BELEIDSNOTA VERBONDEN PARTIJEN

Transcriptie

1 BELEIDSNOTA VERBONDEN PARTIJEN Raadsvergadering 26 april 2005

2 2 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. Aanleiding tot de beleidsnota verbonden partijen 3. Gemeentelijke deelnemingen 3.1 Beleid 3.2 Besliskader verbonden partijen 4. Gemeentelijke vertegenwoordiging 4.1 Gemeentelijke vertegenwoordiging in publiekrechtelijke lichamen 4.2 Gemeentelijke vertegenwoordiging in privaatrechtelijke rechtspersonen 5. Besluitvormingskader privaatrechtelijke rechtspersonen 6. Controlekader verbonden partijen Bijlage: Register verbonden partijen. 1. Inleiding

3 3 Uit de Gemeentewet en de daarop gebaseerde Verordening financieel beleid, financieel beheer en financiële organisatie volgt dat het college van B&W ten minste eenmaal per vier jaar een beleidsnota verbonden partijen ter vaststelling aanbiedt aan de Raad. Het is vanuit bestuurlijk, beleidsmatig en financieel oogpunt van belang dat in deze nota aandacht wordt besteed aan derde rechtspersonen waarmee de gemeente een bestuurlijke en financiële band heeft. De relevantie wordt duidelijker als we bedenken dat verbonden partijen vaak beleid uitvoeren dat de gemeente in principe ook zelf kan blijven doen. De gemeente mandateert als het ware de verbonden partij. De gemeente blijft uiteindelijk verantwoordelijk voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma s. Het tweede belang dat de gemeente heeft betreft het inzicht in de kosten en de financiële risico s die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. Verbonden partijen zijn privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft (artikel 1 BBV). Een bestuurlijk belang houdt in dat de gemeente op enigerlei wijze zeggenschap heeft. Een financieel belang betekent dat de gemeente financiële middelen ter beschikking heeft gesteld, die ze kwijt is in geval van faillissement van de organisatie. Een verbonden partij kan een deelneming zijn in de zin van artikel 379, boek 2 BW, d.w.z. een participatie in een kapitaalvennootschap, maar het kan ook een deelneming in een vereniging, stichting, gemeenschappelijke regeling of andere publiek- en privaatrechtelijke rechtsvormen betreffen. De keuze voor een specifieke rechtsvorm is o.a. afhankelijk van het te bereiken doel. Een deelneming wordt in deze nota breed gedefinieerd, namelijk als 'samenwerkingsvorm' of 'vorm van participatie'. Het aangaan van deelnemingen in kapitaalvennootschappen omwille van het geldelijk gewin is krachtens de Wet FIDO niet toegestaan. Deelnemingen zijn derhalve per definitie beleidsdeelnemingen. Het doel van de beleidsnota verbonden partijen is het verkrijgen van een kader voor de oprichting van en de deelneming in een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke organisatie, alsmede voor gemeentelijke vertegenwoordiging in deze organisaties. De beleidsnota verschaft daarnaast een zo volledig mogelijk inzicht in de huidige verbonden partijen van de gemeente. 2. Aanleiding tot de beleidsnota verbonden partijen De aanleiding tot het opstellen van de beleidsnota is gelegen in de volgende ontwikkelingen: I. Invoering van de Wet dualisering gemeentebestuur II. Wijziging van de Gemeentewet III. Invoering van de Verordening financieel beleid, financieel beheer en de financiële organisatie IV. Invoering van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Ad I. Invoering Wet dualisering gemeentebestuur In 2002 is de Wet dualisering gemeentebestuur van kracht geworden. Dualisering heeft geleid tot een verandering in de relatie tussen de Raad en het college van burgemeester en wethouders. In het bijzonder gaat het hier om het feit dat leden van het college van B&W niet langer tevens leden van de Raad zijn en dat de bevoegdheden helder zijn onderscheiden. Het college van B&W richt zich op het dagelijks bestuur van de gemeente; de Raad heeft een kaderstellende en controlerende taak.

