1. De rechten van de verdediging in strafzaken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1. De rechten van de verdediging in strafzaken"

Transcriptie

1 1. De rechten van de verdediging in strafzaken 1.1 Recht op de behandeling van zijn zaak binnen een redelijke termijn Op grond van het EVRM heeft eenieder recht op de behandeling van zijn zaak binnen een redelijke termijn. Verjaring en redelijke termijn in strafzaken stemmen niet noodzakelijk overeen. Waar het verstrijken van de verjaringstermijn leidt tot het verval van de strafvordering wordt de overschrijding van de redelijke termijn op minder radicale wijze gesanctioneerd. Ratio legis van de verjaring beoogt vooral de bescherming van het openbaar belang, de rechtszekerheid en het bewijs. De ratio legis van de redelijke termijn is te vermijden dat de verdachte te lang in het ongewisse zou blijven over de uitkomst van een strafvervolging (billijkheid). Het beginpunt van de redelijke termijn is het ogenblik waarop de verdachte weet dat hij zich moet verdedigen. Wordt de verdachte beticht van een collectief misdrijf, dan loopt de redelijke termijn vanaf het moment waarop de verdachte zich kan verdedigen. Het eindpunt is de definitieve beslissing over de grond van de zaak of de stopzetting van de vervolging. De beoordeling van de redelijkheid van de termijn gebeurt aan de hand van de concrete gegevens van de voorliggende zaak, er zijn 3 criteria: Complexiteit van de zaak Gedrag van de gerechtelijke overheden Gedrag van de verdachte zelf Recente arresten erkennen een 4 e criteria: het belang van de zaak voor de betrokkene. De redelijke termijn verzet zich niet tegen het principe dat zeer ernstige misdaden onverjaarbaar zijn. Art.21ter VTSv.: Het HvC is van oordeel dat de overschrijding van de redelijke termijn niet het verval van de strafvordering is. Wel kan de rechter besluiten tot strafvermindering of zelfs tot een eenvoudige schuldverklaring. Het is de rechter niet toegelaten bij overschrijding van de redelijke termijn de omvang van de burgerlijke veroordeling van de beklaagde te verminderen.

2 2. De vorderingen die uit het misdrijf voortvloeien 2.1 De strafvordering Algemene beginselen Strafvordering: vordering tot toepassing van de strafwet. zaak wordt voor de strafrechter gebracht met als doel de bestraffing van de vermoedelijke dader. = rechtshandeling van de vervolgende partij. Vervolging: Zodra een persoon die verdacht wordt van een misdrijf weet heeft van deze verdenking, en zich hiertegen wenst te verdedigen, ongeacht of de vervolgende partij reeds de zaak aanhangig gemaakt heeft. Een zelfde feit kan tezelfdertijd een inbreuk op de strafwet als een aquiliaanse fout opleveren 2 vorderingen: strafvordering en burgerlijke vordering. Bovendien kan hetzelfde feit een deontologische gedragsregel schenden tuchtvordering. Art.1 VTSv.: De strafvordering kan enkel worden uitgeoefend door het O.M. Art.3 VTSv.: De burgerlijke vordering behoort toe aan het slachtoffer en zijn rechtsopvolgers, zij beoogt het herstel van de schade die uit het misdrijf voortvloeit. Art.4 VTSv.: De strafvordering heeft voorrang op de burgerlijke vordering. De tuchtvordering beoogt de beteugeling van schendingen van deontologische regels i.v.m. de uitoefening van bepaalde beroepen. disciplinaire rechtscolleges De strafvordering heeft in principe geen voorrang op de tuchtvordering.

3 2.1.2 Personen die de strafvordering uitoefenen Art.1 VTSv.: De strafvordering kan enkel worden uitgeoefend door het O.M. monopolie De procureur-generaal oefent de strafvordering uit op het niveau van het ressort. Hij is alleen vervolgingsmagistraat, geen opsporingsmagistraat. De procureur des Konings is bevoegd op het niveau van het arrondissement. Zijn bevoegdheid is algemeen: hij is bevoegd de strafvordering uit te oefenen t.a.v. alle misdrijven. Uitz.: sociale misdrijven behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsauditeur. De bevoegdheid van de federale procureur strekt zich uit over het heel Rijk. Het federale parket is echter slechts subsidiair bevoegd: enkel indien de goede rechstbedeling het vereist wordt de strafvordering uitgeoefend door de federale procureur, zoniet blijft de lokale procureur des Konings bevoegd. Er is een limitatieve lijst van misdrijven waarvoor de federale procureur bevoegd is. Daarnaast gelden 2 kwalitatieve criteria: een veiligheidscriterium en een geografisch criterium. Veiligheidscriterium: De misdrijven gepleegd met gebruik van geweld tegen personen of materiële belangen om ideologische of politieke redenen met het doel zijn doelstellingen d.m.v. terreur, intimidatie of bedreigingen te bereiken. Geografisch criterium: De misdrijven die in belangrijke mate verschillende rechtsgebieden betreffen of een internationale dimensie hebben, in het bijzonder die van de georganiseerde criminialiteit. Uitzonderlijk wordt de strafvordering door de administratie uitgeoefend (vb. inzake douane en accijnzen Ministerie van Financiën). Art.47duodecies Sv.: De federale procureur beschikt bij de uitoefening van zijn bevoegdheden over alle bevoegdheden van de procureur des Konings. Tussen het federaal parket en de lokale parketten bestaat een wederzijdse informatieplicht. De lokale parketten zijn ambtshalve verplicht het federaal parket in te lichten wanneer zij kennis krijgen van een misdrijf dat tot het bevoegdheidsdomein van het federaal parket behoort. De beslissing of een concreet strafdossier uiteindelijk behandeld wordt door een lokaal of een federaal parket komt toe aan de federale procureur (evocatierecht). Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. Inzake de bevoegdheidsverdeling betreffende de uitoefening van de strafvordering kunnen geen nietigheden worden opgeworpen. Art.227 Sv.: Samenhangende misdrijven. ( beoordeling door zelfde rechtbank voor goede rechtsbedeling). Bij een positief bevoegdheidsconflict (verschillende onderzoeken zijn lopende) zal het HvC de knoop moeten doorhakken. Art.526bis Sv.: Regeling van rechtsgebied

4 2.1.3 Wijze waarop de strafvordering wordt uitgeoefend Beleid inzake de strafvordering Principe: elk misdrijf moet door het O.M. worden achterhaald. Praktijk: seponeren, minnelijke schikking, bemiddeling In de praktijk moet een selectie gemaakt worden tussen de misdrijven die wel, en deze die niet worden vervolgd (= beleidskwestie). De algemene richtlijnen inzake het strafrechterlijk beleid worden bepaald door de minister van Justitie en verder uitgewerkt door het college van procureursgeneraal. De minister van Justitie mag zich niet met concrete dossiers inlaten, maar hij beschikt wel over een positief injuntierecht (vervolging bevelen). Art.28quater Sv.: De procureur des Konings moet bij zijn beslissing rekening houden met de richtlijnen inzake het strafrechterlijk beleid en zijn beslissing motiveren. Art.5bis, 3 VTSv.: De beslissing wordt aan de benadeelde meegedeeld. Vervolging De beslissing tot vervolging wordt door het O.M. genomen. Vervolgen: het aanhangig maken van de zaak bij de rechter, met het oog op de toepassing van de strafwet. De instelling van de strafvordering kan worden gedaan door: Een vordering tot onderzoek Een rechtstreekse dagvaarding (art.216quater Sv.) Onmiddellijk verschijning (art.216quinquies Sv.) De vordering tot onderzoek maakt de zaak aanhangig bij de onderzoeksrechter. Art.28septies Sv.: Het vorderen van de onderzoeksrechter brengt niet automatisch de strafvordering op gang: voor bepaalde onderzoeksdaden kan de procureur via een mini-instructie de onderzoeksrechter vragen enkel een specifieke onderzoeksdaad te bevelen, zonder dat hij daardoor met onderzoek wordt belast. Door de rechtstreekse dagvaarding wordt de zaak rechtstreeks voor het vonnisgerecht gebracht. Deze werkwijze wordt gevolgd wanneer het vooronderzoek bij wijze van eenvoudig opsporingsonderzoek werd gevoerd. De oproeping bij proces-verbaal kan worden gedaan t.a.v. personen die door de politie of door het parket werden gearresteerd, of die zich spontaan bij de procureur des Konings melden.

5 Art.20 Voorlopige Hechteniswet: De procureur des Konings kan aan de onderzoeksrechter vragen een bevel tot aanhouding met het oog op de onmiddellijke verschijning uit te vaardigen t.a.v. een verdachte die is voorgeleid en wiens aanhouding noodzakelijk is. In principe is het O.M. volledig vrij in zijn beslissing betreffende het instellen van de strafvordering. Uitzonderlijk is deze beslissing afhankelijk van een machtiging, een aangifte of een klacht van het slachtoffer. Gevallen waarbij een machtiging vereist is: Fiscale misdrijven (art.29 Sv.) Personen die genieten van immuniteiten of voorrechten (meestal is dit een machtigingsimmuniteit) Een aangifte is vereist m.b.t. sommige, in het buitenland gepleegde misdrijven. Er moet een officieel bericht zijn van de overheid van het land op wiens grondgebied het misdrijf werd gepleegd. Voor klachtmisdrijven (zoals laster en eerroof, en stalking) is een klacht van de benadeelde vereist. De benadeelde moet duidelijk vragen dat de strafvordering wordt ingesteld. Niet-vervolging: het sepot Seponeren: het O.M. beslist de zaak niet te vervolgen (maar kan steeds op deze beslissing terugkomen). opportuniteitsbeginsel Tegen een sepot kan geen rechtsmiddel worden ingesteld. Voor het sepot moet geen rekening gehouden worden met het gerechtelijk verleden van de verdachte of met de ernst van het feit. Processueel of technisch sepot: vervolging is niet mogelijk. Beleidssepot: vervolging is mogelijk, maar wordt niet opportuun geacht (criterium = openbaar belang). kan gekoppeld worden aan een vermaning of aan voorwaarden Gevolgen van het spot: Strafvordering vervalt niet Doet geen recht ontstaan voor de verdachte Een gezag van gewijsde (geen rechterlijke beslissing) Vervolging kan nog steeds

