DOC.NR. : Focusgroepen afstemming onderwijs-arbeidsmarkt in welzijn & zorg: resultaten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DOC.NR. : Focusgroepen afstemming onderwijs-arbeidsmarkt in welzijn & zorg: resultaten"

Transcriptie

1 NOTA DOC.NR. : AAN : CC : AUTEUR : Katrien Sannen DATUM : 2013/06/11 BETREFT : Focusgroepen afstemming onderwijs-arbeidsmarkt in welzijn & zorg: resultaten TER BESPREKING TER INFORMATIE TER VERDUIDELIJKING VERTROUWELIJK ANTWOORD A.U.B. INHOUD: - Inleiding - Werkwijze - Resultaten 1. INSTROOM a) Instroom in de opleidingen a. Kwantitatief b. Het profiel van de leerlingen/cursisten b) Instroom op de arbeidsmarkt a. Kwantitatief: waar situeren zich de tekorten? b. Tewerkstellingskansen van afstudeerders c. Het gevraagde profiel van de (kandidaat)werknemer d. Kwaliteit van de afgestudeerden e. Secundair onderwijs versus volwassenenonderwijs 2. AFSTEMMING ONDERWIJS ARBEIDSMARKT a) Goede contacten tussen onderwijs en het werkveld b) Stages zijn waardevol en goede stagebegeleiding is cruciaal 3. UITSTROOM UIT DE SECTOR EN DE ROL VAN HET ONDERWIJS 4. DISCUSSIE - Conclusie en aanbevelingen

2 INLEIDING Streekpact Kempen wijdt een hoofdstuk aan welzijn en zorg. Een belangrijke ambitie van dit hoofdstuk is een kwaliteitsvolle hulp- en zorgverlening in onze regio. Welzijn en zorg zijn bij uitstek sectoren die afhankelijk zijn van competente en gedreven mensen om goede hulp en zorg te bieden. Logischerwijze luidt een doelstelling in het streekpact dan ook: voldoende en competent personeel in de zorg. Om dit waar te maken, zijn een aantal zaken nodig: - een goed uitgebouw opleidingsaanbod in de regio - levenslang leren bij personeel - een duurzaam HR-beleid bij welzijns- en gezondheidsorganisaties en lokale besturen zodat ze een aantrekkelijke werkgever zijn In functie daarvan maakte RESOC Kempen een analyse van de afstemming tussen het onderwijs en het werkveld in de brede sectoren van welzijn en zorg. Op basis van een foto van de huidige stand van zaken, met haar sterktes en haar knelpunten, kunnen partners in onze regio samen acties ondernemen om te werken aan een sterke zorg- en welzijnssector met voldoende en competent personeel. Deze foto, die we willen voorstellen in de nota die voor u ligt, is het resultaat van een denkoefening waar heel wat Kempense organisaties aan deelnamen. Een foto is een momentopname. In dit geval werd er gekeken door de lens van de personen die zich engageerden voor de oefening in vier focusgroepen. Een aantal zaken zullen hierdoor ongetwijfeld overbelicht of onderbelicht zijn. De ambitie van deze nota is dan ook niet om een wetenschappelijk onderzoeksrapport te zijn. De ambitie is wél om de lezer te informeren over een aantal levende thema s in de afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt in de Kempen, en daarmee een eerste aanzet te geven voor (gemeenschappelijke) acties. WERKWIJZE De analyse werd voorbereid en opgevolgd door een ad hoc werkgroep in de schoot van het SERR Platform Onderwijs Arbeidsmarkt. Focusgroepen Informatie over de kwantitatieve en kwalitatieve afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt in regio Kempen werd verzameld via focusgroepen. Een focusgroep is een combinatie van een gericht interview en een discussiegroep in een kleine groep van stakeholders (4-12 personen), begeleid door een gespreksleider. De deelnemers van de focusgroepen werden gevraagd om na te denken over mogelijke knelpunten, aandachtspunten, behoeften en toekomstige uitdagingen in de match tussen onderwijs en werkveld. In maart 2013 gingen vier focusgroepen door, volgens volgende opdeling: 1. Secundair onderwijs en Centra voor volwassenenonderwijs 2

3 2. Hoger Onderwijs: zorg- en welzijnsopleidingen die in de Kempen worden ingericht 3. Zorgsector 4. Welzijnssector De resultaten van de focusgroepen werden anoniem verwerkt. In bijlage 2 vindt u de samenstelling van de vier groepen. Afbakening van het thema De termen zorg en welzijn dekken een brede lading. Bovendien leiden veel opleidingen naar een job in deze brede sectoren. Onderstaande figuur geeft de afbakening van de sectoren en beroepen weer die werden besproken in de focusgroepen en in deze nota aan bod komen. De opdeling tussen zorgsector en welzijnssector is de opdeling die werd gehanteerd om de twee groepen met respondenten uit de sector in te delen. Wanneer in deze nota wordt gesproken over zorgsector of Wat betreft de beroepen werden enkel die beroepen besproken waarvoor in regio Kempen een opleiding bestaat 1. RESULTATEN 1 In bijlage 1 vindt u een overzicht van het aanbod in de regio van opleiding tot leiden naar een job in welzijn en zorg. 3

4 Instroom a) Instroom in de opleidingen Kwantitatief De grootste stijgingen in instroom zijn er in de opleiding zorgkundige in het volwassenenonderwijs, het 7 e jaar thuis- en bejaardenzorg en HBO5 verpleegkunde. Deze trends komen overeen met de toenemende vraag naar ouderenzorg. De opleiding thuis- en bejaardenzorg in het secundair onderwijs telt intussen meer leerlingen dan de richting kinderzorg, waaruit traditioneel een overschot aan studenten afstudeert. In de bacheloropleiding verpleegkunde stijgt de toestroom, mede dankzij de campagne voor de promotie van zorgberoepen. De stijging is echter nog niet voldoende om de verwachte tekorten aan te vullen. In de Kempen is de stijging minder groot dan in de rest van Vlaanderen: het marktaandeel is kleiner in onze regio. In de opleiding HBO5 verpleegkunde daarentegen is de stijging in de Kempen veel groter dan rest van Vlaanderen. Het profiel van leerlingen/cursisten Een algemene vaststelling in de focusgroepen is de evolutie in de vooropleiding van de instromers in bachelor opleidingen. De grootste groep komt uit TSO en BSO. Dit leidt volgens de respondenten tot een daling van het niveau van de afstuderende bachelors. Een groeiende groep cursisten, in CVO s maar ook in andere opleidingen, draagt bovendien een bagage van persoonlijke moeilijkheden met zich mee. Verklaringen hiervoor worden gezocht in een combinatie van kenmerken van de huidige samenleving waar meer en meer jongeren opgroeien in een complexe thuissituatie enerzijds en het fenomeen dat de keuze voor een zorgopleiding mede gestuurd wordt vanuit de eigen achtergrond en ervaringen anderzijds. Een groep van jongeren die in hun persoonlijke levenssfeer te maken krijgen met hulpverlening, kiezen ook zelf voor een studie in een zorg- of welzijnsrichting. Deze evoluties vragen meer inspanningen van opleidingsinstellingen naar begeleiding van cursisten toe. In de verschillende opleidingen worden naast deze algemene vaststellingen ook nog enkele specifieke verschuivingen in het profiel van de cursisten vastgesteld: De opleiding verzorgende / zorgkundige kent een stijgende groep cursisten van andere origine. Dit vraagt een specifieke aanpak van de onderwijsinstellingen én van de werkvloer omwille van cultuurverschillen, taalachterstand, andere attitudes, andere gewoontes qua koken e.d., De welzijnssector daarentegen is overwegend blank. Dit wordt o.a. toegeschreven aan het feit dat de opleidingen sociaal werk en graduaat orthopedagogie zeer talige opleidingen zijn. In jeugdhulp melden zich wel allochtone sollicitanten. Zij geraken moeilijk door de selectieprocedure. - Bij verpleegkundigen is er een duidelijk verschil tussen generatiestudenten en zijinstromers: jonge afgestudeerden voelen zich meer aangetrokken tot acute zorg, terwijl zijinstromers wel sneller kiezen voor de chronische zorg. Voor thuisverpleegkunde kiezen vooral mensen met ervaring. In de bachelor opleiding wordt wel aandacht besteed aan thuisverpleegkunde. Iedere student krijgt de basisbeginselen van eerstelijns 4

5 gezondheidszorg. Vanaf 2014 start Thomas More ook met een postgraduaat eerstelijns gezondheidszorg. De bedoeling is dat deze in de toekomst uitgroeit tot een Banaba. - In bachelor opleidingen is er een instroom vanuit veel verschillende hoeken. Het aantal zijinstromers is sterk gestegen in alle opleidingen. Thomas More speelt hier op in met diverse brugtrajecten en werk-leerroutes, intakegesprekken waar EVC en vrijstellingen worden vastgesteld. Een belangrijke beperking is echter het financiële plaatje: het oprichten van een apart avond/weekend-traject is duur o.w.v. de inzet van docenten voor een kleinere groep studenten waarvan slechts een gedeelte in aanmerking komt voor subsidiëring. - In verpleegkunde is een recent verschijnsel dat 30% van de eerstejaars in de reguliere bachelor opleiding in de Kempen VDAB-studenten zijn. In de rest van Vlaanderen is dit er gemiddeld minder. Mogelijk kent VDAB in onze regio de weg naar de opleiding verpleegkunde beter? 2. Instroom op de arbeidsmarkt Kwantitatief: waar situeren zich de tekorten aan arbeidskrachten? De welzijn- en zorgsector komt handen tekort. Een aantal beroepenclusters uit deze sector behoren tot de lijst van knelpuntberoepen 2013 van VDAB 2. Voor verpleegkundige, verzorgende en kinesitherapeut wordt het knelpuntkarakter van het beroep in de eerste plaats bepaald door een kwantitatief tekort aan arbeidskrachten 3. Voor de beroepen opvoeder (klasse 1 en 2), begeleider (buitenschoolse) kinderopvang en werkleider sociale en beschutte werkplaatsen wordt het knelpuntkarakter bepaald door een kwalitatief tekort of minder gunstige arbeidsomstandigheden. Op basis van de focusgroepen kunnen we dit beeld voor de Kempen verder verfijnen. Verpleegkundigen De ziekenhuizen in de Kempen hebben voorlopig geen grote problemen om de vacatures voor basisfuncties in de vullen. Een groot tekort aan verpleegkundigen is er vooral in de chronische zorg en in het werk met doelgroep ouderen buiten de ziekenhuizen. Dit komt tot uiting in de thuisverpleegkunde en de residentiële ouderenzorg. Ouderenzorg heeft een imagoprobleem bij verpleegkunde: ze is niet zo sexy als de acute zorg en komt regelmatig negatief in de pers. Ook in de residentiële geestelijke gezondheidszorg raken functies in minder aantrekkelijke diensten / doelgroepen moeilijk ingevuld. Vooral bij psychiatrische ouderenzorg is dit moeilijk. Hoofdverpleegkundigen Het tekort aan kandidaten voor middenkaderfuncties (hoofdverpleegkundigen) is problematisch in ziekenhuizen en 2 Bron: 3 Een kwantitatief tekort aan arbeidskrachten betekent volgens de bepaling van VDAB 1) dat het beroep niet meer wordt aangeleerd, 2) dat er te weinig uitstroom is uit bepaalde studierichtingen of 3) dat de deeltijds werkenden niet beschikbaar zijn voor een voltijdse job. 5