4 4 Ad II. Wijziging van de Gemeentewet Als gevolg van de invoering van de Wet dualisering gemeentebestuur is de Gemeentewet gewijzigd. Vanaf het in werking treden van de nieuwe Gemeentewet ligt het besluit tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen bij het college van B&W en niet langer bij de Raad. Het besluit wordt niet genomen dan nadat de Raad een ontwerpbesluit is toegezonden en in de gelegenheid is gesteld hun wensen en bedenkingen ter kennis van het college van B&W te brengen. Ad III. Invoering van de Verordening financieel beleid, financieel beheer en de financiële organisatie De nieuwe Gemeentewet stelt dat er met betrekking tot de administratie en de controle, verordeningen door de Raad wordt vastgesteld. In november 2003 is door de Raad de Verordening op de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Strijen (de zgn. Verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet) vastgesteld. Artikel 18 van de verordening geeft aan dat het college van B&W ten minste eenmaal in de vier jaar een beleidsnota verbonden partijen ter vaststelling aan de Raad aanbiedt. Ad IV. Invoering van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) Het BBV, in werking getreden vanaf begrotingsjaar 2004, vervangt het Besluit comptabiliteitsvoorschriften In het BBV worden de richtlijnen gegeven waaraan de begroting, meerjarenraming en de jaarstukken moeten voldoen. Mede als gevolg van de invoering van de Wet dualisering zijn de kaderstellende en controlerende functies van de Raad versterkt. Het BBV schrijft voor dat de paragraaf verbonden partijen in de begroting de visie op verbonden partijen in relatie tot de doelstellingen, alsmede de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen behandelt. De paragraaf verbonden partijen in het jaarverslag bevat de verantwoording van hetgeen in de overeenkomstige paragraaf in de begroting is opgenomen. 3. Gemeentelijke deelnemingen Dit toetsingskader fungeert als hulpmiddel bij vormgeving en ontwerp van gemeentelijke deelnemingen. In deze nota wordt een aantal aandachtspunten geformuleerd dat de gemeente in acht dient te nemen bij het (mogelijk) aangaan van deelnemingen. Het betreffen de volgende aandachtspunten: I. de definitie en waardering van de publieke belangen II. de doelmatigheid en rechtmatigheid III. een aantal overige aspecten. Ad I. de definitie en waardering van de publieke belangen Het belangrijkste criterium betreft de definitie en waardering van de publieke belangen waarvoor de gemeentelijke overheid moet (blijven) staan. Bescherming van zgn. gebonden klanten, toezicht op de kwaliteit, beschikbaarheid en betaalbaarheid van de voorzieningen en zorg voor voldoende marktwerking zijn invullingen van dat publieke belang. Het besluit om te bepalen wat een publieke taak is wordt in beginsel overgelaten aan de gemeentelijke overheid zelf.

5 5 Ad II. de doelmatigheid en rechtmatigheid Hierbij wordt de vraag gesteld of de behartiging van genoemde publieke belangen via het aandeelhouderschap en/of commissariaten kan worden waargemaakt of dat andere samenwerkingsvormen effectiever of efficiënter zijn om de gemeentelijke doelen te realiseren. Tevens moet aan de orde komen of de publieke belangen ook al via wet- en regelgeving zijn veiliggesteld. Bij de rechtmatigheidtoets gaat het om de beoordeling of voldaan is aan de eisen die door wet- en regelgeving worden gesteld. Ad III. een aantal overige aspecten Tot slot zal een aantal overige aspecten moeten worden beoordeeld. Hierbij gaat het om onder meer de vrijheid van keuze van de uitvoerder, het noodzakelijke risicomanagement en de gemeentelijke investeringsstrategie. Deze nota biedt een aantal algemeen toepasbare handvatten aan waarmee actuele en toekomstige ontwikkelingen kunnen worden afgewogen, maar schrijft geen dwingend kader voor ten aanzien van de te hanteren rechtsvorm. 3.1 Beleid Als uitgangspunt van beleid wordt de volgende regel gehanteerd: De gemeente gaat niet over tot de oprichting van of de deelneming in een privaatrechtelijke rechtspersoon, tenzij op deze wijze een publiek belang wordt behartigd dat niet op een andere wijze tot stand kan worden gebracht ( het nee, tenzij-principe ). Toelichting: Het Neen, tenzij principe houdt in dat er in beginsel voor wordt gekozen om het publiek belang te behartigen door de gemeente in de hoedanigheid van publiekrechtelijk rechtspersoon, bijvoorbeeld als subsidieverstrekker of regelgever. Indien hier geen mogelijkheid toe is, dan verdient het de voorkeur om de publiekrechtelijke weg te kiezen d.m.v. het oprichten van of het deelnemen in een publiekrechtelijke rechtsvorm. Publiekrechtelijke rechtsvormen zijn onderworpen aan de regels van het publiekrecht, zoals bijvoorbeeld de Gemeentewet of de Wet Gemeenschappelijke Regelingen. De bestuurscommissie en de gemeenschappelijke regeling zijn publiekrechtelijke rechtsvormen. In de laatste plaats wordt gekozen voor een privaatrechtelijke rechtsvorm. De voornaamste reden voor het volgen van het Neen, tenzij principe is dat er diverse (publiekrechtelijke) alternatieven zijn om het publieke belang te behartigen, waardoor de beïnvloedingsmogelijkheden groter zijn. Verder is er in publiekrechtelijke rechtsvormen meer aandacht voor democratische controle en verantwoording, waardoor het overheidshandelen een grotere mate van transparantie kent.

