Veldbusinterface PROFIBUS DP-V1 UFP11A

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Veldbusinterface PROFIBUS DP-V1 UFP11A"

Transcriptie

1 Veldbusinterface PROFIBUS DP-V1 UFP11A Uitgave 02/2004 Handboek / NL

2

3 Inhoud Inhoud 1 Systeemoverzicht Opbouw van het apparaat Vooraanzicht Installatie en werking zonder PC Installatievoorschriften Regelaarparameters instellen Autosetup Configuratie van de veldbus-master Regelaar starten Installatie en werking met pc Installatievoorschriften Regelaarparameters instellen Inbedrijfstellingssoftware Regelaar starten PROFIBUS-interface Inbedrijfstelling van de PROFIBUS-DP-master Configuratie van de PROFIBUS-DP-interface Identificatienummer Besturing van de regelaar DP-V1-functies Inleiding tot PROFIBUS-DP-V Eigenschappen van de SEW-applicatieregelaar Structuur van het DP-V1-parameterkanaal Configuratie van een C1-master Appendix Foutreacties Time-out van veldbus Time-out van de SBus Fouten in het apparaat LED s RUN BUS-FAULT SYS-FAULT USER DIP-switches Instelling van het stationsadres Werken met de bedieningssoftware Appendix Foutenlijst Technische gegevens Maatschets Index...64 Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A 3

4 1 Systeemoverzicht Handboek 1 Systeemoverzicht De veldbusinterface UFP11A PROFIBUS-DP-V1 dient voor de verbinding van regelaars met PROFIBUS-DP-V1. Daarbij kunnen verschillende regelaars via de Sbus op de PROFIBUS-DP-V1-interface UFP11A worden aangesloten. De PROFIBUS-interface UFP11A vormt de verbinding tussen PROFIBUS-DP-V1 en Sbus. C1-Master C2-Master C2-Master PROFIBUS DP-V1 UFP MOVITRAC 07 Afbeelding 1: systeemoverzicht DP-V1-master UFP regelaar 53453AXX 4 Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A

5 Opbouw van het apparaat Vooraanzicht 2 2 Opbouw van het apparaat 2.1 Vooraanzicht Afbeelding 2: indeling van LED s, stekers en DIP-switches 04888AXX X1 X2 X3 S1 RUN BUS-F SYS-F USER SBus en 24 V-aansluiting diagnose-interface PROFIBUS DIP-switches operationele status busfout systeemfout configuratie met de pc Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A 5

6 3 Installatie en werking zonder PC Installatievoorschriften 3 Installatie en werking zonder PC 3.1 Installatievoorschriften Montage Stekerbezetting Het apparaat kan direct in de schakelkast worden gemonteerd met de reeds voorgemonteerde draagrailbevestiging of door gebruik te maken van de vier geïntegreerde bevestigingsgaten in de achterwand van de behuizing. De ruimtelijke indeling ten opzichte van de aan te sluiten apparatuur (bijv. MOVITRAC 07) is in principe vrij. Wel moet rekening worden gehouden met de maximale kabellengte en het feit dat de gateway aan het einde of aan het begin van de systeembus (Sbus) moet zijn geïnstalleerd. Het verdient aanbeveling om hiermee rekening te houden bij de indeling. Als er een draagrailbevestiging wordt toegepast in combinatie met SBus-leidinglengten van meer dan 1 m, moet een extra hoogfrequente aarding voor de UFP worden aangebracht. De aansluiting van de veldbusinterface UFP11A op het PROFIBUS-netwerk vindt plaats met een 9-polige sub-d-connector volgens EN De T-Bus-verbinding moet met de overeenkomstig uitgevoerde steker worden gerealiseerd. [2] [1] RxD/TxD-P (B/ B) RxD/TxD-N (A/ A) CNTR-P DGND (M5V) VP (P5V) DGND (M5V) [3] Afbeelding 3: bezetting van de 9-polige sub-d-connector X3 volgens EN ([1] = 9-polige sub-d-connector; [2] = getwiste signaalleidingen; [3] = geleidende verbinding tussen stekerbehuizing en afscherming 01222DXX Veldbussteker De koppeling van de veldbusinterface met het PROFIBUS-systeem vindt in de regel plaats via een getwiste, afgeschermde twee-aderige kabel. De afscherming van de PROFIBUS-kabel moet aan beide zijden, bijvoorbeeld op de stekerbehuizing, geaard zijn. Let bij de selectie van de bussteker op de maximaal ondersteunde overdrachtssnelheid. De twee-aderige kabel wordt via pin 8 (A/A) en pin 3 (B/B) op de PROFIBUS-steker aangesloten. De communicatie vindt plaats via deze beide contacten. De RS-485-signalen A/A en B/B moeten bij alle PROFIBUS-stations op dezelfde contacten worden aangesloten. Anders kan er niet via de bus worden gecommuniceerd. Via pin 4 (CNTR-P) levert de PROFIBUS-interface een TTL-besturingssignaal voor een repeater of een adapter voor optische kabel (common = pin 9). 6 Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A

7 Installatie en werking zonder PC Installatievoorschriften 3 Aansluiting systeembus Afbeelding 4: systeembusverbinding 04848AXX UFP GND SC11 SC12 = systeembus Common = systeembus High = systeembus Low MOVITRAC 07 GND = systeembus Common SC22 = systeembus uitgaand Low SC21 = systeembus uitgaand High SC12 = systeembus inkomend Low SC11 = systeembus inkomend High S12 = systeembus afsluitweerstand Let op: Gebruik een tweeaderige, getwiste en afgeschermde koperen kabel (datacommunicatiekabel met afscherming van gevlochten koper). De afscherming moet aan beide zijden met groot contactoppervlak op de elektronicaschermklem van de MOVITRAC 07 of de UFP11A worden geaard en de uiteinden van de afscherming moeten bovendien op GND worden geaard. De kabel moet aan de volgende specificaties voldoen (geschikt zijn bijvoorbeeld CAN-bus- of DeviceNet-kabels): aderdoorsnede 0,75 mm 2 (AWG18) leidingweerstand 120 Ω bij 1 MHz leidingcapaciteit 40 pf/m (12 pf/ft) bij 1 khz De toelaatbare totale kabellengte is afhankelijk van de ingestelde Sbus-baudrate: 250 kbaud 160 m (528 ft) 500 kbaud: 80 m (264 ft) 1000 kbaud: 40 m (132 ft) Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A 7

8 3 Installatie en werking zonder PC Installatievoorschriften Schakel aan het einde van de systeembusverbinding de systeembusafsluitweerstand bij (S12 = ON). Schakel bij de andere regelaars de afsluitweerstand af (S12 = OFF). De gateway UFP11A moet zich altijd aan het einde of aan het begin van de systeembusverbinding bevinden en moet over een vast ingebouwde afsluitweerstand beschikken. Er mag geen potentiaalverschil optreden tussen de regelaars die met de Sbus worden verbonden. Vermijd een potentiaalverschil door passende maatregelen, bijvoorbeeld door de massa van de regelaars met een aparte leiding te verbinden. Een stervormige bedrading is niet toegestaan. 24 V-aansluiting Op de klemmen X1:4 en X1:5 moet een externe 24V-voeding worden aangesloten. Afscherming en het leggen van de buskabel De PROFIBUS-interface ondersteunt de RS-485-overdrachtstechniek en vereist als fysiek medium het voor PROFIBUS gespecificeerde kabeltype A volgens EN als afgeschermde getwiste tweeaderige kabel. Een vakkundige afscherming van de buskabel dempt de elektrische beïnvloeding die in een industriële omgeving kan optreden. Met de volgende maatregelen bereikt u een optimale afscherming: draai de bevestigingsschroeven van stekers, modules en potentiaalvereffeningsleidingen handvast aan; gebruik uitsluitend stekers met metalen of gemetalliseerde behuizing; werk de afscherming in de steker als contactverbinding af; aard de afscherming van de buskabel aan beide zijden; leg de signaal- en buskabel niet parallel aan de vermogenskabels (motorleidingen), maar indien mogelijk in gescheiden kabelgoten; gebruik in een industriële omgeving metalen, geaarde kabelgoten; leid de signaalkabel en de bijbehorende potentiaalvereffening op geringe afstand van elkaar via de kortste weg; vermijd het buskabels via stekers te moeten verlengen; leid de buskabel dicht langs aanwezige geaarde vlakken. Bij variaties van het aardpotentiaal kan over de aan beide zijden aangesloten en met het aardpotentiaal (PE) verbonden afscherming een vereffeningsstroom vloeien. Zorg in dit geval voor een toereikende potentiaalvereffening overeenkomstig de desbetreffende VDE-bepalingen. 8 Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A

9 Installatie en werking zonder PC Regelaarparameters instellen 3 Busafsluiting De UFP-elektronica is niet voorzien van een busafsluiting. Als de UFP-module als eerste of als laatste apparaat van het PROFIBUS-netwerk wordt toegepast, moet de busafsluiting extern worden aangebracht. Hier worden PROFIBUS-stekers met geïntegreerde busafsluiting aanbevolen, die door het bijschakelen van de busafsluiting de verdergaande bus afsluiten. 3.2 Regelaarparameters instellen De instellingen kunnen met het bedieningspaneel van de regelaar worden bewerkt. Zie hiervoor de technische handleiding van de regelaar. Schakel de voeding in van de UFx en alle aangesloten regelaars. Stel een individueel Sbus-adres (P813) bij de regelaars in. Advies: adresinvoer vanaf adres 1 in oplopende volgorde volgens de indeling van de regelaars in de schakelkast. Adres 0 mag niet worden toegewezen, omdat dit door de UFx wordt gebruikt. Controleer de SBus-baudrate (P816, fabrieksinstelling = 500 kbd). Stel de gewenste bronwaarde (P100) in op SBus (waarde 10). Stel de stuurbron (P101) in op SBus (waarde 3). Stel de klemmentoewijzing van de binaire ingangen in. Bij MOVITRAC 07 wordt voor P60- de waarde 0 geadviseerd. Dit komt overeen met de toewijzing: DI01 rechts/stop (op 24 V aangesloten, voor vrijgave in beide draairichtingen) DI02 links/stop (zonder functie) DI03 F.Setp. toggle (niet aangesloten) DI04 n11/n21 (niet aangesloten) DI05 n12/n22 (niet aangesloten) Wordt een MOVIDRIVE als regelaar gebruikt, dan moeten de niet gebruikte klemmen met "NO FUNCTION" worden geprogrammeerd. Let op: bij MOVITRAC 07 kan P815 SBus-time-out indien nodig alleen worden ingesteld met de pc. De standaardwaarde is 0, d.w.z. de time-outbewaking is uitgeschakeld. Stel P815 in op de waarde 1 s. Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A 9

10 3 Installatie en werking zonder PC Autosetup 3.3 Autosetup Met de functie Autosetup kan de UFx zonder pc in bedrijf worden gesteld. Deze functie wordt door de DIP-switch Autosetup geactiveerd. Als de DIP-switch Autosetup wordt ingeschakeld, wordt de functie één keer uitgevoerd. Daarna moet de DIP-switch Autosetup ingeschakeld blijven. Door de schakelaar uit en weer in te schakelen kan de functie opnieuw worden uitgevoerd. Als eerste zoekt de UFx op de SBus, die een niveau lager ligt, naar regelaars; dit wordt aangegeven door kortstondig knipperen van de SYS- FAULT-LED. Bij de applicatieregelaars moeten hiervoor verschillende Sbus-adressen zijn ingesteld (P813). Geadviseerd wordt de adressen vanaf adres 1 in oplopende volgorde toe te kennen volgens de indeling van de regelaars in de schakelkast. Voor elke gevonden applicatieregelaar wordt de processtructuur aan de veldbuszijde met drie woorden uitgebreid. Als er geen applicatieregelaar wordt gevonden, dan blijft de SYS- FAULT-LED aan. Er wordt met maximaal acht regelaars rekening gehouden. De afbeelding laat de processtructuur zien voor drie regelaars met telkens drie woorden aan procesuitgangsdata en procesingangsdata. Na de zoekactie wisselt de UFx cyclisch drie procesdatawoorden met elke aangesloten regelaar uit. De procesuitgangsdata worden van de veldbus gehaald, in blokken van drie verdeeld en verzonden. De procesingangsdata worden door de applicatieregelaars gelezen, samengevoegd en aan de veldbusmaster overgedragen. Let op: voer de Autosetup opnieuw uit, als u de toekenning van de procesdata van de applicatieregelaars die op de UFP zijn aangesloten, verandert. De UFP slaat deze waarden immers eenmalig op tijdens Autosetup. Tegelijkertijd mogen de toekenningen van de procesdata van de aangesloten applicatieregelaars na Autosetup niet meer dynamisch worden gewijzigd. 10 Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A

