Jaarverslag 2016 vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften

Transcriptie

1 Jaarverslag 2016 vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften

2 Inhoudsopgave 1. INLEIDING 1.1 DOEL 1.2 JURIDISCH KADER 1.3 SAMENSTELLING COMMISSIE 2. BEHANDELING BEZWAARSCHRIFTEN 2.1 PROCEDURE BEZWAARSCHRIFTEN 2.2 BESLISTERMIJNEN 2.3 MOGELIJKHEDEN VOOR (PRE)MEDIATION / INFORMELE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN 3. BEZWAARSCHRIFTEN VANUIT HET SECRETARIAAT VAN DE COMMISSIE: INFORMELE BEHANDELING 3.2 BEZWAARSCHRIFTEN PER CATEGORIE 3.3 ADVIEZEN COMMISSIE 3.4 BEHANDELINGSTERMIJNEN 3.5 VERZOEK OM VOORLOPIGE VOORZIENING 3.6 RECHTSTREEKS BEROEP 3.7 BEROEP TEGEN BESLISSING OP BEZWAARSCHRIFTEN 4. CONCLUSIES, KANTTEKENINGEN EN AANBEVELINGEN BIJLAGE 1 OVERZICHT BEZWAARSCHRIFTEN BIJLAGE 2 OVERZICHT ADVISERING OVER BEZWAARSCHRIFTEN BIJLAGE 3 OVERZICHT BEHANDELINGSTERMIJNEN Pagina 2

3 1. Inleiding 1.1 Doel Voor u ligt het jaarverslag van de commissie voor de behandeling van bezwaarschriften van de gemeente Dalfsen, waarin de commissie verslag uitbrengt over haar werkzaamheden in het jaar Juridisch kader In de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) is vastgelegd dat belanghebbenden besluiten kunnen voorleggen aan de (bestuurs)rechter (artikel 8:1 Awb). Voordat men bij de rechter komt, zal vaak eerst bezwaar gemaakt moeten worden (artikel 7:1 Awb). Dit geldt niet voor besluiten waartegen volgens de wet rechtstreeks beroep openstaat. Bezwaarschriften worden ingediend bij het bestuursorgaan dat ook het primaire besluit heeft genomen. Dit kan de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester van de gemeente Dalfsen zijn. Ditzelfde bestuursorgaan zal ook de beslissing op het bezwaarschrift nemen. De beslissing op het bezwaarschrift is een volledige heroverweging van het primaire besluit. Tussen het primaire besluit en de beslissing op een bezwaarschrift liggen de werkzaamheden van de vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften. Voor de samenstelling, zittingsduur en werkwijze van de commissie heeft de gemeenteraad de Verordening commissie bezwaarschriften vastgesteld. De meest recente versie hiervan, waarbij ook het uitbrengen van een jaarverslag in de verordening is vastgelegd, is op 9 juni 2010 in werking getreden. Op 18 februari 2014 is een eerste wijziging van deze verordening vastgesteld. De commissie is, als orgaan krachtens publiekrecht ingesteld en met bevoegdheden bekleed, een zelfstandig bestuursorgaan. De commissie heeft tot taak om, ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften, advies uit te brengen over de ingediende bezwaarschriften tegen besluiten van de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester van de gemeente Dalfsen. De commissie is niet bevoegd om te adviseren over bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen, leges of de Wet waardering onroerende zaken of over personeelsaangelegenheden (artikel 2 lid 2 Verordening commissie bezwaarschriften). De commissie voor de behandeling van bezwaarschriften van de gemeente Dalfsen is een commissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Awb. In de gemeente Dalfsen is gekozen voor een volledig onafhankelijke commissie, in die zin dat zowel de voorzitter als de leden geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder de verantwoordelijkheid van één van de gemeentelijke bestuursorganen. De commissie wordt ambtelijk ondersteund door het secretariaat. Het secretariaat van de commissie (is sinds 1 januari 2015) ondergebracht bij de stafeenheid Control & Resultaat, maar functioneert voor de werkzaamheden van de commissie onafhankelijk van het gemeentebestuur. 1.3 Samenstelling commissie De gemeente Dalfsen heeft sinds haar herindeling in 2001 een onafhankelijke commissie die adviseert over ingediende bezwaarschriften. Ook de voormalige gemeenten Nieuwleusen en Dalfsen werkten al met een onafhankelijke adviescommissie. Nadat eind 2009 voor de commissieleden de maximale zittingsduur (twee termijnen van vier jaar) was bereikt, is de commissie in 2010 met een volledig nieuwe bemensing begonnen. Per 1 januari 2014 is een aantal leden herbenoemd en is een nieuw lid toegetreden. De huidige leden van de commissie zijn (her)benoemd per 1 januari 2014 voor een periode van vier jaar. De samenstelling van de commissie is sinds deze datum: - mevrouw mr. W.M.L. Lont-Janzing (voorzitter) - mevrouw mr. J.J. van Gaalen-Rens - mevrouw mr. W.L.A. Kappen - de heer H.J. van der Woude - de heer A.H. Rijkens De hoorzittingen van de commissie worden gehouden door de voorzitter en twee van de leden. Eventuele vervanging van de voorzitter gebeurt door één van de leden. Als secretaris van de commissie waren in 2016 werkzaam, mevrouw mr. C. Blokzijl, mevrouw G. Kijk in de Vegt en de heer W. de Vries. Pagina 3

