Uitgave. MOVIDRIVE Baanspanningswikkelaar 07/2001. Handboek x / NL

Transcriptie

1 MOVIDRIVE Baanspanningswikkelaar Uitgave 7/ Handboek 77x / NL

2 SEW-EURODRIVE

3 Belangrijke aanwijzingen... Systeembeschrijving.... Toepassingsgebieden.... Toepassingsvoorbeeld.... Programma-identificatie... 7 Configuratie Voorwaarden Functiebeschrijving.... Het meten van de baansnelheid.... Procesdata-structuur... Installatie.... Software.... Basisapparaat MDV/MDSA, optioneel met 'Uitbreidingskaart DIOA.. 7. Bus-installatie MOVIDRIVE MDV/MDSA MOVIDRIVE compact MCV/MCS_A... 7 I Inbedrijfstelling Algemeen Voorbereiding Programma 'Baanspanningswikkelaar' starten.... Parameters.... Aandrijving starten.... Tipbedrijf....7 Leergang, wrijvingskromme bepalen....8 Automatisch bedrijf, constant koppel....9 Automatisch bedrijf, constante baanspanning... Bedrijf en service Stapdiagrammen Storingsinformatie.... Foutmeldingen... MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

4 Belangrijke aanwijzingen Dit handboek is geen vervanging voor de uitvoerige technische handleiding! Installeren en inbedrijfstellen is alleen toegestaan door elektrotechnisch geschoold personeel met inachtneming van de geldende veiligheidsvoorschriften en de Technische handleiding MOVIDRIVE! Documentatie Leest u dit handboek zorgvuldig door voordat u met de installatie en inbedrijfstelling van de MOVIDRIVE -applicatieregelaar met deze applicatiemodule begint. Het onderhavige handboek veronderstelt de aanwezigheid en de kennis van de MOVIDRIVE -documentatie, vooral van het MOVIDRIVE -systeemhandboek. Verwijzingen zijn in dit handboek met " " aangeduid. Zo betekent bijvoorbeeld ( hdst. X.X), dat u in hoofdstuk X.X van dit handboek aanvullende informatie vindt. De inachtneming van de documentatie is de voorwaarde voor een storingvrij bedrijf en de honorering van eventuele garantieaanspraken. Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen Let beslist op de onderstaande veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen! Dreigend gevaar door stroom Mogelijke gevolgen: dood of zeer zware verwondingen. Dreigend gevaar. Mogelijke gevolgen: dood of zeer zware verwondingen. Gevaarlijke situatie. Mogelijke gevolgen: lichte verwondingen. Schadelijke situatie. Mogelijke gevolgen: beschadiging van het apparaat en van de omgeving. Gebruikertips en nuttige informatie. MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

5 Toepassingsgebieden Systeembeschrijving. Toepassingsgebieden De baanspanningswikkelaar-applicatiemodule is vooral geschikt voor toepassingen waarbij eindloos materiaal op- of afgewikkeld moet worden. Voor de volgende branches is de baanspanningswikkelaar-applicatiemodule bijzonder geschikt: papier, karton kunststof textiel blik De volgende voordelen zijn kenmerkend voor de baanspanningswikkelaar: gebruikersvriendelijke bedieningsomgeving; alleen de voor de baanspanningswikkelaar vereiste parameters (overbrengingsverhoudingen, diameter, baanspanning) moeten ingevoerd worden; geleide parametrering in plaats van omslachtige programmering; monitorbedrijf biedt optimale diagnose; geen programmeerervaring vereist; geen tijdrovende inwerkperiode. MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

6 Toepassingsvoorbeeld. Toepassingsvoorbeeld Op-/afwikkelaar Een typisch toepassingsvoorbeeld voor de baanspanningswikkelaar-applicatiemodule is een op- of afwikkelaar. De volgende afbeelding toont een afwikkelaar met eigen aandrijvingen voor de wikkelrol en voor de trekwals. Gewoonlijk werkt de trekwals toerentalgeregeld; het materiaal wordt dan met een constante baansnelheid afgewikkeld. De wikkelaar bepaalt dan de baanspanning, waarbij het toerentalsignaal van de trekwals als referentiesignaal dient. Afbeelding : toepassingsvoorbeeld afwikkelaar 8AXX Herwikkelaar Een ander toepassingsgebied is de herwikkelaar. Het eindloze materiaal wordt ter bewerking afgewikkeld en direct weer opgewikkeld. Afbeelding : toepassingsvoorbeeld herwikkelaar AXX MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

7 Programma-identificatie. Programma-identificatie U kunt op twee manieren het toepassingsprogramma, dat het laatst in de MOVIDRIVE - regelaar werd geladen, identificeren.. Met pcen MOVITOOLS: verbind de pc met de MOVIDRIVE via de seriële interface; start MOVITOOLS; start 'Execute Programm/Compiler'; start in de compiler 'Display/Programm information'; Afbeelding : programma-informatie starten 9AEN het venster 'Program information' wordt geopend. U kunt aflezen welke applicatie-software in de MOVIDRIVE is geladen. Het versienummer wordt daarbij eveneens weergegeven. Afbeelding : venster 'Program information' 9AEN MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar 7

8 Programma-identificatie. Met het programmeerapparaat DBGA is geen pc vereist: selecteer parameter P9 'Edit IPOS variables'; stel de parameter P9 = ON in. het bedieningsapparaat laat nu 'V' zien; gebruik de toets, om het cijfer te verhogen en de -toets, om de cursor naar rechts te bewegen; stelt u '8V' in; het programmeerapparaat laat nu de inhoud van de variabele H8 in decimale en hexadecimale vorm zien; 8V = BEBE97 HEX 9AXX Afbeelding : variable H8 de decimale waarde op de eerste regel heeft de volgende betekenis: programmaversie = tabelpositionering = tabelpositionering met busaansturing = buspositionering = uitgebreide buspositionering = absolute positionering = gereserveerd 7 = gereserveerd 8 = gereserveerd 9 = gereserveerd = baanspanningswikkelaar = gereserveerd = gereserveerd... = kraanbesturing... = positioneren = wikkelen = volgordebesturing = toepassing van meer assen... 8 MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

9 Voorwaarden Configuratie. Voorwaarden Pc en software De baanspanningswikkelaar-applicatiemodule is als IPOS plus -programma ontwikkeld en maakt deel uit van de SEW-software MOVITOOLS. Om MOVITOOLS te kunnen gebruiken heeft u een pc nodig met het besturingssysteem Windows 9, Windows 98, Windows NT..of Windows. Regelaar, motoren en encoders Regelaar De baanspanningswikkelaar kan alleen met de MOVIDRIVE -apparatuur van de technologie-versie (...-T) gerealiseerd worden. Bij MOVIDRIVE MDV/MDS kan de regelaar naar keuze via klemmen of via een bus gestuurd worden. Bij MOVIDRIVE compact is aansturing over klemmen niet mogelijk. U kunt de standaard aanwezige systeembus of de PROFIBUS- DP-interface gebruiken. Voor PROFIBUS-DP moet u de MOVIDRIVE compact MCV/MCSA gebruiken. De baanspanningswikkelaar heeft beslist encoderterugkoppeling nodig en kan daarom alleen met MOVIDRIVE MDV/MDS of MOVIDRIVE compact MCV/MCS gerealiseerd worden, niet met MOVIDRIVE MDF of met MOVIDRIVE compact MCF. Mogelijk met MOVIDRIVE Aansturing via compact MCV/MCSA compact MCV/MCSA MDV/MDSA Klemmen nee nee ja, met optie DIOA systeembus ja, zonder optie ja, zonder optie ja, zonder optie PROFIBUS-DP nee ja, zonder optie PROFIBUS-FMS, INTERBUS, CAN, DeviceNet nee nee ja, met optie DFPA of DFPA ja, met optie DFPA, DFIA, DFIA, DFCA, DFOA of DFDA Bij MOVIDRIVE MDV/MDS met busaansturing: bij bedrijf met busaansturing mag de optie 'Uitbreidingskaart type DIOA niet ingestoken zijn; anders kunnen de virtuele klemmen niet via de bus aangesproken worden. Motoren en encoders Voor bedrijf met de MOVIDRIVE MDV of MOVIDRIVE compact MCV: asynchrone servomotoren CT/CV (encoder standaard ingebouwd) of draaistroommotoren DR/DT/DV/D met de optie encoder. Voor bedrijf met de MOVIDRIVE MDS of MOVIDRIVE compact MCS: synchrone servomotoren DS/DY, resolver standaard ingebouwd. MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar 9