11 Installatie en werking zonder PC Autosetup 3 Afbeelding 5: data-uitwisseling DP-V1-master UFP regelaar 04843AXX Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A 11

12 3 Installatie en werking zonder PC Configuratie van de veldbus-master 3.4 Configuratie van de veldbus-master Stel voor de configuratie een individueel PROFIBUS-adres in met de DIP-switch van de UFP. Het PROFIBUS-adres wordt binair ingesteld. Een wijziging van het PROFIBUS-adres wordt pas actief nadat de UFP is uit- en ingeschakeld. Afbeelding 6: instelling van het PROFIBUS-stationsadres 50341AXX De veldbus-master wordt met behulp van het GSD-bestand geconfigureerd (zie Appendix). De UFP wordt met het ingestelde PROFIBUS-adres aangesproken. Het aantal procesdatawoorden waarmee de veldbus-master de UFP aanspreekt, past zich aan het aantal aangesloten regelaars aan. Bij één regelaar bedraagt de procesdatabreedte drie woorden. Bij meer dan één regelaar moeten er per regelaar drie woorden worden gebruikt. Dat wil zeggen dat u bij drie maal MOVITRAC 07 bijvoorbeeld negen woorden moet configureren. Voorbeeld voor STEP 7: Installeer het GSD-bestand in de STEP 7-software. Voeg in HW-config uit de hardwarecatalogus de UFP op de PROFIBUS in. Selecteer uit de aangeboden configuraties van de procesdata de voor uw toepassing geschikte instelling, bijvoorbeeld "9 PD", dus negen procesdatawoorden voor drie regelaars. Sla de configuratie op. Breid uw gebruikersprogramma uit met de data-uitwisseling met de UFP. Gebruik hierbij de systeemfuncties van de S7 voor een consistente data-uitwisseling (SFC14 en SFC15). Nadat het project is opgeslagen, het project in de DP-V1-master is geladen en de DP-V1-master is gestart, moet de BUS-FAULT-LED van de UFP uitgaan. Als dit niet het geval is, controleer dan de kabels en afsluitweerstanden van de PROFIBUS en de configuratie, en vooral het PROFIBUS-adres van STEP Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A

13 Installatie en werking zonder PC Regelaar starten Regelaar starten Via een UFP kunnen maximaal acht regelaars op de PROFIBUS functioneren. De DPmaster en de UFP wisselen de gewenste en de werkelijke waarden voor alle op de UFP aangesloten regelaars uit in samenhangende datapakketten. Voor u is het belangrijk te weten op welke plaats in het datapakket (de processtructuur) zich welke regelaar bevindt. De samenhang ziet u in afbeelding 5. U geeft de regelaar vrij, als u op het bijbehorend besturingswoord 1 de waarde 0006h schrijft. Het gewenste toerental kunt u in het volgende woord opgeven. Deze waarde is met 0,2 r/min per digit geschaald. Meer informatie over het protocol van de MOVITRAC 07 vindt u in het handboek "MOVITRAC 07 Communicatie". Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A 13

14 4 Installatie en werking met pc Installatievoorschriften 4 Installatie en werking met pc 4.1 Installatievoorschriften Montage Stekerbezetting Het apparaat kan direct in de schakelkast worden gemonteerd met de reeds voorgemonteerde draagrailbevestiging of door gebruik te maken van de vier geïntegreerde bevestigingsgaten in de achterwand van de behuizing. De ruimtelijke indeling ten opzichte van de aan te sluiten apparatuur (bijv. MOVITRAC 07) is in principe vrij. Wel moet rekening worden gehouden met de maximale kabellengte en het feit dat de gateway aan het einde of aan het begin van de systeembus (SBus) moet zijn geïnstalleerd. Het verdient aanbeveling om hiermee rekening te houden bij de indeling. Als er een draagrailbevestiging wordt toegepast in combinatie met SBus-leidinglengten van meer dan 1 m, moet een extra hoogfrequente aarding voor de UFP worden aangebracht. De aansluiting van de veldbusinterface UFP11A op het PROFIBUS-netwerk vindt plaats met een 9-polige sub-d-connector volgens EN De T-Bus-verbinding moet met de overeenkomstig uitgevoerde steker worden gerealiseerd. Afbeelding 7: bezetting van de 9-polige sub-d-connector X3 volgens EN ([1] = 9-polige sub-d-connector; [2] = getwiste signaalleidingen; [3] = geleidende verbinding tussen stekerbehuizing en afscherming 01222DXX Veldbussteker De koppeling van de veldbusinterface met het PROFIBUS-systeem vindt in de regel plaats via een getwiste, afgeschermde twee-aderige kabel. De afscherming van de PROFIBUS-kabel moet aan beide zijden, bijvoorbeeld op de stekerbehuizing, geaard zijn. Let bij de selectie van de bussteker op de maximaal ondersteunde overdrachtssnelheid. De twee-aderige kabel wordt via pin 8 (A/A) en pin 3 (B/B) op de PROFIBUS-steker aangesloten. De communicatie vindt plaats via deze beide contacten. De RS-485-signalen A/A en B/B moeten bij alle PROFIBUS-stations op dezelfde contacten worden aangesloten. Anders kan er niet via de bus worden gecommuniceerd. Via pin 4 (CNTR-P) levert de PROFIBUS-interface een TTL-besturingssignaal voor een repeater of een adapter voor optische kabel (common = pin 9). 14 Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A

15 Installatie en werking met pc Installatievoorschriften 4 Aansluiting systeembus Afbeelding 8: systeembusverbinding 04848AXX UFP GND SC11 SC12 = systeembus Common = systeembus High = systeembus Low MOVITRAC 07 GND = systeembus Common SC22 = systeembus uitgaand Low SC21 = systeembus uitgaand High SC12 = systeembus inkomend Low SC11 = systeembus inkomend High S12 = systeembus afsluitweerstand Let op: Gebruik een tweeaderige, getwiste en afgeschermde koperen kabel (datacommunicatiekabel met afscherming van gevlochten koper). De afscherming moet aan beide zijden met groot contactoppervlak op de elektronicaschermklem van de MOVITRAC 07 of de UFP11A worden geaard en de uiteinden van de afscherming moeten bovendien op GND worden geaard. De kabel moet aan de volgende specificaties voldoen (geschikt zijn bijvoorbeeld CAN-bus- of DeviceNet-kabels): aderdoorsnede 0,75 mm 2 (AWG18) leidingweerstand 120 Ω bij 1 MHz leidingcapaciteit 40 pf/m (12 pf/ft) bij 1 khz De toelaatbare totale kabellengte is afhankelijk van de ingestelde SBus-baudrate: 250 kbaud 160 m (528 ft) 500 kbaud: 80 m (264 ft) 1000 kbaud: 40 m (132 ft) Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A 15

16 4 Installatie en werking met pc Installatievoorschriften Schakel aan het einde van de systeembusverbinding de systeembusafsluitweerstand bij (S12 = ON). Schakel bij de andere regelaars de afsluitweerstand af (S12 = OFF). De gateway UFP11A moet zich altijd aan het einde of aan het begin van de systeembusverbinding bevinden en moet over een vast ingebouwde afsluitweerstand beschikken. Er mag geen potentiaalverschil optreden tussen de regelaars die met de SBus worden verbonden. Vermijd een potentiaalverschil door passende maatregelen, bijvoorbeeld door de massa van de regelaars met een aparte leiding te verbinden. Een stervormige bedrading is niet toegestaan. 24 V-aansluiting Op de klemmen X1:4 en X1:5 moet een externe 24V-voeding worden aangesloten. Afscherming en het leggen van de buskabel De PROFIBUS-interface ondersteunt de RS-485-overdrachtstechniek en vereist als fysiek medium het voor PROFIBUS gespecificeerde kabeltype A volgens EN als afgeschermde getwiste tweeaderige kabel. Een vakkundige afscherming van de buskabel dempt de elektrische beïnvloeding die in een industriële omgeving kan optreden. Met de volgende maatregelen bereikt u een optimale afscherming: draai de bevestigingsschroeven van stekers, modules en potentiaalvereffeningsleidingen handvast aan; gebruik uitsluitend stekers met metalen of gemetalliseerde behuizing; werk de afscherming in de steker als contactverbinding af; aard de afscherming van de buskabel aan beide zijden; leg de signaal- en buskabel niet parallel aan de vermogenskabels (motorleidingen), maar indien mogelijk in gescheiden kabelgoten; gebruik in een industriële omgeving metalen, geaarde kabelgoten; leid de signaalkabel en de bijbehorende potentiaalvereffening op geringe afstand van elkaar via de kortste weg; Vermeiden Sie die Verlängerung von Busleitungen über Steckverbinder. leid de buskabel dicht langs aanwezige geaarde vlakken. Bij variaties van het aardpotentiaal kan over de aan beide zijden aangesloten en met het aardpotentiaal (PE) verbonden afscherming een vereffeningsstroom vloeien. Zorg in dit geval voor een toereikende potentiaalvereffening overeenkomstig de desbetreffende VDE-bepalingen. 16 Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A

17 Installatie en werking met pc Regelaarparameters instellen 4 Busafsluiting De UFP-elektronica is niet voorzien van een busafsluiting. Als de UFP-module als eerste of als laatste apparaat van het PROFIBUS-netwerk wordt toegepast, moet de busafsluiting extern worden aangebracht. Hier worden PROFIBUS-stekers met geïntegreerde busafsluiting aanbevolen, die door het bijschakelen van de busafsluiting de verdergaande bus afsluiten. 4.2 Regelaarparameters instellen De instellingen kunnen met het bedieningspaneel van de regelaar worden bewerkt. Zie hiervoor de technische handleiding van de regelaar. Schakel de voeding in van de UFx en alle aangesloten regelaars. Stel een individueel Sbus-adres (P813) bij de regelaars in. Advies: adresinvoer vanaf adres 1 in oplopende volgorde volgens de indeling van de regelaars in de schakelkast. Adres 0 mag niet worden toegewezen, omdat dit door de UFx wordt gebruikt. 4.3 Inbedrijfstellingssoftware Installeer het softwarepakket MOVITOOLS vanaf versie 2.70 op uw pc. Start de software. Selecteer de COM-poort waarop de UFP is aangesloten en druk op de knop "Update". Op het adres 0 moet de UFP verschijnen en op de volgende adressen de aangesloten regelaars. Als er geen gegevens in het venster verschijnen, controleer dan de COM-poort en de verbinding via de UWS21. Als alleen de UFP in het venster verschijnt, controleer dan de SBus-kabel en afsluitweerstanden. Selecteer UFx en start de inbedrijfstellingssoftware voor de veldbusgateway (UFxconfigurator). Selecteer de menuoptie "Reconfigure fieldbus node". Kies het projectpad en de projectnaam. Druk op de knop "Next". Druk op de knop "Update". Nu moeten alle op de UFP aangesloten regelaars verschijnen. Met de knoppen "Insert", "Change" en "Delete" kan de configuratie nog worden aangepast. Druk op de knop "Next". Druk op de knop "Autoconfiguration". Nu ziet u de processtructuur voor de UFP in uw besturing. Onderaan wordt de procesdatabreedte aangegeven. Deze waarde is belangrijk voor de configuratie van de veldbus-master. Druk op de knop "Next". Sla de projectdata op en druk op de knop "Download". De DIP-switch Autosetup moet hiervoor op OFF staan. Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A 17

18 4 Installatie en werking met pc Regelaar starten Met de procesdatamonitor kunt u de data zien die tussen veldbus-master en UFP worden uitgewisseld. Voor de besturing van de regelaar via de veldbus is de vrijgave op de klemmen vereist. U hebt de klemmen reeds toegewezen. Ter controle van de klemmentoewijzing selecteert u in het venster "Connected inverters" de eerste regelaar met het adres 1 en start u SHELL. De klemmentoewijzing moet u voor de MOVITRAC 07 als volgt instellen: Herhaal de voorgaande stap voor alle regelaars die in het venster "Connected inverters" verschijnen. 4.4 Regelaar starten Via een UFP kunnen maximaal acht regelaars op de PROFIBUS functioneren. De DPmaster en de UFP wisselen de gewenste en de werkelijke waarden voor alle op de UFP aangesloten regelaars uit in samenhangende datapakketten. Voor u is het belangrijk te weten op welke plaats in het datapakket (de processtructuur) zich welke regelaar bevindt. De samenhang wordt weergegeven door de procesdatamonitor bij de configuratie van de veldbusgateway (UFx-configurator). U geeft de regelaar vrij, als u op het bijbehorend besturingswoord 1 de waarde 0006h schrijft. Het gewenste toerental kunt u in het volgende woord opgeven. Deze waarde is met 0,2 r/min per digit geschaald. Meer informatie over het protocol van de MOVITRAC 07 vindt u in het handboek "MOVITRAC 07 Communicatie". 18 Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A

