van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Heusden, gehouden op 29 juni en 3 juli 2006, locatie gemeentehuis te Vlijmen.

Transcriptie

1 NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Heusden, gehouden op 29 juni en 3 juli 06, locatie gemeentehuis te Vlijmen. Voorzitter Griffier drs. H.P.T.M. Willems A.J. Emmen Aanwezige leden ing. A.G.M. van Bladel C.A.M. van Bokhoven C.P.P.M. van den Brandt A.L.J. van Delft mw. J.M.C.J.M. van den Dungen D.H. van Helvoort ing. A.P.M. van den Hoven T.M. de Laat drs. J.J.G. Levink mw. drs. M.A.T. Merkx mw. drs. M. Mulder mw. A.T.E. Muskens-de Bont C.M.M. Musters J. Nieuwkerk A.J.M.C. Pulles mw. mr. J.E.P. Pijnenburg E.W.H.M. van Spaandonk drs. P.C.M. Verboven mw. M. de Wild Afwezig op 29 juni: drs. J.J. de Bonth mw. A.C.A. Couwenberg mw. ing./msc I. Dekker Afwezig op 3 juli: J.M.A. Aerts mw. A.C.A. Couwenberg mw. L.A.J. van der Heijden F.A. van der Lee ing. S.C.O. Pladet W.D. Schipper Aanwezige wethouders Afwezig: Verslag: M. Buijs A.A.G. van Mierlo dr. M.G.M. van der Poel R. van den Bos B.M. Groen mw. R. Gijselhart 1. Opening. De voorzitter opent de vergadering om 19. uur met het ambtsgebed. 2. Spreekrecht. De heer Van Delft wil nogmaals aandacht vragen voor de situatie rondom Kerkstraat 65 in Elshout. Hij had verwacht dat de wethouder gesprekken met beide partijen aan zou gaan, maar dit is niet gebeurd. Notulen raadsvergadering van 29 juni / 3 juli 06 1

2 Op 12 juni heeft hij een memorandum van het college ontvangen, waar hij het niet mee eens kan zijn. Hij bestrijdt dat het bouwbedrijf milieucategorie 2 zou hebben en dat de milieuafstand meter zou moeten bedragen. Verder wijst hij op de mogelijkheid dat de grond nog verontreinigd kan zijn en vraagt hij naar de resultaten van het akoestisch onderzoek. De heer Tissen, docent van het CMD, spreekt in op agendapunt 9. Hij wil het belang van het samengaan van een aantal culturele instellingen benadrukken. Hij noemt een aantal voordelen voor leerlingen (men kan vraaggericht werken), voor het lesaanbod (kwaliteitsverhogend en meer mogelijkheden tot grotere activiteiten) en voor de individuele docent (één werkgever en het werken in een team). Naar zijn mening is het CMD nu nog een slag te klein, waardoor het spankracht mist. Een grotere organisatie zou ruimte kunnen bieden aan een pr-medewerker en een medewerker culturele productontwikkeling en aan de scholen een aanbod op maat. Kortom, een beter inspelen op vragen van burgers en gemeenten. 3. Trekking voor stemmingsnummer. De voorzitter trekt stemmingsnummer. Dat betekent dat bij een eventuele stemming begonnen wordt bij de heer Pladet. 4. Vaststelling van de agenda. De voorzitter stelt voor agendapunt 17, betreffende een vrijstelling op grond van artikel 19, 1, WRO, te schrappen. Het verzoek valt onder Artikel 19, 2 en behoort daardoor tot de competentie van het college. De raadsleden stemmen hiermee in. 5. Vaststelling van de notulen van de op 25 april 06 en 1 juni 06 gehouden openbare raadsvergaderingen en van het verslag van de plenaire, voorbereidende raadsbijeenkomst van 18 mei 06. De voorzitter deelt mee dat de voorgestelde wijzigingen, zoals verwoord in het memorandum van de griffier d.d. 27 juni, in de notulen van 25 april 06 worden opgenomen en dat deze alsnog kunnen worden vastgesteld. De notulen van 18 mei en 1 juni 06 worden ongewijzigd vastgesteld. 6. Ingekomen stukken en mededelingen. De heer Musters uit zijn verbazing over het feit dat er niets vermeld staat bij II, Ingekomen brieven aan de gemeenteraad, terwijl de raadsleden toch 2 dikke pakketten ontvangen hebben. Verder constateert hij dat aan zijn verzoek om de rapporten over klachtenbehandeling, commissie bezwaar en beroep, integrale handhaving en evaluatie stadswachten op de agenda te plaatsen, geen gevolg is gegeven. Hij doet opnieuw een verzoek deze stukken te agenderen. De voorzitter stelt vast dat deze in een volgende vergadering aan de orde zullen komen. De heer Nieuwkerk betreurt het dat er niets vermeld is bij de ingekomen stukken. Hij doelt op een rapport van VROM. De voorzitter geeft aan dat dit stuk niet aan de raad gericht is. De heer Nieuwkerk zegt dat dit rapport bij andere raadsleden al wel bekend is. De heer Van der Lee haakt hierop in omdat hij een opmerking heeft gemaakt over dit rapport. Hij legt uit dat hij sessies bij VNG en VROM heeft bijgewoond, waarin voorlichting werd gegeven. Hij zegt ook dat het betreffende rapport niet opgevraagd kon worden bij VROM omdat Heusden er nog een toelichting op zou moeten geven. De voorzitter vult aan dat dit conform de procedureafspraken met VROM verloopt. De heer Nieuwkerk heeft er moeite mee dat het rapport aangehaald is om een standpunt te verdedigen, terwijl andere raadsleden het nog niet kennen en dat het dan ook nog ontbreekt bij de ingekomen stukken. Hij vindt dat de gelijkheid qua informatieverstrekking goed bewaakt moet worden. De heer Van den Hoven wijst erop dat het college eerst een standpunt zou bepalen. De voorzitter bevestigt dit. Hij zegt dat er een plan van aanpak geschreven wordt en dat er overleg met de inspectie is en dat het college daarna de aanbevelingen naar buiten zal brengen. Mevrouw Muskens doet namens de vrouwelijke raadsleden het voorstel om rond 21. uur een pauze in te lassen van 10 minuten. De voorzitter zal dit tegen die tijd aan de orde stellen. De heer Aerts komt nog even terug op het rapport van VROM en wil weten in hoeverre de nieuwe bedrijfsregels impact hebben op de gemeente Heusden. Notulen raadsvergadering van 29 juni / 3 juli 06 2

3 De heer Van Spaandonk verwijst naar de brief van de Vereniging Eigen Huis en de Vereniging voor Energie, Milieu en Water, zoals genoemd onder IV, punt 4. Hij vraagt of het college of de leden hierop in moeten gaan. De voorzitter zal nagaan tot wiens verantwoordelijkheid dut hoort. A-lijst: n.v.t. B-lijst: Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het toekomstig plangebied van het bestemmingsplan Vlijmen/Vliedberg en bedrijventerrein Nassaulaan. De heer Van den Hoven noemt het plan om de locatie Wolput 44, 46 en 48 uit het voorbereidingsbesluit te lichten een onorthodoxe methode, die onduidelijkheid kan creëren. Het college moet dan snel in overleg met de projectontwikkelaar om tot een bouwvergunning te komen. Hij vraagt zich af of men zich realiseert wat dit kan betekenen. Wethouder Van Mierlo zegt dat hij zich hiervan bewust is. Het is een langlopende zaak waarbij er 2 eigenaren zijn en een ander, die hier nog niet bij betrokken is. De totale locatie wil hij als één geheel zien, maar het vergt nogal wat onderhandelingen. De heer De Laat wijst erop dat de tekening van de ontwikkelingslocatie Wolput niet overeenkomt met de praktijk. Er bestaan namelijk ook percelen met de nummering 44a, 44b en 44c. Hij kan niet akkoord gaan met het voorstel als de tekening niet correspondeert met de werkelijkheid. De heer Van Mierlo verzoekt daarop om een korte schorsing. De voorzitter besluit aldus. De heer Van Mierlo hervat zijn betoog met de mededeling dat de kaart goed is en dat de tekst aangepast moet worden. Niet nr. 44, 46 en 48 maar 44, 44a, 44b, 46 en 48 moet het zijn. Deze uitzondering heeft te maken met de wens van de projectontwikkelaar, die snel aan de slag wil maar niet het vertrouwen heeft dat dit mag als het onder de noemer van een voorbereidingsbesluit valt. De heer De Laat vraagt of er geen inspanningsverplichting ten opzichte van de eigenaren van de panden 44 t/m 48. De heer Van Mierlo bevestigt dit en zegt dat er wel een bouwrecht is en dat de projectontwikkelaar snel aan de slag wil gaan. Hij stelt voor om het voorbereidingsbesluit gewijzigd vast te stellen, mede om het belang van het centrumplan te dienen. Men gaat hiermee akkoord. 8. Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Elshout, herziening 06. De heer Van den Hoven bericht dat zijn fractie kan instemmen met het voorstel. Ten aanzien van Kerkstraat 65 denkt hij dat er heel uitvoerig is beschouwd en een juiste formulering is gevonden. Minder positief is hij over het memorandum van de heer Hermans inzake Wolfshoek 74. Het staat naar zijn idee haaks op de uitleg die hij gekregen heeft over de inhoud en strekking van het bestemmingsplan Elshout. Hij staat niet achter de conclusie dat de aanvraag voor een bouwvergunning niet geweigerd zou kunnen worden omdat: 1) een vergunning in strijd zou zijn met het vastgestelde beleid ten aanzien van het bouwen in de tweede lijn en 2) er zou een tweede bedrijfswoning ontstaan die in de voorschriften wordt uitgesloten en een verzoek tot 2 e bedrijfswoning is door de agrarische adviescommissie en provincie afgewezen. Daarnaast vindt hij dat de geloofwaardigheid van het gemeentebestuur op het spel staat. Vanaf 01 is consequent opgetreden tegen de illegaal gebouwde en zelfs na stillegging gerealiseerde woning. Het is ook niet uit te leggen dat op een agrarisch bouwvlak een legalisatieregime zou kunnen worden gevoerd en op de andere bestemmingen niet. Degene die zich niet aan regels en wetten houdt, zou hier voordeel aan kunnen hebben. Mevrouw Muskens zegt dat het CDA zich kan vinden in de woorden van de heer Van den Hoven. Het CDA is niet erg tevreden over al het gegoochel en over het feit dat er nog geen zekerheid bestaat dat de starterswoningen gebouwd kunnen gaan worden. Inzake Kerkstraat 65 heeft de wethouder beloofd dat hij zou communiceren met beide partijen, maar hij heeft het niet waargemaakt. Aangaande Wolfshoek 74 vindt het CDA dat conform de uitspraak van de Raad van State gehandhaafd moet worden. Ook na de vaststelling van het plan moet worden aangegeven dat dit onderdeel niet acceptabel is. Een tweede woning hier zou een grote ongelijkheid geven naar de andere burgers. Mevrouw Muskens deelt mee dat zij via de heer Van Kuijk van de provincie een document heeft ontvangen, waarin de provincie haar visie geeft op dit punt. Zij vindt het jammer dat dit achtergehouden is en dat de raad hierin niet goed geïnformeerd is. De heer De Laat onderschrijft de woorden van de vorige sprekers. Het memo over Kerkstraat 65 bevat naar zijn idee een boterzacht standpunt: levert naar verwachting geen onoverkomelijke Notulen raadsvergadering van 29 juni / 3 juli 06 3

4 belemmering op. Hij is evenmin tevreden over het memo betreffende Wolfshoek 74. De door hem gevraagde adviezen van externe deskundigen vindt hij niet terug in het verslag. Daarnaast wordt er niet gesproken over bebouwing in de tweede lijn. Als deze illegale bouw gelegaliseerd zou worden, zou er een precedent geschapen worden. De heer Van Spaandonk is het niet eens met het in het memo van de heer Hermans gestelde dat een beroep kan worden gedaan op het bestemmingsplan Elshout van juli 04 (plan B). In de vergadering van 1 juni werd het gebruik van artikel 21 genoemd, maar dat is niet mogelijk omdat er geen aanvraag voor een bouwvergunning was ingediend; het kan dus niet als een zodanige aanvraag worden beschouwd. In het memo wordt geprobeerd het juridisch recht te breien en dit vindt de heer Van Spaandonk niet juist. De gemeente moet naar zijn idee vasthouden aan de handhaving omdat anders de geloofwaardigheid in het geding komt. DDE-02 gaat niet akkoord met de voorgestelde legalisatie van Wolfshoek 74. De heer Aerts wil een nadere uitleg hebben op pagina 1 van het memo over Wolfshoek. Hij begrijpt uit deze memo dat legalisatie niet tegen te houden is. Het lijkt hem onmogelijk dat er starterswoningen gebouwd worden nabij Kerkstraat 65 en dat het bouwbedrijf kan voldoen aan de normen van het akoestisch rapport. Naar zijn idee hoort het bouwbedrijf daarom thuis op een industrieterrein. Ten aanzien van Wolfshoek 74 zegt hij dat uit het rapport van de jurist blijkt dat een bouwvergunning niet meer tegen te houden is. Hij gaat ervan uit dat er een foutje is gemaakt in het bestemmingsplan en dat dit de aanleiding vormt dat de heer De Kort daar toch kan bouwen. Mevrouw Mulder zegt dat de PvdA-fractie het memorandums wel helder en duidelijk vond. Zij sluit zich aan bij de heer Aerts die spreekt over een foutje, helaas niet terug te draaien. Zij stemt in met het voorstel, maar met pijn in het hart omdat de handhaving hierin geen gestalte krijgt. Het lijkt erop dat illegale bouw wordt beloond en dat men het daarmee moet doen. De heer Van den Hoven zegt geen foutje in het bestemmingsplan te kunnen ontdekken. De heer Van Spaandonk zegt dat hij het memorandum getoetst heeft en dat hij denkt dat het juridisch aan alle kanten rammelt. De heer Aerts vindt dat met deze opmerking de kwaliteit van het eigen ambtelijk apparaat in twijfel wordt getrokken. Mevrouw Mulder vult aan dat men bij een nieuw bestemmingsplan geneigd is positief te bestemmen om planschade te voorkomen. Ze meent dat de tekst in het memorandum klopt. De heer Van der Lee zegt dat Heusden Eén akkoord gaat met het gewijzigde bestemmingsplan Elshout. Hiermee is naar zijn mening een oplossing gevonden voor het geschil over Kerkstraat 65, waardoor het de bouw van de starterswoningen niet in de weg staat. Ten aanzien van Wolfshoek 74 gaat zijn fractie uit van de juistheid van het memorandum. Wethouder Van Mierlo legt uit dat de oplossing voor Kerkstraat 65 een compromis is, wat mogelijkheden openhoudt voor de bedrijvigheid van de heer De Laat, voor de plannen van de heer Van Delft en voor de starterswoningen. Het is naar zijn idee geen ideale oplossing, maar wel de beste. Daarbij komt dat wanneer de raad hierover een beslissing neemt, de burger nog de mogelijkheid krijgt elders zijn recht te halen. Hij heeft begrip voor de harde woorden die gevallen zijn aangaande Wolfshoek 74. Het politieke gevoel zegt dat dit niet kan. De burger weet er