Verslag RRO West-Brabant 8 juli 2015

Transcriptie

1 Provincie Noord-Brabant Verslag RRO West-Brabant 8 juli 2015 Aanwezig Dhr. H.J.A. van Merrienboer (gedeputeerde, voorzitter), dhr. D. Prosman (Aalburg), dhr.a.p.c.m. van de Heijning (Alphen-Chaam), dhr. J.G.M. van Cranenbroek (Baarle-Nassau), dhr. P.A.M. van der Velden, (Bergen op Zoom), dhr. B. Bergkamp (Breda), dhr. P.J.W. Stoop (Drimmelen), dhr. R.L. Dujardin (Etten-Leur), dhr. K. van Oort (Geertruidenberg ), dhr. J.A. Akkermans en F. Harteveld (Halderberge ), dhr. J.J. Kamp (Moerdijk), dhr. M.P.C. Willemsen (Oosterhout), dhr. A.A.B. Theunis (Roosendaal), dhr. R. Lazeroms (Rucphen), mevr. P. Lepolder-Ruitenberg (Steenbergen), dhr. C.L. van Dis (Tholen), dhr. M. de Gelder (Werkendam), dhr. J.P.M. de Waal en dhr. J.M.A. van Agtmaal (Woensdrecht), dhr. J.C.M. de Beer (Zundert), dhr. J.J.M. van der Aa (Waterschap Brabantse Delta) Datum 8 juli 2015 Van Mathilde Mollenhorst Documentnummer C / Afwezig met kennisgeving: dhr. A.J.F.M. Linssen (Bergen op Zoom), dhr. I.C. Koedoot (Woudrichem), Ambtelijke ondersteuning Dhr. P. Vermeulen, dhr. J. de Crom, dhr. M. van der Bijl en dhr. C. Budding (allen Regio West-Brabant), dhr. F. Schippers, dhr. H. Clement, dhr. R. de Jong, dhr. J. van den Bergh en mevr. M. Mollenhorst (verslag) (allen Provincie Noord-Brabant). Dhr. H. Ploem (STEC Groep) t.b.v. agendapunt 6c Toehoorders: I.Sebregt (provincie), G. Nijland (BN De Stem agendapunt 2-4) Besproken onderwerpen en afspraken 1. Opening en mededelingen De heren Koedoot en Linssen hebben zich afgemeld. Namens Bergen op Zoom is wel de heer Van der Velde aanwezig. 2. Korte introductie gedeputeerde Erik van Merrienboer en toelichting nieuwe bestuursakkoord De heer Van Merrienboer stelt zich voor en geeft een toelichting op het bestuursakkoord Brabant in beweging. Een nadere uitwerking hiervan is voorzien in het najaar. 3. Verslag van de vorige RRO-vergadering d.d. 18 december 2013 Het verslag van 18 december 2014 wordt vastgesteld. Naar aanleiding van het verslag deelt de heer Van Merrienboer mee dat het restant herstructureringsmiddelen ( 1 miljoen euro) gericht wordt ingezet in West-Brabant. De regio dient hiervoor zelf met projecten te komen

