Transcriptie

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10 Bijlage 2

11

12 Bijlage 3

13

14 Bijlage 4

15 ,57 12,14 13,17 12,75 11, Totaal ,86 4,84 5,06 4,7 4, totaal

16 Totaal Totaal

17 <25j 25 tot 50j >=50j <25j 25 tot 50j >=50j

18

19

20

21

22 Bijlage 5

23 Bijlage nr 5 aan het ZVP ZONAAL VEILIGHEIDSPLAN

24 Bijlage nr 5 aan het ZVP ZONAAL VEILIGHEIDSPLAN

25 Bijlage nr 5 aan het ZVP ZONAAL VEILIGHEIDSPLAN

26 Bijlage nr 5 aan het ZVP ZONAAL VEILIGHEIDSPLAN

27 Bijlage nr 5 aan het ZVP Het begrip woning dient ruim gezien te worden!!! Inbraken in huizen en appartementen, bron: Eigen telling Dawa & ISLP 29/01/2008 ZONAAL VEILIGHEIDSPLAN

28 Bijlage nr 5 aan het ZVP ZONAAL VEILIGHEIDSPLAN

29 Bijlage nr 5 aan het ZVP ZONAAL VEILIGHEIDSPLAN

30 Bijlage nr 5 aan het ZVP ZONAAL VEILIGHEIDSPLAN

31 Bijlage nr 5 aan het ZVP ZONAAL VEILIGHEIDSPLAN

32 Bijlage nr 5 aan het ZVP ZONAAL VEILIGHEIDSPLAN

33 Bijlage nr 5 aan het ZVP Door eigen zone ZONAAL VEILIGHEIDSPLAN

34 Bijlage nr 5 aan het ZVP ZONAAL VEILIGHEIDSPLAN

35 Bijlage nr 5 aan het ZVP ZONAAL VEILIGHEIDSPLAN

36 Bijlage nr 5 aan het ZVP ZONAAL VEILIGHEIDSPLAN

37 Bijlage 6

38

39

40

41

42

43

44

45

46

47 Bijlage 7

48

49

50

51 POLITIEZONE BLANKENBERGE-ZUIENKERKE ZONALE VEILIGHEIDSRAAD Notulen van de zonale veiligheidsraad van 20 juni 2005 om uur Aanwezig De Heer L. MONSET, Burgemeester van Blankenberge, voorzitter De heer H. CUYPERS, Burgemeester van Zuienkerke De heer J.M. BERKVENS, Procureur des Konings in Brugge Mevrouw K. VANDENBERGHE, Substituut Procureur des Konings in Brugge De heer D. DEGROOTE, plaatsvervangend Bestuurlijk Directeur-coördinator De heer R. SEYNHAEVE, Gerechtelijk Directeur De Heer C. FRANCK, Hoofdcommissaris-zonechef De heer Ph. DELAERE, Commissaris van de lokale politie De heer W. LAPEIRRE, Interne Evaluator van de preventiedienst van de stad Blankenberge De heer Ph. DENOYETTE, secretaris De heer voorzitter L. MONSET heet de verschillende deelnemers aan de zonale veiligheidsraad welkom, verklaart de vergadering voor geopend en verleent het woord aan de heer C. FRANCK voor het overlopen van de agendapunten. De heer FRANCK meldt dat de presentatie van de agendapunten aan de hand van een PowerPoint voorstelling zal gebeuren en dat de hand-outs van deze voorstelling als bijlage aan de notulen zullen worden gevoegd. 1. Samenvattende fiche adviezen ZVP De beoordeling van het zonaal veiligheidsplan voor de politiezone Blankenberge- Zuienkerke wordt overlopen aan de hand van het Technisch advies CGL. 2. Bespreking en goedkeuring actieplannen in kader ZVP Fietsdiefstal-Fietsveiligheid De heer LAPEIRRE, projectleider van het project Fietsdiefstal-fietsveiligheid, bespreekt het actieplan. De heer MONSET stelt zich de vraag of het niet tijd en kosten besparend zou zijn om de fietsen reeds bij de fietshandelaars te laten registreren. De heer LAPEIRRE wijst op het bestaan van VELOPRO en meldt ook dat deze organisatie tegen de bestaande manier van graveringen is omwille van eventuele beschadigingen. De heer MONSET vraagt of VELOPRO elke fiets identificeert. De heer LAPEIRRE wijst op het feit dat dit niet automatisch gebeurt en dat de fietshandelaar dit aan de koper moet voorstellen en dat hiervoor de prijs van 5 Euro moet worden betaald. Dit terwijl het door ons gehanteerde systeem gratis is. De heer MONSET vraagt om toch eens na te gaan als het niet goedkoper zou zijn (en dit ook naar inspanningen toe) om alle fietsen tegen een prijs bij de fietsenhandelaars te laten registreren. De heer BERKVENS vraagt of er een antwoord bestaat op de vraag of er een link bestaat tussen graveren en de preventie van fietsdiefstal. De heer LAPEIRRE antwoordt hierop dat er geen

