Individuele beroepsopleiding (IBO) - Veelvuldige aanwervingen door grote bedrijven

Transcriptie

1 SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 38 van EMMILY TALPE datum: 11 oktober 2016 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Individuele beroepsopleiding (IBO) - Veelvuldige aanwervingen door grote bedrijven De individuele beroepsopleiding (IBO) is een succesvolle maatregel om laaggeschoolden aan het werk te helpen. Het aantal IBO s stijgt dan ook jaarlijks. Blijkbaar is het ook bij een aantal grote bedrijven een gegeerde maatregel, zelfs in die mate dat sommigen werkzoekenden via IBO met tientallen tegelijk tewerkstellen. 1. Hoeveel IBO s werden dit jaar al opgestart? Graag een opdeling naar geslacht, scholingsgraad en soort IBO. 2. Hoeveel IBO s werden de afgelopen vijf jaar jaarlijks opgestart door 3. a) kmo s met minder dan 5 personeelsleden; b) kmo s met 5 tot 10 personeelsleden; c) kmo s met 11 tot 50 personeelsleden; d) ondernemingen met 51 tot 100 personeelsleden; e) ondernemingen met 101 tot 500 personeelsleden; f) ondernemingen met meer dan 500 personeelsleden? a) Klopt het dat sommige grote ondernemingen soms IBO s met tientallen tegelijk tewerkstellen? b) Over welke ondernemingen en welke aantallen gaat het? 4. Hoe wordt er door VDAB en desgevallend de administratie Werk op toegezien dat het luik individuele begeleiding ten volle wordt ingevuld indien ondernemingen werken met tientallen IBO s? 5. Hoe verhoudt de uitval van IBO s zich bij degenen a) die tewerkgesteld zijn bij kleinere vs. grotere ondernemingen; b) die alleen in een onderneming werken als IBO-werknemer vs. die met grotere aantallen werken als IBO-werknemer in een onderneming; c) die laag-, resp. midden- en hooggeschoold zijn; d) die jonger zijn dan 25, tussen de 25 en 50 zijn, en 50 plussers?

2 6. Zijn er al klachten geweest van IBO-werknemers die oordeelden dat ze onvoldoende individuele begeleiding kregen omdat ze met te veel tegelijk waren tewerkgesteld in eenzelfde onderneming? 7. Heeft VDAB hierover al moeten tussenkomen bij ondernemingen die hun verplichtingen inzake individuele begeleiding niet naleefden? 8. Wat zijn de sancties die hiervoor toegepast kunnen worden? 9. Hoeveel ondernemingen werden in het verleden al gesanctioneerd voor het niet toepassen van een voldoende individuele begeleiding? Cijfers graag per jaar. 10. Is er ooit overwogen om een beperking van het aantal IBO s in te voeren waarop een onderneming gelijktijdig een beroep kan doen?

3 PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT ANTWOORD op vraag nr. 38 van 11 oktober 2016 van EMMILY TALPE 1. Aantal gestarte IBO s in 2016 (tem 09/2016) ingedeeld naar geslacht, scholingsgraad en type IBO STUDIENIVEA U Laaggeschoold GES LAC HT C-IBO GIBO IBO Eindto taal M V Middengescho M old V Hooggeschool M d V Eindtotaal Aantal gestarte IBO s ingedeeld naar dimensieklasse in de afgelopen 5 jaar Aantal (tem WN s 09) < > Niet gekend Totaal Ondernemingen kunnen op vestigingsniveau meerdere cursisten gelijktijdig in IBO tewerkstellen. Het is niet omdat er in een aantal bedrijven tientallen IBO s zijn, dat alle aanwervingen in dat bedrijf via IBO gebeuren. Een IBO kan maar toegekend worden als er een substantiële competentiekloof is tussen de vacature en de werkzoekende. Uit de tabel blijkt de grote variatie in bedrijven met meerdere IBO s. Overzicht van bedrijfsvestigingen die de voorbije 12 maanden meerdere IBOcursisten gelijktijdig in opleiding hadden. De cijfers geven het aantal beëindigde opleidingen weer (zie vraag 5b). Deze lijst is beperkt tot bedrijven met meer dan 30 IBO s.