6 Nadelen van het sepot: Slachtoffer kan zich in zijn belangen geschaad voelen (maar kan een burgerlijke vordering nog steeds instellen) Ongelijkheid in behandeling van gelijkaardige dossiers (willekeur) Misbruiken Art.274 Sv.: De procureur-generaal of de minister van Justitie kan steeds het bevel tot vervolging geven. Buitengerechtelijke afhandeling door het parket De buitengerechtelijke afdoeningsystemen (minnelijke schikking en bemiddeling) kunnen slechts met akkoord van de verdachte en doen de strafvordering vervallen. Het doel van de afdoeningsystemen is het verminderen van de werklast van het gerecht. En er wordt gestreefd naar een meer humane afhandeling van de zaak. Art.216bis Sv.:De procureur des Konings kan, wanneer aan de wettelijke voorwaarden zijn voldaan, aan de verdachte voorstellen een geldsom te betalen. = minnelijke schikking Het voorstel tot minnelijke schikking is steeds unilateraal. Minnelijke schikking sepot: Wettelijk geregeld Voorwaarden Verval van de strafvordering Toepassingsvoorwaarden minnelijke schikking: Er is een plafondstraf van 5 jaar (straf in abstracto) De procureur moet van oordeel zijn dat enkel een geldboete moet gevorderd worden (straf in concreto) Kan enkel voorzover de zaak nog niet aanhangig is gemaakt bij de strafrechter De eventueel aan een ander veroorzaakte schade moet volledig vergoed zijn Bij een minnelijke schikking mag de geldsom niet meer bedragen dan het maximum van de geldboete die in de wet voor het betrokken misdrijf is bepaald, verhoogd met de wettelijke opdeciemen, en niet minder dan 10, vermeerderd met de opdeciemen. De betaling geschiedt binnen tenminste 15 dagen en ten hoogste 3 maanden. Bijzondere omstandigheden kunnen een betalingstermijn van 6 maanden toestaan. De bepaalde geldsom kan verhoogd worden met de kosten van analyses of onderzoeken.

7 Het aanvaarden van de minnelijke schikking is een onweerlegbaar vermoeden van fout. Het slachtoffer kan zijn rechten laten gelden voor de burgerlijke rechtbank. Art.216ter Sv.: Bemiddeling: Volledig herstellen van de schade Het volgen van een geneeskundige behandeling of therapie Maatschappelijke dienstverlening Volgen van een bepaalde vorming Het gaat om een bemiddeling tussen de parketmagistraat en de verdachte. Toepassingsvoorwaarden: Feit mag niet van die aard zijn dat het gestraft moet worden met een hoofdstraf van meer dan 2 jaar correctionele gevangenisstraf of met een zwaardere straf (straf in concreto) Dader heeft zich verbonden de door het misdrijf veroorzaakte kosten van analyse of deskundig onderzoek te betalen binnen de termijn Het toepassingsgebied voor de bemiddeling is veel groter dan die van de minnelijke schikking wat betreft de plafondstraf. Voor minnelijke schikking komen enkel wanbedrijven in aanmerking, bij bemiddeling komen zelfs de meeste misdaden in aanmerking. Het verval van de strafvordering doet geen afbreuk aan de rechten van gesubrogeerden in de rechten van het slachtoffer of van slachtoffers die niet betrokken werden in de bemiddelingsprocedure; tegenover hen wordt de fout van de dader als onweerlegbaar vermoed. De verdachte wordt door de procureur des Konings opgeroepen en mag zich laten bijstaan door een advocaat. Ook het slachtoffer kan worden opgeroepen, maar dit is geen wettelijke verplichting. De bemiddeling is slechts mogelijk voor zover de zaak nog niet aanhangig is bij de strafrechter Personen tegen wie de strafvordering wordt uitgeoefend Principe De strafvordering wordt uitgeoefend tegen de persoon die ervan verdacht wordt een misdrijf te hebben gepleegd. Ook mededaders en medeplichtigen kunnen worden vervolgd. De strafvordering kan niet (minderjarigen) of slechts in beperkte mate (geestesgestoorden) worden uitgeoefend tegen schuldonbekwamen. Art.2bis VTSv.: De strafvordering kan tegen rechtspersonen worden ingesteld.

8 De immuniteiten Bepaalde personen genieten staatsrechtelijke en volkenrechtelijke voorrechten en immuniteiten. Tegen hen kan de strafvordering niet worden uitgeoefend. Deze immuniteit kan onbeperkt of beperkt zijn. Zij is onbeperkt wanneer zij op alle mogelijke strafbare feiten slaat. Zij is beperkt wanneer zij slechts op bepaalde misdrijven betrekking heeft (functionele immuniteit). Absolute immuniteit: kan nooit worden opgeheven. Machtigingsimmuniteit: kan worden opgeheven mits machtiging. De Koning heeft een absolute en onbeperkte immuniteit. Zijn immuniteit is beperkt tot zijn persoon en slaat dus niet op zijn familieleden en strekt zich evenmin uit tot zijn ministers. Parlementsleden genieten van een onschendbaarheid die deels absoluut, maar beperkt is, en deels onbeperkt, maar ophefbaar (deze regeling geldt ook voor regionale parlementsleden). Bij misdrijven door parlementsleden gepleegd in het parlement bij de uitoefening van hun parlementaire functie gaat het om een absolute immuniteit: zij geldt ten allen tijde en kan niet worden opgeheven. De immuniteit is echter beperkt: zij geldt enkel voor misdrijven, gepleegd bij het uitbrengen van een mening of een stem in het parlement. Bij andere misdrijven gaat het om een machtigingsimmuniteit. Er wordt een onderscheid gemaakt al naargelang de vervolgingen worden ingesteld tijdens of buiten de parlementaire zittijd. Het is een tijdelijke immuniteit die slechts geldt voor de duur van de parlementaire zittijd. Tijdens de parlementaire zittijd kan een parlementslid niet worden verwezen of rechtstreeks gedagvaard voor een hof of een rechtbank of worden aangehouden, dan met verlof van de kamer waarvan het parlementslid deel uitmaakt (uitz.: betrapping op heterdaad). De vervolging kan enkele worden ingesteld door het O.M. en de bevoegde ambtenaren (rechtstreekse dagvaarding is uitgesloten). Voor het vorderen van een gerechtelijk onderzoek is geen machtiging vereist. De dwangmaatregelen waarvoor het optreden van een rechter vereist is, kunnen enkel bevolen worden door de 1 e voorzitter van het hof van beroep, op verzoek van de betrokken rechter en de voorzitter van het parlement moet op de hoogte gebracht worden (uitz.: betrapping op heterdaad). Om een parlementslid naar de strafrechter te verwijzen of hem te dagvaarden moet het parket eerst de toelating vragen. Voor misdrijven gepleegd buiten de zittijd kan het parlementslid gewoon worden vervolgd.

9 Bijzondere regels voor bepaalde categorieën personen Ministers en hoge functionarissen worden onderworpen aan speciale procedureregels (bevoorrechte rechtspleging). Hoger beroep tegen de beslissing is onmogelijk. Ministers zijn niet onschendbaar; indien zij worden verdacht van een misdrijf worden zij volgens een speciale procedure berecht. Common Law: Impeachment = afzetting. De bijzondere regeling in België geldt zowel voor federale als regionale ministers: Berechting voor het hof van beroep voor misdrijven die zij in de uitoefening van hun ambt hebben gepleegd (ongeacht wanneer de vervolging plaatsvindt) Berechting voor het hof van beroep voor misdrijven gepleegd buiten hun ambtstermijn, maar die worden vervolgd tijdens de ambtstermijn Vervolging wordt ingesteld en geleid door de procureur-generaal Verlof vereist van het betrokken parlement voor elke vordering tot regeling van de rechtspleging, voor elke rechtstreekse dagvaarding en voor elke aanhouding Federale ministers: hof van beroep van Brussel bevoegd, cassatieberoep is mogelijk. De ambtsverrichtingen die in de regel behoren tot de bevoegdheid van de onderzoeksrechte en de procureur des Konings worden uitgeoefend door de raadsheer Speciale waarborgen voor dwangbevelen tijdens het vooronderzoek (bevel kan enkel door een college) Overzicht van de aanwijzingen en de indicatie omtrent hun kwalificatie wordt overgemaakt aan de bevoegde raad, samen met een akte van inverdenkingstelling Ministers = parlementsleden: Vervolging ingesteld en geleid door magistraten van O.M., maar uiteindelijke verwijzing naar het vonnisgerecht beslist door de parlementaire assemblees. Ministers parlementsleden: Bevoegdheid hof van beroep Onderzoek door procureur-generaal en een speciaal daartoe aangesteld raadsheeronderzoeksrechter Bepaalde magistraten en hoge functionarissen genieten van het voorrecht van rechtsmacht: zij worden berecht door de 1 e burgerlijke kamer van het hof van beroep, die in eerste en laatste aanleg uitspraak doet. De vervolging gebeurt door de procureur-generaal, en het ambt van onderzoeksrechter wordt waargenomen door een raadsheer in het hof van beroep. Rechtstreekse dagvaarding of klacht met burgerlijke partijstelling door het slachtoffer zijn uitgesloten. Art.479 en 483 Sv.: Limitatieve opsomming van desbetreffende personen. Art.482bis Sv.: De procedure van het voorrecht van rechtsmacht geldt ook t.a.v. medeplichtigen, mededaders en daders van samenhangende misdrijven.

