Samenvatting Strafprocesrecht Jonathan Van Dooren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Strafprocesrecht Jonathan Van Dooren"

Transcriptie

1 Samenvatting Jonathan Van Dooren 1

2 Inhoudsopgave Titel 3: Algemene beginselen strafprocesrecht Hoofdstuk 1: Definitie 1. Begrip 2. Onderscheid tussen materieel en formeel strafrecht A. Personen tot wie de regels gericht zijn B. Inhoud van de regels C. Sanctionering van schendingen 3. Doelstellingen van het strafprocesrecht A. Waarheidsvinding B. Bescherming van de individuele grondrechten C. Onderlinge afweging van waarheidsvinding en individuele grondrechten Hoofdstuk 2: Accusatoire en inquisitoire rechtspleging 1. Principe De accusatoire rechtspleging De inquisitoire rechtspleging 2. Praktijk Hoofdstuk 3: Verloop van het strafproces 1. Het vooronderzoek A. Opsporingsonderzoek en gerechtelijk onderzoek B. Kenmerken van het vooronderzoek o (1) Het geheim karakter van het vooronderzoek o (2) Het niet- tegensprekelijke karakter en sturing van vooronderzoek o (3) Het schriftelijk karakter van het vooronderzoek 2. Het onderzoek ten gronde (1) Openbaarheid van terechtzitting en uitspraak (2) Het tegensprekelijk karakter van de procedure (3) Mondeling karakter van de rechtspleging Hoofdstuk 4: Actoren in het strafproces 1. De verdachte A. Situering B. De verschillende statuten van verdachte C. De advocaat 2. Het slachtoffer A. Situering B. De verschillende statuten van het slachtoffer 3. De burgerlijk aansprakelijke partij 4. De (vrijwillig of gedwongen) tussenkomende partij 5. De politie A. Situering B. Taken van de politie C. Statuut van de politie D. Toezicht op de politiediensten E. Internationale politiediensten F. Staatsveiligheid 2

3 6. Het openbaar ministerie A. Taken van het openbaar ministerie B. Statuut van het openbaar ministerie C. Overzicht D. Toezicht op het openbaar ministerie 7. De onderzoeksrechter A. Situering B. Taken van de onderzoeksrechter C. Statuut van de onderzoeksrechter D. Toezicht op de onderzoeksrechter 8. De onderzoeksgerechten A. Situering B. De raadkamer C. De kamer van inbeschuldigingstelling 9. De vonnisgerechten A. Taak van de vonnisgerechten B. Het statuut van de rechter C. Toezicht op rechters D. Indeling van de vonnisgerechten E. Samenstelling en bevoegdheid van de vonnisgerechten 10. Strafuitvoeringsrechtbanken A. Samenstelling B. Bevoegdheid 11. Justitieassistenten en justitiehuizen Hoofdstuk 5: Beleidsorganen in het strafprocesrecht 1. De minister van justitie 2. Het college van procureurs-generaal 3. De procureur des Konings 4. De raad van de procureurs des Konings Titel 4: Deel I: De rechten van de verdediging in strafzaken Hoofdstuk 1: Algemene begrippen 1. Begrip en oorsprong 2. Toepassingsgebied rechten van de verdediging in strafzaken A. Rechten van de verdediging in strafzaken B. Het begrip strafzaak C. De rechten van de verdediging in de verschillende fasen van de strafrechtspleging Hoofdstuk 2: Overzicht 1. Recht op toegang tot de rechter A. Betekenis B. Recht op toegang tot de bevoegde rechter C. Recht op een onafhankelijk en onpartijdig rechter 3

4 2. Het recht op een eerlijk proces A. De gelijkheid van wapens (equality of arms) B. Recht op een eerlijke bewijsvoering C. Onmiddelijkheidsbeginsel 3. Recht op een openbaar proces A. Begrip B. Interne openbaarheid C. Externe openbaarheid 4. Recht op de behandeling van zijn zaak binnen een redelijke termijn A. Begrip B. Begin- en eindpunt C. Criteria ter beoordeling van de redelijkheid van de duur van het proces D. Sanctie bij overschrijding van de redelijke termijn 5. Recht niet gedwongen te worden tegen zichzelf te getuigen A. Principe B. Toepassingen C. Het zwijgrecht in België 6. Vermoeden van onschuld A. Vermoeden van onschuld en bewijslast B. Vermoeden van onschuld en de uitspraak over de grond van de zaak C. Vermoeden van onschuld en materieel strafrecht 7. Het recht op verdediging A. Recht op informatie over de beschuldigingen B. Recht op voldoende tijd en faciliteiten ter voorbereiding van de verdediging C. Recht zich te verdedigen of de bijstand te hebben van een raadsman D. Recht getuigen te (doen) ondervragen E. Recht op kosteloze bijstand van een tolk (Art. 6(3)e) F. Recht op hoger beroep G. Recht op een effectief rechtsmiddel H. Ne bis in idem Hoofdstuk 3: Wettelijke waarborgen bij beperkingen van bepaalde grondrechten 1. Recht op persoonlijke vrijheid 2. Recht op eerbiediging van de private levenssfeer Deel II: De vorderingen die uit het misdrijf voortvloeien Hoofdstuk 1: De strafvordering 1. Algemene beginselen A. Strafvordering en vervolging B. Strafvordering, burgerlijke vordering en tuchtvordering 2. Personen die de strafvordering uitoefenen A. Principe B. Ambtenaren openbaar ministerie die de strafvordering uitoefenen C. Uitzonderingen D. Bevoegdheidsconflicten 4

5 3. Wijze waarop de strafvordering wordt uitgeoefend A. Beleid inzake de strafvordering B. Vervolging C. Niet- vervolging: Het sepot (Rangschikking zonder gevolg) D. Buitengerechtelijke afhandeling door het parket 4. Personen tegen wie de strafvordering wordt uitgeoefend A. Principe B. De immuniteiten C. Bijzondere regels voor bepaalde categorieën van personen 5. (Extra)territoriale gelding van de strafvordering A. Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd B. Misdrijven in het buitenland gepleegd 6. Prejudiciële vragen en prejudiciële geschillen A. Prejudiciële vragen B. Prejudiciële geschillen 7. Verval van de strafvordering A. De opheffing of vernietiging van de strafwet (Art. 2 al. 2 Sw.) B. Amnestie C. De klachtafstand bij klachtmisdrijven D. De dood van de verdachte E. De verjaring (Art VTSv.) F. Het rechterlijk gewijsde G. De buitengerechtelijke afhandeling Hoofdstuk 2: De burgerlijke vordering 1. Algemene beginselen 2. Personen die de burgerlijke vordering uitoefenen A. Personen die rechtstreeks door het misdrijf werden benadeeld B. Uitzonderlijk: verenigingen en instellingen van openbaar nut 3. Personen tegen wie de burgerlijke vordering wordt uitgeoefend A. De verdachte B. De burgerlijk aansprakelijke C. De rechtsopvolgers van de verdachte 4. Gevallen waarin geen burgerlijke partijstelling mogelijk is 5. Voorwerp van de burgerlijke vordering 6. Wijze waarop de burgerlijke vordering wordt uitgeoefend 5

6 Deel III: Het vooronderzoek in strafzaken Hoofdstuk 1: Wijze waarop het onderzoek gevoerd wordt 1. Opsporingsonderzoek en gerechtelijk onderzoek 2. Wijze waarop misdrijven ter kennis komen van de overheid A. Klachten, aangiften en ambtelijke vaststellingen B. Proces- Verbaal en strafdossier 3. Wijze waarop misdrijven worden opgespoord en vastgesteld A. Situering B. Permissieve regel, legaliteit en loyauteit C. Sanctionering van onregelmatige opsporingshandelingen D. Opsporing en vaststelling van misdrijven en het EVRM Hoofdstuk 2: Personen belast met de opsporing en vaststelling van misdrijven 1. Algemene beginselen 2. De leidinggevende magistraten A. Het openbaar ministerie (enerzijds) B. De onderzoeksrechter (anderzijds gerechtelijk onderzoek) 3. De politiediensten A. Opsporingstaken van de geïntegreerde politiedienst B. Verhouding leidinggevende magistraten politiediensten Hoofdstuk 3: Het opsporingsonderzoek 1. Begrip 2. De heterdaadprocedure A. Verrichtingen bij betrapping op heterdaad B. Gewone verrichtingen 3. De proactieve recherche A. Algemeen B. Voorwaarden (Art. 28bis 2 Sv.) 4. De bijzondere opsporingsmethoden A. Algemeen B. Wettelijke regeling 5. Het kaapluk-onderzoek 6. Afsluiting van het opsporingsonderzoek A. Niet- vervolging: Sepot, minnelijke schikking of bemiddeling B. Vordering tot onderzoek C. Dagvaarding of oproeping voor het vonnisgerecht Hoofdstuk 4: Het gerechtelijk onderzoek 1. Begrip 2. Taakomschrijving van de onderzoeksrechter 3. Saisine van de onderzoeksrechter A. Wijze waarop de onderzoekrechter geadiëerd wordt B. Omvang van de saisine C. Gevolgen van de saisine 6

7 4. Verhouding onderzoeksrechter - procureur des Konings A. Situering B. Vorderingen van de procureur des Konings ten aanzien van de onderzoeksrechter C. Rechtsmiddelen 5. Rechten inverdenkinggestelde, burgerlijke partij en derde-beslagene tijdens het gerechtelijk onderzoek A. Het recht inzage te vragen in het strafdossier (Art. 61ter Sv.) B. Het strafrechtelijk kortgeding (Art. 28sexies, 61quater en 61sexies Sv.) C. Het recht bijkomende onderzoekshandelingen te vragen (Art. 61quinquies Sv.) 6. Afsluiting van het gerechtelijk onderzoek: de regeling van de rechtspleging A. Situering B. Procedure C. Procedure voor de raadkamer D. Mogelijke beslissingen van de raadkamer E. Rechtsmiddelen tegen de beschikking over de rechtspleging 7. Controle door de kamer van inbeschuldigingstelling A. Ambtshalve toezicht op het verloop van de gerechtelijke onderzoeken B. Toezicht op langdurige onderzoeken C. Toezicht op de regelmatigheid van de rechtspleging Hoofdstuk 5: Onderzoeksverrichtingen 1. Het opnemen van klachten en aangiften 2. Identiteitscontroles en houden van gegevensbestanden A. Verzamelen van informatie B. Houden van een gegevensbestand C. Misdaadanalyses 3. Plaatsbezoek (Belangrijke fase) 4. Observatie 5. Ondervraging van de verdachte A. Minimumrechten ondervraagde persoon B. Ondervraging verdachte binnen opsporingsonderzoek C. Ondervraging verdachte binnen gerechtelijk onderzoek D. Ondervraging met behulp van audiovisuele media E. De vrijheidsberoving van de verdachte 6. Inverdenkingstelling van de verdachte A. Principe B. Rechten inverdenkinggestelde C. Impliciete inverdenkingstelling D. Inverdenkingstelling en loyauteitsplicht 7. Getuigenverhoor A. Getuigenverhoor binnen het raam van een opsporingsonderzoek B. Getuigenverhoor binnen het raam van een gerechtelijk onderzoek C. Anonieme getuigen D. Bedreigde getuigen E. Verhoor met behulp van audiovisuele media 8. Inwinnen gegevens bankrekeningen en banktransacties en bevriezen van banktegoeden 7

