van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Heusden, gehouden op 15 november 2005 locatie gemeentehuis te Vlijmen.

Transcriptie

1 NOTULEN van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Heusden, gehouden op 15 november 2005 locatie gemeentehuis te Vlijmen. Voorzitter Griffier drs. H.P.T.M. Willems A.J. Emmen Aanwezige leden J.M.A. Aerts J.M.B van Bers C.A.M. van Bokhoven R. van den Bos C.P.P.M. van den Brandt M. Buijs L.M.P.M. van Dal J.M.C.J.M. van den Dungen B.M. Groen C.A.J. de Hart D.H. van Helvoort W.T.T.M. Herman mw. J.C.G.M. Hooghiemstra-Luijs mr. J.H.C. Kamps C.G.C. Knuvers J.J.G. Levink A.A.G. van Mierlo mw. A.T.E. Muskens-de Bont C.M.M. Musters J. Nieuwkerk ir. M.A.G.L. van den Thillart drs. P.C.M. Verboven mw. A.M. Verheij-Verreijt Afwezig drs. J.J. de Bonth W.M. Dijkstra mw. A.J. van Ruremonde-van der Lee W.D. Schipper Aanwezige wethouders Afwezig Verslag drs. P.R. Groenestein ing. A.P.M. van den Hoven J.P.M. Klijs T.M. de Laat de heer E.W.H.M. van Spaandonk mw. R. Gijselhart 1. Opening. De voorzitter opent de vergadering om uur met het ambtsgebed. 2. Spreekrecht. Mevrouw Brouwer houdt namens bewonersvereniging Heusden Vesting een pleidooi om het trouwen in het voormalig stadhuis opnieuw mogelijk te maken. Notulen raadsvergadering van 15 november

2 3. Trekking voor stemmingsnummer. De voorzitter trekt stemmingsnummer 21. Dat betekent dat bij een eventuele stemming begonnen wordt bij de heer Van den Bos. 4. Vaststelling van de agenda. Er wordt geen wijziging in de agenda aangebracht. 5. Vaststelling van de notulen van de raadsvergadering van 4 oktober Met inachtneming van het voorstel van de heer Musters tot aanvulling van de notulen worden deze vastgesteld. 6. Ingekomen stukken en mededelingen. Er worden geen mededelingen gedaan. A-lijst: 7. Verstrekken opplusbijdrage aan Stichting Woonveste over het jaar Collegeverslag en verslagen welstandstoezicht 2003 en Inspraakverordening Heusden Wegsleepverordening voor de gemeente Heusden 2006 B-lijst: 11. Gemeentelijke onderscheiding De heer Verboven zegt dat GroenLinks tegen dit voorstel is omdat de criteria voor toekenning niet objectief, transparant en openbaar zijn. De heer Musters reageert daarop met de stelling dat het besluit tot toekenning genomen wordt door een commissie, bestaande uit de burgemeester en 2 onafhankelijke leden. De heer Verboven meent echter dat de eindbeslissing bij het college ligt en dat de criteria niet openbaar zijn. De heer Nieuwkerk zegt dat zijn fractie het eens is met dit voorstel, maar het vreemd vindt dat de onderscheiding alleen aan in leven zijnde personen kan worden toegekend. De voorzitter zegt daarop dat het postuum toekennen van onderscheidingen wel besproken is en dat hij heer Nieuwkerk nader zal informeren over de motivatie om dit niet in het voorstel op te nemen. De heer Van Mierlo zegt dat de PvdA met dit voorstel instemt, ondanks het feit dat zij er geen hoge waarde aan toekent. Het voorstel biedt voldoende waarborg dat het college er geen politieke beslissingen van kan maken. De voorzitter stelt vast dat de raad instemt met het voorstel. 12. Wijziging van werkwijze bij ruimtelijke plannen naar aanleiding van de invoering van de Wet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb (deregulering) De heer Aerts deelt een compliment uit voor de presentatie van deze wijziging; het is op een begrijpelijke wijze gebracht. Hij vindt het een goede zaak dat de raad het laatste woord kan hebben in de delegatieregeling inzake ZPP s. Het voorstel wordt unaniem aangenomen. De volgende onderwerpen worden rechtstreeks aan de raad voorgelegd. 13. Verslag over de uitvoering van de WWB, de IOAW, IOAZ en BBZ. Notulen raadsvergadering van 15 november

