De voorzitter opent de bijeenkomst en heet iedereen van harte welkom.

Transcriptie

1 Notulen van de openbare vragenronde van de Raad der gemeente Sint Anthonis, gehouden op 13 december 2004 om uur in het gemeentehuis te Sint Anthonis. Aanwezig: Voorzitter: J.M.J. Verbeeten, burgemeester Griffier: A.P.J.L. Keijzers De leden: P.M.J.H. Bos, W.J.H. Egelmeers, F.J.P.M. van der Heijden, P.H. Reijnen, E.J.J. Teurlinx, J.J.M. Zegers, A.J.M. Ketelaars, A.F.N. de Kort, E.J.A. Centen, J.G.W.A. Jakobs, P.H.J.M. Swinkels, M.J. van der Zanden-van de Laar, R.W.M. Christiaans en T.P.M. Wijnhoven. De wethouders: J.J. Geene, P.T.G.M. van Heijster en H.A.M.M. van Heijster. De gemeentesecretaris: Th.F. Peters Afwezig: W.G.M. van Erp. De voorzitter opent de bijeenkomst en heet iedereen van harte welkom. Hij geeft vervolgens het woord aan de heer Jakobs die namens de fractie Kern&Punt de volgende twee vragen stelt. De heer Jakobs (Kern&Punt): Vraag 1. De directeur van de Meander en de Meander zijn onlangs uit elkaar gegaan. Er is een afvloeiingsregeling getroffen waar Kern&Punt haar bedenkingen bij heeft wat betreft de hoogte van de regeling. Wij willen graag de reactie van het College hieromtrent horen en weten of dit voor het College een reden is om te reageren naar de Meander omdat wij als gemeente jaarlijks ook een donatie aan de Meander geven. Vraag 2. Op 2 en 3 december 2004 zijn er krantenberichten geweest inzake de kwestie Peters in Sint Anthonis. Peters heeft een extra woonlocatie op zijn terrein gecreëerd. De gemeente was het daar niet mee eens. Dat heeft uiteindelijk geresulteerd in een dwangsom die is opgelopen tot bijna euro. Peters was niet voornemens om die dwangsom te gaan betalen hetgeen tot een procedure heeft geleid. Volgens het bericht van 2 december was de gemeente volledig in het gelijk gesteld en zou tot inning van de dwangsom kunnen worden overgegaan. De volgende dag verschijnt het enigszins rectificerende bericht dat de gemeente inhoudelijk weliswaar gelijk heeft gehad maar dat er klaarblijkelijk vormfouten zijn gemaakt waardoor het bedrag niet geïnd zal kunnen worden. Het opleggen van een dwangsom is een ingrijpende beslissing en dat betekent dat je uiterst zorgvuldig te werk zult moeten gaan, zowel inhoudelijk als qua vorm waarin een en ander wordt uitgevoerd. De inhoud staat op dit moment niet ter discussie. Het is echter pijnlijk als je je gelijk uiteindelijk niet krijgt omdat er intern fouten zijn gemaakt. Hoe is een en ander in zijn werk gegaan en wat is er fout gegaan? Wie is hiervoor verantwoordelijk en hoe kan dit in de toekomst voorkomen worden?

2 2 Wethouder H. van Heijster: De eerste vraag die nu wordt gesteld wijkt iets af van de vooraf ingediende schriftelijke vraag. Het College heeft geen reactie meer richting de Meander op de afvloeiingsregeling. Bij de onderhandelingen die tot die regeling hebben geleid is het College betrokken geweest. Er is vertrouwelijkheid afgesproken over de hoogte van het bedrag. De leden van de Raad kunnen hier wel inzage in krijgen via de betreffende ambtenaar. Ik heb zelf als wethouder namens de gemeente Sint Anthonis zitting in het bestuur van De Meander. Het College is via mij op de hoogte gehouden en het heeft derhalve geen zin meer om nog te reageren. Wethouder Geene: Met de voorzitter is afgesproken dat ik kort op de tweede vraag zal reageren. De rest, onder andere de juridische afhandeling, wordt aan de Raad toegezonden. Er is op zich weinig fout gegaan. In het gemeentehuis is het echter de gewoonte om brieven te versturen net als bij bijvoorbeeld de belastingdienst gebeurt. Eén van die brieven, en misschien wel de meest essentiële, is niet aangetekend verzonden. Er zijn zo n 20 brieven naar de betreffende persoon gegaan en net die ene brief heeft hij niet ontvangen. Via zijn adviseur weten wij dat hij wel op de hoogte was van de inhoud van de brief en dat hij deze dus wel ontvangen moet hebben. Als hij dat echter bij de Rechtbank blijft ontkennen kan het wel eens een moeilijke zaak worden. Het is de vraag of er procedurele fouten zijn gemaakt. Achteraf moet je dan stellen dat het beter was geweest als die brieven aangetekend verstuurd zouden zijn. Dat zal in de toekomst ook zeker wel gebeuren maar je moet op een gegeven moment een afweging maken welke brieven wel en welke niet aangetekend verzonden worden. Er