2 4. Ruimtelijke strategie 4a Ladder voor duurzame verstedelijking Mevrouw Lepolder geeft een toelichting op de Ladder voor duurzame verstedelijking. De Ladder voor duurzame verstedelijking is erop gericht te kijken naar de lange termijn. Nieuwe uitgifte wordt vaak positief ontvangen, terwijl we vergeten wat er wordt achtergelaten. De concept handreiking wordt als prima vertrekpunt gezien voor verdere uitwerking door de regio. Het is belangrijk om hierin de gemeenteraden en stakeholders mee te nemen. Dit is een taak voor iedere bestuurder. De heer Vermeulen geeft aan dat zo snel mogelijk na 15 oktober de specialisten van de raadsfracties zullen worden uitgenodigd voor een algemene bijeenkomst over de Ladder. De gemeenten vinden het belangrijk om daarnaast hun raden individueel te betrekken en met hun raad in te zoomen op de gemeente-specifieke problematiek. De regio dient wel nader gedefinieerd te worden voor de verschillende thema s; een geografische regio (op welke regio heeft een ontwikkeling invloed) kan anders zijn dan de bestuurlijke regio (hoe zijn we georganiseerd). Verschillende gemeenten vragen aandacht voor vrijkomende agrarische bebouwing (VAB). De heer Theunis geeft aan dat wonen op het gebied van de ladder achterblijft, hier wordt de komende tijd extra energie op gezet. Het tijdperk van focus op de aantallen is voorbij, kwalitatieve aspecten van de woningmarkt, zoals transformatie, verdienen nu de aandacht. De heer Van Merrienboer geeft aan dat hij wil voorkomen dat de ladder een vinklijstje wordt, maar ziet de ladder als een inhoudelijk kompas. Hij geeft aan in oktober graag een aantal casussen te willen doorpraten en geeft aan samenhangend naar leegstand te willen kijken (inclusief VAB). Er wordt kennisgenomen van het proces tot nu toe en het voorstel voor de vervolgaanpak Er wordt kennisgenomen van de handreiking Ladder voor Duurzame Verstedelijking en geconstateerd dat deze een goede basis is voor verdere uitwerking door de regio. 4b Onderwerpen en agenda BO MIRT Aanvullend aan de genoemde onderwerpen uit de heer Van Oort de wens om knooppunt Hooipolder te agenderen voor het BO MIRT. De heer Van Merrienboer geeft aan dat er dan iets onderscheidends of onconventioneels nodig is om met het ministerie in gesprek te raken en een goede onderbouwing, met ondersteuning vanuit ondernemers. Hij roept op om goed af te stemmen met gedeputeerde Van der Maat. De heer Willemsen geeft aan in gesprek te zijn met de BZW. De heer Kamp vraagt aandacht voor het spoor en de heer Akkermans vraagt aandacht voor de buisleidingenstraat. De heer Van Merrienboer geeft aan dat er een verkenning wordt gedaan naar een Europees project voor buisleidingen. De heer Bergkamp pleit ervoor om een volgend BO-MIRT in West-Brabant te organiseren. Er is kennisgenomen van het agendapunt en ingestemd met inbreng van de regio-specifieke onderwerpen voor de agenda van het BO-MIRT 2/8

3 5. Regionale Agenda Wonen 5a Regionale woningbouwafspraken De heer Van Cranenbroek licht toe dat woningbouw belangrijk is voor leefbaarheid van Baarle Nassau. De afgelopen tijd zijn er woningbouwplannen geschrapt, getemporiseerd en aangepast. Daarna resteerde nogeen verschil van 100 woningen teveel. Hij heeft toen een rondje in de subregio gedaan voor uitwisseling van woningbouwaantallen met als teleurstellend resultaat: 0 woningen. De heer Theunis geeft aan dat er wellicht ruimte zit binnen het programma van Roosendaal. De heer Willemsen geeft aan dat er in Oosterhout 400 woningen in aanbouw zijn en dat er pas gebouwd wordt als er 70 of soms zelfs 90% is voorverkocht. Oosterhout heeft nog steeds 250 woningen teveel in harde plancapaciteit, maar wil dat er ook in de kerkdorpen meer dan 2 woningen per jaar gebouwd mogen worden. Er volgt een discussie over de systematiek van de afspraken en de waarde van de prognose aantallen. De heer Van Merrienboer geeft aan bereid te zijn in discussie te willen gaan over het gewenste model. Gemeenten moeten zich dan beseffen dat ze hiervoor een stuk eigen autonomie in leveren. Zo kunnen afspraken gemaakt worden in (sub)regionaal verband op basis van een (sub)regionale visie. Hij daagt de regio hiertoe uit en blijft graag betrokken bij deze discussie. De heer Vermeulen geeft aan dat het RWB de Stec Groep, na goedkeuring van het dagelijks bestuur van de RWB, opdracht gaat geven om voor de Denktank Wonen een onderzoek genaamd Woonperspectief West-Brabant te doen naar de bestaande woningopbouw van gemeenten. Met betrekking tot de aanvullende woningbouwafspraken geeft de heer Akkermans aan de aantallen nu niet nodig te hebben, maar deze, indien nodig, wel te willen aanspreken. De heer Kamp geeft aan bezig te zijn met de invulling van de compensatieregeling. Slechts na definitief worden van LPM het mogelijk is om in de marge te praten over woningen die verbonden zijn met het LPM. Mevrouw Lepolder geeft aan dat de reguliere aantallen nu met name onderbouwd zijn door demografische ontwikkelingen en minder door grootschalige projecten. Om deze reden is het voor Steenbergen belangrijk om boven op de reguliere aantallen, de 300 woningen voor het AFC in de boeken te houden. Mede ook omdat bij het huisvesten van arbeidsmigranten het businessmodel een kant op lijkt te gaan, waarbij na jaar logies te hebben geboden, de voorziening opgebouwd wordt naar reguliere woningbouw. Bij dit laatste geeft de gemeente Steenbergen nadrukkelijk aan dat de voorkeur uitgaat naar een ombouw naar een type woning die levensloopbestendig is, in verband met de verwachte vraag naar dit type woning op de middellange termijn. De heer Van Agtmaal geeft aan dat de gemeente Woensdrecht de woningen inmiddels gerealiseerd heeft. Baarle-Nassau en Oosterhout komen met de voor hen relevante subregio terug met een voorstel. De aanvullende woningbouwafspraken W-Brabant worden meegenomen in een (sub)regionale visie. 3/8

