Investeringsbeslissingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Investeringsbeslissingen"

Transcriptie

1 Investeringsbeslissingen 1. Begrippen 1.1. Wat is investeren? Een dadelijke (zekere) beschikbare koopkracht inruilen tegen: 1. een toekomstige onzekere inkomensstroom; 2. besparingen van uitgaven; 3. een niet-financieel voordeel Soorten investeringen a. Sociale investeringen De sociale wetgeving eist refters, wasplaatsen, installaties voor veiligheid, b. Rationalisatie investeringen 1. diepte investeringen: arbeiders vervangen door machines 2. vervangingsinvesteringen: het vervangen van technisch versleten of economisch verouderde investeringsgoederen. c. Uitbreidingsinvesteringen Het aankopen van kapitaalgoederen om de productiecapaciteit uit te breiden Tijdswaarde van het geld. Veronderstel dat je van je suikernonkel 1000 EUR ontvangt voor je goed examen economie. Indien je dit bedrag kan beleggen aan een jaarlijkse interestvoet van 5%, hoeveel zal dit bedrag dan waard zijn na 1 jaar? Veronderstel dat je dit bedrag kan blijven beleggen het jaar nadien aan eenzelfde jaarlijkse intrestvoet van 5%. Hoeveel bedraagt je kapitaal dan?

2 Hoeveel zal je kapitaal waard zijn na 5 jaar indien je ieder jaar het kapitaal kan herbeleggen aan dezelfde intrestvoet van 5%? Stel de formule op die de eindwaarde (E n ) van je kapitaal na n jaar uitdrukt in functie van de beginwaarde (B), de jaarlijkse intrestvoet (i) en de beleggingsperiode (n). Veronderstel dat de jaarlijkse intrestvoet 8% bedraagt. Wat zou je dan verkiezen: een nominaal bedrag van 1000 EUR nu ontvangen of een nominaal bedrag van 1000 EUR binnen 1 jaar ontvangen? Hoeveel zou je op dit ogenblik maximaal mogen ontvangen bij een jaarlijkse intrestvoet van 8% opdat je een nominaal bedrag van 1000 EUR dat je pas binnen 1 jaar zal ontvangen, zou verkiezen? Wat is de contante waarde (= de huidige waarde) van een 1 EUR te ontvangen na 1 jaar bij een gegeven jaarlijkse intrestvoet van 10%? Wat is de contante waarde van een bedrag E n te ontvangen na n jaar gegeven een jaarlijkse intrestvoet van 10%?

3 1.4. Cashflow benadering versus boekhoudkundige benadering Bij de cashflow benadering is het van belang wanneer de cashflows (kasstromen) ontvangen of uitgegeven worden. Verkopen wordt boekhoudkundig als opbrengst geregistreerd op het moment van de facturatie. De cashflow benadering registreert de ontvangst pas op het moment dat de klant de factuur effectief betaalt! Bij het nemen van investeringsbeslissingen wordt steeds de cashflow benadering toegepast. Bovendien houden we slechts rekening met de incrementele cashflows. Dit is het verschil in cashflows met en zonder aanvaarding van het project. Veronderstel dat een onderneming momenteel een verlies maakt van EUR. Een investering van EUR zou het verlies van de onderneming kunnen terug brengen tot EUR gedurende de komende 3 jaren. Wat zijn dat de incrementele cashflows in jaar 0, 1, 2 en 3? Jaar 0 Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Incrementele cashflows Voorbeeld: Illustratie van het onderscheid tussen de boekhoudkundige en cashflow benadering 1. Stel dat we een aankoop van een machine overwegen. De aankoopprijs van de machine bedraagt EUR. Men verwacht dat de investering in de machine een stijging van het jaarlijkse bedrijfsresultaat (exclusief afschrijvingen) van EUR voor belastingen gedurende een periode van 5 jaar zal opleveren. De economische levensduur van de machine bedraagt 5 jaar en de afschrijvingen geschieden lineair. De jaarlijkse afschrijvingslast bedraagt bijgevolg 20%. De belastingsvoet op de ondernemingswinst bedraagt 50%. Bereken de jaarlijkse winst na belastingen en de jaarlijkse netto cashflow. Boekhoudkundige benadering Cashflow benadering 1 We zullen dit voorbeeld blijven gebruiken bij de verschillende evaluatietechnieken.

4 Beide benaderingen geven een verschillend resultaat omdat de cashflow benadering rekening houdt met deze elementen die kasbewegingen of geldstromen zijn. In de boekhoudkundige benadering worden afschrijvingen als een kost beschouwd en bijgevolg afgetrokken van de inkomsten uit het project. Aangezien afschrijvingen evenwel geen cashoutflow betekenen, worden zij bij de cashflow benadering enkel daar in de analyse betrokken waar zij een belastingsbesparing betekenen. Immers afschrijvingen mogen van de belastbare winst worden afgetrokken. Besluit: Het is duidelijk dat de cashflow benadering de correcte is! Zolang een bepaalde flow niet correspondeert met een wijziging in de kasmiddelen, gebeurt er in de realiteit niets. Het is dan ook een verkeerde redenering te denken dat men door een wijziging van enkele boekhoudkundige gegevens de winstgevendheid van een project kan beïnvloeden. 2. Evaluatietechnieken 2.1. Terugverdientijd of pay-back methode De pay-back methode geeft het aantal jaren weer dat nodig is om de initiële investeringsuitgave te recupereren (of terug te verdienen). In ons voorbeeld wordt de pay-back periode = Indien de jaarlijkse netto cashflow een reeks van ongelijke bedragen zou zijn, wordt de berekening iets moeilijker. Veronderstel investering bedraagt EUR en de netto cashflows in jaar 1, 2,, 6 bedragen respectievelijk: EUR, EUR, EUR, EUR, EUR en EUR. Hoeveel bedraagt de pay-back periode dan?