10 Functiebeschrijving. Functiebeschrijving Functiekenmerken De applicatie 'Baanspanningswikkelaar' biedt de volgende functiekenmerken: Berekening van de wikkelroldiameter: voor deze functie is het noodzakelijk dat aan de trekwals ofwel een materiaalsnelheidsmeter of een MOVIDRIVE -aandrijving met toerentalterugkoppeling is geïnstalleerd. Het toerental van de wikkelrol n, het toerental van de trekwals resp. van de materiaalsnelheidsmeter n en de diameter van de trekwals d zijn bekend. De wikkeldiameter d wordt dan berekend volgens: d = n /n d Instelbare wikkelcurve: bij veel materialen dient bij toenemende wikkeldiameter de trekkracht gereduceerd te worden. Met een gebruikersvriendelijk editorprogramma kunt u de wikkelkarakteristiek naar uw wensen instellen. Dit geschiedt naar keuze vrij gedefinieerd volgens een tabel of volgens een hyperboolfunctie. Wrijvingskromme bepalen: in een leergang worden de toerentalafhankelijke wrijvingswaarden van de mechanische constructie en de reductor bepaald. De wrijvingswaarden zijn nodig om de trekkracht nauwkeurig te kunnen bepalen. Berekening van de trekkracht: voor een probleemloos functioneren van de wikkelaar moet de trekkracht heel nauwkeurig ingesteld kunnen worden. Bij het berekenen van het setpoint voor de trekkracht wordt met de volgende parameters rekening gehouden. momentele wikkeldiameter wikkelkarakteristiek wrijvingswaarden van de mechanische componenten Omvangrijke diagnose: tijdens bedrijf worden u alle belangrijke gegevens op de monitor getoond zoals bijv. momentele diameter, baansnelheid, momentele trekkracht en materiaallengte. Eenvoudige koppeling aan de overkoepelende besturing (plc). Bedrijfssoorten De functies worden met drie bedrijfssoorten gerealiseerd: Tip-bedrijf (DIØ = '' en DI = '') Gezien naar de A-zijde van de motor: bij ''-signaal aan de binaire ingang DIØ draait de motor in de richting met de wijzers van de klok mee (= rechts wikkelen), bij een ''-signaal aan de binaire ingang DIØ draait de motor in de richting tegen de wijzers van de klok (= links wikkelen). Houdt u er rekening mee of u een - of een -traps-reductor gebruikt. CW CCW 88AXX Afbeelding : tipbedrijf: definitie van rechts wikkelen en links wikkelen CW CCW = motordraairichting rechts, DIØ = '' = motordraairichting links, DIØ = '' Bij tipbedijf beweegt de aandrijving met een vast ingesteld toerental. Onafhankelijk van de ingestelde setpoint voor de trekkracht wikkelt de aandrijving tijdens tipbedrijf met het maximaal mogelijke koppel (= % T nom ). MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

11 Functiebeschrijving Leergang, wrijvingscurve bepalen (DIØ = '' en DI = '') Met DIØ = '' start u de leergang. In deze leergang bepaalt de aandrijving zelfstandig de toerentalafhankelijke wrijvingswaarden van de reductor en van de mechanische componenten. Deze wrijvingswaarden zijn nodig om de setpoint voor de trekkracht met voldoende nauwkeurigheid te kunnen berekenen. Automatisch bedrijf, constant koppel (DIØ = '' en DI = '') Onafhankelijk van de momentele diameter wordt het koppel constant gehouden. De baanspanning vermindert daarom omgekeerd evenredig met de wikkeldiameter. Voor dit soort bedrijf wordt de wikkeldiameter niet bepaald. Met DIØ (rechts wikkelen) = '' of DIØ (links wikkelen) = '' start u het automatisch bedrijf. Automatisch bedrijf, constante baanspanning (DIØ = '' en DI = '') Het koppel wordt aangepast aan de wikkeldiameter, de wrijvingswaarden en de wikkelkarakteristiek. Daardoor wordt de baanspanning, dus de trekkracht in het materiaal constant gehouden. Voor dit soort bedrijf wordt de wikkelkarakteristiek benut. Met DIØ (rechts wikkelen) = '' of DIØ (links wikkelen) = '' start u het automatisch bedrijf. MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

12 Het meten van de baansnelheid. Het meten van de baansnelheid Om de momentele diameter van de wikkelrol te kunnen berekenen dient de baansnelheid gemeten te worden. Dit vindt plaats met een baansnelheidsmeter of bij een tweede MOVIDRIVE -aandrijving met terugkoppeling van het toerental van de trekwals. Baansnelheidsmeter De volgende afbeelding toont als principe de opstelling van een baansnelheidsmeter bij een geleiderol: Afbeelding 7: opstelling met baansnelheidsmeter 88AXX Voor een probleemloos functioneren dient u op de volgende punten te letten: De geleiderol dient zo dicht mogelijk bij de wikkelrol opgesteld te worden. Tussen materiaal en geleiderol mag geen slip optreden. De diameter van de geleiderol mag niet veranderd worden. Gebruik als baansnelheidsmeter een incrementele encoder voor V DC -voeding en met signalen volgens RS- ( V TTL). De verhouding tussen het oplossend vermogen van de encoder en dat van de encoder van de baansnelheidsmeter mag niet groter dan : zijn. Leid u het baansnelheidsmetersignaal naar de MOVIDRIVE -ingang X van de wikkelaandrijving X SUPPLY OUT V= 8 9 X X ENCODER IN/OUT ENCODER IN (RESOLVER IN) Afbeelding 8: motorencoder aan X en baansnelheidsmeter aan X 979AXX MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

13 Het meten van de baansnelheid Trekwals met aandrijving De volgende afbeelding toont als principe de opstelling met een tweede MOVIDRIVE - aandrijving bij de trekwals: X Slave 8 8 X Master Afbeelding 9: opstelling met aandrijving bij een trekwals 88AXX Voor een probleemloos functioneren dient u op de volgende punten te letten: De trekwals dient zo dicht mogelijk bij de wikkelrol opgesteld te worden. Tussen materiaal en trekwals mag geen slip optreden. De diameter van de trekwals mag niet veranderd worden. Verbind met de kabel 'encoderkoppeling master X slave X (bestelnummer 8 8)' de beide MOVIDRIVE -regelaars. Houdt de master-slave-indeling van de kabel aan. X-X-verbinding: u mag maximaal slaves aan één master aansluiten. Slave Master X SUPPLY OUT V= X SUPPLY OUT V= 8 9 X X ENCODER IN/OUT ENCODER IN (RESOLVER IN) X X ENCODER IN/OUT ENCODER IN (RESOLVER IN) Slave 8 8 Master Afbeelding : motorencoder aan X en X-X-verbinding 98AXX MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

14 Procesdata-structuur. Procesdata-structuur U kunt baanspanningswikkelaar-applicatiemodule ook via een busverbinding aansturen. Hierbij worden alle MOVIDRIVE -veldbusopties en de standaard beschikbare systeembus (Sbus) ondersteund. Bij de bussturing worden de virtuele klemmen binnen stuurwoord toegepast ( MOVIDRIVE veldbusapparaatprofiel). Let op: bij bussturing mag de MOVIDRIVE -optie 'Uitbreidingskaart type DIOA' niet geïnstalleerd zijn! PO PO PO PO E Q PI PI PI PI Afbeelding : data-uitwisseling met procesdata 7AEN PO = proces-uitgangsdata PI = proces-ingangsdata PO = besturingswoord PI = statuswoord PO = setpoint baanspanning (IPOS PA-DATA) PI = actuele waarde baanspanning (IPOS PI-DATA) PO = gewenste te wikkelen baanlengte (IPOS PO-DATA) PI = naar keuze baanlengte, diameter of baansnelheid (IPOS PI-DATA) De proces-uitgangsdatawoorden hebben de volgende inhoud: PO: besturingswoord virtuele klem 8 DI7 P7 virtuele klem 7 DI P virtuele klem DI P virtuele klem DI P virtuele klem DI P virtuele klem DI P virtuele klem DI P virtuele klem DIØ P virtuele ingangsklemmen vast bezet regelaarblokkering/ vrijgave vrijgave/ snelstop vrijgave/stop /houdregeling Proces-uitgangsdata integratorenomschakeling omschakeling parameterset fout-reset gereserveerd PO: setpoint baanspanning PO setpoint baanspanning [N] MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