8 9. Deskundigenonderzoek A. Het deskundigenonderzoek binnen het raam van een B. Het deskundigenonderzoek binnen het raam van een gerechtelijk onderzoek 10. DNA-onderzoek A. DNA- onderzoek in het raam van een opsporingsonderzoek B. DNA- onderzoek in het raam van een gerechtelijk onderzoek 11. Inobservatiestelling 12. Fouillering 13. Onderzoek aan het lichaam 14. Huiszoeking A. Begrip en grondslag B. Grond- en vormvoorwaarden C. Huiszoeking bij betrapping op heterdaad D. Huiszoeking met toestemming van de bewoner van het huis E. Beperkingen 15. Andere zoekingen 16. Inkijkoperatie 17. Inbeslagneming A. Algemeen B. Zaken die in beslag kunnen worden genomen C. Kunnen zaken die zich bevinden bij een derde worden in beslag genomen? D. Zaken die niet in beslag kunnen worden genomen E. Beheer van in beslag genomen goederen F. Inbeslagneming van onroerende goederen 18. Databeslag en netwerkzoeking A. Databeslag (Art. 39bis Sv.) B. Netwerkzoeking (Art. 88ter Sv.) 19. Uitgestelde tussenkomst, gecontroleerde aflevering en gecontroleerde doorlevering A. Uitgestelde tussenkomst (Art. 40bis Sv.) B. gecontroleerde aflevering en doorlevering 20. Schending briefgeheim A. Het onderscheppen van post (Art. 46ter Sv.) B. Lezen van post (Art. 88sexies Sv.) 21. Identificatie telefoonnummers en opsporen & lokaliseren van telecommunicatie A. Algemeen kader B. Identificatie van telefoonnummers C. Opsporen of lokaliseren van telecommunicatie 22. Afluisteren van privé(tele)communicatie A. Situering B. Beschermde communicaties C. Grondvoorwaarden (Art. 90ter Sv.) D. Personen, zaken en plaatsen die het voorwerp van een afluistermaatregel kunnen uitmaken (Art. 90ter 1 al. 3 Sv.) E. Vormvoorwaarden (Art. 90quater Sv.) F. Duur van de maatregel G. Afluistering en het beroepsgeheim H. Praktische uitvoering van de maatregel 8

9 23. Bijzondere opsporingsmethoden A. Algemeen B. Stelselmatige observatie C. Infiltratie D. Gebruik van informanten 24. Voorlopige maatregelen ten aanzien van rechtspersonen 25. Beknopt voorlichtingsrapport en maatschappelijke enquête Hoofdstuk 6: Voorlopige Hechtenis 1. Algemene beginselen A. Begrip B. Bronnen o De Grondwet o De wet o De mensenrechten C. Kenmerken o De voorlopige hechtenis is steeds uitzonderlijk o De voorlopige hechtenis is geen straf o De voorlopige hechtenis is geen onderzoeksmaatregel o De voorlopige hechtenis is steeds voorlopig o De voorlopige hechtenis kan enkel door een rechter worden bevolen D. De voorlopige hechtenis en andere vrijheidsberovingstitels o De bestuurlijke aanhouding o De kortstondige vrijheidsbeneming in het kader van een fouillering o De aanhouding op grond van het vattingsbevel 2. Arrestatie (Art. 1 en 2) A. Begrip o Personen bevoegd tot arrestatie o Misdrijven vatbaar voor arrestatie o Rechten van de gearresteerde B. De termijn van 24 uur o Oorspronkelijke termijn o Bevel tot verlenging 3. Bevel tot medebrenging (Art. 3 en 4) 4. Aanhoudingsbevel (Art. 16) A. Grondvoorwaarden o Er moeten ernstige schuldaanwijzingen zijn o Het feit moet strafbaar zijn met een gevangenisstraf van 1 jaar of meer o De aanhouding moet volstrekt noodzakelijk zijn en de wettelijke redenen voor de verlening van een aanhoudingsbevel moeten aanwezig zijn B. Vormvoorwaarden o De ondervraging door de onderzoeksrechter o Het aanhoudingsbevel moet gemotiveerd zijn o Het aanhoudingsbevel moet binnen de 24uur aan de verdachte worden betekend 5. Verbod van vrij verkeer (Art. 20 al. 2) 6. Opheffing aanhoudingsbevel (Art. 25) 7. Aanhoudingsbevel ten aanzien van een in vrijheid gelaten of gestelde verdachte 9

10 8. Rechterlijk toezicht op de voorlopige hechtenis A. Art. 5 EVRM B. Rechtsmiddelen tegen het aanhoudingsbevel C. Handhaving van het aanhoudingsbevel door de raadkamer o Draagwijdte van de controle o Procedure o Rechtsmiddelen 9. Voorlopige hechtenis en regeling van de rechtspleging 10. Onmiddellijke aanhouding ter terechtzitting 11. Alternatieven voor de voorlopige hechtenis A. Vrijheid en invrijheidstelling onder voorwaarden o Voorwaarden waaraan de vrijheid of invrijheidstelling onder voorwaarden moet voldoen o Voorwaarden die kunnen worden opgelegd o Toezicht op de naleving van de voorwaarden o Rechtsmiddelen B. Vrijheid of invrijheidstelling met borgsom 12. Onwerkzame hechtenis A. Onrechtmatige hechtenis B. Onwerkdadige hechtenis 13. Het Europees aanhoudingsbevel A. Begrip B. Bronnen C. Vormvoorwaarden en verband met het feit waarvoor de overlevering wordt gevraagd o Drempelstraf: 12 maanden o Dubbele incriminatie o Dubbele jurisdictie en dubbele verjaring? o Litispendentie in de staat van tenuitvoerlegging o Politieke misdrijven: niet langer een beletsel D. Voorwaarden in verband met de gezochte persoon o Nationaliteit: niet langer een beletsel o Minderjarigen worden niet overgeleverd E. Voorwaarden in verband met de rechtsbedeling in de verzoekende staat o Discriminatieclausule o Respect voor mensenrechten o De doodstraf en de levenslange gevangenisstraf F. Andere weigeringsgronden 2 verplichte weigeringsgronden o Amnestie o Ne bis in idem G. Procedure o Gewone procedure o Procedure in geval van instemming o Specialiteit Deel IV: Het onderzoek ter terechtzitting Examen 10

11 Titel 3: Algemene beginselen strafprocesrecht Hoofdstuk 1: Definitie 1. Begrip Het strafprocesrecht is het geheel der rechtsregels betreffende de opsporing, vervolging en berechting van personen die ervan worden verdacht een misdrijf gepleegd te hebben. Het beschrijft de vormvoorschriften en bepaalt de positie van de verschillende actoren in het strafproces (de overheid, de verdachte, het slachtoffer, ) In het strafprocesrecht wordt het materieel strafrecht gerealiseerd. Zonder afdwinging zijn rechtsregels immers zinloos Synoniemen voor strafprocesrecht: Formeel strafrecht, strafrechtspleging, strafvordering 2. Onderscheid tussen materieel en formeel strafrecht A. Personen tot wie de regels gericht zijn o De regels van het materieel strafrecht zijn tot de gehele bevolking gericht (Burgers en overheid) o De regels van het strafprocesrecht richten zich in de eerste plaats tot de overheid (de personen die met de toepassing van het strafprocesrecht belast zijn) De politie, de staande en zittende magistratuur Het inquisitoir karakter van het strafprocesrecht: Het strafproces wordt beschouwd als een proces tussen de gemeenschap en de verdachte B. Inhoud van de regels o Inhoudelijk vallen de regels van het materieel strafrecht op door hun vanzelfsprekendheid Ze beschermen een reeks fundamentele waarden (Je mag niet doden, slaan of stelen, ) o De meeste regels van het strafprocesrecht hebben die vanzelfsprekendheid niet. Ze zijn meestal niet aan bepaalde waarden gekoppeld en berusten vaak op de afweging van verschillende belangen De inhoud is vaak diffuus en makkelijker vatbaar voor verandering C. Sanctionering van schendingen o De sanctionering van schending van regels van het materieel strafrecht is vrij eenvoudig: op elk misdrijf staat een straf. o De schending van een strafprocesrechtelijke norm wordt anders gesanctioneerd. De wet bepaalt zelden wat de precieze sanctie is (de wetgever ging ervan uit dat de professionelen de wet wel zouden volgen. De rechtspraak speelt hier dan ook een belangrijke rol en houdt onder 11

12 meer rekening met de vraag of de rechten van de verdediging geschonden zijn. Een aantal sancties zijn denkbaar: De proceshandeling of het hele proces kan nietig zijn. Soms moet de rechter een onrechtmatig verkregen bewijsstuk buiten zijn beschouwingen houden Soms wordt de strafvordering onontvankelijk Soms is er helemaal geen sanctie Soms is de sanctie onzeker (nog niet duidelijk) 3. Doelstellingen van het strafprocesrecht In het strafproces staan verschillende belangen tegenover elkaar: o Het belang van de gemeenschap (bestraffing van de criminaliteit) o Het belang van het slachtoffer (schadevergoeding) o Het belang van de verdachte (eerlijk proces) o Het strafproces heeft de ontdekking van de waarheid tot doel, maar deze waarheidsvinding mag echter niet tot stand komen met miskenning van de individuele grondrechten o Dubbele finaliteit: De waarheidsvinding (A) De bescherming van de individuele grondrechten (B) Het is de taak van het strafprocesrecht om deze, vaak tegenstrijdige belangen met elkaar te verzoenen A. Waarheidsvinding o Het strafrecht maakt deel uit van het publiek recht: het conflict dat ontstaat ten gevolge van het plegen van een strafbaar feit wordt gezien als een conflict tussen de gemeenschap en de dader, niet als een conflict tussen dader en slachtoffer De invalshoek van waaruit de regels van het strafprocesrecht zijn opgesteld, is voornamelijk die van het openbaar belang o Het strafproces in zijn geheel (opsporing en vervolging van misdrijven, berechting van de daders) heeft, vanuit dit perspectief, als voornaamste doel de waarheidsvinding B. Bescherming van de individuele grondrechten o Vanuit de optiek van de individuele burger heeft het strafprocesrecht een andere functie De eerbied voor de individuele grondrechten o In het kader van de waarheidsvinding worden aan de overheid belangrijke bevoegdheden toegekend die een verregaande beperking van bepaalde grondrechten kunnen inhouden (niet enkel ten aanzien van personen die ervan verdacht worden een misdrijf te hebben gepleegd, maar tevens ten aanzien van derden) Het beschermde belang is hier dus ruimer dan de loutere rechten van de verdediging in strafzaken 12