52 verband kan gelegd worden tussen het graveren van fietsen en het vermijden van fietsdiefstal. Volgens de heer LAPEIRRE kan er wel een verband worden gelegd tussen een niet goed afgesloten fiets en het feit van diefstal van dergelijke fiets. De heer FRANCK wijst er ook op dat het de bedoeling is, om naast het fotoboek, ook een website te ontwikkelen waarop gevonden fietsen zullen worden voorgesteld. Mevrouw SABBE vraagt om hierbij na te denken over het aanleggen van een link naar het AIK die over hetzelfde idee van website nadenken. De heer FRANCK geeft aan dat een website ontwikkeld door het AIK een meerwaarde zou zijn, een eigen website zou dan eerder onnodig zijn. In kader van de fietsveiligheid wijst de heer MONSET op de organisatie van de verkeersklassen en zijn ervaringen bij het bijwonen van een dergelijke verkeersklas. De heer LAPEIRRE wijst op het feit dat hoe jonger de deelnemer van de verkeersklas is, hoe actiever hij deelneemt. Verkeershandhaving De heer DENOYETTE heeft een overzicht van de geplande verkeersacties die opgenomen werden in het actieplan. Mevrouw SABBE haalt aan dat in elk actieplan een vermelding is naar een meetplan. Het activiteitenmeetplan wordt aan de leden van de raad geprojecteerd waarop de heer DEGROOTE en mevrouw SABBE vragen of er ook gedacht is aan een effecten- en resultatenplan. De heer DENOYETTE wijst er op dat in het zonaal veiligheidsplan ook reeds werd aangehaald dat de politiezone BLANKENBERGE-ZUIENKERKE op het vlak van capaciteits- en prestatiemetingen zeer zwak scoort. Hij wijst er verder ook op dat voor de ontwikkelingen van dergelijke meetplannen die met elkaar gelinkt kunnen worden, gewacht wordt op de aankomst van de nieuwe officier operaties in de maand september. De heer DEGROOTE wijst nog eens op het belang van een effectenmeting. Gauwdiefstal De heer DENOYETTE stelt in naam van de heer VANDAMME Dimitry, projectleider, het actieplan voor. Mevrouw SABBE wijst op het feit dat het AIK Brugge niet als partner werd opgenomen in het actieplan. De heer DENOYETTE erkent dat het AIK over het hoofd werd gezien en dat zij alsnog als partner in het actieplan zal worden opgenomen. Aan mevrouw SABBE wordt gevraagd of het AIK er problemen mee zou hebben, mochten de politiezones Blankenberge-Zuienkerke en Oostende, naast hun verplichtingen conform de MFO3, ook foto s van daders met elkaar zouden uitwisselen. Mevrouw SABBE meldt ons dat zij de vraag aan het AIK zal voorleggen en ons het antwoord zal laten geworden. De heer DE LAERE vraagt de heer BERKVENS of er bezwaren bestaan tegen het bijhouden van een fototheek. De heer BERKVENS stelt dat dit geen probleem vormt zolang deze fototheek enkel voor intern gebruik gebruikt wordt en niet aan slachtoffers wordt voorgelegd. Aanpak maatschappelijke overlast Er wordt een overzicht gegeven van alle maatregelen die werden of zullen worden genomen ter handhaving van de maatschappelijke overlast in de uitgaansbuurten in Blankenberge. Bij de opmerking betreffende het niet voldoen van de Federale Politie aan de vraag van federale ondersteuning tegen betaling wijst de heer MONSET op het feit dat dergelijke problemen volgend jaar misschien zullen opgelost zijn met de oprichting van het interventiekorps. De heer MONSET vat nog eens samen wat zijn motiveringen zijn geweest om de aangebrachte maatregelen te ontwikkelen. De heer MONSET wijst op het hoog aantal administratieve aanhoudingen binnen de politiezone Blankenberge-Zuienkerke en het feit dat dit gegeven er ook