19 PROFIBUS-interface Inbedrijfstelling van de PROFIBUS-DP-master 5 5 PROFIBUS-interface 5.1 Inbedrijfstelling van de PROFIBUS-DP-master Ondersteunende bestanden voor de UFP zijn beschikbaar op Let op de aanwijzingen in het bestand README.TXT op de GSD-diskette. Installeer het GSD-bestand volgens de gegevens van de configuratiesoftware voor de DP-master. Als de installatie is gelukt, verschijnt bij de slave-stations het apparaat "UFP". Voeg de veldbusinterface onder de naam "UFP" in de PROFIBUS-structuur in en ken het PROFIBUS-adres toe. Kies de voor uw toepassing vereiste procesdataconfiguratie (zie het volgende hoofdstuk). Geef de I/O- of periferie-adressen voor de geconfigureerde databreedten op. Sla de configuratie op. Breid uw gebruikersprogramma uit met de data-uitwisseling met de veldbusinterface. Gebruik bij de S7 hiervoor de systeemfuncties voor een consistente data-uitwisseling (SFC14 en SFC15). Nadat het project is opgeslagen, het project in de DP-master is geladen en de DPmaster is gestart, moet de BUS-FAULT-LED van de veldbusinterface uitgaan. Als dit niet het geval is, controleer dan de kabels en afsluitweerstanden van PROFIBUS en de configuratie, vooral het PROFIBUS-adres. 5.2 Configuratie van de PROFIBUS-DP-interface Algemeen De DP-master moet aan de regelaar een bepaalde DP-configuratie meedelen om het soort en het aantal voor de overdracht gebruikte in- en uitgangsdata te kunnen definiëren. Daarbij hebt u de mogelijkheid de aandrijvingen via procesdata aan te sturen en via het parameterkanaal alle parameters van de veldbusinterface te lezen of te schrijven. Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A 19

20 5 PROFIBUS-interface Configuratie van de PROFIBUS-DP-interface De afbeelding laat schematisch de data-uitwisseling zien tussen het automatiseringsapparaat (DP-V1-master), de veldbusinterface (DP-V1-slave) en een regelaar met procesdata- en parameterkanaal. Afbeelding 9: data-uitwisseling met parameterdata (Param) en procesdata (PD) 53129BXX Configuratie van de procesdata De veldbusinterface maakt verschillende DP-configuraties mogelijk voor de data-uitwisseling tussen DP-master en veldbusinterface. De onderstaande tabel bevat aanvullende informatie over alle standaard DP-configuraties van de veldbusinterfaces. In de kolom "Configuratie procesdata" ziet u de naam van de configuratie. Deze teksten verschijnen ook binnen uw configuratiesoftware voor de DP-master als selectielijst. De kolom DPconfiguraties geeft weer welke configuratiedata bij het opzetten van de verbinding van de PROFIBUS-DP naar de veldbusinterface worden verzonden. De configuraties worden bepaald door de standaardprocesdatabreedte van drie procesdatawoorden voor SEW-regelaars. In het eenvoudigste geval worden door de besturing voor elke op de veldsbusinterface aangesloten regelaar telkens drie procesdatawoorden overgedragen. De veldbusinterface verdeelt deze procesdatawoorden dan over de individuele apparaten. Het parameterkanaal dient voor de instelling van de UFP en wordt niet aan de deelnemers van een lager niveau doorgegeven. De velbusinterface accepteert procesdatawoorden met en zonder parameterkanaal. 20 Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A

21 PROFIBUS-interface Configuratie van de PROFIBUS-DP-interface 5 De standaardgegevens van het GSD-bestand zijn afgestemd op de UFP-modus Autosetup en staan procesdatabreedten toe van 3PD... 24PD voor op de veldbusinterface aangesloten regelaars. Er kunnen maximaal 3 PD s worden toegekend aan een Sbus-deelnemer! ONE module for all drives UFP parameter + ONE module One module per drive UFP parameter + ONE module per drive De overdracht van de procesdata vindt plaats in één consistent datablok voor alle op de veldbusinterface aangesloten regelaars. In Step 7 is daarom slechts één oproep voor de systeemfuncties SFC14 en SFC15 noodzakelijk. De configuraties onder "UFP parameter + ONE module" komen overeen met de bovenstaande configuraties. Als eerste komt het 8-bytes MOVILINK-parameterkanaal, dat instellingen van de UFP mogelijk maakt. Het parameterkanaal wordt in het handboek "MOVITRAC 07 Communicatie" beschreven. Voor elke aangesloten regelaar bestaat een consistent datablok. Dit komt aan de besturingszijde overeen met het tot nu toe geldende uitgangspunt van verschillende regelaars met een eigen veldbusinterface. In Step 7 is een oproep voor de systeemfuncties SFC14 en SFC15 per regelaar noodzakelijk. De configuraties onder "UFP parameter + ONE module per drive" komen overeen met de bovenstaande configuraties. Als eerste komt het 8-bytes MOVILINK-parameterkanaal, dat instellingen van de UFP mogelijk maakt. Het parameterkanaal wordt beschreven in het handboek "MOVITRAC 07 Communicatie". De toegang tot de aandrijfparameters van de MOVITRAC 07 is uitsluitend mogelijk met de DP-V1-instellingsopties. Configuratie van Betekenis / opmerkingen Cfg0 Cfg1 Cfg2 Cfg3 Cfg4 Cfg5 Cfg6 Cfg7 Cfg8 de procesdata ONE module for all drives AS 1 Drive (3 PD) AS 2 Drives (6 PD) AS 3 Drives (9 PD) AS 4 Drives (12 PD) AS 5 Drives (15 PD) AS 6 Drives (18 PD) AS 7 Drives (21 PD) AS 8 Drives (24 PD) Besturing met 3 procesdatawoorden Besturing met 6 procesdatawoorden Besturing met 9 procesdatawoorden Besturing met 12 procesdatawoorden Besturing met 15 procesdatawoorden Besturing met 18 procesdatawoorden Besturing met 21 procesdatawoorden Besturing met 24 procesdatawoorden Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A 21

22 5 PROFIBUS-interface Configuratie van de PROFIBUS-DP-interface Configuratie van de procesdata UFP parameter + ONE module AS 1 Drive (Param + 3PD) AS 2 Drives (Param + 6PD) AS 3 Drives (Param + 9PD) AS 4 Drives (Param + 12PD) AS 5 Drives (Param + 15PD) AS 6 Drives (Param + 18PD) AS 7 Drives (Param + 21PD) AS 8 Drives (Param + 24PD) One module per drive AS 1 Drive (1 x 3PD) AS 2 Drives (2 x 3PD) AS 3 Drives (3 x 3PD) AS 4 Drives (4 x 3PD) AS 5 Drives (5 x 3PD) AS 6 Drives (6 x 3PD) AS 7 Drives (7 x 3PD) AS 8 Drives (8 x 3PD) Betekenis / opmerkingen Cfg0 Cfg1 Cfg2 Cfg3 Cfg4 Cfg5 Cfg6 Cfg7 Cfg8 Besturing met 3 procesdatawoorden / instelling met 8-bytes parameterkanaal Besturing met 6 procesdatawoorden / instelling met 8-bytes parameterkanaal Besturing met 9 procesdatawoorden / instelling met 8-bytes parameterkanaal Besturing met 12 procesdatawoorden / instelling met 8-bytes parameterkanaal Besturing met 15 procesdatawoorden / instelling met 8-bytes parameterkanaal Besturing met 18 procesdatawoorden / instelling met 8-bytes parameterkanaal Besturing met 21 procesdatawoorden / instelling met 8-bytes parameterkanaal Besturing met 24 procesdatawoorden / instelling met 8-bytes parameterkanaal Besturing met 1x3 procesdatawoorden Besturing met 2x3 procesdatawoorden Besturing met 3x3 procesdatawoorden Besturing met 4x3 procesdatawoorden Besturing met 5x3 procesdatawoorden Besturing met 6x3 procesdatawoorden Besturing met 7x3 procesdatawoorden Besturing met 8x3 procesdatawoorden Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A

23 PROFIBUS-interface Configuratie van de PROFIBUS-DP-interface 5 Configuratie van de procesdata UFP parameter + one module per drive AS 1 Drive (Param + 1 x 3PD) AS 2 Drives (Param + 2 x 3PD) AS 3 Drives (Param + 3 x 3PD) AS 4 Drives (Param + 4 x 3PD) AS 5 Drives (Param + 5 x 3PD) AS 6 Drives (Param + 6 x 3PD) AS 7 Drives (Param + 7 x 3PD) AS 8 Drives (Param + 8 x 3PD) Betekenis / opmerkingen Cfg0 Cfg1 Cfg2 Cfg3 Cfg4 Cfg5 Cfg6 Cfg7 Cfg8 Besturing met 1x3 procesdatawoorden / instelling met 8-bytes parameterkanaal Besturing met 2x3 procesdatawoorden / instelling met 8-bytes parameterkanaal Besturing met 3x3 procesdatawoorden / instelling met 8-bytes parameterkanaal Besturing met 4x3 procesdatawoorden / instelling met 8-bytes parameterkanaal Besturing met 5x3 procesdatawoorden / instelling met 8-bytes parameterkanaal Besturing met 6x3 procesdatawoorden / instelling met 8-bytes parameterkanaal Besturing met 7x3 procesdatawoorden / instelling met 8-bytes parameterkanaal Besturing met 8x3 procesdatawoorden / instelling met 8-bytes parameterkanaal DP-configuratie "Universal Module" Met de configuratie "Universal Module" (bijv. in STEP7) hebt u de mogelijkheid de veldbusinterface afwijkend van de vooraf opgegeven standaardwaarden van het GSDbestand te configureren. Dat heeft bijvoorbeeld zin als u op de veldbusinterface een aantal regelaars met verschillende procesdatawoorden wilt aansturen. Daarbij moet aan de volgende randvoorwaarden worden voldaan: Module 0 definieert het parameterkanaal van de regelaar. Wordt hier een 0 ingevoerd, dan is het parameterkanaal uitgeschakeld. Wordt hier de waarde 243 ingevoerd, dan is het parameterkanaal met een lengte van 8 bytes ingeschakeld. De volgende modules bepalen de procesdatabreedte van de veldbusinterface op de PROFIBUS. De som van de procesdatabreedte van alle volgende modules moet tussen 1 en 24 woorden liggen. De modules moeten om veiligheidsredenen met consistente data worden opgegeven. Zorg ervoor dat een op de veldbusinterface aangesloten regelaar door zo n consistente module-invoer wordt vertegenwoordigd. Het speciale identificatieformaat is toegestaan. Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A 23

24 5 PROFIBUS-interface Configuratie van de PROFIBUS-DP-interface De volgende afbeelding laat de structuur zien van de in EN 50170(V2) gedefinieerde configuratiedata. Deze configuratiedata worden bij de start van de DP-master naar de regelaar gezonden. Tabel 1: indeling van de identificatiebyte Cfg_Data volgens EN (V2) 7 / MSB / LSB Datalengte 0000 = 1 byte/woord 1111 = 16 bytes/woorden In-/uitvoer 00 = speciale identificatieformaten 01 = invoer 02 = uitvoer 11 = in-/uitvoer Formaat 0 = bytestructuur 1 = woordstructuur Consistentie over 0 = byte of woord 1 = totale lengte Aanwijzing: Gebruik voor de dataoverdracht alleen de instelling "Integrity over entire length"! Dataconsistentie Consistente data zijn data die altijd samenhangend tussen automatiseringsapparaat en regelaar moeten worden overgedragen en nooit gescheiden van elkaar mogen worden overgedragen. Dataconsistentie is bijzonder belangrijk voor de overdracht van positiewaarden of complete positioneringsopdrachten, omdat bij een niet-consistente overdracht de data uit verschillende programmacycli van het automatiseringsapparaat afkomstig kunnen zijn en zo ongedefinieerde waarden naar de regelaar kunnen worden gezonden. Bij PROFIBUS-DP vindt de datacommunicatie tussen automatiseringsapparaat en apparatuur van de aandrijftechniek over het algemeen plaats met de instelling "Data integrity over entire length". Externe diagnose De veldbusinterface ondersteunt geen externe diagnose. Foutmeldingen van de individuele regelaars kunnen uit de desbetreffende statuswoorden worden afgeleid. Op statuswoord 1 worden ook fouten van de veldbusinterface ingevoegd, bijvoorbeeld timeout van de SBus-verbinding met een station. Op verzoek levert de veldbusinterface de normdiagnose volgens EN (V2). Aanwijzingen voor Simatic S7 Mastersystemen Door het PROFIBUS-DP-systeem kunnen ook bij niet geactiveerde externe diagnosegenerering telkens diagnose-alarmen in de DP-Master worden geactiveerd, zodat de corresponderende bouwstenen (bijv. OB84 voor S7-400 of OB82 voor S7-300) in het algemeen in de besturing moeten worden gedefinieerd. 24 Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A

