VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE STATENCOMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN & WERKGELEGENHEID D.D. 5 NOVEMBER 1997

Transcriptie

1 VERSLAG VAN DE VERGADERING VAN DE STATENCOMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN & WERKGELEGENHEID D.D. 5 NOVEMBER 1997 Aanwezig: de leden: de adviseur: Communicatie: de ambtenaren: Gemeente Den Helder: M.C. van Schendelen (voorzitter); J.P.J. Lagrand (gedeputeerde Economische Zaken); J. Achterstraat; H.W. Berkhout; M.J.C. Heeremans; R.H. Hofwijks; C.H. Koetsier; C. Kruijmer; M.A.J. van Maastricht-Thijssen; J.C.M. Onstenk; J.R.A. Raasveld; A.J. Smit; P.M. op de Weegh; L.P. de Wit-de Rooij W.v.d. Kolk M.A.S. Hoenson-Morselt C.J.H.M. van Gasteren; P.G. Bemer; R. Cornfield; A. Brentjes; L.P. van der Linde; A. Liemburg; H.C. de Wolf-Verberne J.J.M. Manderfeld (wethouder); M. Vermeulen 1. Opening en mededelingen De voorzitter opent de vergadering en meldt dat bericht van verhindering is ontvangen van de leden De Boer, Lagas, Van Wijk, Kilinc en Overakker. -stelt voor agendapunt 5 als eerste punt te behandelen, omdat de delegatie van de gemeente Den Helder nog in een file staat; -meldt dat de leden worden uitgenodigd om op 12 december a.s. aanwezig te zijn bij een presentatie over Hollands Bloementuin in de Commissie Land en Tuinbouw; -merkt op dat dit de laatste vergadering is in aanwezigheid van de heer v.d. Kolk als adviseur van de Samenwerkende Kamers van Koophandel. mw. Heeremans: -acht het nu een goed moment het adviseurschap vanuit de Samenwerkende Kamers van Koophandel te evalueren. -legt uit dat het adviseurschap vanuit de SKvK voor deze collegeperiode is vastgelegd. dhr. Achterstraat: -stelt voor de evaluatie te houden aan het einde van deze collegeperiode. de voorzitter: -constateert dat de leden zich hierin kunnen vinden. De evaluatie zal eind 1998 in de commissie aan de orde komen. 2. Voorwaardenscheppend Beleid; achtergrond, criteria en de uitvoering voor 1998 en later dhr. Raasveld: -legt uit voorheen om behandeling van de criteria te hebben verzocht omdat de indruk bestond dat er zeer flexibele redenen werden gehanteerd; -constateert een wijziging t.o.v. het verleden, nl. het weglaten dat het gaat om het productiekarakter en de bedrijvigheid van bedrijven; -informeert: *waarom het productiekarakter voor het toekennen van VSB-gelden is verlaten? *hoe hard de nieuwe criteria zijn?