15 Procesdata-structuur PO: keuze van te wikkelen baanlengte PO keuze van te wikkelen baanlengte [m] De proces-ingangsdatawoorden hebben de volgende inhoud: PI: statuswoord virtuele klem 8 DO7 P7 virtuele klem 7 DO P virtuele klem DO P virtuele klem DO P virtuele klem DO P virtuele klem DO P virtuele klem DO P virtuele klem DOØ P virtuele uitgangsklemmen vast bezet eindtrap vrijgegeven regelaar bedrijfsgereed PO-gegevens vrijgegeven actuele integratorset actuele parameterset Proces-ingangsdata storing/waarschuwing eindschakelaar rechts actief eindschakelaar links actief PI: actuele waarde baanspanning PI actuele waarde baanspanning [N] PI: naar keuze actuele baanlengte [m] actuele wikkeldiameter [mm] actuele baansnelheid [m/min] PI baanlengte, wikkeldiameter of baansnelheid [m] of [mm] of [m/min] MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

16 Software Installatie. Software MOVITOOLS De baanspanningswikkelaar-applicatiemodule is onderdeel van de SEW-software MO- VITOOLS (versie. en hoger). Om MOVITOOLS op uw computer te installeren gaat u als volgt te werk: Leg de MOVITOOLS-cd in de cd-drive van uw pc. Activeer 'Start/Run...'. Voer '{Drive-letter van uw CD-drive}:setup' in en bedien de Enter-toets. Het setup-menu van MOVITOOLS wordt gestart. Volg de aanwijzingen, u wordt automatisch door de installatie geleid. Afbeelding : MOVITOOLS-venster 88AEN U kunt MOVITOOLS nu met de programma-manager starten. Als er een MOVIDRIVE op uw pc is aangesloten, kies dan de juiste interface (PC-COM) en stel de peer-to-peerverbinding in. Met <Update> wordt de regelaar in het venster 'Connected Units' weergegeven. Technologie-uitvoering (vanaf versie.7) Het baanspanningswikkelaar-applicatiemodule kan met de MOVIDRIVE -apparatuur in de technologie-uitvoering (...-T) gerealiseerd worden. Met de apparaten in de standaarduitvoering (-) kunnen de applicatiemodules niet toegepast worden. MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

17 Basisapparaat MDV/MDSA, optioneel met 'In-/uitvoerkaart Type DIA'. Basisapparaat MDV/MDSA, optioneel met 'In-/uitvoerkaart Type DIA' - - V = + V = + REF AI AI AGND X: REF X: DIØØ DIØ DIØ DIØ DIØ DIØ DCOM 7 VO 8 9 DGND ST ST 9 9 TF DGND DBØØ DOØ-C DOØ-NO DOØ-NC DOØ VO VI DGND AI AI AGNG AOV AOC AGNG AOV AOC AGNG X: DIØ DI DI DI DI DI DI 7 DI7 8 DCOM 9 DGND X: DOØ DO DO DO DO DO DO DO7 DGND X: X: X: V V voor analoge signalen - V /regelaarblokkering rechts wikkelen links wikkelen vrijgave/snelstop reset geen functie V X:DIØØ...DIØ +V-uitgang V-potentiaal binaire signalen RS-8+ RS-8- X: (MDV/MDS) X: (MDV/MDS) MOVIDRIVE ingang externe encoder, incrementele encoder V TTL, of X-X-verbinding (aansluiting Technische handleiding MOVIDRIVE ) motor-encoder: incrementele encoder (MDV) of resolver (MDS) (aansluiting Technische handleiding MOVIDRIVE ) TF-ingang V potentiaal binaire signalen /rem relaiscontact /storing maakcontact /storing verbreekcontact /storing bedrijfsgereed +V-uitgang +V-ingang V potentiaal binaire signalen setpoint wikkelspanning V voor analoge signalen actuele diameter (... V) actuele diameter (()... ma) V voor analoge signalen baansnelheid (... V) baansnelheid (()... ma) V voor analoge signalen IPOS-ingang: mode ^ IPOS-ingang: mode ^ IPOS-ingang: Dmin keuze ^ IPOS-ingang: Dmin keuze ^ IPOS-ingang: set Dmin IPOS-ingang: set Dmax IPOS-ingang: gereserveerd IPOS-ingang: reset lengteteller V X: DIØ...DI7 V potentiaal binaire signalen DIOA IPOS-uitgang: mode ^ IPOS-uitgang: mode ^ IPOS-uitgang: Dmin keuze ^ IPOS-uitgang: Dmin keuze ^ IPOS-uitgang: Dmax bereikt IPOS-uitgang: baanbreuk IPOS-uitgang: wrijvingstabel ingelezen IPOS-uitgang: materiaallengte bereikt V-potentiaal binaire signalen X X X X DIO S S MDV (MDS) X encoder IN/OUT X ma V R ON OFF X X X SUPPLY OUT V= X encoder IN (resolver IN) Afbeelding : aansluitschema basisapparaat MOVIDRIVE MDV/MDSA met optie DIOA 88ANL MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar 7

18 Businstallatie MOVIDRIVE MDV/MDSA. Businstallatie MOVIDRIVE MDV/MDSA Overzicht Let u voor het installeren van de bus op de aanwijzingen in de actuele handboeken van de veldbus, die ingesloten zijn bij de veldbus-interfaces. Raadpleeg voor het installeren van de systeembus (SBus) de aanwijzingen in de Technische handleiding. DFP PROFIBUS DP ADRESS X PROFIBUS DP DFP PROFIBUS FMS / DP DFI INTERBUS-S Module Ident. 7 DFI INTERBUS DFC CAN-Bus DFO CANopen PD() PD() PD() NA() NA() NA() NA() NA() NA() NA() DR() DR() S nc R BUS OFF STATE GUARD COMM S DFD DEVICE-NET NA() NA() NA() NA() NA() NA() DR() DR() Mod/ Net PIO BIO BUS- OFF S S S S MDV (MDS) X ma V R ON OFF X X X SUPPLY OUT V= X CANopen X X ENCODER IN/OUT X ENCODER IN (RESOLVER IN) P R O F I PROCESS FIELD BUS B U S SBus Device Net Afbeelding : bustypen 8AXX Let op: bij bussturing mag de MOVIDRIVE -optie 'Uitbreidingskaart type DIOA' niet geïnstalleerd zijn! 8 MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

19 Businstallatie MOVIDRIVE MDV/MDSA PROFIBUS (DFPA) Uitvoerige informatie is opgenomen in het PROFIBUS-documentatiepakket, dat u bij Vector kunt bestellen. Dit documentatiepakket bevat, als hulp bij het ontwerp en voor de eenvoudige inbedrijfstelling, de GSD-bestanden en de type-bestanden voor MO- VIDRIVE. Technische gegevens DFP PROFIBUS DP RUN BUS FAULT ON nc ADDRESS! Optie Veldbus-interface PROFIBUS type DFPA Artikelnummer 8 8 Hulpmiddel voor inbedrijfstelling en diagnose Bedieningssoftware MOVITOOLS en programmeerapparaat DBGA Protocolvarianten PROFIBUS-DP volgens EN 7 V / DIN E 9 T Ondersteunde baudrates Aansluiting Busafsluiting Stationsadres GSD-bestand DP-identificatienummer Massa Automatische baudrate-herkenning van 9, kbaud... MBaud 9-polige Sub-D bus Bezetting volgens EN 7 V / DIN 9 T Niet geïntegreerd, moet in de PROFIBUS-steker gerealiseerd worden.... met DIP-schakelaars instelbaar SEW_.GSD hex = 79 dec, kg (. lb) " X PROFIBUS DP. groene LED: RUN. rode LED: BUS FAULT. DIP-schakelaar voor de instelling van het stationsadres. 9-polige Sub-D bus: busaansluiting Stekerbezetting () E Q RxD/TxD-P (B/ B) RxD/TxD-N (A/ A) CNTR-P DGND (MV) VP (PV) DGND (MV) 8 9 () () AXX Afbeelding : bezetting van de 9-polige Sub-D steker volgens EN 7 V () 9-polige Sub-D steker () Signaalleidingen twisten! () Geleidende verbinding tussen stekerbehuizing en afscherming vereist! MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar 9