4 2. Behandeling bezwaarschriften 2.1 Procedure bezwaarschriften Bezwaarschriften die worden ontvangen en waarvoor de commissie bevoegd is, komen bij het secretariaat van de commissie terecht. Het secretariaat controleert de ontvankelijkheid van het bezwaarschrift en bevestigt de ontvangst van het bezwaarschrift aan de indiener. Een bezwaarschrift moet aan bepaalde eisen voldoen om ontvankelijk te zijn (artikel 6:5 Awb). Het moet worden ondertekend en moet tenminste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt en de gronden van het bezwaar bevatten. Hiernaast moet de indiener van het bezwaarschrift belanghebbende zijn bij het bestreden besluit (artikel 8:1 j artikel 7:1 Awb). Afgelopen jaar is voor het indienen van een bezwaarschrift de digitale weg opengesteld (door middel van het beschikbaar stellen van een webformulier), maar hiervan is tot op heden nog geen gebruik gemaakt. Als dit mogelijk is, wordt in de ontvangstbevestiging alvast de datum van een eventueel te houden hoorzitting aangegeven. Als het bezwaarschrift (nog) niet voldoet aan de wettelijke eisen (artikel 6:5 Awb) wordt de indiener bij de ontvangstbevestiging, gedurende een bepaalde termijn (afhankelijk van de datum van de volgende hoorzitting), in de gelegenheid gesteld het bezwaarschrift aan te vullen of toe te lichten. Het secretariaat brengt de betreffende vakeenheid 1 en eventuele derdebelanghebbenden (bijvoorbeeld een vergunninghouder) van de ontvangst van het bezwaarschrift op de hoogte en verzoekt de vakeenheid om de op de zaak betrekking hebbende stukken. Bij een groot aantal bezwaarschriften zal in deze fase van de procedure de mogelijkheid worden geboden om, voorafgaande aan de eventuele behandeling door de commissie, over de ingediende bezwaren en het bestreden besluit met alle betrokkenen in gesprek te komen. Voor meer informatie hierover zie onder 2.3 en 3.1. Als de zaak op een hoorzitting zal worden behandeld worden de stukken uit het zaakdossier, samen met de uitnodiging voor de zitting, uiterlijk veertien dagen hiervoor aan het bestuursorgaan, de indiener van het bezwaarschrift en eventuele derde-belanghebbenden toegezonden. Nadere stukken kunnen tot tien dagen voor de zitting worden ingediend (artikel 7:4 lid 1 Awb). Tijdens de hoorzitting worden de verschillende belanghebbenden en (de vertegenwoordiger(s)) van het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen in beginsel in elkaars aanwezigheid gehoord. De (agenda van de) hoorzitting wordt samengevat in de KernPUNTEN bekendgemaakt. De hoorzittingen zijn in beginsel openbaar, tenzij de commissie besluit om achter gesloten deuren te horen. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij zaken die de persoonlijke levenssfeer van belanghebbenden (kunnen) raken. Ook belanghebbenden kunnen om een besloten hoorzitting verzoeken. Van de hoorzitting werd in het verleden een schriftelijk verslag gemaakt. De gemeenteraad heeft op 18 februari 2014 een wijziging van de Verordening commissie bezwaarschriften vastgesteld, waardoor voortaan geluidsopnamen van de hoorzittingen van de commissie worden gemaakt en een schriftelijk verslag alleen nog wordt opgemaakt in uitzonderingsgevallen, bijvoorbeeld als er in een beroepsprocedure door de rechtbank om wordt gevraagd. Na afloop van de hoorzittingen vindt, achter gesloten deuren, de beraadslaging plaats. De commissie brengt aan het bestuursorgaan advies uit over het bezwaarschrift. De commissie stuurt aan de indiener van het bezwaarschrift en de eventuele derde-belanghebbenden een afschrift van dit advies. Het bestuursorgaan neemt, op basis van het advies van de commissie, een beslissing op het ingediende bezwaarschrift. Het advies van de commissie is niet bindend. Het bestuursorgaan kan van dit advies afwijken, mits de afwijkingen worden gemotiveerd (artikel 7:13 lid 7 Awb). Tegen de beslissing op een bezwaarschrift kan beroep worden ingesteld bij de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, team Bestuursrecht. De commissie wordt door het secretariaat op de hoogte gehouden van de door het bestuursorgaan genomen beslissingen op de bezwaarschriften en eventueel hiertegen ingestelde beroepsprocedures. 1 Een vakeenheid is de behandelende afdeling van het bestuursorgaan van de gemeente. Pagina 4