13 o De rechten van de verdediging gelden specifiek voor personen die vervolgd worden wegens een misdrijf Art. 6 EVRM en Art. 14 I.V.B.P.R (voornaamste rechtsbronnen) C. Onderlinge afweging van waarheidsvinding en individuele grondrechten o Het strafprocesrecht probeert deze belangen te verzoenen. Dat is een delicate evenwichtsoefening. Gedurende de 19 e en de eerste helft van de 20 e eeuw stond de waarheidsvinding centraal. Sinds de totstandkoming van het EVRM is er meer aandacht voor de bescherming van de individuele grondrechten, dat een zelfstandig doel van het strafprocesrecht is geworden o De voornaamste waarborg Het wettelijk kader van het overheidsoptreden De beperking van grondrechten moet steeds op wettelijke basis berusten Art. 12 GW Vervolging kan slechts plaatsvinden in de gevallen die de wet bepaalt en in de vorm die zij voorschrijft o EVRM Het volstaat vandaag niet meer dat het overheidsoptreden op wettelijke basis berust. De wet moet in vele gevallen zekere voorwaarden vervullen opdat de inbreuk op individuele grondrechten zou geoorloofd zijn Vrijheidsberoving Huiszoeking o De belangen van de burger in het algemeen (grondrechten), en van de verdachte in het bijzonder (rechten van de verdediging) wegen meer door in het strafproces dan voorheen. Het belang van de waarheidsvinding zal dus in bepaalde gevallen hiervoor moeten wijken o De concrete afweging van het belang van de waarheidsvinding en dat van de bescherming van de grondrechten gebeurt door de rechtspraak. In deze onderlinge afweging kan men een slingerbeweging vaststellen. Oorspronkelijk primeerde het belang van de waarheidsvinding Onder invloed van de internationale ontwikkeling van de mensenrechten (sinds de jaren 60) is het belang van de bescherming van de grondrechten centraal komen te staan Een deel van de rechtsleer en een groot deel van de publieke opinie wijst op een te groot formalisme (overprocessualisering) dat tot maatschappelijk ongewenste resultaten leidt (zoals de vrijlating van verdachten waarvan de schuld quasi- vaststond) 13

14 In de rechtspraak is een tegenreactie merkbaar De Antigoonrechtspraak (Hof van Cassatie) heeft de sanctionering van onregelmatigheden begaan bij de bewijsvoering aanzienlijk versoepeld Waar vroeger dit onrechtmatig bewijs steeds onbruikbaar werd in het strafproces, werd de regel in 2003 omgedraaid. Onrechtmatig bewijs moet door de strafrechter enkel nog in 3 hypothesen buiten beschouwing worden gelaten o Wanneer de miskende vormvoorwaarde op straffe van nietigheid is voorgeschreven o Wanneer de begane onrechtmatigheid de betrouwbaarheid van het bewijs heeft aangetast o Wanneer het gebruik van het bewijs in strijd is met het recht op een eerlijk proces Recente evoluties (tegen terrorisme en georganiseerde criminaliteit) Anti- terroristische wetgeving waardoor de rechten van de verdediging wordt beperkt o Speciale Politietechnieken zoals infiltratie en het gebruik van undercoveragenten 14

15 Hoofdstuk 2: Accusatoire en inquisitoire rechtspleging 1. Principe De accusatoire rechtspleging o Horizontale processtructuur De aanklager en de verdediging staan op gelijke voet en vechten met gelijke wapens (equality of arms) o Passieve rol van de rechter Hij moet in hoofdzaak erop toezien dat de procedure correct verloopt en dat de partijen het proces fair spelen De taak van de rechter bestaat erin, na het aanhoren van de argumenten van beide partijen, te beslissen welke van beide juridisch gelijk heeft o Een accusatoir proces is volledig openbaar, zowel ten aanzien van de partijen als ten aanzien van het publiek De inquisitoire rechtspleging o Verticale processtructuur De overheid weegt door op de procesvoering en bepaalt het procesverloop Er is een openbare aanklager, die niet namens het slachtoffer maar ambtshalve, namens de gemeenschap optreedt 2. Praktijk o Actieve rol van de rechter Zijn bestaat erin de waarheid te ontdekken Verregaande bevoegdheden Actieve leiding van het proces o Geheim en niet-tegensprekelijk karakter Geheim Achter gesloten deuren (noch de verdachte, noch het publiek is op de hoogte van het verloop van het onderzoek) Niet- tegensprekelijk De beklaagde wordt niet de mogelijkheid geboden om de tegen hem verzamelde bewijzen te weerleggen en de argumenten voor zijn verdediging naar voren te brengen. De verdachte wordt beschouwd als het object van de rechtspleging, niet als drager van rechten Zuiver accusatoire of inquisitoire procedures komen vrijwel nergens (meer voor). In de common law is de accusatoire procedure het best bewaard gebleven. De beroepsrechter heeft enkel als taak erop toe te zien dat de bewijsvoering volgens de regels gebeurt. Die bewijsvoering is volledig in handen van de partijen. De procedure in de continentale traditie was eerder inquisitoir Vandaag is ze (ook in België) eerder gemengd. Aan het onderzoek ten gronde gaat een vooronderzoek vooraf dat inquisitoir en dus geheim en niet- tegensprekelijk verloopt. In tweede fase gebeurt de terechtzitting, die wel accusatoir is. De rechter speelt dus een actievere rol 15

16 Onder invloed van de kleine Franchimont (1998) Wijziging van de strafprocedure om de procedure van het vooronderzoek weg te trekken van het inquisitoire De grote Franchimont heeft het niet gehaald (zelfde doelstelling Procedure minder inquisitoir maken) Gesneuveld in het parlement 3. Strafrechtshervorming in Europa Niet kennen 16

17 Hoofdstuk 3: Verloop van het strafproces Het strafproces verloopt in 2 fasen Een geheime fase Het vooronderzoek (grotendeels inquisitoir) Een openbare fase Het onderzoek ten gronde (grotendeels accusatoir) 1. Het vooronderzoek Het vooronderzoek is de fase die het onderzoek ter terechtzitting vooraf gaat en waarin gepoogd wordt de verdachte te identificeren en na te gaan of er voldoende bezwaren tegen hem bestaan. Over de grond van de zaak wordt in deze fase nog geen uitspraak gedaan. De onderzoeksverrichtingen tijdens het vooronderzoek zijn voorlopig. A. Opsporingsonderzoek en gerechtelijk onderzoek o Het vooronderzoek kan de vorm aannemen van een opsporingsonderzoek of van een gerechtelijk onderzoek o Het opsporingsonderzoek is het onderzoek dat wordt gevoerd door de procureur des Konings en zijn hulpofficieren (zonder tussenkomst van de onderzoeksrechter). Een opsporingsonderzoek kan worden afgesloten met een beslissing tot niet- vervolging of met een dagvaarding voor het vonnisgerecht. Meer dan 90% van de zaken wordt op deze manier afgehandeld. o Het opsporingsonderzoek kan ook met een buitengerechtelijke afdoening worden besloten: Een minnelijke schikking (Art. 216bis Sv.) Een bemiddeling (Art. 216ter Sv.) o Het gerechtelijk onderzoek wordt gevoerd door de onderzoeksrechter, op vordering van de procureur des Konings. Dat gebeurt voor de zwaarste misdrijven, waarbij dwangmaatregelen (zoals een huiszoeking of telefoontap) moeten gebeuren die de procureur niet zelf kan bevelen. B. Kenmerken van het vooronderzoek o Het vooronderzoek is geheim (1), niet- tegensprekelijk (2) en schriftelijk (3). Het vooronderzoek heeft dus een uitgesproken inquisitoir karakter. Dit inquisitoir karakter wordt afgezwakt door de kleien Franchimont van 12 maart 1998 (1) Het geheim karakter van het vooronderzoek Het vooronderzoek is in principe geheim o Art. 28quinquis 1 Sv. Opsporingsonderzoek o Art Sv. Gerechtelijk onderzoek 17

18 Doel o Enerzijds ervoor zorgen dat het onderzoek niet wordt gedwarsboomd o Anderzijds vermijden dat er onnodige publiciteit aan de zaak zou worden gegeven, wat nadelig zou kunnen zijn voor de verdachte Draagwijdte o Interne openbaarheid (t.a.v. verdachte en slachtoffer) De verdachte is niet aanwezig bij de onderzoeksverrichtingen en heeft in deze fase van het onderzoek geen inzage in het strafdossier. Hetzelfde geldt voor zijn advocaat en voor het slachtoffer o Milderingen op de interne openbaarheid (door Wet Franchimont) Iedereen die wordt ondervraagd heeft recht op een gratis kopie van zijn ondervraging Art. 28quinquies 2 Sv. Art Sv. (Beperkte) inzage in het strafdossier Art. 61ter Sv. o Externe openbaarheid (t.a.v. het publiek/media en pers) Alle onderzoeksverrichtingen en procedurehandelingen vinden in het geheim plaats, zonder dat het publiek wordt toegelaten o Milderingen op de externe openbaarheid Indien het openbaar belang dit vereist kan de procureur des Konings persmededelingen doen Art. 28quinquies 3 Sv. Art Sv. De advocaat Art. 28quinquies 4 Sv. Art Sv. Sanctionering o Eenieder die beroepsmatig zijn medewerking verleent aan het onderzoek is tot geheimhouding verplicht Art. 28quinquies 1 Sv. Art Sv. o Schending van deze verplichting kan invloed hebben op de geheimhouder (sanctie) en op de strafprocedure zelf (nietigheid van bepaalde opsporingshandelingen) 18