20 Businstallatie MOVIDRIVE MDV/MDSA PROFIBUS (DFPA) Uitvoerige informatie is opgenomen in het PROFIBUS-documentatiepakket, dat u bij Vector kunt bestellen. Dit documentatiepakket bevat, als hulp bij het ontwerp en voor de eenvoudige inbedrijfstelling, de GSD-bestanden en de type-bestanden voor MO- VIDRIVE. Technische gegevens DFP PROFIBUS FMS / DP..... Optie Veldbus-interface PROFIBUS type DFPA Artikelnummer 8 7 Hulpmiddel voor inbedrijfstelling en diagnose Bedieningssoftware MOVITOOLS en programmeerapparaat DBGA Protocolvarianten Ondersteunde baudrates Aansluiting B usafsluiting Stationsadres Default-busparameter GSD-bestand Massa PROFIBUS-DP volgens EN 7 V / DIN E 9 T PROFIBUS-FMS volgens EN 7 V / DIN E 9 T gecombineerd bedrijf PROFIBUS-DP/FMS (combislave) Automatische baudrate-herkenning van: 9, KBaud 9, KBaud 9,7 KBaud 87, KBaud KBaud KBaud 9-polige Sub-D bus Bezetting volgens EN 7 V / DIN 9 T Kan geactiveerd worden voor kabeltype A (tot kbaud) volgens EN 7 V / DIN E 9 T... met DIP-schakelaars instelbaar Min-T SDR voor FMS/DP- resp. DP-mode met DIP-schakelaars instelbaar SEW_.GSD, kg (, lb). groene LED: RUN. rode LED: BUS FAULT. DIP-schakelaar voor de instelling van het stationsadres en voor de omschakeling gecombineerd bedrijf FMS/DP naar enkel DP-mode.. DIP-schakelaar voor het bij- en afschakelen van de busafsluitweerstand. 9-polige Sub-D bus: busaansluiting Stekerbezetting () E Q RxD/TxD-P (B/ B) RxD/TxD-N (A/ A) CNTR-P DGND (MV) VP (PV) DGND (MV) 8 9 () () Afbeelding : bezetting van de 9-polige Sub-D steker volgens EN 7 V AXX () 9-polige Sub-D steker () Signaalleidingen twisten! () Geleidende verbinding tussen stekerbehuizing en afscherming vereist! MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

21 Businstallatie MOVIDRIVE MDV/MDSA INTERBUS (DFIA) Uitvoerige informatie is opgenomen in het INTERBUS-documentatiepakket, dat u bij Vector kunt bestellen. Technische gegevens DFI INTERBUS-S Module Ident. 7. Optie Veldbus-interface INTERBUS type DFIA Artikelnummer 8 7 Hulpmiddel voor inbedrijfstelling en diagnose Bedieningssoftware MOVITOOLS en programmeerapparaat DBGA Aansluiting Moduul Ident Massa Remote-bus ingang: 9-polige Sub-D steker Remote-bus uitgang: 9-polige Sub-D bus RS-8 overdrachtstechniek, -aderig afgeschermd en paarsgewijs getwiste tweedraadsverbinding. E hex = 7 dec, kg (, lb)..... DIP-schakelaar voor de instelling van de hoeveelheid procesdata. x groene LED: diagnose-leds. x rode LED: diagnose-led. 9-polige Sub-D steker: Remote-bus ingang. 9-polige Sub-D bus: Remote-bus uitgang Stekerbezetting Aanduiding van de aderkleuren overeenkomstig IEC 77. () () GN YE PK GY BN () () 7 /DO DO /DI DI COM E Q /DO DO /DI DI COM 7 9 () () () GN YE PK GY BN AXX Afbeelding 7: bezetting van de 9-polige Sub-D-bus van de aankomende remote-buskabel en van de 9-polige Sub-D-steker van de afgaande remote-buskabel () 9-polige Sub-D bus van de aankomende remote-buskabel () Signaalleidingen twisten! () Geleidende verbinding tussen stekerbehuizing en afscherming vereist! () 9-polige Sub-D-steker van de afgaande remote-buskabel () Pin met pin 9 doorverbinden! MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

22 Businstallatie MOVIDRIVE MDV/MDSA INTERBUS met optische kabel (DFIA) Uitvoerige informatie is opgenomen in het PROFIBUS-documentatiepakket, dat u bij Vector kunt bestellen. Technische gegevens DFI INTERBUS. Optie Veldbus-interface INTERBUS type DFIA (LWL) Artikelnummer 8 9 Hulpmiddel voor inbedrijfstelling en diagnose Ondersteunde baudrates Aansluiting Massa Bedieningssoftware MOVITOOLS, programmeerapparaat DBGA en CMD-Tool kbaud en MBaud, omschakelbaar via DIP-schakelaars Remote-bus ingang: F-SMA-steker Remote-bus uitgang: F-SMA-steker optisch geregelde glasvezel-interface, kg (, lb) DIP-schakelaars voor procesdata-lengte, PCP-lengte en baudrate. diagnose-leds. optische kabel: remote IN. optische kabel: aankomende remote-bus. optische kabel: remote OUT. optische kabel: afgaande remote-bus Aansluitingen Positie Signaal Richting Aderkleur optische kabel optische kabel Remote IN ontvangstdata oranje (OG) aankomende remote-bus zenddata zwart (BK) optische kabel Remote OUT ontvangstdata zwart (BK) afgaande Remote-bus zenddata oranje (OG) MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

23 Businstallatie MOVIDRIVE MDV/MDSA CAN-Bus (DFCA) Uitvoerige informatie is opgenomen in het CAN-Bus-documentatiepakket, dat u bij Vector kunt bestellen. Technische gegevens Optie Veldbus-interface CAN Type DFCA artikelnummer 8 7 X DFC CAN-Bus hulpmiddel voor inbedrijfstelling en diagnose bedieningssoftware MOVITOOLS en programmeerapparaat DBGA ondersteunde baudrates te selecteren met DIP-schakelaars: KBaud KBaud KBaud KBaud aansluiting 9-polige Sub-D steker aansluiting volgens CiA-Standaard -aderige getwiste kabel volgens ISO busafsluiting Adresbereik massa met DIP-schakelaars bij te schakelen (Ω)... te selecteren met DIP-schakelaars:, kg (, lb).... groene LED: TxD. rode LED: RxD. DIP-schakelaar voor de instelling van de procesdatalengte en baudrate. DIP-schakelaar voor de instelling van de basis-id en voor het bij- en afschakelen van de busafsluitweerstand. 9-polige Sub-D steker: busaansluiting Stekerbezetting () () () 7 DGND CAN High CAN Low DGND E Q Afbeelding 8: Aansluiting van de 9-polige Sub-D-bus van de buskabel AXX () 9-polige Sub-D bus () Signaalleidingen twisten! () Geleidende verbinding tussen stekerbehuizing en afscherming vereist! MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

24 Businstallatie MOVIDRIVE MDV/MDSA CANopen (DFOA) Uitvoerige informatie is opgenomen in het CANopen-documentatiepakket, dat u bij Vector kunt bestellen. Technische gegevens DFO CANopen PD() PD() PD() NA() NA() NA() NA() NA() NA() NA() DR() DR() S BUS OFF STATE GUARD COMM.. Optie Veldbus-interface CANopen type DFOA Artikelnummer 8 Hulpmiddel voor inbedrijfstelling en diagnose Ondersteunde baudrates Aansluiting Busafsluiting Adresbereik Massa Bedieningssoftware MOVITOOLS en programmeerapparaat DBGA Te selecteren met DIP-schakelaars: KBaud KBaud KBaud KBaud 9-polige Sub-D steker aansluiting volgens CiA-Standaard -aderige getwiste kabel volgens ISO 898 Met DIP-schakelaars bij te schakelen (Ω)... 7 te selecteren met DIP-schakelaars:, kg (, lb) nc R. S. X CANopen. DIP-schakelaars voor procesdata-lengte, Module-ID en baudrate. Indicatie- en diagnose-led s. DIP-schakelaar voor het bij- en afschakelen van de busafsluitweerstand. 9-polige Sub-D steker: busaansluiting Stekerbezetting () () () 7 DGND CAN High CAN Low DGND E Q Afbeelding 9: aansluiting van de 9-polige Sub-D-bus van de buskabel AXX () 9-polige Sub-D bus () Signaalleidingen twisten! () Geleidende verbinding tussen stekerbehuizing en afscherming vereist! MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