6 ouderenzorg. De moeilijkheid van deze functies is de combinatie van in een team staan én tegelijk erboven staan. Deze mensen staan bovendien nog grotendeels mee in de zorg. De verloning weegt niet op tegen de extra verantwoordelijkheden en de extra werkdruk ( managen tussen de soep en de patatten ). Kinderbegeleid(st)ers In de kinderopvang worden mensen met verschillende A2-diploma s tewerkgesteld. Er is een groot verschil tussen kinderdagverblijven en buitenschoolse kinderopvang. Buitenschoolse kinderopvang vindt moeilijk personeel, vooral als gevolg van de vele deeltijdse contracten en onderbroken diensten. Jonge mensen willen vooral voltijds werken. Verzorgenden en zorgkundigen Woon- en zorgcentra vinden voldoende verzorgenden / zorgkundigen in onze regio. De diensten voor thuiszorg die deelnamen aan de focusgroep hebben voldoende instroom. Weinig jonge mensen kiezen na hun 7 e jaar voor gezinszorg. De instroom bestaat grotendeels uit vrouwen die al een gezin hebben omwille van de gezinsvriendelijke uren. Familiehulp heeft haar maximum urencontingent ingevuld. Men stelt bovendien vast dat de vraag naar gezinszorg daalt, mede door het aanbod van poetsdiensten. Maatschappelijk werkers en opvoeders De organisaties uit de welzijnssector geven aan dat ze voldoende kandidaten hebben bij open vacatures. Zeer regelmatig melden zich ook mensen die overgekwalificeerd zijn (vb. Masters die voor bachelor functies solliciteren) of kandidaten die ver weg wonen. Middenkaderfuncties in de welzijnssector Het invullen van de middenkaderfuncties is ook in deze sector moeilijk. Zowel intern als extern zijn er vaak weinig gegadigden. De organisaties zien hier verschillende redenen voor: Algemeen: Het directe contact met cliënten is belangrijk voor veel werknemers in de welzijnssector. Het financiële voordeel weegt bovendien niet op tegen de extra verantwoordelijkheid, zeker als er op bachelor niveau wordt betaald. Het lijkt erop dat minder mensen zin hebben om meer verantwoordelijkheid te dragen en meer flexibel te zijn. Ook in organisaties waar wel een substantiële financiële incentive is voor een hogere functie is het moeilijk om kandidaten te vinden. Extern: bachelors maar ook masters willen eerst aan de basis werken en ervaring opdoen. Voor functies in het middenkader is bovendien bijna altijd ervaring vereist, Pas afgestudeerden komen dus niet in aanmerking. Intern: Mensen willen niet altijd doorgroeien. Doorgroeien betekent vaak een stap in het onbekende: men heeft geen zekerheid dat men de juiste competenties heeft voor leidinggevende functie, en het is moeilijk om uit de eigen groep te stappen en leiding te geven over de eigen collega s. Er zijn bovendien weinig tussenstappen tussen gewoon maatschappelijk 6

7 werker en diensthoofd met een grote verantwoordelijkheid. Algemeen komt uit de focusgroepen naar voor dat er werk aan de winkel is wat betreft het imago van het werken in de zorgsector. Een positiever imago is nodig om cursisten met een positieve motivatie aan te trekken. De campagne ik ga ervoor wordt door de sector als een goede stap ervaren. De nood aan een positieve beeldvorming is in het bijzonder groot voor volgende beroepen: - Begeleider buitenschoolse kinderopvang - Beroepen in de ouderenzorg (vooral naar jongeren toe) - Thuisverpleegkundige Er is ook nood aan een zuivere afbakening van zorgsector en bij de brede bevolking. De termen verpleegkundige, verzorgende, zorgkundige worden vaak slordig door elkaar gebruikt. Tewerkstellingskansen van afstudeerders In bijlage 3 vindt u de cijfers uit de schoolverlatersstudie 2012 van VDAB, op Vlaams niveau, voor de opleidingen die in deze nota besproken worden. We geven hier een aantal belangrijke vaststellingen uit de schoolverlatersstudie weer, per studieniveau: - BSO 3 e en 4 e graad: van alle studiegebieden kent Personenzorg het kleinste percentage werkloze schoolverlaters na 1 jaar, met een restpercentage 4 van slechts 6,7%. Thuis- en bejaardenzorg (7 e jaar), Kinderzorg (7 e jaar) en Toegepaste verpleegkunde (BSO4-HBO5) sluiten quasi naadloos aan bij de vraag van de arbeidsmarkt. - TSO 3 e graad: de grootste instroom op de arbeidsmarkt voor vrouwen uit het TSO komt van de richting Sociale en technische wetenschappen (STW). Eén op tien is werkzoekend na een jaar. De schoolverlatersstudie stelt: het zou een goede zaak zijn als de opleiding STW beter afgestemd wordt op de vraag van de arbeidsmarkt die in deze sector toch wel bijzonder groot is. Waarom deze opleiding niet meer richten op hulp aan huis voor zieken, bejaarden of personen met een handicap in nauwe samenwerking met organisaties die in deze sector actief zijn? 5 De opleiding gezondheids- en welzijnswetenschappen doet het met een restpercentage van 8,8% dan weer beter dan gemiddeld. - Professionele Bachelors: van alle schoolverlaters zijn professionele bachelors het minst werkzoekend 1 jaar na afstuderen (5,3%). Absolute top op dit studieniveau is het studiegebied gezondheidszorg dat met een restpercentage van 1,6% schitterende kansen biedt op de arbeidsmarkt. In de opleiding verpleegkunde is na 1 jaar amper nog een werkzoekende schoolverlater te vinden. Ook vroedkunde doet het met een restpercentage van 2,2% goed. Het restpercentage in het studiegebied sociaal-agogisch werk ligt maar net boven het (zeer lage) gemiddelde voor dit studieniveau (5,6%). Ook hier kunnen we aanvullingen doen voor de regio Kempen vanuit de focusgroepen. Kinderzorg Er is traditioneel een overschot aan uitstroom uit deze richting. De laatste jaren is er wel meer een evenwicht met het aantal afstudeerders 4 Van alle schoolverlaters wordt nagegaan wie 1 jaar na het verlaten van de school als werkzoekende staat ingeschreven bij VDAB. Dit aantal, in verhouding tot het totaal aantal schoolverlaters, is het restpercentage. 5 Bron: Schoolverlatersstudie 2012 VDAB, p. 39 7

8 vroedkundigen organisatiehulp en assistentie Jeugd- en gehandicaptenzorg Ouderencoaching (banaba) uit thuis- en bejaardenzorg. De arbeidsmarkt voor vroedkundigen bereikt een verzadigingspunt, zeker nu in de toekomst vroedvrouwen niet meer als verpleegkundige zullen kunnen werken. Vanuit het onderwijs wordt gesignaleerd dat er voor de afstudeerders uit de BSO-richting geen plaats op de arbeidsmarkt is. Deze leerlingen worden veel gevraagd als stagiair in WZC, maar worden weinig aangeworven. Een thuiszorgorganisatie in de focusgroep zorg geeft aan dat er voor huishoudhulpen weinig samenwerking is met de opleiding organisatiehulp. Deze mensen lijken niet tot bij hen te geraken. Voor deze richting blijkt er een probleem in de afstemming tussen vraag en aanbod. Het VVKSO komt in een onderzoek over het studiegebied personenzorg tot dezelfde conclusie: de studierichting leidt niet tot beroepskwalificatie. Bijna alle leerlingen komen op de arbeidsmarkt maar de werkloosheidscijfers zijn erg hoog. Zeer opvallend in vergelijking met andere zevende jaren 6. Veel cursisten in deze opleiding verwachten in de jeugdhulp terecht te komen, maar in realiteit is dit een minderheid. Uit een studie van VVKSO blijkt ook dat de tewerkstellingsbehoefte van secundair opgeleide opvoeders / begeleiders in gehandicaptenzorg zal verkleinen, wat voor bijzondere jeugdzorg nu al het geval is: men vraagt voornamelijk hoger opgeleiden 7. Het werkveld moet nog leren kennen wat de banaba opleiding ouderencoaching precies inhoudt en wat het doel is. De sector is zich bewust van de noden, maar als men het profiel van de afgestudeerden niet kent, zal men deze profielen ook niet vragen. Zowel qua de bekendmaking als afstemming met het werkveld is nog een weg af te leggen. Het gevraagde profiel van (kandidaat)werknemers Werkgevers in de zorg- en welzijnssector vinden persoonskenmerken van een (kandidaat) werknemer belangrijk. Men ervaart hierbij een verschil tussen het profiel van cursisten vanuit CVO s en leerlingen uit het secundair onderwijs. Voor werkgevers in de zorgsector zijn volgende factoren belangrijk: levenservaring, maturiteit en motivatie. Mensen met een late roeping hebben vaak een sterke motivatie. Voor werkgevers uit de welzijnssector zijn het groeipotentieel en de motivatie van mensen belangrijk. De sector stelt regelmatig de vraag of een persoon met de juiste motivatie aan de opleiding begonnen is en of het terecht is dat hij / zij een diploma haalde. Werkgevers ervaren hierin een verschil tussen scholen. De interessantste profielen vinden werkgevers de mensen die 6 Bron: Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs: Toekomst Secundair Onderwijs: welzijn en maatschappij. P Bron: idem. P. 8. 8

9 eerst een bachelor en dan een master hebben gestudeerd: masters die met hun twee voeten in de stagepraktijk hebben gestaan. Deze mensen kunnen inhoudelijk veel input geven en spelen vaak een belangrijke rol in innovatie en zijn zo een grote meerwaarde voor organisaties. Er zijn wel accentverschillen tussen de subsectoren: - Sociale economie selecteert een divers publiek met diverse vooropleidingen, van maatschappelijk werker tot secretariaat talen. Mensen die worden aangeworven moeten een basis hebben, maar worden verder intern opgeleid. - Geestelijke gezondheidszorg werd 10 jaar geleden uit de opleiding sociaal werk gehaald. Nu maakt de opleiding de beweging om dit opnieuw onderdeel te maken van de opleiding, terwijl de sector de beweging maakt naar maatschappelijk werkers pur sang die multidisciplinair werken, dus geen maatschappelijk werkers met een therapie-opleiding. - Algemeen welzijnswerk heeft soms nood aan profielen die een combinatie zijn van maatschappelijk werk en sociaal-cultureel werk. De vraag stelt zich dan of de opsplitsing tussen maatschappelijk werk en sociaal-cultureel werk nog zinvol is vandaag. - Jeugdhulp: op basis van de evoluties in deze sector hebben organisaties nood aan goede opvoeders die tegelijk maatschappelijk werker zijn: van de kinderen die residentieel zijn opgenomen, wordt ook het gezin opgevolgd. Er wordt verwacht van mensen in de jeugdhulp dat ze de beide kunnen. Het zou interessant zijn dat er een opleiding georganiseerd wordt, specifiek voor de sector jeugdhulp. Ook andere formules waarbij studenten de mogelijkheid krijgen om zich meer te specialiseren zijn interessant, bv. met een module jeugdhulp, een specifieke Banaba of studiedagen tijdens de opleiding. Tot slot trappen we een open deur in met de vaststelling dat de welzijns- en zorgsector overwegend vrouwelijk is. Evenwel kan deze realiteit niet genegeerd worden. Zwangerschappen, ouderschapsverlof e.d. leggen druk op de continuïteit op de werkvloer en een zekere vermannelijking zou positief zijn. Kwaliteit van de afgestudeerden We lijsten hieronder de vaststellingen bij de kwaliteit van de van afgestudeerden op, gegroepeerd per opleiding. Aangezien de nadruk in de focusgroepen lag op het inventariseren van knelpunten en uitdagingen in de afstemming onderwijs-arbeidsmarkt, ligt de nadruk hier vooral op de zwaktes. De kwaliteit van een werknemer is een combinatie van verschillende aspecten: vakkennis, (technische) vaardigheden, praktisch inzicht, de juiste attitude, groeipotentieel,... Bovendien moeten de oorzaken van bepaalde sterktes en zwaktes bij uitstromers gezocht worden op diverse fronten: opleiding, maar ook maatschappelijke evoluties en opvoeding spelen een rol. Dit maakt van kwaliteit een complex geheel. De afstemming tussen onderwijs en de arbeidsmarkt is bijgevolg ook aan de genoemde factoren onderhavig. Sociaal werk Een groep studenten die instroomt in de opleiding mist zelfstandigheid: plannen, zelfstandig omgaan met leerstof, verantwoordelijkheid nemen over de eigen studie. Docenten geven aan dat het taalgebruik van studenten minder nauwkeurig is. Dit komt overeen met een vaststelling van aan de zijde van de werkgevers: de kwaliteit van schriftelijke rapportage wordt slechter. Soms gaat dit over de vaardigheid om over te brengen wat men doet (gevat, bondig schrijven), en soms 9