toch onder uit te draaien en wel omdat de besluitvorming zo ver voortgeschreden is dat je het alle andere betrokkenen niet aan kunt doen om het niet vast te stellen. In de herziening is 1 woning per kavel gewijzigd in 2 woningen per kavel om daarmee betrokkenen de kans te geven het te behouden en voor de gemeente onkosten te vermijden. De heer Van Spaandonk vraagt of Wolfshoek 74 valt onder dát deel van het bestemmingplan 04, waaraan GS goedkeuring onthouden heeft. De heer Van Mierlo zegt dat hij dit zal navragen. Het gaat niet zozeer om die goedkeuring, maar om het feit dat het chalet al op die plaats stond op het moment dat de 2 e versie van het bestemmingsplan kwam, waarbij die 2 woningen mochten. Dat is volgens hem de pech waar de gemeente mee zit. De heer Van den Hoven wil weten waar deze bewering in de stukken vermeld staat. De heer Van Mierlo vraagt daarop nogmaals een schorsing aan. De voorzitter stemt hiermee in. De heer Van Mierlo verklaart dat de raad in mei 05 de 2 e versie van het bestemmingsplan (B) heeft vastgesteld. De plankaarten zijn goedgekeurd en de voorschriften zijn daarmee vastgesteld. GS heeft deze voorschriften op een aantal onderdelen niet goedgekeurd, maar de andere onderdelen zoals artikel 7i betreffende de dubbele woningen, zijn dus wel in werking getreden. De eigenaar van Wolfshoek 74 profiteert daarvan. De heer Van den Hoven zegt dat hij informatie heeft opgevraagd over artikel 7i en dat er een heel andere uitleg aan gegeven is. Het komt erop neer dat het perceel exclusief aan het plan ontheven is. Het vorige college is destijds zorgvuldig gestart met Elshout omdat er bij meer zaken sprake was van Notulen raadsvergadering van 29 juni / 3 juli 06 4

5 niet vergunde bouw. Hij pleit ervoor de ingezette handhavingprocedure gewoon aan te houden en bij andere instanties te laten toetsen of er sprake is van een vermeend foutje. Hij kiest er wel voor het plan vanavond vast te stellen om de burger duidelijkheid te geven. De heer Pladet meent dat er niet gehandhaafd kan worden op basis van een voormalig bestemmingsplan. De heer Van den Hoven zegt dat het bestemmingsplan 04 gewijzigd wordt vastgesteld en dat de artikel -procedure niet ter discussie staat. Hij dient vervolgens een motie in om de handhaving voort te zetten. Mevrouw Muskens vindt dat het niet te verkopen is aan de burger dat deze illegale bouw toegestaan wordt. Zij betwijfelt of er sprake is van een foutje omdat er toen een procedure liep bij de Raad van State. Zij pleit voor een nader onderzoek naar de rechtsgeldigheid. De heer Pladet is voorstander van het vaststellen van het plan en het opnieuw ter toetsing voor te leggen aan GS. De heer Pulles wil van de voorzitter weten of hij zich nu wel achter dit plan kan scharen in relatie met zijn opstelling van 1 juni jl. Van de wethouder wil hij horen of er op dit moment al een concrete aanvraag voor een bouwvergunning binnen is van de heer De Kort. De heer Verboven meent dat de raad erop moet vertrouwen dat het memorandum een goed stuk is. Het wordt eerst bij GS getoetst en daarna is deze operatie pas juridisch steekhoudend. Hij begrijpt niet goed waarom de motie van Gemeentebelangen dan nodig is. De heer Van den Hoven legt uit dat hij hiermee wil voorkomen dat intussen een legalisatietraject wordt ingezet. De heer Van der Lee zegt dat Heusden Eén wel hecht aan het rapport van de eigen juridisch adviseur. Naar zijn idee kan er niets fout gaan bij het vaststellen van het bestemmingsplan omdat het opnieuw naar GS gaat. De heer Van Mierlo vindt de term foutje niet passend. Het is een politieke keuze geweest om het bestemmingsplan bij te stellen, waardoor er 2 woningen in plaats van 1 woning mogelijk werd via artikel 7. Toen de wijziging van het bestemmingsplan (B) in werking is getreden, was er een aanschrijvingsprocedure in verband met het handhaven. Daarom wist men op dat moment dat het chalet er stond. Toch heeft de raad met de wijziging ingestemd en dat plan B is in mei 05 in werking getreden en daarmee verviel de rechtsgrond voor de handhaving. De heer Van den Hoven zegt dat in de gevolgde procedure nog betwijfeld is of het pand expliciet benoemd moest worden, maar dat dit niet hoefde omdat de procedure liep en er een uitsluitingsgrond zou volgen. Daaruit blijkt dat het helemaal niet gewild en bedoeld is door college en raad. De heer Van Mierlo deelt mee dat in mei 05 artikel 7i (het aantal bedrijfswoningen per bedrijf) in werking is getreden en dat de consequentie hiervan is dat de bewoner van Wolfshoek 74 van zijn recht gebruik kan maken. Mevrouw Muskens bestrijdt dit omdat dit niet zou gelden bij zaken waarvoor een procedure liep bij de Raad van State. De heer Van den Hoven vult aan dat er in 03 expliciet was vermeld dat het niet van toepassing was op een niet vergunde bedrijfswoning, waarvoor op dat moment al een procedure liep bij de Raad van State. Het zou naar zijn idee te gek zijn dat na 5 jaar inspanning en kosten maken nu via een omweg het alsnog wordt toegestaan. De heer Van Mierlo verdedigt nogmaals de consequentie van de wijziging in het bestemmingsplan. In antwoord op de vraag van de heer Van Spaandonk zegt hij dat er geen bouwaanvraag voor een woning is ontvangen van de heer De Kort. De heer Van Spaandonk meldt dat het om een bouwaanvraag voor een personeelskantine gaat. De heer Van Mierlo zegt daarop dat deze aanvraag de normale juridische gang zal krijgen en wanneer het niet past, het als zodanig behandeld zal worden. De voorzitter gaat in op de vraag van de heer Pulles. Hij deelt mee dat hij in de vorige vergadering gepleit heeft dit agendapunt aan te houden omdat er onzekerheid over bestond. Het heeft geleid tot een grondige beschouwing in het college, men heeft zich laten informeren door meer dan 1 jurist. Voor het college is het nu volstrekt helder waarom het zo heeft moeten gaan. Het college volgt daarom de advisering die uitgebracht is, ondanks de interpretatie van onbegrijpelijk, foutje, slordig. Hij hecht eraan te zeggen dat er op een open en strikte manier over gediscussieerd is. Dat laat onverlet dat individuen het er niet mee eens kunnen zijn. De voorzitter brengt de motie van Gemeentebelangen in stemming. Er wordt 9 maal vóór gestemd door de leden Van Delft, Van Spaandonk, De Laat, Pulles, Levink, Nieuwkerk, Muskens, Musters en Van den Hoven. Met de overige 14 nee-stemmen van de leden Aerts, Van Bladel, Van Bokhoven, Van den Dungen, Van Helvoort, Van der Heijden, Van der Lee, Merkx, Mulder, Pladet, Pijnenburg, Schipper, Verboven en De Wild wordt de motie verworpen. Notulen raadsvergadering van 29 juni / 3 juli 06 5