3 De voorzitter stelt de verslagen vast. 14. Verzoek tot vergoeding van vandalismekosten bij RKBS de Bolster De voorzitter besluit dat met dit verzoek kan worden ingestemd. 15. Voorstel inzake keuze gymzaal of sportzaal ten behoeve van MFA Palet Vliedberg. Mevrouw Van den Dungen meldt dat Heusden Eén tevreden is over het voorstel. De keuze voor de kleine sportzaal is goed onderbouwd en het is duidelijk dat de grote sportzaal niet noodzakelijk is. De heer Van den Thillart zegt dat zijn fractie zich in het voorstel kan vinden en de sportzaal een mooie aanvulling op het multifunctionele karakter van het complex vindt. De laagdrempeligheid van het gebouw wordt hiermee verder versterkt en de exploitatielasten zullen geen problemen opleveren. De heer Verboven ondersteunt de keuze voor een sportzaal zonder wedstrijdcapaciteit. Hij heeft wel enige zorg over de hoogte van de huur van de nieuwe zaal. De heer Knuvers gaat eveneens akkoord met het voorstel. Hij uit zijn zorg over de bezettingsgraad van Onder de Bogen en de mogelijke gevolgen voor de exploitatie van Onder de Bogen. De heer De Hart geeft aan toch de voorkeur te geven aan de grotere sportzaal. Hij vindt de uitleg over de meerkosten onvoldoende. De heer Van den Bos zegt dat de VVD blij is met het voorstel, maar wel vraagtekens plaatst bij de manier waarop de keuze gemaakt is. In eerste instantie is het voorgesteld alsof een sportzaal financieel niet mogelijk zou zijn, maar na aandringen in de raad blijkt het ineens wel te kunnen. Dat geeft twijfel over de berekening van toen en nu. Hij vindt tevens dat er onvoldoende aandacht is geweest voor de gegevens over de bezettingsgraad. De heer Van den Brandt is van mening dat de sportzaal van 16x28 mtr. een goede tussenoplossing is. Ondanks het gegoochel met cijfers van de laatste tijd, is hij ervan overtuigd dat een grote sportzaal te duur zou worden. Hij gaat in op de vraag van de heer Van den Bos waarom de keuze voor een sportzaal boven een gymzaal nu ineens wel kan. Hij ziet dit als een resultaat van de controlerende en kritische functie van de raad. De heer Levink vindt dat er geen goed besluit kan worden genomen op basis van de berekeningen in dit voorstel. Hij vindt het logisch dat je relatief duur uitkomt voor een grote sportzaal als je de mtr.²-prijs van bruto vloeroppervlakte voor een gymzaal van 12x21 mtr. rechtevenredig doortrekt. De mtr.²-prijs per netto vloeroppervlakte komt dan uit op 3300,=, terwijl hiervoor in de professionele wereld een bedrag van 1000,= wordt gehanteerd. Het bevreemdt hem dat er bij de sportzaal van 16x28 een kleinere bijruimte (namelijk 138 mtr.²) wordt berekend dan bij de gymzaal (203 mtr.²). Het lijkt hem dat de kosten voor een grote sportzaal te hoog worden voorgesteld. Daarnaast stelt hij dat de behoefte aan sportaccommodatie voor de komende jaren niet onderbouwd is. Naar zijn idee zal dit toenemen doordat het beleid erop gericht is meer mensen aan het sporten te krijgen alsook door het uitbreidingsplan Mommersteeg. Wethouder Groenestein zegt dat hij niet op alle vragen van de heer Levink antwoord kan geven. Er wordt een korte schorsing ingelast, maar dat geeft hem onvoldoende houvast. Hij adviseert de raad te kiezen voor de kleine sportzaal en zegt toe de cijfers van de heer Levink tegen het licht te houden en de mogelijkheden voor de grote sportzaal in de komende weken te onderzoeken. Het budget voor de kleine sportzaal zal hij als uitgangspunt nemen. De voorzitter stelt vast dat men hiermee kan instemmen. 