Verslag van de vergadering van de Statencommissie voor Economische Zaken & Werkgelegenheid d.d. 10 december 1997

Transcriptie

1 Verslag van de vergadering van de Statencommissie voor Economische Zaken & Werkgelegenheid d.d. 10 december 1997 Aanwezig: de leden: de adviseur: Communicatie: de ambtenaren: gemeente Beverwijk: GHB Amsterdam: WHB: M.C. van Schendelen (voorzitter); J.P.J. Lagrand (gedeputeerde Economische Zaken); J. Achterstraat; R.H. Hofwijks; C. Kilinc; C.H. Koetsier; F.J.M. Lagas; M.A.J. van Maastricht-Thijssen; J.C.M. Onstenk; J.R.A. Raasveld; A.J. Smit; P.M. op de Weegh; L.P. de Wit-de Rooij; J.P.M.van Wijk; J. Glaubitz (plv. van P. Tordoir) M.A.S. Hoenson-Morselt C.J.H.M. van Gasteren; P.G. Bemer; R. Cornfield; A.M.J. Huissen, A. Rodenburg; R.J.P. Toole dhr. Nachtegaal F. Mester dhr. Finson 1. Opening en mededelingen De voorzitter opent de vergadering en meldt dat bericht van verhindering is ontvangen van de leden De Boer, Overakker, Heeremans, Schipper. 2. Provincieplus in Europees Perspectief dhr. Raasveld: -stemt in met het gevraagde in deze notitie; -mist het rendement van de genoemde activiteiten van o.a. de samenwerkingsverbanden; -merkt op dat de doelstellingen aangegeven moeten worden op lobby niveau, financieel niveau en met projecten, t.b.v. evaluatie en toetsing op een later moment; -wijst op het belang van het opstellen van jaarplannen/meerjarenplannen; -informeert wie als plaatsvervanger voor de gedeputeerde EZ optreedt? -gaat accoord met de gevraagde beslispunten. Met name voor wat punt 2 betreft merkt zij op dat de gedeputeerde hiervoor zijn sporen reeds verdiend heeft; -wijst op het belang van het lobby-werk en het motiveren van de aanvragen; -spreekt haar ongerustheid uit over de thans in uitvoering zijnde reorganisatie. Zij vraagt er aandacht voor dat deskundigheid en expertise niet verloren gaan; -stipuleert het belang van meetpunt en evaluatie; -informeert of er al zicht is op een formatieve aanpassing. mw. Op de Weegh: -is verheugd over de inhoud van de notitie; -benadrukt het belang van een goede lobby; -merkt op dat het rendement voor haar inzichtelijk is; -wil eerst de werkzaamheden van de ambtelijke werkgroep Europa in relatie tot andere beleidsvelden afwachten alvorens over het vervolgtraject te praten; -wijst op het belang van behoud en bevordering van deskundigheid en expertise;

2 2 -acht het belangrijk dat invloed uitgeoefend kan worden op de wijziging van de criteria van de Europese structuurfondsen. dhr. Lagas: -gaat accoord met de gevraagde beslispunten; dhr. Van Wijk: -gaat accoord met de gevraagde beslispunten; - spreekt zijn vertrouwen uit in de gedeputeerde EZ bij de uitvoering van dit onderwerp. mw. Onstenk: -betreurt de late behandeling van dit onderwerp; -heeft twijfels over de noodzaak van geld uit Brussel; -verzoekt om een overzicht naar regio's van de verschillende structuurfondsen; -steunt de gedachte om, buiten de steun van de structuurfondsen, de achterstand te onderzoeken op andere terreinen zoals o.a. welzijn en emancipatie; -verzoekt om in het kader van de inspanning landelijke benoemingen, aandacht te vragen voor het feit dat in het Comité voor de Regio's slechts 2 vrouwen uit Nederland deelnemen. dhr. Hofwijks: -gaat accoord met de vorming van de projectgroep; -wijst op het belang van adequate ondersteuning; -verzoekt om bij het driedelig doel van het Europees beleid punt c: het vormgeven van het Europees beleid, op te nemen als punt b en punt b: het beïnvloeden, op te nemen als punt c; - informeert wat op termijn verwacht kan worden van de ambtelijke netwerken; -informeert of het platform en de projectgroep al operationeel zijn, zoals vermeld staat op blz. 9 onder "uitvoering"; -verzoekt op termijn de commissie en Europarlementariërs in te lichten over de rol van de provincie en het platform richting beïnvloeding Europese regelgeving. -onderschrijft de stelling dat Europa meer moet gaan leven; -zegt dat anderen verder zijn in hun contacten in Europa dan het MKB. Spreker is verheugd over de acties die de provincie onderneemt om het bedrijfsleven richting Europa te stimuleren; -geeft het advies door te gaan met het inhoud geven van het provinciale coördinatiepunt; -benadrukt het belang van samenwerking met Europese regio's voor het bedrijfsleven; -noemt het RITTS project als voorbeeld van een goede samenwerking. -spreekt zijn lof uit over de ambtenaren die zich inspannen in het Brusselse; -zegt dat de andere provincies concurrenten zijn; -is verheugd dat het geld meer wordt verdeeld over projecten met buitenlandse partners; -legt uit dat het niet altijd mogelijk is vooruit (meer)jarenplannen te maken; -verwacht dat de economische structuurfondsen zoals voor Nederland gelden, gewijzigd zullen worden i.v.m. de toetreding van Oosteuropese landen; -legt uit dat de nieuwe nota 2000 zich zal richten op andere onderwerpen dan economie, met name jeugdzorg, bodemsanering, milieu, criminaliteit, urbansubsidies;

3 3 -zegt dat er meer formatieve ruimte nodig is aangezien er geen genoeg deskundigheid binnen het apparaat beschikbaar was; -legt uit dan vanuit iedere portefeuille mensen worden afgevaardigd in het Europaplatform; -ziet de Randstadprovincies als 4 kleine zelfstandigen, die proberen ieder hun eigen weg te vinden in Brussel; - is op zich voorstander van een kantoor voor de Randstadprovincies, het IPO en de VNG; -zegt dat het financiële rendement ruim 100 mln bedraagt, het bestuurlijke rendement bestaat meer uit het leggen van contacten met Europese collega's om samen tot resultaat te komen, daarna komt het lobby-werk om de hoek kijken; -legt uit dat alle projecten die tot op dit moment door Noord-Holland zijn ingediend, gehonoreerd zijn; -zegt dat de secundus voor Economische Zaken plaatsvervanger is; -deelt de zorg t.a.v. de reorganisatie van het ambtelijk apparaat; -merkt op dat er ieder jaar een evaluatierapport zal verschijnen; -zegt dat de aanspreekpunten bekend gemaakt zullen worden zodra de invulling van het Platform Europa rond is; -legt uit dat de werkgelegenheid in de IJmond er slechter voorgestaan zou hebben zonder Europese subsidies; -wijst er tevens op dat bij 25 % subsidie er altijd nog voor 75 % cofinanciering gevonden moet worden. Dit is een probleem voor o.a. de Oosteuropese landen; -zal de commissie een overzicht doen toekomen van de verschillende Europese subsidies die toegekend zijn aan de diverse landen; -zegt dat het Kabinet reeds besloten heeft bij de volgende benoemingen voor het Comité van de Regio's meer vrouwen te benoemen; -bevestigt dat er vertraging is opgetreden bij de vorming van het Platform Europa; -bevestigt dat het RITTS project een voorbeeld is van een goede samenwerking; dhr. Raasveld: -vindt het toch noodzakelijk dat er plannen op schrift gesteld worden; -heeft goede notie genomen dat t.z.t. de heroverweging over nut en noodzaak van het Randstadkantoor te Brussel in de commissie aan de orde zal komen. 3. Nota Toeristische speerpunten voor de periode mw. De Wit: -is verheugd dat de nota ter behandeling voorligt, mede omdat toerisme een groeiende bron is voor werkgelegenheid; -is zeer positief over de verwachte groeicontinuering van 2,5% van de werkgelegenheid; mede gezien hier sprake is van lager lager opgeleide arbeidsplaatsen. Dit geeft bovendien perspectief aan bv oudere werkzoekenden; -merkt op dat voor het ondernemerschap de sector Toerisme bij zowel Hogeschool of MBO wellicht een rol kan spelen; -informeert wat er in Noord-Holland op dit gebied voor onderwijs is, -stelt dat t.a.v. fysieke ruimte voor toeristische ontwikkelingen een goede afstemming noodzakelijk is; -ziet bij professionalisering en promotie ook een rol weggelegd voor de VVV's. Acht het een grote zorg dat de VVV in Westfriesland na het faillissement uiteen dreigt te vallen in gemeentelijke VVVtjes; -informeert of vanuit de provincie in deze kwestie hulp gegeven gaat worden;