6 De voorzitter stelt vervolgens de gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Elshout, herziening 06 aan de orde. Het memorandum van de heer Hermans vormt geen onderdeel van het besluit; het is een toelichting op de gang van zaken bij Wolfshoek 74. Bij een stemming zijn er 7 leden tegen, te weten: Aerts, Van Delft, Van Spaandonk, Nieuwkerk, De Laat, Pulles en Levink. Met de 16 stemmen voor van de leden Van Bladel, Van Bokhoven, Van den Dungen, Van Helvoort, Van der Heijden, Van den Hoven, Van der Lee, Merkx, Mulder, Muskens, Musters, Pladet, Pijnenburg, Schipper, Verboven en De Wild wordt het voorstel aangenomen Voorstel inzake voortgang proces herstructurering Muziekonderwijs. Mevrouw Van den Dungen vindt de conclusies in het rapport van KplusV wat mager. Zij vraagt zich af wat voor nut het gehad heeft, mede gezien de kosten. Ze juicht het voorstel van het college toe. Zij is van mening dat niet gewacht kan worden met het uitsluitsel aan de instellingen en ziet er een probleem in dat Waalwijk pas in 07 een besluit zal nemen. Zij informeert wanneer er een aanvang gemaakt kan worden met de nieuwe cultuurnota. Mevrouw De Wild zegt dat de PvdA-fractie qua muziekonderwijs voor kwaliteit in de breedte is en in het algemeen voor het opstellen van een cultuurbeleid. Zij kiest voor het omzetten van de intergemeentelijke regeling in een stichting en vindt dat het CMD niet groter moet worden dan het nu is. Zij pleit voor gedegen onderzoek naar andere varianten, naar de financiële en juridische aspecten en naar samenwerking waardoor het aanbod breder en beter kan worden. De fractie is tegen de lokale en regionale variant en voor het voorstel van het college. De heer Verboven zegt dat zijn fractie voor de lokale variant is en het conceptbesluit toejuicht. Het gaat niet alleen om muziekonderwijs alleen, maar om kunstonderwijs en de beïnvloeding van de verschillende richtingen daarin die nu nog een gesloten bolwerk zijn. De heer Pladet zegt dat de VVD in dit voorstel een kaderstelling ziet, een richting die zij zou willen inslaan. De VVD kan instemmen met het voorstel. De heer Aerts heeft een voorkeur voor de lokale variant en kan meegaan in het voorstel. De heer Van Spaandonk deelt mee dat het onderzoek van KplusV kwaliteit mist om als basis voor besluitvorming te dienen. Een financiële analyse met doorrekening, de relatie met Waalwijk en de wensen van de burgers ontbreken hierin. DDE kan daarom niet besluiten tot enige variant, maar acht de regionale variant een gepasseerd station. DDE acht aanvullend onderzoek noodzakelijk op de volgende punten: wat is inhoudelijk de meerwaarde van de varianten ten opzichte van elkaar?, wat zijn de financiële consequenties van opheffing van de gemeenschappelijke regeling CMD?, wat zijn de financiële consequenties van de lokale variant waarbij de overhead zwaarder wordt en docenten van de Muzenberg in dienst moeten worden genomen alsook de docenten van het CMD moeten worden overgenomen of een wachtgeldregeling krijgen? en hoe gaat het toekomstig aanbod in de verschillende varianten eruit zien? DDE dient daarom een amendement op het voorstel van het college in, dat door de heer Van Spaandonk vermeld wordt. De heer Pulles vindt dat de rapportage niet in overeenstemming is met de opdracht aan KplusV, zoals door de vorige sprekers al verwoord is. Hij wil weten of het college voornemens is KplusV hierop te wijzen. De heer Levink heeft bemerkingen bij de diepgang en de aanpak van het onderzoek door KplusV. Het CDA kan zich wel vinden in de redenatie en de conclusies van het rapport. De regionale variant valt voor deze fractie definitief af. Men kiest voor één Heusdense instelling, maar niet als opmaat voor de semilokale samenwerking. Het CDA wil nu al de keuze maken voor de lokale variant met alle vormen van kunstzinnige vorming, zonder de financiële achtergrond te kennen. Het gaat nu om de strategische keuze voor één instelling met alle functies en een opheffen van het CMD. Samenwerking met omliggende gemeenten als het om een gespecialiseerde (muziek)vorm gaat, blijft mogelijk. De huidige leslocaties moeten daarbij blijven bestaan. Het CDA is het eens met het concept raadsbesluit als daarmee bedoeld wordt dat er nader onderzoek gaat plaatsvinden naar lokale variant. De heer Van den Brandt deelt mee dat Gemeentebelangen nog niet zover is dat zij een keuze kan maken tussen lokaal en semilokaal. Zij wil vooraf de conclusies op waarde schatten. De stap tot opheffen van CMD, opbouwen van lokale variant en vervolgens overgang naar semilokaal lijkt haar onlogisch. Als het CMD wordt opgezegd, krijgt men de rekening gepresenteerd tenzij er met Waalwijk een samenwerking komt. Maar wat als Waalwijk niet meedoet? De afspraak om de komende 4 jaar niet méér geld aan muziekonderwijs uit te geven, zou men graag waar willen maken. Gemeentebelangen vindt het besluit onder punt 1 goed; ten aanzien van punt 2 zijn nog niet alle instellingen erbij betrokken en voor wat stap 3 betreft: dit moet veel concreter, ga duidelijk in overleg met Waalwijk om te komen tot semilokale variant of goede ontbinding van CMD. Wethouder Van der Poel erkent dat de gepresenteerde resultaten van het onderzoek van KplusV niet volledig zijn: de financiële doorrekening ontbreekt en de conclusies stroken niet helemaal met wat er verder in het rapport staat. Dat is de reden dat het college de conclusies niet heeft overgenomen. Om Notulen raadsvergadering van 29 juni / 3 juli 06 6

7 de voortgang in het traject te houden, is de conclusie die duidelijk uit het rapport naar voren kwam om de regionale variant af te wijzen, inmiddels gevolgd. Om nu al een keuze te maken voor de lokale of semilokale variant is een stap te snel. Eerst zullen de financiële consequenties duidelijk moeten worden. Hij kan zich achter het amendement van DDE scharen. 10 In tweede termijn. De heer Levink vindt het jammer dat er in deze langlopende zaak niet echt vooruitgang geboekt is en nu weer feitelijk onderzoek wordt overgedaan. De heer Pulles herhaalt zijn vraag of het college nog voornemens is aan KplusV te vragen het rapport anders te presenteren. De heer Van der Poel zegt het eens te zijn met de heer Levink dat er niet veel schot in de zaak zit. Hij wijst erop dat de raad in december 05 nog aangestuurd heeft op een onderzoek naar de lokale, semilokale en regionale variant. Wat de vraag van de heer Pulles betreft zegt hij dat hij de opdrachtformulering aan KplusV nog eens zal nakijken. De heer Van der Lee stelt voor om van KplusV te verlangen alsnog een financieel onderzoek te verrichten zonder verdere toelage. De heer Van der Poel zal nagaan of dit mogelijk is. Het amendement wordt door het college overgenomen e bestuursrapportage 06 / voorjaarsnota Mevrouw Mulder zegt dat het negatieve resultaat de PvdA-fractie tegenvalt. Het is duidelijk dat er ombuigingen nodig zijn en zij verkiest dan structurele oplossingen boven een kaasschaafmethode. Verder geeft zij een suggestie om gronden te verkopen die niet strategisch van aard zijn. De heer Pladet vraagt of het college