4 5b Bestuurlijke Denktank Wonen De heer Theunis geeft een toelichting op de voortgang van de bestuurlijke Denktank Wonen. Er zit veel energie in deze club. Zo wordt er onder andere nagedacht over het reserveren van woningbouwaantallen voor vrijkomend vastgoed, wordt er onderzoek gedaan naar de woningopbouw van de gemeenten en is men bezig de verbinding te leggen met energie-neutrale en levensloopbestendige woningen. Er wordt kennisgenomen van de voortgang van de bestuurlijke Denktank Wonen. 5c Huisvesting arbeidsmigranten en statushouders De heer De Beer licht toe dat er in juni een bijeenkomst is geweest. Qua statushouders zijn er aantallen afgesproken vanuit een integrale aanpak. De gemeenten zijn inmiddels behoorlijk bezig en zien in leegstand dan ook kansen. Wel ligt er richting 2020 nog een behoorlijke opgave. De heer Akkermans doet de suggestie voor een digitaal registratiesysteem. In andere regio s in Brabant zijn daar goede ervaringen mee. De heer Van der Velden uit zijn zorgen over de beschikbaarheid van woningen voor statushouders. Mevrouw Lepolder geeft aan dat gemeenten zich voor een haast onmogelijke opgave zien en doet de suggestie voor het oprichten van een fonds om woningen op te kopen. De heer Van Merrienboer doet de oproep om vooral eerst met andere (markt)partijen in gesprek te gaan over b.v. short-stay voorzieningen. Er wordt kennisgenomen van de terugmelding van de intervisiebijeenkomst van 25 juni over arbeidsmigranten. 5d Overige thema s Regionale Agenda Wonen mededeling stand van zaken Dhr Stoop vraagt de provincie om weer te participeren in de Startersleningen. Dhr. Van Merrienboer geeft aan dat de provincie in het nieuwe Bestuursakkoord selectiever om wil gaan met de beschikbare middelen, waarbij niet wordt gekozen voor generieke instrumenten voor het aanjagen van de woningmarkt. Voor Startersleningen bestaat er geen draagvlak binnen de Provinciale Staten, zodat er geen middelen beschikbaar zullen komen. De heer Vermeulen verwijst naar het agendapunt over de ontwikkeling van de Toolkit Doorstroming waar de regio momenteel aan werkt. Ook in kader van de Doorstroomlening ziet dhr. Van Merrienboer geen rol voor de provincie. Er wordt kennisgenomen van het concept Toolkit Doorstroming 6. Ruimtelijke Economie 6a Detailhandel: Uitvoeringsprogramma De heer Willemsen schetst de vijf lijnen die in het uitvoeringsprogramma worden benoemd. Het 4/8