4 4 -stelt voor bij verbetering van de infrastructuur van badplaatsen toe te voegen het alleen voor fietsers en wandelaars bereikbaar maken van strandslagen; -dringt aan op een behoefte-onderzoek voor minder draagkrachtige aan de IJsselmeerkust, zoals voor toeristen uit het voormalige Oostblok en voor jongeren; -acht het koppelen van recreatie en toerisme van belang; -is voorstander van segmentering i.p.v. een catch all benadering t.a.v. trends en verwachtingen op blz. 4; -merkt op dat uit de in de bijlage genoemde jaartallen niet duidelijk is of hier sprake is van de start of van de finish van een project. Tevens zou hierbij de beschikbare menskracht kunnen worden aangegeven. Een duidelijker aangeven van voornemens en plannen is tevens een optie. dhr. Koetsier: -stelt dat toerisme een belangrijke sector is in de economie; -constateert dat de arbeidsplaatsen in deze sector groeien, dit zijn arbeidsplaatsen die niet weggeautomatiseerd kunnen worden; -informeert naar de pogingen die worden ondernomen om de samenwerking van de regionale VVV en PVVV te verbeteren; -vindt dat de nota te weinig vernieuwende elementen bevat; vraagt aandacht voor nieuwe vormen van toerisme; -constateert dat de bereikbaarheid van de kust per openbaar vervoer te wensen overlaat. dhr. Van Wijk: -is tevreden over de nota: -is voorstander van een behoefte-onderzoek naar low-budget hotelovernachtingen, dit ter stimulering van toerisme en werkgelegenheid. dhr. Lagas: -is tevreden over de nota; -heeft de indruk dat er nog niet veel schot in zit in de samenwerking tussen PVVV en regionale VVV's; -vraagt aandacht voor low-budget hotelovernachtingen. dhr. Achterstraat: -merkt op dat het bij toerisme gaat om het verdienen van geld en het creëren van arbeidsplaatsen, toerisme en recreatie moeten niet als één gezien worden; -stelt dat zijns inziens toerisme bedrijfsmatig moet worden bezien; -geeft vervolgens een analyse van de soort toeristen in Noord-Holland; -is verheugd over het in de nota genoemde streven wat kwaliteit en infrastructuur betreft; -merkt nog op dat ook vanuit het ruimtelijk beleid meer gedaan zou moeten worden aan spreiding. -is verheugd dat aan de kust diverse mobiliteitsplannen uitgevoerd gaan worden; -ondersteunt de hoofdlijnen van de nota, zoals promotie & acquisitie en het verbeteren van de kwaliteit; -merkt op dat de kwaliteit gecreëerd wordt door de ondernemer; -stelt dat de regionale VVV's toch de bereidheid zullen moeten hebben tot samenwerking; -spreekt haar zorg uit over de financiële problemen bij de VVV in Westfriesland; -zegt dat volgens de D'66 fractie het noodzakelijk is dat het bedrijfsleven hun verantwoordelijkheid hierin moeten nemen. De