6 6 3.2 Besliskader verbonden partijen Het besliskader vormt de verplichte procedure bij het aangaan van (nieuwe) deelnemingen. Daarnaast kan het een rol spelen bij de evaluatie van de huidige verbonden partijen. Het besliskader omvat de volgende stappen: Stap 1: Is er sprake van een publiek belang dat door de gemeente behartigd moet worden? Maatschappelijke belangen zijn die belangen welke waardevol worden geacht voor het welzijn van de samenleving als geheel. Maatschappelijke belangen kunnen soms goed door de markt of door non-profitorganisaties worden behartigd; overheidsbemoeienis is niet altijd een vereiste. Publieke belangen zijn maatschappelijke belangen waarvoor de overheid de verantwoordelijkheid op zich neemt, omdat zij meent dat die zonder specifieke overheidsmaatregelen niet of niet voldoende worden behartigd. Het zich aantrekken van maatschappelijke belangen als publiek belang betekent derhalve dat de overheid het tot doelstelling van haar beleid maakt om dit belang te behartigen. Het besluit om te bepalen wat een publiek belang is, wordt ten dele bepaald door de wetgever (medebewind) en voor het overige overgelaten aan het gemeentelijk bestuur. De overwegingen om een belang als publiek belang te beschouwen dienen goed gemotiveerd en onderbouwd te worden. Deze motivering moet voldoende transparant zijn, opdat dit getoetst kan worden door de Raad De toezichthouder toetst enkel bij nieuwe deelnemingen; de Raad heeft de taak voortdurend de opportuniteit te beoordelen. De behartiging van publieke belangen kan per definitie nooit geheel aan private partijen worden overgelaten, opdat er dan immers geen sprake meer is van een eindverantwoordelijkheid van de overheid. Een publiek belang kan wel worden behartigd in samenwerking met andere publieke partijen of met private partijen. Stap 2: Kan de gemeente, in de hoedanigheid van publiekrechtelijk rechtspersoon, zelf het publieke belang behartigen? Het publieke belang wordt bij voorkeur behartigd door de gemeente in de hoedanigheid van publiekrechtelijke rechtspersoon. Dit kan bijvoorbeeld door het vaststellen van verordeningen of door het verstrekken van subsidies. Stap 3: Kan de gemeente de bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheid beter overdragen aan een andere publiekrechtelijke organisatie? Het verdient de voorkeur dat het publiek belang wordt behartigd langs de publiekrechtelijke weg. Publiekrechtelijke rechtsvormen zijn onderworpen aan de regels van het publiekrecht, zoals bijvoorbeeld de Gemeentewet of de Wet Gemeenschappelijke Regelingen. Hierin zijn bepaalde waarborgen opgenomen voor o.a. het gebruik van bevoegdheden, besluitvormingsstructuren, beïnvloedingsmogelijkheden, etc.