10 hangt dit ook samen met de competentie om een goede analyse te maken van de werkelijkheid. De indruk leeft dat de lat verlaagd is op het vlak van abstraheren en analyseren. In de opleiding sociaal werk wordt hieraan reeds een antwoord geboden met een leerlijn rond taal. Er wordt een verband gezien met de vooropleiding van de studenten maatschappelijk werk uit TSO en BSO. Een andere mogelijke verklaring ligt in de manier waarop verslaggeving wordt aangeleerd in de opleiding: studenten leren om eerst te beschrijven en pas daarna een interpretatie te maken. Dit resulteert in uitgebreide verslagen. De vraag stelt zich ook naar het belang van verslaggeving, t.o.v. bv. de vaardigheid om met mensen te werken en veranderingsprocessen op gang te brengen. De generatie die nu afstudeert gebruikt bovendien andere kanalen gebruiken om te communiceren dan klassieke schriftelijke rapportage, wat ook mogelijkheden biedt. Dit verschilt per deelsector. Bv. in OCMW s is verslaggeving erg belangrijk. De kennis van geestelijke gezondheidszorg, en van methodieken is beperkt bij schoolverlaters. Wat echter zeer belangrijk is als basis, is een kennis van de bestaande stromingen en methodieken en de vaardigheid om de juiste keuze voor een bepaalde methodiek te kunnen maken. Een andere vaardigheid die verminderd is, is het denken in een ruimer kader over de samenleving als geheel: maatschappijkritisch zijn, ethische debatten aangaan, de ruimere actualiteit volgen. Het kader is enger geworden, en dat heeft gevolgen voor de hulpverleningsvisie die mensen hanteren. De vraag wordt gesteld of hogescholen nog genoeg de verantwoordelijkheid opnemen om ethische discussies aan te gaan met studenten. Binnen OCMW s merkt men ook dat maatschappelijk werkers minder goed op de hoogte zijn van wat er in het geheel van de organisatie en de gemeente gaande is. Werkgevers noemen empathie en het vermogen om om te gaan met een complexe samenleving als sterktes van afgestudeerde sociaal werkers van de laatste 5 à 10 jaar. Informatica en e-hulpverlening (dit vraagt een andere aanpak dan face-to-face) en interculturele competenties zijn eveneens belangrijk. De ICT-vaardigheden van jonge werknemers zijn over het algemeen goed. Verpleegkunde Ziekenhuizen willen verpleegkundigen die direct en breed inzetbaar zijn. Vroeger werd er in de opleiding veel nadruk gelegd op technieken (bedden opmaken, steriliteit, ). Nu is er minder aandacht voor technische vaardigheden, en wordt er meer rond competenties gewerkt. Het onderwijs gaat ervan uit dat technische vaardigheden nog in het werkveld kunnen worden geleerd. Werkgevers zijn het hiermee eens, maar de aanwezige basis moet sterk genoeg zijn. In geestelijke gezondheidszorg wordt een daling van het niveau ervaren, zowel voor studenten op A1 als A2 niveau en dit vooral bij de jonge verpleegkundigen. Met betrekking tot volgende aspecten is het niveau is lager dan verwacht wordt 10

11 vanuit de werkgever: verpleegkundige handelingen, farmacologie, gesprekstechnieken, basiskennis van psychopathologie, updating van nieuwe tendenzen en concepten (psy 107, oplossingsgericht denken, 'veerkrachtresilience',...) is en de diepgang waarmee de observatiegegevens worden verwerkt (deze is beperkter). Dit wordt deels verklaard door de instroom in het onderwijs: weinig ASOstudenten, voornamelijk BSO & TSO. De sector stelt zich ook de vraag of dit een gevolg is van de generieke opleiding die van 2 naar 3 jaar is gebracht en waarbij de module psychiatrie veel minder is uitgewerkt dan voorheen. Het vroegere 3 e jaar psychiatrie had inhoudelijk meer gerichte modules. Het lijkt nu bijna noodzakelijk om een banaba geestelijke gezondheidszorg te volgen om op hetzelfde niveau te eindigen als voorheen na het 3e jaar psychiatrie. Naar de banaba GGZ toe komt de vraag vanuit de sector om het aantal stage-uren voor studenten op de eigen werkplek te verminderen. Gezien de vergrijzing van de bevolking acht de sector GGZ het ook wenselijk de module ouderen met een psychiatrische problematiek uit te breiden, net als de stages in deze sector. De complexe pathologie (psychisch en somatisch) maakt deze sector interessant voor verpleegkundigen die graag verpleegtechnische handelingen uitvoeren en toch ook graag patiënten begeleiden op psychisch vlak. Verzorgende / zorgkundige Achttienjarigen die afstuderen als verzorgende of zorgkundige hebben minder ervaring met huishoudelijke taken dan de zij-instromers vanuit CVO s. Dit maakt het moeilijk voor 7 e- jaars om in te stromen in de thuiszorg. Een verzorgende werkt direct alleen in gezinnen, wat de mogelijkheid om vaardigheden te leren in het werkveld beperkt maakt. Cursisten uit het volwassenenonderwijs voldoen sneller aan het verwachte niveau. Sommige diensten voor thuiszorg geven zelf een startopleiding aan de nieuwe verzorgenden, maar dit is beperkt. Jonge verzorgenden zien bovendien minder goed zelf werk. Cliënten moeten meer zelf zeggen wat ze willen dat er gebeurt. Kinderzorg Vanuit het onderwijs worden er vragen gesteld bij de afbakening van functies in het werkveld. Zorgkundigen worden in sommige WZC verplicht om taken van verpleegkundigen uit te voeren die ze volgens de wet niet mogen uitvoeren en waarvoor ze ook niet opgeleid worden. Als deze afbakening niet gerespecteerd wordt, kan de afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt niet optimaal zijn. Ook bij kinderzorg voldoen cursisten uit het volwassenenonderwijs sneller aan het verwachte niveau. In de focusgroep wordt vastgesteld dat er in de opleiding kinderzorg te veel nadruk ligt op het organiseren van activiteiten met kinderen en te weinig op teamwork en leren van elkaar. Dit zijn echter belangrijke aspecten van de job. In de buitenschoolse kinderopvang blijkt dat mensen uit het volwassenenonderwijs beter toegerust zijn voor deze job. Cursisten moeten zowel de module kinderzorg als buitenschoolse kinderopvang volgen om te slagen. 11

12 Landelijke Kinderopvang en KIKO adviseren scholen dan ook om de modules buitenschoolse kinderopvang standaard in de opleiding op te nemen. Hiermee samenhangend is ook de stage in buitenschoolse kinderopvang niet in alle scholen een verplicht onderdeel. De enige regel die momenteel bestaat is dat wanneer er stage wordt gelopen in buitenschoolse kinderopvang, dezelfde normen moeten worden gehanteerd. De sector van buitenschoolse kinderopvang is vragende partij voor een gelijkschakeling van opleidingen m.b.t. verplichte stages in de buitenschoolse kinderopvang. Dit is immers een grote sector qua tewerkstelling, terwijl er in kleuterscholen en kinderdagverblijven een overschot is aan kinderverzorgsters. Secundair onderwijs versus volwassenenonderwijs In bovenstaande kan u enkele malen de vaststelling lezen dat voor een aantal zorgberoepen de uitstromers uit het volwassenenonderwijs sneller voldoen aan het verwachte niveau dan leerlingen uit het secundair onderwijs. Hierbij wordt verwezen naar een combinatie van persoonsgebonden en opleidinggebonden factoren: - Persoonskenmerken van cursisten spelen een belangrijke rol: maturiteit, vermogen tot zelfreflectie, ervaring en motivatie. Hun leervermogen is vaak ook groter (want: dit is een publiek met een zeer diverse achtergrond & vooropleiding, t.o.v. secundair onderwijs: allemaal leerlingen in beroepsrichting) - Volgens de inspectie sluit het volwassenenonderwijs inhoudelijk beter aan bij de arbeidsmarkt omdat opleidingsprofielen worden vaak vernieuwd, in tegenstelling tot het secundair onderwijs waar een aantal leerplannen verouderd zijn. CVO s kunnen flexibeler inspelen op evoluties in het werkveld, terwijl secundaire scholen soms moeten vals spelen om af te wijken van leerplannen. - In het volwassenenonderwijs zijn een aantal richtingen ontdubbeld die in het secundair onderwijs gecombineerd zijn, omdat een volwassen cursist beter in staat is om gerichte keuzes te maken dan een 16-jarige leerling. Het gevolg is dat de opleiding aan het CVO specifieker en diepgaander kan zijn en de competenties van afgestudeerden beter aansluiten bij de noden van de sectoren. Afstemming Onderwijs-Arbeidsmarkt a) Goede contacten tussen onderwijs en het werkveld Zowel het onderwijs als het werkveld hechten belang aan regelmatige en goede contacten tussen beide partijen. De banden tussen onderwijs en werkveld blijken in de praktijk ook sterk te zijn. Er gebeurt veel overleg tussen scholen en werkveld, zowel binnen de context van de school als op de werkvloer. Zonder volledig te willen zijn, geven we hier een aantal wegen weer waarlangs onderwijs en werkveld elkaar vandaag reeds vinden of kunnen vinden. - Stages en stagebegeleiding zijn een belangrijke bron van contacten tussen onderwijs en werkveld (zie b.). - Gecombineerde opdrachten voor docenten: 12

13 Positieve ervaringen met gecombineerde opdrachten worden opgetekend in de opleiding HBO5 aan het Hivset en de opleidingen verpleegkunde en sociaal werk aan Thomas More. De instellingen voeren hieromtrent een bewust beleid. Het departement sociaal werk toetst bij de aanwerving van nieuwe docenten de bereidheid voor maatschappelijke dienstverlening. Ongeveer een derde van de docenten werkt halftijds aan de hogeschool en halftijds in het werkveld. Er wordt veel gedetacheerd naar organisaties in het netwerk van de opleiding. Er wordt gecommuniceerd naar de sector dat docenten bijvoorbeeld vervangingen voor zwangerschappen kunnen doen. Dit kan goed vooraf gepland worden. Een gecombineerde opdracht vraagt flexibiliteit van alle betrokkenen: onderwijs, werkveld en de persoon in kwestie. In het secundair onderwijs is dit iets moeilijker, door het feit dat het pedagogische project in het secundair onderwijs veel breder gaat dan de lessen geven. Een aantal opleidingsinstellingen heeft de ervaring dat de meeste werknemers op termijn een keuze maken voor één van beide werkgevers. - Werken met voordrachthouders en gastsprekers uit het werkveld: het kader van de overheid biedt de mogelijkheid om onderwijsuren om te zetten in middelen waarmee gastsprekers kunnen worden aangetrokken, voor lesopdrachten maar ook voor begeleidingsopdrachten. O.a. HIVSET heeft positieve ervaringen met het werken met voordrachthouders. Dit kader is niet door alle HBO5- en Se-n-se 8 -opleidingen even goed gekend. - Projectmatig werk: Een sterk voorbeeld is te vinden bij de opleiding sociaal werk. In de optie sociaal-cultureel werk is dit sterk uitgebouwd, door de focus op het werken met groepen. Projectmatig werken zal in de toekomst vroeger worden aangeboden, aan alle studenten. - Thomas More kent een sterk uitgebouwde traditie van onderzoek, maatschappelijke dienstverlening en van vormingen op vraag voor het werkveld. - Tot slot biedt ook een goede alumniwerking mogelijkheden: het biedt mogelijkheden voor terugkoppeling vanuit het werkveld over de waarde van de opleiding die jonge werknemers genoten hebben en om studenten in contact te brengen met jonge werknemers. Scholen geven aan dat het echter niet evident is om contact te houden met oud-leerlingen of om hun traject te blijven volgen en zijn vragende partij voor een centraal registratiesysteem. b) Stages zijn waardevol en goede stagebegeleiding is cruciaal De belangrijke plaats van stages in opleidingen die leiden naar de zorg- en welzijnssector, biedt veel kansen tot contacten tussen scholen en organisaties in het werkveld. Dit is positief voor de afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt, en leerkrachten leren veel over het werkveld tijdens stagebezoeken. Stages worden zowel door de school als door het werkveld als zeer waardevol ervaren. Tijdens de focusgroepen werden de kenmerken van een goede stage besproken en gestoffeerd met talrijke voorbeelden. - Contact met het werkveld wordt best vroeg in de opleiding ingebouwd 8 Se-n-Se staat voor secundair na secundair en verwijst naar de 7 e specialisatiejaren in TSO en KSO. 13

14 Verschillende opleidingsinstellingen hebben positieve ervaring met het inrichten van een stage of inleefstage aan het begin van een opleiding. Deze ervaring geeft studenten een realistisch(er) beeld over het werk en de doelgroep, en maakt dat mensen die met een verkeerd beeld of een verkeerde motivatie aan een opleiding beginnen, sneller worden uitgefilterd. Zowel in het secundair onderwijs, volwassenenonderwijs als hoger onderwijs wordt dit vastgesteld. De hogeschoolopleidingen sociaal werk en ergotherapie werken aan het vervroegen van de contacten met het werkveld naar het eerste jaar. In ergotherapie draaien studenten twee keer twee dagen mee in een organisaties. Het is niet evident om hier kandidaat-organisaties voor te vinden. Sociaal werk plant vanaf het schooljaar om studenten te laten kennismaken met diverse doelgroepen via een soortgelijk initiatief. In de secundaire opleiding gezondheids- en welzijnswetenschappen aan Rozenberg Mol wordt gewerkt met een project vrijwilligerswerk om leerlingen vroeg in de opleiding in contact te brengen met diverse doelgroepen. Cursisten aan CVO s staan reeds in de vroege stage regelmatig meteen alleen op de werkplek om het tekort aan werkkrachten mee op te vangen. Dit staat haaks staat op het stapsgewijs verwerven van competenties in de school. Deze praktijk verschilt zeer sterk tussen stageplaatsen en is minder het geval voor leerlingen uit het secundair onderwijs. - De duur en de periode van stages Veel organisaties in de welzijnssector zijn vragende partij voor lange stages. Stages van 2-3 weken zijn vaak moeilijk. Langere stages bieden meer leerkansen, meer win-win voor student én werkgever, meer mogelijkheden voor mentor om een student op te volgen en te begeleiden. De opleiding verpleegkunde aan Thomas More is vanuit dezelfde vaststellingen gestart met een zoektocht naar nieuwe werkvormen in stages. Vroeger liepen studenten veel korte stages op verschillende plaatsen. Nu wordt er gewerkt met stages van 4 maanden, waarbij een studenten een aantal patiënten volledig opvolgt. Er wordt gezocht naar een win-win voor onderwijs én sector, bv. door bachelorproef rond de stageplaats te laten maken rond een thema waar de organisatie zelf meerwaarde uit haalt. Idem in de opleiding sociaal werk. In buitenschoolse kinderopvang zijn de vakanties de drukste en interessantste periodes voor stages, maar leerlingen mogen tijdens de vakantie geen stage lopen om verzekeringstechnische redenen. De sector is vragende partij voor een aanpassing. Dit wordt opgevangen door leerlingen als jobstudent te laten werken. - Begeleiding vanuit de school en de stageplaats: Contacten tussen scholen en werkgevers tijdens de stage worden belangrijk gevonden door alle partijen. Organisaties hebben goede samenwerkingen met scholen. Stagiairs blijken zelf wel aan te geven dat meer overleg tussen de stagementor en de lector vanuit de school goed zou zijn. Vandaag is een stagedocent vanuit de opleiding minder aanwezig op de stageplaats dan vroeger. De aanwezigheid beperkt dit zich vaak tot een tussentijds gesprek en een evaluatiegesprek. 14

