselen Regeling 307 a. Ratione materiae 307 b. Ratione personae 309 c. Ratione loci Samenhang en onsplitsbaarheid 311 A. Samenhang Begrip Voorwaarden Bevoegdheidsuitbreiding 316 a. Ratione materiae 316 b. Ratione personae 316 c. Ratione loci 317 B. Onsplitsbaarheid Begrip Gevolg 318 C. Art. 138, 6 bis Sv Beginsel Werking 319 a. Uitgangshypothesen 319 b. Bevoegdheidsuitbreiding Controle van de bevoegdheid 321 A. Na dagvaarding 321

13 22 INHOUD 1. Drempelcontrole Kwalificatiecontrole 322 a. Herkwalificatie 322 b. Bevoegdheidsregeling 324 B. Na verwijzing door het onderzoeksgerecht Verhouding onderzoeksgerecht-vonnisgerecht 325 a. Onafhankelijkheid 325 b. Bevoegheidsconflicten Bevoegdheidscontrole 328 a. Drempelcontrole 328 i. Gewone verwijzing 328 ii. Denaturatie 328 b. Kwalificatiecontrole 329 i. Gewone verwijzing 329 ii. Denaturatie 330 H. Kenmerken en waarborgen voor de beklaagde Openbaarheid van de terechtzitting 332 A. Behandeling van de zaak Openbare behandeling Sluiting van de deuren Behandeling in raadkamer 335 B. Uitspraak Mondeling karakter Tegenspraak 338 A. Beginselen Het recht op tegenspraak Persoonlijke kennis van de rechter 340 B. Kennisgeving Plaats en tijdstip van behandeling Tenlastelegging Wijziging van kwalificatie 345 a. Beginselen 345 b. Toepassingen 347 C. Kennisname van het dossier Strafdossier 351 a. Inzagerecht 351 i. Draagwijdte 351 ii. Weren van stukken 354 b. Verlies van het Strafdossier Voeging van stukken 355 a. Nieuwe stukken 355

14 INHOUD 23 b. Andere dossiers Redelijke termijn 358 A. Grondslag en doelstelling 358 B. Beoordeling Begin en einde Criteria Bevoegde rechtsmachten 362 C. Rechtsgevolgen bij overschrijding Onafhankelijkheid en onpartijdigheid 367 A. Onafhankelijkheid 367 B. Onpartijdigheid Subjectieve onpartijdigheid van de rechter Objectieve onpartijdigheid van de rechter 370 a. Persoonlijke betrokkenheid 370 b. Vroegere kennisname van dezelfde zaak Andere gevallen? Eerlijk proces 378 A. Algemene waarborg Beginselen Tegenspraak Aanwezigheid ter zitting Wapengelijkheid Vrijheid van verdediging Motivering Andere toepassingen 383 B. Bijzondere waarborgen Art. 6.3.a E.V.R.M Art. 6.3.b E.V.R.M Art. 6.3.c E.V.R.M Art. 6.3.d E.V.R.M Art. 6.3.e E.V.R.M. 390 DI. Bewijsregeling Bewijslast 393 A. Beginselen Vermoeden van onschuld Toepassingsgebied 394 B. Draagwijdte Drager van de bewijslast 394 a. Vervolgende partij 394 b. Strafuitsluitingsgronden 395

15 24 INHOUD 2. Omvang van de bewijslast 397 a. Bestaan en sanctionering van het misdrijf 397 b. Vermoedens Bewijsvoering 398 A. Vrijheid van bewijs Beginsel Bewijsmiddelen 399 a. Beschikbare bewijsmiddelen 399 b. Initiatiefrecht van de strafrechter 400 B. Beperking van het bewijs Onrechtmatig bewijs 401 a. Gronden 401 i. Miskenning van materiele wettelijke voorschriften 402 ii. Miskenning van formele wettelijke voorschriften 404 iii. Miskenning van algemene rechtsbeginselen 404 b. Sanctie Niet-toelaatbaar bewijs Bewijswaardering 409 A. Begrippen Bewijswaarde Bewijskracht 409 B. Beoordeling van de bewijswaarde Vrije beoordeling Beperking van de vrije beoordeling 412 a. Vragen van extra-penale aard 412 b. Proces-verbaal met bijzondere bewijswaarde 412 i. Inlichting 413 ii. Tot bewijs van het tegendeel 414 iii. Tot bewijs van valsheid 416 c. Innerlijke overtuiging 416 Afdeling 2. RECHTSPLEGING 417 I. Algemene beginselen Aanhangigmaking 417 A. Rechtstreekse dagvaarding Beginselen Dagvaardingsexploot 419 a. Vorm en inhoud 419 i. Vorm 419 ii. Inhoud 420