25 PROFIBUS-interface Identificatienummer Identificatienummer Iedere DP-master en DP-slave moet een individueel, door de PROFIBUS-gebruikersorganisatie afgegeven identificatienummer overleggen voor de eenduidige identificatie van het aangesloten apparaat. Bij de start van de PROFIBUS-DP-master vergelijkt deze de identificatienummers van de aangesloten DP-slaves met de door de gebruiker geconfigureerde identificatienummers. Pas als de DP-master vastgesteld heeft dat de aangesloten stationsadressen en apparaattypes (identificatienummers) overeenstemmen met de configuratiedata, wordt de user dataoverdracht geactiveerd. Met dit proces komt een hoge mate van veiligheid met betrekking tot configuratiefouten tot stand. Het identificatienummer voor de veldbusinterface UFP11A is 6004 hex Het identificatienummer wordt als 16-bits getal (Unsigned16) zonder voorteken gedefinieerd. Voor de veldbusinterface UFP11A heeft de PROFIBUS-gebruikersorganisatie het identificatienummer 6004 hex (24580 dec) vastgelegd. 5.4 Besturing van de regelaar De besturing van de regelaar vindt plaats via het procesdatakanaal, dat een, twee of drie I/O-woorden lang is. Deze procesdatawoorden worden bijvoorbeeld bij de toepassing van een plc als DP-master in het I/O- of periferieke deel van de besturing weergegeven en kunnen zodoende op de gebruikelijke manier worden aangesproken. Afbeelding 10: structuur van de PROFIBUS-data in het PLC-adresniveau ([1] = parameterkanaal/ [2] = PLC-adresbereik / U/f = regelaar) 52996AXX PO = procesuitgangsdata / PI = procesingangsdata Meer informatie over de programmering en de configuratie vindt u in het bestand README_GSD6004.PDF, dat u bij het GSD-bestand ontvangt. Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A 25

26 5 PROFIBUS-interface Besturing van de regelaar Besturingsvoorbeeld voor Simatic S7 De besturing van de regelaar via Simatic S7 hangt af van de gekozen procesdataconfiguratie, d.w.z. direct via laad- en overdrachtopdrachten of via de speciale systeemfuncties SFC 14 DPRD_DAT en SFC15 DPWR_DAT. Datalengten van 3 bytes of meer dan 4 bytes moeten bij de S7 in principe via de systeemfuncties SFC14 en SFC15 worden verzonden. Configuratie STEP7-toegang via procesdata 1 PD laad-/overdrachtopdrachten 2 PD laad-/overdrachtopdrachten 3 PD PD systeemfuncties SFC14/15 (lengte bytes) Param + 1 PD parameterkanaal: systeemfuncties SFC14/15 (lengte bytes) procesdata: laad-/overdrachtopdrachten Param + 2 PD parameterkanaal: systeemfuncties SFC14/15 (lengte bytes) procesdata: laad-/overdrachtopdrachten Param + 3 PD PD parameterkanaal: systeemfuncties SFC14/15 (lengte bytes) procesdata: systeemfuncties SFC14/15 (lengte 6 bytes) STEP7-programmavoorbeeld In het bestand "README_GSD6004.PDF" vindt u configuratie- en programmavoorbeelden voor Simatic S7. 26 Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A

27 DP-V1-functies Inleiding tot PROFIBUS-DP-V1 6 6 DP-V1-functies 6.1 Inleiding tot PROFIBUS-DP-V1 In dit hoofdstuk worden de functies en begrippen beschreven die worden gebruikt als de SEW-applicatieregelaar op de PROFIBUS-DP-V1 is aangesloten. Uitgebreide technische informatie over PROFIBUS-DP-V1 vindt u bij de PROFIBUS-gebruikersorganisatie op Met de PROFIBUS-DP-V1-specificatie zijn in het kader van de PROFIBUS-DP-V1-uitbreidingen nieuwe acyclische Read/Write-instructies ingevoerd. Deze acyclische instructies worden met speciale telegrammen ingevoegd in het lopende cyclische busbedrijf, zodat compatibiliteit tussen PROFIBUS-DP (versie 0) en PROFIBUS-DP-V1 (versie 1) wordt gewaarborgd. Met de acyclische Read/Write-instructies kunnen grotere hoeveelheden data tussen master en slave (applicatieregelaars) worden uitgewisseld dan bijvoorbeeld met het 8-bytes parameterkanaal in de cyclische input- of outputdata kunnen worden overgedragen. Het voordeel van de acyclische datauit-wisseling via DP-V1 is de minimale belasting van het cyclische busbedrijf, daar DP-V1-telegrammen alleen naar behoefte in de buscyclus worden ingevoegd. Het DP-V1-parameterkanaal biedt de gebruiker twee mogelijkheden: De overkoepelende besturing heeft toegang tot alle informatie van de apparatuur van de SEW-DP-V1-slaves. Zo kunnen niet alleen de cyclische procesdata, maar ook regelaarinstellingen worden gelezen, in de besturing worden opgeslagen en in de slave worden gewijzigd. Bovendien bestaat de mogelijkheid de service- en inbedrijfstellingstool MOVITOOLS via het DP-V1-parameterkanaal door te sturen in plaats van hiervoor een aparte RS- 485-verbinding te gebruiken. Gedetailleerde informatie is na de installatie van de MOVITOOLS-software in de directory...\sew\movitools\fieldbus beschikbaar. Hieronder worden voor een duidelijker begrip de principiële kenmerken van PROFIBUS- DP-V1 weergegeven AXX Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A 27

28 6 DP-V1-functies Inleiding tot PROFIBUS-DP-V1 Klasse 1-master (C1-master) In een PROFIBUS-DP-V1-netwerk wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende master-klassen. De C1-master verzorgt in principe de cyclische data-uitwisseling met de slaves. Typische C1-masters zijn bijvoorbeeld besturingssystemen (bijv. plc s), die cyclische procesdata uitwisselen met de slave. De acyclische verbinding tussen C1- master en slave wordt automatisch mee opgebouwd door de cyclische verbindingsstructuur van de PROFIBUS-DP-V1, voorzover via het GSD-bestand de DP-V1-functie is geactiveerd. In een PROFIBUS-DP-V1-netwerk kan slechts één C1-master functioneren. Klasse 2 master- (C2-master) De C2-master voert zelf geen cyclische data-uitwisseling met de slaves uit. Typische C2-masters zijn bijvoorbeeld visualisatiesystemen of tijdelijk geïnstalleerde programmeerapparatuur (notebook/pc). De C2-master gebruikt uitsluitend de acyclische verbindingen voor de communicatie met de slaves. Deze acyclische verbindingen tussen C2- master en slave worden door de Initiate-instructie opgebouwd. Zodra de Initiateinstructie is geslaagd, is de verbinding opgebouwd. In de opgebouwde toestand kunnen per Read- of Write-instructie acyclische data met de slaves worden uitgewisseld. In een DP-V1-netwerk kunnen verschillende C2-masters actief zijn. Het aantal C2-verbindingen dat tegelijkertijd voor een slave wordt opgebouwd, wordt door de slave bepaald. De SEW-applicatieregelaars ondersteunen twee parallelle C2-verbindingen. Datasets (DS) De via een DP-V1-instructie getransporteerde user data worden in een dataset samengevoegd. Elke dataset wordt op een unieke manier vertegenwoordigd door de lengte, een slotnummer en een index. Voor de DP-V1-communicatie met de SEW-applicatieregelaar wordt de structuur van dataset 47 gebruikt. Deze wordt in het PROFIdriveprotocol Aandrijftechniek van de PROFIBUS-gebruikersorganisatie vanaf V3.1 als DP- V1-parameterkanaal voor aandrijvingen gedefinieerd. Via dit parameterkanaal worden verschillende toegangsmethoden voor de parameterdata van de applicatieregelaar beschikbaar gesteld. DP-V1-instructies Met de DP-V1-uitbreidingen ontstaan nieuwe instructies, die voor de acyclische datauitwisseling tussen master en slave kunnen worden gebruikt. Er wordt in principe onderscheid gemaakt tussen de volgende instructies: C1-master Type verbinding: MSAC1 (Master/Slave Acyclic C1) Read Dataset lezen Write Dataset schrijven C2-master Type verbinding: MSAC2 (Master/Slave Acyclic C2) INITIATE C2-verbinding opbouwen ABORT C2-verbinding afsluiten Read Dataset lezen Write Dataset schrijven DP-V1-alarmverwerking Behalve de acyclische instructies is met de DP-V1-specificatie ook een uitgebreide alarmbehandelingsprocedure gedefinieerd. Er wordt nu onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten alarmen. Zodoende is er in de DP-V1-modus geen evaluatie meer mogelijk van de regelaardiagnose met de DP-V1-instructie "DDLM_SlaveDiag". Voor de aandrijftechniek is geen DP-V1-alarmverwerking gedefinieerd, omdat bij een applicatieregelaar de statusinformatie over het algemeen via de cyclische procesdatacommunicatie wordt overgedragen. 28 Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A

29 DP-V1-functies Eigenschappen van de SEW-applicatieregelaar Eigenschappen van de SEW-applicatieregelaar De SEW-veldbusinterfaces volgens PROFIBUS-DP-V1 hebben allemaal dezelfde communicatiekenmerken voor de DP-V1-interface. In principe worden de aandrijvingen volgens de DP-V1-norm via een C1-master met cyclische procesdata aangestuurd. Deze C1-master (in de regel een plc) kan in de cyclische data-uitwisseling bovendien een 8-bytes parameterkanaal gebruiken om parameterinstructies met de UFP uit te voeren. De UFP heeft geen toegang tot aangesloten MOVITRAC 07-aandrijvingen via dit parameterkanaal. De C1-master krijgt toegang tot aangesloten stations via het DP-V1-C1- kanaal met de instructies Read en Write. Parallel aan deze twee parameterkanalen kunnen nog twee C2-kanalen worden opgebouwd. De eerste C2-master gebruikt het C2-kanaal bijvoorbeeld om parameterdata te lezen voor de visualisatie en een tweede C2-master in de vorm van een notebook gebruikt het kanaal om de aandrijving met MOVITOOLS te configureren. Afbeelding 11: parameterkanalen bij DP-V AXX Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A 29

30 6 DP-V1-functies Structuur van het DP-V1-parameterkanaal 6.3 Structuur van het DP-V1-parameterkanaal In principe wordt de instelling van de aandrijvingen volgens het PROFIdrive-DP-V1- parameterkanaal van de protocolversie 3.0 via datasetindex 47 gerealiseerd. Met behulp van de waarde Request-ID wordt onderscheid gemaakt tussen de parametertoegang volgens het PROFIdrive-protocol of via de SEW-MoviLink-instructies. De volgende tabel laat de mogelijke coderingen zien van de afzonderlijke elementen. De structuur van de dataset is identiek voor de PROFIdrive- en de MoviLink-toegang. De volgende MoviLink-instructies worden ondersteund: 8-bytes MOVILINK-parameterkanaal met alle door de applicatieregelaar ondersteunde instructies zoals Read parameter; Write parameter; Write parameter volatile; enz. 30 Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A