4 WESTVLEES arbeiders 75 INFANO 64 REAL DOLMEN 46 GIA CATARO 42 TSB TELECOM 40 ORDINA BELGIUM 33 APK INFRA 33 DATAFLOW 33 TELECONTRACTING 33 IPG CONTACT SOLUTIONS 32 E-LOGISTICS Bij het toestaan van IBO wordt er rekening gehouden met de opleidingscapaciteit in de vestiging waar de opleiding doorgaat. Elke cursist wordt individueel opgevolgd door VDAB. Op basis van deze opvolging kan er vastgesteld worden of er voldoende kwalitatieve begeleiding gegeven wordt en eventueel bijsturing nodig is. 5. a) Overzicht stopgezette IBO s beëindigd in de voorbije 12 maanden (10/ /2016) vergelijking kleine en grote bedrijven. BEDRIJFSGROOTTE Ongunstige Onbepaald 26% 6 % 68 % Minder dan 50 26% 6 % 68 % werknemers 50 of meer 18% 6 % 76 % werknemers Eindtotaal 25% 6 % 69 % Bij grote bedrijven zijn er relatief minder ongunstige dan bij kleine bedrijven. b) Deze vergelijking kan niet uit de cijfers gehaald worden. Bij benadering kan de vergelijking van het aantal ongunstige en bij hogervermelde groep van 11 bedrijfsvestigingen (zie vraag 3) en het gemiddeld aantal ongunstige en gemaakt worden. Ongunstige 11 vestigingen met veel IBO's 13% 5% 81% Gemiddelde 25% 6% 69 % c) Overzicht stopgezette IBO s beëindigd in de voorbije 12 maanden (10/ /2016) indeling naar scholingsgraad STUDIENIVEAU Ongunstige Laaggeschoold 37% 6% 58% Middengeschoold 23% 6% 71% Hooggeschoold 14% 7% 79% Eindtotaal 25% 6% 69%

5 d) Overzicht stopgezette IBO s beëindigd in de voorbije 12 maanden (10/ /2016) indeling naar leeftijd LEEFTIJD Ongunstige -25 jaar 24% 6% 70% 25 tot -50 jaar 26% 6% 68% 50 jaar en + 25% 5% 70% Eindtotaal 25% 6% 69% 6. Er zijn nog geen klachten geweest van IBO-cursisten die van oordeel waren dat ze te weinig begeleiding kregen omwille van het aantal andere IBO-cursisten die gelijktijdig in opleiding waren. 7. VDAB geeft bij de start van elke IBO duidelijk aan wat de verplichtingen zijn van de werkgever in verband met de opleiding en begeleiding. Bij elk opvolgingsmoment wordt de cursist gevraagd of hij/zij zich voldoende begeleid voelt tijdens de opleiding. Waar nodig wordt feedback gegeven aan de individuele begeleider in de vestiging. 8. Voor elk bedrijf, ongeacht het aantal IBO-cursisten, kan bij aangetoond gebrek aan begeleiding en opleiding op de werkvloer een uitsluitingsprocedure opgestart worden. De uitsluiting is bij Vlaams Besluit vastgelegd op een periode van drie jaar. 9. Er werd tot nog toe geen bedrijf formeel uitgesloten enkel omdat er te weinig of geen begeleiding en opleiding voorzien werd. Een formele uitsluiting steunt meestal op meerdere aspecten van de verplichtingen van de werkgever t.a.v. de cursist en VDAB. In 2015 was er 1 bedrijf dat uitgesloten is van IBO. 10. Neen, zolang het bedrijf in staat lijkt om voldoende begeleiding te voorzien, is er geen enkele reden om geen IBO toe te kennen.