gaan dagelijks honderden brieven de deur uit bij de gemeente. Als deze allemaal aangetekend verzonden moeten worden geeft dit de nodige rompslomp. In zulke gevallen zal dat echter voortaan gebeuren. Er zijn eigenlijk geen fouten gemaakt. Het is een beetje mis gelopen waar wij eigenlijk te goeder trouw zijn geweest. Wij hadden de dwangsom graag geïnd maar dat is helaas niet mogelijk. Een portefeuillehouder mag het ambtelijk apparaat niet aansturen. De vraag hoe daar in de toekomst mee zal worden omgegaan zal dan ook aan een andere persoon moeten worden gesteld. De heer Jakobs (Kern&Punt): Is het mogelijk om dit, gelet op het antwoord dat nu gekregen is en de discretie die gewaarborgd moet worden, in een vertrouwde omgeving te bespreken. De voorzitter: De wethouder heeft toegezegd de informatie schriftelijk aan de Raad te zullen doen toekomen. Als er dan nog behoefte aan bestaat kan daar in commissieverband nog eens op terug worden gekomen. De heer Jakobs (Kern&Punt): Wij nemen in elk geval geen genoegen met het antwoord dat wij nu gekregen hebben en hebben dus wel degelijk de wens om het te bespreken. De voorzitter: Laten wij dat dan doen op het moment dat u kennis heeft genomen van de wat meer ingevulde achtergrond. De voorzitter geeft vervolgens het woord aan de heer Ketelaars die namens de fractie WVI de volgende twee vragen stelt. De heer Ketelaars (W.V.I.): Op 9 september 1999 is er een convenant gesloten tussen de NKB, de omwonenden, de maatschap Van de Steeg en de gemeente Sint Anthonis met betrekking tot het hippisch centrum bij de Bergen in Wanroij. In dit convenant wordt onder andere geregeld dat alleen buitenevenementen op het gebied van paardensport georganiseerd zullen worden en dat jaarlijks voor 1 februari aan alle partijen een overzicht gegeven wordt van de in dat jaar te houden evenementen. Het wild parkeren en de geluidsoverlast waren onder andere voor de omwonenden redenen om dit convenant te sluiten. In toen er sprake van was om op de huidige locatie een manege te gaan bouwen is door de gemeente (Piet van de Burgt en Piet van Laarhoven) en NKB aan de omwonenden verzekerd dat de manege bedoeld is voor paardensport en er dus ook alleen paardensport in bedreven zal worden. Later is er nog sprake van geweest om paardenboxen bij de manege te gaan bouwen maar vanwege de te verwachten geluidsoverlast is in overleg met de omwonenden hier van afgezien. Op grond van deze toezeggingen die destijds bij de bouw van de manege zijn gedaan zijn in dit convenant dan ook alleen de buitenevenementen geregeld. Het College heeft nu vergunning verleend voor een indoor-motorcross op 29 en 30 december in de manege.

3 3 Is het college het met Welzijn Voor Iedereen eens dat: 1. Hier weliswaar niet in strijd met de letter van het convenant gehandeld wordt maar wel met de geest van het convenant. 2. In elk geval in strijd gehandeld wordt met de toezeggingen zoals ze gedaan zijn door de gemeente en NKB. 3. In de geest van het convenant dit besproken had moeten worden met de omwonenden. 4. Het vertrouwen van de omwonenden in zowel gemeente als in NKB een flinke deuk opgelopen heeft. Hierbij komt dan ook nog de mededeling in de Gelderlander dat de KNSH het centrum in Wanroij wil verkopen. Omwonenden zien nu dat de deur op n kier staat en dat er andere activiteiten in de manege mogelijk zijn en zien de toekomst somber in. Wat denkt het College te doen om: 1. Het vertrouwen tussen omwonenden, gemeente en NKB te herstellen. 2. Bij een eventuele verkoop van het centrum de zorgen die bij omwonenden leven, weg te nemen De volgende vraag betreft de overeenkomst aanleg geluidswal Radiocircuit Stevensbeek. Op 1 december 2004 is er een overeenkomst gesloten met de Grondbank Oost BV en de gemeente Sint Anthonis. In deze overeenkomst wordt een aantal zaken geregeld m.b.t. de grond die nodig is voor de aanleg van de geluidswal en de eisen die gesteld worden aan de grond. Onder punt 3 van de overeenkomst wordt het volgende gesteld: Er mag maximaal kubieke meter categorie 1 grond verwerkt worden. Als deze hoeveelheid dreigt te worden overschreden, moeten er afspraken gemaakt worden met de gemeente over de vergoeding van de Grondbank Oost aan de gemeente. Dit onderdeel van de overeenkomst geeft de Grondbank de vrijheid de volledige geluidswal, weliswaar tegen een nog niet bekende prijs, aan te leggen met categorie 1 grond. De fractie Welzijn Voor Iedereen is van mening dat: 1. Dit onderdeel van de overeenkomst eenzijdig is en teveel ruimte laat voor de Grondbank. 