5 2.2 Beslistermijnen Voor de afhandeling van een bezwaarschrift geldt, omdat hiervoor een adviescommissie is ingesteld, een beslistermijn van twaalf weken, gerekend vanaf de dag waarop de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is verstreken. Deze termijn wordt van rechtswege opgeschort, gedurende de termijn dat een indiener in de gelegenheid wordt gesteld om een verzuim in het bezwaarschrift te herstellen, tot het moment dat het verzuim is hersteld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken. De beslistermijn kan, zonder instemming van de belanghebbenden, voor ten hoogste zes weken worden verdaagd. Verder uitstel is, onder andere, mogelijk als alle belanghebbenden hiermee instemmen of als de indiener van het bezwaarschrift hiermee instemt en andere belanghebbenden door dit uitstel niet in hun belangen kunnen worden geschaad (artikel 7:10 Awb). Het bestuursorgaan is primair verantwoordelijk voor het naleven van de beslistermijnen. De behandelingstermijn bij de commissie telt hierbij echter wel mee. Het halen van de beslistermijnen is hiermee min of meer een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het betreffende bestuursorgaan en de commissie. Vanaf 1 oktober 2009 is de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen in werking getreden. Deze wet betreft een wijziging van de Algemene wet bestuursrecht en houdt in dat als niet tijdig wordt besloten een indiener van een bezwaarschrift een ingebrekestelling aan het bestuursorgaan kan sturen, waarna het bestuursorgaan binnen veertien dagen een beslissing op het bezwaarschrift moet nemen, teneinde het verbeuren van een dwangsom te voorkomen. Ook kan in dat geval bij de bestuursrechter op korte termijn een besluit (eveneens onder het opleggen van een dwangsom aan het bestuursorgaan) worden afgedwongen. Voor zover de commissie bekend, heeft zich dit in Dalfsen bij bezwaarschriften nog niet voorgedaan. Sinds 1 oktober 2016 is deze dwangsomregeling niet meer van toepassing bij primaire verzoeken en beslissingen op bezwaarschriften in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet hergebruik van overheidsinformatie. 2.3 Mogelijkheden voor (pre)mediation / informele behandeling van bezwaarschriften In het jaarverslag van 2010 heeft de commissie de aanbeveling gedaan om beleid te formuleren met betrekking tot het aanbieden van (pre)mediation als vorm van geschil- en conflictoplossing. In 2011 hebben twee stagiaires als onderdeel van hun afstudeeronderzoek een startnotitie met handvatten voor (pre)mediation voor de gemeente Dalfsen geschreven. Nadat in 2012 een begin is gemaakt met een informele behandeling van bezwaarschriften, is dit vanaf 2013 en 2014 verder uitgebreid. De gemeenteraad heeft deze werkwijze op 18 februari 2014 geformaliseerd door een wijziging ter zake in de Verordening commissie bezwaarschriften vast te leggen. In 2013 heeft een aantal medewerkers van de gemeente een training mediationvaardigheden gevolgd, om voor het voeren van deze gesprekken beter toegerust te worden. In 2014 heeft (in regionaal verband) een verdiepingstraining plaatsgevonden voor enkele medewerkers die vaak als gespreksleider optreden. In 2016 is opnieuw een opfris-/verdiepingstraining gehouden. Vanuit de deelnemers is hierbij tevens een aanzet gegeven om mediationvaardigheden, ook buiten het kader van een bezwaarschriftenprocedure, vaker en bewuster te gaan gebruiken. Deze informele behandeling houdt in dat in veel gevallen de mogelijkheid wordt geboden om over de ingediende bezwaren en het onderliggende besluit met alle betrokkenen in gesprek te komen. Het doel van deze gesprekken is om te kijken of er op deze informele manier een voor alle betrokkenen bevredigende oplossing kan worden bereikt. Deze gesprekken kunnen alleen plaatsvinden als alle betrokkenen (en dus ook het betrokken bestuursorgaan) hiermee instemmen. De ervaringen met deze gesprekken zijn positief. De praktijk wijst uit dat deze gesprekken voorzien in een behoefte en dat soms resultaten worden bereikt die binnen de formele bezwaarschriftenprocedure niet altijd mogelijk waren geweest. Deze gesprekken worden meestal geïnitieerd vanuit het secretariaat van de commissie, van waaruit ook een gespreksleider wordt gefaciliteerd. Als de gesprekken niet (kunnen) plaatsvinden of niet tot een oplossing leiden, wordt de zaak alsnog behandeld tijdens een hoorzitting van de commissie. Soms blijken er tijdens deze hoorzitting nog mogelijkheden te zijn om partijen dichter bij elkaar te brengen. De commissie zal dan tijdens de hoorzitting alsnog bekijken of een alternatieve oplossing mogelijk is en stimuleren om partijen met elkaar in gesprek te brengen. In sommige gevallen kan deze werkwijze meebrengen dat de bezwaarschriftenprocedure, als alle belanghebbenden hiermee instemmen, tijdelijk wordt opgeschort. Pagina 5