16. Kaderstellende besluiten ten behoeve van de instelling en de vormgeving van de rekenkamer(functie) gemeente Heusden De heer Musters meent dat er veel discussiepunten liggen, die afhankelijk zijn van de samenstelling van de rekenkamercommissie. De vraag is of deze commissie alleen uit externe deskundigen zal bestaan of ook uit raadsleden. Naar zijn idee zal de raad zich hier eerst over moeten uitspreken. De heer Nieuwkerk vindt de samenstelling van de commissie ook cruciaal in de besluitvorming, maar wil vooraf een beschouwing over het voortraject. Bij dit voorstel bekruipt hem het gevoel dat het niet klopt. In april 2005 is er een werkgroep aan de slag gegaan met de rekenkamerfunctie, maar daaruit kwam geen unaniem standpunt naar voren. Op 25 oktober is er weer een werkgroepvergadering geweest, maar de helft van de leden was er niet. Op 15 november ligt er dan ineens een voorstel, waarbij aangegeven wordt dat slechts bepaalde punten bespreekbaar zijn. De heer Nieuwkerk vindt dat zulke belangrijke zaken veel duidelijker en eerder in Notulen raadsvergadering van 15 november

4 gang gezet moeten worden. Het is al 3 jaar bekend dat deze functie ingesteld moet worden en een aantal gemeenten zijn hier al serieus mee onderweg gegaan; de gemeente Heusden zou kennis kunnen nemen van de ervaringen daar en niet zoals nu halsoverkop te werk moeten gaan. De heer Musters is het hiermee eens, maar zegt dat de werkgroep te maken had met een slechte opkomst van raadsleden. Hij heeft zelf deel uitgemaakt van de werkgroep en zijn fractie regelmatig op de hoogte gesteld van deze situatie. De heer De Hart zegt dat zijn fractie niet tot de werkgroep behoorde en er nu voor over moet besluiten. Hij stelt voor in deze commissie geen raadsleden te laten plaatsnemen. De heer Verboven stelt dat deze gemeente laat is met de rekenkamer, maar hij zou het betreuren als dat zou inhouden dat de ambitie niet hoog moet liggen; zijn fractie kiest voor een meer dan gemiddeld niveau en wil niet bij voorbaat onderwerpen uitsluiten voor de rekenkamer. De heer Van Mierlo meent dat alle belangrijke stukken hier op t laatste nippertje behandeld worden en dat dit een cultuur is geworden, maar dat het niettemin van belang is om te halen. Het gaat erom een onafhankelijk controlemechanisme te creëren, die de raad en het college als het ware een spiegel voorhoudt. De vraag is dan of de commissie al of niet met raadsleden gevormd moet worden. De heer Van Bokhoven heeft met de heer Musters alle bijeenkomsten van de werkgroep bezocht en vindt het jammer dat de werkgroep niet groter was en meer bijeenkomsten had. Hij wijt de lage opkomst aan de vergaderdruk bij de leden. Hij legt uit dat de werkgroep er niet in slaagde de kaders voor de rekenkamerfunctie vast te stellen en dat daarom besloten is het in de raadsvergadering voor te leggen. De voorzitter stelt de invulling van de rekenkamercommissie ter discussie. De heer Nieuwkerk zegt dat binnen zijn fractie twijfel bestaat. Het is duidelijk dat het onafhankelijk moet zijn en zonder politieke kleuring, maar hij had het liever in breder verband besproken. De heer Musters zegt dat Gemeentebelangen kiest voor alleen externe leden vanwege de onafhankelijkheid; elke schijn van bemoeienis van de raad moet worden voorkomen. Ook omdat de rekenkamer het beleid van de gemeenteraad moet beoordelen, is het beter dat er geen raads zitting in heeft. Het raads kan namelijk niet aan de eigen raad rapporteren. Een praktisch punt is dat van een raads niet verlangd mag worden om zoveel extra tijd te investeren. De heer Van den Bos meent dat de rekenkamer gewoon per van start kan zonder raadsleden. Ook DMP, DDE 2002, GroenLinks, PvdA en Heusden Eén kiezen voor een rekenkamercommissie