voornemens is maatregelen te nemen voor de 2 e helft van dit jaar om het negatief resultaat minder te laten zijn aan het einde van het jaar. De heer Van Spaandonk zegt dat zijn fractie akkoord gaat met de begrotingswijzigingen die een gevolg zijn van reeds genomen besluiten. De melding van bijstellingen van ramingen in de jaarschijf neemt zij voor kennisgeving aan omdat de uitkomst daarvan nog niet vaststaat. Hierin kunnen zowel positieve als negatieve veranderingen gaan optreden. DDE vraagt zich af of de raad een besluit tot kredietvotering van 1,4 miljoen euro voor de uitvoering van de wijkvisie Oudheusden heeft genomen. De upgrading infrastructuur Het Run ten bedrage van dient te worden toegerekend aan beleidsveld 4, Verkeer en vervoer. DDE zou graag zien dat deze splitsing wordt aangebracht en doorgevoerd. Ook deze plannen moeten aan de raad worden voorgelegd voordat een krediet wordt gevoteerd; de heer Van Spaandonk doet daarom een verzoek hiertoe. Hij vindt het zeer kwalijk dat er nog geen financiële onderbouwing van het collegeprogramma ligt en wijst erop dat in de lijst van mogelijk nieuw beleid zaken staan, die al tot besluitvorming in het college hebben geleid. DDE kan niet instemmen met deze 1 e bestuursrapportage, maar neemt wel kennis van de lijst van mogelijk nieuw beleid. De heer De Laat vindt het jammer dat zo n belangrijk stuk niet vooraf in een commissie behandeld is. Hij spreekt van een gemiste kans. Dat het college er niet in geslaagd is een programma neer te leggen, vindt hij triest. Hij is het eens met de eerder gemaakte opmerkingen over Het Run en Oudheusden. Hij uit zijn zorg over de horeca in Die Heygrave. Er is veel geld geïnvesteerd in een fikse horecafunctie. De raad heeft toen nogal wat kanttekeningen gemaakt over de opbrengst en nu wordt het min of meer teruggeschroefd. De heer De Laat pleit ervoor deze horecagelegenheid open te houden en aantrekkelijker te maken met ander personeel. Naar zijn verwachting valt er dan nog heel wat winst te boeken. Hij zou een collegevoorstel hiertoe graag tegemoetzien. Hij gaat nog in op de lijst met mogelijk nieuw beleid. Hij is er voorstander van de lijsten uit het verleden met politieke wensen, die niet mogelijk waren om financiële redenen, hierbij te voegen alsook het ambitieprogramma van het college. Hij is niet lovend over het ambitieniveau van het college: hij heeft begrepen dat dit niet verder gaat dan het op niveau houden van de huidige voorzieningen en het verhogen van inkomsten, zowel incidenteel als structureel. De heer Nieuwkerk heeft zich verbaasd dat men in de bestuursrapportage niet verder komt. Het lijkt hem een heel ambtelijk stuk met vele waarschuwingen. Er is al veel ingezet beleid en het hele ambitieprogramma van het college moet daar nog bij, maar tegelijk moeten er ook maatregelen genomen worden. Het CDA neemt deze rapportage voor kennisgeving aan, maar wil wel beter geïnformeerd worden over de wijkvisie Oudheusden. De heer Levink heeft behoefte aan een degelijke verantwoording van het college over wat er precies met de horeca in Die Heygrave is gebeurd en wat er mogelijk zou zijn. Ook zou hij graag geïnformeerd worden over de peuterspeelzalen: de stand van zaken en financiële verwachtingen. Notulen raadsvergadering van 29 juni / 3 juli 06 7

8 De heer Musters vindt het erg jammer dat dit belangrijke document niet in commissieverband kan worden voorbesproken en dat daardoor de besluitvorming in deze vergadering lang moet duren. Hij noemt de volgende zaken: - pagina 6, externe projectleider woonwagenzaken, Hij stelt vast dat het woonwagenbeleid nooit in de raad is vastgesteld en pleit ervoor dit op korte termijn aan de orde te stellen. Tevens wil hij weten of de overdracht van het woonwagenbeleid per nog haalbaar is. - pagina 6, verkeerskundig plan, inzake aansluitingen 42/44 op de A59 - Hierover zou hij meer duidelijkheid willen, ook in relatie tot de corridorstudie A59 en de studie van provincie Beter bereikbaar Brabant. - pagina 7, voor de infrastructuur van Het Run wordt een krediet van voorgesteld, terwijl de raad het onderliggende plan nog niet kent. Hij doet een verzoek om dit eerst aan de raad voor te leggen. Het lijkt hem ook dat dit bedrag niet onder het beleidsveld Sport valt, maar onder Wegen en verkeer. - de horeca bij Die Heygrave - Hij is van mening dat je horeca niet ambtelijk moet laten uitvoeren en informeert of de resultaten van het onderzoek wat ingesteld is, al bekend zijn. - pagina 8 betreffende chemievrije onkruidbestrijding - Hij vraagt waarom dit niet gebeurt in Braken- Oost en Venne West 3, waar de riolering ook wordt losgekoppeld. Wat zijn de kosten als in de gehele gemeente op deze manier aan onkruidbestrijding wordt gedaan? - ISD, bezuiniging van voor 06 en voor latere jaren - Hier wordt afgezien van de taakstellende bezuiniging en de afspraken in ISD-verband; de heer Musters wil graag uitleg hoe dit geïnterpreteerd moet worden. - pagina 9, een extra krediet van voor wijkvisie Oudheusden - Hij ondersteunt het plan van harte, maar vindt dat de raad kennis moet hebben van het onderliggende plan. - pagina 9, voordeel van in verband met extra onderuitputting - Hij zegt dat dit alleen maar kan als er vertraging is opgetreden in de realisering van plannen en wil weten om welke plannen het dan gaat. - mogelijk nieuw beleid - het ambitieprogramma is nog niet in deze berap verwerkt, die een zwaar negatief resultaat vertoont; hij stelt daarom voor eerst de tekorten weg te poetsen. - het extra budget voor de rekenkamer moet er komen; hoe gaat de begeleiding van deze commissie verlopen nu er geen ABZ-commissie meer is? - de graffitibestrijding - in de stuurgroep is hierover gesproken, maar een plan is nog niet voorhanden; ook hier vraagt hij aandacht voor. Wethouder Van Mierlo deelt mee dat de bestuursrapportage primair over de afgelopen periode gaat. Natuurlijk had het college wel het voornemen om het ambitieakkoord te vertalen in de voorjaarsnota, maar dat is niet gebeurd en nu is er ook een ombuigingsoperatie nodig. Het coalitieakkoord met daarin de opmerkingen van de raadsleden verwerkt, zal binnenkort aangereikt worden. In de 3 e week van september zal er een conceptbegroting voor de raad beschikbaar zijn. Voor half oktober staat er een informatiemarkt gepland en begin november zal de begroting met keuzes voor nieuwe ambities en mogelijkheden aangeboden worden. In antwoord op de vragen zegt hij dat de horeca in Die Heygrave momenteel grote aandacht krijgt en dat het onderzoek nog niet is afgerond. De heer Levink merkt op dat als het college beleidsmatig een andere keus maakt voor de invulling van de horeca, het CDA dan verwacht dat het terugkomt in de raad. De heer Van Mierlo bevestigt dit. Hij legt ook uit dat bij uitzondering tekorten vanuit algemene reserves moeten worden aangevuld om op