10 Het voorrecht van rechtsmacht slaat op misdaden gepleegd buiten of binnen de uitoefening van hun ambt (Extra)territoriale gelding van de strafvordering De strafvordering kan enkel op Belgisch grondgebied worden uitgeoefend. Wel kan de strafvordering voor Belgische rechtscolleges worden uitgeoefend m.b.t. misdrijven die in het buitenland werden gepleegd (uitzonderlijk en restrictieve voorwaarden). Misdrijven op Belgisch grondgebied Territorialiteitsbeginsel: De strafwet is van toepassing op alle misdrijven die op Belgisch grondgebied worden gepleegd. De plaats waar deze daden werden gesteld kan echter gedekt zijn door een staatsrechtelijke of volkenrechtelijke onschendbaarheid: Ambassades: Agenten of ambtenaren van de openbare macht van de ontvangststaat mogen het gezantsgebouw niet betreden of er hun functie uitoefenen zonder de toelating van het hoofd van de diplomatieke zending. Deze onschendbaarheid slaat ook op de private woning van de gezant, de voertuigen, de archieven, de briefwisseling, de diplomatieke tas, enz. Consulaten: Beperktere immuniteit dan die van de ambassades; zij is beperkt tot de consulaire gebouwen. Gebouwen van internationale organisaties: Bezitten in principe geen onschendbaarheid. In de praktijk beslissen verdragen daar echter anders om. Koninklijk paleis: Vloeit voort uit de onschendbaarheid van de Koning. Misdrijven in het buitenland gepleegd Art.6-12bis VTSv.: Voorwaarden opdat de strafwet zou kunnen worden toegepast op misdrijven die in het buitenland gepleegd zijn. De vervolging is steeds facultatief en soms zijn er bijkomende vervolgingsvoorwaarden of beletsels. Aut dedere, aut judicare: Wanneer België de uitlevering weigert, is het soms verdragsrechtelijk verplicht de zaak aan zijn bevoegde autoriteiten voor te leggen teneinde vervolging in te stellen. In bepaalde gevallen wordt t.a.v. in het buitenland gepleegde misdrijven de vervolging in België afhankelijk gesteld van de vraag of er een officieel bericht is van de overheid van de staat op wiens grondgebied het misdrijf werd gepleegd. vermijden van dubbele vervolgingen

11 Art.7, 2 VTSv.: Voor misdaden en wanbedrijven door een Belg in het buitenland gepleegd, en waarvan een vreemdeling het slachtoffer is kan eveneens worden vervolgd op klacht van de benadeelde vreemdeling of van zijn familie, ook zonder officieel bericht. Vervolging is voor deze misdrijven echter enkel mogelijk op vordering van het O.M. Art.12 VTSv.: De vervolging van in het buitenland gepleegde misdrijven is slechts mogelijk indien de verdachte in België gevonden wordt. vermijden verstekprocedures Het is slechts vereist dat de verdachte bij het begin van de procedure in België was. Voor sommige misdrijven wordt deze voorwaarde echter niet gesteld Prejudiciële vragen en prejudiciële geschillen Art.15 VTSv.: De strafrechter spreekt zich uit over alle vragen die incidenteel voor hem worden opgeworpen. = judex actionis judex exceptionis MAAR: uitzonderingen: prejudiciële geschillen Prejudiciële geschillen: Vragen die niet door de strafrechter zelf, maar door een andere instantie worden beantwoord. De strafrechter zal hierbij de strafvordering opschorten. De verjaring van de strafvordering is geschorst. Prejudiciële vragen De strafrechter kan een prejudiciële vraag stellen aan het Europees Hof van Justitie i.v.m. een interpretatievraag van EG-recht. Dit antwoordt bindt de Belgische rechter. Indien er een conflict rijst tussen enerzijds nationale en regionale wetten en anderzijds regionale wetten onderling kan de rechter (soms verplicht) een prejudiciële vraag stellen aan het GwH. Ook vragen over schendingen door wetten, decreten en ordonnanties van het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel en het grondwettelijk non-discriminatiebeginsel behoren tot de bevoegdheid van het GwH. Prejudiciële geschillen In sommige gevallen bepaalt de wet dat de strafrechter zijn beslissing over de strafvordering moet uitstellen totdat een andere instantie zich over een prejudiciële kwestie heeft uitgesproken. Het betreft hier een zaak die hetzij reeds aanhangig is voor een andere instantie, hetzij door één van de partijen bij een andere instantie wordt aanhangig gemaakt. Laster: Er is slechts sprake van laster voor zover het wettelijk bewijs van de valsheid van de aantijging wordt geleverd (door een strafrechtelijke of disciplinaire uitspraak). Deze uitspraak is prejudicieel t.a.v. de beslissing over de strafvordering.

12 Oneerlijke handelspraktijken: Rechtbank van koophandel zal eerst uitspraak moeten doen over een feit dat tevens het voorwerp uitmaakt van een vordering tot staking. Vragen betreffende de Arbeidsongevallenwet: Enkel de arbeidsrechtbank kan beslissen of een bepaald feit een arbeidsongeval uitmaakt. Zijn uitspraak is bindend voor de strafrechter. Milieumisdrijven: Uitspraak over de strafvordering wordt uitgesteld bij een eventuele vordering tot staking bij de voorzitter van de rechtbank van 1 e aanleg Verval van de strafvordering De opheffing of vernietiging van de strafwet Art.2 Sw.:Indien de straf ten tijde van het vonnis bepaald, verschilt van die welke gold ten tijde van het misdrijf, wordt de minst zware straf toegepast. De strafvordering vervalt door de opheffing van de strafwet. Geen nieuwe vervolgingen kunnen worden ingesteld, en alle hangende vorderingen, die steunden op de opgeheven strafbepalingen, vervallen. De opheffing van de strafwet heeft echter geen gevolg voor de burgerlijke vordering. Amnestie Amnestie: De wetgever kan beslissen dat een strafbaar feit niet zal worden bestraft en zelfs het kenmerk misdrijf verliest. Alle hangende vervolgingen vervallen, maar de amnestie heeft geen weerslag t.a.v. derden: de burgerlijke vordering blijft onaangetast. Klachtafstand bij klachtmisdrijven Sommige misdrijven kunnen enkel op klacht van de benadeelde worden vervolgd. De rechtspleging kan geen voortgang vinden wanneer de partij de klacht intrekt voor elke daad van vervolging. De dood van de verdachte Art.20 VTSv.: De strafvordering vervalt door de dood van de verdachte. persoonlijk karakter van de straffen. De burgerlijke vordering kan tegen de nalatenschap worden uitgeoefend.

13 Art.20 VTSv.: T.a.v. een rechtspersoon vervalt de strafvordering door afsluiting van de vereffening, door gerechtelijke ontbinding of door ontbinding zonder vereffening. Hierop zijn 2 uitzonderingen: Indien zij tot doel hebben te ontsnappen aan de vervolging Indien de rechtspersoon in verdenking gesteld werd voor het verlies van de rechtspersoonlijkheid De verjaring De strafvordering kan slechts gedurende een zekere termijn worden uitgeoefend. Deze termijn begint te lopen vanaf de dag waarop het misdrijf werd gepleegd. Na het verstrijken van deze termijn vervalt de strafvordering door verjaring. overwegingen van algemeen belang en bescherming rechtszekerheid De verjaring is van openbare orde en moet door de rechter ambtshalve worden toegepast. De verjaring is geen mensenrecht ( redelijke termijn). De redelijke termijn is niet van openbare orde. Art.21 VTSv.: Termijnen: Niet-correctionaliseerbare misdaden: 15 jaar Correctionaliseerbare misdaden: 10 jaar Wanbedrijven: 5 jaar Overtredingen: 6 maanden Wanbedrijven met verzachten omstandigheden: 1 jaar Onverjaarbare misdrijven: Genocide Misdaden tegen de mensheid Oorlogsmisdaden Voor de berekening van de verjaringstermijn wordt gekeken naar de straf in concreto. De verjaringstermijn wordt van maand tot maand en van dag tot dag berekend. Art.23 VTSv.: De verjaring begint te lopen vanaf de dag waarop het misdrijf werd gepleegd. In deze termijn is de dies a quo wel, de dies ad quem niet inbegrepen. Voor aflopende misdrijven begint de verjaring onmiddellijk te lopen van zodra het misdrijf is afgelopen. Bij voortdurende misdrijven begint de verjaring te lopen vanaf het ogenblik waarop de misdadige toestand wordt beëindigd. Bij collectieve of voortgezette misdrijven begint de verjaring te lopen vanaf het laatste feit.

14 Bij gevolgmisdrijven begint de verjaring te lopen vanaf het ogenblik waarop het gevolg is ingetreden. De vertrekdatum van de verjaringstermijn is de dag waarop het misdrijf werd gepleegd, niet te dag waarop het werd ontdekt. Art.21bis VTSv.: Voor bepaalde misdrijven begint de verjaring pas te lopen vanaf de dag waarop het slachtoffer de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. In geval van correctionalisering van deze misdaden blijft de verjaringstermijn die in abstracto was bepaald gelden. Voor het verstrijken van de verjaringstermijn moet de strafprocedure volledig zijn afgewikkeld. Vereist wordt dat de hele procedure is afgerond (i.t.t. de burgerlijke vordering). De beslissingen die als gevolg van het aanwenden van rechtsmiddelen tot stand komen moeten ook worden geveld binnen de verjaringstermijn. Het is echter niet vereist dat het vonnis of arrest ook in kracht van gewijsde zou zijn getreden binnen de verjaringstermijn. Art.22 VTSv.: De stuiting is een onderbreking van de lopende verjaringstermijn, waardoor een nieuwe termijn begint te lopen die gelijk is aan de oorspronkelijke. De stuiting kan enkel plaats vinden gedurende de 1 e termijn (i..t.t. de stuiting van de verjaring van de straf), de verjaringstermijn van de strafvordering kan bij stuiting dus maximaal het dubbele van de oorspronkelijke verjaringstermijn bedragen. Art.23 VTSv.: De dag van de stuitingsdaad is in de termijn begrepen. De verjaring kan enkel worden gestuit door: Daden van onderzoek: alle daden gesteld door een daartoe bevoegd persoon met het oog op het verzamelen van bewijzen Daden van vervolging: alle daden van een daartoe bevoegd persoon die ertoe strekken de strafvordering uit te oefenen De stuiting werkt in rem, niet in personam. De stuitingsdaad geldt dus t.a.v. alle personen die bij de zaak betrokken zijn. De stuiting geldt t.a.v. alle samenhangende misdrijven. Art.24 VTSv.: De schorsing is een tijdelijke stilstand in de lopende verjaringstermijn, waarna deze termijn verder loopt zonder dat het al verworven gedeelte verloren gaat. De verjaring wordt geschorst wanneer de wet dit bepaalt of wanneer er een wettelijk of jurisprudentieel beletsel bestaat dat de instelling of de uitoefening van de strafvordering verhindert.