5 Beslissingsregel: Een project wordt aanvaard indien de pay-back periode minder bedraagt dan een aanvaardbaar maximum; in het andere geval wordt het project verworpen. Stel dat de onderneming in ons voorbeeld de pay-back periode op 2 jaar wil zien, dan zal het project niet aanvaard kunnen worden op basis van deze beslissingsregel. Indien de onderneming de investering pas na 4 jaar wil terugbetaald zien, dan wordt het project wel aanvaard. Nadelen: 1. De lengte van de pay-back periode wordt arbitrair vastgesteld door de leiding. 2. De cashflows worden niet geactualiseerd, er wordt dus geen rekening gehouden met de tijdswaarde. Veronderstel 2 projecten die elk EUR kosten en volgende cashflows opleveren: Tijd Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 Project Project na 3.21 jaar Zal men onverschillig zijn tussen beide projecten? Veronderstel dat bij project 2 in jaar 4 en 5 nog een cashflow zou behaald worden van EUR. Welk project zou men verkiezen op basis van deze methode? Is dit correct? 3. Bij de pay-back methode houdt men dus bovendien geen rekening met de cashflows die na de pay-back periode plaatsvinden. Ondanks deze bezwaren wordt deze methode dikwijls gebruikt in de praktijk (hoewel meestal ter aanvulling van meer geavanceerde technieken). Men krijgt immers een inzicht in het risico en de liquiditeit van een project. Hoe korter de terugverdienperiode, hoe kleiner het risico en hoe groter de liquiditeit van het voorstel.

6 2.2. Interne rendementsmethode (IRR-methode) De interne rendementsvoet van een project is deze actualisatievoet die de actuele waarde van de cashinflows gelijkstelt met de actuele waarde van de cashoutflows. Algemeen: CIF COF n n t t 0 t t t 0 (1 i) t 0 (1 i) met COF = cashoutflow in periode t t CIF t = cashinflow in periode t i = interne rendementsvoet (IRR: internal rate of return) n = levensduur van het project In ons voorbeeld geeft dit:

7 Beslissingsregel: Indien de interne rendementsgraad groter is dan het minimaal geëiste rendement (r), ook wel cuttoff-rate of hurdle-rate genoemd, wordt het project aanvaard. Zo niet, wordt het verworpen. Stel dat in ons voorbeeld het minimum vereist rendement 12% bedraagt, dan zal het project aanvaard worden, want IRR > r. Voordelen: - Deze methode is gebaseerd op cashflows. - IRR houdt rekening met de tijdswaarde van het geld en de timing van de cashflows. Nadelen: - IRR is moeilijk te berekenen. - Meerdere IRR s zijn mogelijk. (*) - IRR houdt geen rekening met het geïnvesteerde bedrag (zie opmerking bij NAW) (*) Veronderstel een project met volgende cashflows: Tijdstip IRR (%) Cashflows ?? We berekenen het IRR:

8 2.3. Netto actuele waarde methode (NAW) De NAW-methode berekent, gebruik makend van een geëiste rendementsgraad, het verschil tussen de actuele waarde van de cashinflows en de actuele waarde van de cashoutflows. NAW = CIF COF n n t t t t t 0 (1 r) t 0 (1 r) met COF = cashoutflow in periode t t CIF t = cashinflow in periode t r = geëiste rendement of kapitaalkost n = levensduur van het project Veronderstel in ons voorbeeld dat het geëiste rendement 10% bedraagt, bereken dan de netto actuele waarde van dit investeringsproject: Illustreer grafisch de NAW in functie van de kapitaalkost (geëiste rendement). Beslissingsregel: Het project zal aanvaard worden wanneer de NAW 0. Anders gezegd: de actuele waarde van de cashinflows moet tenminste gelijk zijn aan de actuele waarde van de cashoutflows.

9 Essentieel verschil met IRR-methode is dat deze laatste de rendementsgraad bepaalt, terwijl deze bij NAW-methode a priori gegeven wordt. De NAW-methode is de beste waarderingsmethode!! We moeten dus steeds het aanvaardings- of verwerpingsresultaat van de NAW-methode volgen. De andere methoden zullen niet altijd tot een juiste beslissing leiden! Opmerking: De IRR-regel houdt geen rekening met de grootte van het geïnvesteerde bedrag. Veronderstel 2 projecten en een vereist rendement van 10%. Het bedrijf heeft EUR beschikbaar. Het bedrag dat niet geïnvesteerd wordt kan het bedrijf beleggen aan het vereiste rendement. De projecten leveren volgende cashflows op: 0 1 IRR Project ? Project ? Bereken het IRR van beide projecten. Welk project zou je dan verkiezen? Bereken de NAW van beide projecten. Welk project is te verkiezen? Vergelijk met IRRmethode.