25 Businstallatie MOVIDRIVE MDV/MDSA DeviceNet (DFDA) Uitvoerige informatie is opgenomen in het DeviceNet-documentatiepakket, dat u bij Vector kunt bestellen. Technische gegevens DFD DEVICE-NET NA() NA() NA() NA() NA() NA() DR() DR() Mod/ Net PIO BIO BUS- OFF S S.. Optie Veldbus-interface DeviceNet type DFDA Artikelnummer Hulpmiddel voor inbedrijfstelling en diagnose Ondersteunde baudrates Aansluiting Toegestane leidingdoorsnede Busafsluiting Instelbaar adresbereik (MAC-ID) Massa Bedieningssoftware MOVITOOLS en programmeerapparaat DBGA Te selecteren met DIP-schakelaars: KBaud KBaud KBaud -polige Phoenix-klem aansluiting volgens DeviceNet-specificatie (volume I, Appendix B) Overeenkomstig DeviceNet specificatie Toepassing van busstekers met geïntegreerde busafsluitweerstand (Ω) aan het begin en aan het einde van een bussegment.... te selecteren met DIP-schakelaar:, kg (, lb) X.. LED-indicatie. DIP-schakelaar voor het instellen van het knooppuntadres (MAC-ID) en de baudrate. -polige Phoenix-klem: busaansluiting Klemmenbezetting De bezetting van de aansluitklemmen is in de DeviceNet-specificatie volume, Appendix A beschreven. Klem Betekenis Kleur X: V- (V) zwart (BK) X: CAN_L blauw (BU) X: DRAIN blank X: CAN_H wit (WH) X: V+ (+ V) rood (RD) MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

26 Businstallatie MOVIDRIVE MDV/MDSA Systeembus (SBus) MDV/MDS Uitvoerige informatie is opgenomen in het handboek 'Systeembus (SBus)', dat u bij Vector kunt bestellen. Met de systeembus (SBus) kunnen max. CAN-bus-deelnemers met elkaar verbonden worden. De SBus ondersteunt de overdrachtstechniek overeenkomstig ISO 898. Aansluitschema SBus Systeembus Afsluitweerstand Systeembus V Systeembus High Systeembus Low X: REF AI AI AGND REF X: DGND SC SC S S ON OFF Systeembus Afsluitweerstand Systeembus V Systeembus High Systeembus Low X: REF AI AI AGND REF X: DGND SC SC S S ON OFF Besturingskop Besturingskop Besturingskop Systeembus Afsluitweerstand Systeembus V Systeembus High Systeembus Low X: REF AI AI AGND REF X: DGND SC SC S S ON OFF Afbeelding : systeembus-verbinding MOVIDRIVE MD_A BNL Kabelspecificatie Gebruik een tweeaderige, getwiste en afgeschermde koperen kabel (datacommunicatiekabel met afscherming van koperen litze). De kabel moet aan de volgende specificaties voldoen: aderdoorsnede,7 mm (AWG 8) leidingweerstand Ω bij MHz leidingcapaciteit pf/m ( pf/ft) bei khz Geschikt zijn bijvoorbeeld kabels voor CAN-Bus- of DeviceNet. Afscherming aarden De afscherming moet aan beide zijden met groot contactoppervlak aan de elektronica-schermklem van de regelaar of van de masterbesturing aangesloten worden; de einden van de afscherming moeten bovendien met DGND worden verbonden. Kabellengte De toegestane totale kabellengte is afhankelijk van de ingestelde SBus-baudrate (P8): kbaud m ( ft) kbaud m (8 ft) kbaud 8 m ( ft) kbaud m ( ft) Afsluitweerstand Schakel aan het begin en aan het einde van de systeembusverbinding altijd de Systeembus-afsluitweerstand bij (S = ON). Bij de andere regelaars de afsluitweerstand afschakelen (S = OFF). Tussen de regelaars, die met de SBus worden verbonden, mag geen potentiaalverschil optreden. Vermijd potentiaalverschil door passende maatregelen, bijvoorbeeld door de massa van de regelaars met een aparte leiding te verbinden. MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

27 MOVIDRIVE compact MCV/MCS_A. MOVIDRIVE compact MCV/MCS_A SBus = + - V REF AI REF AI SC AI SC X: AGND DIØØ DIØ DIØ DIØ DIØ DIØ DCOM VO DGND DOØ-C DOØ DOØ-NO DBØØ DOØ-NC DGND VI V - V MOVIDRIVE compact systeembus High TF-/TH-ingang systeembus Low V voor analoge signalen /regelaarblokkering rechts wikkelen links wikkelen vrijgave/snelstop reset geen functie V X:DIØØ...DIØ +V-uitgang V-potentiaal binaire signalen relaiscontact /storing bedrijfsgereed maakcontact /storing /rem verbreekcontact /storing V-potentiaal binaire signalen +V-ingang RUN BUS FAULT 9 9 X: (MCV/MCS) ingang externe encoder, incrementele encoder V TTL, of X-X-verbinding (aansluiting Technische handleiding MOVIDRIVE compact MCV/MCS) X: (MCV/MCS) motor-encoder: incrementele encoder (MCV) of resolver (MCS) (aansluiting Technische handleiding MOVIDRIVE compact MCV/MCS) 9 X ENCODER I/O PROFIBUS DP X 9 9 X ENCODER IN REF REF SC SC DIØØ DIØ DIØ DCOM DGND DOØ DBØØ DGND AI AI AI AGND 7 8 DIØ 9 DIØ DIØ VO DOØ-C 7 8 DOØ-NO 9 DOØ-NC VI P R O F I PROCESS FIELD BUS B U S 9 X: (MCV/MCSA) PROFIBUS-DP -aansluiting ( aansluiting Technische handleiding MOVIDRIVE compact MCV/MCS) MCVA X Afbeelding : aansluitschema MOVIDRIVE compact MCV/MCS_A Stekerbezetting PROFIBUS-DP 9ANL Let op de aanwijzingen in de technische handleiding MOVIDRIVE compact MC_A. () () RxD/TxD-P (B/ B) RxD/TxD-N (A/ A) 8 CNTR-P DGND (MV) VP (PV) DGND (MV) 9 () 9AXX Afbeelding : bezetting van de 9-polige Sub-D steker volgens EN 7 V () X: 9-polige Sub-D steker () Signaalleidingen twisten! () Geleidende verbinding tussen stekerbehuizing en afscherming vereist! MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar 7

28 MOVIDRIVE compact MCV/MCS_A Systeembus (SBus) MCV/MCS Uitvoerige informatie is opgenomen in het handboek 'Systeembus (SBus)', dat u bij Vector kunt bestellen. Met de systeembus (SBus) kunnen max. CAN-bus-deelnemers met elkaar verbonden worden. De SBus ondersteunt de overdrachtstechniek overeenkomstig ISO 898. Aansluitschema SBus Besturingskop Besturingskop Besturingskop Systeembus High Systeembus Low X: X: X: SC Systeembus High SC Systeembus High SC SC 7 Systeembus Low SC 7 Systeembus Low SC 7 Common DGND 7 Common DGND 7 Common DGND 7 Systeembus ON OFF Systeembus ON OFF Systeembus ON OFF Afsluitweerstand S S Afsluitweerstand S S Afsluitweerstand S S Afbeelding : systeembus-verbinding MOVIDRIVE compact ANL Kabelspecificatie Gebruik een tweeaderige, getwiste en afgeschermde koperen kabel (datacommunicatiekabel met afscherming van koperen litze). De kabel moet aan de volgende specificaties voldoen: aderdoorsnede,7 mm (AWG 8) leidingweerstand Ω bij MHz leidingcapaciteit pf/m ( pf/ft) bei khz Geschikt zijn bijvoorbeeld kabels voor CAN-Bus- of DeviceNet. Afscherming aarden De afscherming moet aan beide zijden met groot contactoppervlak aan de elektronica-schermklem van de regelaar of van de masterbesturing aangesloten worden; de einden van de afscherming moeten bovendien met DGND worden verbonden. Kabellengte De toegestane totale kabellengte is afhankelijk van de ingestelde SBus-baudrate (P8): kbaud m ( ft) kbaud m (8 ft) kbaud 8 m ( ft) kbaud m ( ft) Afsluitweerstand Schakel aan het begin en aan het einde van de systeembusverbinding altijd de systeembus-afsluitweerstand bij (S = ON). Bij de andere regelaars de afsluitweerstand afschakelen (S = OFF). Tussen de regelaars, die met de SBus worden verbonden, mag geen potentiaalverschil optreden. Vermijd potentiaalverschil door passende maatregelen, bijvoorbeeld door de massa van de regelaars met een aparte leiding te verbinden. 8 MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