15 Schorsingsgronden: De behandeling van bepaalde excepties door het vonnisgerecht: De verjaring van de strafvordering is geschorst gedurende de behandeling van een opgeworpen exceptie van onbevoegdheid, onontvankelijkheid of van nietigheid (Wet Franchimont). Prejudiciële geschillen Opschorting uitspraak veroordeling (Art.18 Probatiewet): Wanneer de rechter de uitspraak van de veroordeling opschort o.g.v. de Probatiewet, wordt de verjaring van de strafvordering geschorst gedurende de proeftermijn. Parlementaire onschendbaarheid Verzet Cassatieberoep (op voorwaarde dat het beroep ontvankelijk is) Vordering tot heropening strafzaak Inleiding van de strafvordering bij het vonnisgerecht (voor feiten gepleegd voor 1 september 2003): Er zijn echter 3 uitzonderingen: wanneer de zaak wordt uitgesteld met het oog op het stellen van bijkomende onderzoeksdaden, wanneer enkel het O.M. hoger beroep instelt en wanneer de zaak in behandeling is voor de vonnisrechter Het rechterlijk gewijsde Wie in het verleden bij een onherroepelijk vonnis of arrest werd veroordeel of vrijgesproken kan niet opnieuw worden vervolgd wegens hetzelfde feit. ne bis in idem De strafvordering vervalt van zodra er een definitieve beslissing wordt geveld over de grond van de zaak. Het rechterlijk gewijsde is van openbare orde (I;t.t. bij de burgerlijke vordering). Voorwaarden voor ne bis in idem i.v.m. de vroegere uitspraak: Strafrechtelijke uitspraak: disciplinaire en administratieve veroordelingen, sepot en buitengerechtelijke afdoeningen hebben geen ne bis in idem karakter. Over de grond van de zaak: beschikkingen van de onderzoeksgerechten hebben geen ne bis in idem karakter Rechterlijk gewijsde: beslissing moet definitief en onherroepelijk zijn (niet meer vatbaar voor verzet binnen de gewone temrijn, hoger beroep of cassatieberoep) De beslissing moet uitgaan van een Belgische rechter Voorwaarden voor ne bis in idem i.v.m. de nieuwe vervolgingen: Het moet gaan om dezelfde persoon Het moet gaan om hetzelfde feit (ongeacht de juridische omschrijving ervan) De vraag of een nieuw feit hetzelfde is als datgene waarover vroeger reeds uitspraak werd gedaan is een feitenkwestie die aan de soevereine beoordeling wordt overgelaten van de feitenrechter.

16 Wanneer het nieuwe feit echter een laattijdig vastgesteld voortgezet of collectief misdrijf is, kan de rechter zich er nog over uitspreken zonder het ne bis in idem beginsel te schenden. De rechter moet weliswaar met de vroegere veroordeling rekening houden bij de straftoemeting, de strafvordering is echter niet vervallen door de vroegere veroordeling. Aan buitenlandse vonnissen wordt niet hetzelfde gezag van gewijsde gegeven. Buitenlandse strafvonnissen wegens een in België gepleegd misdrijf worden niet erkend. Art.13 VTSv.: Buitenlandse vonnissen wegens een in het buitenland gepleegd misdrijf genieten een beperkte erkenning in België. Het gaat hier om een beperkte erkenning: Het is vereist dat de buitenlandse veroordeling werd ondergaan De erkenning steunt op het misdrijf, niet op het feit (vb.: illegale import/export) De Schengen-Overeenkomst bepaalt dat een persoon, die bij onherroepelijk vonnis in één van de Schengenlanden (alle EU-lidstaten behalve het VK en Ierland, plus Noorwegen en Ijsland) is berecht, niet meer kan worden vervolgd ter zake van dezelfde feiten. Hier is er geen onderscheid tussen buitenlandse vonnissen wegens een in België gepleegd feit en buitenlandse vonnissen wegens een in het buitenland gepleegd feit. In de Schengen-Overeenkomst is er overigens sprake van feiten. De buitengerechtelijke afhandeling Buitengerechtelijke afhandeling: Zaken die tot strafrechtelijke vervolgingen en bestraffing zouden kunnen leiden worden buiten de strafrechter om afgehandeld. sneller, efficiënter, kostenbesparend, minder sitgmatiserend, omzeilen problemen strafrecht Minnelijke schikking Bemiddeling Onmiddellijke inning op grond van de Wegverkeerswet De onmiddellijke inning kan worden voorgesteld voor bepaalde overtredingen van de wetten op het wegverkeer, en is slechts mogelijk voor zover geen schade aan derden werd veroorzaakt. De onmiddellijke inning wordt voorgesteld door de politieambtenaren die hiertoe speciaal gemachtigd werden door de procureur-generaal bij het hof van beroep. Wanneer de verdachte het voorstel aanvaard dan vervalt de strafvordering binnen een termijn van 1 maand.

17 2.2 De burgerlijke vordering Algemene beginselen In België wordt aan het slachtoffer van een misdrijf een vorderingsrecht toegekend dat beperkt is tot de rechtsvordering tot herstel van de schade die voortvloeit uit het misdrijf. De strafvordering zelf wordt niet door het slachtoffer, maar door het O.M. uitgeoefend. De burgerlijke vordering betreft een privé-belang dat van patrimoniale aard is, de strafvordering betreft het openbaar belang. De burgerlijke vordering kan evenwel voor de strafgerechten uitgeoefend worden Personen die de burgerlijke vordering kunnen uitoefenen Art.3 VTSv.: De rechtsvordering tot herstel van de schade door een misdrijf veroorzaakt, behoort aan hen die schade hebben geleden. persoonlijke benadeling vereist De burgerlijke vordering kan niet enkel door het slachtoffer worden uitgeoefend, maar ook door zijn rechtsopvolgers. Ook rechtspersonen kunnen de burgerlijke vordering uitoefenen. De burgerlijke vordering kan worden uitgeoefend door hen die ten gevolge van een wettelijke of een contractuele indeplaatsstelling de schade die het slachtoffer ten gevolge van het misdrijf heeft geleden, hebben vergoed (vb. verzekeraar). De burgerlijke vordering moet voldoen aan de algemene voorwaarden van het gerechtelijk privaatrecht: Bekwaamheid Rechtmatig belang van patrimoniale aard Schade ten gevolge van het misdrijf Strafbaar feit Verscheidene bijzondere wetten voorzien in de mogelijkheid voor verenigingen om in rechte op te treden in strafzaken. Meestal stelt de wet hierbij een statutair doelcriterium en een anciënniteitcriterium. Soms wordt bovendien de toestemming van het slachtoffer vereist.

18 2.2.3 Personen tegen wie de burgerlijke vordering wordt uitgeoefend De burgerlijke vordering kan niet alleen tegen de verdachte, maar ook tegen zijn rechtsopvolgers worden ingesteld en tegen diegenen die op grond van de regels van het burgerlijk aansprakelijkheidsrecht gehouden zijn tot betaling van de schade veroorzaakt door het misdrijf dat door de verdachte werd gepleegd. Art.50 Sw.: Zijn er meederde mededaders of medeplichtingen, dan kan de burgerlijke vordering tegen elk van hen worden uitgeoefend. De burgerlijke vordering kan hoofdelijk tegen alle medeplichtigen en mededaders van een zelfde misdrijf worden uitgesproken. geen persoonlijk karakter De burgerlijke vordering kan eveneens worden uitgeoefend tegen geestesgestoorde delinquenten Gevallen waarin geen burgerlijke partijstelling mogelijk is Burgerlijke partijstelling is niet mogelijk t.a.v.: Minderjarigen (leeftijd van de beklaagde ten tijde van het als misdrijf omschreven feit) Personen die genieten van immuniteiten of voorrang van rechtsmacht Vervolgingen wegens ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht (Art.10, 1 bis VTSv.) De minderjarige kan zelf niet optreden als burgerlijke partij Voorwerp van de burgerlijke vordering Bestaansvoorwaarden: Fout Schade Causaal verband De burgerlijke en de strafrechtelijke fout zijn identiek.

19 2.2.6 Wijze waarop de burgerlijke vordering wordt uitgeoefend De keuze tussen de burgerlijke rechtbanken en de strafgerechten Art.4 VTSv.: De burgerlijke vordering kan samen met de strafvordering voor de strafgerechten worden uitgeoefend. Gevolgen van de burgerlijke partijstelling (i.t.t. gewone burgerlijke vordering) Slachtoffer kan het gerechtelijk onderzoek mee sturen en dus beïnvloeden Het slachtoffer kan de uitkomst van het strafproces beïnvloeden Het slachtoffer kan de procedure ten gronde mee bepalen In strafzaken wordt het bewijs door het O.M. geleverd De tussenkomst van het slachtoffer in het strafproces heeft echter een vertragende werking. Art.4, 2 e lid VTSv.: Aanhouding van de burgerlijke belangen: De strafrechter kan al uitspraak doen over de schuld en de straf, maar de uitspraak op burgerlijk gebied wordt uitgesteld wanneer de zaak wat de burgerlijke belangen betreft niet in staat van wijzen is of zelfs bij ontstentenis van burgerlijke partijstelling. vooral wanneer de zaak voor de rechtbank wordt gebracht alvorens zich een burgerlijke partij heeft gemanifesteerd (vaak bij oproeping bij proces-verbaal) Art.4, 3 e lid VTSv.: Het slachtoffer kan de beslechting van de burgerlijke belangen dan later via een verzoekschrift aan de burgerlijke rechtbank voorleggen ofwel terug bij het gerecht dat al uitspraak heeft gedaan over de strafvordering. Heropening van de debatten op burgerlijk vlak voor de strafrechter is echter enkel mogelijk als de strafrechter in zijn eerdere beslissing aangaf dat de burgerlijke belangen ambtshalve zijn aangehouden. Het verzoekschrift geldt als burgerlijke partijstelling. Art.162 Sv.: De burgerlijke partij zal worden veroordeeld tot het betalen van de gerechtskosten indien de verdachte buiten vervolging wordt gesteld of wordt vrijgesproken. Wanneer de benadeelde de strafvordering zelf op gang brengt, door rechtstreekse dagvaarding of klacht met burgerlijke partijstelling, moet de benadeelde een borgsom storten, vastgesteld door de onderzoeks- of vonnisrechter. De burgerlijke vordering voor de strafgerechten Art Sv.: Indien de strafvordering reeds aanhangig was voor de strafrechter, kan het slachtoffer zich burgerlijke partij stellen door zich te voegen bij de procedure die reeds in gang was gezet door het O.M. Dit gebeurt d.m.v. een eenvoudige verklaring van de benadeelde en kan in elke stand van het geding. Art.182 en 216quater, 1 Sv.: De procureur des Konings is verplicht om alle gekende slachtoffers te verwittigen van de openbare terechtzitting.