10 2.4. Oefeningen op evaluatiemethoden Oefening 1: Een onderneming doet een uitbreidingsinvestering van EUR. De levensduur bedraagt 4 jaar. Men kan kiezen tussen 2 projecten: project A en project B. De cashflows van de verschillende projecten zijn voor de verschillende jaren als volgt: Jaar Project A Project B a. Bereken de terugverdientijd = pay-back periode. b. Bereken het interne rendement. c. Bereken de NAW (geëiste rendement = 11%) Oefening 2: Een onderneming overweegt een nieuwe machine te kopen ter vervanging van een technisch-verouderde machine. De aanschaffingsprijs van de nieuwe machine bedraagt De nieuwe machine heeft een economische levensduur van 10 jaar, daarna kan ze als waardeloos worden beschouwd. Door de aankoop van de machine verwacht men dat de jaarlijkse omzet zal stijgen. Jaarlijks zal ook een totale kostenbesparing van gerealiseerd worden. De huidige marktwaarde van de oude machine is De netto-boekwaarde van de oude machine op dit ogenblik is ook De oude machine zou nog gedurende 2 jaar lineair worden afgeschreven tot aan een restwaarde nul. Wat is de NAW van het project als de belastingvoet 40% bedraagt en de kapitaalkost 12%? Zal men dit project aanvaarden of verwerpen? Oefening 3: Een onderneming Lendl NV overweegt de aankoop van een nieuwe machine, hetgeen een initiële investering vergt van EUR. De machine (met een economische levensduur van 10 jaar) kan lineair worden afgeschreven over 5 jaar en heeft geen restwaarde. Men

11 verwacht dat het bedrijfsresultaat (vóór afschrijvingen en belastingen) tijdens de levensduur van de machine EUR zal bedragen. In de veronderstelling dat het geëist rendement van de onderneming 10% bedraagt en dat er 40% belastingen op de winst zijn, bereken dan de pay-back periode en de NAW van dit project. Oefening 4: De NV Sukova overweegt een investering in een machine die een kostprijs heeft van EUR. Ze heeft een normale gebruiksduur van 5 jaar en wordt rechtlijnig afgeschreven over die periode en zal geen restwaarde meer hebben. Jaarlijks zullen de inkomsten gegenereerd door die machine EUR bedragen, de kosten echter EUR. Hoeveel bedraagt de netto actuele waarde van deze investering, gegeven dat de onderneming 40% belastingen zal moeten betalen op haar bedrijfswinsten en de kapitaalkost van de onderneming 14% bedraagt? Oefening 5: Mandlikova NV kan investeren in een project met een gebruiksduur van 6 jaar en met een initiële investeringsuitgave van $. Indien het project zou doorgevoerd worden dan zou dit voor de onderneming een kostenbesparing betekenen van $ per jaar en een stijging van de omzet met $ per jaar. Hoeveel bedraagt de NAW van het project gegeven dat de onderneming een geëist rendement van 14% heeft, onderworpen is aan een belastingvoet van 40% en de rechtlijnige afschrijvingsmethode over de totale gebruiksduur toepast? Oefening 6: Welke uitspraak is fout? a. Als de cash flows van een investering verdisconteerd worden tegen de IRR dan zal de NAW van de investering nul zijn. b. Bij het gebruik van de IRR als evaluatiemethode voor investeringsbeslissingen wordt de grootte van het geïnvesteerde bedrag verwaarloosd. c. Als de kapitaalkost stijgt, zal de NAW en de IRR dalen. d. Nadelen aan de pay-back methode is dat men geen rekening houdt met de tijdsvoorkeur van het geld en de cash flows na de pay-back periode.

12 Oefening 7: De aankoop van een tweede productielijn is noodzakelijk voor onderneming Lloyd-Mills. De aan te kopen machine zal $ kosten en zal afgeschreven worden over de economische levensduur die 5 jaar bedraagt. Als gevolg van deze investering zullen de opbrengsten tijdens de volgende 5 jaren verdubbelen van $ tot $. De jaarlijkse productiekosten voor de nieuwe productielijn bedragen $. De transportkosten stijgen slechts met $ tot $. Hoeveel bedraagt de NAW van dit investeringsplan als de kapitaalkost gelijk is aan 14% en het bedrijf 40% belastingen op haar winst betaalt? Oefening 8: Een project heeft een initiële investeringskost van De verwachte cash flows in jaar 1 en 2 bedragen respectievelijk: 500 en 800. De rentevoet r 1, vanaf nu tot binnen 1 jaar, is 10%. De rentevoet r 2, vanaf jaar 1 tot jaar 2, is 15%. Wat is de NAW van dit project? Oefening 9: Een onderneming overweegt de aankoop van een nieuwe machine ter vervanging van een verouderde machine. Deze investering kost EUR en zou een periode van 5 jaar beslaan, waarna de machine nog kan verkocht worden voor EUR. Hierdoor verwacht men een toename van de jaarlijkse omzet met EUR en een daling van de jaarlijkse productiekosten met EUR. De huidige boekwaarde (gelijk aan de marktwaarde) van de oude machine bedraagt EUR en de resterende levensduur bedraagt 3 jaar. De afschrijvingen van zowel de nieuwe als de oude machine gebeuren steeds lineair. De vennootschapsbelasting bedraagt 40% en de kapitaalkost ( r ) bedraagt 10%. Je mag ervan uitgaan dat de nieuwe machine op het einde van de levensduur kan verkocht worden aan de boekwaarde. a. Bereken de jaarlijkse cashflows gedurende deze 5 jaren. Geef nauwkeurig je tussenberekeningen weer. b. Zou je dit project doorvoeren op basis van de NAW-methode. c. Bereken het interne rendement.