2 2 *aan hoeveel criteria moet worden voldaan? *zijn er zo wie zo criteria waarop verzoeken worden afgewezen? *zijn er nog willekeurige ad hoc criteria die aan aanvragen kunnen worden toegevoegd? -gaat accoord met het meerjarenbeleid tot 2001; -verzoekt om een nadere toelichting van de vraag om een flexibele inzet van 0,5 mln waarvan sprake is op pag. 8; -spreekt de vrees uit dat door de invoering van een tendersysteem goede projecten wel eens tussen wal en schip kunnen gaan vallen. dhr. Achterstraat: -gaat accoord met de opgestelde criteria; -mist hierbij een mogelijke voorkeur voor het noorden van de provincie; -kan zich vinden in het voorstel voor wat betreft het meerjarenbeleid. mw. Van Maastricht: -is het eens met de criteria; -verzoekt de criteria met een punt uit te breiden, nl. dat als het geld op is, het dan ook echt op is; -informeert naar de reden van de fluctuatie tussen 0,5 mln en 1 mln; -verzoekt om een toezegging dat de duurzaamheid en het innovatieve karakter gewaarborgd blijft in het Voorwaardenscheppend Beleid; -gaat accoord onder voorwaarde van een jaarlijkse evaluatie. dhr. Kruijmer: -gaat accoord met de notitie; -neemt aan dat concrete projecten de commissie zullen passeren; -informeert of al concrete invullingen genoemd kunnen worden bij de mogelijkheden die binnen PAF en FINH bestaan, zoals gesteld op pag. 7 onder het kopje Programma herstructurering bedrijventerreinen. mw. Onstenk: -heeft de indruk dat het VSB steeds meer gaat lijken op het FINH. Verzoekt derhalve om toevoeging van het VSB aan het FINH, ook de criteria komen grotendeels overeen; -zegt dat GroenLinks er sterk aan hecht dat projecten met een duurzaam en innovatief karakter doorgang kunnen vinden; -informeert of projecten alleen op aanvraag in behandeling worden genomen of kunnen deze ook worden geworven, zoals bijv. voor het verbeteren van de logistiek in het vrachtvervoer; -is voorstander van het opnemen van een passage over co-financiering door het bedrijfsleven; -verzoekt om een passage over het stimuleren van openbaar vervoervoorzieningen op te nemen. mw. De Wit: -vindt de gestelde criteria helder geformuleerd; -verzoekt het gestelde over 'n minimale investering van 1 mln te verlagen; -mist de duurzaamheidstoets; -hoopt dat het vrij te besteden bedrag van 1,5 mln per jaar ook inderdaad zal worden uitgegeven en niet zal gaan fungeren als spaarpot. dhr. v.d. Kolk: -merkt op dat de criteria op grond van ervaring tot stand zijn gekomen; -stelt een evaluatie van de economische structuurnota op prijs en daarbij bezien het VSB als uitgangsinstrument; -is benieuwd hoe het VSB zich verhoudt tot StiREA, de injectie voor duurzame bedrijfsterreinen.

3 3 -legt op de vraag van dhr. Raasveld uit dat het project wat wordt uitgevoerd minstens 1 mln moet kosten. Noemt als voorbeeld dat dit met ook zou kunnen, als het resterende bedrag van ergens anders van afkomstig is; -zegt dat de voorrang die gegeven werd aan industriële activiteiten voorvloeiden uit de voorwaarden t.a.v. de vroegere RSEB gelden; -zegt dat nu opgestelde criteria in de afweging als uitgangspunt dienen. Belangrijk is de vraag wat levert het nu op en wat in de toekomst; -is tegenstander van het hanteren van een tendersysteem; -is bereid te bezien of het mogelijk is de minimale investering te verlagen naar 0,5 mln; -zegt dat het speerpunt Kop van Noord-Holland mede valt onder criteria f, waarbij het project moet aansluiten op het door de provincie gevoerde beleid; -beaamt dat als het geld op is, het dan ook echt op is. Mocht er zich echter een project aandienen wat van groot belang voor de provincie is, dan zal toch naar een andere mogelijkheid worden gezocht; -zegt