7 7 Stap 4: Het oprichten van of deelnemen in een besloten vennootschap, naamloze vennootschap, stichting, vereniging of Publiek Private Samenwerking. Indien er zwaarwegende redenen zijn om de bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheid geheel of gedeeltelijk over te dragen aan een privaatrechtelijke organisatie ("Neen, tenzij ), dan volgt de oprichting van of de deelneming in een privaatrechtelijk rechtspersoon. Vervolgens wordt beoordeeld welke privaatrechtelijke rechtsvorm of een combinatie van rechtsvormen, zoals dikwijls voorkomt bij publiek private samenwerking, de voorkeur geniet. Een zwaarwegende reden is bijvoorbeeld de participatie van een private partij. De keuze voor een specifieke rechtsvorm is o.a. afhankelijk van het te bereiken doel. 4. Gemeentelijke vertegenwoordiging Bij het besluit tot het oprichten van of deelnemen in een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke organisaties komt de gemeentelijke vertegenwoordiging in de diverse organen van de organisatie ter sprake. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen publiekrechtelijke rechtsvormen en privaatrechtelijke rechtsvormen. Daar de privaatrechtelijke rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid (o.a. de VOF en de maatschap) niet voorkomen in gemeentelijke verbanden wordt hierna gesproken over privaatrechtelijke rechtspersonen. 4.1 Gemeentelijke vertegenwoordiging in publiekrechtelijke rechtsvormen De gemeente participeert in een aantal gemeenschappelijke regelingen ingevolge de Wet gemeenschappelijke regelingen (hierna: Wgr). De belangen die daarbij worden behartigd liggen vaak op het vlak van de efficiency (kostenbesparing), doelmatigheid (grotere slagkracht), betere coördinatie en beïnvloeding van regionale processen. Bij het aangaan van een gemeenschappelijke regeling zal het kostenaspect vaak een belangrijke rol spelen. Grotere organisaties kunnen vaak efficiënter werken en het zal voor de gemeente vaak ondoenlijk zijn om zelf een organisatie op poten te zetten. Hierbij kan worden gedacht aan de regionale samenwerking op bijv. het gebied van openbare orde en veiligheid, milieu, ruimtelijke ordening en volkshuisvesting e.d Gemeentelijke vertegenwoordiging in privaatrechtelijke rechtspersonen Indien er zwaarwegende redenen zijn om de bestuurlijke en financiële verantwoordelijkheid geheel of gedeeltelijk over te dragen aan een privaatrechtelijke organisatie, dan moet bepaald worden wie de gemeente vertegenwoordigt in de diverse organen van de vennootschap, vereniging of stichting. De gemeente kan op drie manieren betrokken zijn bij privaatrechtelijke rechtspersonen: 1. De gemeente als aandeelhouder in een NV of BV. 2. Vertegenwoordiging van de gemeente in het bestuur van een privaatrechtelijke rechtspersoon. 3. Vertegenwoordiging van de gemeente in de raad van commissarissen of een toezichthoudend orgaan van een privaatrechtelijk rechtspersoon.

8 8 Gemeentelijke vertegenwoordiging in het bestuur van de onderneming kan leiden tot conflictsituaties. Hiervan is sprake als het publieke belang en het belang van de vennootschap, vereniging of stichting strijdig is, waardoor de functie van gemeentebestuurder en bestuurder in een privaatrechtelijke rechtspersoon moeilijk verenigbaar is. Een ander conflict kan ontstaan bij de verantwoording. Een commissaris in een vennootschap is bijvoorbeeld, conform het vennootschapsrecht, enkel verantwoording schuldig aan de algemene vergadering van aandeelhouders. Een gemeentelijke bestuurder in de hoedanigheid van commissaris van een vennootschap is derhalve geen verantwoording schuldig over het gevoerde beleid van de vennootschap aan de Gemeenteraad. Deze conflictsituatie treedt niet op als de gemeente de rol van aandeelhouder vervult. De gemeente kan in deze rol haar eigen belang inbrengen en hierover rapporteren aan de Raad. Gegeven het uiteindelijke doel dat de gemeente nastreeft met het oprichten van of het deelnemen in een privaatrechtelijke rechtspersoon, namelijk de behartiging van een publiek belang, is het van belang om gemeentelijke vertegenwoordiging te hebben in één van de organen van de rechtspersoon. Er moet echter voor worden gewaakt dat niet hetzelfde gemeentelijke orgaan in meerdere organen van de rechtspersoon is vertegenwoordigd. Om de rollen van gemeentelijke vertegenwoordiging helder te stellen zijn en (de schijn van) belangenverstrengeling te voorkomen worden de volgende beleidsuitgangspunten geformuleerd. A. Afhankelijk van de aard van de privaatrechtelijke rechtspersoon wordt de gemeente vertegenwoordigd door een lid van het college van B&W (bijv. bij een BV/CV) of een door het college van B&W aangewezen derde, dan wel een lid van de gemeenteraad (bijv. bij stichtingen). Toelichting: Indien een gemeentelijke vertegenwoordiger wordt afgevaardigd in het bestuur van een privaatrechtelijk rechtspersoon, betreft dit uitsluitend een lid van het college van B&W of een door het college van B&W aangewezen derde, bijvoorbeeld een gemeentelijke ambtenaar. Deze door het college van B&W aangewezen derde betreft geen lid van de Raad. N.B.: Bestuurders kunnen in bepaalde gevallen hoofdelijk aansprakelijk zijn, en onder bepaalde omstandigheden zelfs persoonlijk aansprakelijk. B. Uitsluitend het college van B&W benoemt een lid van de raad van commissarissen, zijnde een extern persoon die geen functie binnen het gemeentelijk overheidsapparaat uitoefent. Toelichting: De functie van commissaris in een vennootschap is niet verenigbaar met de functie van gemeentebestuurder. C. Leden van het college van B&W vertegenwoordigen de gemeente in de algemene vergadering van aandeelhouders van een vennootschap en leggen hierover verantwoording af aan de Raad. Toelichting: Een lid van het college van B&W neemt zitting in het toezichthoudende orgaan, niet zijnde de raad van commissarissen, van vennootschap. Dit collegelid is niet tevens bestuurslid van de vennootschap.