13 Oefening 10: Een onderneming overweegt de aankoop van een nieuwe machine ter vervanging van een verouderde machine. Deze investering kost EUR en zou een periode van 5 jaar beslaan, waarna de machine nog kan verkocht worden voor EUR. Hierdoor verwacht men een toename van de jaarlijkse omzet met EUR. De productiekosten zullen hierdoor wel met EUR stijgen. De huidige boekwaarde (gelijk aan de marktwaarde) van de oude machine bedraagt EUR en de resterende levensduur bedraagt 2 jaar (de oude machine heeft een restwaarde van EUR!!). Je mag ervan uitgaan dat de marktwaarde binnen 2 jaar ook effectief de boekwaarde is van de oude machine. De afschrijvingen van zowel de nieuwe als de oude machine gebeuren steeds lineair. De vennootschapsbelasting bedraagt 40% en de kapitaalkost ( r ) bedraagt 10%. Je mag ervan uitgaan dat we de nieuwe machine op het einde van haar levensduur nog zullen (kunnen) verkopen aan haar boekwaarde. a. Bereken de jaarlijkse cashflows gedurende deze 5 jaren. Geef nauwkeurig je tussenberekeningen weer. b. Bereken de terugverdientijd. c. Bereken het interne rendement van dit project. Zou je op basis van de IRR-methode deze investering doorvoeren of verwerpen?

14 2.5. Invloed van het vereist werkkapitaal Inleiding Investeringsprojecten vereisen naast de aanschaf van vaste activa, zoals gebouwen, machines en andere uitrustingsgoederen, meestal ook een investering in werkkapitaal. Hiermee wordt bedoeld dat ook de investering zal gevoeld worden in een wijziging van de voorraden, de vorderingen, de cash en de schulden 2. Het bedrag dat bij het begin van de investering wordt vastgelegd in werkkapitaal, komt bij het beëindigen van het project terug vrij en betekent dan een additionele cashflow. Veronderstel in ons basisvoorbeeld dat er naast een investering van EUR een investering van EUR nodig was in additioneel werkkapitaal (bv. toename van de voorraad vereist). We merken op dat het vereist werkkapitaal de totale cashflows niet verandert. Dit komt omdat de investering in werkkapitaal op het einde van het project gerecupereerd wordt. Jaar Met werkkapitaal Zonder werkkapitaal De NAW van het project zonder werkkapitaal hebben we reeds berekend en bedroeg 3228 EUR. Zal het vereist werkkapitaal de NAW van het project wijzigen? Veronderstel r = 10%. 2 Merk op dat deze elementen het netto bedrijfskapitaal bepalen! Het netto bedrijfskapitaal (NBK) berekenen we door van de courante activa (CA = beperkte vlottende activa) het vreemd vermogen op korte termijn (VVKT) af te trekken. Hier gaan we uitgebreid op in bij de analyse van de jaarrekening 6 de jaar.

15 Voorbeeldoefening Gegeven: We investeren voor een bedrag van , lineaire afschrijving 5% per jaar, restwaarde = De gemiddelde voorraad zal meer bedragen dan nu en dan constant blijven. De extra exploitatiekosten worden als volgt geschat: eerste jaar: , tweede jaar: , derde jaar: en het vierde jaar: De omzet zal stijgen ten opzichte van jaar nul: het eerste jaar met , het tweede jaar met , het derde jaar met en het vierde jaar met De winstmarge bedraagt 20% van de omzet. Het ontvangen krediet bij de leveranciers bedraagt 30 dagen, het verleende krediet aan de klanten eveneens 30 dagen. De vennootschapsbelasting bedraagt 40%. We gaan ervan uit dat een jaar 360 dagen en een maand 30 dagen bevat. Gevraagd: a. Bereken de evolutie van het werkkapitaal (ook wel eens vlottend kapitaal genoemd!) b. Bereken de toename van het vlottend kapitaal. c. Bereken de cashflows. d. Bereken de NAW van deze investering, veronderstel dat het geëiste rendement 10% bedraagt. (Opgelet: Hou rekening met de restwaarde die op het einde van de levensduur zal gerecupereerd worden!)