31 DP-V1-functies Structuur van het DP-V1-parameterkanaal 6 De volgende PROFIdrive-instructies worden ondersteund: Lezen (request parameter) van afzonderlijke parameters van het dubbele-woordtype Schrijven (change parameter) van afzonderlijke parameters van het dubbele-woordtype Tabel 2: elementen van de dataset DS47 Field Data Type Values Request Reference Unsigned8 0x00 reserved 0x xFF Request ID Unsigned8 0x01 Request parameter (PROFIdrive) 0x02 Change parameter (PROFIdrive) 0x40 SEW MoviLink Service Response ID Unsigned8 Response (+): 0x00 Reserved 0x01 Request parameter (+) (PROFIdrive) 0x02 Change parameter (+) (PROFIdrive) 0x40 SEW MoviLink Service (+) Response (-): 0x81 Request parameter (-) (PROFIdrive) 0x82 Change parameter (-) (PROFIdrive) 0xC0 SEW MoviLink Service (-) Axis Unsigned8 0x xFF Number of axis No. of Parameters Unsigned8 0x x DWORDs (240 DP-V1 data bytes) Attribute Unsigned8 0x10 Value Voor SEW MoviLink (Request ID = 0x40): 0x00 No service 0x10 Read Parameter 0x20 Write Parameter 0x30 Write Parameter volatile 0x xF0 Reserved No. of Elements Unsigned8 0x00 For non-indexed parameters 0x x75 Quantity Parameter Unsigned16 0x xFFFF MoviLink parameter index Number Subindex Unsigned16 0x0000 SEW: always 0 Format Unsigned8 0x43 Double word 0x44 Error No. of Values Unsigned8 0x xEA Quantity Error Value Unsigned16 0x x0064 PROFIdrive-Errorcodes 0x MoviLink-AdditionalCode Low Voor SEW MoviLink 16 Bit Error Value Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A 31

32 6 DP-V1-functies Structuur van het DP-V1-parameterkanaal Procedure voor instelling via dataset 47 De parametertoegang vindt plaats met de combinatie van de DP-V1-instructies Write en Read. Met Write.req wordt de parameteropdracht overgedragen aan de slave. Hierop volgt de interne bewerking van de slave. De master verzendt nu een Read.req om het parameterantwoord op te halen. Als de master een negatief antwoord Read.res van de slave ontvangt, wordt Read.req herhaald. Zodra de parameterbewerking in de applicatieregelaar is afgesloten, antwoordt deze met een positieve reactie Read.res. De user data bevatten dan het parameterantwoord voor de eerder met Write.req verzonden parameteropdracht (zie afbeelding). Dit mechanisme geldt zowel voor een C1- als voor een C2-master. Afbeelding 12: telegramvolgorde voor parametertoegang via DP-V AXX 32 Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A

33 DP-V1-functies Structuur van het DP-V1-parameterkanaal 6 Stroomdiagram voor de DP-V1- master Bij een zeer korte cyclustijd van de bus wordt het parameterantwoord eerder aangevraagd, namelijk wanneer de regelaar de parametertoegang in de regelaar heeft afgesloten. Daarom staan op dit moment de antwoorddata van de regelaar nog niet gereed. In deze toestand zendt de regelaar op DP-V1-niveau een negatief antwoord met de Error_Code_1 = 0xB5 (statusconflict). De DP-V1-master moet dan een hernieuwde aanvraag met bovengenoemde Read.req-header verzenden, tot er een positief antwoord komt van de applicatieregelaar AXX Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A 33

34 6 DP-V1-functies Structuur van het DP-V1-parameterkanaal Adressering van een UFP met aangesloten MOVITRAC 07 De structuur van de dataset DS47 definieert een element Axis. Met de instelling Axis = 0 wordt de directe toegang tot de UPF geactiveerd. Het SBus-adres van de corresponderende regelaar moet in het element Axis worden ingevoerd voor de adressering van een aangesloten MOVITRAC BXX MoviLink-parameteropdrachten Het MoviLink-parameterkanaal van de SEW-applicatieregelaar wordt direct in de structuur van de dataset 47 weergegeven. Voor de uitwisseling van MoviLink-parameteropdrachten wordt de request-id 0x40 (SEW MoviLink-service) gebruikt. De parametertoegang met de MoviLink-instructies vindt in principe plaats volgens de hieronder beschreven structuur. Daarbij wordt de karakteristieke telegramvolgorde voor dataset 47 gebruikt. Request-ID: 0x40 SEW MoviLink Service In het MoviLink-parameterkanaal wordt de eigenlijke instructie door het datasetelement Attribute gedefinieerd. De High Nibble van dit element komt daarbij overeen met de Service Nibble in de managementbyte van het DPV0-parameterkanaal. 34 Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A

35 DP-V1-functies Structuur van het DP-V1-parameterkanaal 6 Voorbeeld van het lezen van een parameter via MoviLink Parameteropdracht verzenden De tabel laat de codering zien van de user data voor de instructie Write.req met opgave van de DP-V1-header. Met de instructie Write.req wordt de parameteropdracht naar de applicatieregelaar verzonden. De firmwareversie wordt gelezen. Tabel 3: uittreksel van de parameterlijst (handboek "MOVITRAC 07 Communicatie") Par. nr. Parameter In de volgende tabellen ziet u bijvoorbeeld de structuur van de Write.request en Read.res user data voor het lezen van een afzonderlijke parameter via het MoviLinkparameterkanaal. Eenheid/index Toegang Standaard Index Dec. Hex. Afk. Conv. 0.. Displays 07. Unit data 070 Unit type D 0 RO Rated output current A9 A -3 RO Firmware basic unit C 0 RO 0 Tabel 4: Write.request header voor de overdracht van de parameteropdracht Instructie: Write.request Betekenis/waardenbereik Voorbeeld: = = X.11 Slot_Number 0 Willekeurig (wordt niet geanalyseerd) Index 47 Index van de dataset, constante index 47 Length bytes aan user data voor parameteropdracht Tabel 5: Write.req USER DATA voor "read parameter" MoviLink Byte Veld Waarde Beschrijving 0 Request Reference 0x01 Individueel referentienummer voor de parameteropdracht, wordt in het parameterantwoord gespiegeld. 1 Request ID 0x40 SEW MoviLink Service 2 Axis 0x01 Aandrijvingsnummer; 1 = SBus-adres 3 No. of Parameters 0x01 1 parameter 4 Attribute 0x10 MoviLink-service "Read Parameter" 5 No. of Elements 0x00 0 = toegang tot directe waarde, geen subelement 6..7 Parameter Number 0x206C MoviLink index 8300 = "firmwareversie" 8..9 Subindex 0x0000 Subindex 0 Handboek Veldbusinterface PROFIBUS UFP11A 35

Handboek. Veldbusinterface DFP21B PROFIBUS DP-V1. Uitgave 07/2006 11479086 / NL

Handboek. Veldbusinterface DFP21B PROFIBUS DP-V1. Uitgave 07/2006 11479086 / NL Motorreductoren \ ndustrial Gears \ Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ Service Veldbusinterface DFP21B PROFBUS DP-V1 Uitgave 7/26 1147986 / NL Handboek SEW-EURODRVE Driving the world nhoudsopgave

Nadere informatie

Uitgave. MOVIDRIVE MDX61B-veldbusbusinterface DFP21B PROFIBUS-DP (12 MBaud) 03/2004. Handboek 11256885 / NL

Uitgave. MOVIDRIVE MDX61B-veldbusbusinterface DFP21B PROFIBUS-DP (12 MBaud) 03/2004. Handboek 11256885 / NL MOVIDRIVE MDX61B-veldbusbusinterface DFP21B PROFIBUS-DP (12 MBaud) Uitgave 3/24 Handboek 11256885 / NL SEW-EURODRIVE 1 Belangrijke aanwijzingen... 4 2 Inleiding... 5 3 Montage- en installatie-instructies...

Nadere informatie

Uitgave. Veldbus-interface CANopen UFO11A 11/2002. Handboek 1054 1276 / NL

Uitgave. Veldbus-interface CANopen UFO11A 11/2002. Handboek 1054 1276 / NL Veldbus-interface CANopen UFO11A Uitgave 11/2002 Handboek 1054 1276 / NL 1 Opbouw van het apparaat... 4 1.1 Vooraanzicht... 4 2 Installatie en bedrijf zonder pc... 5 2.1 Installatievoorschriften... 5

Nadere informatie

Correcties. MOVIDRIVE MDX61B Besturingskaart MOVI-PLC DHP11B. Uitgave 09/2005 FA / NL

Correcties. MOVIDRIVE MDX61B Besturingskaart MOVI-PLC DHP11B. Uitgave 09/2005 FA / NL Motorreductoren \ Industrial Gears \ Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ Service MOVIDRIVE MDX61B Besturingskaart MOVI-PLC DHP11B FA361510 Uitgave 09/2005 11456671 / NL Correcties SEW-EURODRIVE

Nadere informatie

Uitgave. MOVIDRIVE Veldbuscommunicatie DFP21A PROFIBUS DP (12 MBaud) 03/2001. Handboek 1051 6174 / NL

Uitgave. MOVIDRIVE Veldbuscommunicatie DFP21A PROFIBUS DP (12 MBaud) 03/2001. Handboek 1051 6174 / NL MOVDRVE Veldbuscommunicatie DFP21A PROFBUS DP (12 MBaud) Uitgave 3/21 Handboek 151 6174 / NL SEW-EURODRVE nhoudsopgave 1 nleiding... 4 2 DFP11A / DFP21A... 6 2.1 Verschillen tussen DFP11A / DFP21A... 6

Nadere informatie

Gedecentraliseerde I/O

Gedecentraliseerde I/O Gedecentraliseerde I/O MPI/DP interface Geintegreerde Profibus DP interface 1 9 pagina 1 Structuur van een PROFIBUS-DP netwerk Masters -400 PS 10A 400 CPU 414-2 DP PS -300-300 CPU 314 CP 342-5 DP -300

Nadere informatie

Uitgave. Veldbus-interface INTERBUS UFI11A 06/2002. Handboek / NL

Uitgave. Veldbus-interface INTERBUS UFI11A 06/2002. Handboek / NL Veldbus-interface INTERBUS UFI11A Uitgave 06/2002 Handboek 1052 5173 / NL 1 Systeemoverzicht... 4 2 Opbouw van het apparaat... 5 2.1 Vooraanzicht... 5 3 Installatie en bedrijf met Autosetup... 6 3.1 Installatievoorschriften...

Nadere informatie

Ontwerpen van PROFIBUS installaties. Geert Leen PROFIBUS International Competence Center ACRO

Ontwerpen van PROFIBUS installaties. Geert Leen PROFIBUS International Competence Center ACRO Ontwerpen van PROFIBUS installaties Geert Leen PROFIBUS International Competence Center ACRO Ontwerpen van een PROFIBUS installatie Keuze van het kabeltype Standaard kabel Halogeenvrije FRNC kabel Kabel

Nadere informatie

Uitgave. MOVIDRIVE seriële communicatie 11/2001. Handboek. 1053 167x / NL

Uitgave. MOVIDRIVE seriële communicatie 11/2001. Handboek. 1053 167x / NL MOVIDRIVE seriële communicatie Uitgave 11/21 Handboek 153 167x / NL SEW-EURODRIVE Inhoud 1 Belangrijke aanwijzingen... 4 2 Inleiding... 5 2.1 Overzicht seriële interfaces... 5 2.2 Technische gegevens...