een jaarlijkse evaluatie toe; -zegt dat er een toezegging is gedaan met de PAF samen voor bodemsanering in Amsterdam-Noord; -voelt er weinig voor de gelden te storten in het FINH; -zegt dat wel degelijk gekeken wordt naar de duurzaamheid bij een project; -is bereid tot een evaluatie van het provinciale economisch beleid. dhr. Raasveld: -merkt op dat het hier gaat om het publieke karakter van lagere overheden die ten behoeve van diverse bedrijven komen, waaronder eventueel het midden en kleinbedrijf; -verzoekt in het vervolg aan te geven hoe en welke criteria door g.s. zijn afgewogen en de daarbij behorende conclusie; dhr. Achterstraat: -zegt dat het hem deugd doet te kunnen constateren dat de PvdA zich enigzins distantieert van de markt. mw. Onstenk: -concludeert dat als dit fonds niet exclusief voor een bepaalde tak van bedrijvigheid is bijv. voor de industrie, dat ook andere portefeuilles bijv. het stimuleren van regionale economie door landbouwbedrijvigheid in principe in aanmerking moeten kunnen komen; -zegt haar steun toe van de PvdA voor het verlagen van het investeringsbedrag naar 0,5 mln. 3. Ontwikkeling van de Kop en Munt-projecten Den Helder; presentatie project Oude Rijkswerf Willemsoord Dhr. Manderfeld en Vermeulen geven een presentatie over het project Oude Rijkswerf Willemsoord. dhr. Smit: -heeft er vertrouwen in dat het thema inzake maritieme-historie zal slagen; -merkt op dat het, ondanks het feit dat de indruk bestaat op het goede spoor te zitten, zinnig is om te bezien of op deelprojecten harder op de knop gedrukt moet worden of juist gas moet worden teruggenomen. Stelt dat het niet mogelijk is een planning voor 10 jaar te maken. mw. Op de Weegh: -is nieuwsgierig naar het nieuwe rapport en naar de concrete aanvragen en voorstellen vanuit Den Helder;

4 4 -is verheugd dat het thema wordt opgezet door de marktsector met ondersteuning vanuit de gemeente; -is benieuwd wat het thema gaat worden en hoe gestalte gegeven kan worden aan de co-financiering; -acht van belang dat Den Helder in toeristisch verband meer benadrukt wordt dan in het verleden gedaan is. mw. Van Maastricht: -merkt op dat de voorliggende plannen veel realistischer overkomen dan de vorige versie; -constateert dat het een knelpunt blijft hoger geschoold en gekwalificeerd personeel te krijgen. Informeert in hoeverre er in de wervingskracht onder jongeren hierop wordt ingespeeld; -informeert of de gelden van de diverse overheden die benodigd zijn voor de sanering van de gronden ook afkomen; dhr. Kruijmer: -merkt op dat de huidige opzet er realistisch uitziet; -vindt dat flexibiliteit moet worden ingebouwd in het thema; -informeert of er al zicht is op de resterende 90 mln die benodigd is voor de sanering; -informeert n.a.v. de getoonde sheets, of de plannen voor het project 8 jaar in beslag nemen? dhr. Koetsier: -is verheugd dat de huidige plannen een hoger realiteitsgehalte tonen; -vraagt welke instantie de verantwoordelijkheid krijgt het museum te runnen; -informeert of de verrichtingen van het thema Nederland-Overzee evenwichtig naar voren worden gebracht; -informeert naar de pogingen van de gemeente om de spoorlijn open te houden en deze zo mogelijk te verdubbelen; -informeert of de oppervlakte aan museum- en themaruimte nu ook zijn verkleint en wordt de extra ruimte dan ingezet voor bedrijvigheid, hetgeen nieuwe arbeidsplaatsen zou inhouden; -informeert naar een nadere specificatie van werkgelegenheidscijfers om te bezien waar de nieuwe arbeidsplaatsen zijn ontstaan; -vraagt of er hierbij werkloze allochtone jongeren worden betrokken? mw. Heeremans: -vindt het plan nog steeds terecht ambitieus; -zet vraagtekens bij