16 Oefeningen investeringsbeslissingen (met werkkapitaal) Oefening 1: NV Lleyton and Jocelyn zijn gespecialiseerd in het produceren van Australisch luxe sporttoestellen. De bedrijfsleiding denkt eraan een nieuw investeringsproject door te voeren. Het dossier van dit project bevat volgende gegevens: - investeringssom: EUR - geëist rendement = kapitaalkost = 14% - economische levensduur = 6 jaar - restwaarde (na 6 jaar) = EUR - vennootschapsbelasting = 39% - gemiddelde aan klanten toegestane krediettermijn = 3 maanden - de bedragen geïnvesteerd in het netto-bedrijfskapitaal komen op het einde van het 6 de jaar weer vrij. De volgende tabel vermeldt de vermoedelijke extra omzet en extra exploitatiekosten. Jaar Omzet Exploitatiekosten a. Bereken de cash-flows van het eerste tot en met het zesde jaar. b. Na hoeveel jaren zouden de geplande investeringsuitgaven terugverdiend zijn? c. Bereken de interne rendementsvoet van het project. (Gebruik lineaire interpolatie) d. Zou je adviseren om dit project te aanvaarden?

17 Oefening 2: De NV Moanica is gespecialiseerd in de productie van tennisballen, tennisnetten en tennisuitrustingen. De onderneming wil nu ook tennisraketten vervaardigen. Hiervoor moeten machines voor EUR worden gekocht. Die machines zullen op 5 jaar afgeschreven worden. De restwaarde wordt geschat op 10% van de aankoopprijs. De machine wordt op het einde van het vijfde jaar tegen restwaarde verkocht. De levensduur van het project is 5 jaar. De huidige omzet bedraagt EUR en de marketingafdeling verwacht dat de omzet door de nieuwe productgroep: het eerste jaar met 10%, het tweede jaar met 15%, het derde jaar met 20%, het vierde jaar met 12% en het vijfde jaar met 10% (percentages telkens t.o.v. de huidige omzet) zal stijgen. Ook het nettobedrijfskapitaal zal moeten aangepast worden: - de voorraden bedragen altijd 15% van de omzet in dat jaar; - de klanten ontvangen anderhalve maand krediet; - de aankopen bij de leveranciers bedragen 60% van de omzet; - de leveranciers staan 2 maanden krediet toe. De exploitatiekosten exclusief de afschrijvingen worden door de productieafdeling geraamd op: Eerste jaar EUR, tweede jaar: EUR, derde jaar: EUR, vierde jaar: EUR en het vijfde jaar: EUR. De vennootschapsbelasting bedraagt 39%. a. Maak een overzichtelijke tabel met de berekening van de toename van het werkkapitaal voor de 5 jaren van het investeringsproject. b. Bereken de jaarlijkse cash-flows van dit project. c. Bereken de pay-back periode. d. Bereken de NAW van dit project.

18 Oefening 3: De onderneming ROD LAVER stelt je aan als financieel analist en vraagt je om te onderzoeken of het volgende 5 jaar durende project best kan doorgevoerd worden of niet. Indien het project wordt doorgevoerd is er een extra loods nodig ( EUR) en een nieuwe machine ( EUR). De levensduur van de loods wordt geschat op 50 jaar, die van de nieuwe machine op 5 jaar. Noch de loods, noch de nieuwe machines hebben een restwaarde. Indien het project niet wordt doorgevoerd zal men de huidige (oude) machine de komende 5 jaar nog verder kunnen gebruiken. De huidige boekwaarde (= marktwaarde) van deze machines bedraagt EUR en de resterende levensduur is 5 jaar; geen restwaarde. Indien het project wordt doorgevoerd dan zal de oude (huidige) machine meteen worden verkocht en worden vervangen door de nieuwe machine. De nieuwe loods, die nodig is om het project te realiseren, zal worden verkocht tegen zijn boekwaarde na afloop van het project (op het einde van het 5 de jaar)!! De huidige omzet bedraagt EUR en de huidige exploitatiekosten bedragen EUR. Er werd berekend dat dit project een gunstige invloed zal hebben op de omzet de komende 5 jaren, de exploitatiekosten zullen echter ook toenemen. Volgende tabel toont hoeveel de omzet en de exploitatiekosten zullen bedragen indien het project wordt doorgevoerd. Je mag ervan uitgaan dat de omzet en de exploitatiekosten zonder het project door te voeren constant zouden blijven gedurende de komende 5 jaren (respectievelijk EUR en EUR). Indien project wordt doorgevoerd: Jaar Omzet Exploitatiekosten EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR Bijkomende gegevens: De voorraden tijdens een bepaald jaar in deze onderneming moeten altijd 10% van de omzet in dat jaar bedragen; De klanten ontvangen 1 maand klantenkrediet;