nul uit te komen. Voorzieningen handhaven is een ambtelijke constatering, het is geen must of afspraak nu. De kredieten voor Het Run en Oudheusden heeft het college overgenomen, het zijn geen nieuwe keuzes geweest. De heer Musters zegt dat deze plannen toch ter inzage kunnen worden gelegd. Het gaat om hoge bedragen, maar de raad kent de plannen niet. Hij krijgt bijval van de heren De Laat en Nieuwkerk. Gesteld wordt dat er geen totaal financieel plaatje is voorgelegd aan de raad wat het project Oudheusden betreft, waardoor van de raad niet verwacht kan worden dat zij instemt met dit krediet. De heer Van Mierlo gaat in op de vraag van de heer Musters over het verlagen van de rekenrente. Hij geeft enige uitleg hierop, maar geeft er de voorkeur aan deze en de andere vragen van de heer Musters schriftelijk te beantwoorden. De heer Musters stelt voor dit antwoord te agenderen voor de volgende vergadering, waar de heer Van Mierlo mee instemt. De voorzitter informeert of de bestuursrapportage nu vastgesteld kan worden. Er blijkt echter behoefte te zijn aan een tweede termijn. Notulen raadsvergadering van 29 juni / 3 juli 06 8

9 De heer Musters acht het op dit moment niet juist om van de raad te vragen krediet te verstrekken aan Het Run en Oudheusden omdat de onderliggende plannen voor de raad nog niet beschikbaar zijn. Hij stelt voor deze punten uit het voorstel te halen en na de vakantie ter bespreking te stellen. De heer Nieuwkerk zegt dat het CDA evenmin kan instemmen met deze kredieten. De heer De Laat adviseert om de raad middels een voorstel een kans te geven inhoudelijk te reageren. Wethouder Van Mierlo deelt mee dat de kredieten voor Oudheusden en Het Run voorlopig zullen vervallen en dat de raad hierover informatie krijgt. Het besluit zal hierop aangepast moeten worden en in de eerstvolgende vergadering zal hij de plannen voorleggen met onderbouwing. De heer Musters zegt nu geen reden meer te zien om een amendement in te dienen. De voorzitter besluit deze bespreking met de mededeling dat men de schriftelijke beantwoording thuisgestuurd zal krijgen. De heer Levink wil nog antwoord op zijn vraag over de peuterspeelzalen; waarom dit besluit tot een verhoging van de kosten heeft geleid. De wethouder zegt toe dat hij na de vakantie zal reageren. De voorzitter stelt vast dat men met het gewijzigde besluit kan instemmen. Na afloop van dit agendapunt is het al 23. uur. De voorzitter hoort de raad aan en besluit vervolgens de vergadering te schorsen tot maandag 3 juli, 19. uur. Hij verzoekt de heer Van Bokhoven hem bij het eerste deel van de volgende vergadering als voorzitter te vervangen. 3 juli 06, tweede deel van de vergadering De heer Van Bokhoven, 1 e plaatsvervangend voorzitter, heropent de vergadering en trekt een nieuw nummer voor eventuele stemmingen. Het is nr. 18, mevrouw Dekker. Besloten wordt om agendapunt 12 te behandelen als de burgemeester, de heer Willems weer aanwezig is. 11. Besluitvorming kaderstelling Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De heer Van den Brandt bericht dat Gemeentebelangen met een groot aantal Wmo-kaders kan instemmen. Ten aanzien van de regionale samenwerking vindt hij dat er geen muur mag staan tussen Heusden en Waalwijk. Hij pleit ervoor dat de afstemming richting Waalwijk blijft bestaan. Hij wijst erop dat de toegang tot zorg via het zorgloket middels strikt voorgelegde normen, bij voorbeeld met een stroomdiagram, moet gebeuren zodat er geen verschil van mening kan zijn over de toekenning. Hij betwijfelt of de voorzieningen in de praktijk alleen maar terechtkomen bij de mensen die het echt nodig hebben en spreekt van de scheidslijn is wat grijs geworden. Gemeentebelangen is er bijzonder op gebrand om de cliëntenparticipatie via een breed platform te laten verlopen. Ook verenigingen die in relatie staan tot de Wmo zouden hier vertegenwoordigd moeten zijn. De heer Levink zou van de wethouder een reactie willen op het bericht in het Brabants Dagblad over huishoudelijke verzorging in Brabant Noord-Oost. Moet dit als een voorbode van problemen op langere termijn gezien worden? Het CDA wil aandacht vragen voor het belang om tijdig en intensief te communiceren met en voorlichting te geven aan de burgers. Zowel huidige als toekomstige zorgvragers moeten goed geïnformeerd worden en een communicatieplan is daarom nodig. Het CDA wil een effectieve controle op (het misbruik van) persoonsgebonden budgetten. De te maken controlekosten zijn zonder meer terug te verdienen. Het CDA is geen voorstander van één centraal Wmo-loket, maar van loketten op meerdere locaties in de gemeente, bij voorbeeld in de bibliotheken. Het vrijwilligerswerk en de mantelzorg vormen de pijlers van de Wmo en daarom dient er meer prioriteit gegeven te worden aan het versterken hiervan; in het raadsvoorstel wordt het pas een onderwerp in het meerjarenplan. Het CDA pleit voor een spoedig onderzoek naar de huidige omvang van en beperkingen in het vrijwilligerswerk en de mantelzorg omdat vanuit die kennis beleid kan worden gemaakt ter verbetering. Het gestelde op pagina 22 van de nota acht men onvoldoende. Het CDA pleit voor een spoedig opstarten van het ouderenproefproject omdat het een beproefde mogelijkheid is om de senioren te betrekken bij de beleidsterreinen wonen, welzijn en zorg. Hiervoor is tevens provinciale subsidie beschikbaar. Ook is men voor een formeel Wmo-platform met een eigen zelfstandige identiteit waarin ook de minderheden uit de gemeente participeren. Men is niet voor een bezuiniging op de voorzieningen voor gehandicapten en ook niet op de persoonsgebonden budgetten. Verder wil het CDA weten of de kwaliteitscriteria voor de medewerkers van de instellingen zijn opgenomen. Het CDA heeft de ambitie om een van de beste Wmo-gemeenten van het land te worden. In verband hiermee betreurt zij het dat de verantwoordelijk wethouder van GroenLinks is omdat deze partij harde kritiek heeft geleverd op het Wmo-plan. Notulen raadsvergadering van 29 juni / 3 juli 06 9