19 Spanningsveld geheimhouding en de pers o De journalist is niet gebonden door het geheime vooronderzoek, enkel de personen die beroepshalve meewerken aan dat vooronderzoek De journalist is dus niet gebonden door de geheimhoudingsplicht o Journalisten hebben sinds 2005 het wettelijk recht hun informatiebronnen te beschermen Bronnengeheimhouding o Delicate evenwichtsoefening tussen de geheimhouding van het vooronderzoek en het bronnengeheim waarop de media zich kan beroepen (2) Het niet-tegensprekelijke karakter en sturing van vooronderzoek Tijdens het vooronderzoek heeft de verdachte in principe niet het recht de tegen hem verzamelde bewaren te weerleggen en verweermiddelen aan te voeren. Hij zal deze mogelijkheid pas krijgen wanneer de zaak aan de vonnisrechter wordt voorgelegd, bij het onderzoek ten gronde Mildering van dit principe t.a.v. het gerechtelijk onderzoek De partijen kunnen het onderzoek mee sturen door aan de onderzoeksrechter specifieke onderzoeksdaden te vragen Sturing o Art. 61quinquies Sv. (3) Het schriftelijk karakter van het vooronderzoek Alle verrichtingen tijdens het vooronderzoek zijn schriftelijk Van elke onderzoeksverrichting wordt een geschrift (proces- verbaal) opgemaakt, dat wordt toegevoegd aan het strafdossier. Dit strafdossier vormt de basis voor het latere onderzoek ter terechtzitting Art. 47bis Sv. Regels opnemen van processen- verbaal van verhoren 2. Het onderzoek ten gronde Het onderzoek ten gronde is de onderzoeksfase waarin uitspraak wordt gedaan over de grond van de zaak. Er wordt nagegaan of de feiten lastens de beklaagde bewezen zijn en over de eventuele straf. Het onderzoek ten gronde vindt plaats voor de vonnisgerechten, in aanwezigheid van de beklaagde, die nu het openbaar ministerie kan tegenspreken De algemene kenmerken van de procedure zijn tegengesteld aan die van het vooronderzoek Het onderzoek ten gronde is openbaar (1), tegensprekelijk (2) en mondeling (3) 19

20 (1) Openbaarheid van terechtzitting en uitspraak De openbaarheid van de terechtzitting en de uitspraak is door de grondwet gewaarborgd (Art G.W.) Op de openbaarheid van de terechtzitting bestaan twee uitzonderingen: o De rechter kan bevelen dat de zitting achter gesloten deuren plaatsvindt als de openbare orde of de goede zeden in gevaar komen (Art. 148 G.W.) o Op grond van Art. 6 EVRM kan dat ook als het privé- leven van de partijen in het gedrang komt Van het beginsel van de openbaarheid van de uitspraak kan niet worden afgeweken (Art. 149 G.W.) De openbaarheid geldt niet voor de onderzoeksgerechten, tenzij in de gevallen dat die zich uitspreken over de grond van de zaak (Art. 9 Wet Bescherming Maatschappij; Art. 6 Probatiewet) De openbaarheid speelt op twee niveaus: o Interne openbaarheid: De beklaagde en het slachtoffer krijgen automatisch inzage in het strafdossier o Externe openbaarheid: Voor de openbare opinie (en de pers) heeft de openbaarheid een controlefunctie. Het laat het publiek toe toezicht uit te oefenen op de strafrechtspleging. (2) Het tegensprekelijk karakter van de procedure Het recht op tegenspraak is de essentie van het recht op verdediging. Het onderzoek verloopt in de vorm van een debat tussen de vervolgende partij (het openbaar ministerie) en verdedigende partij (de beklaagde). Het gaat om een recht, niet om een plicht. De beklaagde kan verstek laten gaan. Equality of arms Openbaar ministerei en beklaagde staan op gelijke voet In de praktijk wordt aan het principieel tegensprekelijk karakter van de rechtspleging ten gronde afbreuk gedaan door het grote gewicht dat uitgaat van het strafdossier o In de praktijk steunt de bewijsvoering ter terechtzitting doorgaans hoofdzakelijk op de stukken in het strafdossier Dus op de bewijzen die tijdens het vooronderzoek op niet- tegensprekelijke wijze vergaard zijn De taak van de vonnisrechter is in grote mate herleid tot die van een verificatierechter, die de stukken uit het strafdossier nagaat (3) Mondeling karakter van de rechtspleging De verrichtingen tijdens het onderzoek ten gronde gebeuren mondeling, al wordt wel een proces- verbaal van de terechtzitting opgesteld (Art. 155 en 190ter Sv.) o Het openbaar ministerie vordert mondeling o Onderzoeksverrichtingen, pleidooien gebeuren eveneens mondeling 20

21 Hoofdstuk 4: Actoren in het strafproces 1. De verdachte A. Situering o De verdachte is de persoon die ervan verdacht wordt een strafbar feit te hebben gepleegd. Het strafproces draait volledig rond de verdachte. B. De verschillende statuten van verdachte o Tijdens het vooronderzoek Inverdenkinggestelde Vaak zal de verdachte bij het begin van het onderzoek een onbekende zijn De inverdenkinggestelde is de verdachte tegen wie een formele aanklacht werd geformuleerd, de zgn. inverdenkingstelling (Art. 61bis Sv.) De inverdenkingstelling gebeurt automatisch wanneer het gerechtelijk onderzoek op naam van een welbepaalde verdachte werd gevorderd Wanneer in de loop van het onderzoek de onderzoeksrechter ernstige aanwijzingen van schuld vindt tegen de verdachte, is hij verplicht deze in verdenking te stellen Het is verplicht voor zover er ernstige schuldaanwijzingen zijn Een inbeschuldiginggestelde is een verdachte die naar het Hof van Assisen is verwezen door de kamer van inbeschuldigingstelling o Tijdens het onderzoek ter terechtzitting Beklaagde of beschuldigde Het onderscheid beschuldigde/beklaagde slaat op het rechtscollege waarnaar de betrokkene werd verwezen Politierechtbank of correctioneel rechtbank Beklaagde Hof van Assisen Beschuldigde De veroordeelde is de persoon die veroordeeld is door een in kracht van gewijsde getreden uitspraak o De rechten waarop de betrokkene aanspraak kan maken verschillen De rechten van de verdachte (sensu stricto) zijn zeer beperkt De inverdenkinggestelde tegen wie een gerechtelijk onderzoek loopt heeft daarentegen toegang tot talrijke procedures. Bv. Inzage in het strafdossier vragen en bijkomende onderzoeken vorderen De beklaagde en beschuldigde beschikken over alle rechten van een volwaardige procespartij. Alle in Art. 6 EVRM opgesomde verdedigingsrechten zijn hier gegarandeerd De rechten van de veroordeelde In het raam van het strafuitvoeringsrecht Het vermoeden van onschuld, dat gedurende gans het strafrechtelijk onderzoek blijft bestaan en 21

22 toepasselijk is op de verdachte, de inverdenkinggestelde en beklaagde/beschuldigde, geldt niet voor de veroordeelde o Vroeger kon de strafvordering enkel tegen natuurlijke personen worden ingesteld en konden rechtspersonen nooit als verdachte optreden o Nu Art. 2bis VTSv. Regelt de instelling van de strafvordering tegen rechtspersonen o De lasthebber ad hoc Wanneer een rechtspersoon samen met de natuurlijke personen die haar vertegenwoordigen vervolgd wordt voor dezelfde of samenhangende feiten, wijst de rechtbank, ambtshalve of op verzoekschrift, een lasthebber ad hoc aan om de rechtspersoon te vertegenwoordigen (Art. 2bis VTSv.) De belangen van de rechtspersoon en haar vertegenwoordigers kunnen tegenstrijdig zijn, waardoor de verdachten de schuld zouden kunnen afschuiven op de rechtspersoon. C. De advocaat o De advocaat is de vertegenwoordiger van de verdachte. Samen vormen zij de verdediging. De advocaat is de vertrouwenspersoon van de verdachte en de confidentialiteit in hun betrekking is wettelijk beschermd (Art. 90sexies, lid 3 en Art. 90octies Sv.) 2. Het slachtoffer A. Situering o Het slachtoffer is de persoon die rechtstreeks benadeeld werd door het misdrijf. De aandacht voor het slachtoffer in het strafproces is sinds eind jaren 90 sterk toegenomen B. De verschillende statuten van het slachtoffer o Het slachtoffer in het algemeen Slachtoffervriendelijke bejegening (Art. 3bis VTSv.) Zie ook het slachtofferhulpfonds Als men niet via de normale kanalen schadevergoeding kan krijgen kan men zich hiertoe richten Herstelbemiddeling tussen dader en slachtoffer Art. 3ter VTSv. Bemiddeling in strafzaken (Art. 216ter Sv.) Als dader en slachtoffer ermee instemmen kunnen zij buiten de gerechtelijke procedure om onderhandelen onder begeleiding van een erkend bemiddelaar. Die heeft een vertrouwelijkheidsplicht en ook alle gesprekken en documenten die worden gebruikt zijn vertrouwelijk Als de partijen akkoord gaan, kunnen bepaalde elementen wel ter kennis gebracht worden van de gerechtelijke instanties (Art. 555 Sv.) Bemiddeling is mogelijk in elke fase van de strafprocedure 22

23 o De benadeelde persoon De benadeelde persoon is degene die verklaart schade te hebben geleden door het misdrijf (Art. 5bis VTSv.) In tegenstelling tot de burgerlijke partij is de benadeelde persoon geen procespartij. Zijn rechten bestaan vooral in het krijgen en geven van informatie. Hij wordt op de hoogte gehouden van het verloop van de strafzaak (seponering, instellen gerechtelijk onderzoek, bepaling van de rechtsdag,...) o De burgerlijke partij De burgerlijke partij is het rechtstreekse slachtoffer dat het initiatief genomen heeft om een procespartij te worden Niet enkel het slachtoffer zelf, maar ook de rechtsopvolgers van het slachtoffer kunnen als burgerlijke partij optreden De burgerlijk vordering betreft uitsluitend de schadevergoeding De burgerlijke partij krijgt dezelfde rechten als de inverdenkinggestelde verdachte (Bv. Art. 61ter Sv.). Dat vloeit voort uit de wapengelijkheid De burgerlijke partij die ongelijk haalt, wordt veroordeeld tot de gerechtskosten, zeker als ze zelf de zaak op gang heeft gebracht 3. De burgerlijk aansprakelijke partij In het strafprocesrecht kan ook uitspraak worden gedaan over de burgerlijke vordering (de vordering tot shcadevergoeding). Aangezien soms andere personen dan de beklaagde/beschuldigde burgerrechtelijk aansprakelijk kunnen zijn (op basis van Art BW) worden deze dan ook bij het proces betrokken Dit zijn de burgerlijk aansprakelijke partijen 4. De (vrijwillig of gedwongen) tussenkomende partij In principe zijn derden geen partij in het strafproces. De rechtspraak aanvaardt echter dat derden vrijwillig kunnen tussenkomen als de wet aan de strafrechter toelaat een sanctie of maatregel lastens een derde uit te spreken Een belangrijk toepassingsgeval hiervan is de confiscatie van zaken die aan een derde toebehoren (Art. 42 Sw.) Derden die dreigen het slachtoffer te worden van een verbeurdverklaring kunnen zich daartegen verzetten voor de strafrechter. Zij worden daartoe op de hoogte gebracht van de datum van rechtsdag (Art. 5ter VTSv.) Soms kan een derde ook gedwongen worden tussen te komen o Bv. Verzekeraars Die moeten tussenkomen op vraag van de burgerlijke partij of de verzekerde zelf o Verzekeraars kunnen ook vrijwillig tussenkomen. Dat gebeurt veelvuldig in het verkeersrecht 23