19 De leveranciers staan 2 maanden uitstel van betaling toe; De aankoopkostprijs (AKP) bedraagt 60% van de verkoopprijs (VP); Vennootschapsbelasting: 34%; Duur van het project = 5 jaar; Geëist rendement = kapitaalkost = 10% a. Maak een overzichtelijke tabel die de berekening van de evolutie van de toename van het werkkapitaal weergeeft gedurende de 5 jaren van het project. b. Bereken op overzichtelijke wijze de cashflows met betrekking tot dit project. c. Zou je de onderneming ROD LAVER adviseren het project door te voeren? Geef de nodige berekeningen. Oefening 4: (= HT april 2010) De onderneming B.J. KING stelt je aan als financieel analist en vraagt je om te onderzoeken of het volgende 5 jaar durende project best kan doorgevoerd worden of niet. Indien het project wordt doorgevoerd is er een extra gebouw nodig ( EUR) en een nieuwe machine ( EUR). De levensduur van het gebouw wordt geschat op 20 jaar, die van de nieuwe machine op 5 jaar. Het gebouw heeft geen restwaarde; de machine heeft een restwaarde van EUR. Indien het project niet wordt doorgevoerd zal men de huidige (oude) machine de komende 3 jaar nog verder kunnen gebruiken. De huidige boekwaarde (= marktwaarde) van deze machine bedraagt EUR en de resterende levensduur is 3 jaar; geen restwaarde EUR. Indien het project wordt doorgevoerd dan zal de oude (huidige) machine meteen worden verkocht en worden vervangen door de nieuwe machine. Het nieuwe gebouw, dat nodig is om het project te realiseren, zal worden verkocht tegen zijn boekwaarde na afloop van het project (op het einde van het 5 de jaar)!! De huidige omzet bedraagt EUR en de huidige exploitatiekosten bedragen EUR. Er werd berekend dat dit project een gunstige invloed zal hebben op de omzet de komende 5 jaren, de exploitatiekosten zullen echter ook toenemen. Volgende tabel toont hoeveel de omzet en de exploitatiekosten zullen bedragen indien het project wordt doorgevoerd. Je mag ervan uitgaan dat de omzet en de exploitatiekosten zonder het project door te voeren constant zouden blijven gedurende de komende 5 jaren (respectievelijk EUR en EUR).

20 Indien project wordt doorgevoerd zou de omzet en de exploitatiekosten als volgt zijn: Jaar Omzet Exploitatiekosten EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR Bijkomende gegevens: De voorraden tijdens een bepaald jaar in deze onderneming moeten altijd 15% van de omzet in dat jaar bedragen; De klanten ontvangen 2 maand klantenkrediet; De leveranciers staan 1,5 maanden uitstel van betaling toe; De aankoopkostprijs (AKP) bedraagt 50% van de verkoopprijs (VP); Vennootschapsbelasting: 34%; Duur van het project = 5 jaar; Geëist rendement = kapitaalkost = 8% a. Maak een overzichtelijke tabel die de berekening van de evolutie van de verandering van het werkkapitaal weergeeft gedurende de 5 jaren van het project. b. Bereken op overzichtelijke wijze de cashflows met betrekking tot dit project. Noteer de gevonden cashflows van ieder jaar in onderstaande tabel. Jaar 0 Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 c. Bereken het intern rendement van dit project.

BEDRIJFSWETENSCHAPPEN. 2. De investeringsbeslissing en de verantwoording ervan

BEDRIJFSWETENSCHAPPEN. 2. De investeringsbeslissing en de verantwoording ervan BEDRIJFSWETENSCHAPPEN Hoofdstuk 2: INVESTERINGSANALYSE 1. Toepasbare beoordelingsmethodes 1.1. Pay-back 1.2. Return on investment 1.3. Internal rate of return 1.4. Net present value 2. De investeringsbeslissing

Nadere informatie

Investeringsbeslissingen

Investeringsbeslissingen Inveseringsbeslissingen 1. Begrippen 1.1. Wa is inveseren? Een dadelijke (zekere) beschikbare koopkrach inruilen egen: 1. een oekomsige onzekere inkomenssroom; 2. besparingen van uigaven; 3. een nie-financieel

Nadere informatie

Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven.

Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven. www.jooplengkeek.nl Investeringsselectie Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven. belangrijk Calculaties voor beslissingen

Nadere informatie

OEFENINGEN HOOFDSTUK 1

OEFENINGEN HOOFDSTUK 1 OEFENINGEN HOOFDSTUK 1 1 2 OEFENING 1 DE FIRMA N.V. BUILD IS GESPECIALISEERD IN WEGENWERKEN. ZIJ KRIJGT VANDAAG HET AANBOD VAN DE STAD BRUSSEL OM DE KANAALSTRAAT HER AAN TE LEGGEN. OM TE EVALUEREN OF DIT

Nadere informatie

OEFENINGEN HOOFDSTUK 2

OEFENINGEN HOOFDSTUK 2 OEFENINGEN HOOFDSTUK 2 1 2 OEFENING 1 DE ONDERNEMING DATSUN N.V. MAAKT AIRCONDITIONING SYSTEMEN. OMWILLE VAN DE STERKE GROEI VAN DIE MARKT, IS DE HUIDIGE PRODUCTIECAPACITEIT NIET LANGER TOEREIKEND. DATSUN

Nadere informatie

OEFENINGEN HOOFDSTUK 3

OEFENINGEN HOOFDSTUK 3 OEFENINGEN HOOFDSTUK 3 1 2 OEFENING 1 EEN ONDERNEMING VERWACHT OP BASIS VAN HAAR HUIDIGE ACTIVITEITEN, IN DE VOLGENDE TWEE JAREN EEN VRIJE CASHFLOW VAN RESPECTIEVELIJK 100.000 EURO EN 200.000 EURO TE REALISEREN.