10 De heer De Laat deelt mee dat DMP zich kan vinden in de kaders zoals in het voorstel aangegeven. DMP staat achter een verbreding van het cliëntenplatform en vindt de communicatie met de burger heel wezenlijk, niet alleen in de voorbereiding maar ook in de uitvoering. De heer De Laat stelt het op prijs dat in het communicatieplan een eerdere start is vermeld, maar vindt het eigenlijk nog te laat. Hij pleit ervoor dat niet op voorhand wordt bepaald dat het totale Wmo-budget een maximum moet zijn. Het is nog niet duidelijk wat er in financiële zin op de gemeente afkomt, maar naar zijn idee moet kwaliteit voorop staan. De heer Van Spaandonk deelt namens DDE een groot compliment uit aan de heer Dumont, de verantwoordelijk ambtenaar voor de invoering van de Wmo. De heer Van Spaandonk uit wel zijn zorg dat de heer Dumont ook de enige kracht is die zich hiermee bezighoudt. Hij wil van de wethouder horen of de verordening op 15 augustus beschikbaar is, zodat het aan de raadsleden kan worden toegestuurd. Hij gaat in op de samenwerking binnen de regio Den Bosch en zegt dat de bestaande samenwerkingsverbanden binnen de Langstraat, waaronder WML en ISD, moeten worden gerespecteerd. Het zorgloket in deze gemeente noemt hij nog steeds een zorgenkindje. Wel digitaal via de website, maar nog geen mogelijkheid om digitaal een aanvraag te doen. Hij pleit voor een nadere uitwerking, zowel fysiek als digitaal. Hij informeert hoe de gemeente effectief wil nagaan of zorg vanuit de directe omgeving van de zorgvrager kan worden verleend; zal dit aan een huisgenoot gevraagd worden en gezegd dat de gemeente geen zorg zal verstrekken? Ook wil hij weten hoe omgegaan wordt met een zorgomgeving waarbij Wmo en AWBZ gelijktijdig optreden. Mevrouw Merkx vraagt hoe de raad denkt over het betrekken van de burgers bij deze materie; moeten er hearings of werkbezoeken georganiseerd worden? Ze is ervoor dit te verbreden. De interactie tussen burgers, organisaties en gemeente is belangrijk, meedoen is immers het motto van de Wmo. Voor GroenLinks is de Wmo bijzonder belangrijk en daarom is men zo kritisch. Er bestaat zorg dat de kwaliteit en toegankelijkheid in het geding komt. Het voorstel is een goed uitgangspunt maar nog globaal. Met het beleidsplan worden de keuzes gemaakt. Zij wil daarbij speciale aandacht voor de groep allochtonen en wijst op het belang van goede communicatie. Mevrouw Mulder zegt dat de PvdA blij is dat de ketenzorg nu ook is opgenomen. Voor deze fractie is het een uitdaging om via deze Wmo-operatie meer zorg op maat te gaan bieden met minder bureaucratie. Zij ziet voordelen in het betrekken van de professionele zorgverlener uit de directe omgeving bij de indicatiestelling. Het zorgloket zou bij voorbeeld bij een huisarts kunnen informeren om een indicatie te stellen. Het zou tijd en geld kunnen sparen. Mevrouw Van den Dungen zegt dat zij de opmerking van de heer Levink over de wethouder van GroenLinks niet passend vindt. Haar fractie is ervan overtuigd dat deze wethouder voor de volle 100% achter de Wmo staat. Op hoofdlijnen gaat zij akkoord met het voorstel. Ze wil nadruk leggen op de kwaliteit van ingekochte zorg. Bij het digitaliseren van aanvragen zou er extra aandacht voor de ouderen moeten komen. Heusden Eén wil graag een nauwkeurige omschrijving van het persoonsgebonden budget en de rechtmatigheidstoets in de verordening. Zij vindt dat bij de verbreding van de doelgroep goed moet worden aangegeven hoe het een en ander gescheiden kan blijven betreffende het gehandicaptenplatform en de ouderenzorg. Zij adviseert om bij de overweging tot uitbreiding van het vrijwilligerswerk een eventuele invoering van subsidiëring mee te nemen. Verder lijkt het haar verstandig om een veiligheidsmarge in te bouwen in de toekomstige meerjarenbegroting. Wethouder Van der Poel concludeert dat een groot deel van de fracties kan instemmen met de notitie en de kaders die gesteld zijn. Over de regionale samenwerking zegt hij dat er geen Berlijnse muur zal komen tussen Heusden en de regio Midden-Brabant. Heusden blijft in overleg met deze gemeenten, ook als het gaat om bij voorbeeld de portefeuillehouders-overleggen op het gebied van maatschappelijke zaken. De toegang tot zorg moet strikt vastgelegd worden in normen. Dit kan deels gebeuren bij het zorgloket, voor moeilijke en negatieve gevallen wordt verwezen naar het CIZ. De cliëntenparticipatie zal vorm krijgen in een soort Wmo-platform, waarbij alle geledingen uit de maatschappij betrokken zullen worden. Het artikel in het Brabants Dagblad was ook nieuws voor de heer Van der Poel. Hij legt uit dat het vooral gaat om landelijke financiering, waarbij het vastloopt en niet zozeer dat de totale budgetten al niet toereikend zouden zijn. Het zou in de regio Den Bosch nog meevallen. De financiering lijkt voor de eerste 2 à 3 jaar geen probleem te worden, maar in de jaren erna zal het moeilijker worden, mede omdat door de vergrijzing een groter beroep op de Wmo zal worden gedaan. Notulen raadsvergadering van 29 juni / 3 juli 06 10

11 De praktische Wmo-zaken die voor 1 januari 07 geregeld moeten zijn, krijgen nu vooral de aandacht. De echte visie moet in het meerjarenbeleidplan naar voren komen aan de hand van de 9 prestatievelden. De raad zal daar keuzes in moeten maken. Met het communicatieplan zullen de huidige en toekomstige cliënten bereikt moeten worden. De persoonsgebonden beschikking zal een effectieve controle krijgen, zodat de rechtmatigheid gewaarborgd wordt. Daarbij zoekt men naar een manier met zo min mogelijk administratieve last, zoals het aantonen door middel van een rekening. Het oneigenlijk gebruik kan vooral met een goede indicatiestelling voorkomen worden. Op een vraag van de heer Van Spaandonk legt de heer Van der Poel uit dat het verstrekte budget ook daadwerkelijk uitgegeven moet worden aan zorg, maar het is aan de ontvanger van deze zorg om te bepalen wie het gaat doen en dat mag ook iemand uit eigen kring zijn. De gemeente kan een voorziening weigeren als een huisgenoot voor opvang kan zorgen. De heer Van der Poel gaat in op de opmerking van de heer Levink dat mantelzorg meer aandacht zou moeten krijgen. Hij deelt mee dat de gelden die beschikbaar zijn voor de ondersteuning van mantelzorg in eerste instantie naar een centrumgemeente gaan, die daarvoor diensten aan de verschillende gemeentes moet geven. De insteek is om op termijn deze gelden zoveel mogelijk lokaal aan te wenden in de richting van organisaties die men daartoe in staat acht. Het is goed om mantelzorg te stimuleren, maar het laat zich niet dwingen. De heer Levink pleit nogmaals voor een onderzoek naar de omvang van de huidige mantelzorg en het vrijwilligerswerk om als uitgangspunt voor beleid te dienen, als een soort nulmeting. De heer Van der Poel kan daar niet helemaal in meegaan, hij vindt het moeilijk te meten. Men zou het bij de burgers moeten navragen. Hij zegt toe dat er bij de verordening een uitspraak zal komen of dit onderzoek al of niet door zal gaan. De inrichting van de zorgloketten moet nog nader uitgewerkt worden, ook met de betrokken organisaties. Het is de bedoeling dat men op meerdere plaatsen informatie kan verkrijgen, maar niet in alle kernen zal een loket met dezelfde functies komen. Er wordt gedacht aan één centraal Wmoloket, waar alle informatie voorhanden is. Een evaluatie van het zorgloket is op z n plaats, zeker voordat besloten wordt tot uitbreiding. Het digitale loket zal ook kunnen gaan dienen voor Wmoaanvragen. Het ouderenproefproject noemt de heer Van der Poel een interessante gedachte. In het platform wonen-welzijn-zorg, waarin diverse organisaties vertegenwoordigd zijn, heeft deze mogelijkheid