zonder raadsleden, waarbij de heer Van Bokhoven voorstelt om na 1 jaar te evalueren hoe het functioneert en hoe de brugfunctie tussen rekenkamer en gemeenteraad verloopt. De voorzitter stelt vast dat de raad unaniem kiest voor een bezetting van de commissie door externen. Hij gaat vervolgens in op de diverse aanbevelingen van het voorstel. Aanbeveling 1: In de aanvangsfase te kiezen voor een gemiddeld ambitieniveau waarbij de nadruk ligt op kwaliteit van onderzoek en onderzoekers. Dat betekent een rekenkamer(functie) van beperkte omvang met een afgebakende taakstelling. De werkgroep wil deze aanbeveling niet interpreteren als een bij voorbaat vastgelegde beperking van de taakstelling van de rekenkamerfunctie. De rekenkamerfunctie moet de ruimte krijgen om die onderzoeken te doen die zij noodzakelijk acht, zeker als het gaat om onderzoeken waaraan bij de raad nadrukkelijk behoefte bestaat. De voorzitter stelt vast dat de raad het hiermee eens is. Aanbeveling 2a: Te kiezen voor een collegiale rekenkamerfunctie bestaande uit raadsleden en externe leden, met een afgebakende taakstelling en een daarop afgestemd budget. De voorzitter stelt vast dat zojuist is gekozen voor een niet-gemengde samenstelling. Aanbeveling 2b: Voor de rekenkamerfunctie de vorm te kiezen van een andere commissie als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet. De raad stemt hiermee in. Aanbeveling 3: Notulen raadsvergadering van 15 november

5 Het aantal leden van de rekenkamerfunctie te bepalen op (maximaal) 5, waarvan 2 raadsleden en 3 externe leden. Twee plaatsvervangend leden te benoemen: 1 extern, 1 raads. De voorzitter concludeert naar aanleiding van de reacties van de fracties dat gekozen wordt voor een rekenkamercommissie bestaande uit maximaal 3 externe leden. Aanbeveling 4: De voorzitter van de rekenkamerfunctie door de raad te benoemen uit de externe leden op voordracht van de raadscommissie voor de rekenkamerfunctie. Een externe plaatsvervangend voorzitter te benoemen. De voorzitter herhaalt dat alle leden van de rekenkamer extern geworven zullen worden. Aanbeveling 5: De raadscommissie Algemene en Bestuurlijke Zaken de functie van raadscommissie voor de rekenkamerfunctie toe te delen. Als taken van de raadscommissie voor de rekenkamerfunctie te formuleren: - het selecteren en voordragen van kandidaten voor benoeming tot van de rekenkamerfunctie; - het adviseren aan de raad naar aanleiding van door de rekenkamerfunctie uitgebrachte onderzoeksrapporten; - het, namens de raad, onderhouden van contacten met de rekenkamerfunctie. De voorzitter stelt vast dat het een praktische oplossing is om de brugfunctie bij de commissie ABZ te leggen. De raad stemt hiermee in. Aanbeveling 6: Vooraf criteria opstellen voor de werving en selectie van de leden van de rekenkamerfunctie en voor raadsleden en externe leden dezelfde selectiecriteria hanteren. De voorzitter deelt mee dat dit punt niet relevant is. Bij de selectie en voordracht zal zoveel mogelijk uitgegaan worden van de door de raad vastgestelde selectiecriteria. Aanbeveling 7: De raad benoemt de externe leden van de rekenkamer voor een termijn van 3 jaar en zij kunnen maximaal 2 maal voor een gelijke periode worden herbenoemd. De leden van de werkgroep spreken als hun voorkeur uit om de externe leden te benoemen voor een periode van 4 jaar, maar die periode niet gelijk te laten lopen met de zittingstermijn van de raad. Na enige discussie stelt de voorzitter vast dat de externe leden benoemd zullen worden voor een periode van 4 jaar, maar dat de eerste benoeming voor een termijn van 2 jaar zal zijn, waarna een evaluatie plaatsvindt. Er wordt gekozen voor één