15 In de zorgsector leeft de indruk dat er nu meer aan het werkveld wordt overgelaten. Stagiairs volgden vroeger het werkrooster van de organisatie, en deden dus ook weekends. Dit is niet meer het geval, waardoor jonge afgestudeerden geen correct beeld hebben wanneer ze beginnen werken. Bovendien zijn er minder stagebezoeken waardoor er meer wordt verwacht van de stagementor op de werkvloer die de stagiair opvolgt aan de hand van een checklist. Ook het meewerken op de stageplaats door leerkrachten is leerrijk. Bijvoorbeeld in de opleiding kinderzorg zijn leerkrachten vaak verpleegkundige van opleiding, die weinig voeling hebben met de sector van buitenschoolse kinderopvang. Door mee te werken op de stageplaats bouwen leerkrachten voeling met en kennis over de sector op. In een aantal secundaire opleidingen werken leerkrachten wel mee op de stageplaats, zoals in de richting verzorging op het Heilig Graf. In het BUSO van het GO wordt aan werkplekleren gedaan in de zin dat de leerlingen een dag per week in samen met de leerkracht in een organisatie werken. - Een correcte evaluatie van stages is belangrijk: Voor een goede uitstroom van onderwijs naar arbeidsmarkt is een correcte evaluatie van stages cruciaal. Dit is een gedeelde verantwoordelijkheid van de school en de stage-organisatie. Mentoren op de werkvloer moeten goed toegerust worden om leerlingen te begeleiden en beoordelen. Als mentoren leerlingen geen slechte evaluaties durven geven, komen sommige leerlingen onterecht in het werkveld terecht. De uitgangsvraag moet zijn: zou je deze leerling als collega willen?. In een aantal sectoren bestaat er een samenwerking tussen de sector en opleidingsinstellingen voor de vorming van mentoren. Een terugkomdag na de stage is een goede link tussen het werkveld en de school. - Beschikbaarheid van voldoende stageplaatsen Een aantal sectoren ervaren dat ze aan hun plafond zitten qua aantal stageplaatsen dat ze kunnen aanbieden. Vooral in de thuiszorg (stages voor verzorgenden / zorgkundigen) is het tekort nijpend. Ook de opleidingen vroedkunde en verpleegkunde ervaren moeilijkheden om voldoende stageplaatsen te vinden. - Jeugdhulp zou het interessant vinden als studenten met een bewuste voorkeur voor een bepaalde sector de kans krijgen om ook al een lange stage te doen in de sector van hun voorkeur, of om beide stages in dezelfde sector te doen. Dit geeft studenten de kans om zich al meer te specialiseren, net als de mogelijkheid om in het laatste jaar al méér keuzevakken op maat van de eigen interesse te volgen. Twee kanttekeningen die hierbij worden gemaakt: o deze specialisaties zijn voor een arbeidsmarkt als geheel niet altijd interessant (bv. cursisten jeugd- en gehandicaptenzorg kiezen voornamelijk voor jeugdhulp, terwijl in gehandicaptenzorg meer vacatures zijn) o goede generalisten zijn ook belangrijk voor de welzijnssector 15

16 Uitstroom uit de sector en de rol van het onderwijs Uit onderzoek blijkt dat de zorg- en welzijnssector in heel Vlaanderen een lage uitstroom kent. In de social profit lag in 2008 de uitstroomgraad op 10%, wat betekent dat één op 10 van alle medewerkers in de social profit dat jaar is uitgestroomd uit de social profit sector. Op de totale Vlaamse arbeidsmarkt (met uitzondering van de overheid) bedroeg deze uitstroom 16% 9. Volgende vaststellingen werden in de focusgroepen gedaan: - Zorgsector De uitstroom verschilt sterk per deelsector. Bv. thuiszorg kent zeer weinig vrijwillige uitstroom. De uitstroom uit de zorgsector wordt grotendeels bepaald door factoren die te maken hebben met werkomstandigheden (werkdruk, combinatie met gezin, werkuren, fysiek en psychisch zwaar werk, beperkte doorgroeimogelijkheden, ) en kennen eerder weinig met factoren waar onderwijs invloed op heeft. Van de jongeren die in secundair onderwijs afstuderen in een zorgrichting is er een groep die niet in de sector stapt. Dit heeft dan vooral te maken de vele deeltijdse en tijdelijke betrekkingen in de sector. Werkgevers kunnen in de randvoorwaarden wel inspelen op wat een werknemer belangrijk vindt, volgens het cafetaria-principe : de ene werknemer vindt maaltijdcheques een voordeel, terwijl een andere werknemer gemotiveerd wordt door 2 maanden verlof per jaar voor een grote reis. - Welzijnssector Vanuit de opleiding sociaal werk zijn de tewerkstellingsmogelijkheden zeer breed waardoor de uitstroom uit de sector beperkt is. Er zijn verschillen tussen de deelsectoren: o Jeugdhulp: de anciënniteit in deze sector is gemiddeld 5 jaar. Een groep instromers studeert af met zeer hoge verwachtingen over het veranderen van de samenleving. Als dan blijkt dat de voldoening in de job en wat een hulpverlener kan teweegbrengen beperkt is, haken deze mensen af. o OCMW s ervaren eerder een omgekeerde beweging: het beeld van een OCMW is vooraf eerder negatief ( log en bureacratisch ), maar de realiteit blijkt beter te zijn, met weinig uitstroom tot gevolg. Er zijn een aantal elementen in de welzijnssector waar een hulpverlener mee moet leren omgaan en die mee de uitstroom bepalen. (Een aantal van) deze elementen zijn zinvolle inhouden voor het onderwijs. - Beeldvorming over het cliëntsysteem: in een aantal sectoren moet appreciatie gevonden worden in het deel uitmaken van een team, niet vanuit het cliëntsysteem. Belangrijk is om 9 Bron: Verso Direct Nieuwsflash februari

17 in de opleiding voldoende aandacht te besteden aan de beeldvorming over het cliëntsysteem en hulpvragen: hulpverleners zijn er onvoldoende op voorbereid dat er vaak geen hulpvraag is en dat cliënten niet zitten te wachten op een hulpverlener. - Vermijdingsgedrag en agressie van cliënten. - De onmacht om als hulpverlener een situatie te veranderen. - Draagkracht: burn-outs hebben zelden alleen te maken met factoren op het werk. Er is bijna altijd een combinatie met privé-factoren of eenvoudigweg de combinatie werk privé. Deze balans draaglast-draagkracht is zeer belangrijk in de welzijnssector en vraagt aandacht voor zelfzorg en grenzen stellen. - In geestelijke gezondheidszorg worstelen maatschappelijk werkers met de vraag: wie ben ik als maatschappelijk werker binnen het geheel van een multidisciplinair team? Met betrekking tot levenslang leren en vorming voor werknemers werden volgende vaststellingen en aanbevelingen opgetekend: - Op het vlak van bijscholingen van werknemers zou nauwer overleg tussen werkveld en CVO s en andere aanbieders van nascholingen in functie van de afstemming van het nascholingsaanbod op de noden zinvol zijn. - Mogelijk kunnen bepaalde bijscholingen regionaal en sector-overschrijdend aangetrokken worden, waardoor er kruisbestuiving kan ontstaan tussen sectoren, bv. rond interculturele vaardigheden. Dit kan een rol zijn voor de hogescholen in de regio. Belangrijk is dan wel dat de opleiding specifiek genoeg is om zinvol te zijn voor de diverse organisaties. - Zowel onderwijs als sector zijn overtuigd van de waarde van het zalmmodel t.o.v. het watervalsysteem: beginnen bij het begin, en trapsgewijs opklimmen en bijscholen. Om levenslang leren te promoten is het belangrijk om leerlingen perspectief te kunnen bieden op de latere leerloopbaan: het einddiploma is niet het einde van het leren. Hiervoor zijn een aantal zaken belangrijk: Promotie van het zalm-model bij leerlingen en hun ouders, maar ook bij secundaire scholen. Vooral ASO-scholen gebruiken slaagcijfers van hun exleerlingen aan universiteiten als promotie en verwijzen hun leerlingen minder door naar professionele bachelors. maatregelen om de combinatie van werken en studeren te ondersteunen: er zijn al heel wat mogelijkheden. Zij deze voldoende gekend? Welke bijkomende maatregelen zijn nodig? Discussie Doorheen de gesprekken in de focusgroepen werd het begrip van kwaliteit van de instroom op de arbeidsmarkt door de respondenten in een ruimer perspectief geplaatst en werden een aantal vraagtekens gezet bij de vastgestelde knelpunten. Dit leidt tot een aantal spanningsvelden en ruimere beschouwingen die we hier willen weergeven. A. Daalt de kwaliteit van afstudeerders, of stijgen de eisen van het werkveld, of voltrekken beide tegengestelde bewegingen zich tegelijkertijd? 17

18 Als gevolg van een aantal tendensen (watervalsysteem in het onderwijs, democratisering van het onderwijs, etc.) is het aandeel van jongeren met een TSO- of BSO-diploma in bacheloropleidingen sterk gestegen. Als gevolg hiervan dalen de verwachtingen die aan de studenten in de bacheloropleidingen kunnen worden gesteld. Deze evolutie voltrekt zich tegelijk met een aantal evoluties op de arbeidsmarkt in de tegenovergestelde richting, die maken dat de eisen die aan werknemers worden gesteld net stijgen. De samenleving wordt complexer en bijgevolg ook de situaties en cliëntsystemen waarmee hulp- en zorgverleners te maken krijgen. Doelgroepen worden meer divers, zorg wordt breder. Bovendien geven een aantal werkgevers aan dat er door stijgende werkdruk minder tijd en energie kan worden besteed aan het inwerken van nieuwe medewerkers, waardoor van werknemers wordt verwacht dat ze relatief direct inzetbaar zijn. Er wordt een goede basis aan theoretische kennis verwacht maar ook de nodige technische vaardigheden. Tegelijk met deze twee tegenstelde bewegingen is de duur van de basisopleidingen niet verhoogd. Dit maakt dat zowel opleidingsinstellingen, werkgevers als regelgevende overheden de juiste prioriteiten moeten stellen met betrekking tot de eisen die worden gesteld aan cursisten / nieuwe werknemers. De competenties die worden gevraagd moeten overeenkomen met het diploma dat wordt gevraagd voor jobs en het loon dat hiermee samenhangt. - vb. OCMW s: de wetgever houdt vast aan het diploma van maatschappelijk werker, maar aan de competenties die vereist worden kunnen vandaag moeilijk voldaan worden door mensen die enkel over een diploma maatschappelijk werk beschikken. Idem voor andere sectoren: er wordt beroep gedaan op masters, maar hier staat een loon op bachelor niveau tegenover. - vb. Zorgkundigen worden door werkgevers gevraagd om taken uit te voeren die officieel door verpleegkundigen dienen uitgevoerd te worden, en waar zorgkundigen niet toe opgeleid worden. Werkgevers wijzen op een dubieuze rol van de overheid: het is moeilijk om voldoende verpleegkundigen te vinden voor WZC, en de norm die de overheid stelt is zo laag dat het met het minimum aantal verpleegkundigen in huis niet mogelijk is om de opgelegde taakafbakening te respecteren. B. Waar eindigt de verantwoordelijkheid van het onderwijs en begint deze van werkgevers en van de werknemer? Uit de eerste bedenking vloeit automatisch voort dat nieuwe werkkrachten nog heel wat moeten bijleren. De vraag stelt zich: Wat moet als basis aanwezig zijn als een leerling afstudeert, en wat kan nog on the job worden geleerd? Welke kwaliteitsgarantie mag er wel gevraagd worden van opleidingsinstellingen? En hoeveel kunnen werkgevers vandaag investeren in nieuw personeel? Respondenten in de focusgroep welzijn zien het als een belangrijke rol van het onderwijs om studenten intellectueel te prikkelen en een aantal theoretische kaders en stromingen mee te geven. De specifieke kwalificaties moeten gebeuren in de sector: tijdens de stage en bij het opleiden van nieuwe medewerkers. Er wordt meermaals aangegeven dat attitudes en basishouding, de ontwikkelingsbereidheid belangrijker zijn dan kennis. De vraag die zich stelt is echter: handelen werkgevers hier in de praktijk naar? Ligt in de praktijk bij aanwervingen de nadruk op vakkennis en vaardigheden, omwille van de nood aan direct inzetbare krachten, of is er voldoende ruimte om het potentieel van ruwe bolsters te ontplooien en vorming te bieden aan nieuwe werknemers? En hoe ga je hier als werkgever mee om in het licht van de tendens dat werknemers sneller van werkgever veranderen dan in het verleden? 18