5 komende half jaar worden alle plannen geïnventariseerd waarna er in december keuzes worden gemaakt. De plannen > 200 m2 worden door de regio geïnventariseerd. Regionale afstemming moet plaatsvinden bij plannen > 2500 m2. De vergadering stemt in met het uitvoeringsprogramma. De heer Harteveld vraagt bij de uitwerking onnodige bureaucratie te voorkomen. De heer Van Oort geeft aan blij te zijn met een onderzoek naar een planschadefonds. Mevrouw Lepolder geeft aan dat planschade afhankelijk is van de invulling en een goede voorbereiding van alternatieven. Zij wil niet onnodig betalen. De heer Van Merrienboer geeft aan dat hij verwacht dat het onderzoek breder is dan alleen een fonds en ook kijkt naar mogelijkheden om onnodig betalen te voorkomen. De Uitvoeringagenda Detailhandel West-Brabant wordt vastgesteld. Met de beslispunten in de uitvoeringsagenda Detailhandel West-Brabant wordt ingestemd. 6b Regionale kantorenvisie De heer Bergkamp licht toe dat dit proces minder pijnlijk is dan bij detailhandel en de markt hierin de overheid helpt. De menukaart bevat een achttal punten, waarbij het vooral gaat om de herinvulling van leegstaande of vrijkomende kantoren De kantorennota naar een gezonde kantorenmarkt in West-Brabant wordt vastgesteld Met de beslispunten in de kantorennota naar een gezonde kantorenmarkt in West-Brabant wordt ingestemd. 6c Regionale afspraken bedrijventerreinen De heer Ploem van de Stec Groep geeft een toelichting op de stand van zaken en het proces tot nu toe. Het nieuwe afsprakenkader moet in december 2015 worden vastgesteld en bevat afspraken over zowel nieuwe als bestaande terreinen. Momenteel wordt er door de Stec Groep gewerkt aan een position paper voor West-Brabant. Eerste doorkijk geeft aan dat er kwantitatief voldoende aanbod is, maar kwalitatief sprake is van een mismatch. Waarbij er vooral een tekort is aan locaties voor logistiek. Er is inmiddels een bestuurlijke kopgroep van wethouders die vandaag niet aanwezig zijn (de heren Linssen, Zwiers, Verbraak en Schouw). Er wordt aandacht gevraagd voor de koppeling met wethouders aanwezig in het RRO en aandacht voor de kleine gemeenten. Om die reden wordt voorgesteld dat de heer Harteveld bij de bestuurlijk kopgroep aansluit. De heer Van Merrienboer geeft aan dat de prognoses iets losmaken in de markt. Qua logistiek is een nadere segmentering noodzakelijk en gaat het om complementariteit tussen regio s. Hij vraagt aandacht bij de regio voor de afstemming met andere regio s, met name met de regio Midden. Zijn verwachting met betrekking tot december is dat dit geen einde is, maar ook afspraken betreft voor acties voor na december. Er wordt kennisgenomen van de eindrapportage: Kwalitatief verdiepingsonderzoek bedrijventerreinen Noord-Brabant, d.d. april 2015 en deze wordt betrokken bij de herijking van de programmeringsafspraken bedrijventerreinen. 5/8