24 5. De politie A. Situering o De Wet Geïntegreerde Politiedienst (WGP, 7 december 1998) vormde de bestaande politiekorpsen om tot een eenheidspolitie, gestructureerd op twee niveaus, een lokaal en een federaal. o Vroeger was er de Rijkswacht, de gemeentepolitie en de gerechtelijke politie B. Taken van de politie o Politiemensen hebben zowel bestuurlijke als gerechtelijke taken o Daden van bestuurlijke politie Daden van bestuurlijke politie situeren zich binnen het preventieve toezicht dat door de politie wordt uitgeoefend. Het gaat onder meer om de handhaving van de openbare orde en het voorkomen van misdrijven (Art. 14 Wet Politieambt) Preventief karakter o Daden van gerechtelijke politie Daden van gerechtelijke politie zijn politieopdrachten die ertoe strekken misdrijven op te sporen en vast te stellen en hierbij bewijzen te verzamelen die eventueel later aan een rechter kunnen worden voorgelegd (Art. 15 WPA) Repressief karakter Reactief Proactief Om daden van gerechtelijke politie te kunnen uitoefenen moet de politie- ambtenaar daartoe door de wet gemachtigd zijn (Art. 8/6, lid 2 WPA). Hij moet daarvoor bekleed zijn met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie Daarnaast bestaan er ook hulpofficieren van de procureurs des Konings. Deze hebben wat de betrapping op heterdaad betreft dezelfde bevoegdheden als de procureur des koning. Enkel hulpofficieren kunnen op bevel van de onderzoeksrechter huiszoekingen en inbeslagnemingen uitvoeren (Art. 89bis Sv.) en vorderingen uitvoeren met betrekking tot het afluisteren van privécommunicatie en telecommunicatie (Art. 90quater 3 Sv.) C. Statuut van de politie o De nieuwe politiestructuur 2 niveaus Lokaal en Federaal Eenheidsstatuut qua rekrutering, pensioen, o De lokale politie De lokale politie is verantwoordelijk voor de basispolitiezorg in één van de 196 politiezones. Elke politiezone omvat een of meerdere gemeenten 24

25 Voor meergemeentezones Politieraad en een politiecollege Voor ééngemeentezones Gemeenteraad en CBS Per politiezone wordt een zonale veiligheidsraad ingesteld, waarin overleg plaatsvindt tussen burgermeesters, de procureur des Konings, de korpschef en een afgevaardigde van de federale politie Elke politiezone beschikt over een lokaal politiekorps Geleid door een korpschef (uitvoerende functie) Het korps staat onder het gezag van de burgemeester of het politiecollege (als de politiezone meerdere gemeenten omvat) o De federale politie De federale politie is verantwoordelijk voor de gespecialiseerde en de bovenlokale politiezorg Ze bereidt onder meer het nationaal veiligheidsplan voor en draagt na de goedkeuring ervan zorg voor de uitvoering Samenstelling De federale politie staat onder leiding van de commissaris- generaal Onder hem staan een reeks algemene directies (centrale diensten die een taak op zich nemen, Bv. personeelsbeheer) en gedeconcentreerde diensten (arrondissementele diensten die het werk van de federale politie uitvoeren op een kleinere schaal) Gezag en leiding Justitiële taken Minister van Justitie Bestuurlijke taken Minister van Binnenlandse zaken Bevoegdheid De federale politie is bevoegd voor het hele Belgische grondgebied o Efficiënt supralokale fenomenen aanpakken o Technische ondersteuning van de lokale politie bij de beheersing van de lokale fenomenen Materiële bevoegdheid Beginsel van specialiteit en subsidiariteit Alles moet op het meest geschikte niveau geregeld worden o Gespecialiseerde opsporingsdiensten Talrijke bijzondere wetten richten specifieke opsporingsdiensten in. Deze ambtenaren maken geen deel uit van de geïntegreerde politiedienst en blijven dus verder bestaan naast de reguliere politiediensten Bv. douanebeambten 25

26 D. Toezicht op de politiediensten o Intern toezicht Voor bestuurlijke opdrachten Onder toezicht van de bestuurlijke overheid (Burgemeester, politiecollege, minister) Voor gerechtelijke opdrachten Onder toezicht van de gerechtelijk overheid (het parket) Daarnaast is er een algemene inspectie van de federale en lokale politie (onder het gezag van de Ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie) en is er een eenvormig tuchtregime voor alle politiediensten o Extern toezicht Het Vast Comité P dat aan het parlement rapporteert Het comité treedt op: Uit eigen beweging Op vraag van het parlement (Kamer of Senaat) Op vraag van de bevoegde minister of van de bevoegde overheid Het stelt onderzoeken in naar de activiteiten en de werkwijze van de politiediensten E. Internationale politiediensten o Interpol Geen internationale politie Wel een verbindingsnet tussen de verschillende nationale politiediensten die erbij aangesloten zijn Doel Doorgeven van inlichtingen en verspreiden van opsporingsberichten o Europol Geen internationale politiedienst Wel een Europees samenwerkingsverband Krijgt meer bevoegdheden waaronder ook operationele bevoegdheden Kan uitgroeien tot een echte supranationale Europese politie o OLAF Anti- fraudedienst van de Europese Commissie F. Staatsveiligheid o Verregaande opsporingsbevoegdheden o Controle door het Vast Comté I 26

27 6. Het openbaar ministerie A. Taken van het openbaar ministerie o In de strafrechtspleging belast met de toepassing van de strafwet Het openbaar ministerie is de motor van de strafvordering o Het wordt wel eens de staande magistratuur genoemd, in tegenstelling tot de zittende magistratuur, de meer passieve rechter o De leiding van het onderzoek in strafzaken Het OM heeft (in de persoon van de procureur des Konings) de leiding van en de verantwoordelijkheid voor het onderzoek in strafzaken (Art. 28bis, 1 Sv.). Het is slechts wanneer het gaat om een gerechtelijk onderzoek dat onderzoeksrechter de belangrijke persoon wordt (Art. 55 Sv.) o De uitoefening van de strafvordering De strafvordering kan enkel door het openbaar ministerie worden uitgeoefend, niet door de burgerlijke partij (deze laatste kan enkel de burgerlijke vordering uitoefenen) Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering (Art. 1 en 3 VTSv.) Niet beperkt tot het adiëren van de rechter, het OM zal de zaak ook moeten pleiten ter terechtzitting en eventueel rechtsmiddelen aanwenden tegen beslissingen van de rechter die nadelig zijn voor de openbare vordering o De buitengerechtelijke afhandeling Het OM is verantwoordelijk voor de buitengerechtelijke afhandelingen (in opgang), met name de minnelijke schikking (Art. 216bis Sv.) en de bemiddeling in strafzaken (Art. 216ter Sv.) Centrale figuur De procureur des Konings o De bewijsvoering voor de strafgerechten Als de zaak voor de vonnisrechter wordt gebracht, zorgt het openbaar ministerie voor de bewijsvoering Ze moeten daarbij objectief zijn en bewijzen à charge en à décharge geven Het bewijsrisico is voor het OM De rechter kan aan de procureur des Konings geen bevelen geven om onderzoeksdaden te stellen of informatie uit een ander strafdossier voor te brengen De rechter beschikt dus niet over een injunctierecht tegenover het OM o De tenuitvoerlegging van de straffen Als de rechter straffen uitspreekt, is het OM belast met het initiatief tot tenuitvoerlegging ervan 27

28 B. Statuut van het openbaar ministerie o Algemeen De leden van het openbaar ministerie worden door de Koning benoemd en afgezet (Art. 153 GW) Dat maakt hen minder onafhankelijk dan rechters, die onafzetbaar zijn (Art. 152 GW) Parketmagistraten zijn verplicht de instructies van de Minister van Justitie op te volgen (Art GW) Parketmagistraten worden benoemd en afgezet door de koning (Art. 153 GW) Korpsoversten (Procureur des Konings, Procureur- generaal) worden aangewezen volgens een mandatensysteem Beperkte duur (Art. 153, 3, 2 Sv????.) Art. 259quater 1 Ger.W. Korpschefs door de Koning aangewezen voor een periode van zeven?? jaar o De pen is de slaaf, het woord is vrij Het parket is een hiërarchische structuur Parketmagistraten moeten de schriftelijke bevelen van hun overste opvolgen en zijn aan hem verantwoordingen verschuldigd (Art. 27 en 274 Sv.) In dit opzicht zijn zij dus niet onafhankelijk De zittende magistratuur maakt geen deel uit van een hiërarchie en is aan niemand verantwoording verschuldigd Ter zitting zijn de parketmagistraten evenwel volledig vrij en vorderen zij naar eer en geweten de toepassing van de strafwet Voor hun mondelinge vorderingen zijn zij niet gebonden door bevelen van hun overste (la plume est serve mais la parole est libre) In de praktijk speelt de hiërarchische afhankelijkheid van de parketmagistraat vooral tijdens het vooronderzoek (waar alle verrichtingen schriftelijk gebeuren) o Het openbaar ministerie is één en ondeelbaar De functie van het openbaar ministerie is één en ondeelbaar De leden van het parket treden op in naam van het ambt, niet in eigen naam Naar buiten uit treden de leden van het parket op als een eenheid Daaruit volgt dat verschillende leden van het parket elkaar kunnen vervangen tijdens de loop van het proces ( zittende magistratuur) C. Overzicht o De procureur-generaal bij het hof van beroep Het Belgische grondgebied bestaat uit 5 rechtsgebieden met elk een hof van beroep Bij elk daarvan is er een procureur- generaal bij het hof van beroep Hij staat aan het hoofd staat van het parket- generaal Dat verder bestaat uit Advocaten- generaal Substituten- procureur- generaal 28