2. De categorie 1 grond welke maximaal verwerkt mag worden te beperken tot de genoemde kubieke meter. 3. Een forse boetebepaling op te nemen als er meer dan kubieke meter verwerkt wordt. Onder punt 6 in deze overeenkomst wordt aangegeven: De te verwerken grond betreft zwarte zandgrond. Geel zand en/of kleigrond worden niet gebruikt voor de afwerking van het talud i.v.m. beplanting. Mag er nu wel of niet andere dan zwarte zandgrond gebruikt worden? Kan het college nadere toelichting/uitleg geven op bovengenoemde onderdelen en een reactie geven op onze opmerkingen bij genoemde punten? Wethouder Geene: De vragensteller geeft mij de gelegenheid een en ander uit te leggen. De vraag is of er in strijd met het convenant is gehandeld. Nee, er is niet in strijd gehandeld met het convenant en ook niet in strijd met de geest van het convenant omdat dit alleen maar betrekking heeft op activiteiten buiten de manege en op het zogenaamde evenemententerrein. Wel is het zo, en dat geef ik graag toe, dat het evenement in strijd is met de voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied waarin bepaald is wat er binnen in de hallen kan gebeuren: Bedrijfsdoeleinden B. Wij hebben de KNSH ook heel nadrukkelijk bericht dat wij vooralsnog geen toestemming meer geven voor andere activiteiten dan die in het bestemmingsplan voor dat gebied zijn opgenomen. Het wonderbaarlijke doet zich voor dat het College een maand of acht, negen geleden een gesprek heeft gehad met de directie van het centrum. Deze heeft problemen om het centrum financieel economisch rendabel te maken. Door fusies is een groot deel van de activiteiten naar het hoofdcentrum in Ermelo gegaan.

4 4 Toen het College deze beslissing nam is ook afgesproken dat ik een gesprek zou hebben met de nieuwe manager van het centrum, de heer Bonhof. Afgelopen donderdag is daar een uitvoerig gesprek mee geweest. Hij is als het ware op het matje geroepen omdat het College onverhoeds werd geconfronteerd met activiteiten die het College niet wenste. Dat was met name de wielercross binnen waarvan het College pas tien tot twaalf dagen van tevoren in kennis werd gesteld. Er waren toen door de organisatoren al zoveel kosten gemaakt dat, de menselijke maat nemende, dit niet terug kon worden gedraaid en deze activiteit werd dan ook toegestaan. Tijdens het bewuste gesprek bleek dat de heer Bonhof er niet van op de hoogte was van dat hij toestemming moest vragen omdat er een lijst bij de gemeente zou liggen. Die lijst was opgestuurd naar de afdeling Milieu. De heer Bonhof wist niet dat hij ook nog ontheffing moest vragen. Er is ook over de toekomst van het centrum gesproken. De heer Bonhof heeft het College verzekerd dat hij dit niet wist. Hij was alleen bezig met het opbouwen van een goede relatie met camping De Bergen. Voor zover het hem bekend was wordt het centrum niet verkocht. De uitkomst van het gesprek is geweest dat het College zou bekijken welke activiteiten binnen de hallen in de toekomst mogelijk zijn die gelieerd zijn aan de toeristische, recreatieve omstandigheden of mogelijkheden die in het totale gebied aanwezig zijn. Het College wil daar dus geen gekke dingen maar wil wel in overleg met het College en de Raad bekijken in hoeverre het centrum dat toch de nodige impact voor de gemeente heeft rendabel kan blijven. Wel nadrukkelijk gerelateerd aan toeristisch, recreatieve elementen. De voorstellen die door hen worden gedaan zullen door het College serieus bekeken worden. Dat is de afspraak die gemaakt is, niet meer en niet minder. Het moeten dus heel duidelijk activiteiten zijn die ergens aan gelieerd zijn. Het College denkt dat er niet in strijd met de gedane toezeggingen is gehandeld. Als er echter een verandering in de bestemming of een andere wijziging plaats vindt dan zal het College met de omgeving, de buurt en iedereen die daar belang bij heeft gaan praten. De heer Ketelaars (W.V.I.): Ik citeer nu uit de besloten vergadering van 15 mei 1995 van de commissie VROM de zin Ook zullen garanties moeten worden gesteld voor het gebruik van grond en opstallen conform de bestemming. In het verslag van de raadsvergadering van 27 juni 1995 staat: Ter