20 Burgerlijke partijstelling is zowel mogelijk tijdens het vooronderzoek als tijdens het onderzoek ten gronde. Ze kan echter niet voor het eerst plaats vinden in graad van beroep. Wanneer het O.M. de zaak nog niet aanhangig heeft gemaakt bij de strafrechter, of besloten heeft dit niet te doen, dan beschikt het slachtoffer over de mogelijkheid de zaak zelf bij de strafrechter aanhangig te maken. Dit kan d.m.v. een rechtstreekse dagvaarding voor het vonnisgerecht of een klacht met burgerlijke partijstelling voor de onderzoeksrechter. In beide gevallen zal de burgerlijke partij een borgsom moeten betalen. De rechtstreekse dagvaarding is enkel mogelijk voor wanbedrijven en overtredingen. Ze is niet mogelijk wanneer de zaak reeds het voorwerp uitmaakt van een gerechtelijk vooronderzoek. Voor de assisenhoven, de krijgsgerechten en de jeugdrechtbanken is rechtstreekse dagvaarding niet mogelijk. Rechtstreekse dagvaarding is evenmin mogelijk t.a.v. ministers en personen die genieten van voorrecht van rechtsmacht. Art.63 Sv.: De benadeelde kan ook een klacht met burgerlijke partijstelling bij de onderzoeksrechter neerleggen. Hierdoor wordt de zaak bij de onderzoeksrechter aanhangig gemaakt. onderzoeksrechter is geadieerd, rankschikking zonder gevolg of buitengerechtelijke afhandeling door het O.M. is niet langer mogelijk. Art.136 Sv.: De leiding van het onderzoek komt de onderzoeksrechter toe, zij het onder controle van de KI. Art.61quinquies Sv.: De burgerlijke partij kan bijkomende onderzoeksdaden vorderen of informatie aan de onderzoeksrechter aanbieden. De burgerlijke partijstelling is niet ontvankelijk als de aangevoerde feiten niet strafrechtelijk worden omschreven. De ontvankelijkheid van de burgerlijke partijstelling wordt beoordeeld door het vonnisgerecht, bij de beslissing over de grond van de zaak. De onderzoeksrechter is niet bevoegd zich over de ontvankelijkheid van de burgerlijke partijstelling uit te spreken. Niet-ontvankelijkheid van de klacht met burgerlijke partijstelling heeft automatisch de nietigheid als gevolg van de verwijzingsbeschikking en de verdere strafvordering. Wel kan het O.M. voor dezelfde feiten nog een gerechtelijk onderzoek vorderen.

21 De burgerlijke vordering voor de burgerlijke rechtbanken regels van gerechtelijk privaatrecht Wanneer de zaak die het voorwerp uitmaakt van een burgerlijke vordering voor de burgerlijke rechtbank, tevens het voorwerp van een strafvordering voor de strafgerechten uitmaakt, dan geldt het beginsel le criminel tient le civil en état. De strafvordering heeft voorrang boven de burgerlijke vordering, met als gevolg dat de burgerlijke rechtbank gebonden is door de beslissing van de strafrechter. De burgerlijke vordering wordt geschorst totdat de strafrechter zich over de strafvordering heeft uitgesproken Verval van de burgerlijke vordering Afstand van rechtsvordering en dading De verjaring van de burgerlijke vordering Rechterlijk gewijsde Alle rechtsvorderingen tot vergoeding van de schade op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid verjaren door verloop van 5 jaar vanaf de dag volgend op die waarop de benadeelde kennis heeft gekregen van de schade of de verzwaring ervan en van de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon. De burgerlijke vordering kan evenwel niet verjaren voor de strafvordering. Maar in elk geval verjaart zij door verloop van 20 jaar vanaf de dag volgend op die waarop de schade veroorzaakt door het feit zich heeft voorgedaan. Wanneer de burgerlijke vordering op tijd is ingesteld, loopt de verjaring niet meer tegen de eiser Gezag strafrechtelijk gewijsde t.a.v. burgerlijk gewijsde De rechtspraak neemt aan dat de burgerlijke rechtscolleges gebonden zijn door de beslissingen van de strafgerechten. De burgerlijke rechter is slechts gebonden door datgene wat de strafrechter noodzakelijk, zeker en hoofdzakelijk heeft beslist. Het strafrechtelijk gewijsde bindt de burgerlijke rechter slechts tot tegenbewijs. Het gezag van gewijsde geldt dus: T.a.v. wat noodzakelijk is: alles wat in rechte vereist is om de beslissing van de strafrechter te motiveren T.a.v. wat zeker is T.a.v. wat hoofdzakelijk is T.a.v. wie partij was in de strafprocedure

22 2.2.9 Hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden Fonds tot hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden Slachtoffers van opzettelijke gewelddaden die via de gewone procedure van burgerlijke partijstelling geen vergoeding hebben kunnen verkrijgen, kunnen een beroep op dit fonds doen (buiten het strafprocesrecht). Financiering door al wie veroordeeld wordt tot een criminele of correctionele straf: deze personen worden veroordeeld tot het betalen van een bedrag van 25 vermeerderd met het aantal wettelijke opdeciemen. Rechthebbenden zijn slachtoffers van opzettelijke gewelddaden. Wanneer het slachtoffer is overleden, dan kunnen personen die ten gevolge van het overlijden kosten of een nadeel aanvoeren, zich eveneens tot het fonds wenden. Voorwaarden: Subsidiair karakter: geen vergoeding via strafprocesrecht Vereiste van burgerlijke partijstelling De vergoeding wordt naar billijkheid bepaald, rekening houdend met de financiële toestand en het gedrag van de verzoeker en de betrekkingen tussen de verzoeker en de dader.

23 3. Het vooronderzoek in strafzaken 3.1 Wijze waarop het onderzoek gevoerd wordt Opsporingsonderzoek en gerechtelijk onderzoek Onderzoek in strafzaken: 1) Vooronderzoek: onderzoeken of er voldoende bezwaren zijn om de verdachte voor het vonnisgerecht te brengen 2) Onderzoek ten gronde Vooronderzoek: Opsporingsonderzoek: onderzoek door procureur des Konings Gerechtelijk onderzoek: onderzoek door de onderzoeksrechter De verdachte zijn onschuld wordt vermoed totdat het tegendeel bewezen is. Het O.M. en de onderzoeksrechter hebben de taak de waarheid te onderzoeken. zoeken naar zowel bewijzen à charge en bewijzen à décharge De wet geeft aan verdachte en slachtoffer niet het recht zelfstandige opsporingen te verrichten tijdens het vooronderzoek, toch hebben zij een bepaalde sturingsmogelijkheid Art.61quinquies Sv.: De verdachte en de burgerlijke partij hebben het recht bijkomende onderzoeksdaden te vorderen van de onderzoeksrechter. Hij is echter niet verplicht op dit verzoek in te gaan, maar tegen de weigering kan hoger beroep worden aangetekend bij de KI Wijze waarop misdrijven ter kennis komen van de overheid Klachten, aangiften en ambtelijke vaststellingen De klacht is de aangifte van een misdrijf door de benadeelde zelf. Op zichzelf brengt de klacht de strafvordering niet op gang, enkel de klacht met burgerlijke partijstelling voor de onderzoeksrechter heeft dit gevolg. De aangifte is de kennisgeving van een strafbaar feit aan de overheid door een persoon die kennis heeft van een misdrijf. In bepaalde gevallen is de aangifte verplicht (Art.30 Sv.). Art.29, 1 e lid Sv.: Iedere ambtenaar die in de uitoefening van zijn ambt kennis krijgt van een misdaad of wanbedrijf is verplicht dit te melden aan de procureur des Konings. = ambtelijke aangifte slaat zowel vastgestelde misdrijven als ter kennis gebrachte misdrijven

24 Er is evenwel geen sanctie gesteld indien er geen (ambtelijke) aangifte wordt gedaan terwijl dit verplicht was. Enkel officieren van de gerechtelijke politie staan in dit verband onder disciplinair toezicht van de procureur-generaal. Fiscale misdrijven: bijzondere regeling (Art.29, 2 e lid Sv.) Proces-verbaal en strafdossier Van klachten, aangiften en eigen ambtelijke vaststellingen wordt een geschrift opgemaakt, dat aan het parket wordt overgemaakt. = proces-verbaal In principe is een proces-verbaal enkel authentiek naar de vorm, niet naar de inhoud. Het heeft geen sterkere bewijswaarde dan andere bewijzen. Sommige processen-verbaal hebben echter een bijzondere bewijswaarde, m.n. de processen-verbaal die gelden tot tegenbewijs. Enkel de personen gerechtigd tot het opmaken van een p-v die door de wet bekleed zijn met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie kunnen p-v s opmaken. Aanvankelijk proces-verbaal: eerste proces-verbaal van waaruit het onderzoek start. Strafdossier: Bundeling van alle processen-verbaal. Het strafdossier is in principe geheim, geen uittreksel of afschrift mag worden gegeven dan met de uitdrukkelijke machtiging van de procureur-generaal bij het hof van beroep. Art.61ter Sv.: Wanneer de zaak is aangebracht bij de onderzoeksrechter en wordt onderzocht bij wijze van gerechtelijk onderzoek, kunnen de in verdenkinggestelde verdachte en de burgerlijke partij inzage vragen in het strafdossier. Deze mogelijkheid bestaat niet wanneer het onderzoek wordt geleid door de PdK. Vertrouwelijk dossier: Wordt aangelegd wanneer gebruik gemaakt wordt van stelselmatige observatie of van infiltratie. Dit dossier kan enkel door de PdK en de onderzoeksrechter worden ingekeken. Art.47septies en 47novies Sv.