6 3. Bezwaarschriften 2016 Bezwaarschriften 2015 Vanuit 2015 stonden er begin 2016 nog zes bezwaarschriften open. Drie hiervan zijn in 2016 alsnog ingetrokken. In al deze gevallen is het bestreden besluit ingetrokken dan wel zodanig gewijzigd dat de indieners geen belang meer hadden bij een inhoudelijke beoordeling van hun bezwaren. De behandeling van één bezwaarschrift was in 2014 op verzoek van de indieners al voorlopig aangehouden en is, eveneens op verzoek van de indieners, in de loop van 2015 (nogmaals) voor onbepaalde tijd opgeschort en is ook in 2016 ook (nog) niet behandeld. Een ander bezwaarschrift was in overleg met alle betrokkenen aangehouden, in afwachting van de definitieve uitkomsten van informeel overleg, waarbij een proefperiode van een jaar was afgesproken. In de zaak is echter geen voor alle betrokkenen aanvaardbare oplossing bereikt en de zaak is in de loop van 2016 alsnog door de commissie behandeld. Het bezwaarschrift is later door het college, conform het advies van de commissie, ongegrond verklaard. Het laatste bezwaarschrift uit 2015 is ook in de loop van 2016 behandeld. Dit was tevens het eerste bezwaarschrift waarbij de commissie de verschillende betrokken partijen afzonderlijk van elkaar heeft gehoord. Het bezwaarschrift is later door het college, conform het advies van de commissie, ongegrond verklaard. Bezwaarschriften 2016 In het kalenderjaar 2016 zijn in totaal 70 bezwaarschriften ingediend, waarvan er 64 waren gericht tegen een besluit van een bestuursorgaan. Het betrof in één geval een besluit van de burgemeester en in alle overige gevallen besluiten van het college van burgemeester en wethouders. Zes bezwaarschriften waren niet gericht tegen een besluit. Over één hiervan heeft de commissie een advies uitgebracht. De andere vijf bezwaarschriften zijn, in overleg met de indieners hiervan, ter verdere behandeling doorgezonden naar het college van burgemeester en wethouders. Ten opzichte van 2015 lijkt het aantal bezwaarschriften op het eerste gezicht fors gestegen (van 45 naar 70). Dit geeft echter een beetje een vertekend beeld, omdat er in één geval 18 bezwaarschriften tegen hetzelfde besluit, in een ander geval 4 bezwaarschriften tegen hetzelfde besluit en in een laatste geval twee bezwaarschriften (waarvan één met een handtekeningenlijst van vier andere omwonenden) tegen hetzelfde besluit zijn ingediend. Hierbij ging het om verleende omgevingsvergunningen. Daadwerkelijk gaat het bij de genoemde aantallen dus om een feitelijke lichte stijging van 39 (in 2015) naar 43 (in 2016) bestreden besluiten. Hier is niet een directe verklaring voor te geven. Het valt wel op dat met name het aantal bezwaarschriften tegen planschadebesluiten is gestegen. Hiervan hadden er 5 betrekking op het bestemmingsplan Oosterdalfsen. Ook het aantal bezwaarschriften tegen handhavingsbesluiten op grond van de Participatiewet is gestegen. Dit zal te maken hebben met de landelijke aanscherping van het handhavings- en sanctiebeleid op dit beleidsterrein. Hieronder een overzicht van de door de commissie behandelde bezwaarschriften van de afgelopen jaren. Tevens wordt hierin aangegeven welke bezwaarschriften met een informele behandeling tot een oplossing zijn gekomen (zie onder 3.1) Pagina 6

7 aantal bezwaarschriften 40 aantal bestreden besluiten aantal bezwaarschriften opgelost met informele behandeling Grafiek 1: aantallen ingediende bezwaarschriften per jaar 3.1 Vanuit het secretariaat van de commissie: informele behandeling In 2016 hebben over 18 bezwaarschriften voorafgaande aan eventuele behandeling door de commissie, gesprekken tussen alle betrokkenen plaatsgevonden. In het geval van de 18 bezwaarschriften tegen één besluit had al in een eerder stadium, dus voor de ontvangst van de bezwaarschriften, een (pre)mediationgesprek (informeel overleg) tussen een aantal van de betrokkenen plaatsgevonden, maar dat had niet tot een voor alle betrokkenen aanvaardbare oplossing geleid. Het leek niet zinvol om deze gesprekken, na ontvangst van het grote aantal bezwaarschriften, nogmaals te initiëren. In 7 andere gevallen is wel voorgesteld om met alle betrokkenen het gesprek aan te gaan, maar werd dit door (één van de) betrokkenen afgewezen. In één van deze gevallen is na de hoorzitting bij de commissie echter alsnog met elkaar gesproken en is het bezwaarschrift, na het nemen van een gewijzigd besluit, uiteindelijk toch nog ingetrokken. Deze gesprekken hebben in 13 gevallen geleid tot intrekking van het bezwaarschrift. In 10 van deze gevallen is het bestreden besluit ingetrokken of gewijzigd, waarna het bezwaarschrift is ingetrokken. In 5 gevallen hebben deze gesprekken niet tot een oplossing geleid en zijn de bezwaarschriften alsnog voorgelegd aan de commissie. In een ander geval leek er wel een oplossing te zijn bereikt, maar werd het bezwaarschrift toch niet door de indieners ingetrokken. Dit bezwaarschrift is later door het college, conform het advies van de commissie, niet ontvankelijk verklaard. In een aantal gevallen is/wordt, vooruitlopend op de behandeling door de commissie, vanuit de vakeenheid zelf het initiatief genomen om met de indieners van het bezwaarschrift en eventuele andere belanghebbenden in gesprek te gaan over de ingediende bezwaren. Dat is natuurlijk een goede ontwikkeling, maar daarbij stelt (het secretariaat van) de commissie het wel op prijs om actief op de hoogte te worden gehouden van actuele ontwikkelingen in een bepaalde zaak of procedure. Vorig jaar is in het jaarverslag een opmerking gemaakt dat dit in sommige gevallen onvoldoende gebeurde. In 2016 ging dit al een stuk beter, maar het blijft wel een aandachtspunt. Door het houden van deze gesprekken komen soms de behandelingstermijnen iets meer onder druk te staan, maar dit heeft in de praktijk nog niet tot problemen geleid. In veel gevallen stemmen de indieners van de bezwaarschriften in met het opschorten van de beslistermijnen, zolang deze gesprekken lopen. De commissie geeft in haar brieven ter zake ook aan, dat belanghebbenden op ieder gewenst moment kunnen aangeven dat zij de formele behandeling van het bezwaarschrift weer opgepakt willen hebben. Pagina 7