29 Algemeen I Inbedrijfstelling. Algemeen Voorwaarde voor een succesvolle inbedrijfstelling is het juiste ontwerp en foutloze installatie. Uitvoerige aanwijzingen voor de configuratie kunt u vinden in de systeemhandboeken MOVIDRIVE MD_A en MOVIDRIVE compact. Deze systeemhandboeken vormen bestanddeel van de documentatiepakketten MOVIDRIVE MD_A en MO- VIDRIVE compact, die u bij SEW kunt bestellen. Controleer de installatie, ook de aansluiting van de encoder, aan de hand van de installatievoorschriften in de technische handleiding van de MOVIDRIVE en in dit handboek ( hoofdstuk Installatie).. Voorbereiding Neem voor de inbedrijfstelling de volgende stappen: Verbind de regelaar via de seriële interface (RS-, USSA op PC-COM) met de pc. Installeer de SEW-software MOVITOOLS (versie. en hoger). Stel de regelaar met 'MOVITOOLS/Shell' in bedrijf. Afbeelding : regelaar in bedrijf stellen 98AEN Stel de volgende bedrijfssoorten in: Regelaar MOVIDRIVE MDVA of MOVIDRIVE compact MCV_A MOVIDRIVE MDSA of MOVIDRIVE compact MCS_A Motortype DR/DT/DV/D CT/CV DS/DY CFC CFC SERVO ''-signaal op klem DIØØ '/CONTROLLER INHIBIT/'. MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar 9

30 I Programma 'Baanspanningswikkelaar' starten. Programma 'Baanspanningswikkelaar' starten Algemeen Start MOVITOOLS/Shell'. Start 'Startup/Central winder'. Afbeelding : programma 'Baanspanningswikkelaar' starten 88AEN Eerste inbedrijfstelling Wordt de 'Baanspanningswikkelaar' voor het eerst gestart, dan verschijnen direct de vensters voor de inbedrijfstelling. MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

31 Programma 'Baanspanningswikkelaar' starten I Setpoints Afbeelding : setpoints instellen 88AEN Control source and setpoint source Control source and setpoint source: bij busaansturing wordt automatisch 'Fieldbus' resp. 'SBUS' ingesteld. Bij aansturing via klemmen wordt automatisch 'Terminals' en 'BIPOL./Fixed setpoint' ingesteld. De instelling kan hier niet gewijzigd worden. Speed Jogmode Voer het motortoerental voor tipbedrijf in. MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

32 I Programma 'Baanspanningswikkelaar' starten Veldbusparameter en procesgegevensbepaling Afbeelding 7: veldbusparameter en procesgegevensbepaling 887AEN Uitsluitend bij aansturing via veldbus/systeembus: Stel de veldbusparameters in. Niet verstelbare parameters zijn geblokkeerd. Stel de waarde in van procesingangsdatawoord PI. U kunt naar keuze de volgende waarde instellen: actuele diameter [mm] actuele baansnelheid [m/min] actuele baanlengte [m] MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

33 Programma 'Baanspanningswikkelaar' starten I Parameters voor het berekenen van de diameter Afbeelding 8: parameters voor het berekenen van de diameter instellen 889AEN Diameter deduction-rolls master: voer de diameter van de trekwals in. Indien u een baansnelheidsmeter gebruikt, voer dan de diameter van het meetwiel resp. van de geleiderol in waaraan de baansnelheidsmeter is gemonteerd. Transmission ratio master: voer de totale overbrengingsverhouding in (reductor open overbrenging) tussen motoras en trekwals. Indien u een baansnelheidsmeter gebruikt, voert u de totale overbrengingsverhouding in tussen baansnelheid en meetwiel resp. geleiderol. Transmission ratio winder: voer de totale overbrengingsverhouding in (reductor open overbrenging) tussen motoras en wikkelrol. Resolution master: voer de waarde die op het typeplaatje van de motor-encoder voor het oplossend vermogen wordt vermeld resp. het oplossend vermogen van de baansnelheidsmeter op. Let er op dat parameter P9 'scale encoder' = is ingesteld. 'Diameter winder case [mm]' en 'Max. diameter winder [mm]': u kunt kiezen of u voor,, of combinaties de minimale en maximale diameter invoert. Op deze manier kunt u tot vier verschillende wikkelproducten gebruiken, zonder het programma opnieuw te hoeven parametreren. De diameterwaarden van de volgende wikkelset dienen gelijk of groter te zijn aan die van de voorafgaande. Via een van de twee binaire ingangen kunt u één van de vier gegevenssets kiezen. MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

34 I Programma 'Baanspanningswikkelaar' starten Parameters voor het berekenen van koppels Afbeelding 9: parameters voor het berekenen van koppels 89AEN Maximum speed: voer de voor uw toepassing maximaal toelaatbare baansnelheid [m/min] in. Minimum tensile force: voer de kleinst mogelijke baankracht [N] in. Maximum tensile force: voer de grootste toelaatbare baankracht [N] in. Frictioncompensation: tijdens het in bedrijf nemen worden onder het item 'Read in friction table' de wrijvingsverliezen van de mechanische componenten bepaald. De gegevens worden in een tabel opgeslagen en worden toegepast als afhankelijke van het motortoerental. Bij een opgave van % vindt geen compensatie van wrijvingsverliezen plaats, bij hogerere wikkeltoerentallen wijkt de baanspanning af van het setpoint. Bij een opgave van % wordt de wrijving volledig gecompenseerd. Nominale motorstroom, nominaal motorkoppel en maximum toerental van de toerenregelaar worden bij de inbedrijfname automatisch ingesteld en kunnen hier niet veranderd worden. MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

35 Programma 'Baanspanningswikkelaar' starten I Het instellen van de wikkelkarakteristiek Alleen te gebruiken indien Dmax -Dmin mm. Afbeelding : het instellen van de wikkelkarakteristiek 89AEN Bij veel materialen dient bij toenemende wikkeldiameter de trekkracht gereduceerd te worden. U kunt deze wikkelkarakteristiek op twee manieren instellen:. Formule: met een hyperboolfunctie kunt u de wikkelkarakteristiek instellen.. Importeren: u bent volkomen vrij om tabelwaarden voor de wikkelkarakteristiek te importeren. Het resultaat van de hyperboolfunctie resp. de tabelwaarde wordt grafisch weergegeven. Wijzigingen opslaan U wordt verzocht de ingevoerde gegevens op te slaan. Afbeelding : wijzigingen opslaan AEN MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

36 I Programma 'Baanspanningswikkelaar' starten Download Druk op 'Download'; automatisch worden alle noodzakelijke instellingen in de regelaar doorgevoerd en het IPOS-programma 'Baanspanningswikkelaar' gestart. Afbeelding : download-venster 89AEN Omschakelen naar de monitor Na het downloaden wordt u gevraagd of u naar de monitor wilt omschakelen. Afbeelding : monitor Ja/Nee 89AEN Met 'Ja' schakelt u om naar de monitor en kunt u daar in de gewenste bedrijfssoort starten. Met 'Nee' komt u in MOVITOOLS/Shell. MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

37 Programma 'Baanspanningswikkelaar' starten I Monitor Wordt de 'Baanspanningswikkelaar' na een eerste inbedrijfstelling opnieuw gestart, dan vindt weergave plaats in de monitor-mode. Bij bedrijf zonder bus wordt alleen de status weergegeven. Bij bedrijf met een veldbus/systeembus kunt u kiezen of de status, de veldbusprocesgegevens of de veldbusprocesgegevens weergegeven worden. Status Afbeelding : monitor 'Baanspanningswikkelaar' status-weergave 89AEN Hernieuwde inbedrijfstelling Druk op 'Commissioning', als u een hernieuwde inbedrijfstelling wilt doorvoeren. De inbedrijfstellingsvensters verschijnen ( Initial startup). MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar 7

38 I Programma 'Baanspanningswikkelaar' starten Bedrijf met veldbus/systeembus Bij bedrijf met veldbus/systeembus kunt u behalve de statusweergave ook de veldbusprocesgevens laten weergeven. Veldbusprocesgegevens Uitsluitend bij bedrijf met veldbus/systeembus: Afbeelding : monitor 'Baanspanningswikkelaar', veldbusprocesgegevens 89AEN 8 MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

39 Programma 'Baanspanningswikkelaar' starten I Veldbusprocesgegevens Uitsluitend bij bedrijf met veldbus/systeembus: Afbeelding : monitor 'Baanspanningswikkelaar', veldbusprocesgegevens 89AEN MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar 9