19 In de focusgroep zorg wordt vastgesteld dat hier soms een kloof is tussen selectieverantwoordelijken die potentieel zien in ruwe bolsters en collega s op de werkvloer die omwille van de hoge werkdruk nood hebben aan direct inzetbare collega s. Bovendien wordt ook vastgesteld dat VTO in financieel krappe tijden één van de zaken is waarop wordt bespaard. De meeste organisaties hebben echter wel een bewust beleid rond het opleiden van nieuwe medewerkers: - Vb. sociale economie: bewuste keuze om sterk te investeren nieuwe werknemers, zowel met interne als externe opleiding. Niet het diploma is belangrijk, wel de competenties. De ervaring van het WEB is dat wanneer je als organisatie investeert in mensen, je hen ook bindt aan de organisatie. - Vb. thuiszorgdienst die een 4-daagse introductiecursus inricht in voor nieuwe medewerkers. - Vb. Kinderopvangsector organiseert zelf een mentorenopleiding voor kinderverzorgsters. In andere sectoren (bv. ziekenhuizen) wordt hiervoor samengewerkt met scholen en vormingsinstellingen (bv. Hivset). C. Hoe gaan werkgevers om met attitudes van jonge werknemers en de evoluties in de samenleving op dit vlak? De attitude van een stagiaire of nieuwe werknemer speelt ook een belangrijke rol voor werkgevers. In de focusgroepen met de sector werden een aantal punten van kritiek geformuleerd bij de attitudes van (jonge) stagiairs / werknemers. Op dit vlak zijn er een aantal maatschappelijke evoluties die soms haaks staan op de verwachtingen van werkgevers. Kritieken vanuit de kant van de werkgever zijn onder andere: een gedaalde socio-emotionele betrokkenheid bij de job, sniffen ( dit staat niet in mijn functieprofiel ) en minder bereidheid om zich flexibel in te schakelen in uurregelingen en vakantieregelingen. Deze zaken kunnen echter niet (alleen) door het onderwijs worden opgevangen, maar zijn een gedeelde verantwoordelijkheid van jongeren zelf, hun ouders, onderwijs en werkgevers, kortom van de brede samenleving. De samenleving is vandaag meer gericht op zelfontplooiing. Jongeren worden meer dan vroeger opgevoed tot mondige burgers die zelf kunnen bepalen wat ze willen en wat niet. Meer dan in het verleden gaan mensen werken om te leven en niet andersom. Bovendien is het watervalsysteem in het onderwijs hardnekkig, waardoor in zorgrichtingen in het secundair onderwijs een groep van jongeren zit voor wie zorg een negatieve keuze is ( als je niks kan, ga je maar naar de zorg ). Deze evolutie toont zich ook in het werkveld en de houding van werknemers tegenover hun job, en komt soms in conflict met de eisen die werkgevers stellen aan werknemers. De zorg- en welzijnssector is een kwetsbare sector wanneer het gaat over deze veranderingen in attitudes. Passie voor het werk is een belangrijke factor om goed werk te leveren, en een goede work-life balance is niet evident in alle jobs in de sector. De vraag stelt zich hoe werkgevers hiermee om kunnen gaan. D. Hoe ver kan ondersteuning en begeleiding van cursisten en werknemers gaan, en op welk punt wordt een opleiding of samenwerking beter stopgezet? Zowel vanuit het onderwijs als vanuit de sector wierp zich de vraag op: hoe ver gaan we in het begeleiden en ondersteunen van onze cursisten / werknemers die niet voldoen, en op welk punt 19

20 wordt een opleiding of een samenwerking beter stopgezet? Zijn we vandaag niet te soft voor cursisten / stagiairs / werknemers? Wanneer geef je als werkgever aan een medewerker het advies om een andere job te zoeken als het niet lukt? Wanneer zeg je: hier stopt het? Weerbaarheid en veerkracht zijn belangrijke eigenschappen voor mensen die in de welzijnssector werken. Je kan niet van het onderwijs alleen verwachten dat ze leerlingen hiermee toe rusten. Ook dit is een gedeelde verantwoordelijkheid van ouders, onderwijs en samenleving. Ook organisaties delen in die verantwoordelijkheid: bij stages goed oordelen en durven beoordelen van studenten. Een nauw contact tussen scholen en organisaties is hiervoor cruciaal. CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN In hoeverre leerlingen / werknemers voldoen aan de eisen van de arbeidsmarkt, is een gedeelde verantwoordelijkheid is van de persoon zelf, de samenleving, het onderwijs en de sector. Dit betekent dat initiatieven om de afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt te versterken, moeten gedragen worden door velen. Als besluit van deze nota maken we een lijst op van aanbevelingen die voortvloeien uit de resultaten van de focusgroepen. Deze worden overgemaakt aan de Kempense scholen / opleidingsinstellingen, werkgevers in de sectoren van welzijn en zorg en de betrokken overheden. Aanbevelingen Stages hebben een belangrijke rol in welzijns- en zorgopleidingen. Om de leerkansen die stages bieden optimaal te ontplooien, is verdere afstemming tussen onderwijs en werkveld over de begeleiding en evaluatie van stages nodig. Middenkaderfuncties in zorg en welzijn raken moeilijk ingevuld. Bijkomende actie is nodig om deze functies aantrekkelijk te maken (werkbaarheid, financiële incentives) en om werknemers te ondersteunen (levenslang leren) om door te groeien naar (midden)kaderfuncties. In functie van een gericht aanbod aan vorming voor werknemers in welzijn en zorg is nauwere samenwerking tussen sector en opleidingsinstellingen aangewezen, ook i.f.v. het ondersteunen van werknemers om door te groeien naar middenkaderfuncties. Het aantal zij-instromers in bacheloropleidingen stijgt. Om het voor werknemers in welzijn en zorg mogelijk te maken om werken en bijstuderen te combineren, zijn trajecten buiten de werkuren cruciaal. Om deze avond- en weekendtrajecten te kunnen aanbieden voor werkstudenten moeten inrichtende hogescholen over de nodige middelen kunnen beschikken. Verschillende opleidingen streven ernaar om cursisten vroeg in de opleiding in contact te brengen met het werkveld. Om dit mogelijk te maken en tegelijk de extra werkdruk voor het werkveld te beperken, is overleg tussen onderwijs en werkveld aangewezen. 20

De afstemming tussen onderwijs en werkveld in welzijn en zorg. In kaart brengen van sterktes, knelpunten, uitdagingen

De afstemming tussen onderwijs en werkveld in welzijn en zorg. In kaart brengen van sterktes, knelpunten, uitdagingen 21 november 2013 De afstemming tussen onderwijs en werkveld in welzijn en zorg Een Kempense analyse Doel In kaart brengen van sterktes, knelpunten, uitdagingen Aanbevelingen naar Betrokken partijen (gezamenlijke)

Nadere informatie

OVERZICHTSTABEL VERKORTE OPLEIDINGEN ZORGKUNDIGE IN DE CENTRA VOOR VOLWASSENENONDERWIJS OPLEIDINGSPROFIEL ZORGKUNDIGE 2011

OVERZICHTSTABEL VERKORTE OPLEIDINGEN ZORGKUNDIGE IN DE CENTRA VOOR VOLWASSENENONDERWIJS OPLEIDINGSPROFIEL ZORGKUNDIGE 2011 OVERZICHTSTABEL VERKORTE OPLEIDINGEN ZORGKUNDIGE IN DE CENTRA VOOR VOLWASSENENONDERWIJS OPLEIDINGSPROFIEL ZORGKUNDIGE 2011 VOOROPLEIDING VERKORT TRAJECT 1 Omgaan met complexe zorgsituaties (40lt) Certificaat

Nadere informatie

OVERZICHTSTABEL VERKORTE OPLEIDINGEN ZORGKUNDIGE IN DE CENTRA VOOR VOLWASSENENONDERWIJS OPLEIDINGSPROFIEL ZORGKUNDIGE 2011

OVERZICHTSTABEL VERKORTE OPLEIDINGEN ZORGKUNDIGE IN DE CENTRA VOOR VOLWASSENENONDERWIJS OPLEIDINGSPROFIEL ZORGKUNDIGE 2011 OVERZICHTSTABEL VERKORTE OPLEIDINGEN ZORGKUNDIGE IN DE CENTRA VOOR VOLWASSENENONDERWIJS OPLEIDINGSPROFIEL ZORGKUNDIGE 2011 VOOROPLEIDING VERKORT TRAJECT 1 Certificaat polyvalent Verzorgende CVO Individuele

Nadere informatie

OVERZICHTSTABEL VERKORTE OPLEIDINGEN ZORGKUNDIGE IN DE CENTRA VOOR VOLWASSENENONDERWIJS OPLEIDINGSPROFIEL ZORGKUNDIGE 2011

OVERZICHTSTABEL VERKORTE OPLEIDINGEN ZORGKUNDIGE IN DE CENTRA VOOR VOLWASSENENONDERWIJS OPLEIDINGSPROFIEL ZORGKUNDIGE 2011 OVERZICHTSTABEL VERKORTE OPLEIDINGEN ZORGKUNDIGE IN DE CENTRA VOOR VOLWASSENENONDERWIJS OPLEIDINGSPROFIEL ZORGKUNDIGE 2011 VOOROPLEIDING VERKORT TRAJECT 1 Certificaat polyvalent Verzorgende CVO Bekwaamheidsattest

Nadere informatie

OVERZICHTSTABEL VERKORTE OPLEIDINGEN ZORGKUNDIGE IN DE CENTRA VOOR VOLWASSENENONDERWIJS OPLEIDINGSPROFIEL ZORGKUNDIGE 2011

OVERZICHTSTABEL VERKORTE OPLEIDINGEN ZORGKUNDIGE IN DE CENTRA VOOR VOLWASSENENONDERWIJS OPLEIDINGSPROFIEL ZORGKUNDIGE 2011 OVERZICHTSTABEL VERKORTE OPLEIDINGEN ZORGKUNDIGE IN DE CENTRA VOOR VOLWASSENENONDERWIJS OPLEIDINGSPROFIEL ZORGKUNDIGE 2011 VOOROPLEIDING VERKORT TRAJECT 1 Certificaat polyvalent Verzorgende CVO Bekwaamheidsattest

Nadere informatie

Wegwijs in de social profit

Wegwijs in de social profit 8/10/2015 Trefdag Gent Wegwijs in de social profit SPREKER: Tine Winnelinckx - VIVO Wegwijs in de social profit Even kennismaken? ONDERWIJS ARBEIS- MARKT LEVENSLANG LEREN DIVERSITEIT FOSEN SAINCTELETTESQUARE

Nadere informatie

Onderwijs en vorming. 1 73.609 leerlingen. Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse

Onderwijs en vorming. 1 73.609 leerlingen. Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Onderwijs en vorming Samenvatting 73.609 leerlingen (2012) 16.981 kleuters 26.537 kinderen in het lager

Nadere informatie

TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001

TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001 TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001 Training en opleiding (T&O) van werkzoekenden en werknemers is één van de kerntaken van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding

Nadere informatie

nr. 269 van AXEL RONSE datum: 23 januari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Arbeidsmarkt - Knelpuntberoepen en competenties

nr. 269 van AXEL RONSE datum: 23 januari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Arbeidsmarkt - Knelpuntberoepen en competenties SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 269 van AXEL RONSE datum: 23 januari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Arbeidsmarkt - Knelpuntberoepen en competenties VDAB publiceert