8 3.2 Bezwaarschriften per categorie De ingediende bezwaarschriften hadden betrekking op de volgende categorieën van besluiten. (De tussen haakjes geplaatste getallen zijn de gegevens uit het jaarverslag over 2015): Aantal Aantal bezwaarschriften besluiten Omgevingsvergunning bouwen (Wabo bouw) 26 (5) 5 (4) Participatiewet (PW) 5 (3) 5 (3) Handhaving Participatiewet (hh PW) 5 (1) 5 (1) Handhaving permanente bewoning (hh pbew.) - (3) - (3) Handhaving overig (hh) 3 (10) 3 (10) Algemene plaatselijke verordening (Apv) 2 (-) 2 (-) Wet openbaarheid van bestuur (Wob) 2 (3) 2 (3) Wet hergebruik overheidsinformatie (Who) 1 (-) 1 (-) Regeling Gehandicaptenparkeerkaart (GPK) - (1) - (1) Subsidieverstrekking (Subsidie) 1 (2) 1 (2) Planschade (planschade) 7 (1) 7 (1) Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 4 (4) 4 (4) Jeugdhulp 8 (6) 8 (6) Gebiedsverbod - (1) - (1) Totaal 64 (40) 43 (39) Niet gericht tegen een besluit 6 (5) n.v.t. In 2016 hield de commissie 11 keer een hoorzitting. Over 56 van de ingediende bezwaarschriften bracht de commissie een advies uit. Twee van deze adviezen hadden nog betrekking op bezwaarschriften uit De advisering over één bezwaarschrift dat nog in 2016 is ingediend staat nog open. Voor een volledig overzicht van de bezwaarschriften wordt verwezen naar bijlage 1 bij dit jaarverslag. 3.3 Adviezen commissie De commissie heeft als volgt geadviseerd over de bezwaarschriften: Gegrond 6 bezwaarschriften tegen 6 besluiten Deels gegrond 19 bezwaarschriften tegen 2 besluiten Deels gegrond (overig ongegrond onder verbetering motivering) 1 bezwaarschrift tegen 1 besluit Ongegrond 12 bezwaarschriften tegen 9 besluiten Ongegrond onder verbetering van de motivering 6 bezwaarschriften tegen 6 besluiten Niet ontvankelijk 7 bezwaarschriften tegen 6 besluiten Deels niet ontvankelijk voor het overige ongegrond 5 bezwaarschriften tegen 5 besluiten Totaal 56 bezwaarschriften tegen 35 besluiten De verschillende bestuursorganen hebben in alle gevallen het advies van de commissie overgenomen en ten grondslag gelegd aan de beslissingen op de bezwaarschriften. Zie bijlage 2 voor een overzicht van de advisering over de bezwaarschriften van de afgelopen jaren. 3.4 Behandelingstermijnen De gemiddelde behandelingstermijn bij de commissie was 56,8 (dit was 44,8 dagen in 2015) dagen. Dit is ongeveer 8,1 weken (dit was 6,4 weken in 2015). Dit is de termijn vanaf het einde van de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift tot het moment dat de commissie een advies heeft uitgebracht, inclusief de tijd die gebruikt is voor de gesprekken in het kader van de informele behandeling. De behandelingstermijn bij de commissie is, vergeleken met 2015, toegenomen met 12 dagen, van 44,8 naar 56,8 dagen en ligt weer op ongeveer hetzelfde niveau als in 2014 (56,2 dagen). In één geval heeft de commissie tijdens de hoorzitting aan reclamanten extra tijd gegeven om nog een reactie te geven op ingediende stukken. In een ander geval is tijdens de hoorzitting door het college Pagina 8