6 6d. Overige thema s Regionale agenda Werken Er is kennis genomen van de stand van zaken monitoring werklocaties Er is kennisgenomen van de inzet herstructureringsmiddelen Er is kennisgenomen van de mogelijkheid tot verlenging van de termijn voor realisatie van de gehonoreerde projecten in het kader van de NIMBY-subsidie 7. Ruimtelijke Kwaliteit 7a Uitwerking Ruimtelijke Kwaliteit De heer Dujardin geeft een toelichting op de acties die de regio op het vlak van ruimtelijke kwaliteit oppakt of wil gaan oppakken. Hij komt daarbij terug op de oproep van de heer Bergkamp in het vorige RRO richting de gemeente Steenbergen om zich aan te sluiten bij het afsprakenkader kwaliteitsverbetering landschap. Mevrouw Lepolder geeft aan hiermee bezig te zijn. De heer Van Merrienboer complimenteert de regio hoe deze met het thema ruimtelijke kwaliteit bezig is. Hij wijst op het festival ruimtelijke kwaliteit dat gepland staat op 8 oktober aanstaande. Er wordt ingestemd met de uitwerking en de vervolgplanning 7b Recreatieve poort Werkendam De heer De Gelder licht toe dat met de wijziging van de Verordening in 2014 de ontwikkeling van de recreatieve poort niet meer rechtstreeks toelaatbaar is, en daarom afstemming hierover in het RRO nodig is. Het plan betreft een waterparklandschap van 80 ha. Het knelpunt binnen de VR betreft vooral de mogelijkheid om meer dan 1,5 ha te mogen bebouwen. De komst van een jachthaven maakt onderdeel uit van het totaalproject en de mogelijkheid hiervan zal in het voortraject in de onderzoeken worden meegenomen. Zoals de zaken er nu voorstaan in de jachthavenmarkt is realisatie lastig. Daarom wordt in het rapport gesproken over een ander type jachthaven. Het onderzoek moet uitwijzen of, in welke vorm en met welke omvang een jachthaven in de recreatiepoort als onderdeel van het totale concept toegevoegde waarde biedt. De heer Stoop geeft aan blij te zijn met deze constatering. De heer Bergkamp juicht de ontwikkeling van de recreatieve poort vanuit toeristisch-recreatief perspectief voor West-Brabant toe. Er wordt kennisgenomen van de gevolgde afstemmingsprocedure. Er wordt ingestemd met de ontwikkeling van de recreatieve poort Werkendam 6/8

7 7c 380kV Hoogspanningsleiding De heer Akkermans licht de ontwikkelingen toe. Momenteel wordt er gewerkt aan een reactie op de gepresenteerde tussenbalans richting het ministerie van EZ. Helaas blijft de communicatie met de projectleider van het ministerie moeizaam. Er wordt kennisgenomen van het proces en ontwikkeling rondom de 380 kv 7d Windenergie De heer Van Agtmaal licht toe dat er op 15 juni overleg is geweest. Daarin zijn een aantal knelpunten gesignaleerd waardoor het bod waarschijnlijk niet wordt gehaald. Wel wil de regio de regie houden. De heer Van Merrienboer wijst op de deadline De heer Van der Velden geeft aan dat windmolens bij Auvergnepolder onhaalbaar zijn. De heer Kamp geeft aan overeenstemming te hebben over vier zoeklocaties in het openbare gebied van industrieterrein Moerdijk. De heer Van Merrienboer wil half oktober duidelijkheid over de haalbaarheid van het bod. Hierover volgt een aparte afspraak met de regio. Het uitgangspunt dat de gemeenten in West-Brabant de regio in eigen hand houden voor het zoeken van locaties voor windenergie wordt nogmaals onderschreven. De voorgestelde acties om te zoeken naar oplossingen worden vastgesteld 8. Mededelingen + ingekomen stukken Er is een notitie toegevoegd over de acties die de provincie op dit moment uitvoert in het kader van leegstand. Daarnaast is de PAS op 1 juli in werking getreden. Hierover zijn op dit moment geen vragen. 9. Communicatie, onderwerpen volgend RRO en volgende bijeenkomsten 9a Communicatie Het persbericht over de uitvoeringsagenda detailhandel en de kantorenvisie wordt vastgesteld. De heer Van Merrienboer vraagt of de bijgeleverde samenvatting bij het vorige RRO van waarde is geweest. Dit wordt beaamd door de wethouders. Ook van dit RRO zal een korte samenvatting worden gemaakt. 7/8

8 9b Data en onderwerpen volgende bijeenkomsten 15 oktober uur is er een breed bestuurlijk overleg (RRO+)over de Ladder Duurzame Verstedelijking. Hiervoor zijn de portefeuillehouders RO, Wonen, EZ en Mobiliteit uitgenodigd. Locatie Gemeentehuis Steenbergen. 9 december uur is het reguliere RRO (locatie nog te bepalen). 10. Wat verder ter tafel komt en rondvraag Er zijn geen verdere onderwerpen. 11. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering. 8/8