herbenoeming, wat betekent dat de zittingstermijn de eerste keer maximaal 6 jaar en daarna maximaal 8 jaar kan zijn. Aanbeveling 8: De taakstelling van de rekenkamerfunctie bepalen op 1 uitvoerig onderzoek en maximaal 2 beperkte onderzoeken (quick scans) op jaarbasis. Deze aanbeveling is niet meer relevant gezien de standpuntbepaling bij aanbeveling 1. Aanbeveling 9: Vooraf selectiecriteria vaststellen ten behoeve van de keuze van onderzoeksonderwerpen. De voorzitter verwijst naar de toelichting, waarin aangegeven is dat de rekenkamercommissie bevoegd is haar eigen onderzoeksprogramma te bepalen. Gesteld wordt dat het zinvol is om criteria op te stellen ten behoeve van de keuze van onderzoek; dat wordt geaccepteerd. Aanbeveling 10: In de aanvangsfase de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen/informatie te beperken tot de gemeente. Na evaluatie van het functioneren van de rekenkamerfunctie bepalen of het wenselijk/noodzakelijk is deze bevoegdheid uit te breiden naar derden. De werkgroep is van mening dat de bevoegdheid tot het inwinnen van informatie/inlichtingen vanaf het begin zich óók moet uitstrekken tot derden. De voorzitter stelt vast dat de raad het standpunt van de werkgroep deelt. Aanbeveling 11: Te bepalen dat de externe leden van de rekenkamerfunctie de eed of de verklaring en belofte afleggen. Notulen raadsvergadering van 15 november

6 De voorzitter deelt mee dat deze aanbeveling overgenomen wordt. Aanbeveling 12: De vergoeding voor de externe leden van de rekenkamerfunctie te bepalen conform Gemeentewet, artikel 96. De voorzitter een hogere vergoeding te verlenen dan de gewone leden. De werkgroep wil graag inzicht in de verschillende methoden van vergoeding voor de externe leden van de rekenkamerfunctie. Daarbij kan gedacht worden aan een vaste vergoeding dan wel een vergoeding per vergadering (presentiegeld). In eerste instantie wordt uitgegaan van eenzelfde vergoeding als bij de andere externe commissies. Het feit dat voor deze commissie deskundige mensen aangetrokken moeten worden, zou echter een vergoeding naar niveau rechtvaardigen. Gesteld wordt dat het goed is om eerst te inventariseren en ook bij andere gemeenten navraag te doen. De voorzitter beaamt dit en stelt voor om de alternatieven aan te leveren voor de vergadering van 20 december Aanbeveling 13: Ten aanzien van op non-actief stelling en ontslag alsmede ten aanzien van onverenigbare betrekkingen dezelfde bepalingen van toepassing te verklaren als die welke gelden voor de rekenkamer. Deze aanbeveling wordt overgenomen. Aanbeveling 14: Ten behoeve van de ambtelijke ondersteuning van de rekenkamerfunctie extra capaciteit beschikbaar te stellen en deze onder te brengen bij de griffie(r). Te bepalen dat tot de taak van de ambtelijke ondersteuning óók behoort het (mede) voorbereiden en uitvoeren van onderzoek. De werkgroep geeft er de voorkeur aan om de ambtelijk secretaris een rol te geven bij het (mede) uitvoeren van onderzoek. Indien mogelijk moet deze ambtelijke ondersteuning verzorgd worden vanuit de eigen ambtelijke organisatie, waarbij de noodzakelijke randvoorwaarden voor een onafhankelijk operen gewaarborgd moeten worden. De voorzitter concludeert dat met betrekking tot de ambtelijke ondersteuning efficiency, kostenbewustzijn en het voorkomen van belangenverstrengeling gewaarborgd moeten worden. Aanbeveling 15: Ten behoeve van de rekenkamerfunctie in de begroting een budget opnemen op basis van 1,50 per inwoner op jaarbasis. De werkgroep is van oordeel dat in de startfase van de rekenkamerfunctie uitgegaan moet worden van het budget dat in de begroting is geraamd, namelijk op jaarbasis. De voorzitter stelt vast dat de raad van oordeel is dat dit startkapitaal indicatief is en niet bij voorbaat vaststaat. Bij de voorjaarsnota zal dit budget getoetst kunnen worden. Aanbeveling 16: Na twee jaar het functioneren van de rekenkamercommissie te evalueren en daarvoor vóóraf criteria te formuleren. Deze aanbeveling wordt overgenomen. 