9 en reclamant aangegeven dat zij nog wilden proberen om er gezamenlijk uit te komen, voordat de commissie een advies zou uitbrengen. Toen dit niet was gelukt, heeft de commissie alsnog een advies uitgebracht. De gemiddelde totale beslistermijn van het bestuursorgaan was 107,5 dagen (dit was 62,6 dagen in 2015). Dit is 15,3 weken (dit was 8,9 weken in 2015), gerekend vanaf het einde van de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift tot het moment dat een beslissing op het bezwaarschrift is genomen. Hiermee is de gemiddelde beslistermijn, vergeleken met 2015, toegenomen van 62,6 naar 107,5 dagen tot boven het niveau van 2014 (76,7 dagen). Hierbij is één bezwaarschrift, waarbij met een wat langer durende procedure een (door de commissie geadviseerde) second opinion is opgevraagd niet meegerekend. Ook in de zaak waarbij 18 bezwaarschriften tegen hetzelfde besluit waren ingediend, heeft een (eveneens door de commissie geadviseerd) nader onderzoek plaatsgevonden. Deze zaken zijn niet meegerekend bij de berekening van de gemiddelde behandelingstermijn van het bestuursorgaan, omdat externe organisaties/factoren hierbij van doorslaggevende invloed zijn geweest op de langere duur van de beslistermijn. Ook de zaken waarin nog geen beslissing op de bezwaarschriften is genomen zijn niet in de berekening meegenomen. In 41 gevallen kon niet binnen een termijn van twaalf weken een beslissing op het bezwaarschrift worden genomen. In 21 van deze gevallen is de beslistermijn tijdig verdaagd, waarbij in 20 gevallen de beslissing alsnog binnen de verdaagde beslistermijn kon worden genomen. In het hiervoor genoemde geval, waarbij een second opinion werd gevraagd is ook de verdaagde beslistermijn, met instemming van betrokkene, overschreden. In de overige 21 gevallen werd de beslistermijn met 43, 9, 24, 73, 4 maal met 112, 42, 22, 57, 35, 14, 52, 52, 61, 12 en 4 maal met 10 dagen overschreden. Dit betekent dat in een aanzienlijk aantal gevallen de overschrijding meer dan veertien dagen betrof, waarmee een risico in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen is gelopen. In twee gevallen (de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet hergebruik van overheidsinformatie) zijn de bezwaarschriften overigens wettelijk uitgezonderd van deze dwangsomregeling. In 9 van de genoemde gevallen hebben de betrokkenen ingestemd met een langere beslistermijn. In twee zaken is ook daadwerkelijk een ingebrekestelling ontvangen, maar (voor zover de commissie bekend) zijn hierbij geen dwangsommen verbeurd. Het bestuursorgaan is primair verantwoordelijk voor het naleven van de beslistermijnen. De behandelingstermijn bij de commissie telt hierbij echter wel mee. Het halen van de beslistermijnen is hiermee min of meer een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het betreffende bestuursorgaan en de commissie. Daarom zal vanuit (het secretariaat van) de commissie, mede gelet op de bovenstaande resultaten over 2016, aan het tijdig verdagen van de beslistermijn blijvend aandacht gegeven worden. Zie bijlage 3 voor een overzicht van de behandelingstermijnen. 3.5 Verzoek om voorlopige voorziening In 2016 is tijdens de bezwaarschriftenprocedure in één geval een verzoek om voorlopige voorziening ingediend. Het verzoek is door de Voorzieningenrechter op 22 november 2016 afgewezen. 3.6 Rechtstreeks beroep In bepaalde gevallen is het mogelijk om het bestuursorgaan te verzoeken de verplichte bezwaarschriftprocedure over te slaan en rechtstreeks beroep bij de rechtbank in te dienen. Dit is alleen in uitzonderlijke gevallen mogelijk, bijvoorbeeld als er al een uitputtende uitwisseling van argumenten heeft plaatsgevonden in het voortraject (artikel 7:1a Awb). Hiernaast is rechtstreeks beroep ook mogelijk als het wordt ingediend tegen het niet tijdig nemen van een besluit. In 2016 is van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt. 3.7 Beroep tegen beslissing op bezwaarschriften Voor zover de commissie op dit moment bekend, is in 2016 in 5 gevallen beroep aangetekend tegen de beslissing op een bezwaarschrift waarover door de commissie eerder een advies was uitgebracht. Hierbij wordt opgemerkt dat voor 14 beslissingen op bezwaarschriften de beroepstermijn nog niet is verstreken en dat in de loop van 2017 nog op 5 bezwaarschriften een beslissing moet worden genomen. Eén beroepschrift is gegrond verklaard. De rechtbank overwoog dat het onderzoek, dat ten grondslag lag aan de primaire besluitvorming (en aan de beslissing op het bezwaarschrift) niet door de Pagina 9