5 5 gemeenten zullen de voorwaarden voor het bedrijfsleven moeten scheppen; -onderschrijft de in de nota genoemde speerpunten; -zegt dat die projecten met een kans van slagen, financieel gezien de voorkeur verdienen; -merkt op dat gemeenten gericht op de toekomst beleid moeten ontwikkelen. dhr. Smit: -zegt dat de VVD-fractie gematigd positief staat ten opzichte van de nota; -ziet toerisme als een vorm van emotie; -zegt dat er bestuurlijk geïnvesteerd dient te worden in het toerisme door het scheppen van voorwaarden; -acht de nota niet offensief wat betreft cultuurhistorisch toerisme, architectuur en industrieel erfgoed; -is verheugd over de Floriade; -betreurt het gebeuren rondom de regionale VVV Westfriesland; -mist expliciet de pogingen om de besteding per toerist te vergroten. -is positief over de nota; -ziet voor het ondernemen in de toeristische sector de noodzaak van een samenspel tussen overheid en bedrijfsleven; -wijst erop dat hier sprake is van een jonge sector; -is benieuwd hoe de fysieke ruimte concreet gemaakt gaat worden; -geeft de politiek het advies de sectorale insteek te vertalen naar een integraal verhaal; -is er tegenstander van de problematiek rondom de VVV's te verengen tot de kwestie van promotie en marketing van het bedrijfsleven; -legt uit dat de provincie het promoten van Noord-Holland als taakstelling ziet en het voeren van een voorwaardenscheppend beleid om de branche te helpen; -onderneemt geen nieuwe pogingen meer de problemen rond de streek- VVV's te sussen; er zijn in het verleden al meerdere pogingen gedaan waarvan de resultaten steeds van korte duur waren; -zegt dat opgepast moet worden voor precedentwerking als het financiële gat zou worden opgevuld; -zegt dat er ten aanzien van de VVV's in 1998 een evaluatie zal plaatsvinden; -zegt dat de opleidingen aan de Hogere Hotelschool plaatsvinden in Den Haag, Tilburg en Maastricht. Voorts is er in Haarlem nog een TIOopleiding voor informatie e.d.; -zegt dat het verbeteren van de genoemde kustplaatsen hard nodig is. Spreker verwacht dat er vanuit het Ministerie Economische Zaken en vanuit Europa programma's komen voor het verbeteren van o.a. cultuursteden; -denkt dat er voor de bereikbaarheid van de kustplaatsen door de provincie geen blauwdruk kan worden gegeven; -zegt dat economisch gezien logementen geen vetpot zijn, maar dat het wel een goede zaak zou zijn als hierdoor monumenten in stand gehouden kunnen worden; -legt uit dat de zgn. "dagjesmensen" die een Europa-trip doen wel degelijk economisch gezien van belang zijn voor het toerisme; -ziet de bevordering van de kwaliteit als een taak van de horecabranche;

6 6 -zegt dat vanuit de portefeuille cultuur veel aandacht wordt besteed aan cultuur, toerisme, zoals o.a. het Veenweidegebied; de Gouden Cirkel; de VOC-plannen etc.; -wijst op de 3,5 miljoen bezoekers per jaar aan de Zwarte Markt; hier is ook sprake van een nieuw soort toerisme; -zegt dat er actieve vorm van samenwerking is ontstaan met de gemeente Schoorl; -merkt op dat samenspel tussen overheid en bedrijfsleven van belang is; met name de samenwerking tussen het bedrijfsleven onderling; -zegt dat er bij gemeenten geïnventariseerd gaat worden hoeveel ruimte er beschikbaar is om een goed toeristisch beleid te voeren. dhr. Toole: -zegt dat de jaartallen die in het bijgevoegde schema staan vermeld, aangeven wanneer de 1e resultaten van het project verwacht mogen worden. De juiste precisering zal worden opgenomen in het door de afdeling ELM op te stellen jaarprogramma; -legt uit dat de Culture Raad een nieuwe vorm heeft gekregen met als opdracht mee te doen aan cultuurtoeristisch beleid. De nieuwe stichting wordt genoemd onder de paragraaf cultuur in de nota. 4. Provinciale financiering Herstruturering Haringhaven te IJmuiden mw. Onstenk: -merkt op dat dit project vanuit diverse zijden wordt gefinancierd. Spreekster acht het beter als de subsidie verstrekt zou worden uit de subsidiepot van IJmond IJzersterk; -constateert dat dit project betrekking heeft op de 1e schijf van het FINH; -uit haar twijfel inzake de criterium t.a.v. het publieke karakter van het bedrijfsterrein. dhr. Van Wijk: -juicht de financiering voor dit project toe in verband met het belang van de economie en de werkgelegenheid. dhr. Lagas: -staat positief ten opzichte van de financiering; -informeert naar de verhouding tussen de steeds groter binnenlopende vissersschepen en de quota inzake visafname. mw. Op de Weegh: -staat volledig achter de financieringsbijdrage voor de Harinhaven; -merkt op dat het hier een uitwerking betreft van het Masterplan Noordzeekanaalgebied; -zegt dat het is benoemd in de 1e schijf van de FINH gelden en de criteria hier niet ter discussie staan. -staat achter de financieringsbijdrage t.b.v. de Haringhaven; -zegt dat het hier gaat om het verplaatsen van activiteiten in de haven, met name voor de droge opslag en overslag van vis; -merkt op dat het hier een uitwerking betreft en dat de criteria t.a.v. de 1e schijf FINH gelden nu niet ter discussie staan. dhr Kilinc: -zegt dat de VVD fractie volledig achter de financieringsbijdrage staat. Het is goed voor de economie en de werkgelegenheid. mw. de Wit: -zegt dat het hier gaat om zowel herstructurering als om uitbreiding van het terrein, hetgeen goed is voor meer arbeidsplaatsen. -gaat accoord met de financieringsbijdrage;

7 7 -doet het vezoek om zo mogelijk bij het terrein een bord te plaatsen waarop te zien is dat de provincie NH op deze plek 2½ miljoen investeert; -heeft vernomen dat de opsteller van dit stuk een andere functie heeft aanvaard en verzoekt een goede invulling te bewerkstelligen in de ontstane vacature vanwege de continuïteit van IJmond IJzersterk. -staat volledig achter de prov. financiering van de Haringhaven; -is verheugd over de instemming van de provinciale financiering aan dit project; -legt uit dat er volledige publieke toegankelijkheid is; -zegt geen direct antwoord te kunnen geven op de vraag hoe het binnenlopen van de schepen zich verhoud tot de quota. Wel lopen er meer buitenlandse schepen binnen, hetgeen te maken heeft met het nieuwe procédé van verse vis; -zegt dat er een bord bij de werkzaamheden wordt geplaatst. 5. Verzoek VSB subsidie: haven De Pijp te Beverwijk dhr. Van Wijk: -gaat accoord met verstrekking van het subsidie; -mist in het businessplan of hier sprake is van vervuilde slib en waar dit eventueel naar toe vervoerd wordt. dhr. Lagas: -gaat accoord met verstrekking van het subsidie. mw. Op de Weegh: -gaat accoord met de verstrekking van het subsidie; -zegt dat het van belang is dat deze maatregelen worden genomen i.v.m. veranderende schepen; -merkt op dat het hier in weze een uitvoering betreft van het Masterplan NZKG; -informeert of er door het rijk positief is gereageerd ten aanzien van de HIP-regeling. -gaat accoord met de verstrekking van het subsidie; -zegt dat de D'66 fractie hierover verheugd is in het kader van het vervoer over water. dhr. Raasveld: -gaat accoord met de subsidieverstrekking; -vindt dat de systematiek in de notitie hiermee bewaarheid wordt; -zegt dat hier sprake is van een uitstekend project. mw. De Wit: -constateert dat het hier een herstructurering betreft gericht op het behoud van werkgelegenheid; -merkt op dat de haven hierdoor up-to-date wordt en de positie wat betreft pootaardappelen kan handhaven; -informeert of er in een verdere fase nog aandacht besteed gaat worden aan het voor- en natransport. dhr. Koetsier: -informeert naar de doelstellingen wat betreft de aan- en afvoer van de binnenvaart; -informeert of de mogelijkheid is onderzocht van doortrekking van de railverbinding van de haven naar het station Beverwijk; -vraagt of er sprake is van vervuilde slib. Wellicht zou de financiering mede vanuit de milieusector kunnen komen;