Nadere informatie

Handleiding budgettering

Handleiding budgettering Handleiding budgettering A. Algemene opmerkingen Bij het budgetteren komen zeer veel berekeningen voor, wat dus een grote kans op rekenfouten met zich meebrengt. Bovendien bestaat de kans dat die rekenfouten

Nadere informatie

Extra uitleg bij berekeningen budgettering

Extra uitleg bij berekeningen budgettering Extra uitleg bij berekeningen budgettering A. Algemene opmerkingen Bij het budgetteren komen zeer veel berekeningen voor, wat dus een grote kans op rekenfouten met zich meebrengt. Bovendien bestaat de

Nadere informatie

De investeringsanalyse

De investeringsanalyse Het programma van vandaag: het investeringsproject de cashflow het gemiddelde rendement de terugverdientijd de netto contante waarde Adele 1 Investeringsbeslissingen Waarom investeren? We verwachten winst

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2 HOOFDSTUK 2 Opgave 1 a. De kosten en opbrengsten en daarvan uiteindelijk de ontvangsten en uitgaven zijn voor iedere investering van belang. b. Het grote probleem zijn de schaarse middelen. c. Dit zijn

Nadere informatie

De investeringsanalyse

De investeringsanalyse Het programma van vandaag: het investeringsproject de cashflow het gemiddelde rendement de terugverdientijd de netto contante waarde 1 Investeringsbeslissingen Waarom investeren? We verwachten winst te

Nadere informatie

3. Wat is het kenmerkende verschil tussen een uitbreidings - en een expansieinvestering?

3. Wat is het kenmerkende verschil tussen een uitbreidings - en een expansieinvestering? Hoofdstuk 7 Investeringsselecties Open vragen: 1. Geef het kenmerkende verschil aan tussen investeren en beleggen! 2. In welke categorieën vallen investeringen onder te verdelen? 3. Wat is het kenmerkende

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Boek 2B, Hoofdstuk 41 t/m 44

Samenvatting Management & Organisatie Boek 2B, Hoofdstuk 41 t/m 44 Samenvatting Management & Organisatie Boek 2B, Hoofdstuk 41 t/m 44 Samenvatting door een scholier 2184 woorden 5 april 2011 6,7 25 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 41 Regels voor de

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Investeringsbeslissingregels

Hoofdstuk 6: Investeringsbeslissingregels Hoofdstuk 6: Investeringsbeslissingregels Een bedrijf moet alleen tot acquisitie overgaan als het een positieve netto contante waarde heeft. Hoewel de NCW investeringsregel de waarde van het bedrijf maximaliseert,

Nadere informatie

ZEEËN VAN KANSEN FINANCIEEL MANAGEMENT

ZEEËN VAN KANSEN FINANCIEEL MANAGEMENT ZEEËN VAN KANSEN FINANCIEEL MANAGEMENT (Innovatieve) projecten Financiële haalbaarheid Welke kennis is essentieel Bedrijfsplan Investeringsselectie Inkoopmarkt Bedrijf Verkoopmarkt Productiemiddelen Gelduitgaven

Nadere informatie

Module 4 Inzicht in cijfers

Module 4 Inzicht in cijfers Geleerd in vorige presentaties Module 4 Inzicht in cijfers 1. Balans in detail 2. Kengetallen Les 4. Vergelijk je resultaten op 4 manieren + maak goede investeringsbeslissingen Les 4 Vergelijk je resultaten

Nadere informatie

Hoofdstuk 7: Basis van kapitaal budgettering

Hoofdstuk 7: Basis van kapitaal budgettering Hoofdstuk 7: Basis van kapitaal budgettering Een belangrijke verantwoordelijkheid van de financiële managers van een corporatie is het vaststellen, welke projecten of investeringen een bedrijf moet ondernemen.

Nadere informatie

Investeringen in MVA

Investeringen in MVA Investeringen in MVA Handboek p. 174 tot 180 INVESTERINGEN IN MATERIËLE VASTE ATIVA Begrip Vaste activa zijn activa die verworven worden omwille van hun duurzame bijdrage tot het exploitatieproces van

Nadere informatie

Oefeningen: Break-even analyse

Oefeningen: Break-even analyse Oefeningen: Break-even analyse Oefening 1: Een onderneming produceert een bepaald product dat verkocht wordt tegen een prijs van 50 EUR per stuk. Per eenheid dat gemaakt wordt, kost het de onderneming

Nadere informatie

Daarna komen de economische levensduur en het afschrijvingsplan nog aan de orde.

Daarna komen de economische levensduur en het afschrijvingsplan nog aan de orde. 1 Kosten van duurzame productiemiddelen 1.1 Inleiding Een onderneming maakt kosten om omzet te kunnen behalen. De kosten vormen de basis voor de totstandkoming van de verkoopprijs. Een belangrijk onderdeel

Nadere informatie

VOORBEELDEXAMENVRAGEN ( VOORBEELDEXAMEN!!!!)