9 9 D. Leden van het college van B&W vertegenwoordigen de gemeente in de algemene ledenvergadering van een vereniging. Toelichting: Een lid van het college van B&W neemt zitting in het toezichthoudende orgaan van de vereniging. 5. Besluitvormingskader privaatrechtelijke rechtspersonen Het college van B&W besluit tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen. Het besluit wordt niet genomen dan nadat uw Raad een ontwerpbesluit is toegezonden en u in de gelegenheid bent gesteld uw wensen en bedenkingen ter kennis van het college van B&W te brengen. Deze wensen en bedenkingen in acht nemend, gaat het college van B&W vervolgens over tot het nemen van het besluit. Het besluit wordt daarna ter beoordeling voorgelegd aan het college van gedeputeerde staten. Het ontwerpbesluit dat aan uw Raad wordt voorgelegd behandelt ten minste de volgende punten: a. Besliskader verbonden partijen. toelichting: Het besliskader verbonden partijen is doorlopen. Er is sprake van een zwaarwegende reden voor de oprichting van of de deelneming in een privaatrechtelijke rechtspersoon. b. Vertegenwoordiging toelichting: De mogelijkheid van democratische controle en beïnvloeding is in voldoende mate aanwezig. De beleidsuitgangspunten zijn in acht genomen. c. toelichting: De inbreng van en de stemverhouding tussen de diverse partijen is opgenomen in het voorstel. De taken en verantwoordelijkheden tussen de gemeente en de privaatrechtelijke rechtspersoon zijn verdeeld en helder geformuleerd. d. Financiële consequenties toelichting: De financiële risico's zijn in kaart gebracht en in voldoende mate onderbouwd. e. Juridische aspecten toelichting: De oprichting van een privaatrechtelijk rechtspersoon geschiedt door een notaris. Het betreft hier alleen nieuwe besluiten en enkel de oprichting van of deelneming in privaatrechtelijke rechtsvormen. De goedkeuring kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.

10 10 De vaststelling van publieke belangen is primair een eigen verantwoordelijkheid van de gemeente en de toezichthouder beoordeelt derhalve niet het publieke belang. Wel wordt beoordeeld of de reden tot het nemen van het besluit en de wijze van het behartigen van het publiek belang aannemelijk zijn onderbouwd. Daarnaast beoordeelt de toezichthouder of het besluit in overeenstemming is met relevante wet- en regelgeving en of het besluit op de juiste wijze tot stand is gekozen. 6. Controlekader verbonden partijen Periodieke verantwoording In het BBV is bepaald dat in zowel de begroting als in de jaarrekening een paragraaf verbonden partijen wordt opgenomen. Hierin wordt ook opgenomen (de voornemens tot) het aangaan of het beëindigen van nieuwe verbonden partijen, een wijziging van de doelstelling of een afwijking van de voorgenomen of gerealiseerde activiteiten. Aan de paragraaf wordt aan de jaarrekening ook een lijst verbonden partijen, oftewel het register verbonden partijen, toegevoegd. Controlekaders Iedere collegeperiode worden alle verbonden partijen geëvalueerd. De evaluatie bestaat uit een beoordeling van: - het publieke kader: de doelmatigheid en rechtmatigheid van de verbonden partij, waarbij wordt gecontroleerd of de publieke doelstellingen worden gewaarborgd en of dit op de juiste wijze plaatsvindt; - de begroting en jaarstukken van de verbonden partij: een beoordeling van de naleving van de gestelde eisen ten aanzien van deze stukken in de statuten en de wetgeving, zoals het BW en de WGR. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Strijen, gehouden op 26 april de griffier, de voorzitter, M.A. Bourdrez A. Oster