53 voor zorgt dat er meer klachten bij het Comité P binnenlopen. Verder wijst de heer MONSET ook op de zeer hoge inzet van personeel tijdens het nachtgebeuren wat zijn weerslag heeft op activiteiten die overdag worden georganiseerd en die soms geen plaats kunnen vinden omwille van het feit dat er geen politiepersoneel voldoende ter beschikking is om in te staan voor de openbare orde. De heer MONSET haalt ook aan dat er signalen werden opgevangen dat het Albanees milieu inspanningen aan het leveren was om het nachtleven in Blankenberge in handen te krijgen en dat dit een problematiek is die toch zeker niet over het hoofd mocht gezien worden. De heer BERKVENS wijst op zijn jaarlijks schrijven met betrekking tot seizoensgebonden criminaliteit en dat er intern binnen het parket Brugge afspraken zullen gemaakt worden met het politieparket en de zonemagistraat omtrent de vervolging van seizoensgebonden criminaliteit. De heer BERKVENS vraagt om duidelijke processen-verbaal te laten opstellen die geen verder onderzoek meer vragen en dit in het licht van de verjaringstermijn. Er kunnen zich wel vragen gesteld worden bij de impact van de vervolging. Hierbij wijst de heer FRANCK op het systeem van retributies die in het leven werd geroepen. De heer MONSET haalt hierbij ook aan dat het niet meer kan zijn dat een hele gemeenschap moet boeten voor de overlast die worden veroorzaakt door een 5à 6 cafés. Mevrouw VANDENBERGHE vraagt of er concrete aanwijzingen bestonden omtrent de pogingen van het Albanees milieu. De heer DE LAERE wijst op het feit dat er een viertal zaken in het verleden werden overgenomen door uitbaters die konden gelinkt worden aan het Brusselse milieu en het lag in hun bedoeling een prostitutienetwerk op te zetten in de Langestraat. De heer MONSET stelt ook dat toen hij dit signaal had gekregen hij ook direct heeft ingegrepen. De heer BERKVENS stelt dat je om dergelijk milieu weg te houden je de tolerantiegrens zeer laag moet leggen zodat je de attractiviteit (en dan vooral de financiële) wegneemt. Hij wijst verder op het feit dat de aanpak in Antwerpen het milieu over het land doet verspreiden. 3. GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIE De heer MONSET meldt dat hij de mogelijkheden van het GAS heeft laten onderzoeken en stelt dat de aanzet misschien goed is maar dat men de fout heeft gemaakt om de gemeenten niet serieus te nemen. Men stelt volgens de heer MONSET een structuur op die de stad verplicht een stedelijke rechtbank op te richten en besluit met te stellen dat het GAS in zijn huidige vorm niet wordt toegepast met uitzondering van enkele bepaalde stedenbouwkundige materies. Verder wijst de heer MONSET op het feit dat er geopteerd werd om het retributiesysteem met beëdigde ambtenaren toe te passen. De heer BERKVENS stelt dat de finaliteit van het GAS ligt in het ontlasten van het gerecht, dit vooral in de schoot van het Brusselse Gewest, om te vermijden dat overlast daar door de mazen van het net zou glippen. De heer BERKVENS stelt dat Blankenberge en Zuienkerke over voldoende tools beschikken om deze problematiek aan te pakken en dat zij daarbij zullen gesteund worden in hun initiatief door het parket in Brugge. De heer FRANCK stelt zich in de plaats van een slachtoffer van een opzettelijke vernieling met gekende dader, waar moet dit slachtoffer nog terecht. Vandaar dat de leemte inmiddels wordt opgevuld met poitieverordeningen. De heer BERKVENS vraagt om wanneer een proces-verbaal wordt opgesteld op basis van de politieverordening dat automatisch een kopie van het politiereglement wordt gevoegd aan het procesverbaal. De heer MONSET stelt zich de vraag waarom nog een proces-verbaal moet worden opgesteld voor wildplassen als er al een retributie wordt aangerekend. Men zou het parket toch kunnen ontlasten. De heer FRANCK wijst op het feit dat het proces-verbaal de basis vormt om een retributie te kunnen innen. De heer MONSET vraagt zich ook af of graffiti, opschriften en aanplakkingen onder het retributiereglement kunnen worden gebracht. De heer FRANCK stelt dat dit mogelijk is als het om feiten gaan op het openbaar domein maar niet op privé-terrein. De heer BERKVENS stelt zich de vraag of een retributie niet automatisch zou kunnen gekoppeld worden aan het politiereglement zodat kan geopteerd worden voor een politiestraf of een vorm van GAS. De heer MONSET blijft zich toch nog steeds afvragen of het wel nodig is wanneer de retributie geïnd werd om proces-verbaal op te stellen. Verder stelt de heer MONSET dat de zonale veiligheidsraad