17. Benoeming commissieleden. 18. Initiatiefvoorstel inzake trouwmogelijkheden bezoekerscentrum Heusden Vesting. De voorzitter memoreert dat bij de begrotingsbehandeling is aangegeven dat het fenomeen trouwen in de gemeente Heusden in breed verband zal worden belicht. Voor de eerste raadsvergadering in 2006 staat een uitvoerige besluitvorming gepland en daarbij valt te denken aan locaties, leges en dergelijke. De heer Buijs is bezorgd dat het initiatiefvoorstel van GroenLinks nu niet behandeld zal worden. De voorzitter zegt dat men met dit onderwerp op constructieve manier verder is gegaan en dat de raad in de reactie rekening kan houden met het feit dat het hele pakket als voorstel ingebracht wordt bij de eerste raadsvergadering in De heer Verboven vindt dat de collegevoorstel zijn initiatiefvoorstel voor trouwen in het voormalige stadhuis onverlet laat. Hij vindt het prima om nader in te gaan op het huwen in deze gemeente. Notulen raadsvergadering van 15 november

7 De heer Van Mierlo zegt dat zijn fractie pleit voor het bekijken van veel meer (verschillende) locaties. Hij vindt het constructief dat het college meer wil onderzoeken dan alleen het trouwen in de vesting. De heer Knuvers vindt het ook goed om het onderwerp breed op te pakken. Hij is er voorstander van om het mogelijk te maken in het voormalig stadhuis te trouwen en na verloop van tijd te evalueren. De heer De Hart zegt dat zijn fractie het initiatiefvoorstel van harte ondersteunt en graag toegevoegd zou zien dat het trouwen in het voormalig stadhuis per kan. De heer Van den Bos vindt het een goede zaak dat het college het trouwen als fenomeen ziet en niet uitsluitend de financiële aspecten ter discussie stelt. Hij is voor het initiatiefvoorstel en meent dat met zorgvuldige planning en een mogelijke beperking trouwen mogelijk moet zijn, maar misschien ook nog andere activiteiten. Mevrouw Verheij ziet het bezoekerscentrum graag als vaste trouwgelegenheid en adviseert om ook het Commiezenhuis in Heusden in het onderzoek te betrekken. De heer Nieuwkerk zegt dat het stadhuis dé plek is om te trouwen in Heusden; hij begrijpt niet dat het college daar krampachtig over doet. De heer Buijs wil het trouwen in het stadhuis op korte termijn gerealiseerd hebben en vindt dat de trouwleges voor de hele gemeente geharmoniseerd moeten worden. De voorzitter zegt daarop dat de opmerkingen meegenomen en verwerkt zullen worden in de nieuwe besluitvorming. De heer Verboven informeert of het college het initiatiefvoorstel overneemt, maar de voorzitter blijft bij zijn standpunt om het met het brede collegevoorstel mee te laten gaan. Daarop wordt het voorstel in stemming gebracht. Het initiatiefvoorstel wordt met alle 23 stemmen aangenomen. De voorzitter stelt daarop vast dat het initiatiefvoorstel zal worden betrokken bij het voorstel dat in de eerste raadsvergadering van 2006 aan de raad zal worden voorgelegd en waarbij de verschillende aspecten van het trouwen in de gemeente Heusden aan de orde zullen komen. 19. Sluiting. De voorzitter sluit de vergadering om uur. De vergadering wordt afgesloten met het sluitingsgebed. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van de gemeente Heusden van 20 december 2005, de griffier, de voorzitter, A.J. Emmen drs. H.P.T.M. Willems Notulen raadsvergadering van 15 november