29 Onder het gezag van de minister van Justitie oefent de procureur- generaal alle opdrachten van het openbaar ministerie uit bij de hoven en rechtbanken van zijn rechtsgebied (Art Ger.W.) Hij heeft de leiding over alle magistraten van het OM van zijn rechtsgebied (Art. 150 Ger.W. En Art. 274 Sv.) Hij is ook belast met het toezicht over alle officieren van gerechtelijke politie (Art. 148 Ger.W. en Art. 279 Sv.) De procureur- generaal heeft ook enkele beleidstaken binnen zijn ressort (Art. 146bis 146quater Ger.W.): De coherente uitvoering en de coördinatie van het strafrechtelijk beleid (146bis) De integrale kwaliteitszorg over de organisatie en de werking van de parketten (146ter) De ondersteuning van de parketten van eerste aanleg (146quater) Daarnaast oefent hij ook de tucht uit over alle officieren van gerechtelijke politie (Art. 279 Sv.) o De procureur des Konings Op het niveau van de arrondissementen (27) Parket Per rechtbank van eerste aanleg is er een parket De procureur des Konings staat aan het hoofd van het parket Hij is samen met zijn substituten bevoegd om de strafvordering in te leiden voor alle misdrijven (Art. 22 Sv.) = Bevoegdheid ratione materiae Bevoegdheid op basis van woonplaats van de verdachte, de plaats van het misdrijf of de plaats van arrestatie (Art. 23 Sv.) = Territoriale bevoegdheid Hij kan de strafzaken aanbrengen bij de bevoegde rechter binnen zijn arrondissement, niet bij rechters van een ander arrondissement o De federale procureur Sinds 2002 bestaat er in België een federale procureur Het federaal parket heeft 3 hoofdtaken: De uitoefening van de strafvordering in bepaalde gevallen (terrorisme, georganiseerde criminaliteit,...) Art. 144ter en 144quater Ger.W. De coördinatie van de strafvordering en de vergemakkelijking van internationale samenwerking Het toezicht op de federale politie Art. 144bis 2 Ger.W. De federale procureur is geen zesde procureur- generaal, maar een procureur sui generis Qua bezoldiging en tuchtrecht op niveau van de procureur- generaal 29

30 Maar hij is identiek bevoegd zoals de procureur des Konings, al strekt zijn bevoegdheid zich uit over het hele land Hij vormt samen met de federale magistraten het federaal parket De federale magistraten krijgen soms specifieke taken toegewezen Magistraat voor de algemene directie van de gerechtelijke politie Magistraat voor het vergemakkelijken van de internationale samenwerking Ook kunnen de federale magistraten een beroep doen op hun lokale collega s Delegatie van bevoegdheden aan lokaal niveau Detachering lokale magistraat naar het federale niveau D. Toezicht op het openbaar ministerie o Intern toezicht Parketmagistraten staan onder het interne toezicht van de procureur- generaal zijn namelijk officieren van gerechtelijke politie De leden van het federaal parket staan onder het toezicht van de federaal procureur (Art. 279 Sv.) Bovendien worden alle magistraten aan een evaluatiesysteem onderworpen (Art GW) Periodieke evaluatie Benoeming Evaluatie van het mandaat adjunct- mandaat of bijzonder mandaat o Extern toezicht Door de Hoge Raad voor de Justitie Hier zijn advies- en onderzoekscommissies ingesteld (Art. 259bis- 15 Ger.W.) De verenigde advies- en onderzoekscommissie kan een bijzonder onderzoek instellen naar de werking van de rechterlijke orde (Art. 259bis- 16 Ger.W.) 7. De onderzoeksrechter A. Situering o De onderzoeksrechter Treedt op bij het vooronderzoek in strafzaken Spreekt zich niet uit over de grond van de zaak Enkel onderzoeksfunctie De onderzoeksrechter is een rechter die het gerechtelijk onderzoek leidt en beslist ambtshalve welke onderzoeksdaden nodig zijn in het belang van het onderzoek 30

HOOFDSTUK I: ORGANEN EN PERSONEN BIJ HET STRAFPROCES BETROKKEN 3

HOOFDSTUK I: ORGANEN EN PERSONEN BIJ HET STRAFPROCES BETROKKEN 3 INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE LIJST VAN DE VOORNAAMSTE WETGEVING V XIX XXI INLEIDING 1 HOOFDSTUK I: ORGANEN EN PERSONEN BIJ HET STRAFPROCES BETROKKEN 3 I. De gerechtelijke politie 4

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN

Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN Frank Hutsebaut Leuvens Instituut voor Criminologie (LINC) KULeuven 1. Ter inleiding: enkele algemene noties 2. De bevoegdheid

Nadere informatie

Samenvatting Strafprocesrecht

Samenvatting Strafprocesrecht Inhoudsopgave Titel 3: Algemene beginselen strafprocesrecht Hoofdstuk 1: Definitie 1. Begrip 2. Onderscheid tussen materieel en formeel strafrecht A. Personen tot wie de regels gericht zijn B. Inhoud van

Nadere informatie

Strafvordering. Academiejaar 2008-2009 samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 1

Strafvordering. Academiejaar 2008-2009 samenvatting strafvordering - Jeroen De Mets 1 Strafvordering 1. INLEIDING... 4 A. OMSCHRIJVING... 4 1 Definitie... 4 2 Onderscheid tussen materieel en formeel strafrecht... 4 B. DOELSTELLINGEN VAN HET STRAFPROCESRECHT... 4 1 Waarheidsvinding vs. bescherming

Nadere informatie

De wet van 20 juli 1990 op de voorlopige hechtenis: begrip, evolutie en toepassingsgebied (D. De Wolf)... 19

De wet van 20 juli 1990 op de voorlopige hechtenis: begrip, evolutie en toepassingsgebied (D. De Wolf)... 19 INHOUD INLEIDING... 19 De wet van 20 juli 1990 op de voorlopige hechtenis: begrip, evolutie en toepassingsgebied (D. De Wolf)... 19 Inhoud... 19 Kernbibliografie... 19 Over wetten vóór 1990... 20 Over

Nadere informatie

Samenvatting Strafprocesrecht

Samenvatting Strafprocesrecht Titel 3: Algemene beginselen strafprocesrecht Hoofdstuk 1: Definitie 1. Begrip Het strafprocesrecht is het geheel der rechtsregels betreffende de opsporing, vervolging en berechting van personen die ervan

Nadere informatie

ALGEMENE PRAKTISCHE RECHTSVERZAMELING ONDERZOEKSGERECHTEN. Raoul DECLERCQ

ALGEMENE PRAKTISCHE RECHTSVERZAMELING ONDERZOEKSGERECHTEN. Raoul DECLERCQ ALGEMENE PRAKTISCHE RECHTSVERZAMELING ONDERZOEKSGERECHTEN Raoul DECLERCQ Emeritus Advocaat-Generaal in het Hof van Cassatie Emeritus buitengewoon hoogleraar aan de K.U. Leuven 1993 story sdentia E. Story-Scientia

Nadere informatie

Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit een misdrijf...37

Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit een misdrijf...37 Inhoud Woord vooraf...27 Lijst van de voornaamste verkort geciteerde werken...29 Inleiding...31 1. Strafprocedure als een compromisoplossing... 31 2. Bronnen... 32 Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit

Nadere informatie

Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken

Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken Jan VAN DROOGBROECK De extern accountant en extern belastingconsulent is overeenkomstig

Nadere informatie

Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit een misdrijf...41

Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit een misdrijf...41 Inhoud Woord vooraf...29 Lijst van de voornaamste verkort geciteerde werken...31 Inleiding...33 1. Strafprocedure als een compromisoplossing... 33 2. Bronnen... 34 Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit

Nadere informatie

Chris Van den Wyngaert. Strafrecht en strafprocesrecht

Chris Van den Wyngaert. Strafrecht en strafprocesrecht Chris Van den Wyngaert m.m.v. Bart De Smet Strafrecht en strafprocesrecht IN HOOFDLIJNEN Deel 2: Strafprocesrecht Maklu Antwerpen/Apeldoorn Inhoudstafel Beknopte Inhoudstafel Inhoudstafel Beknopte bibliografie

Nadere informatie

samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal! het beleid wordt uitgestippeld door een college van procureurs-generaal

samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal! het beleid wordt uitgestippeld door een college van procureurs-generaal Leg uit : het openbaar ministerie ( parket ) = hoeder van de openbare orde! 1) opsporen en onderzoeken 2) vervolgen 3) uitvoering van de straf samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal!

Nadere informatie

Algemene Beginselen strafprocesrecht

Algemene Beginselen strafprocesrecht Algemene Beginselen strafprocesrecht Hoofdstuk I: Definitie 1. Begrip Het strafprocesrecht is het geheel der rechtsregels betreffende opsporing, vervolging en berechting van personen die ervan verdacht

Nadere informatie

Raf Verstraeten HANDBOEK STRAFVORDERING. 2de bijgewerkte druk Wetgeving bijgehouden tot 22 juli MAKLU Uitgevers Antwerpen - Apeldoorn

Raf Verstraeten HANDBOEK STRAFVORDERING. 2de bijgewerkte druk Wetgeving bijgehouden tot 22 juli MAKLU Uitgevers Antwerpen - Apeldoorn Raf Verstraeten HANDBOEK STRAFVORDERING 2de bijgewerkte druk Wetgeving bijgehouden tot 22 juli 1994 MAKLU Uitgevers Antwerpen - Apeldoorn INHOUD INLEIDING 31 1. Strafvordering als een compromisoplossing

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord... v Verkorte inhoudsopgave... vii Lijst van verkort geciteerde werken... xv DE CORRECTIONELE TERECHTZITTING

INHOUD. Voorwoord... v Verkorte inhoudsopgave... vii Lijst van verkort geciteerde werken... xv DE CORRECTIONELE TERECHTZITTING INHOUD Voorwoord............................................................ v Verkorte inhoudsopgave............................................... vii Lijst van verkort geciteerde werken......................................

Nadere informatie

Inleiding. Inleiding 3

Inleiding. Inleiding 3 Inleiding U wordt geraadpleegd door een vader wiens kind werd betrapt op het verhandelen van drugs en werd voorgeleid voor de procureur. De vader kreeg de boodschap dat het parket de aanhouding van zijn

Nadere informatie

VOORWOORD 3 INLEIDING 4

VOORWOORD 3 INLEIDING 4 INHOUDSTAFEL VOORWOORD 3 INLEIDING 4 INHOUDSTAFEL 5 TREFWOORDENLIJST 13 KAART HOVEN VAN BEROEP 16 Kaart Hof van Beroep Antwerpen 17 Kaart Hof van Beroep Brussel 18 Kaart Hof van Beroep Gent 19 Kaart Hof

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

RECHT vaardig? Voorbereiding of naverwerking Opdracht 4

RECHT vaardig? Voorbereiding of naverwerking Opdracht 4 a) Wie zit waar Lees aandachtig onderstaande tekst. Duid nadien op de foto de plaats aan van de verschillende actoren (rood en onderlijnd in tekst) in een rechtbank. Bij een burgerlijke of een strafrechtelijk

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN 21 INLEIDING Algemene inleiding Aanleiding Probleemstelling en onderzoeksvragen 31

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN 21 INLEIDING Algemene inleiding Aanleiding Probleemstelling en onderzoeksvragen 31 De rol van de rechter bij de waarheidsvinding in de correctionele procedure. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar Belgisch, Frans en Nederlands recht. Daniel DE WOLF WAV TO KNOWLfDGE \UGrfV r die keure

Nadere informatie

DEEL I DE BIJZONDERE OPSPORINGSMETHODEN... 15

DEEL I DE BIJZONDERE OPSPORINGSMETHODEN... 15 De bijzondere opsporingsmethoden.book Page 3 Thursday, June 23, 2011 10:40 AM DEEL I DE BIJZONDERE OPSPORINGSMETHODEN... 15 HOOFDSTUK 1 DE TOTSTANDKOMING VAN DE WETGEVING... 17 1. De wet van 6 januari

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2012 P.12.0878.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0878.N M G M, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Leslie Roelants, advocaat bij de balie te Antwerpen. I.