ook zeker de aandacht. Hij is van mening dat de Wvg-voorzieningen op hetzelfde niveau gehandhaafd kunnen worden, het staat namelijk niet onder druk. De kwaliteit van de werknemers wordt voldoende gewaarborgd. Binnenkort zal de Europese aanbesteding opgestart gaan worden. Het blijft nodig de kwaliteitseisen scherp in beeld te houden, maar je mag verwachten dat de marktwerking een positieve draai zal geven. De zorgvrager heeft namelijk de mogelijkheid om naar een andere zorgverlener over te stappen. De heer Van der Poel vindt dat de heer Levink zich geen zorgen hoeft te maken dat GroenLinks een grote tegenstander van de Wmo zou zijn. Hij memoreert dat door toedoen van GroenLinks landelijk de Wmo behoorlijk is aangepast en dat GroenLinks heeft ingestemd met de gewijzigde Wmo. De heer Van der Poel verwacht de Wmo-verordening bij de eerstvolgende vergadering te kunnen aanbieden. Tot nog toe heeft vooral de heer Dumont zich met het Wmo-vraagstuk beziggehouden, maar bij de uitwerking zullen er meerdere mensen bij betrokken worden. Net zoals mevrouw Merkx onderstreept hij het belang om de burger erbij te betrekken en vindt hij ook dat het een taak van de raad is. Hij denkt dat er speciale aandacht uit moet gaan naar de groep allochtonen, om ook hen te bereiken. Hij zal nagaan of het mogelijk is een professionele zorgverlener bij de indicatiestelling in te schakelen als het daarmee beter en sneller zou kunnen. In tweede termijn. De heer Van den Brandt maakt zich zorgen over de kwaliteitseisen, die gesteld worden aan het verzorgend personeel. Met de marktwerking zou er ook personeelsaanbod uit het buitenland kunnen komen. Het is mede daarom belangrijk om de controle handen en voeten te geven. Hij pleit ervoor de overhead binnen de gemeente en zorgaanbieders zo klein mogelijk te houden. Hij geeft mee dat in het huidige systeem de gebruikelijke zorg nog niet eenduidig en voldoende op prioriteit geïndiceerd wordt. Naar zijn idee zit daar een knelpunt. Als de zorgindicatie voor 100% zou gebeuren, zou er aan de achterkant geen controle meer nodig zijn. Hij gaat ervan uit dat de rechtmatigheidstoets minimaal moet worden. Notulen raadsvergadering van 29 juni / 3 juli 06 11

12 De heer Levink zegt tevreden te zijn met de reactie van de wethouder. Het schept vertrouwen en stelt hem gerust. Hij brengt nogmaals naar voren dat hij voorstander is van 1) meerdere loketten, volwaardig aan elkaar, 2) gericht beleid op basis van cijfers als het gaat om vrijwilligerswerk en mantelzorg, 3) een formeel, breed georganiseerd platform als primair aanspreekpunt voor de gemeente en 4) het opstarten van het ouderenproefproject. Ook de heer Van Spaandonk vindt dat wethouder Van der Poel de beantwoording uitstekend gedaan heeft. Hij stelt dat de controle op de uitvoering van de Wmo niet eindigt bij de indicatiestelling. Als het gaat om effectieve zorg in natura is het ter bescherming van de zorgvrager om te controleren of die zorg ook daadwerkelijk wordt verleend. De afhankelijkheid van de zorgvrager ten opzichte van de zorgverlener is namelijk groot. Hij wijst erop dat de gemeente een regeling moet treffen voor de situaties waarin de gemeente een plicht legt bij de huisgenoten om zorg te verlenen en zelf geen zorg verleent. Mevrouw Merkx vindt dat er getracht moet worden om te komen tot gemeenschappelijke uitgangspunten, zodat men hetzelfde beeld verkrijgt. Zij vindt het belangrijk om meer inzicht in de materie te krijgen en zou graag alle informatie ontvangen over het persoonsgebonden budget en de indicatiestelling. Ook zou ze een aantal praktijkvoorbeelden willen zien. Er volgt een discussie over de oorzaak van de tekorten in de Wvg en het budget voor volgend jaar. De heer Van der Poel geeft aan dat de Wmo-verstrekkingen schaarse middelen zijn en dat het belangrijk is dat deze terechtkomen bij die personen die er het meest op aangewezen zijn. Als het om controle en rechtmatigheid gaat, is een goede indicatiestelling het allerbelangrijkst en daarnaast kan eenvoudige administratieve controle plaatsvinden. Het verzoek van mevrouw Merkx om een toelichting op het persoonsgebonden budget en de werkwijze van het CIZ zal hij inwilligen. De voorzitter stelt vast dat de raad kan instemmen met het conceptbesluit. De volgende onderwerpen worden rechtstreeks aan de raad voorgelegd: 12. Voorstel instellen werkgroep vergaderstructuur. De heer Willems deelt mee dat verschillende partijen hebben aangegeven een ander vergaderstramien te willen hanteren en dat in de voorliggenhet memo een voorstel wordt gedaan om een werkgroep in het leven te roepen, die ideeën en suggesties gaat leveren. Hij zegt dat hoe langer de nieuwe vergaderstructuur uitblijft, hoe onplezieriger het wordt. Hij vindt dat het anders kan en mag en de mate waarin is aan de werkgroep. Mevrouw Pijnenburg vindt het jammer dat het op zo n formele manier moet gaan en dat er al veel tijd verloren is. Ze denkt dat het goed is om een werkgroep vast te stellen en zo snel mogelijk aan de slag te gaan. Mevrouw Dekker en de heer Verboven sluiten zich hierbij aan. De heer Van Spaandonk is niet tegen het instellen van een werkgroep, maar heeft wel bezwaar tegen de wijze waarop het gebeurt. Het reglement van orde is vastgesteld waarin de wijze van vergaderen is bepaald en zolang er geen nieuwe structuur is, zou de oude gehandhaafd moeten worden. Tevens lijkt het hem lastig om op korte termijn met een voorstel te komen vanwege de vakantieperiode. De heer Pulles vindt ook dat het commissiestelsel nog zou moeten gelden zolang er niet gekozen is voor een andere structuur. Hij wil van Heusden Eén horen hoe zij denkt de potentiële raadsleden in te kunnen vullen in het nieuwe systeem. De heer Nieuwkerk vindt dat er niet serieus wordt omgegaan met de bestaande afspraken en verordeningen. Het mag wel anders, maar dan ook netjes en de huidige bedrijfsvoering mag niet in het gedrang komen. Hij stelt voor om een werkgroep te benoemen en tot nader order het oude commissiestelsel weer te hanteren. De heer Van den Brandt sluit zich bij de vorige spreker aan. Hij vindt het vanaf april dit jaar een zootje en betreurt dit, ook omdat het op minder formele manier al geregeld had kunnen zijn. Nu moet er ineens doorgedrukt worden dat er in augustus een voorstel komt. Hij pleit voor een werkgroep en hoopt dat het op democratische manier verloopt. De voorzitter reageert hierop met de mededeling dat hij niets wil opleggen en dat de raad zelf moet bepalen hoe verder te gaan. Hij heeft alleen gepoogd het proces in gang te zetten. Hij legt ook uit waarom de raad geen voorstel maar een memorandum heeft ontvangen. Om uur schorst hij de vergadering op verzoek van de heer Van Spaandonk. De voorzitter heropent de vergadering om uur en geeft het woord aan mevrouw Pijnenburg. Notulen raadsvergadering van 29 juni / 3 juli 06 12