40 I Programma 'Baanspanningswikkelaar' starten Aansturing vanuit de monitor In de weergave 'Veldbusprocesgegevens ' kunt u naast een puur monitorbedrijf ook een aansturing simuleren. ''-signaal op klem DIØØ '/CONTROLLER INHIBIT/'. Activeer daartoe boven 'PO: Control word' het item 'control'. U kunt nu de afzonderlijke bits van het Control word (PO) activeren en deactiveren en waarden voor de proces-uitgangsdatawoorden PO (= setpoint baanspanning) en PO (= te wikkelen baanlengte) invoeren. Druk op 'Send PO', om de besturingswoorden naar de regelaar te verzenden. Afbeelding 7: besturing simuleren 897AEN De regelaar voert nu overeenkomstig deze invoer het bewegingscommando uit. U kunt alleen met DIØØ '/CONTROLLER INHIBIT' = '' van 'besturing' naar 'monitor' omschakelen. Om het programma 'Baanspanningswikkelaar' te beëindigen, moet de 'monitor' actief zijn. MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

41 Parameters I. Parameters Door de inbedrijfstelling worden de volgende parameters automatisch ingesteld: Parameternummer Parameters Instelling P setpoint source BIPOL./FIX.SETPT., FIELDBUS or SBUS P control word source TERMINALS, FIELDBUS or SBUS P stop ramp s P7 emergency ramp s P binary input DIØ IPOS-input P binary input DIØ IPOS-input P binary input DIØ enable/stop P binary input DIØ error reset P binary input DIØ IPOS-input P...P7 binary input DIØ...DI7 IPOS-input P89 fieldbus timeout-delay P8 SBus timeout-delay. s P8 response fieldbus timeout no response display error imm.stop/fault emerg. stop/fault rapid stop/fault imm stop/warning emerg. stop/warning rapid stop/warning P87 setpoint description PO control word P87 setpoint description PO IPOS PO-DATA P87 setpoint description PO IPOS PO-DATA P87 actual value description PI status wort P87 actual value description PI IPOS PI-DATA P87 actual value description PI IPOS PI-DATA P87 PO data enable On P start-stop-speed /min P minimum speed /min P maximum speed... /min P7 brake function On Deze parameters mogen na de inbedrijfstelling niet meer veranderd worden! MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

42 I Aandrijving starten. Aandrijving starten Schakel na het downloaden met 'Ja' om naar de monitor van de 'Baanspanningswikkelaar'. Met de klemmen DIØ en DI bij aansturing via de klemmen resp. de bits 8 en 9 van 'PO: Control word' bij bussturing kunt u de bedrijfssoort kiezen. Let op de volgende aanwijzingen om de aandrijving te kunnen starten. Dit geldt voor alle bedrijfssoorten: De binaire ingangen DIØØ '/CONTROLLER INHIBIT/' EN DIØ 'ENABLE/RAPID STOP' dienen een ''-signaal te krijgen. Alleen bij aansturing via veldbus/systeembus: Zet het besturingsbit PO: 'CON- TROLLER INHIBIT/ENABLE' = '' en de besturingsbits PO: 'ENABLE/RAPID STOP'en PO: 'ENABLE/STOP' = ''. Soorten bedrijf Klem (bij busbedrijf virtuele klem in het besturingswoord PO) Soort bedrijf DIØ (PO:8) DI (PO:9) Tipbedrijf '' '' Leergang, wrijvingskromme bepalen '' '' Automatisch bedrijf, constant koppel '' '' Automatisch bedrijf, constante baanspanning '' '' Tipbedrijf: draairichting gezien naar de A-zijde van de motor: DIØ = '': De aandrijving wikkelt met de wijzers van de klok mee (= rechts wikkelen). DIØ = '': De aandrijving wikkelt tegen de wijzers van de klok in (= links wikkelen). Het toerental voor tipbedrijf wordt bij de inbedrijfname vast ingesteld. Tijdens tipbedrijf staat altijd het maximaal mogelijke koppel (= % I nom ) ter beschikking. Let er met betrekking tot de draairichting op of u een - of een -traps-reductor gebruikt. Leergang, wrijvingskromme bepalen: Met DIØ = '' start u de leergang. Tijdens de leergang bepaalt de aandrijving zelfstandig de toerentalafhankelijke wrijvingswaarden van de reductor en van de mechanische componenten. De leergang wordt altijd uitgevoerd in de draairichting 'rechts wikkelen'. Automatisch bedrijf, constant koppel: DIØ = '': Start automatisch bedrijf, rechts wikkelen. DIØ = '': Start automatisch bedrijf, links wikkelen. Onafhankelijk van de momentele diameter wordt het koppel constant gehouden. De baanspanning vermindert daarom omgekeerd evenredig met de wikkeldiameter. Automatisch bedrijf, constante baanspanning: DIØ = '': Start automatisch bedrijf, rechts wikkelen. DIØ = '': Start automatisch bedrijf, links wikkelen. Het koppel wordt aangepast naar de wikkeldiameter, de wrijvingswaarden en de wikkelkarakteristiek. Daardoor wordt de baanspanning, dus de trekkracht in het materiaal constant gehouden. MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

43 Tipbedrijf I. Tipbedrijf DIØ (PO:8) = '' en DI (PO:9) = '' DIØ = '' = rechts wikkelen (CW) en DIØ = '' = links wikkelen (CCW). CW CCW Afbeelding 8: rechts wikkelen (CW) en links wikkelen (CCW) 88AXX Het toerental is door de inbedrijfstelling vast ingesteld. Tijdens tipbedrijf staat altijd het maximaal mogelijke koppel (= % I nom ) ter beschikking. Afbeelding 9: tipbedrijf 9AEN MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

44 I Leergang, wrijvingskromme bepalen.7 Leergang, wrijvingskromme bepalen Let op: de aandrijving draait tijdens de leergang zelfstandig op verschillende toerentallen. Koppel daarom het lastwerktuig af, zodat alleen de motor en de reductor draaien. DIØ (PO:8) = '' en DI (PO:9) = '' DIØ = '' start de leergang. De aandrijving bepaalt zelfstandig alle toerentalafhankelijke wrijvingswaarden. Afbeelding : leergang 9AEN MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

45 Automatisch bedrijf, constant koppel I.8 Automatisch bedrijf, constant koppel DIØ (PO:8) = '' en DI (PO:9) = '' DIØ = '' = start automatisch bedrijf, rechts wikkelen. DIØ = '' = start automatisch bedrijf, links wikkelen. Onafhankelijk van de momentele diameter wordt het koppel constant gehouden. De baanspanning vermindert daarom omgekeerd evenredig met de wikkeldiameter. Voor dit soort bedrijf wordt de wikkeldiameter niet bepaald. Afbeelding : utomatisch bedrijf, constant koppel 9AEN MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

46 I Automatisch bedrijf, constante baanspanning.9 Automatisch bedrijf, constante baanspanning DIØ (PO:8) = '' en DI (PO:9) = '' DIØ = '' = start automatisch bedrijf, rechts wikkelen. DIØ = '' = start automatisch bedrijf, links wikkelen. Het koppel wordt aangepast aan de wikkeldiameter, de wrijvingswaarden en de wikkelkarakteristiek. Daardoor wordt de baanspanning, dus de trekkracht in het materiaal constant gehouden. Voor dit soort bedrijf wordt de wikkelkarakteristiek benut. Afbeelding : automatisch bedrijf, constante baanspanning 97AEN MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

47 Stapdiagrammen Bedrijf en service. Stapdiagrammen Voor de stapdiagrammen gelden de volgende voorwaarden: inbedrijfstelling juist uitgevoerd DIØØ '/CONTROLLER INHIBIT' = '' (geen blokkering) DIØ 'ENABLE/RAPID STOP' = '' Bij aansturing via een veldbus/systeembus dient u in het stuurwoord PO de volgende bits in te stellen: PO: = '' (CONTROLLER INHIBITI/ENABLE) PO: = '' (ENABLE/RAPID STOP) PO: = '' (ENABLE/STOP) Tipbedrijf DIØØ DIØ DIØ DI DIØ DIØ n [/min] n -n () () DBØØ Afbeelding : stapdiagram tipbedrijf 98AXX DIØØ = /regelaarblokkering () = start tipbedrijf, rechts wikkelen. DIØ = vrijgave/snelstop () = start tipbedrijf, links wikkelen. DIØ = mode-selectie DI = mode-selectie DIØ = rechts wikkelen n = vast toerental voor tipbedrijf wordt tijdens de DIØ = links wikkelen inbedrijfname ingesteld DBØØ = /rem MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar 7