Nadere informatie

Persnota: Dag van de Verzorgende 20/10/2010

Persnota: Dag van de Verzorgende 20/10/2010 Griet Coppé Vlaams Volksvertegenwoordiger CD&V www.grietcoppe.be Persnota: Dag van de Verzorgende 20/10/2010 Synthese Onze samenleving staat voor enorme uitdagingen op het vlak van zorg. De verzilvering

Nadere informatie

IMK Dilsen-Stokkem. Imk Lanklaar Rotem. Verzorging-voeding, 2 de graad Verzorging, 3 de graad

IMK Dilsen-Stokkem.  Imk Lanklaar Rotem. Verzorging-voeding, 2 de graad Verzorging, 3 de graad www.instituutmariakoningin.be Imk Lanklaar Rotem IMK Dilsen-Stokkem Verzorging-voeding, 2 de graad Verzorging, 3 de graad Specialisatie Kinderzorg Specialisatie Thuis- en bejaardenzorg/zorgkundige Eerste

Nadere informatie

Een zorgjob Ik ga ervoor! Boordtabellenset 2015-2016 Lon Holtzer, zorgambassadeur, Vlaamse Overheid

Een zorgjob Ik ga ervoor! Boordtabellenset 2015-2016 Lon Holtzer, zorgambassadeur, Vlaamse Overheid Een zorgjob Ik ga ervoor! Boordtabellenset 2015-2016 Lon Holtzer, zorgambassadeur, Vlaamse Overheid 1 Prognose bevolking 2 18-jarigen 1991 2000 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2025

Nadere informatie

PERSBERICHT. 250 bezoekers en veel motivatie op zorgbeurs regio Asse-Dilbeek-Ternat

PERSBERICHT. 250 bezoekers en veel motivatie op zorgbeurs regio Asse-Dilbeek-Ternat PERSBERICHT 250 bezoekers en veel motivatie op zorgbeurs regio Asse-Dilbeek-Ternat De lokale besturen Asse, Dilbeek en Ternat organiseerden gisteren, maandag 20 mei, samen met VDAB en partners een job-

Nadere informatie

Waarom volgen mensen avondschool?

Waarom volgen mensen avondschool? Waarom volgen mensen avondschool? Dagonderwijs is niets voor jou, want je werkt, je wil werken, je gezondheid laat het niet toe? Er kunnen veel redenen zijn waarom je wil studeren volgens een ritme dat

Nadere informatie

Departement gezondheidszorg - BANABA Zorgmanagement Geaccrediteerde opleiding door VHLORA* en NVAO*

Departement gezondheidszorg - BANABA Zorgmanagement Geaccrediteerde opleiding door VHLORA* en NVAO* Page1 Geachte mevrouw, heer Beste collega, Je bent werkzaam in de zorg als verpleegkundige, vroedvrouw, kinesist, ergotherapeut, diëtist, medisch secretaresse, laborant, maatschappelijk werker en je wilt

Nadere informatie

7de JAAR TSO EEN STUDIEKEUZE DIE BIJ JOU PAST. Algemeen TSO BSO

7de JAAR TSO EEN STUDIEKEUZE DIE BIJ JOU PAST. Algemeen TSO BSO 7de JAAR TSO EEN STUDIEKEUZE DIE BIJ JOU PAST 8 Se-n-Se INTERNAATSWERKING Se-n-Se LEEFGROEPENWERKING 9 EEN SPRINGPLANK NAAR HET ECHTE LEVEN Se-n-Se INTERNAATSWERKING TSO WELKOM IN INTERNAATSWERKING BIJ

Nadere informatie

WERK MAKEN VAN WERK IN DE ZORGSECTOR HASSELT EXPERTENSTUURGROEP SPEERPUNT ZORGECONOMIE

WERK MAKEN VAN WERK IN DE ZORGSECTOR HASSELT EXPERTENSTUURGROEP SPEERPUNT ZORGECONOMIE WERK MAKEN VAN WERK IN DE ZORGSECTOR HASSELT EXPERTENSTUURGROEP SPEERPUNT ZORGECONOMIE Filip Van Laecke Raadgever Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen Situatieschets social

Nadere informatie

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen?

Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen? Bediende in de logistieke sector: kansen voor vrouwen? Welke percepties leven er bij werknemers en studenten omtrent de logistieke sector? Lynn De Bock en Valerie Smid trachten in hun gezamenlijke masterproef

Nadere informatie

De mobiliteit van talent in de socialprofitsector In-, door- en uitstroom Een onderzoek bij meer dan 4000 werknemers uit de sector

De mobiliteit van talent in de socialprofitsector In-, door- en uitstroom Een onderzoek bij meer dan 4000 werknemers uit de sector De mobiliteit van talent in de socialprofitsector In-, door- en uitstroom Een onderzoek bij meer dan 4000 werknemers uit de sector Luc Dekeyser, 2012 Talent groeit als je het ruimte geeft Groeit een goudvis

Nadere informatie

Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie?

Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie? Fiche 4: Hoe verhoog je je interculturele competentie? In deze fiche vind je instrumenten om de interculturele competenties van personeelsleden op te bouwen en te vergroten zodat het diversiteitsbeleid

Nadere informatie

Werkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen 2015. Kiezen voor TSO, it makes Se-n-Se Provincie Antwerpen

Werkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen 2015. Kiezen voor TSO, it makes Se-n-Se Provincie Antwerpen Kiezen voor TSO, it makes Se-n-Se Provincie Antwerpen Onderzoek naar de aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt Alle schoolverlaters van 2013 worden 1 jaar lang gevolgd (tot en met juni 2014) Succes wordt

Nadere informatie

Wegwijs in de social-profitsector

Wegwijs in de social-profitsector 09/10/2014 Schaarbeek Wegwijs in de social-profitsector SPREKERS: Bart van Opstal (VIVO) Sandra Vermeulen (Servicepunt Zorg Gent) 09/10/2014 Wegwijs in de social-profitsector Opbouw van de sessie VIVO

Nadere informatie

Samenwerking bedrijven en onderwijs in Limburg zit in de lift

Samenwerking bedrijven en onderwijs in Limburg zit in de lift PERSBERICHT Hasselt, 31 augustus 2017 Onderzoek VKW Limburg en UNIZO Limburg: Samenwerking bedrijven en onderwijs in Limburg zit in de lift Bedrijven willen minstens 3 maanden stage in élke opleiding Limburgse

Nadere informatie

2. AZ Jan Palfijn. Walter Siau directeur verpleegkunde Semra Kubat - vroedvrouw

2. AZ Jan Palfijn. Walter Siau directeur verpleegkunde Semra Kubat - vroedvrouw 2. AZ Jan Palfijn Walter Siau directeur verpleegkunde Semra Kubat - vroedvrouw Opleidingen 1. Verpleegkunde Frances Martens Sint-Vincentius 2. Opvoeder Benny Nieto VSPW JGZ Jeugd- en GehandicaptenZorg

Nadere informatie

Werkgoesting in de zorg 25 maart 2010, Hasselt

Werkgoesting in de zorg 25 maart 2010, Hasselt Werkgoesting in de zorg 25 maart 2010, Hasselt Verslag werkgroep 6A: innovatie in de zorgberoepen Actie 1: e-learning E-learning wordt als waardevol aanzien: Flexpoint: Federgom organiseert tegenwoordig

Nadere informatie

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

Nadere informatie

Jongeren helpen met een juiste studiekeuze: inleefdagen in het Ziekenhuis Maas en Kempen. ZMK en KaSOMK - Mosa-ic

Jongeren helpen met een juiste studiekeuze: inleefdagen in het Ziekenhuis Maas en Kempen. ZMK en KaSOMK - Mosa-ic Jongeren helpen met een juiste studiekeuze: inleefdagen in het Ziekenhuis Maas en Kempen ZMK en KaSOMK - Mosa-ic Wie zijn wij? Ziekenhuis Maas en Kempen twee campussen: campus Bree campus Maaseik Structurele

Nadere informatie

Congres VELOV Elementen voor de toespraak van Pascal Smet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel Mechelen, 26 maart 2014

Congres VELOV Elementen voor de toespraak van Pascal Smet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel Mechelen, 26 maart 2014 Congres VELOV Elementen voor de toespraak van Pascal Smet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel Mechelen, 26 maart 2014 Nieuwe ontwikkelingen en impulsen op sociaal, cultureel,

Nadere informatie

De mobiliteit van talent in de socialprofitsector. In-, door- en uitstroom Een onderzoek bij meer dan 4400 werknemers uit de sector

De mobiliteit van talent in de socialprofitsector. In-, door- en uitstroom Een onderzoek bij meer dan 4400 werknemers uit de sector De mobiliteit van talent in de socialprofitsector In-, door- en uitstroom Een onderzoek bij meer dan 4400 werknemers uit de sector Talent groeit als je het ruimte geeft Groeit een goudvis beter in een

Nadere informatie

Van VDAB-opleiding naar knelpuntberoep

Van VDAB-opleiding naar knelpuntberoep Design Charles & Ray Eames - Hang it all Vitra Van VDAB-opleiding naar knelpuntberoep Conferentie Steunpunt WSE 11 februari 2015 Katleen De Rick Paradox en oplossing Knelpuntberoepen Veel werkzoekenden

Nadere informatie

Aanvraag tot vrijstelling van een of meerdere modules

Aanvraag tot vrijstelling van een of meerdere modules Aanvraag tot vrijstelling van een of meerdere modules Algemene informatie De directie van het centrum kan je vrijstellingen verlenen van opleidingsonderdelen (modules). Dat betekent dat je bepaalde modules

Nadere informatie

I B O. Een werknemer op maat gemaakt. 1. IBO = training-on-the-job. IBO = 'werkplekleren' IBO = 'een werknemer op maat'

I B O. Een werknemer op maat gemaakt. 1. IBO = training-on-the-job. IBO = 'werkplekleren' IBO = 'een werknemer op maat' I B O Een werknemer op maat gemaakt Eén van de kernopdrachten van de VDAB bestaat uit het verstrekken van opleiding. Het tekort aan specifiek geschoold personeel en de versnelde veranderingen in de werkomgeving

Nadere informatie

Aanvraag tot vrijstelling van een of meerdere modules

Aanvraag tot vrijstelling van een of meerdere modules Aanvraag tot vrijstelling van een of meerdere modules Algemene informatie De directie van het centrum kan je vrijstellingen verlenen van opleidingsonderdelen (modules). Dat betekent dat je bepaalde modules

Nadere informatie

Boordtabellenset 2015-2016. Provincie Antwerpen

Boordtabellenset 2015-2016. Provincie Antwerpen Boordtabellenset 2015-2016 1 Prognose blking 2 +1,6% +0,2% -0,2% +0,2% 600.000 550.000 500.000 450.000 400.000 +1,5% +0,3% 0,0% +0,5% min 20 jarigen 20-39 jarigen 40-59 jarigen plus 60 jarigen 350.000

Nadere informatie

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel 1 Inleiding Naar aanleiding van het nieuwe kwaliteitszorgsysteem dat werd ingevoerd bij de opschorting van de opleidingsvisitaties, werd beslist om

Nadere informatie

Opleiding en werkervaring aanvullende thuiszorg vzw Aksent

Opleiding en werkervaring aanvullende thuiszorg vzw Aksent BIJLAGE Bijlage nr. 1 Fiches Titel initiatief: Initiatiefnemer: Opleiding en werkervaring aanvullende thuiszorg vzw Aksent Projectomschrijving Het project wordt opgenomen binnen volgende strategische en

Nadere informatie

Uni-form historiek visie doelstellingen. Over Uni-form

Uni-form historiek visie doelstellingen. Over Uni-form Over Uni-form Ontstaan Vanuit de sector ouderenzorg kwam de vraag om uniformiteit te brengen in stagedocumenten voor de begeleiding van leerlingen verzorging. Voorzieningen werkten met evenveel verschillende

Nadere informatie

Vraag nr. 220 van 27 mei 2005 van mevrouw VERA JANS. het 7e specialisatiejaar Thuis- en Bejaardenzorg,

Vraag nr. 220 van 27 mei 2005 van mevrouw VERA JANS. het 7e specialisatiejaar Thuis- en Bejaardenzorg, Vraag nr. 220 van 27 mei 2005 van mevrouw VERA JANS Opleiding verpleegkunde In- en uitstroom Zowel het federaal als het Vlaams sociaal akkoord voorzien in de creatie van bijkomende jobs. Een groot aantal

Nadere informatie

Boordtabellenset 2015-2016. Provincie West-Vlaanderen

Boordtabellenset 2015-2016. Provincie West-Vlaanderen Boordtabellenset 2015-2016 1 Prognose blking 2 +1,6% +0,2% -0,2% +0,2% 450.000 +1,5% 400.000 350.000 300.000 250.000 200.000 2000 2010 2020 2030 0,0% -0,6% -0,4% min 20 jarigen 20-39 jarigen 40-59 jarigen