25 3.1.3 Wijze waarop misdrijven worden opgespoord en vastgesteld Permissieve regel, legaliteit en loyauteit Permissieve regel: alles wat niet verboden is, mag. Het is dus niet vereist dat het optreden van de politie gesteund is op een uitdrukkelijke wettelijke basis. Dit beginsel is echter te breed, de overheid is gebonden aan de beginselen van behoorlijk strafprocesrecht. Art.28bis, 3 en 56, 1 Sv.: De PdK en de onderzoeksrechter moeten waken over de wettigheid van de bewijsmiddelen en de loyauteit waarmee ze werden verzameld. Sanctionering van onregelmatige opsporingshandelingen Politieofficieren die bij het opsporen en vaststellen van misdrijven en het verzamelen van bewijsmateriaal zelf misdrijven of andere onregelmatigheden plegen riskeren strafrechtelijke of disciplinaire sancties. Het bewijs dat op onrechtmatige wijze werd verkregen is ontoelaatbaar. Fouten van de politie tijdens het vooronderzoek leiden echter niet automatisch tot uitsluiting van het bewijsmateriaal. De strafrechter kan onregelmatigheden relatieveren als zij geen invloed hebben op de betrouwbaarheid van het bewijs of het recht op een eerlijk proces. Onrechtmatig bewijs: Bewijs dat werd verkregen d.m.v. een misdrijf Bewijs dat op onregelmatige wijze tot stand is gekomen Bewijs dat tot stand is gekomen met miskenning van de rechten van verdediging Op loutere sturingsinformatie die enkel tot doel heeft het onderzoek verder af te bakenen en richting te geven heeft de bewijsuitsluitingsregel geen vat. Versoepeling door Antigoonrechtspraak, de sanctie van de uitsluiting van het onrechtmatig bewijs moet slechts in 3 gevallen worden toegepast: Het miskende vormvoorschrift is door de wet op straffe van nietigheid voorgeschreven De onregelmatigheid tast de betrouwbaarheid van het bewijs aan De onregelmatigheid brengt het eerlijk karakter van het proces in het gedrang

26 Opsporing en vaststelling van misdrijven en het EVRM Dwangmaatregelen die folteringen of onmenselijke en vernederende behandelingen zouden inhouden zijn altijd strijdig met het EVRM. Hierop bestaat geen enkele uitzondering. Art.37 en 38 Wet Politieambt: In uitzonderlijke omstandigheden kan het nodig zijn dat de politie, bij de uitoefening van haar bestuurlijke of gerechtelijke taken, dwang moet gebruiken, eventueel gepaard gaande met het gebruik van wapens. Behalve in het geval van wettige verdediging moet het gebruik van geweld steeds worden voorafgegaan door een waarschuwing, tenzij dit gebruik daardoor onwerkzaam zou worden. Art.37 Wet Politieambt: Subsidiariteitsbeginsel: wettig doel dat niet op een andere wijze kan worden bereikt Proportionaliteitsbeginsel: gebruik van geweld moet redelijk zijn en in verhouding met het nagestreefde doel Art.38 Wet Politieambt: Gebruik van vuurwapens Wettige verdediging Tegen gewapende personen of in de richting van gewapende personen die zich in voertuigen bevinden Bescherming 3.2 Personen belast met de opsporing en vaststelling van misdrijven De leidinggevende magistraten Het O.M. De procureur des Konings: Zowel onderzoeksmagistraat als vervolgingsmagistraat Leiding over alle officieren van gerechtelijke politie binnen het arrondissement, hij beschikt t.a.v. hen over een algemeen vorderingsrecht (Art.28ter, 3 Sv.) Bevoegdheid ratione materiae: alle misdrijven Territoriale bevoegdheid: arrondissement (Art.23 Sv.) Mini-instructie: de PdK kan de onderzoeksrechter vorderen een onderzoekshandeling te verrichten waarvoor enkel de onderzoeksrechter bevoegd is zonder dat de PdK de leiding van het onderzoek verliest (Art.28septies Sv.)

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 XXVI DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 335 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 335 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 336 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 336 1. Het begrip straf 336 2. Kenmerken 337 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1 TITEL I TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1 Deze wet regelt een

Nadere informatie

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337

DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337 II DEEL 7. DE STRAFRECHTELIJKE SANCTIES 337 HOOFDSTUK 1. INLEIDING 337 HOOFDSTUK 2. DE STRAFFEN 338 Afdeling 1. Begrip en kenmerken 338 1. Het begrip straf 338 2. Kenmerken 339 Afdeling 2. Indeling van

Nadere informatie

STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING

STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING STRAFVERVOLGING VAN PROCES-VERBAAL TOT VEROORDELING Christophe THIEBAUT Advocaat PAQUES, NOPERE & THIEBAUT Assistent UCL Maître de conférences FUCAM II- DE OPSPORING * Basisstuk van de strafprocedure *

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

HOOFDSTUK I: ORGANEN EN PERSONEN BIJ HET STRAFPROCES BETROKKEN 3

HOOFDSTUK I: ORGANEN EN PERSONEN BIJ HET STRAFPROCES BETROKKEN 3 INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF BEKNOPTE BIBLIOGRAFIE LIJST VAN DE VOORNAAMSTE WETGEVING V XIX XXI INLEIDING 1 HOOFDSTUK I: ORGANEN EN PERSONEN BIJ HET STRAFPROCES BETROKKEN 3 I. De gerechtelijke politie 4

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 16 JUNI 2015 P.15.0599.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0599.N 1. M M P V D V, beklaagde, 2. D H N H, beklaagde, aangehouden om andere redenen, eisers, beiden met als raadsman mr. Thierry

Nadere informatie

ALGEMENE PRAKTISCHE RECHTSVERZAMELING ONDERZOEKSGERECHTEN. Raoul DECLERCQ

ALGEMENE PRAKTISCHE RECHTSVERZAMELING ONDERZOEKSGERECHTEN. Raoul DECLERCQ ALGEMENE PRAKTISCHE RECHTSVERZAMELING ONDERZOEKSGERECHTEN Raoul DECLERCQ Emeritus Advocaat-Generaal in het Hof van Cassatie Emeritus buitengewoon hoogleraar aan de K.U. Leuven 1993 story sdentia E. Story-Scientia

Nadere informatie

Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN

Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN Vlaamse dagbladpers HET WETTELIJK KADER VAN HET DESKUNDIGENONDERZOEK IN STRAFZAKEN Frank Hutsebaut Leuvens Instituut voor Criminologie (LINC) KULeuven 1. Ter inleiding: enkele algemene noties 2. De bevoegdheid

Nadere informatie

Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken

Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken Het mini-onderzoek : Hefboom voor het verhoor van de accountant en de belastingconsulent als getuige in strafzaken Jan VAN DROOGBROECK De extern accountant en extern belastingconsulent is overeenkomstig

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 31 MAART 2015 P.14.0392.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0392.N 1. M L E V U, beklaagde, 2. H R G V B, beklaagde, eisers, met als raadsman mr. Jaak Haentjens, advocaat bij de balie te Dendermonde.

Nadere informatie

Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties

Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties REGLEMENT Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties Hoofdstuk 1: Toepassingsgebied, vaststellingsmodaliteiten en aangewezen ambtenaar Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel

Nadere informatie

Justitiehuis Dendermonde

Justitiehuis Dendermonde Justitiehuis Dendermonde Dienst Slachtofferonthaal Treinongeval Wetteren op 4 mei 201 Info op 0 november 2016 Wat vooraf ging Als gevolg van het treinongeval werd een gerechtelijk onderzoek geopend bij

Nadere informatie

samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal! het beleid wordt uitgestippeld door een college van procureurs-generaal

samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal! het beleid wordt uitgestippeld door een college van procureurs-generaal Leg uit : het openbaar ministerie ( parket ) = hoeder van de openbare orde! 1) opsporen en onderzoeken 2) vervolgen 3) uitvoering van de straf samenstelling : federale en lokale parketten & parketten-generaal!

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 21 maart 2011 ADVIES 2011-102 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal

Nadere informatie

De wet van 20 juli 1990 op de voorlopige hechtenis: begrip, evolutie en toepassingsgebied (D. De Wolf)... 19

De wet van 20 juli 1990 op de voorlopige hechtenis: begrip, evolutie en toepassingsgebied (D. De Wolf)... 19 INHOUD INLEIDING... 19 De wet van 20 juli 1990 op de voorlopige hechtenis: begrip, evolutie en toepassingsgebied (D. De Wolf)... 19 Inhoud... 19 Kernbibliografie... 19 Over wetten vóór 1990... 20 Over

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 16 mei 2011 ADVIES 2011-265 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal dossier

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT 7 NOVEMBER 2017 In de zaak van het openbaar ministerie tegen: S. V. G., zonder gekend beroep, geboren te Gent op ( ), wonende te ( ) beklaagd van: A. Hetzij door daden,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 9 APRIL 2019 P.18.1208.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.1208.N W A V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Tom De Clercq, advocaat bij de balie Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

Inleiding. Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing = Potpourri II. Doel? Apparaat beter laten draaien Efficiënter optreden Sneller werken

Inleiding. Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing = Potpourri II. Doel? Apparaat beter laten draaien Efficiënter optreden Sneller werken Wet Potpourri II FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Probleem = gerecht draait niet goed Oplossing

Nadere informatie

Opleidingscyclus Winkelveiligheid. De weg van het juridisch dossier. 21 november 2014

Opleidingscyclus Winkelveiligheid. De weg van het juridisch dossier. 21 november 2014 Opleidingscyclus Winkelveiligheid De weg van het juridisch dossier 21 november 2014 Overzicht 1. Verloop strafrechtelijke procedure Fase 1: Strafonderzoek - A. Opsporingsonderzoek - B. Gerechtelijk onderzoek

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 SEPTEMBER 2014 P.14.1380.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1380.N O D B, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadslieden mr. Alain Vergauwen en mr. Pierre Monville, advocaten

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord... v Verkorte inhoudsopgave... vii Lijst van verkort geciteerde werken... xv DE CORRECTIONELE TERECHTZITTING

INHOUD. Voorwoord... v Verkorte inhoudsopgave... vii Lijst van verkort geciteerde werken... xv DE CORRECTIONELE TERECHTZITTING INHOUD Voorwoord............................................................ v Verkorte inhoudsopgave............................................... vii Lijst van verkort geciteerde werken......................................