8 8 -vindt het een realistische benadering dat gesproken wordt over het handhaven van het huidige niveau van werkgelegenheid; -verzoekt of het niet mogelijk is het rentepercentage naar beneden bij te stellen. -staat positief ten opzichte van dit plan. -stelt de goede samenwerking met de gemeente Beverwijk zeer op prijs; -legt uit dat de aanvraag voor de HIP-regeling met een positief advies van de Nationale Havenraad is doorgezonden naar het ministerie van Verkeer en Waterstaat. dhr. Nachtegaal: -spreekt de verwachting uit dat de minister het positieve advies van de Havenraad zal overnemen; -zegt dat het baggerslib, dat valt onder klasse 2 en 3, in de Amerikahaven zal worden gestort; -merkt op dat hiervoor uit het PAF financiering in het vooruitzicht is gesteld; -zegt dat de activiteiten zich richten op de internationale markt wat betreft pootgoederen; -zegt dat t.z.t. multimodale transportwijze betrokken zal worden bij een mogelijke ontwikkeling van 400 ha in de Wijkermeer; -zegt t.a.v. rentepercentage dat het een raming betreft waarbij meevallers maar zeker ook tegenvallers kunnen ontstaan. Hij ziet op dit moment geen reden het rentepercentage bij te stellen. 6. Verzoek VSB subsidie: all weather terminal Amsterdam dhr. Raasveld: -vindt het een aardig voorstel, omdat het een proefproject betreft; -twijfelt of de financiering vanuit VSB moet geschieden; -vraagt hoe het zit met het publieke karakter en toegankelijkheid als één van de criteria voor VSB-gelden; -vraagt wie met de "regio" wordt bedoeld, die de helft van het onrendabele deel voor zijn rekening neemt. Amsterdam staat garant. Wat is onze positie in deze? -vindt het een goed plan, wat zeker doorgang moet vinden; -merkt op dat als de financiering niet vanuit VSB geschied er financiering uit andere provinciale middelen zal moeten geschieden. -gaat accoord met verstrekking van het subsidie; -is overtuigd van de noodzaak van dit project. dhr. Achterstraat: -gaat accoord met verstrekking van het subsidie; -zegt dat het innoverende en experimentele karakter een reden is hieraan mee te doen; dhr. Lagas: -gaat accoord met verstrekking van het subsidie. dhr. Van Wijk: -vindt het een prima project; -informeert hoe hard het gegeven is dat de werkgelegenheid wordt uitgebreid van 11 naar 20 personen en wat losse krachten? -mw. Onstenk: -is verbaasd uit de brief van het Havenbedrijf te vernemen dat het gaat om behoud van werkgelegenheid in het stukgoed, terwijl de havenpoule failliet is gegaan; -merkt op dat de werkgelegenheid terugloopt vanwege automatisering;

9 9 -constateert dat het project 18 mln bedraagt en de werkgelegenheid slechts verhoogd wordt van 11 naar 20 personen. Spreekster heeft het gevoel op het verkeerde been te worden gezet; -vindt het project interessant vanwege het innovatieve karakter; -sluit zich aan bij de opmerking van de VVD-fractie inzake de bron van financiering; -mist aanduiding op de kaart de aansluiting van railvervoer. dhr. Hofwijks: -vraagt zich af of de locatiekeuze wel goed is overwogen. Zijns inziens is de IJmond de plek voor short sea; -is verheugd over het innovatieve karakter van het project; -informeert hoe het staat met de aansluiting van railvervoer; -wacht het antwoord van het college af of dit project gefinancierd moet worden uit de VSB-gelden; -vraagt zich af of hier geen ander financieringsmodel voor is, zodat er geen sprake is van een onrendabele top, maar dat een een commerciële activiteit wordt; -staat positief t.o.v. de subsidieverstrekking. -zegt dat in het verleden de locatie IJmuiden bij Hoogovens wegens stofoverlast niet is doorgegaan; -zegt dat deze aanvraag afkomstig is van het GHB Amsterdam. Waterlandse havenbedrijven gaan de overdekte terminal exploiteren; -merkt op dat de werkgelegenheid die er thans is ook behouden moet blijven. De haven moet meegroeien met de economie, anders volgen er ontslagen; -zegt dat hier sprake is van een publieke