Nadere informatie

SI-Profibus. Unidrive M700-M702 en Siemens S7-300 PLC (STEP 7)

SI-Profibus. Unidrive M700-M702 en Siemens S7-300 PLC (STEP 7) Omschrijving: In dit document wordt stap voor stap uitgelegd hoe met STEP 7 de communicatie opgezet kan worden tussen een Siemens S7-300 PLC en een Unidrive M700 met module. Dit document behandelt de volgende

Nadere informatie

Handleiding HCS VB5118

Handleiding HCS VB5118 Handleiding HCS VB5118 Digitale Ingangsmodule met 8 ingangen HCS Building Automation Kompasstraat 7, 2901AM Capelle a/d IJssel Postbus 182, 2900AD Capelle a/d IJssel Tel. +31(0)10 458 00 00 Fax +31(0)10

Nadere informatie

KEYSTONE. OM8 - EPI 2 AS-Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud. www.pentair.com/valves

KEYSTONE. OM8 - EPI 2 AS-Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud. www.pentair.com/valves KEYSTONE Inhoud 1 Optionele module 8: AS-Interface module 1 2 Installatie 1 3 Communicatiekenmerken 1 4 Beschrijving van de OM8 AS-Interface module 2 5 AS-Interface protocol 3 6 Communicatie-interface

Nadere informatie

Handleiding HCS VB5248

Handleiding HCS VB5248 Handleiding HCS VB5248 Analoge Uitgangsmodule met 8 uitgangen HCS Building Automation Kompasstraat 7a, 2901AM Capelle a/d IJssel Postbus 182, 2900AD Capelle a/d IJssel Tel. +31(0)10 458 00 00 Fax +31(0)10

Nadere informatie

Modbuskoppeling Verdyn - Priva (engineering in Priva)

Modbuskoppeling Verdyn - Priva (engineering in Priva) 1 Modbuskoppeling Verdyn - Priva (engineering in Priva) Verhulst klimaattechniek B.V. Albert Einsteinweg 10 5151 DL Drunen Nederland Tel.: 0416-672200 Fax: 0416-340785 www.verhulst.com 2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Handleiding HCS VB5224

Handleiding HCS VB5224 Handleiding HCS VB5224 Digitale Uitgangsmodule met 4 uitgangen HCS Building Automation Kompasstraat 7, 2901AM Capelle a/d IJssel Postbus 182, 2900AD Capelle a/d IJssel Tel. +31(0)10 458 00 00 Fax +31(0)10

Nadere informatie

KNX INTEGRATIE MODULE int-knx-2_nl 03/15

KNX INTEGRATIE MODULE int-knx-2_nl 03/15 INT-KNX-2 KNX INTEGRATIE MODULE int-knx-2_nl 03/15 De INT-KNX-2 module integreert de INTEGRA / INTEGRA Plus alarmsystemen met het KNX systeem. Met gebruik van de module kan het alarmsysteem de actoren

Nadere informatie

ARA-pro Installatie Dupline bus

ARA-pro Installatie Dupline bus ARA-pro Installatie Dupline bus ARA-pro is een geregistreerd handelsmerk van Adesys bv, Wateringen, NL uitgave 30-03-2012 1. Installatie Dupline bus Dupline is een bus systeem van Carlo Gavazzi. Op deze

Nadere informatie

Handboek. MOVIDRIVE MDX61B Veldbusinterface DFD11B DeviceNet. Uitgave 11/2004 FA361530 11284471 / NL

Handboek. MOVIDRIVE MDX61B Veldbusinterface DFD11B DeviceNet. Uitgave 11/2004 FA361530 11284471 / NL Aandrijfcomponenten \ Motion Control \ Systemen \ & Reparatie MOVIDRIVE MDX61B Veldbusinterface DFD11B DeviceNet Uitgave 11/2004 11284471 / NL FA361530 Handboek SEW-EURODRIVE Driving the world 1 Belangrijke

Nadere informatie

ADRESSEERBARE ZONE UITBREIDING int-adr_nl 05/14

ADRESSEERBARE ZONE UITBREIDING int-adr_nl 05/14 INT-ADR ADRESSEERBARE ZONE UITBREIDING int-adr_nl 05/14 De INT-ADR uitbreiding is voor uitbreiding van het alarmsysteem met tot 48 adresseerbare zones en ondersteund de CA-64 ADR-MOD adresseerbare detector

Nadere informatie

Handboek. MOVIDRIVE MDX60B/61B Communicatie en veldbusapparaatprofiel. Uitgave 04/2009 11264985 / NL

Handboek. MOVIDRIVE MDX60B/61B Communicatie en veldbusapparaatprofiel. Uitgave 04/2009 11264985 / NL Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Service MOVIDRIVE MDX60B/61B Communicatie en veldbusapparaatprofiel Uitgave 04/2009 11264985 / NL Handboek SEW-EURODRIVE Driving the world

Nadere informatie

SI-Profinet. Unidrive M700 en Siemens S7-300 PLC (Step 7)

SI-Profinet. Unidrive M700 en Siemens S7-300 PLC (Step 7) Omschrijving: In dit document wordt stap voor stap uitgelegd hoe met Simatic Step 7 de communicatie opgezet kan worden tussen een Siemens S7-00 PLC en een Unidrive M700 met V2 module. Dit document behandelt

Nadere informatie

Handleiding HCS VB5238

Handleiding HCS VB5238 Handleiding HCS VB5238 Analoge Ingangsmodule Ni1000/Pt1000 met 8 ingangen HCS Building Automation Kompasstraat 7a, 2901AM Capelle a/d IJssel Postbus 182, 2900AD Capelle a/d IJssel Tel. +31(0)10 458 00

Nadere informatie

Opmerking: afhankelijk van uw configuratie is de print voorzien van de benodigde componenten.

Opmerking: afhankelijk van uw configuratie is de print voorzien van de benodigde componenten. Gefeliciteerd met de aankoop van deze PC- I/ O kaart. Lees vóór u de kaart gaat installeren, de instructies in deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor latere naslag. Controleer

Nadere informatie

The cabling is the easiest part of bus systems..

The cabling is the easiest part of bus systems.. www.procentec.comcom info@procentec.comcom 1 A few words of some inexperienced engineers and marketeers: he cabling is the easiest part of bus systems.. Yeah right!!!!! 2 Copyrights by PROCENEC 2009 1

Nadere informatie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding LC-Products B.V. tel. (+31) 088-8111000 email: info@lc-products.nl website: www.lc-products.nl LC-Products. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced in any form or by any means

Nadere informatie

DIN-RAIL UITBREIDING int-iors_nl 10/14

DIN-RAIL UITBREIDING int-iors_nl 10/14 INT-IORS INT-ORS DIN-RAIL UITBREIDING int-iors_nl 10/14 De INT-IORS uitbreiding is voor uitbreiding van het alarmsysteem met 8 programmeerbare bedrade zones en 8 programmeerbare bedrade uitgangen. De modules

Nadere informatie

APT-200. Tweeweg handzender. Firmware versie 1.00 apt-200_nl 03/19

APT-200. Tweeweg handzender. Firmware versie 1.00 apt-200_nl 03/19 APT-200 Tweeweg handzender Firmware versie 1.00 apt-200_nl 03/19 SATEL sp. z o.o. ul. Budowlanych 66 80-298 Gdańsk POLAND tel. +48 58 320 94 00 www.satel.eu BELANGRIJK Uw rechten op garantie vervallen

Nadere informatie

SPRAAK MODULE INT-VG. 1. Eigenschappen. 2. Specificaties

SPRAAK MODULE INT-VG. 1. Eigenschappen. 2. Specificaties SPRAAK MODULE INT-VG int-vg_nl 12/11 De INT-VG module werkt samen met de INTEGRA en VERSA alarmsystemen en maakt implementatie van spraakberichten mogelijk (deze module vervangt de CA-64 SM spraak synthesizer

Nadere informatie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding 07/12-01 PC 353200 Nabijheidslezer Sfera Installatiehandleiding 2 Nabijheidslezer Sfera Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 1.1 Mededelingen en tips 4 Installatiehandleiding 2 Beschrijving 5 2.1 Hoofdfuncties

Nadere informatie

Het koppelen van de Wago aan de AC500-eco via Modbus RTU. A quick start guide. Jaap Ruiten

Het koppelen van de Wago aan de AC500-eco via Modbus RTU. A quick start guide. Jaap Ruiten Het koppelen van de Wago 750-315 aan de AC500-eco via Modbus RTU. A quick start guide Jaap Ruiten Het koppelen van de Wago 750-315 aan een AC500-eco plc. Solar TPS 1 dinsdag 4 februari 2014 Inhoudsopgave

Nadere informatie

PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11

PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11 TD-1 PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11 1. Toepassingen De detector kan temperatuur meten en worden gebruikt om informatie te tonen over: Te lage temperatuur, bijv. in kassen, bloemenwinkels,

Nadere informatie

Domotica in drie stappen: Systeem omschrijving: DDNET:

Domotica in drie stappen: Systeem omschrijving: DDNET: dmxdomotica DDC1-IP Controller. Ipad en Android Simplistic Light Domotica in drie stappen: 1: Monteren componenten en aansluiten. 2: Adressen instellen op de DMX dimmers Zones in stellen op de drukknop

Nadere informatie

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik BusBox 4. Aansluitingen BusBox 4. Opbouw van het kabelnetwerk met de BusBox 9

Voorwoord / veiligheidsaanwijzing 3. Gebruik BusBox 4. Aansluitingen BusBox 4. Opbouw van het kabelnetwerk met de BusBox 9 02/2010 Etecmo Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze documentatie mag worden vermenigvuldigd opgeslagen en/of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Etecmo. Technische

Nadere informatie

S88XPressNetLI v1.0. Installatie- en gebruikershandleiding en naslagwerk KDesign Electronics, PCB ontwerp door RoSoft

S88XPressNetLI v1.0. Installatie- en gebruikershandleiding en naslagwerk KDesign Electronics, PCB ontwerp door RoSoft S88XPressNetLI v1.0 Installatie- en gebruikershandleiding en naslagwerk. 2008 KDesign Electronics, PCB ontwerp door RoSoft 3.3 De S88XpressNetLI verbinden met de ROCO versterker Aangezien de S88XpressNetLI

Nadere informatie

Het aansturen van de FC280 via ABB op Profibus.

Het aansturen van de FC280 via ABB op Profibus. Het aansturen van de FC280 via ABB op Profibus. Snelle start handleiding Solar Technical Services Inhoudsopgave: Het gebruikte test materiaal.... 2 Download en installeer de GSD file voor de FC280... 3

Nadere informatie

Het koppelen van de u-remote aan de AC500-eco via Modbus TCP. A quick start guide. Jaap Ruiten

Het koppelen van de u-remote aan de AC500-eco via Modbus TCP. A quick start guide. Jaap Ruiten Het koppelen van de u-remote aan de AC500-eco via Modbus TCP. A quick start guide Jaap Ruiten Het koppelen van Weidmüller u-remote aan een AC500-eco plc. Thema: u-remote Modbus TCP Bladzijde 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

P1G2. Handleiding. firmware datum auteur Aanpassing

P1G2. Handleiding. firmware datum auteur Aanpassing P1G2 Handleiding firmware datum auteur Aanpassing versie 1.0 5-3-2014 Mike vd Hulst Eerste versie 1.05 2-6-2014 Mike vd Hulst Aangepaste firmware 2.0 1-10-2014 Mike vd Hulst Objecten toegevoegd volgens

Nadere informatie

Het Versacom systeem is gedefinieerd in DIN 43861, deel 301 als "transfer protocol A".

Het Versacom systeem is gedefinieerd in DIN 43861, deel 301 als transfer protocol A. Versacom Het Versacom protocol (Versatile Communication) wordt gebruikt voor het op afstand programmeren van intelligente ontvangers. Dit protocol verstuurt schakelprogramma's, agenda- en vakantie periodes

Nadere informatie

Handleiding ingebruikstellen

Handleiding ingebruikstellen 2Voice-handleiding Handleiding ingebruikstellen Inhoud Inleiding. 2 Instellen van lijnafsluiting op het binnentoestel.. 3 Instellen van lijnafsluiting op signaalverdeler (1083/55)... 3 Instellingen entreepaneel

Nadere informatie

Handboek. Besturing MOVI-PLC advanced DHE41B/DHF41B/DHR41B. Uitgave 04/2008 16623282 / NL

Handboek. Besturing MOVI-PLC advanced DHE41B/DHF41B/DHR41B. Uitgave 04/2008 16623282 / NL Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Service Besturing MOVI-PLC advanced DHEB/DHFB/DHRB Uitgave 0/008 668 / NL Handboek SEW-EURODRIVE Driving the world Inhoudsopgave Algemene

Nadere informatie

dmxdomotica DDC1-IP-RGB Controller. Simplistic Light Domotica in drie stappen:

dmxdomotica DDC1-IP-RGB Controller. Simplistic Light Domotica in drie stappen: dmxdomotica DDC1-IP-RGB Controller. Simplistic Light Domotica in drie stappen: 1: Monteren componenten en aansluiten. 2: Adressen instellen op de DMX dimmers Zones in stellen op de drukknop interfaces.

Nadere informatie

Handboek. MOVITRAC B Veilige uitschakeling applicaties. Uitgave 06/ / NL

Handboek. MOVITRAC B Veilige uitschakeling applicaties. Uitgave 06/ / NL Motorreductoren \ Industrial Gears \ Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ Service Veilige uitschakeling applicaties Uitgave 06/007 68688 / NL Handboek SEW-EURODRIVE Driving the world Inhoudsopgave

Nadere informatie

Uitgave. MOVIDRIVE compact 04/2002. Systeemhandboek / NL

Uitgave. MOVIDRIVE compact 04/2002. Systeemhandboek / NL MOVIDRIVE compact Uitgave 04/2002 Systeemhandboek 1053 3877 / NL SEW-EURODRIVE 1 Belangrijke aanwijzingen... 6 1 2 Systeembeschrijving... 8 2 kva f i n P Hz P6.. P60. P600 3 Technische gegevens en afmetingen...