Nadere informatie

ZITTINGSDAG EN UUR TEL. GRIFFIER 057/ e Kamer. 1 en 1bis. 1e en 3e Ma. 09:00 u. 2bis

ZITTINGSDAG EN UUR TEL. GRIFFIER 057/ e Kamer. 1 en 1bis. 1e en 3e Ma. 09:00 u. 2bis KAMER 1e Kamer BEVOEGDHEID FAMILIE- EN JEUGDSECTIE 1. Vorderingen ten aanzien minderjarige kinderen (artikel 572bis, 4 Ger. 2.Onderhoudsverplichtingen (artikel 572bis, 7 Ger. 3. Betwistingen kinderbijslag

Nadere informatie

2. Soorten en verband

2. Soorten en verband Bij dit alles moet de rechter de rechten van verdediging eerbiedigen. Dit betekent dat hij, wanneer hij de rechtsgrond wenst te wijzigen en aan te passen, de debatten dient te heropenen om partijen toe

Nadere informatie

Deze artikelen regelen de verplichting tot het verstrekken van informatie en het recht van toegang tot de beroepslokalen. 121

Deze artikelen regelen de verplichting tot het verstrekken van informatie en het recht van toegang tot de beroepslokalen. 121 Hoofdstuk 2 De misdrijven 63 152. In het fiscaal strafonderzoek gelden de gebruikelijke regels van het strafprocesrecht. De fiscus en het strafrechtelijk opsporingsapparaat opereren apart en zoals hierna

Nadere informatie

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Algemeen Als u vermoedt dat een beroepsbeoefenaar uw rechten heeft geschonden, kunt u hem of de zorginstelling waarbinnen hij werkt aansprakelijk stellen. Volgens

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 APRIL 2015 P.15.0002.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0002.F 1. J.-J. P., 2. N. P., Mrs. Emmanuel Carlier, advocaat bij de balie te Waals-Brabant, Pauline Knaepen en Pierre Joassart,

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 JULI 2014 P.14.0969.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0969.N B., veroordeelde tot vrijheidsstraf, eiser, met als raadsman mr. Kris Luyckx, advocaat bij de balie te Antwerpen. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

INHOUD. Inleiding... 1 DEEL I. DE HISTORISCHE EVOLUTIE VAN DE BURGERLIJKE VORDERING UIT EEN MISDRIJF... 5

INHOUD. Inleiding... 1 DEEL I. DE HISTORISCHE EVOLUTIE VAN DE BURGERLIJKE VORDERING UIT EEN MISDRIJF... 5 INHOUD Inleiding............................................................. 1 DEEL I. DE HISTORISCHE EVOLUTIE VAN DE BURGERLIJKE VORDERING UIT EEN MISDRIJF...................................................

Nadere informatie

Hoe verloopt de sanctieprocedure bij een administratieve geldboete voor minderjarigen vanaf 16 jaar? (max. 125 euro)

Hoe verloopt de sanctieprocedure bij een administratieve geldboete voor minderjarigen vanaf 16 jaar? (max. 125 euro) Hoe verloopt de sanctieprocedure bij een administratieve geldboete voor meerderjarigen? (max. 250 euro) 1. Wie kan inbreuken vaststellen? De vaststelling van een inbreuk op het gemeentelijk politiereglement

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 MEI 2012 P.12.0878.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0878.N M G M, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Leslie Roelants, advocaat bij de balie te Antwerpen. I.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 JUNI 2015 P.15.0622.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0622.N M A H, inverdenkinggestelde, aangehouden, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees Vonnisnummer / Griffienummer 1278/2019 Repertoriumnummer / Europees 2019/1659 Datum van uitspraak 20 juni 2019 Naam van de beklaagde Systeemnummer parket Dossiernummer 19L000656 Notitienummer parket rechtbank

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 FEBRUARI 2019 P.18.0793.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.18.0793.N B A, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Sven De Baere, advocaat bij de balie Brussel. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 29 JANUARI 2019 P.18.0422.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr P.18.0422.N A M G M M, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Peter Verpoorten, advocaat bij de balie Antwerpen. I. RECHTSPLEGING VOOR

Nadere informatie

WET van 5 januari 1952, tot regeling van de verantwoordelijkheid van de ministers (G.B no. 3).

WET van 5 januari 1952, tot regeling van de verantwoordelijkheid van de ministers (G.B no. 3). WET van 5 januari 1952, tot regeling van de verantwoordelijkheid van de ministers (G.B. 1952 no. 3). Artikel 1 1 1. De ministers zorgen voor de uitvoering van de Grondwet, de verdragen en andere overeenkomsten

Nadere informatie

Gerechtelijk Privaatrecht

Gerechtelijk Privaatrecht Marc Castermans Gerechtelijk Privaatrecht algemene beginselen, bevoegdheid en burgerlijke rechtspleging ACADEMU PRESS INHOUD Inhoud BOEKDKEL I: AEGEMENE BECINSEEEN 1 1. Toepassingsgebied van het Gerechtelijk

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 JUNI 2015 P.15.0263.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0263.N I M D J, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Luk Delbrouck, advocaat bij de balie te Hasselt. II W F B, beklaagde, eiser,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 320 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen

Nadere informatie

Rolnummers 4519 en 4522. Arrest nr. 66/2009 van 2 april 2009 A R R E S T

Rolnummers 4519 en 4522. Arrest nr. 66/2009 van 2 april 2009 A R R E S T Rolnummers 4519 en 4522 Arrest nr. 66/2009 van 2 april 2009 A R R E S T In zake : - de prejudiciële vraag betreffende artikel 4, derde tot vijfde lid, van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 1 december 2015 ADVIES 2015-94 Over de weigering om toegang te verlenen tot de inspectierapporten

Nadere informatie

U bent gedagvaard. >voor de politierechtbank >voor de correctionele rechtbank. Wegwijs in justitie. In de hoofdrol bij justitie.

U bent gedagvaard. >voor de politierechtbank >voor de correctionele rechtbank. Wegwijs in justitie. In de hoofdrol bij justitie. Wegwijs in justitie In de hoofdrol bij justitie De instellingen Meer informatie Justitie in de praktijk Federale Overheidsdienst Justitie U bent gedagvaard >voor de politierechtbank >voor de correctionele

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 5 NOVEMBER 2013 P.12.1784.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1784.N R A C, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Henry Van Burm, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 MAART 2015 P.14.1796.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1796.F PROCUREUR-GENERAAL BIJ HET HOF VAN BEROEP TE LUIK, tegen A. S., Mr. Simone Nudelholc, advocaat bij het Hof van Cassatie. I.

Nadere informatie

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T Rolnummer 5678 Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie.

Nadere informatie

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen GERECHTELIJK WETBOEK - Deel IV : BURGERLIJKE RECHTSPLEGING. HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen Afdeling II. Echtscheiding door onderlinge toestemming. Art.

Nadere informatie

DE VERJARINGS- EN ONDERZOEKSTERMIJNEN INZAKE BTW

DE VERJARINGS- EN ONDERZOEKSTERMIJNEN INZAKE BTW DE VERJARINGS- EN ONDERZOEKSTERMIJNEN INZAKE BTW Kris Heyrman TITEL VAN DE CONFERENTIE Advocaat-vennoot Dubois, Verlinden, Wauman Berkenlaan 45, 2610 Antwerpen Voornaam & Naam van de spreker tel:03.287.06.66

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 APRIL 2016 P.16.0207.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0207.N PROCUREUR DES KONINGS bij de rechtbank van eerste aanleg West- Vlaanderen, afdeling Veurne, eiser, tegen J Y, beklaagde, verweerder.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 OKTOBER 2006 P.06.0751.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.06.0751.F V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. V. G. C. 2. B. F. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 Not.nr. : GE45.FJ.4277/14-Sw4 RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen: Stéphane Michel Christian W., zonder beroep, geboren te Boussu op (

Nadere informatie

Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep

Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep College van Procureurs-generaal Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep Toegestuurd aan de dames en heren Toegestuurd aan de dames en heren Eerste Substituten,

Nadere informatie

Justitiehuis Dendermonde

Justitiehuis Dendermonde Justitiehuis Dendermonde Dienst Slachtofferonthaal Treinongeval Wetteren op 4 mei 2013 Gevolgen op gerechtelijk vlak Als gevolg van het treinongeval heeft de Procureur des Konings een strafdossier geopend

Nadere informatie

DE VERJARING VAN DE STRAFVORDERING VOOR RECHTSPRACTICI. Onder redactie van Frank Verbruggen en Raf Verstraeten

DE VERJARING VAN DE STRAFVORDERING VOOR RECHTSPRACTICI. Onder redactie van Frank Verbruggen en Raf Verstraeten DE VERJARING VAN DE STRAFVORDERING VOOR RECHTSPRACTICI Onder redactie van Frank Verbruggen en Raf Verstraeten Universitaire Pers Leuven 2005 Inhoudsopgave 7 TER INLEIDING 13 Raf Verstraeten VERJARING:

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17 Inhoudsopgave Voorwoord / 5 Lijst van gebruikte afkortingen / 13 Deel I Het materiële strafrecht 1. Inleiding / 17 2. Straffen / 19 2.1 Hoofdstraffen ex artikel 9 Sr / 19 2.2 Bijkomende straffen / 20 3.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 FEBRUARI 2009 P.08.1594.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.08.1594.F J. R., Mrs. Benoît Lespire, advocaat bij de balie te Luik, en Raphaël Gevers, advocaat bij de balie te Brussel. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 19 JANUARI 2016 P.15.0768.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0768.N 1. H J V D K, beklaagde, 2. T P V Z, beklaagde, eisers, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 SEPTEMBER 2007 P.07.0894.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.07.0894.N I. P. M. M. H., verdachte, gedetineerd, eiser, met als raadsman mr. Pol Vandemeulebroucke, advocaat bij de balie te Antwerpen.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 APRIL 2013 P.12.1919.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.1919.F 1. H. M. e.a., Mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. A. F. e.a., Mr. Jacqueline Oosterbosch,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 DECEMBER 2015 P.15.0905.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.0905.N I E Y, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Luk Delbrouck, advocaat bij de balie te Hasselt. II 1. M Y, beklaagde, eiser,

Nadere informatie

2. De straffen die de gemeenteraad bepaalt, mogen de politiestraffen niet te boven gaan.

2. De straffen die de gemeenteraad bepaalt, mogen de politiestraffen niet te boven gaan. Gecoördineerde regelgeving Nieuwe Gemeentewet Artikel 119bis, Nieuwe Gemeenwet 1. De gemeenteraad kan straffen of administratieve sancties bepalen voor overtredingen van zijn reglementen of verordeningen,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 26 NOVEMBER 2013 P.13.1234.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1234.N I-II T M T, beschuldigde, gedetineerd, eiser, met als raadsman mr. Frédéric Thibaut, advocaat bij de balie te Mechelen,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