Nadere informatie

Naar werkbaar werk in de buitenschoolse kinderopvang. 27/04/2017 Lon Holtzer, zorgambassadeur, Vlaamse Overheid

Naar werkbaar werk in de buitenschoolse kinderopvang. 27/04/2017 Lon Holtzer, zorgambassadeur, Vlaamse Overheid Naar werkbaar werk in de buitenschoolse kinderopvang 27/04/2017 Lon Holtzer, zorgambassadeur, Vlaamse Overheid 2 Overzicht Voorgeschiedenis Situering van de globale problematiek Specifiek voor de kinderopvang

Nadere informatie

Reflectiegesprek: toekomstbeelden

Reflectiegesprek: toekomstbeelden 1 Reflectiegesprek: toekomstbeelden 1. Mastercampussen: nog sterkere excellente partnerschappen in gezamenlijke opleidingscentra (VDAB West-Vlaanderen) 2. Leertijd+: duaal leren van de toekomst (Syntra

Nadere informatie

ANTWOORD. Vraag nr. 572 van 1 september 2011 van KATHLEEN DECKX

ANTWOORD. Vraag nr. 572 van 1 september 2011 van KATHLEEN DECKX VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 572 van 1 september 2011 van KATHLEEN DECKX Leerlingen BSO Slaagkansen hoger

Nadere informatie

GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSWETENSCHAPPEN

GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSWETENSCHAPPEN Onze school heet u van harte welkom in de studierichting: TSO 3 de graad GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSWETENSCHAPPEN Inschrijvingen: tijdens schooldagen en zomervakantie van 9u tot 12u en van 13u tot 16u Opendeurdag:

Nadere informatie

nr. 136 van GRETE REMEN datum: 20 november 2015 aan PHILIPPE MUYTERS BuSO-leerlingen - Doorstroming naar reguliere arbeidsmarkt

nr. 136 van GRETE REMEN datum: 20 november 2015 aan PHILIPPE MUYTERS BuSO-leerlingen - Doorstroming naar reguliere arbeidsmarkt SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 136 van GRETE REMEN datum: 20 november 2015 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT BuSO-leerlingen - Doorstroming naar reguliere arbeidsmarkt

Nadere informatie

Geachte dames en heren, (Inleiding)

Geachte dames en heren, (Inleiding) Symposium Competent in zorg voor personen met dementie. Ook jouw zorg? De Schelp, Vlaams Parlement Relevante onderwijsopleidingen omvatten wel degelijk omgang met dementerende ouderen Toespraak Kim Lievens

Nadere informatie

EEN OVERZICHT VAN 5 JAAR WERKERVARINGSPLAATSEN IN DE SOCIAL PROFIT

EEN OVERZICHT VAN 5 JAAR WERKERVARINGSPLAATSEN IN DE SOCIAL PROFIT EEN OVERZICHT VAN 5 JAAR WERKERVARINGSPLAATSEN IN DE SOCIAL PROFIT PERIODE 211-21 december 21 - Noerens Veerle 1. INLEIDING In het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social profit verbinden de sociale

Nadere informatie

Een zorgjob: ik ga ervoor! Juni 2012 Lon Holtzer, zorgambassadeur

Een zorgjob: ik ga ervoor! Juni 2012 Lon Holtzer, zorgambassadeur Een zorgjob: ik ga ervoor! Juni 2012 Lon Holtzer, zorgambassadeur 1 Overzicht De toekomst in cijfers Actieplan Campagne Uitdagingen 2 De zorg uitgedrukt in cijfers Vergrijzing van de bevolking Start van

Nadere informatie

KNELPUNTBEROEPEN LOKALE BESTUREN Focus op een aantal knelpuntfuncties

KNELPUNTBEROEPEN LOKALE BESTUREN Focus op een aantal knelpuntfuncties KNELPUNTBEROEPEN LOKALE BESTUREN Focus op een aantal knelpuntfuncties Tess Poppe 26 maart 205 Inhoud DEEL I Knelpuntberoepen OCMW s... 2. Overzicht functies... 2.. Verpleegkundige... 3..2 Hoofdverpleegkundige...

Nadere informatie

Breek taboe omtrent kansarme

Breek taboe omtrent kansarme ITINERA INSTITUTE FLASH Breek taboe omtrent kansarme versus kansrijke diploma s 03 07 2013 MENSEN WELVAART BESCHERMING De Europese leiders hebben een actieplan tegen jeugdwerkloosheid aangekondigd. Uiteraard

Nadere informatie

Tien jaar master(s) in het sociaal werk en sociaal beleid Een blik op het verleden, heden én de toekomst! Resultaten onderwijsproject

Tien jaar master(s) in het sociaal werk en sociaal beleid Een blik op het verleden, heden én de toekomst! Resultaten onderwijsproject Tien jaar master(s) in het sociaal werk en sociaal beleid Een blik op het verleden, heden én de toekomst! Resultaten onderwijsproject Inhoud 1. Bekendheid van de opleiding 2. Algemene tevredenheid over

Nadere informatie

Studiedag Begeleidingsverpleegkundigen 21 maart 2012

Studiedag Begeleidingsverpleegkundigen 21 maart 2012 Studiedag Begeleidingsverpleegkundigen 21 maart 2012 De verschillende groepen die instromen in opleiding bachelor verpleegkunde Kristine Sels Opleidingscoördinator KHKempen, campus Lier KHKempen: situering

Nadere informatie

Opleidingen Social Profit in het volwassenenonderwijs. VIVO Schaarbeek 09-10-2014 Gent 14-10-2014

Opleidingen Social Profit in het volwassenenonderwijs. VIVO Schaarbeek 09-10-2014 Gent 14-10-2014 Opleidingen Social Profit in het volwassenenonderwijs VIVO Schaarbeek 09-10-2014 Gent 14-10-2014 Aanbod volwassenenonderwijs o op het niveau van het secundair volwassenenonderwijs o Op HBO5 niveau ( tussen

Nadere informatie

Onderwijs & Onderzoek Interdisciplinair postgraduaat deskundige NAH

Onderwijs & Onderzoek Interdisciplinair postgraduaat deskundige NAH Onderwijs & Onderzoek Interdisciplinair postgraduaat deskundige NAH Auteurs: Annemie Spooren (Hogeschool PXL) Els Knippenberg (Hogeschool PXL) Frederik Houben (Hogeschool PXL) 1 INDEX 1. Doelstellingen

Nadere informatie

Kan de minister voor de studierichting Bachelor in de Verpleegkunde volgende vragen beantwoorden.

Kan de minister voor de studierichting Bachelor in de Verpleegkunde volgende vragen beantwoorden. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 168 van GRIET COPPÉ datum: 23 december 2014 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Bachelor in de Verpleegkunde - In- en

Nadere informatie

BACHELOR IN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

BACHELOR IN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG BACHELOR IN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG Mensen met psychische en psychiatrische problemen vragen om extra zorg en aandacht. KHLeuven richt een bachelor na bachelor in de geestelijke gezondheidszorg

Nadere informatie

De Onthaalouderacademie: onthaalouders sterker maken

De Onthaalouderacademie: onthaalouders sterker maken 1 De Onthaalouderacademie Wat is de Onthaalouderacademie? De Onthaalouderacademie: onthaalouders sterker maken De sector van de kinderopvang is in beweging. Er worden heel wat initiatieven genomen om de

Nadere informatie

1. Hoe evalueert de minister deze doorstroomcijfers uit het meeste recente schoolverlatersrapport voor buso-jongeren OV3?

1. Hoe evalueert de minister deze doorstroomcijfers uit het meeste recente schoolverlatersrapport voor buso-jongeren OV3? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 767 van GRETE REMEN datum: 22 augustus 2017 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Arbeidsmarkt - Instroom leerlingen met een buso OV3-opleiding

Nadere informatie

Evaluatie vormingen welzijn op het werk

Evaluatie vormingen welzijn op het werk Evaluatie vormingen welzijn op het werk Context evaluatie Opdracht gever: FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Directie humanisering van de arbeid Uitvoering: Engender vzw www.engender.eu Bronnen

Nadere informatie

Afspraak met de medewerker van morgen EEN TOEKOMSTBESTENDIG HR- BELEID VOOR DE VLAAMSE OVERHEID

Afspraak met de medewerker van morgen EEN TOEKOMSTBESTENDIG HR- BELEID VOOR DE VLAAMSE OVERHEID Afspraak met de medewerker van morgen EEN TOEKOMSTBESTENDIG HR- BELEID VOOR DE VLAAMSE OVERHEID Werknemer in de toekomst? Welke werkgever moeten we zijn om: Het nodige talent aan te trekken & te houden

Nadere informatie

Examenprogramma Begeleider Verblijf

Examenprogramma Begeleider Verblijf Examenprogramma Begeleider Verblijf De Vereniging Ons Tehuis gaat over tot de organisatie van een wervingsexamen voor de functie begeleider verblijf. 1 WIE KAN DEELNEMEN? Je bent minstens 18 jaar Je kan

Nadere informatie

Aanzet tot ontwikkelen van een arbeidsmarktvisie. Zorg en Welzijn West Brabant. Januari 2012, versie 0.1

Aanzet tot ontwikkelen van een arbeidsmarktvisie. Zorg en Welzijn West Brabant. Januari 2012, versie 0.1 Aanzet tot ontwikkelen van een arbeidsmarktvisie Zorg en Welzijn West Brabant Januari 2012, versie 0.1 1 2 Inhoud 1. Inleiding... 5 2. Algemene cijfers Arbeidsmarkt Zorg & Welzijn... 6 2.1 Omvang arbeidsmarkt...

Nadere informatie

BACHELOR IN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

BACHELOR IN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG BACHELOR IN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG Mensen met psychische en psychiatrische problemen vragen om extra zorg en aandacht. KHLeuven richt een bachelor na bachelor in de geestelijke gezondheidszorg

Nadere informatie

IMK Verzorging-voeding, 2 de graad

IMK Verzorging-voeding, 2 de graad 1 IMK Verzorging-voeding, 2 de graad Belangstellingsgebied Welzijn en sociale wetenschappen leertraject praktisch De opleiding Verzorging-voeding (VV) is gesitueerd in de 2 de graad van het beroepssecundair

Nadere informatie

STEM monitor 2015 SITUERING DOELSTELLINGEN

STEM monitor 2015 SITUERING DOELSTELLINGEN STEM monitor 2015 SITUERING In het STEM-actieplan 2012-2020 van de Vlaamse regering werd voorzien in een algemene monitoring van het actieplan op basis van een aantal indicatoren. De STEM monitor geeft

Nadere informatie

BRUSSEL gaat ervoor!

BRUSSEL gaat ervoor! BRUSSEL gaat ervoor! Inspiratienamiddag 20 februari 2014 Huis voor Gezondheid vzw Lakensestraat 76 / 7 1000 Brussel info@huisvoorgezondheid.be www.huisvoorgezondheid.be Brussel!? Brussels Hoofdstedelijk

Nadere informatie

Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen

Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen Studeren in het hoger onderwijs in Vlaanderen Hoger Beroepsonderwijs Hoger Beroepsonderwijs (HBO5): Na secundair onderwijs of via toelatingsexamen 3 jaar overdag of s avonds les volgen Les volgen in een

Nadere informatie

Werkplekleren: leren doen doet leren 6 februari 2012

Werkplekleren: leren doen doet leren 6 februari 2012 Werkplekleren: leren doen doet leren 6 februari 2012 Workshop werkplekleren: opbouw Wat is werkplekleren? Uitgangspunt Waarom werkplekleren? Getuigenissen Wedstrijd Toekomst werkplekleren? Advies SERV

Nadere informatie

Tekst: Gofrie van Lieshout Foto's: Ken Wong

Tekst: Gofrie van Lieshout Foto's: Ken Wong Bij onderzoeken die de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en de samenwerking in kaart brengen, komt steevast de zorgsector als beste uit de bus. Sinds het bestaan van KBB, nu vier jaar, pakken

Nadere informatie

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Friesland 2017

Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Friesland 2017 Factsheet arbeidsmarkt zorg en wjk Friesland 2017 ZorgpleinNoord ZorgpleinNoord is het grootste werkgeversverband voor zorg en welzijn in Noord-Nederland. Tot 1 januari 2017 was het werkgebied Groningen

Nadere informatie

Combinatiefunctie Wijkwerk-coach (Wijkwerken Zuid-West-Vlaanderen) & Trajectbegeleider Anzegem/Deerlijk Functiebeschrijving en competentieprofiel

Combinatiefunctie Wijkwerk-coach (Wijkwerken Zuid-West-Vlaanderen) & Trajectbegeleider Anzegem/Deerlijk Functiebeschrijving en competentieprofiel Combinatiefunctie Wijkwerk-coach (Wijkwerken Zuid-West-Vlaanderen) & Trajectbegeleider Anzegem/Deerlijk Functiebeschrijving en competentieprofiel 1. Identificatiegegevens Functietitel Juridische werkgever