10 gemeente, maar door een daartoe niet bevoegde instantie was uitgevoerd. Naar het oordeel van de rechtbank komt deze handelswijze in botsing met de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de hierop gebaseerde gemeentelijke verordening. De commissie had in haar (door het college overgenomen) advies eveneens aandacht besteed aan het feit dat de gevolgde handelswijze, waarbij de concrete invulling van de besluitvorming aan een andere instantie werd overgelaten, in strijd was met de Wet maatschappelijke ondersteuning De gebreken aan het besluit bleken echter bij de beslissing op het bezwaar, naar het oordeel van de rechtbank, niet voldoende te zijn hersteld. Twee andere beroepschriften zijn door de rechtbank ongegrond verklaard en één beroepschrift is door de rechtbank niet ontvankelijk verklaard. In de laatste beroepsprocedure heeft inmiddels in februari 2017 een hoorzitting bij de rechtbank plaatsgevonden en wordt de uitspraak van de rechtbank binnen enkele weken verwacht. Pagina 10

11 4. Conclusies, kanttekeningen en aanbevelingen - Uit de gegevens kan worden geconcludeerd dat de commissie als volgt over de bezwaarschriften heeft geadviseerd (tussen haakjes de percentages van vorig jaar): o Gegrond (6 van 56) 10,7 % (15 %) o Deels gegrond (19 van 56 (waaronder 18 tegen hetzelfde besluit)) 33,9 % (5 % o Deels gegrond (overig ongegrond + verbetering motivering (1 van 56)) 1,8 % (5 %) o Ongegrond (12 van 56) 21,4 % (55 %) o Ongegrond onder verbetering van de motivering (7 van 56) 10,9 % (0 %) o Niet ontvankelijk (7 van 56) 12,5 % (25 %) o Deels niet ontvankelijk, voor het overige ongegrond (5 van 56) 8,9 % (0 %) - De commissie heeft de indruk dat de hoorzittingen laagdrempelig zijn en dat reclamanten zich goed gehoord voelen tijdens de hoorzittingen. Bij ongeveer 30,4 % van de bezwaarschriften (17 van de 56 bezwaarschriften) liet reclamant zich vertegenwoordigen door een professioneel deskundige (rechtshulpverlener of anderszins deskundige). In de andere gevallen behartigden reclamanten hun belangen zelf (soms bijgestaan door familie/bekenden). - De commissie concludeert dat ter zake van de beslistermijnen, zeker vergeleken met de dalende lijn uit de voorgaande jaren, nog wel een verbeterslag te maken is. De gemiddelde behandelingstermijn bij de commissie is, vergeleken met 2015, toegenomen met 12 dagen. Hiermee ligt deze op hetzelfde niveau als in De gemiddelde behandelingstermijn van het college is toegenomen met 32,9 dagen. Hiermee is de totale beslistermijn toegenomen met 44,9 dagen (van 62,6 naar 107,5) en valt deze buiten de wettelijke primaire beslistermijn van twaalf weken. Vanuit (het secretariaat van) de commissie zal aan het tijdig verdagen van de beslistermijn blijvend aandacht gegeven worden. - Hoewel het absolute aantal bezwaarschriften (stijging van 45 naar 70) fors lijkt te zijn toegenomen, vindt de commissie dat het aantal bestreden besluiten (stijging van 39 naar 43) in de gemeente Dalfsen relatief gezien laag blijft, vergeleken met gemeenten van soortgelijke omvang. - De commissie is tevreden over de wijze waarop namens het bestuursorgaan verweer wordt gevoerd. De laatste jaren wordt bij meerdere bezwaarschriften gebruik gemaakt van de mogelijkheid om vóór de hoorzitting een verweerschrift in te dienen. De commissie vindt dat deze werkwijze, vooral bij de meer complexe zaken, de kwaliteit tijdens de hoorzitting ten goede komt en stelt het op prijs als dit in de toekomst wordt doorgezet. - Het doet de commissie goed om te constateren dat de gesprekken met bezwaarmakers en andere belanghebbenden over ingediende bezwaarschriften tot resultaten leidt. De commissie constateert dat in 18 gevallen gesprekken zijn gevoerd en dat dit in ieder geval al in 13 gevallen tot een oplossing heeft geleid en het bezwaarschrift niet meer door de commissie hoefde te worden behandeld. De commissie beveelt aan om hiermee door te gaan. Wel vraagt de commissie extra aandacht om (het secretariaat van) de commissie actief op de hoogte te houden van de stand van zaken in het geval van bezwaarprocedures waarin de vakeenheid zelf initiatief heeft genomen om met de reclamanten te overleggen. In 2015 gebeurde dat soms onvoldoende. In 2016 ging dit al een stuk beter, maar het blijft wel een aandachtspunt. - De commissie vraagt voor komend jaar tevens extra aandacht voor de aanlevering van de (relevante) stukken bij de commissie. Het automatisme waarmee in voorgaande jaren de stukken tijdig en correct verzorgd werden aangeleverd, lijkt in sommige gevallen te zijn verdwenen. Vanuit het secretariaat van de commissie zal hier ook aandacht aan besteed worden. - (Het secretariaat van) de commissie ontvangt graag een afschrift van de beslissing op een bezwaarschrift. Afgelopen jaar gebeurde dit onvoldoende. Ook dit verdient extra aandacht. Met vriendelijke groet, de vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften, de voorzitter, mr. W.M.L. Lont-Janzing de secretaris, W. de Vries Pagina 11