54 toch het forum moet zijn om afspraken te kunnen maken tussen de gerechtelijke en de bestuurlijke overheid. De heer BERKVENS stelt dat er bij het vaststellen van feiten van wildplassen er nog steeds moet proces-verbaal worden opgemaakt. Wordt de retributie echter onmiddellijk geïnd moet dit vermeld worden in het proces-verbaal zodat er een sepot kan opvolgen. 4. PLP 37 De heer SEYNHAEVE neemt het woord en stelt dat met de bestaande structuren (zoals het arrondissementeel rechercheoverleg, bestuurlijk rechercheoverleg, ) en de deelname aan deze structuren door de politiezone voldaan wordt aan de PLP 37. De heer SEYNHAEVE wijst wel op het belang van de sensibilisatie van de wijkdienst voor deze problematiek. De lokale politie vormt het oog en de oren van de Federale Politie. De heer MONSET vraagt of er in Blankenberge een realistische terroristische dreiging bestaat. De heer SEYNHAEVE stelt dat dit momenteel niet zo is maar dat door de alertheid van een wijkinspecteur en zijn melding via RIR adequaat kan worden opgetreden. Zo wijst de heer SEYNHAEVE op de mogelijkheid van het bestaan van gebedshuizen, welke geen openbare instellingen zijn. De heer DE LAERE stelt wel dat de sectie Terro de zones met een bezoekje mag vereren. De heer DEGROOTE wijst er tenslotte ook op dat de GDA-Terro in samenwerking met de WPS een initiatief zal nemen om de wijkagenten eigen te maken waar zij oog voor dienen te hebben om signalen te kunnen opvangen van terrorisme, mensenhandel en witwaspraktijken. Hiermee zou in het najaar gestart worden. 5. Protocol pers-gerecht-lokale politie De heer BERKVENS gaat akkoord met de inhoud van het protocol en er wordt overgegaan tot ondertekening van het protocol door de heren MONSET, BERKVENS, FRANCK en DENOYETTE. 6. Varia De heer MONSET vraagt naar aanleiding van een artikel, over de toename van drugstoevoer via jachthavens, wat in dit kader de activiteiten van de lokale politie zijn en of er in Blankenberge een reële dreiging is. De heer FRANCK stelt dat de scheepvaartpolitie bevoegd is voor de gebeurtenissen in de jachthavens. De lokale politie houdt toezicht en controle in de omgeving van de haven. Er zal navraag gedaan worden bij de scheepvaartpolitie of er signalen zijn of de bevindingen van het artikel ook voor Blankenberge opgaan maar op heden zijn er geen onheilspellende berichten ontvangen. 7. Slot De vergadering wordt door de voorzitter afgesloten. Voor verslag, Ph. DENOYETTE, secretaris

55

56

57

58

59

60

61

62

63

64

65

66

67

68 1. 2.

69

70 3. 4.

71 6.

72 7. 8.

73

74

75

76

77

78

79

80

81

82

83

84

85 Bijlage 8

86

87

88

89 Bijlage 9

90

91

92

93

94

95

96

97 Sleutelfiguren, scores per categorie aantal 10 aantal 9 aantal 8 aantal 7 aantal 6 aantal 5 aantal 4 aantal 3 aantal 2 aantal Sleutefiguren, gewogen scores totaal

98

99

100

101 35 Eigen politiepersoneel, scores per categorie aantal 10 aantal 9 aantal 8 aantal 7 aantal 6 aantal 5 aantal 4 aantal 3 aantal 2 aantal Eigen politiepersoneel, gewogen scores totaal

102

103 Bijlage 10

104 % respondenten die volgende items als 'helemaal wel' en 'eerder wel' als een buurtprobleem ervaren ,5 31,8 Fietsendiefstal Inbraak in woningen of andere 22,9 Diefstal uit auto's 37,2 Rommel op straat 32,2 Agressief verkeersgedrag 41,8 Onaangepaste snelheid in het verkeer Buurtproblemen 18,5 18,4 Geweld Autodiefstal 17,3 24,4 13,1 17,8 Vernieling van telefooncellen, bus- of Andere vormen van geluidsoverlast Mensen worden op straat lastiggevallen Overlast verbonden aan druggebruik 15,8 Aanrijdingen 13,9 Bekladde muren en/of gebouwen 17,7 Geluidsoverlast door verkeer 22,8 Overlast van groepen jongeren 11,7 Bedreiging

105 20 Geografische vergelijking van het onveiligheidsgevoel 10 9,2 6,8 7,2 4,8 0 Federaal W-Vl Zonetype 4 Pz Blankenberge - Zuienkerke 30 Ingeschat risico op slachtofferschap % (heel) groot risico 22, ,8 14,2 9,6 0 Verkeersmisdrijf Inbraak Diefstal zonder (bedreiging met) (Bedreiging met) lichamelijk geweld geweld

106

107

108

109

110 Bijlage 11

111

112

113

114

115

116

117

118

119

120

121

122 Legende gebruikte symbolen: P : permanent (feit doet zich quasi permanent voor) S : seizoensgebonden (tijdens zomerseizoen hogere registratie van dit fenomeen) E : Evolutie NVP LP: prioriteit in nationaal veiligheidsplan voor de lokale politie Prio : prioriteit

123 ?

124

125 ??

126

127

128

129

130 ?

131