de verantwoordelijkheid die het rijk neemt t.a.v. de ontwikkelingen rond Den Helder? Is de gemeente van plan het rijk aan te spreken op extra financiële middelen? -informeert naar de laatste stand van zaken rondom de gevangenis; -vraagt of de gemeente met 11% werkloosheid nu valt onder doelstelling 2-gebied; -acht het noodzakelijk dat de rapportage systematischer en cijfermatiger wordt opgezet, om een juist beeld te krijgen van de wensen; dhr. v.d.kolk: -informeert hoe het staat met het betrekken van gedeconstrueerde rijksinstanties bij de uitvoering van de plannen, zoals bij de vorige presentatie van Den Helder in de commissie aan de orde is geweest; -vraagt welke steun de provincie gaat leveren aan het project en hoe wordt dat gehonoreerd in het op te stellen economisch regioprofiel Kop van Noord-Holland? dhr. Vermeulen: -merkt op dat hier sprake is van 2 zaken, de Economische Effectrapportage en het project herbestemming Oude Rijkswerf;

5 5 -benadrukt het belang van de invulling en flexibiliteit van het nautische thema; -meent dat door bijv. activiteiten, educatie, tentoonstellingen en het wisselen van schepen flexibiliteit mogelijk is; -acht het van belang het concept van het thema zodanig wordt opgezet dat flexibiliteit erin blijft, de exploitatiekosten beheersbaar zijn en de bezoekersaantallen hoog worden en hoog blijven; -zegt dat hier sprake is van een tijdsperiode van 8 à 10 jaar; -meldt dat de arbeidsplaatsen voor het callcenter op de rijkswerf hoofdzakelijk worden vervuld door herintredende vrouwen; -zegt dat er harde uitspraken liggen van het rijk voor wat de sanering betreft. Den Helder dringt er zeker bij het rijk op aan dat er in financiële zin meer moet gebeuren; -bevestigt dat ook de oppervlakte voor het museum is teruggebracht. Deze zullen worden besteed aan bedrijfsactiviteiten die een meerwaarde toebrengen aan het gebied; -ziet voor de exploitatie van het museum een innige samenwerking tussen het museale deel en de marktsector. dhr. Manderfeld: -zegt op dit moment te werken aan een wensenlijstje t.a.v. de jeugdinrichting; -verwacht dat de jeugdinrichting tussen de 400 à 500 arbeidsplaatsen opleveren; -zegt dat een verdubbeling van de spoorlijn Schagen-Den Helder niet noodzakelijk. De Koegrastunnel voor het verkeer vanaf de N9 wordt op 12 december a.s. aanbesteed; -zegt dat in de voorwaarden aan de aannemer gesteld is dat voor werk geworven moet worden onder jongeren en langdurig werklozen. Tevens is er geld beschikbaar gesteld door het rijk voor het starten van een project voor met name Antilliaanse jongeren; -zegt in een gesprek met de minister-president de rol van de provincie en de Koninklijke Marine te hebben benadrukt. 4. FIRON dhr. Hofwijks: -constateert uit de laatste zin van het stuk dat verwacht wordt voor het komende jaar dat er geen financiële consequenties zullen zijn voor dit lopende en het volgende begrotingsjaar; -informeert naar de stand van zaken in de onderhandelingen met de ING en de Kamer van Koophandel Noord-West; -dringt er op aan de spanningen die er met de provinciale commissaris zijn op een goede manier op te lossen; -verzoekt op korte termijn te komen tot een goede vervanger, zodat de belangen voor de komende tijd alsnog op een goede manier behartigd worden. dhr. Koetsier: -constateert dat er gesproken kan worden over een debacle; -concludeert dat van de 7 genoemde zaken er 5 als oninbaar worden gezien. Is hier sprake van een eufemistische formuliering? -informeert waarom dhr. v.d. Bosch niet veel eerder is aangepakt, gezien de constatering dat er al een verschil van mening ligt vanaf 1994; -vraagt waarom er door het college niet eerder is ingegrepen in het FIRON, mede gezien de ernstig verstoorde relatie tussen EZ en het FIRON; -legt vervolgens een verbinding met de vragen die gesteld zijn in de Commissie Land en Tuinbouw betreffende nr. 6 in de lijst, zijnde