12 Bijlage 1 Overzicht bezwaarschriften Ontvangst Advies Besluit Nr. categorie bezw.schrift commissie bestuursorgaan Opmerkingen 3 hh (o) (cf) eerder in overleg aangehouden 34 hh op verzoek aangehouden 36. Wmo (HH nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken 37. Jeugdhulp nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken 42. hh nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken 44. hh (o) (cf) 1. Wmo (HH) (dg) (cf) eerder in overleg aangehouden beroep gegrond verklaard 2. Pw nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken 3. Wmo (HH) nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken 4. Pw nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken 5. Wabo (bouw) nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken 6. Planschade (o) (cf) beroep ingesteld 7. Planschade (g) (cf) second opinion uitgevoerd 8. Wabo (kap) nvt nvt als zienswijze aangemerkt i.o. 9. Wabo (bouw) nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken 10. Pw * (no) (cf) Wabo (bouw) (g) (cf) onderzoek uitgevoerd 29. Apv nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken 30. brief * (no) (cf) 31. brief nvt nvt als zienswijze aangemerkt i.o. 32. Subsidie (o) nvt bezwaarschrift ingetrokken 33. Who * (o) (cf) Jeugdhulp (g) (cf) 38. Pw (g) (cf) 39. Wabo (bouw) (o) (cf) 40. Verjaring nvt nvt niet gericht tegen besluit 41. Pw nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken 42. hh * (o) (cf) 43. Pw (o-vm) (cf) 44. Pw (no) (cf) 45. Pw (dg-vm) (cf) 46. Wmo (HH) nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken 47. Planschade (o-vm) (cf) 48. Planschade * (o-vm) (cf) 49. Planschade (o-vm) (cf) beroep ongegrond verklaard 50. Planschade * (o-vm) (cf) 51. Planschade (o-vm) (cf) 52. Wob (no) (cf) 53. Apv (bomen) nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken 54. Pw nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken 55. Pw (no-o) (cf) 56. Wmo (Beg) (no) (cf) 57. Wob nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken 58. hh (no) (cf) Jeugdhulp (no) (cf) 63. Pw * (no) (cf) 64. hh op verzoek aangehouden Wabo (bouw) (o) Wabo (bouw) nvt nvt bezwaarschrift ingetrokken * datum indiening nadere gronden (of herstel vormverzuim) (o) ongegrond (dg) deels gegrond (g) gegrond (no) niet ontvankelijk (no-o) deels niet ontvankelijk voor het overige ongegrond (o-vm) ongegrond onder verbetering van de motivering (dg-vm) deels gegrond, overige ongegrond onder verbetering van de motivering (cf) = conform advies (i.o.) in overleg met de indiener(s) (Dit overzicht is bijgewerkt t/m 7 maart 2017) Pagina 12

13 Bijlage 2 Overzicht advisering over bezwaarschriften In Grafiek 2 wordt weergegeven hoe de commissie de afgelopen jaren heeft geadviseerd over de ingediende bezwaarschriften. Grafiek 2: advisering over bezwaarschriften 2016 gegrond deels gegrond deels gegrond (overige ongegrond onder verbetering motivering) ongegrond 2013 ongegrond onder verbetering motivering niet ontvankelijk 2012 deels niet ontvankelijk, overig ongegrond 0% 20% 40% 60% 80% 100% Pagina 13

14 Bijlage 3 Overzicht behandelingstermijnen In Grafiek 3 worden de behandelingstermijnen van de verschillende fasen in de procedure aangegeven, vanaf het moment dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is geëindigd. In het overzicht zijn alleen de bezwaarschriften verwerkt, waarover door de commissie een inhoudelijk advies is uitgebracht. Grafiek 3: behandelingstermijnen van de verschillende fasen in de procedure bezwaarschrift bezwaarschrift 64 bezwaarschrift bezwaarschrift 56 bezwaarschrift 55 bezwaarschrift 52 bezwaarschrift 51 bezwaarschrift 50 bezwaarschrift 49 bezwaarschrift 48 bezwaarschrift 47 bezwaarschrift 45 bezwaarschrift 44 bezwaarschrift 43 bezwaarschrift 42 bezwaarschrift 39 bezwaarschrift 38 bezwaarschrift bezwaarschrift 33 bezwaarschrift 30 bezwaarschrift bezwaarschrift 10 bezwaarschrift 7 bezwaarschrift 6 bezwaarschrift 1 bezwaarschrift 44 termijn vanaf einde bezwaartermijn tot hoorzitting (in dagen) termijn van hoorzitting tot advies van de commissie (in dagen) termijn van advies van de commissie tot beslissing op bezwaar van het bestuursorgaan (in dagen) Pagina 14