16 INHOUD 25 b. Betekening i. Wijze van betekenen ii. Dagvaardingstermijn c. Onregelmatigheid B. Verwijzing door het onderzoeksgerecht C. Andere vormen van aanhangigmaking 1. Vrijwillige verschijning 2. Verwijzing door het Hof van Cassatie 3. Verwijzing ingevolge Taalwet 4. Oproeping via proces-verbaal 2. Samenstelling van de zetel A. Samenstelling B. Continüiteit in de samenstelling 1. Regeling a. Behandeling van de zaak b. Uitspraak 2. Controle a. Samenstelling van de zetel b. Herneming van de zaak 3. Voorlopige hechtenis A. Beginsel B. Verzoekschrift tot voorlopige invrijheidstelling 1. Beginselen 2. Rechtspleging 3. Rechtsmiddelen a. Hoger beroep i. Voorlopige invrijheidstelling ii. Bevel tot aanhouding b. Voorziening in cassatie i. Voorlopige invrijheidstelling ii. Bevel tot aanhouding H. Terechtzitting 1. Proces-verbaal van de terechtzitting A. Beginselen B. Verhouding tot het vonnis C. Doorhaling en goedkeuring 2. Verschijning van partijen A. Regeling 1. Burgerlijke partij en civielrechtelijk aansprakelijke partij 2. Beklaagde of beschuldigde

17 26 INHOUD a. Politierechtbank 443 b. Correctionele rechtbank 443 c. Hof van assisen 445 B. Verstek Begrip Voorwaarden Gevolgen Verloop van de rechtspleging 448 A. Correctionele en politierechtbank Voorlezing van processen-verbaal Onderzoeksverrichtingen 449 a. Ondervraging van de beklaagde 449 b. Getuigenverhoor 449 i. Oproeping en verschijning 449 ii. Hören 450 iii. Eedaflegging 451 c. Deskundigen 453 d. Plaatsbezoek Debatten 454 B. Hof van assisen Rechtspleging vöör de terechtzitting 458 a. Verrichtingen van de partijen 458 b. Verrichtingen van de voorzitter Rechtspleging ter terechtzitting 460 a. Beginselen 460 b. Verloop 461 C. Taal 464 DI. Uitspraak Algemene beginselen 466 A. Totstandkoming Soorten en vormvereisten 466 a. Soorten 466 b. Vormvereisten Uitspraak over de strafvordering 469 a. Besluitvorming 469 b. Eenheid van de uitspraak 469 c. Beslissing Uitspraak over de burgerlijke vordering Gerechtskosten 474 B. Voorlopige hechtenis Lot van de voorlopige hechtenis 476

18 INHOUD Onmiddellijke aanhouding 477 a. Voorwaarden 478 b. Rechtspleging 479 c. Invrijheidstelling 480 C. Motivering Aard en grondslag Algemene motiveringsplicht 483 a. Uitspraak over de grond 483 b. Uitspraak over de straftoemeting 485 i. Algemene verplichting 485 ii. Specifieke verplichtingen Bijzondere motiveringsplicht Uitvoering 489 A. Uitvoerbaarheid 489 B. Uitvoering Vrijheidsstraf 490 a. Er is voorlopige hechtenis 490 b. Er is geen hechtenis Patrimoniele straffen 491 a. Geldboete 491 b. Verbeurdverklaring Andere straffen Gezag van gewijsde 492 A. T.a.v. de strafrechter T.a.v. de veroordeelde T.a.v. andere personen 492 B. T.a.v. de burgerlijke rechter Beslissing op strafgebied 494 a. Draagwijdte 494 b. Toepassing 495 c. Invloed van het E.V.R.M Beslissing op burgerlijk gebied 500 Afdeling 3. RECHTSMIDDELEN 501 L Hoger beroep Voorwaarden 502 A. Beslissingen en partijen Beslissingen Partijen 503 B. Vorm 505

19 28 INHOUD 1. Principaal beroep Incidenteel beroep 507 C. Termijn Beklaagde en civielrechtelijk aansprakelijke partij Openbaar ministerie Burgerlijke partij Gevolgen 511 A. Schorsende werking 511 B. Devolutieve werking Beginselen Toepassing 514 a. Beklaagde 514 b. Openbaar ministerie 516 c. Burgerlijke partij 517 d. Civielrechtelijk aansprakeüjke of tussenkomende partij 519 C. Evocatie Rechtspleging en uitspraak 524 A. Rechtspleging 524 B. Uitspraak Afstand Ontvankelijkheid Gegrondheid 527 a. Bevestiging vonnis a quo 527 b. Vernietiging of hervorming vonnis a quo 528 n. Verzet Voorwaarden 531 A. Beslissingen en partijen 531 B. Vorm 533 C. Termijn Gewone termijn Buitengewone termijn Gevolgen 536 A. Schorsende werking 536 B. Devolutieve werking Rechtspleging en uitspraak 539 A. Rechtspleging 539 B. Uitspraak Afstand 541

20 INHOUD Ontvankelijkheid Ongedaanverklaring Gegrondheid 544 DI. Cassatieberoep Voorwaarden en gevolgen 545 A. Voorwaarden Beslissingen en partijen 545 a. Beslissingen 545 b. Partijen 546 i. Partij in het geding 546 ii. Belang Vorm Termijn 549 a. Eindbeslissing 549 i. Op tegenspraak 549 ii. Bij verstek 549 b. Geen eindbeslissing 550 B. Gevolgen Schorsende werking Devolutieve werking Rechtspleging 552 A. Voorstellen van cassatiemiddelen Verzoekschrift Memorie Ambtshalve middelen 554 B. Verloop van de rechtspleging Beslissingen 556 A. Afstand 556 B. Verwerping 556 C. Verbreking Met verwijzing Zonder verwijzing 559 IV. Beroep tot intrekking 559