voorkoming van andere ongewenste activiteiten mogen alleen evenementen plaatsvinden ten behoeve van de paarden- en ponysport. Dit geldt ook voor het gebruik van de uitgebreide hippische accommodatie. Het lijkt mij dat hier heel duidelijk in strijd gehandeld is met hetgeen met de omgeving afgesproken is. Wethouder Geene: Ja, als u dat zo citeert. Maar ik moet het in zijn context zien. U gaat wel heel erg ver terug want in het verleden waren er ook andere manifestaties die met het buitengebied te maken hadden zoals de fokveedag die buiten en binnen was. Dat was ook nog na De heer Ketelaars (W.V.I.): Dat klopt. Daar heeft u helemaal gelijk in. Maar daarover is in eerste instantie met de buurt een overleg geweest over de vraag of dit een toegelaten activiteit was. De buurt heeft toen gezegd dat dit in het verlengde van paardensport ligt en had daar op zich niet zo n moeite mee. Het is overigens alleen een buitenevenement geweest. De vergelijking die de wethouder nu trekt vind ik niet helemaal correct. Wethouder Geene: Het is niet de bedoeling dat wij de buurt passeren als wij daar al een andere bestemming aan geven. Er staan echter een heleboel gebouwen en het College moet anticiperen op de ontwikkelingen die daar hebben plaatsgevonden en kijken wat er nog van te maken is. Het meest ideale zou zijn als het centrum door De Bergen overgenomen zou worden. Dan zij wij er van verzekerd dat het past binnen de recreatieve ontwikkelingen die daar misschien verder uit voort vloeien. Als de buurt zich gepasseerd voelt hebben wij daar niet bij stil gestaan waarvoor excuses. Als dit zich een volgende keer voor zal doen zal dit zeker gebeuren. De voorzitter: De vraag is voldoende beantwoord. Als het nodig is komt het College daar bij de Raad mee terug. Voor de beantwoording van de tweede vraag geef ik het woord aan wethouder P. van Heijster. Wethouder P. van Heijster: Naast de kubieke meter zoals die in de overeenkomst vermeld staan heeft de Grondbank gevraagd of er te praten zou zijn als er meer categorie1 grond verwerkt zou gaan worden.

5 5 Het antwoord daarop is geweest dat er best over gepraat kan worden maar dat er maar niet gerekend moest worden want dan zal de prijs zodanig hoog moeten zijn dat de Grondbank niet meer geïnteresseerd is om deze te verwerken. Op dit moment is er overigens nog iets anders aan de orde. Er ligt kubieke meter schone grond die binnen de kortste keren verwijderd moet worden op de vliegbasis De Peel en die grond komt helemaal hier naar toe. Daarmee is ook het gevaar dat er meer vuile grond zou komen liggen niet meer aan de orde. Het andere punt is eigenlijk op dit moment ook al niet meer aan de orde. In principe is afgesproken dat er gele zand of kleigrond in het hart van de wal verwerkt zou kunnen worden en dan direct op de bodem met een maximale hoogte en breedte. Dat is in de overeenkomst opgenomen. Het is zelfs zo dat voor 1 januari dat gedeelte waar de dassenburcht is en waarvoor ontheffing is verleend nog ingevuld zal zijn. De heer Ketelaars (W.V.I.) : Ik hoop dat de wethouder het toch met mij eens is dat hetgeen onder punt 3 gesteld was en dat als de kubieke meter van de vliegbasis niet onverwacht was komen aanwaaien, deze zin alle ruimte gelaten had om de volledige geluidswal met categorie 1 grond aan te vullen. Er moet volgens de wethouder weliswaar nog over de prijs worden gesproken maar ik verwacht dat de wethouder vanuit het verleden ook voldoende weet dat als er achteraf over prijzen moet worden gehandeld, de gemeente in zijn algemeenheid aan het kortste eind trekt. Wethouder P. van Heijster: Het was bij de mensen die wij hierover gesproken hebben heel duidelijk wat de inzet zou zijn indien er meer vuile grond aangeleverd zou worden en dat er dan niet gesproken werd over 6 of 7 euro per kubieke meter maar aanzienlijk meer. Op dat moment zou de kostprijs van het afvoeren daarmee gelijk komen liggen met de ontvangst die de gemeente zou krijgen. De heer De Kort (W.V.I.): Er stond ook in dat er kubieke meter vanuit de eigen organisatie wordt gestort. Blijft dat in dit verhaal overeind? Wethouder P. van Heijster: Dat blijft overeind. De voorzitter sluit vervolgens de vragenronde. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Raad der gemeente Sint Anthonis, gehouden op 31 januari 2005 De Raad voornoemd, de Griffier, de Voorzitter,