48 Stapdiagrammen Leergang, wrijvingskromme bepalen Let op: de aandrijving draait zelfstandig op verschillende toerentallen. DIØØ DIØ DIØ DI DIØ DIØ n [/min] () () DBØØ Afbeelding : stapdiagram referentie-mode 99AXX DIØØ = /regelaarblokkering () = start leergang DIØ = vrijgave/snelstop () = einde leergang DIØ = mode-selectie DI = mode-selectie DIØ = rechts wikkelen DIØ = links wikkelen DBØØ = /rem 8 MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

49 Stapdiagrammen Automatisch bedrijf, constant koppel: DIØØ DIØ DIØ DI DIØ DIØ n [/min] T () () F d DBØØ Afbeelding : stapdiagram Automatisch bedrijf, constant koppel 9AXX DIØØ = /regelaarblokkering () = start rechts wikkelen = afwikkelen DIØ = vrijgave/snelstop () = start links wikkelen = opwikkelen DIØ = mode-selectie T = gedrag van het koppel DI = mode-selectie F = gedrag van de baanspanning DIØ = rechts wikkelen d = wikkeldiameter DIØ = links wikkelen DBØØ = /rem = afwikkelen = opwikkelen MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar 9

50 Stapdiagrammen Automatisch bedrijf, constante baanspanning DIØØ DIØ DIØ DI DIØ DIØ n [/min] T () () F d DBØØ 9AXX Afbeelding : stapdiagram automatisch bedrijf, constante baanspanning DIØØ = /regelaarblokkering () = start rechts wikkelen = afwikkelen DIØ = vrijgave/snelstop () = start links wikkelen = opwikkelen DIØ = mode-selectie T = gedrag van het koppel DI = mode-selectie F = gedrag van de baanspanning DIØ = rechts wikkelen d = wikkeldiameter DIØ = links wikkelen DBØØ = /rem = afwikkelen = opwikkelen MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

51 Storingsinformatie. Storingsinformatie Het foutengeheugen (P8) bewaart de laatste vijf foutmeldingen (fouten t-...t-). De telkens oudste foutmelding wordt bij meer dan vijf opgetreden fouten gewist. Op het tijdstip van de storing wordt de volgende informatie bewaard: opgetreden fout status van de binaire in-/en uitgangen bedrijfssituatie van de regelaar status van de regelaar temperatuur van het koellichaam toerental uitgangsstroom effectieve stroom belasting van het apparaat tussenkringspanning uren van inschakeling vrijgave-uren parameterset motorbelasting. Afhankelijk van de aard van de storing zijn er drie afschakelreacties; de regelaar blijft in storingssituatie geblokkeerd: Directe uitschakeling De regelaar kan de aandrijving niet meer afremmen; de eindtrap wordt in geval van storing hoogohmig en de rem valt direct in (DBØØ '/rem' = ''). Snelstop: Het afremmen van de aandrijving verloopt via de stop-integrator t/t. Bij het bereiken van het stop-toerental valt de rem in (DBØØ '/rem' = ''). De eindtrap wordt na afloop van de invaltijd van de rem (P7 /P7) hoogohmig. Noodstop: Het afremmen van de aandrijving verloopt via de noodstop-integrator t/t. Bij het bereiken van het stop-toerental valt de rem in (DBØØ '/rem' = ''). De eindtrap wordt na afloop van de invaltijd van de rem (P7 /P7) hoogohmig. Reset Een foutmelding kan weggewerkt worden door: Het uitschakelen en opnieuw inschakelen van de netvoeding. Advies: voor de net-magneetschakelaar K een minimum uitschakeltijd van s aanhouden. Reset via de binaire ingang DIØ. Door de inbedrijfstelling van de 'Baanspanningsregelaar' wordt deze binaire ingang met de functie 'Reset' geprogrammeerd. Alleen bij aansturing via veldbus/systeembus: '' ' ''-signaal aan bit PO: in het stuurwoord PO. In de manager MOVITOOLS de reset-knop bedienen. Afbeelding 7: reset met MOVITOOLS 77AEN Handmatige reset in MOVITOOLS/Shell (P8= 'JA' of [Parameter] / [Manuel Reset]). Handmatige reset met DBGA (door het bedienen van toets <E> in geval van storing belandt men direct bij parameter P8). Time-out actief Wordt de regelaar via een communicatie-interface (veldbus, RS-8, of SBus) aangestuurd en werd de netvoeding uit- en weer ingeschakeld of een fout-reset uitgevoerd, dan blijft de vrijgave zo lang inactief, tot de regelaar via de met time-out bewaakte communicatie weer geldige data ontvangt. MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

52 Foutmeldingen. Foutmeldingen Weergave De fout- resp. waarschuwingscode wordt in BCD-gecodeerde vorm weergegeven, waarbij het volgende indicatiepatroon wordt aangehouden: knippert, ca. s indicatie uit, ca., s tientallen, ca. s indicatie uit, ca., s eenheden, ca. s indicatie uit, ca., s 8AXX Na reset of als de fout- resp. waarschuwingscode weer de waarde '' aanneemt, schakelt de indicatie over naar bedrijfsweergave. Foutenlijst De volgende tabel is een selectie uit de complete foutenlijst ( Technische handleiding MOVIDRIVE MD_A). Alleen de fouten worden opgevoerd, die speciaal bij deze applicatie kunnen optreden. Een punt in de kolom 'P' betekent, dat de reactie programmeerbaar is (P8_foutresponse). In de kolom 'Reactie' is de fabrieksinstelling van de foutresponse vermeld. Foutcode Benaming Reactie P Mogelijke oorzaak Maatregel geen fout - 7 U Z -overspanning directe uitschakeling IPOS-ILLOP noodstop tussenkringspanning te hoog onjuist commando bij de IPOS-programma-uitvoering herkend onjuiste voorwaarden bij de programma-uitvoering deceleratie-integratoren verlengen kabel naar remweerstand controleren technische gegevens van de remweerstand controleren controleer inhoud programmageheugen en indien nodig corrigeren het juiste programma in het geheugen laden controleer afloopvolgorde programma ( IPOS-handboek) MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

53 Foutmeldingen Foutcode encoder 8 99 Benaming Reactie P Mogelijke oorzaak Maatregel veldbus timeout communicatieroutine van de master controleren veldbus time-out-tijd (P89) verlengen/bewaking uitschakelen TF-uitschakeling optie ontbreekt fout IPOS integrator berekening directe uitschakeling snelstop geen reactie directe uitschakeling directe uitschakeling encoderkabel of afscherming niet correct aangesloten kortsluiting/draadbreuk in de encoderkabel encoder defect Er heeft binnen de geprojecteerde aanspreekbewaking geen communicatie tussen master en slave plaatsgevonden. motor te heet, TF is aangesproken TF van de motor niet, of niet correct aangesloten verbinding tussen MOVIDRIVE en de TF in de motor onderbroken doorverbinding tussen X: en X: ontbreekt bij MDS: verbinding X:9-X: ontbreekt. type optiekaart niet toegestaan keuze setpoint, wijze van aansturing of bedrijfssoort voor deze optiekaart niet toegestaan verkeerd encodertype voor DIPA ingesteld alleen in bedrijfssoort IPOS: Bij een sinusvormige of qudratische positioneringshelling van de integrator wordt geprobeerd bij vrijgegeven regelaar integratortijden en transportsnelheden te wijzigen. encoderkabel en afscherming op juiste aansluiting, kortsluiting en draadbreuk controleren motor laten afkoelen en fout resetten aansluitingen/kabel tussen MOVIDRIVE en TF controleren als geen TF aangesloten wordt: doorverbinding tussen X: en X:; bij MDS: doorverbinding X:9 met X: P8 op 'No response' zetten juiste optiekaart aanbrengen juiste keuze setpoint instellen (P) juiste wijze van aansturen instellen (P) juiste bedrijfssoort (P7 resp. P7) instellen goede encodertype instellen Het IPOS-programma wijzigen, zodat integratortijden en transportsnelheden alleen gewijzigd worden in geblokkeerde toestand van de regelaar. MOVIDRIVE MD_A, baanspanningswikkelaar

54 /

55 /

56 SEW-EURODRIVE GmbH & Co KG P.O. Box D-7 Bruchsal/Germany Phone Fax sew@sew-eurodrive.com