11 11 REGISTER VERBONDEN PARTIJEN

12 12 Gemeenschappelijke regeling Gevudo Gevudo Afvalverwerking in Dordrecht verwerkt huishoudelijk en bedrijfsafval. Een groot deel van dit afval is afkomstig uit de gemeenten in de regio Zuid-Holland Zuid, maar Gevudo verwerkt ook (bedrijfs)afval van buiten de regio. Daarvoor beschikt Gevudo over een moderne verbrandingsinstallatie met vier ovenlijnen, die volcontinu in bedrijf zijn. De Gevudo GR exploiteert een stortplaats. Veel gemeenten uit de regio nemen deel aan deze gemeenschappelijke regeling. Een collegelid vertegenwoordigt de gemeente tijdens de vergaderingen van het algemeen en het dagelijks bestuur. De deelnemende gemeenten kunnen in de toekomst geconfronteerd worden met financiële claims die voortvloeien uit de gerechtelijke procedures. Op dit moment is vanwege de lopende procedures niet mogelijk de hoogte van deze claims te bepalen. Programma Fysiek beleid, doelstelling: Het vergroten van de bewustwording van de inwoners over hun mogelijkheden om een bijdrage te leveren aan de verbetering van het milieu c.q. de inwoners stimuleren tot een milieuvriendelijk gedrag. Exploitatieresultaat 2004: ; Algemene bedrijfsreserve : Er loopt een aantal procedures rechtstreeks tussen de gemeenten en GEVUDO NV. De gemeenschappelijke regeling is geen juridische partij, zij het dat de GR namens de gemeenten het verweer voert en (vooralsnog) uit haar eigen middelen betaalt. Voor de hierna volgende kwesties wordt een procedure gevoerd tussen Gevudo NV/ en de deelnemende gemeenten: niet betalen stortheffing door de gemeenten, inbreuk op het contract verkoop Gevudo NV aan Eneco, dubbele vooraftrek BTW door Gevudo NV en achterhouden van BTW-compensatie door Gevudo NV.

13 13 Gemeenschappelijke regeling RAD Het doel van de RAD is het zorgdragen voor het op een milieuhygiënische verantwoorde en doelmatige wijze verwijderen van afvalstoffen. Zorgdragen van de inzameling van (grove) huishoudelijke afvalstoffen, afzonderlijke inzameling van groente-, fruit- en tuinafval en het zorgdragen voor het doen verwerken van deze afvalstoffen. De RAD haalt het huishoudelijke afval gescheiden op. Grof huishoudelijk afval, asbest, puin, papier en karton kunnen worden ingeleverd op de milieustraat aan de Smidsweg in Westmaas. De Regionale Afvalstoffendienst Hoeksche Waard (RAD) is een gemeenschappelijke regeling van zes Hoeksche Waardse gemeenten en de Heerjansdam (gemeente Zwijndrecht). De gemeente wordt vertegenwoordigd door een collegelid (DB) en een raadslid (AB). Op dit moment is het financiële risico niet te bepalen. De RAD werkt op basis van kostendekkende tarieven. Programma Fysiek beleid, doelstelling: Het vergroten van de bewustwording van de inwoners over hun mogelijkheden om een bijdrage te leveren aan de verbetering van het milieu c.q. de inwoners stimuleren tot een milieuvriendelijk gedrag. Eigen vermogen ( ): Met het basis- en plusproject zal worden getracht de gescheiden inzameling en preventie van huishoudelijk afval te verbeteren. Het basisprogramma zal voor 50% worden uitgevoerd door externe deskundigen en voor 50% in eigen beheer. Op basis van deze projecten wordt door de provincie Zuid- Holland een communicatieplan opgesteld.