6 6 Amstelzand. De vraag of er ooit zand gewonnen kan worden uit het Amstelmeer is tevens van belang voor het FIRON; -wijst op het gevaar van het ontstaan van belangenverstrengeling. De provincie is hier van 2 zijden bij betrokken; -merkt op dat er voor gewaakt moet worden dat Amstelzand vanwege financiële risico's gedwongen wordt met de zandwinning te beginnen; -informeert naar de situatie omtrent ontwikkelingsmaatschappijen in andere provincies; -merkt op dat GroenLinks op zich geen bezwaar hebben tegen participatie in ontwikkelingsmaatschappijen. Men is bewust van het hogere risico. Dit betekent wel een extra noodzakelijke zorgvuldigheid t.a.v. de invulling van de relatie met zo'n maatschappij. dhr. Kruijmer: -vindt de ontwikkeling rondom FIRON een slechte zaak; -informeert op welke termijn de provincie van deze zaak af is. dhr. Berkhout: -vindt de gedachte van een participatiemaatschappij om bedrijven die steun nodig hebben bij de ontwikkeling, op zich een goede; -merkt op dat hier sprake is van een slechte uitwerking, van fouten in de opganisatorische opzet etc.; -is het absoluut niet eens met de opvatting van GroenLinks inzake deelname aan partcipaties; - merkt op dat het risicodragend vermogen hoger ligt bij deelname in een participatiemaatschappij, gezien de fiscale prioriteiten die daarmede gepaard gaan; -zegt dat de knelpunten zijns inziens lagen in de compententie van de organisatie; de samenwerking is slecht geweest. Er kon onvoldoende sturing op worden uitgeoefend; -acht punt 2 onder 5 op blz. 4 niet relevant als constaterende conclusie van het FIRON; -acht punt 3 inzake een andere kijk op de gang van zaken inherent is aan het gekozen systeem; -verzoekt om verduidelijking van de tekst dat met name voor Amstelzand het onwaarschijnlijk is een prijs met ING overeen te komen gezien het vergunningsdossier; -vraagt hoe realistisch het is om de aandelen aan te bieden aan de huidige partners en wat is de visie van de andere partners inzake de toekomstmogelijkheden van FIRON? Dhr. Achterstraat: -memoreert de ontstaansgeschiedenis vanaf 1982; -mist het gedeelte uit het programma van 1982 waarin vermeld stond waarop gelet moet worden bij een ontwikkelingsmaatschappij, nl. o.a. het zonodig beschikbaar stellen van risicodragend vermogen en het verstrekken van steun aan tijdelijk in problemen verkerende, maar levensvatbare bedrijven; -betreurt het dat alle kritiek zich richt op de provinciale commissaris. Spreker is van mening dat de oorzaak licht in het feit dat er een verkeerde directeur is benoemd; - benadrukt dat de verantwoordelijkheid voor het toezicht houden lag bij drie commissarissen en niet bij één; -betreurt het dat het statenbesluit omtrent de vergunningverlening voor Amstelzand is ingetrokken; dhr. Smit: -merkt op dat directeuren van investeringsondernemingen maatschappelijk gezien goed betaald worden. Het is tenslotte een moeilijk vak om van