Nadere informatie

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 XXVI DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 335 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 336 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 336 1. Het begrip straf 336 2. Kenmerken 337 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie

OVERZICHT VAN DE HOVEN, DE RECHTBANKEN EN DE MAGISTRATUUR 28

OVERZICHT VAN DE HOVEN, DE RECHTBANKEN EN DE MAGISTRATUUR 28 INHOUDSTAFEL VOORWOORD 3 INLEIDING 4 INHOUDSTAFEL 7 TREFWOORDENLIJST 17 KAARTEN 21 Kaart Gerechtelijke arrondissementen 21 Kaart Hoven van Beroep 22 Kaart Hof van Beroep Antwerpen 23 Kaart Hof van Beroep

Nadere informatie

Opleidingscyclus Winkelveiligheid. De weg van het juridisch dossier. 21 november 2014

Opleidingscyclus Winkelveiligheid. De weg van het juridisch dossier. 21 november 2014 Opleidingscyclus Winkelveiligheid De weg van het juridisch dossier 21 november 2014 Overzicht 1. Verloop strafrechtelijke procedure Fase 1: Strafonderzoek - A. Opsporingsonderzoek - B. Gerechtelijk onderzoek

Nadere informatie

HANDBOEK POLITIEORGANISATIE INHOUD. Inleiding 7

HANDBOEK POLITIEORGANISATIE INHOUD. Inleiding 7 INHOUD Inleiding 7 Hoofdstuk 1 Historisch-politiek perspectief 9 Evolutie van het Belgisch politiebestel sinds 1830: invloed van het Franse model en eerste belangrijke ontwikkelingen van de gendarmerie

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.15.0263.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0263.N I M D J, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Luk Delbrouck, advocaat bij de balie te Hasselt. II W F B, beklaagde, eiser,

Nadere informatie

STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING

STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING Christophe THIEBAUT Advocaat PAQUES, NOPERE & THIEBAUT Assistent UCL Maître de conférences FUCAM II- DE OPSPORING * Basisstuk van de strafprocedure *

Nadere informatie

Actualisatie strafrecht en strafprocesrecht Voor parketjuristen, referendarissen, stagiairs, beginnende magistraten

Actualisatie strafrecht en strafprocesrecht Voor parketjuristen, referendarissen, stagiairs, beginnende magistraten Actualisatie strafrecht en strafprocesrecht Voor parketjuristen, referendarissen, stagiairs, beginnende magistraten ref.: PEN-168/2017 Doelgroep Alle nieuwe parketjuristen (verplicht) Geïnteresseerde parketjuristen

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 OKTOBER 2008 P.08.0706.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.08.0706.N I H T V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent, ter rechtszitting bijgestaan

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JUNI 2015 P.15.0599.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0599.N 1. M M P V D V, beklaagde, 2. D H N H, beklaagde, aangehouden om andere redenen, eisers, beiden met als raadsman mr. Thierry

Nadere informatie

INLEIDING. Deze brochure geeft u een kort overzicht van het verloop van een procedure, uw rechten daarin en de stappen die u kan ondernemen.

INLEIDING. Deze brochure geeft u een kort overzicht van het verloop van een procedure, uw rechten daarin en de stappen die u kan ondernemen. U bent slachtoffer INLEIDING U bent slachtoffer geworden van een misdrijf (1). Dit is een ingrijpende gebeurtenis en u stelt zich waarschijnlijk allerhande vragen: welke rechten heb ik? Wat moet ik doen

Nadere informatie

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek ARRESTANTENVERZORGING Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek januari 2013 Doel van het strafproces / strafvordering = het nemen van strafvorderlijke beslissingen Bestaat uit =

Nadere informatie

Inleiding. Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing = Potpourri II. Doel? Apparaat beter laten draaien Efficiënter optreden Sneller werken

Inleiding. Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing = Potpourri II. Doel? Apparaat beter laten draaien Efficiënter optreden Sneller werken Wet Potpourri II FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing

Nadere informatie

Aangifte bij de politie

Aangifte bij de politie U bent slachtoffer INLEIDING U bent slachtoffer geworden van een misdrijf. Dit is een ingrijpende gebeurtenis en u stelt zich waarschijnlijk allerhande vragen: welke rechten heb ik? Wat moet ik doen om

Nadere informatie

[Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht]

[Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht] Toekomstig recht [Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht] Ingevoegd bij W. 2014.02.07, art. 6; Inwerkingtreding: onbepaald Noot: de wetgever voegt een Afdeling Vter in voor Afdeling Vbis en

Nadere informatie

Justitiehuis Dendermonde

Justitiehuis Dendermonde Justitiehuis Dendermonde Dienst Slachtofferonthaal Treinongeval Wetteren op 4 mei 201 Info op 0 november 2016 Wat vooraf ging Als gevolg van het treinongeval werd een gerechtelijk onderzoek geopend bij

Nadere informatie

opleiding BOA Wetgeving adhv eindtermen

opleiding BOA Wetgeving adhv eindtermen In de eindtermen (juni 2005) voor de opleiding BOA wordt verwezen naar een aantal artikelen van wetten. Deze wetten zijn: de Algemene wet op het Binnentreden (Awob) Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Nadere informatie

2. Soorten en verband

2. Soorten en verband Bij dit alles moet de rechter de rechten van verdediging eerbiedigen. Dit betekent dat hij, wanneer hij de rechtsgrond wenst te wijzigen en aan te passen, de debatten dient te heropenen om partijen toe

Nadere informatie

De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor?

De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor? De Salduzwet: welke rechten hebt u bij een verhoor? Is er in uw bedrijf al eens een ernstig arbeidsongeval gebeurd? Dan bent u als werkgever, als lid van de hiërarchische lijn, als preventieadviseur, als

Nadere informatie

OPENBAAR MINISTERIE. Inhoud

OPENBAAR MINISTERIE. Inhoud OPENBAAR MINISTERIE 3 Inhoud Inleiding 4 Wat is het openbaar ministerie 4 Wie maakt deel uit van het openbaar ministerie? 4 Wat doet het openbaar ministerie? 5 1 Opsporing 5 2 Permanentie 6 3 Vervolging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Bewijs. Strafzaken. Bewijsvoering. Onrechtmatig verkregen bewijs. Toelaatbaarheid. Beoordeling door de rechter Datum 23 maart 2004 Copyright and disclaimer Gelieve

Nadere informatie

Inhoudstafel. Inhoudstafel 3

Inhoudstafel. Inhoudstafel 3 Inhoudstafel Inleiding 9 Deel I Wetgeving 11 1. Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 12 Titel I. Rechten en vrijheden. 12 2. De gecoördineerde Grondwet

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 16 mei 2011 ADVIES 2011-265 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal dossier

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 21 maart 2011 ADVIES 2011-102 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal

Nadere informatie

crisis in de verzorgingsstaat , 294 economische crisis 82-85

crisis in de verzorgingsstaat , 294 economische crisis 82-85 Trefwoordenregister A Accusatoir versus inquisitoir 71-76, 137, 149-153 Afgeschermde getuige 524-527 Afluisteren van telefoongesprekken 233-235, 235-236, 336-342, 366, 380-381, 383, 387-388, 415, 432-433

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 JUNI 2015 P.15.0622.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0622.N M A H, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 8 MEI 2012 P.11.1908.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1908.N I R. L. M. P., inverdenkinggestelde. eiser, met als raadsman mr. Michaël Verstraeten, advocaat bij de balie te Gent. II M. G.

Nadere informatie

Woord vooraf... 11. Inleiding en methodologie... 15. 1 Doelstelling van het onderzoek... 15

Woord vooraf... 11. Inleiding en methodologie... 15. 1 Doelstelling van het onderzoek... 15 Inhoudstafel Woord vooraf... 11 Inleiding en methodologie... 15 1 Doelstelling van het onderzoek... 15 2 Onderzoeksteam... 17 2.1 Kernteam UGent... 17 2.2 Expertengroep... 17 2.3 Begeleidingscomité...

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 OKTOBER 2010 P.10.1029.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.1029.N I. II. B. R., beklaagde, gedetineerd, eiser. met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie te Turnhout. III.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 SEPTEMBER 2007 P.07.0894.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.07.0894.N I. P. M. M. H., verdachte, gedetineerd, eiser, met als raadsman mr. Pol Vandemeulebroucke, advocaat bij de balie te Antwerpen.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 NOVEMBER 2013 P.13.1234.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1234.N I-II T M T, beschuldigde, gedetineerd, eiser, met als raadsman mr. Frédéric Thibaut, advocaat bij de balie te Mechelen,

Nadere informatie

Inhoud. Ten geleide. Avant propos. Woord vooraf. Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie

Inhoud. Ten geleide. Avant propos. Woord vooraf. Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie Inhoud Inhoud Ten geleide Avant propos Woord vooraf Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Achtergrond en oriëntatie 1 Intitiele opdracht 1.1 haalbaarheidscriteria 1.2 Definitie van het begrip integrale veiligheidszorg

Nadere informatie

Deze artikelen regelen de verplichting tot het verstrekken van informatie en het recht van toegang tot de beroepslokalen. 121

Deze artikelen regelen de verplichting tot het verstrekken van informatie en het recht van toegang tot de beroepslokalen. 121 Hoofdstuk 2 De misdrijven 63 152. In het fiscaal strafonderzoek gelden de gebruikelijke regels van het strafprocesrecht. De fiscus en het strafrechtelijk opsporingsapparaat opereren apart en zoals hierna

Nadere informatie

U wordt verdacht. Inhoud

U wordt verdacht. Inhoud Inhoud Deze brochure 3 Aanhouding en verhoor 3 Inverzekeringstelling 3 Uw advocaat 4 De reclassering 5 Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 Beperkingen en rechten 5 Voorgeleiding bij de officier

Nadere informatie

Kwalificatiedossier: BOA OV Module 5 Samenwerking en assistentieverlening Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68%

Kwalificatiedossier: BOA OV Module 5 Samenwerking en assistentieverlening Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68% walificatiedossier: BOA OV Module 5 Samenwerking en assistentieverlening Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68% Onderwerp Begrip/Artikel Toetsterm I. Het functioneren binnen en

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 NOVEMBER 2013 P.13.1779.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1779.N P E, inverdenkinggestelde, aangehoudene, eiseres, met als raadsman mr. Thomas Vandemeulebroucke, advocaat bij de balie

Nadere informatie

Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg.