14 14 Gemeenschappelijke regeling SVHW Het samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor de heffing en invordering van belastingen, de administratie m.b.t. de wet waardering onroerende zaken, het administreren van vastgoedgegevens en het verstrekken van vastgoedgegevens van de aangesloten instellingen. In het samenwerkingsverband participeren alle gemeenten in de Hoeksche Waard, de gemeenten Alblasserdam, Albrandswaard, Schoonhoven, Bergambacht, Vlist, Zevenhuizen-Moerkapelle, Rozenburg, Nieuw-Lekkerland, Nederlek, Ouderkerk en het waterschap Hollandse Delta. Een collegelid vertegenwoordigt de gemeente Strijen in het algemeen en het dagelijks bestuur. Bijdrage per product. De totale kosten worden voor 2005 geschat op Programma Middelen en organisatie, doelstelling: Het verwerven van eigen middelen door middel van het heffen van belastingen ter bekostiging van uitgaven die niet worden gedekt door algemene en specifieke uitkeringen en kostendekkende bijdragen van derden. Aan deze gemeenschappelijke regeling nemen 16 gemeenten. Met ingang van 1 januari 2005 is het waterschap Hollandse Delta tot deze gemeenschappelijke regeling toegetreden. Vanaf die datum verzorgt het SVHW de heffing en invordering van waterschapsomslagen en de verontreinigingsheffing. In afwachting van strategisch beleid inzake de bepaling van de optimale schaal is toetreding van nieuwe deelnemers niet mogelijk.tenslotte is het SVHW van plan de WOZ-beschikking en de OZB-aanslag te integreren en de jaarlijkse waardering in te voeren.

15 15 Stichting ToBeDordrecht Het bieden van muziekonderwijs Deze stichting is een samenwerkingsverband tussen twee muziekstichtingen, gemeenten die zijn aangesloten bij de gemeenschappelijke regeling Muziekschool Hoeksche Waard en een gemeentelijke muziekschool. Zij zijn verder gegaan in de stichting ToBe. In het bestuur wordt de gemeente vertegenwoordigd door een collegelid. Bijdrage per inwoner Programma Cultureel beleid, doelstelling: Het bieden van mogelijkheden van amateuristische kunstbeoefening. Bezuiniging 10% op gemeentelijke bijdrage. Gemeenschappelijke regeling Regio Zuid-Holland Zuid Samenwerking op het gebied van veiligheid, economische zaken, ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting, verkeer en vervoer en volksgezondheid. De Regio Zuid-Holland Zuid is een samenwerkingsverband van 20 gemeenten in de Hoeksche Waard, de Drechtsteden en de Alblasserwaard-Vijfherenlanden. De gemeente wordt in het regiobestuur vertegenwoordigd door raadsleden. Bijdrage per inwoner. Bestuur, doelstelling: Ter behartiging van de strategische belangen van de Hoeksche Waard zal een nietvrijblijvende samenwerking met andere organen worden aangegaan. In 2004 is een aanzet gegeven tot een bezuinigingsoperatie.

16 16 Gemeenschappelijke regeling WHW-bedrijven WHW-bedrijven biedt werk aan ruim 200 enthousiaste en gemotiveerde medewerkers die vanwege persoonlijke omstandigheden zijn aangewezen op arbeid onder aangepaste omstandigheden. Binnen de kaders van de Wet sociale werkvoorziening wordt in een reguliere productieomgeving de arbeid zoveel als mogelijk aangepast aan de individuele mogelijkheden van de medewerkers De zes Hoeksche Waardse gemeenten. Vertegenwoordiging in het DB door een collegelid, in het AB door een raadslid. Bijdrage per inwoner. Programma Sociaal-economisch beleid, doelstelling: Het verhogen van de maatschappelijke participatie en het doorbreken en voorkomen van sociaal isolement door maatschappelijk zinvolle activiteiten. Wegschap Tunnel Dordtse Kil Het wegschap is opgericht voor de aanleg en het beheer van de toltunnel en de aansluitende verbindingswegen. Het wegschap is bevoegd om verordeningen vast te stellen die voor het vervullen van de tak van het wegschap nodig zijn. Provincie Zuid-Holland en de gemeenten Dordrecht, s-gravendeel, Binnenmaas en Strijen. Collegelid in DB, raadslid in AB. Bijdrage van 2% op basis van het exploitatietekort. Programma Fysiek beheer, doelstelling: Het realiseren van verkeersmaatregelen en het kwalitatief zodanig onderhouden van wegen, straten en pleinen opdat een veilige deelname aan het verkeer wordt gewaarborgd.