functie; de haven is vrij toegankelijk tegen betaling; -zegt dat met de regio Amsterdam wordt bedoeld. dhr. Cornfield: -zegt dat hier sprake is van een investering van het Havenbedrijf; -legt uit dat het financiele overzicht aangeeft dat het Havenbedrijf geconfronteerd wordt met een onrendabele investering van 2 mln, gerekend over een periode van 20 jaar. -constateert dat er een warrige discussie ontstaat over de onrendabele top; -stelt voor de leden een schriftelijke toelichting op de financiële onderbouwing toe te zenden. dhr. Finson: -zegt dat er een spooraansluiting wordt gerealiseerd; -wijst deze vervolgens aan op de kaart; -legt uit dat ladingstromen, zoals cellulose, staal en hout met binnenvaartschepen vervoerd zullen gaan worden naar het achterland; dhr. Mester: -geeft aan dat het huidige ladingspakket, wat op de oude terminal plaatsvindt, voornamelijk short sea betreft. De voorzitter constateert dat er nog onduidelijkheden bestaan en dat de leden het er mee eens zijn de besluitvorming door te schuiven naar de vergadering van de commissie van 28 januari De leden krijgen nog nadere informatie toegestuurd. 7.Ingekomen post

10 10 -meldt dat het Innovatiecentrum de Nationale Toekomstprijs heeft gekregen; Het milieubewustzijn en de maatschappelijke meerwaarde zijn geïntegreerd in het project waarvoor zij de prijs hebben gekregen. 8.Rondvraag en Sluiting dhr. Kilinc: -zegt een voorstel te doen voor het geven van extra aandacht aan allochtone ondernemers; -zou graag zien dat parallel lopend aan het MKB-beleid een beleid wordt opgenomen een beleid voor allochtone ondernemers; -verzoekt dit beleid te ontwikkelen voor 4 jaar met twee hoofdlijnen: ondersteuning en extra informatie; -zegt dat door de gemeente Amsterdam, Kamer van Koophandel en VNO/NCW al activiteiten worden opgezet hierover; -merkt op dat door extra aandacht niet alleen de integratie voor ondernemers bevorderd wordt, maar ook werkgelegenheid en economische groei; -noemt mogelijkheden die hiervoor kunnen worden gedaan, zoals een inventarisatie over beschikbare en noodzakelijke informatie, waarbij de bereikbaarheid van de informatie moet worden bekeken; -zegt dat aan de hand van de uitkomsten er een voorstel ter behandeling in de commissie kan worden opgesteld. -zegt sympathiek te staan tegenover het idee, maar vindt dat er geen uitzondering gemaakt kan worden t.o.v. andere starters; -zegt dat intern geïnventariseerd zal worden wat er op dit gebied plaatsvindt; -is bereid tot overleg met IMK, KvK en wethouder Economische Zaken van Amsterdam om te komen tot een gecombineerde mogelijkheid; -zegt toe dat behandeling zo mogelijk in het 1e kwartaal van 1998 zal plaatsvinden. -zegt sympathiek te staan tegenover het idee van hulp aan startende allochtone ondernemers; -verzoekt om nadere schriftelijke informatie om tot een afgewogen standpuntbepaling te kunnen komen. -zegt dat het onderwerp hem zeer aanspreekt; -adviseert de problematiek in te kaderen in het EZ-beleid; -adviseert niet alleen deze doelgroep eruit te lichten. dhr. Hofwijks: -staat positoef t.o.v. het idee; -verzoekt om een doelgroepswijze aanpak. dhr. Smit: -zegt dat Amsterdam hierin genoemd is, omdat e.e.a. een uitstraling zou kunnen krijgen naar andere regio's van de provincie. dhr. Achterstraat: -verzoekt de vergaderingen om uur te beëindigen en zo mogelijk spreektijd in te voeren. dhr. Koetsier: -zegt antwoord te hebben ontvangen op de gestelde vragen inzake werkgelegenheid na de sluiting van Fokker; -meldt de antwoorden te hebben doorgespeeld naar de belangenvereniging van oud Fokkermedewerkers. Vervolgens sluit de voorzitter de vergadering.

11 11 Titel:Verslag PS-cie. EZ d.d Datum: Nummer: Documenttype:PS-cie-verslag