Nadere informatie

SI-Profinet. Unidrive M200-M400 en Siemens S PLC (TIA portal)

SI-Profinet. Unidrive M200-M400 en Siemens S PLC (TIA portal) Omschrijving: In dit document wordt stap voor stap uitgelegd hoe met TIA portal de communicatie opgezet kan worden tussen een Siemens S7-500 PLC en een Unidrive M400 met V2 module. Dit document behandelt

Nadere informatie

1 INTRODUCTIE...5 2 SYSTEEMVEREISTEN...6. 2.1 Minimum Vereisten...6 2.2 Aanbevolen Vereisten...7

1 INTRODUCTIE...5 2 SYSTEEMVEREISTEN...6. 2.1 Minimum Vereisten...6 2.2 Aanbevolen Vereisten...7 NEDERLANDS...5 nl 2 OVERZICHT nl 1 INTRODUCTIE...5 2 SYSTEEMVEREISTEN...6 2.1 Minimum Vereisten...6 2.2 Aanbevolen Vereisten...7 3 BLUETOOTH VOORZIENINGEN...8 4 SOFTWARE INSTALLATIE...9 4.1 Voorbereidingen...10

Nadere informatie

De PROFIBUS, PROFINET & IO-Link dag. Edegem, 8 juni 2010. PROFIBUS Belgium VZW PROFIBUS, PROFINET & IO-Link

De PROFIBUS, PROFINET & IO-Link dag. Edegem, 8 juni 2010. PROFIBUS Belgium VZW PROFIBUS, PROFINET & IO-Link De PROFIBUS, PROFINET & IO-Link dag Edegem, 8 juni 2010 PROFIBUS Belgium VZW PROFIBUS, PROFINET & IO-Link 2010 Profibus in de procesindustrie 2 Jaap Westeneng PROFIBUS in de procesindustrie Aansluiting

Nadere informatie

MBUS-64 TCP. VF64 over MODBUS / TCP

MBUS-64 TCP. VF64 over MODBUS / TCP MBUS-64 TCP VF64 over MODBUS / TCP Wijzigingen voorbehouden PS/16-05-2006 Inhoudsopgave 1 Inleiding --------------------------------------------------------------------------------------------- 3 2 Protocol

Nadere informatie

Handboek. MOVIDRIVE MDX61B Besturingskaart MOVI-PLC DHP11B. Uitgave 09/2005 FA / NL

Handboek. MOVIDRIVE MDX61B Besturingskaart MOVI-PLC DHP11B. Uitgave 09/2005 FA / NL Aandrijfcomponenten \ Motion Control \ Systemen \ & Reparatie MOVIDRIVE MDX61B Besturingskaart MOVI-PLC DHP11B FA36151 Uitgave 9/25 1135784 / NL Handboek SEW-EURODRIVE Driving the world Inhoudsopgave 1

Nadere informatie

Locobuffer Handleiding

Locobuffer Handleiding Locobuffer Handleiding HDM09 Disclaimer van Aansprakelijkheid: Het gebruik van alle items die kunnen worden gekocht en alle installatie-instructies die kunnen worden gevonden op deze site is op eigen risico.

Nadere informatie

Het koppelen van een FC302 op Profibus met een Siemens PLC

Het koppelen van een FC302 op Profibus met een Siemens PLC Het koppelen van een FC0 op Profibus met een Siemens PLC Snelle start handleiding Solar Technical Support Inhoudsopgave: Het gebruikte testmateriaal.... Het instellen van de FC0.... Initialisation:...

Nadere informatie

Boutronic BV Installatie handleiding CAN-bus. Beschrijving voor het aanleggen van een CAN-bus

Boutronic BV Installatie handleiding CAN-bus. Beschrijving voor het aanleggen van een CAN-bus Boutronic BV Installatie handleiding CAN-bus Beschrijving voor het aanleggen van een CAN-bus Inhoudsopgave BESCHRIJVING VOOR HET AANLEGGEN VAN EEN CAN-BUS... 1 INHOUDSOPGAVE... 2 INLEIDING... 3 BESCHRIJVING

Nadere informatie

De Deskline configurator Advanced handleiding

De Deskline configurator Advanced handleiding De Deskline configurator Advanced handleiding Deze handleiding is voor versie 1.2.3 en hoger Zorg dat er een USB2LIN is aangesloten op de computer ( Gebruik versie 1.66 en hoger ) Zorg dat er geen andere

Nadere informatie

SP2PRO School ISYLED Visie Installateur handleiding

SP2PRO School ISYLED Visie Installateur handleiding SP2PRO School ISYLED Visie Installateur handleiding All rights, including rights created by patent grant or registration of a utility model or design, are reserved. Technical modifications possible. Technical

Nadere informatie

Het instellen van de ControlBox 3.0 moet worden uitgevoerd door gekwalificeerde mensen.

Het instellen van de ControlBox 3.0 moet worden uitgevoerd door gekwalificeerde mensen. Gebruikers handleiding Algemeen De ControlBox 3.0 bedient een standaard High Security Slot (HSS). Er zijn 3 opties om de firmware in te stellen. Zowel het type als de modus moeten worden geselecteerd:

Nadere informatie

Personal tag. Personal tag. Drukknop of bewegingsdetector. TABEL 2 Samenvatting van de Programmeerfuncties

Personal tag. Personal tag. Drukknop of bewegingsdetector. TABEL 2 Samenvatting van de Programmeerfuncties TAG-IN-A-BAG Stand alone proximity toegangscontrolesysteem Gebruikershandleiding 1. Introductie De TIAB is ontworpen om de toegang voor onbevoegden tot beschermde gebieden te beperken. De unit maakt gebruik

Nadere informatie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding 353000 Module Toetsenbord Sfera Installatiehandleiding 04/16-01 PC 2 Module Toetsenbord Sfera Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 1.1 Mededelingen en tips 4 Installatiehandleiding 2 Beschrijving 5 2.1 Hoofdfuncties

Nadere informatie

Revisie geschiedenis. [XXTER & KNX via IP]

Revisie geschiedenis. [XXTER & KNX via IP] Revisie geschiedenis [XXTER & KNX via IP] Auteur: Freddy Van Geel Verbinding maken met xxter via internet met de KNX bus, voor programmeren of visualiseren en sturen. Gemakkelijk, maar niet zo eenvoudig!

Nadere informatie

handleiding master aansluitmodule 6 zones - 230V/24 V

handleiding master aansluitmodule 6 zones - 230V/24 V handleiding master aansluitmodule 6 zones - 230V/24 V NL 1 GEBRUIKERSHANDLEIDING De Master aansluitmodule -RF is speciaal ontworpen voor de bediening van uw vloerverwarmings-/ koelingssysteem. De module

Nadere informatie

Optinet SX/MX. Installatiehandleiding. Opticom Engineering B.V.

Optinet SX/MX. Installatiehandleiding. Opticom Engineering B.V. Optinet SX/MX Installatiehandleiding Opticom Engineering B.V. INSTALLATIE - 2 - oktober 2010 TOEPASSING De Optinet is een complete communicatie interface voor het fabrikaat onafhankelijk beheren en bewaken

Nadere informatie

Versie: B Datum: Pag: 1 van 8

Versie: B Datum: Pag: 1 van 8 Versie: B Datum: 06-03-2018 Pag: 1 van 8 Algemeen Doel van deze instructie is om snel aan de slag te kunnen met een servosysteem dat is opgebouwd uit een TRIO MC4N motion controller en één of meer STÖBER

Nadere informatie

Handboek. Veldbusinterface DFE33B EtherNet/IP en Modbus/TCP. Uitgave 10/2008 16725689 / NL

Handboek. Veldbusinterface DFE33B EtherNet/IP en Modbus/TCP. Uitgave 10/2008 16725689 / NL Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Service Veldbusinterface DFE33B EtherNet/IP en Modbus/TCP Uitgave 10/2008 16725689 / NL Handboek SEW-EURODRIVE Driving the world Inhoudsopgave

Nadere informatie

De print van de centrale is hardwarematig aangepast waardoor een upgrade is niet mogelijk is.

De print van de centrale is hardwarematig aangepast waardoor een upgrade is niet mogelijk is. Galaxy Flex 3 FAQ Let Op!! Sommige instellingen hebben te maken met regelgeving. Controleer daarom of het aanpassen van een instelling niet in strijd is met de regels waar uw installatie aan moet voldoen.

Nadere informatie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding 353000 Module Toetsenbord Sfera Installatiehandleiding 06/12-01 PC 2 Module Toetsenbord Sfera Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 1.1 Mededelingen en tips 4 Installatiehandleiding 2 Beschrijving 5 2.1 Hoofdfuncties

Nadere informatie

Elbo Technology BV Versie 1.1 Juni 2012. Gebruikershandleiding PassanSoft

Elbo Technology BV Versie 1.1 Juni 2012. Gebruikershandleiding PassanSoft Versie 1.1 Juni 2012 Gebruikershandleiding PassanSoft Versie 1.1 Juni 2012 2 Inhoud: Opstart scherm PassanSoft... 1 Het hoofdmenu van PassanSoft wordt geopend... 4 Verklaring extra knoppen weergegeven

Nadere informatie

Handleiding ComfortTouch App voor Busch-ComfortTouch. Busch-ComfortTouch 9 8136/09-811 8136/09-825. Busch-ComfortTouch 12.1 8136/12-811 8136/12-825

Handleiding ComfortTouch App voor Busch-ComfortTouch. Busch-ComfortTouch 9 8136/09-811 8136/09-825. Busch-ComfortTouch 12.1 8136/12-811 8136/12-825 2273-1-8367 21.08.2013 Handleiding Busch- 9 8136/09-811 8136/09-825 Busch- 12.1 8136/12-811 8136/12-825 1 Inleiding... 3 1.1 Beoogd gebruik... 3 2 Systeemvereisten voor mobiele eindapparaten... 4 3 Voorinstelling

Nadere informatie

Applicatiesoftware Tebis

Applicatiesoftware Tebis 5 Applicatiesoftware Tebis Beschrijving van producten met RF ingang Productcode Productbenaming TR302 A / B 2 batterij / RF KN uitgangen TR304 A / B 4 batterij / RF KN uitgangen TDxxx 2 / 4 / 6 -voudige

Nadere informatie

Besturing van de Miniatuurwereld OC32. Apparaatdefinities (AVT)

Besturing van de Miniatuurwereld OC32. Apparaatdefinities (AVT) Besturing van de Miniatuurwereld OC32 Apparaatdefinities (AVT) Auteur: Leon J.A. van Perlo Versie: 2016/10/05 Datum: 10 oktober 2016 Release beheer Deze handleiding is van toepassing op Software o OC32Config

Nadere informatie

ACS-30-EU-MONI-RMM2-E

ACS-30-EU-MONI-RMM2-E Regeling en controle van heat-tracing voor meerdere toepassingen in commerciële en residentiële gebouwen Beschrijving De Remote Monitoring Module (RMM) wordt gebruikt voor de verzameling van sensor-/temperatuurinvoeren

Nadere informatie

Uitgave. MOVIDRIVE veldbuscommunicatie DFO11A CANopen 07/2000. open. Technische handleiding 0918 7170/NL

Uitgave. MOVIDRIVE veldbuscommunicatie DFO11A CANopen 07/2000. open. Technische handleiding 0918 7170/NL MOVIDRIVE veldbuscommunicatie DFO11A CANopen Uitgave 7/2 open Technische handleiding 918 717/NL SEW-EURODRIVE Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Montage/Installatie... 6 2.1 Ondersteunde apparatuur... 6

Nadere informatie

Het koppelen van een FC51, via Modbus RTU, aan een AC500-eco.

Het koppelen van een FC51, via Modbus RTU, aan een AC500-eco. Het koppelen van een FC51, via Modbus RTU, aan een AC500-eco. Snelle start handleiding. Solar Technical Support Inhoudsopgave: Benodigdheden.... 2 De Modbus RTU kabel.... 3 De gewijzigde parameters in

Nadere informatie

Märklin draaischijf 7286 met draaischijf decoder TT-DEC aansturen via het draaischijf symbool in het beeldscherm van de Central Station 3 (plus)

Märklin draaischijf 7286 met draaischijf decoder TT-DEC aansturen via het draaischijf symbool in het beeldscherm van de Central Station 3 (plus) Märklin draaischijf 7286 met draaischijf decoder TT-DEC aansturen via het draaischijf symbool in het beeldscherm van de Central Station 3 (plus) Deze beschrijving vervangt niet de handleiding van de draaischijf

Nadere informatie

Optinet-SX/MX-H. Installatiehandleiding. Opticom Engineering B.V.