17 17 Stichting Sportcentrum Apollo Het exploiteren van een zwembad en een sporthal binnen de gemeente Strijen met een daartoe in eigendom of gebruik te verkrijgen accommodatie. Er is sprake van een onafhankelijke stichting. Raadslid in AB. Bijdrage in exploitatietekort op basis van de subsidieverordening. Programma Sport en recreatie, doelstelling: Het stimuleren en ondersteunen van een breed aanbod van voorzieningen op het gebied van jeugd en sport. Onderzoek naar mogelijkheden van priviatisering. Sportstichting Strijen (gemeentelijke stichting) Het oprichten en instandhouding van sport- en recreatieobjecten in de gemeente Strijen. Gemeente Strijen Collegebestuur vormt tevens bestuur van de sportstichting. Bijdrage in de kosten. Sport en recreatie, doelstelling: Het stimuleren en ondersteunen van een breed aanbod van voorzieningen op het gebied van jeugd en sport.

18 18 loze Vennootschap Eneco Het leveren en transporteren van gas en elektriciteit. Deelnemende gemeenten Vertegenwoordiging in de algemene vergadering van aandeelhouders (gemeenten als aandeelhouders). Aandeelhouderschap, op basis daarvan dividenduitkering. Geen Discussie rond splitsing netbeheer en handelsactiviteiten. loze Vennootschap Evides Leveren van water aan gezins- en bedrijfshuishoudingen. Gemeenten in werkgebied van Evides. Vertegenwoordiging in de algemene vergadering van aandeelhouders van BV Gemeenschappelijk Bezit Evides. Aandeelhouderschap, op basis daarvan dividenduitkering. Geen Medio 2004 is N.V. Waterbedrijf Europoort met Delta waterbedrijf N.V. gefuseerd in Evides NV. De aandelen Evides NV worden gehouden door DELTA NV en BV Gemeenschappelijk Bezit Evides (BV-GBE) elk voor 50%. De aandelen BV-GBE worden gehouden door gemeenten in de regio Europoort Aanpassing (juridische) structuur, waarbij het drinkwaterbedrijf en de commerciële activiteiten duidelijk worden gescheiden..

19 19 loze Vennootschap Bank Nederlandse Gemeenten De BNG is een gespecialiseerde bank, van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Klanten zijn decentrale overheden, corporaties, en instellingen op het gebied van nut, zorg en onderwijs. -- Vertegenwoordiging in algemene vergadering van aandeelhouders. Aandeelhouderschap, op basis daarvan dividenduitekering. Programma Middelen en organisatie, doelstelling: Het aantrekken van financieringsmiddelen en uitzetten van gelden binnen de kaders van de wet FIDO. Gemeenschappelijke regeling Regionale Sociale Dienst Hoeksche Waard De regionale sociale dienst Hoeksche Waard is een samenwerkingsverband van alle Hoeksche Waardse gemeenten dat zorgdraagt voor de uitvoering van de Wet werk en inkomen en overige relevante wetgeving. De gemeenten Strijen, Cromstrijen, Binnenmaas, Oud-Beijerland, Korendijk en s-gravendeel nemen deel aan deze gemeenschappelijke regeling. De gemeente Strijen wordt vertegenwoordigd door een collegelid in DB en een raadslid in AB. De deelnemende gemeenten dragen de kosten van de organisatie (organisatiedeel), alsmede van de uitvoering van de regelingen (productiedeel). Programma Sociaal-economisch beleid, doelstelling: Het voeren van een actief beleid om armoede te bestrijden door verbetering van de inkomenssituatie van personen met een minimum inkomen.

20 20 B.V. / C.V. Regionaal bedrijventerrein (in oprichting) Het ontwikkelen en exploiteren van een regionaal bedrijventerrein. Gemeenten Strijen, Cromstrijen, Binnenmaas, Oud-Beijerland, Korendijk en s-gravendeel. Collegelid in Raad van Commissarissen. 11,88% van het commanditair kapitaal van en 12% van de aandelen B.V. (aandelenkapitaal ). Programma Sociaal-economische beleid, doelstelling: Het stimuleren van de economische ontwikkeling in de gemeente door het creëren en behouden van een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven en winkels.