Parketjurist. Parketjurist bij de parketten van de rechtbanken van eerste aanleg. Parketjurist Een enthousiast beginnend jurist met een analytisch en synthetisch denkvermogen en goede redactionele capaciteiten. Hij/zij werkt resultaatgericht, zowel zelfstandig als in team, en heeft

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 JANUARI 2016 P.15.1103.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1103.N P J A V D B, beklaagde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat bij de balie te Gent, tegen 1.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 22 MEI 2012 P.11.1808.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.11.1808.N I 1. F P M E P, beklaagde, 2. B L J M F, beklaagde, eisers, vertegenwoordigd door mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter R. Henneuse en de rechters-verslaggevers F. Daoût en A. Alen, bijgestaan door de griffier F.

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter R. Henneuse en de rechters-verslaggevers F. Daoût en A. Alen, bijgestaan door de griffier F. Rolnummer 5489 Arrest nr. 155/2012 van 20 december 2012 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 15 van de wet van 19 juli 2012 betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement

Nadere informatie

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337 II DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 337 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 338 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 338 1. Het begrip straf 338 2. Kenmerken 339 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie

U wordt verdacht. * Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen.

U wordt verdacht. * Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen. U wordt verdacht Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen met een visuele beperking, zoals slechtzienden en blinden. * Waar in deze brochure hij staat,

Nadere informatie

Inhoudstafel. 2. De impact van Potpourri II op het materieel strafrecht : een evaluatie in het licht van het voorontwerp van Strafwetboek...

Inhoudstafel. 2. De impact van Potpourri II op het materieel strafrecht : een evaluatie in het licht van het voorontwerp van Strafwetboek... I Inhoudstafel 1. Potpourri en de burgerlijke rechtspleging... 1 Piet Taelman I. Inleiding... 1 II. VAJA en enkele andere aspecten van de informatisering van justitie.. 2 III. Gezag van gewijsde... 7 IV.

Nadere informatie

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling)

HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) HERSTELBEMIDDELING (slachtoffer- dader bemiddeling) DIENST Gent - Oudenaarde EEDVERBONDKAAI 285 9000 GENT DIENST Dendermonde OLV KERKPLEIN 30 9200 Dendermonde OOST-VLAANDEREN Voor wie? Slachtoffer/ daders

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 SEPTEMBER 2014 P.14.1380.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1380.N O D B, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadslieden mr. Alain Vergauwen en mr. Pierre Monville, advocaten

Nadere informatie

Rolnummer 4704. Arrest nr. 16/2010 van 18 februari 2010 A R R E S T

Rolnummer 4704. Arrest nr. 16/2010 van 18 februari 2010 A R R E S T Rolnummer 4704 Arrest nr. 16/2010 van 18 februari 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 21ter van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, gesteld door de

Nadere informatie

Deze brochure 3. Aanhouding en verhoor 3. Inverzekeringstelling 4. De reclassering 5. Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5

Deze brochure 3. Aanhouding en verhoor 3. Inverzekeringstelling 4. De reclassering 5. Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 U WORDT VERDACHT INHOUD Deze brochure 3 Aanhouding en verhoor 3 Inverzekeringstelling 4 De reclassering 5 Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5 Beperkingen en rechten 6 Voorgeleiding bij de

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 In de zaak van het openbaar ministerie tegen: S. V. G., zonder gekend beroep, geboren te Gent op ( ), wonende te ( ) beklaagd van: A. Hetzij door daden,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 OKTOBER 2015 P.15.0789.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0789.N I F E M, met als raadsman mr. Luk Delbrouck, advocaat bij de balie te Hasselt, II O A, met als raadsman mr. John Maes, advocaat

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 MAART 2010 P.10.0284.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.10.0284.F I - II PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL, beide cassatieberoepen tegen 1. M. B., Mr. Carine Couquelet,

Nadere informatie

Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk 2017 Wolters Kluwer België NV Ragheno Business Park Motstraat 30 B-2800 Mechelen Tel.

Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk 2017 Wolters Kluwer België NV Ragheno Business Park Motstraat 30 B-2800 Mechelen Tel. Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk 2017 Wolters Kluwer België NV Ragheno Business Park Motstraat 30 B-2800 Mechelen Tel.: 0800 94 571 Fax: 0800 17 529 www.wolterskluwer.be E-mail: klant.be@wolterskluwer.com

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 OKTOBER 2012 P.12.0330.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0330.N I A J M G, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Frank Janssen, advocaat bij de balie te Turnhout. II J A L G, beklaagde,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 DECEMBER 2016 P.16.1103.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.1103.N PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN CASSATIE, verzoeker tot vernietiging van een vonnis, eiser, inzake van M V, beklaagde.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 oktober 2005 P.05.1056.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.05.1056.F.- DE FEDERALE PROCUREUR, tegen U. L. D. A. D., Mr. Marc Nève, advocaat bij de balie te Luik. I. Bestreden beslissing Het

Nadere informatie

Justitie in vogelvlucht Sociale plattegrond Oost- Vlaanderen - Gent - 21 oktober 2014

Justitie in vogelvlucht Sociale plattegrond Oost- Vlaanderen - Gent - 21 oktober 2014 Justitie in vogelvlucht Sociale plattegrond Oost- Vlaanderen - Gent - 21 oktober 2014 Wie onderzoekt? Openbaar ministerie: substituten van de procureur des Konings Rechterlijke macht: Onderzoeksrechters

Nadere informatie

INHOUD. Inleiding... 1 DEEL I. DE HISTORISCHE EVOLUTIE VAN DE BURGERLIJKE VORDERING UIT EEN MISDRIJF... 5

INHOUD. Inleiding... 1 DEEL I. DE HISTORISCHE EVOLUTIE VAN DE BURGERLIJKE VORDERING UIT EEN MISDRIJF... 5 INHOUD Inleiding............................................................. 1 DEEL I. DE HISTORISCHE EVOLUTIE VAN DE BURGERLIJKE VORDERING UIT EEN MISDRIJF...................................................

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 1 december 2015 ADVIES 2015-94 Over de weigering om toegang te verlenen tot de inspectierapporten

Nadere informatie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie

een als misdrijf omschreven feit proces-verbaal procureur des Konings parket of van het Openbaar Ministerie uitgave juni 2015 Minderjarigen kunnen volgens de Belgische wet geen misdrijven plegen. Wanneer je als jongere iets ernstigs mispeutert, iets wat illegaal is, pleeg je een als misdrijf omschreven feit

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 JANUARI 2014 P.13.1753.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1753.N I 1. P J C L, met als raadsman mr. Jan Surmont, advocaat bij de balie te Turnhout, 2. STORG bvba, met zetel te 3530 Houthalen-Helchteren,

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17 Inhoudsopgave Voorwoord / 5 Lijst van gebruikte afkortingen / 13 Deel I Het materiële strafrecht 1. Inleiding / 17 2. Straffen / 19 2.1 Hoofdstraffen ex artikel 9 Sr / 19 2.2 Bijkomende straffen / 20 3.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 11 FEBRUARI 2015 P.14.1739.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1739.F I. E. V. D., II. A. A. Mr. Patricia Vanlersberghe, advocaat bij het Hof van Cassatie. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF De

Nadere informatie

Algemene beginselen van handhaving op het Belgisch grondgebied. Openbare orde. Steven Dewulf Universiteit Antwerpen 24/10/2016

Algemene beginselen van handhaving op het Belgisch grondgebied. Openbare orde. Steven Dewulf Universiteit Antwerpen 24/10/2016 Algemene beginselen van handhaving op het Belgisch grondgebied Openbare orde Steven Dewulf Universiteit Antwerpen 24/10/2016 I. Begrip openbare orde Art. 135, 2 Gecoördineerde Nieuwe Gemeentewet 24 juni

Nadere informatie

Deze brochure geeft u een kort overzicht van het verloop van de procedure, uw rechten daarin en de stappen die u kunt ondernemen.

Deze brochure geeft u een kort overzicht van het verloop van de procedure, uw rechten daarin en de stappen die u kunt ondernemen. U bent slachtoffer U bent slachtoffer van een misdrijf 1. Dat is een ingrijpende gebeurtenis en u stelt zich waarschijnlijk allerlei vragen: welke rechten heb ik? Wat moet ik doen om een schadevergoeding

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 MEI 2016 P.16.0026.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0026.N I Y P J G, beklaagde, eiser, II M J C, beklaagde, eiseres, III 1. D G, beklaagde, 2. A G, beklaagde, 24 MEI 2016 P.16.0026.N/2

Nadere informatie

Toetsmatrijs BOA Basisbekwaamheid rechtskennis 1 januari 2017

Toetsmatrijs BOA Basisbekwaamheid rechtskennis 1 januari 2017 walificatiedossier: BOA Basisbekwaamheid Rechtskennis Geldig vanaf 1 januari 2017 Toetsvorm: Toetsduur: Cesuur: 50 Gesloten vragen 90 minuten 55% met correctie voor de gokkans Onderwerp Begrip/Artikel

Nadere informatie

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie 1 Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering De Wet van 30 juni 1971betreffende de administratieve geldboeten,

Nadere informatie

Inhoudsopgave. N.B. Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen.

Inhoudsopgave. N.B. Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen. U wordt verdacht Inhoudsopgave Deze brochure 2 Aanhouding en verhoor 2 Inverzekeringstelling 2 Uw advocaat 3 De reclassering 3 Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 4 Beperkingen en rechten

Nadere informatie

Toetsmatrijs BOA OV Module 4 Rechtskennis 24 mei 2017

Toetsmatrijs BOA OV Module 4 Rechtskennis 24 mei 2017 walificatiedossier: BOA OV Module 4 Meer strafrecht Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68% Onderwerp Begrip/Artikel Toetsterm I. Het functioneren binnen en als onderdeel van de

Nadere informatie

Inhoud. Lijst van enige afkortingen. Lijst van verkort aangehaalde werken. Lijst van websites. Deel I Inleidende beschouwingen

Inhoud. Lijst van enige afkortingen. Lijst van verkort aangehaalde werken. Lijst van websites. Deel I Inleidende beschouwingen Inhoud Lijst van enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken Lijst van websites Deel I Inleidende beschouwingen Hoofdstuk I Plaatsbepaling en doel strafproces(recht) 1 Strafrecht als sanctierecht

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 APRIL 2013 P.12.1919.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1919.F 1. H. M. e.a., Mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. A. F. e.a., Mr. Jacqueline Oosterbosch,

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45 Inhoudsopgave 1 Algemene inleiding: wat is strafrecht? 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Strafrecht: begripsvorming 16 1.2.1 Materieel en formeel strafrecht 16 1.2.2 Commuun en bijzonder strafrecht 17 1.2.3 Wat

Nadere informatie