7 7 tevoren te kunnen zeggen of een onderneming met een hoog risico het uiteindelijk zal redden. Bij FIRON heeft dit ook gespeeld; -acht de discussie omtrent commissarissen niet juist. Als men meerderheidsaandeelhouder is in de AvA kan op ieder moment worden ingegrepen; -betreurt het dat de problematiek van de FIRON onvoldoende helder en frequent aan de commissie is gemeld; -benadrukt dat de VVD geen tegenstander is van kleinschalige investeringsaanpak in de provincie. dhr. v.d. Kolk: -vraagt wat de huidige positie is van de provinciale commissaris; -informeert of deze op de hoogte is van de openbare behandeling van dit onderwerp; -informeert naar het standpunt van ING en KvK omtrent het aanbieden van de aandelen. -benadrukt in het verleden al vanwege zijn ervaring uit het bedrijfsleven geen voorstander te zijn geweest van de FIRON; -merkt op dat op het moment dat Noord-Holland begon met de ontwikkelingsmaatschappij het rijk de bijdragen aan ontwikkelingsmaatschappijen begon af te bouwen. Het rijk stond garant middels de borgstellingsregeling; -merkt op dat alleen de NOM een positief saldo vermeld in het jaarverslag; -merkt op dat het afhankelijk is van de onderhandelingen inzake de visafslag van Den Oever en behandeling van Amstelzand in de Raad van State of afgesloten zal worden met een verlies. Spreker denkt hiervoor nog een half jaar tot een jaar voor nodig te hebben; -zegt dat er thans gekeken wordt naar de waardebepaling; -zegt dat de ING bank geen interesse toont; de KvK wil ook van de aandelen af. Er zijn echter andere partijen die wel interesse tonen; -wijst er op dat er door de provincie wel degelijk is ingegrepen. De directeur is op non actief gezet; de jaarstukken zijn afgewikkeld bij de accountant en de beslissing is genomen dat er geen kapitaal meer wordt uitgezet; -zegt dat de commissie vertrouwelijk op de hoogte zal worden gesteld van nieuwe ontwikkelingen; -legt uit dat de provinciale commissaris zonder last en ruggespraak bij de FIRON betrokken was; -zegt dat de commissaris op de hoogte was van de openbare behandeling. Spreker zal de mening van de commissie overbrengen; -stelt dat vergunning verleend is aan Amstelzand, o.a. op advies van Rijkswaterstaat. De gemeente Wieringen heeft om moverende redenen bezwaar aangetekend, gesteund door andere partijen, waardoor de vergunning wordt ingetrokken; -staat op zich positief t.o.v. participatiemaatschappijen. Spreker acht een provincie echter niet geëquipeerd om als bank op te treden. 5. Provincie Plus in Europees Perspectief Dit agendapunt wordt doorgeschoven naar de decembervergadering. 6. Concept-verslag van de vergadering van 23 april 1997 Mw. de Wit: -zegt de vergadering niet te hebben bijgewoond, maar staat wel vermeld bij de aanwezigen. Het verslag wordt vastgesteld.

8 7. Concept-verslag van de vergadering van 25 juni 1997 Wordt ongewijzigd vastgesteld Concept-verslag van de vergadering van 17 september 1997 mw. Onstenk: -heeft de indruk dat hetgeen zij heeft gezegd inzake armoedebestrijding en het antwoord hierop van de gedeputeerde onjuist is weergegeven. de voorzitter: -antwoord dat dit zal worden nagegaan. Het verslag wordt vastgesteld. 9. Ingekomen post: Er zijn geen opmerkingen hierover. Vervolgens geeft de voorzitter het woord aan dhr. v.d. Kolk voor het houden van een statement. Hierna richt de voorzitter het woord tot de heer v.d. Kolk en overhandigd hem een afscheidscadeau. 10.Rondvraag en Sluiting: Mw. Onstenk: -vraagt hoe de gedeputeerde aankijkt tegen de ontwikkelingen in de Amsterdamse haven t.a.v. de arbeidspool; -informeert of door deze situatie de havenplannen in een ander daglicht worden gesteld. -zegt de ontwikkelingen op de voet te volgen; -benadrukt dat het hier een zaak betreft van de werkgevers- en werknemersbonden; -ziet op dit moment geen dreiging t.a.v. de havenplannen. Dhr. Berkhout: -informeert of de werkgelegenheidsaspecten van de ontwikkeling van het Noordzeekanaalgebied zouden moeten worden bijgesteld. -ziet op dit moment geen noodzaak dat de prognose t.a.v. de arbeidsplaatsen in het Noordzeekanaalgebied moet worden aangepast. Vervolgens sluit de voorzitter de vergadering. Titel:Verslag PS-cie. EZ d.d Datum: Nummer: Documenttype:PS-cie-verslag