Nadere informatie

Zorg voor werk Asse. Tess Poppe. 26 maart 2015

Zorg voor werk Asse. Tess Poppe. 26 maart 2015 Zorg voor werk Asse Tess Poppe 26 maart 2015 1 2 3 Maar. Dus 1 e Onderzoeksvraag Welke knelpuntberoepen zijn er binnen de lokale besturen? Zijn er significante verschillen tussen de gemeenten/ocmw s

Nadere informatie

Social-Profitsalon. Leuven

Social-Profitsalon. Leuven Social-Profitsalon Leuven 26/06/2018 GRONDPLAN 16 19 18 11 17 16 15 20 21 22 23 15 6 14 Info over social profit Opleiding Werkgever 5 17 6 7 14 7 4 5 18 13 8 3 3 19 12 9 2 20 11 10 19 1 21 22 1 20 PRAAT

Nadere informatie

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid Juli 2013 De evolutie van de werkende beroepsbevolking te Brussel van demografische invloeden tot structurele veranderingen van de tewerkstelling Het afgelopen

Nadere informatie

Examenprogramma contextbegeleider

Examenprogramma contextbegeleider Examenprogramma contextbegeleider De Vereniging Ons Tehuis gaat over tot de organisatie van een wervingsexamen voor de functie contextbegeleider. 1 WIE KAN DEELNEMEN? Je bent minstens 18 jaar Je kan een

Nadere informatie

Kwalificatiebewijs voor kinderbegeleider (gezinsopvang en groepsopvang) en voor verantwoordelijke van maximaal 18 opvangplaatsen

Kwalificatiebewijs voor kinderbegeleider (gezinsopvang en groepsopvang) en voor verantwoordelijke van maximaal 18 opvangplaatsen Kwalificatiebewijs voor kinderbegeleider (gezinsopvang en groepsopvang) en voor verantwoordelijke van maximaal 18 opvangplaatsen PLAATS BINNEN ONDERWIJSSTRUCTUUR KWALIFICATIEBEWIJS VROEGERE BENAMING Secundair

Nadere informatie

STEM monitor 2015. 9 juni 2015 RITA DUNON

STEM monitor 2015. 9 juni 2015 RITA DUNON STEM monitor 2015 9 juni 2015 RITA DUNON Doelstellingen STEM-actieplan STEM-actieplan 2012-2020 streeft op middellange termijn naar: Meer starters en afgestudeerden in STEMopleidingen en richtingen die

Nadere informatie

Tempus Fugit. Een aggiornamento van toekomstverkenningen voor de zorgberoepen in de Vlaamse Gemeenschap

Tempus Fugit. Een aggiornamento van toekomstverkenningen voor de zorgberoepen in de Vlaamse Gemeenschap Tempus Fugit. Een aggiornamento van toekomstverkenningen voor de zorgberoepen in de Vlaamse Gemeenschap 17/03/2014 Brussel Zorgverniewingsplatform Lon Holtzer, zorgambassadeur, Vlaamse Overheid 1 Evolutie

Nadere informatie

Werken bij lokale besturen in Leuven

Werken bij lokale besturen in Leuven Werken bij lokale besturen in Leuven Stad Leuven Saskia De Beucker, afdelingshoofd Personeelsbeleid OCMW Leuven Sabrina Roosen, deskundige HRM 26 maart 2015 Korte kennismaking Stad Leuven 1194 personeelsleden

Nadere informatie

Naar een betere Match. Inventarisatie knelpunten onderwijs arbeidsmarkt in Zorg en welzijn in Haaglanden Nieuwe Waterweg Noord

Naar een betere Match. Inventarisatie knelpunten onderwijs arbeidsmarkt in Zorg en welzijn in Haaglanden Nieuwe Waterweg Noord Samenvatting Naar een betere Match. Inventarisatie knelpunten en oplossingen bij de aansluiting onderwijs arbeidsmarkt in Zorg en welzijn in de regio Haaglanden Nieuwe Waterweg Noord 1 Samenvatting van:

Nadere informatie

IMK Dilsen-Stokkem. Imk Lanklaar Rotem. Jeugd- en gehandicaptenzorg 3 de graad

IMK Dilsen-Stokkem.  Imk Lanklaar Rotem. Jeugd- en gehandicaptenzorg 3 de graad www.instituutmariakoningin.be IMK Dilsen-Stokkem Jeugd- en gehandicaptenzorg 3 de graad Imk Lanklaar Rotem vzw KSO Zusters van de Voorzienigheid Rijksweg 168 3650 Dilsen-Stokkem Eerste graad IMK Lanklaar

Nadere informatie

Secundair Onderwijs. Structuur van het rapport. De vraag naar leraren. Arbeidsmarktrapport Basisonderwijs Secundair onderwijs

Secundair Onderwijs. Structuur van het rapport. De vraag naar leraren. Arbeidsmarktrapport Basisonderwijs Secundair onderwijs VVKSO CODIS/DOC/11/09 2011-02-07 Arbeidsmarktrapport 2010 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Departement Onderwijs en Vorming Secundair Onderwijs Basisonderwijs Secundair onderwijs Structuur van

Nadere informatie

STUDIEGEBIED PERSONENZORG SINT-MARIA-INSTITUUT GEEL

STUDIEGEBIED PERSONENZORG SINT-MARIA-INSTITUUT GEEL STUDIEGEBIED PERSONENZORG SINT-MARIA-INSTITUUT GEEL STUDIEGEBIED PERSONENZORG TSO BSO 2 de graad STW VV 3 de graad STW JGZ VZ OH 2 Sociale & Technische Wetenschappen 2 DE GRAAD STW? Focus op Integrale

Nadere informatie

Leren. Werkervaring & Werkplekleren. 27 november 2012 29-5-2013. Wat is werkplekleren?

Leren. Werkervaring & Werkplekleren. 27 november 2012 29-5-2013. Wat is werkplekleren? Werkervaring & Werkplekleren 27 november 2012 Wat is werkplekleren? Leren Op de werkplek (productieomgeving) Gestructureerd en systematisch (met opleidingsplan) Situatiegebonden maar leidt naar overdraagbare

Nadere informatie

Indeling hoger onderwijs

Indeling hoger onderwijs achelor & master Sinds enkele jaren is de structuur van het hoger onderwijs in België afgestemd op die van andere Europese landen. Hierdoor kan je makkelijker switchen tussen hogescholen en universiteiten

Nadere informatie

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt 07 Arbeidsmarktmobiliteit geringer dan in voorgaande jaren Bijna miljoen mensen wisselen in 2008 van beroep of werkgever Afname werkzame door crisis

Nadere informatie

Bijlage: Planningscriteria Vrij Katholiek Secundair Onderwijs

Bijlage: Planningscriteria Vrij Katholiek Secundair Onderwijs 1 Bijlage: Planningscriteria Vrij Katholiek Secundair Onderwijs 1 Algemene criteria 1.1 Het leeuwendeel van de leerlingen vrij katholiek secundair onderwijs is op het niveau van de tweede/derde graad ingeschreven

Nadere informatie

Intentieverklaring Versie:

Intentieverklaring Versie: Intentieverklaring Versie: 27-03-2018 1) Het regionale actieplan De vraag naar personeel in zorg en welzijn stijgt. De instroom is op dit moment onvoldoende om aan de toenemende vraag te kunnen voldoen.

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen erkende en zelfstandige ko - MB kwalificatiebewijzen 1 Ministerieel besluit van 3 maart 2010 (BS 29 maart 2010) tot bepaling van de kwalificatiebewijzen voor medewerkers en verantwoordelijken van kinderopvangvoorzieningen

Nadere informatie

UITDAGINGEN IN DE SOCIAL-PROFIT. Jo Vandeurzen Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin

UITDAGINGEN IN DE SOCIAL-PROFIT. Jo Vandeurzen Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin UITDAGINGEN IN DE SOCIAL-PROFIT Jo Vandeurzen Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 2050: 3x zoveel tachtigjarigen en 10x zoveel honderdjarigen Sector Gezondheidszorg en maatschappelijke

Nadere informatie

De ouderwordende verpleegkundige, waardevol in de zorg?! Anita Wassink 2010-2011

De ouderwordende verpleegkundige, waardevol in de zorg?! Anita Wassink 2010-2011 De ouderwordende verpleegkundige, waardevol in de zorg?! Anita Wassink 2010-2011 Inhoud Situering Onderzoek Resultaten Eigen onderzoek Vergelijking resultaten met ander onderzoek Interpretatie - besluit

Nadere informatie

IVV Sint-Vincentius. Iets voor jou? Sociale en Technische Wetenschappen 2de en 3de graad TSO Jeugd- en Gehandicaptenzorg 3de graad TSO

IVV Sint-Vincentius. Iets voor jou? Sociale en Technische Wetenschappen 2de en 3de graad TSO Jeugd- en Gehandicaptenzorg 3de graad TSO IVV Sint-Vincentius Iets voor jou? Sociale en Technische Wetenschappen 2de en 3de graad TSO Jeugd- en Gehandicaptenzorg 3de graad TSO Sociale en Technische Wetenschappen 2de en 3de graad TSO Je bent sociaal

Nadere informatie

Voorwoord. Willy Kimpen directeur

Voorwoord. Willy Kimpen directeur Voorwoord Het is de opdracht van elke school om de hen toevertrouwde leerlingen zo goed mogelijk te begeleiden in hun ontwikkeling. Onze basisschool De Zevensprong heeft hiervan een prioriteit gemaakt

Nadere informatie

In deze folder vind je meer informatie over

In deze folder vind je meer informatie over WERKPLEKLEREN In deze folder vind je meer informatie over 1 Waarom werkplekleren? 2 Wie zijn de partners? 3 Doelpubliek 4 Hoe ziet de opleiding eruit? 5 Verschillen met de reguliere leerroute 6 Les binnen

Nadere informatie

Centrum voor Volwassenenonderwijs LBC-NVK Sint-Niklaas

Centrum voor Volwassenenonderwijs LBC-NVK Sint-Niklaas Opleiding Begeleider in de kinderopvang Schooljaar 2015-2016 versie mei 2015 leerlijk boeiend creatief Centrum voor Volwassenenonderwijs LBC-NVK Sint-Niklaas Kroonmolenstraat 4-9100 Sint-Niklaas Tel. 03

Nadere informatie

brief VOL nieuws alles over het Brussels Volwassenenonderwijs

brief VOL nieuws alles over het Brussels Volwassenenonderwijs Nummer 1, februari 2013 brief VOL nieuws alles over het Brussels Volwassenenonderwijs In dit nummer Brucovo haalt ESF kwaliteitslabel! Brucovo haalt ESF kwaliteitslabel! Kijkdag Nederlands op de werkvloer

Nadere informatie

Arbeid biedt een maatschappelijke meerwaarde ten opzichte van inactiviteit. 3

Arbeid biedt een maatschappelijke meerwaarde ten opzichte van inactiviteit. 3 17 SOCIALE ECONOMIE 18 Sociale economie Iedereen heeft recht op een job, ook de mensen die steeds weer door de mazen van het net vallen. De groep werkzoekenden die vaak om persoonlijke en/of maatschappelijke

Nadere informatie

Code leeftijdsbewust aanwervingsbeleid in de social profit

Code leeftijdsbewust aanwervingsbeleid in de social profit Code leeftijdsbewust aanwervingsbeleid in de social profit Code leeftijdsbewust aanwervingsbeleid in de social profit Achtergrond en context code 10 tips voor een leeftijdsbewust aanwervingsbeleid Achtergrond

Nadere informatie

Examenprogramma Begeleider Verblijf

Examenprogramma Begeleider Verblijf Examenprogramma Begeleider Verblijf De Vereniging Ons Tehuis gaat over tot de organisatie van een wervingsexamen voor de functie begeleider verblijf. 1 WIE KAN DEELNEMEN? Je bent minstens 18 jaar Je kan

Nadere informatie

I N H O U D INLEIDING 11. HOOFDSTUK 1 Zorgen voor morgen 13

I N H O U D INLEIDING 11. HOOFDSTUK 1 Zorgen voor morgen 13 5 I N H O U D INLEIDING 11 HOOFDSTUK 1 Zorgen voor morgen 13 1. Welzijnszorg 13 1.1. Wat is welzijnszorg? 13 1.2. Welzijnszorg van gunst naar recht 14 1.3. De positie van de welzijnssector in Vlaanderen,

Nadere informatie

FACTSHEET ARBEIDSMARKT

FACTSHEET ARBEIDSMARKT 1 FACTSHEET ARBEIDSMARKT Zuid LIMBURG 1. Kerngegevens beroepsbevolking Figuur 1.1 Samenstelling bevolking naar leeftijd en geslacht, Zuid Limburg, 2013-2025 Bron: Regioportret Zuid Limburg Ontgroening

Nadere informatie