RECHTSBIJSTAND. Hoofdstuk 5. Art.21. Voorafgaandelijke bepaling

RECHTSBIJSTAND. Hoofdstuk 5. Art.21. Voorafgaandelijke bepaling Hoofdstuk 5 RECHTSBIJSTAND Voorafgaandelijke bepaling Gewaarborgd schadegeval Art.21 De bepalingen van de overige hoofdstukken van deze overeenkomst zijn van toepassing op Rechtsbijstand voor zover ze

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 FEBRUARI 2015 P.14.1763.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1763.N J P A M D M, beklaagde, eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 OKTOBER 2008 P.08.0706.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.08.0706.N I H T V, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Hans Rieder, advocaat bij de balie te Gent, ter rechtszitting bijgestaan

Nadere informatie

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1266/2019 Repertoriumnummer / Europees

rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken Kamer 20 Vonnis Vonnisnummer / Griffienummer 1266/2019 Repertoriumnummer / Europees Vonnisnummer / Griffienummer 1266/2019 Repertoriumnummer / Europees 2019/1647 Datum van uitspraak 20 juni 2019 Naam van de beklaagde Systeemnummer parket Dossiernummer 19L000237 Notitienummer parket rechtbank

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 23 MEI 2017 P.17.0186.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.17.0186.N E G, alias D Z, alias J G, alias M H, alias E B, alias E B, alias D B, zonder gekende woon- of verblijfplaats, beklaagde, eiser,

Nadere informatie

Wat is een onmiddellijke inning?... 2. Wat is een minnelijke schikking?... 2

Wat is een onmiddellijke inning?... 2. Wat is een minnelijke schikking?... 2 Inhoudsopgave Wat is een onmiddellijke inning?... 2 Wat is een minnelijke schikking?... 2 Wat is een voorstel tot Verval van de Strafvordering door Betaling van een Geldsom of VSBG?... 2 In welke zaken

Nadere informatie

Algemene inhoud. HOOFDSTUK 1 Algemene inleiding 3. HOOFDSTUK 2 Historische inleiding 5

Algemene inhoud. HOOFDSTUK 1 Algemene inleiding 3. HOOFDSTUK 2 Historische inleiding 5 Algemene inhoud Reeks Fiscaal Compendium Ten geleide Voorwoord Algemene bibliografie V VII IX XI DEEL I Inleiding HOOFDSTUK 1 Algemene inleiding 3 HOOFDSTUK 2 Historische inleiding 5 1. Eerste fase: voor

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 1 DECEMBER 2015 P.13.2082.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.2082.N YAHOO! Inc., met zetel te CA 94089 Sunnyvale (Verenigde Staten van Amerika), First Avenue 701, beklaagde, eiseres, met als

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 30 OKTOBER 2012 P.12.0330.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0330.N I A J M G, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Frank Janssen, advocaat bij de balie te Turnhout. II J A L G, beklaagde,

Nadere informatie

Hoofdstuk V. Het Grondwettelijk Hof, de voorkoming en de regeling van conflicten. 1. Bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof

Hoofdstuk V. Het Grondwettelijk Hof, de voorkoming en de regeling van conflicten. 1. Bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof ALGEMENE INHOUD 1 Algemene inhoud Register Deel I. GRONDWET Titel III. De machten Hoofdstuk V. Het Grondwettelijk Hof, de voorkoming en de regeling van conflicten 141 143 Hoofdstuk VI. De rechterlijke

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 100/2014 van 10 juli 2014 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 100/2014 van 10 juli 2014 A R R E S T Rolnummer 5622 Arrest nr. 100/2014 van 10 juli 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 162, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door de Correctionele Rechtbank

Nadere informatie

Raf Verstraeten HANDBOEK STRAFVORDERING. 2de bijgewerkte druk Wetgeving bijgehouden tot 22 juli MAKLU Uitgevers Antwerpen - Apeldoorn

Raf Verstraeten HANDBOEK STRAFVORDERING. 2de bijgewerkte druk Wetgeving bijgehouden tot 22 juli MAKLU Uitgevers Antwerpen - Apeldoorn Raf Verstraeten HANDBOEK STRAFVORDERING 2de bijgewerkte druk Wetgeving bijgehouden tot 22 juli 1994 MAKLU Uitgevers Antwerpen - Apeldoorn INHOUD INLEIDING 31 1. Strafvordering als een compromisoplossing

Nadere informatie

duur_strafproces.book Page vi Wednesday, January 11, :32 PM

duur_strafproces.book Page vi Wednesday, January 11, :32 PM duur_strafproces.book Page vi Wednesday, January 11, 2006 4:32 PM duur_strafproces.book Page vii Wednesday, January 11, 2006 4:32 PM vii Voorwoord................................................i Dankwoord..............................................

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 SEPTEMBER 2016 P.16.0556.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0556.N P J G V, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Laurens Van Puyenbroeck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie 1 Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering De Wet van 30 juni 1971betreffende de administratieve geldboeten,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 12 AUGUSTUS 2015 P.15.1158.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.15.1158.N Y M, verzoekster tot voorlopige invrijheidstelling, gedetineerd, eiseres, met als raadsman mr. Joris Van Cauter, advocaat

Nadere informatie

Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit een misdrijf...37

Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit een misdrijf...37 Inhoud Woord vooraf...27 Lijst van de voornaamste verkort geciteerde werken...29 Inleiding...31 1. Strafprocedure als een compromisoplossing... 31 2. Bronnen... 32 Deel 1. Vorderingen die ontstaan uit

Nadere informatie

Rolnummer 4704. Arrest nr. 16/2010 van 18 februari 2010 A R R E S T

Rolnummer 4704. Arrest nr. 16/2010 van 18 februari 2010 A R R E S T Rolnummer 4704 Arrest nr. 16/2010 van 18 februari 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 21ter van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering, gesteld door de

Nadere informatie

thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2],

thans uit anderen hoofde gedetineerd in het Huis van Bewaring [locatie] te [plaats 2], ECLI:NL:RBAMS:2013:3850 Uitspraak RECHTBANK AMSTERDAM INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER Parketnummer: 13/737331-13 RK nummer: 13/2646 Datum uitspraak: 28 juni 2013 UITSPRAAK op de vordering ex artikel 23

Nadere informatie

[Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht]

[Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht] Toekomstig recht [Afdeling Vter. De straf onder elektronisch toezicht] Ingevoegd bij W. 2014.02.07, art. 6; Inwerkingtreding: onbepaald Noot: de wetgever voegt een Afdeling Vter in voor Afdeling Vbis en

Nadere informatie

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek ARRESTANTENVERZORGING Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek januari 2013 Doel van het strafproces / strafvordering = het nemen van strafvorderlijke beslissingen Bestaat uit =

Nadere informatie

Vonnis AFSCHRSFT. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. c \ 2016 / $0$ 31/05/2016

Vonnis AFSCHRSFT. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. c \ 2016 / $0$ 31/05/2016 4 4 AFSCHRSFT P- 1 Griffienummer 000 73 6 /2016 Repertoriumnummer 2016 / $0$ Datum van uitspraak 31/05/2016 Notitienummer parket HA66.L5.1537-11 c \ Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt,

Nadere informatie

Publicatie : Numac :

Publicatie : Numac : pagina 1 van 5 NL einde FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE Publicatie : 2017-01-30 Numac : 2017010289 Rechtbank van eerste aanleg Leuven. - Kabinet van de voorzitter Beschikking tot vaststelling van het

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893 RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK IXe KAMER A R R E S T nr. 199.862 van 25 januari 2010 in de zaak A. 187.639/IX-5893 In zake : Dennis X. bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Karel S.

Nadere informatie

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter R. Henneuse en de rechters-verslaggevers F. Daoût en A. Alen, bijgestaan door de griffier F.

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter R. Henneuse en de rechters-verslaggevers F. Daoût en A. Alen, bijgestaan door de griffier F. Rolnummer 5489 Arrest nr. 155/2012 van 20 december 2012 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 15 van de wet van 19 juli 2012 betreffende de hervorming van het gerechtelijk arrondissement

Nadere informatie

ALGEMEEN REGLEMENT OP DE

ALGEMEEN REGLEMENT OP DE Lekkerstraat 10 B 3680 Maaseik Tel. 089/560 560 Fax 089/560 561 E-mail: stad.maaseik@maaseik.be www.maaseik.be ALGEMEEN REGLEMENT OP DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES 2 HOOFDSTUK 1: TOEPASSINGSGEBIED,

Nadere informatie

Gepubliceerd op : 2013-09-23 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE

Gepubliceerd op : 2013-09-23 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE Gepubliceerd op : 2013-09-23 FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 2 JUNI 2013. - Wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de wet van 31 december 1851 met betrekking tot de consulaten en de consulaire

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JUNI 2012 P.12.0873.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.12.0873.F I. P. D. V., II. III. IV. P. D. V., P. D. V., P. D. V., V. P. D. V., Mrs. Cédric Vergauwen en Olivia Venet, advocaten bij de

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 APRIL 2015 P.14.1146.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1146.N T K H, inverdenkinggestelde, eiser, met als raadsman mr. Luc Arnou, advocaat bij de balie te Brugge, tegen 1. E V D C, 2.

Nadere informatie

GEMEENTELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES

GEMEENTELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES GEMEENTELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES Zoals goedgekeurd in de gemeenteraad van Hamme van 18 juni 2014. HOOFDSTUK 1: TOEPASSINGSGEBIED... 2 HOOFDSTUK 2: SANCTIES... 2 AFDELING 1:

Nadere informatie

HET EINDE VAN DE GENOCIDEWET

HET EINDE VAN DE GENOCIDEWET HET EINDE VAN DE GENOCIDEWET Na een bewogen leven is de zogenaamde Genocidewet van 16 juni 1993 opgeheven door artikel 27 van de Wet betreffende ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding Een handboek net op tijd Willy van Eeckhoutte...1. Hoofdstuk 1. Ontvankelijkheid van de voorziening in cassatie Hans Van Bavel...

Inhoud. Inleiding Een handboek net op tijd Willy van Eeckhoutte...1. Hoofdstuk 1. Ontvankelijkheid van de voorziening in cassatie Hans Van Bavel... Woord vooraf...v Inleiding Een handboek net op tijd Willy van Eeckhoutte...1 Hoofdstuk 1. Ontvankelijkheid van de voorziening in cassatie Hans Van Bavel...5 I. Beslissingen die door middel van een cassatieberoep

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 FEBRUARI 2011 C.09.0548.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0548.F R. T., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen B. C., Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof

Nadere informatie