Optinet-SX/MX-H. Installatiehandleiding. Opticom Engineering B.V. Optinet-SX/MX-H Installatiehandleiding Opticom Engineering B.V. INSTALLATIE - 2 - november 2012 TOEPASSING De Optinet-SX/MX-H is een "high performance" communicatie interface voor het fabrikaat onafhankelijk

Nadere informatie

RUKRA REMOTE DIGIT IO_44_NL ARTIKELNUMMER: RK-3004

RUKRA REMOTE DIGIT IO_44_NL ARTIKELNUMMER: RK-3004 ARTIKELNUMMER: RK-3004 Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u start met de montage of programmering RUKRA EUROPE B.V. WWW.RUKRA.EU INFO@RUKRA.EU Handleiding ALGEMENE INFORMATIE De Remote DIGIT

Nadere informatie

DE ELEKTRONISCHE IDENTITEITSKAART (EID)

DE ELEKTRONISCHE IDENTITEITSKAART (EID) DE ELEKTRONISCHE IDENTITEITSKAART (EID) MS OFFICE OUTLOOK 2007 (WINDOWS) VERSIE 1.1.1 NL Disclaimer Fedict is niet verantwoordelijk voor om het even welke schade die een derde zou ondervinden ingevolge

Nadere informatie

OPTILOG-900 OPTILOG-900

OPTILOG-900 OPTILOG-900 o Actief o Alarm Opticom Engineering B.V. INSTALLATIE - 1 - januari 2002 ALGEMEEN De Optilog-900 bestaat uit een compleet micro-computersysteem en wordt gebruikt als een universele interface voor trendregistratie,

Nadere informatie

BASICS of PROFIBUS @ PROFIDAG 2015. Roel Conings (ACRO)

BASICS of PROFIBUS @ PROFIDAG 2015. Roel Conings (ACRO) BASICS of PROFIBUS @ PROFIDAG 2015 Roel Conings (ACRO) Industriële communicatie 2 Conventionele bedrading Profibus 3 Centrale PLC Sensoren/Actuatoren Gebaseerd op 4-20mA of 0-10V technologie Met PLC/PC

Nadere informatie

De print van de centrale is hardwarematig aangepast waardoor een upgrade is niet mogelijk is.

De print van de centrale is hardwarematig aangepast waardoor een upgrade is niet mogelijk is. Galaxy Flex 3 FAQ Let Op!! Sommige instellingen hebben te maken met regelgeving. Controleer daarom of het aanpassen van een instelling niet in strijd is met de regels waar uw installatie aan moet voldoen.

Nadere informatie

Duifmelden. nl Gebruikershandleiding Automatische Aanmeld Module met de kloksystemen - Tauris - Unikon - Mega - Bricon - Benzing M1

Duifmelden. nl Gebruikershandleiding Automatische Aanmeld Module met de kloksystemen - Tauris - Unikon - Mega - Bricon - Benzing M1 Duifmelden.nl Pigeonscloud.com Gebruikershandleiding Automatische Aanmeld Module met de kloksystemen - Tauris - Unikon - Mega - Bricon - Benzing M1 Gebruikers handleiding Automatic Arrival Module for Pigeon

Nadere informatie

Besturingspaneel v Raam E-systeem functie omschrijving v109

Besturingspaneel v Raam E-systeem functie omschrijving v109 Besturingspaneel v Raam E-systeem functie omschrijving v109 Aantal druktoetsen: 4 stuks met de volgende functies: On/off toets voor in- en uitschakelen, toets 1 laagste vermogen, 2 midden stand, 3 max.

Nadere informatie

IO-Link: de industriële communicatiestandaard. De basis van IO-Link

IO-Link: de industriële communicatiestandaard. De basis van IO-Link IO-Link: de industriële communicatiestandaard De basis van IO-Link IO-Link IO-Link = eenvoudig en geldbesparend IO-Link = bekabelings- en communicatieconcept IO-Link IO-Link: enkele technische

Nadere informatie

FLEXESS AQUA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS200 CS VERGRENDELINGEN. t f MODELLEN CS200 SPECIFICATIES

FLEXESS AQUA CODETABLEAU EN PASLEZER TC-CS200 CS VERGRENDELINGEN. t f MODELLEN CS200 SPECIFICATIES MODELLEN CS200 SPECIFICATIES Voltage 12V AC/DC Stroomafname 35mA Relais uitgang maximaal 1 Amp. schakelen Bel uitgang maximaal 1 Amp. schakelen Leesafstand max. 40 mm Frequentie lezer 13,56MhZ voor Mifare

Nadere informatie

Remote Powercontrol for TCP/IP networks

Remote Powercontrol for TCP/IP networks Remote Powercontrol for TCP/IP networks Gebruikershandleiding 1. Opening instructies..... 1.1 Verbinding De IP Power Switch (IPPS) moet verbonden zijn met het lichtnet (230V) en het gewenste ethernet.

Nadere informatie

Handboek. MOVIAXIS MX Veldbusinterface XFP11A PROFIBUS DP. Uitgave 04/2006 FB / NL

Handboek. MOVIAXIS MX Veldbusinterface XFP11A PROFIBUS DP. Uitgave 04/2006 FB / NL Aandrijfcomponenten \ Motion Control \ Systemen \ Service & Reparatie MOVAXS MX Veldbusinterface XFP11A PROFBUS DP Uitgave 4/26 11355573 / NL FB41111 Handboek SEW-EURODRVE Driving the world nhoudsopgave

Nadere informatie

Het koppelen van Weidmüller u-remote aan een S7-1200 plc.

Het koppelen van Weidmüller u-remote aan een S7-1200 plc. Het koppelen van Weidmüller u-remote aan een S7-1200 plc. Thema: u-remote Bladzijde 1 Inhoudsopgave Een IP-adres toekennen met de Primary Setup Tool:... 3 Het importeren van het GSDML bestand in de TIA-portal:...

Nadere informatie

Sinthesi Deuropenermodule

Sinthesi Deuropenermodule Sinthesi Deuropenermodule 1105/3 met numeriek toetsenbord Elbo Technology b.v. Versie 1.1 - juni 2009 Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Wijzigingen voorbehouden. Handleiding Sinthesi

Nadere informatie

Configuratie programma tbv. MJK Instrumentie

Configuratie programma tbv. MJK Instrumentie Configuratie programma tbv. MJK Instrumentie Quick Guide Version nr.: 840150-002 www.mjk.com DK: +45 45 56 06 56 NO: +47 69 20 60 70 SE: +46 53 31 77 50 NL: +31 251 672171 USA: +1 847 482 8655 AUS: +61

Nadere informatie

Sharpdesk Mobile V1.1 Gebruikershandleiding

Sharpdesk Mobile V1.1 Gebruikershandleiding Sharpdesk Mobile V1.1 Gebruikershandleiding Voor de iphone SHARP CORPORATION April 27, 2012 1 Inhoudsopgave 1 Overzicht... 3 2 Ondersteunde besturingssystemen... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3 Installatie

Nadere informatie

Seriële bluetooth verbinding ATmega128

Seriële bluetooth verbinding ATmega128 Opdracht2 Bij deze opdracht worden verschillende taken gemaakt. De taken communiceren onderling met elkaar via een message queue of synchroniseren met elkaar via semaforen. A: Maak een taak aan die de

Nadere informatie

MH200N MH200N. Gebruikshandleiding 05/10-01 PC

MH200N MH200N. Gebruikshandleiding 05/10-01 PC MH200N MH200N Gebruikshandleiding 05/10-01 PC 2 MH200N Gebruikshandleiding Inhoud Beschrijving van de MH200N 4 1. Gebruik van de MH200N met Webpagina s vanop Personal computer 5 2. Basisfuncties 7 2.1

Nadere informatie

programmeerbare set voor een eenvoudige I/O-communicatie via Ethernet Modbus/TCP in beschermingsgraad IP67 TI-BL67-PG-EN-S-2

programmeerbare set voor een eenvoudige I/O-communicatie via Ethernet Modbus/TCP in beschermingsgraad IP67 TI-BL67-PG-EN-S-2 Type Ident no. 1545098 Aantal kanalen 2 Afmetingen (B x L x D) 108 x 145 x 77.5 mm programmeerbaar volgens IEC 61131-3 met CoDeSys Tot 50m kabellengte tussen interface en schrijf-leeskop 10/100 MBit/s

Nadere informatie

MODBUS remote I/O-unit type MODBUS4S110

MODBUS remote I/O-unit type MODBUS4S110 MODBUS remote I/O-unit type MODBUS4S110 Opvragen en aansturen van I/O via MODBUS RTU over RS232 of MODBUS IP of directe TCP/IP-socket. De MODBUS4S110 is een unit die als slave via MODBUS RTU (RS232) of

Nadere informatie

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista BEKNOPTE HANDLEIDING voor Windows Vista INHOUD Hoofdstuk 1: SYSTEEMVEREISTEN...1 Hoofdstuk 2: PRINTERSOFTWARE INSTALLEREN ONDER WINDOWS...2 Software installeren om af te drukken op een lokale printer...

Nadere informatie

Het koppelen van de FC280 aan Profinet.

Het koppelen van de FC280 aan Profinet. Het koppelen van de FC280 aan Profinet. Snelle start handleiding Solar Technical Services Inhoudsopgave: Het gebruikte test materiaal.... 2 Instellingen van de FC280 corrigeren via de MCT10 software....

Nadere informatie

Kies open installatie database wanneer u reeds een instellingen ODB bestand heeft gemaakt.

Kies open installatie database wanneer u reeds een instellingen ODB bestand heeft gemaakt. HANDLEIDING VERBINDING MAKEN MIDDELS DE JA-82T PC INTERFACE MODULE TUSSEN UW PC EN HET ALARMSYSTEEM. AANMAKEN VAN INSTELLINGENBESTAND ODB EN HET OPENEN VAN HET GEHEUGEN VAN HET ALARMSYSTEEM. MASTERSTAND

Nadere informatie

H A N D L E I D I N G D A Z A T O O L S - O N T V A N G E R

H A N D L E I D I N G D A Z A T O O L S - O N T V A N G E R H A N D L E I D I N G D A Z A T O O L S - O N T V A N G E R 2 0 1 6 0 8 2 4 INHOUDSOPGAVE 1. Software in 3 stappen geïnstalleerd...1 Stap 1: Downloaden van de software...1 Stap 2: Starten met de installatie...2

Nadere informatie

Het lokale netwerk configureren

Het lokale netwerk configureren Het lokale netwerk configureren Als u een lokaal netwerk wilt configureren, dient u eventueel de netwerkinstellingen van de PC s te configureren die via de router of het access point met elkaar moeten

Nadere informatie

LocoServo Handleiding

LocoServo Handleiding LocoServo Handleiding HDM12 Disclaimer van Aansprakelijkheid: Het gebruik van alle items die kunnen worden gekocht en alle installatie-instructies die kunnen worden gevonden op deze site is op eigen risico.

Nadere informatie

Beckhoff BC9050 met Twincat

Beckhoff BC9050 met Twincat Beckhoff BC9050 met Twincat F. Rubben, Ing. 2011 1 Beckhoff 2 1 Hardware: BC9050 voeding 24Vdc Voor de buscontroller en Voor de K-bus 3 Hardware: netwerk? De bouw van het netwerk zal bepalen hoe het IP-adres

Nadere informatie

HK01x handleiding. Versie 1.0 Juli xxter bv. Alle rechten voorbehouden. Meer informatie vindt u op

HK01x handleiding. Versie 1.0 Juli xxter bv. Alle rechten voorbehouden. Meer informatie vindt u op Versie 1.0 Juli 2019 2019 xxter bv. Alle rechten voorbehouden. Meer informatie vindt u op www.xxter.com Inhoud 1. Aansluiten 3 2. Reset opties en status led s 5 Technische specificaties 6 Welkom Met xxter

Nadere informatie

User Manual DMX Merger 2 channel

User Manual DMX Merger 2 channel User Manual 99-0430 DMX Merger 2 channel Pagina 1 van 7 Omschrijving Met de DMX-Merger is het mogelijk om 2 DMX signalen samen te voegen tot 1 Wanneer meerdere DMX bronnen samengevoegd moeten worden kan

Nadere informatie