VOORBEELDEXAMENVRAGEN ( VOORBEELDEXAMEN!!!!) VOORBEELDEXAMENVRAGEN ( VOORBEELDEXAMEN!!!!) VRAAG 1 WELKE VAN DE VOLGENDE UITSPRAKEN ZIJN JUIST? 1) IRR HOUDT GEEN REKENING MET DE GROOTTE VAN DE INVESTERING. 2) INDIEN EEN ONDERNEMING PROJECTEN DOORVOERT

Nadere informatie

Thema 7. Investeringsmanagement

Thema 7. Investeringsmanagement Thema 7 Investeringsmanagement 1. Investeringsbeslissingsproces Besluitvormingsproces voor investeringen (6 fasen) (Choate & Racette, 1983) Investeringsopportuniteiten Nieuwe investeringsopportuniteiten

Nadere informatie

Werkkapitaal, Equity cashflow, Entity cashflow en Discretionary Cashflow

Werkkapitaal, Equity cashflow, Entity cashflow en Discretionary Cashflow Werkkapitaal, Equity cashflow, Entity cashflow en Discretionary Cashflow Er is al heel wat gezegd en geschreven over het onderwerp Cash Flows. Wat ons blijft verbazen is hoe onvolledig deze publicaties

Nadere informatie

inhoud voorwoord lijst van figuren inleiding hoofdstuk 1. de jaarrekening

inhoud voorwoord lijst van figuren inleiding hoofdstuk 1. de jaarrekening inhoud 5 inhoud voorwoord 11 lijst van figuren 13 inleiding 17 hoofdstuk 1. de jaarrekening 19 1.1 Inleiding 19 1.2 De onderdelen van de jaarrekening 22 1.2.1 De balans 22 1.2.2 De resultatenrekening 23

Nadere informatie

Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen

Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen www.jooplengkeek.nl Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen De waarderingsgrondslag is de wijze waarop de activa (bezit) wordt gewaardeerd in de administratie (boekhouding, balans). Voor welke prijs?

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE 6 VWO Opgave 1. De onderneming Haakma BV heeft voor 2005 de volgende voorcalculatie met betrekking tot de toegestane kosten opgesteld. De constante fabricagekosten bestaan

Nadere informatie

Ruilen over de tijd (havo)

Ruilen over de tijd (havo) 1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

Numerieke antwoorden. Hoofdstuk 1. V 1.2 a a b c c d e

Numerieke antwoorden. Hoofdstuk 1. V 1.2 a a b c c d e Numerieke antwoorden Hoofdstuk 1 V 1.2 a1 250.000 a2 290.000 b 192.500 c1 124.025 c2 133.400 d 165.975 e 156.600 V 1.3 a Omzet maximaal 11.400 (situatie 10) b Winst maximaal 4.670 (situatie 7) Hoofdstuk

Nadere informatie

11 Investeringsselectie

11 Investeringsselectie 11 Investeringsselectie hoofdstuk 11.1 C 11. B 11.3 B 11.4 D 11.5 C 11.6 D 11.7 A 11.8 A 11.9 C Gemiddelde winst: 100.000 85.000 = 15.000 Gemiddeld vermogen: (100.000 + 10.000) / = 55.000 GBR: 15.000 /

Nadere informatie

Hoofdstuk 30 Interne verslaggeving

Hoofdstuk 30 Interne verslaggeving Hoofdstuk 30 Interne verslaggeving We spreken van permanentie als een onderneming niet één keer per jaar maar een aantal keren per jaar een balans en winst-en-verliesrekening opstelt. Het doel van de permanentie

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Beoordelen

Hoofdstuk 6: Beoordelen Hoofdstuk 6: Beoordelen M&O VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht H6: Beoordelen Management & Organisatie Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen 2. Prijsberekening 3. Resultaten 4. Balans 5. Liquiditeitsbegroting

Nadere informatie

Investeringsanalyse. Inleiding. Inleiding. Investeringsanalyse. Investeringsanalyse. projectverantwoordelijke. Inleiding. H1: Basiskenmerken

Investeringsanalyse. Inleiding. Inleiding. Investeringsanalyse. Investeringsanalyse. projectverantwoordelijke. Inleiding. H1: Basiskenmerken Academiejaar 25-26 projectverantwoordelijke manager Academiejaar 25-26 2 .. Basiskenmerken van een investering.. Horizon.2. Inkomstenstr..3. Uitgavenstr..4. Nood actualis. Doel van een investering: vervanging

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 HOOFDSTUK 5 Opgave 1 a. Bereken het netto werkkapitaal per 1-4-2018. = Nettowerkkapitaal Voorraad goederen 250.000 Debiteuren 80.000 ING bank 65.000 Kas 5.000 + 400.000 Crediteuren 60.000 Te betalen omzetbel

Nadere informatie

TOELATINGSTOETS M&O. Datum 14-1-2016

TOELATINGSTOETS M&O. Datum 14-1-2016 TOELATINGSTOETS M&O VUL IN: Datum 14-1-2016 Naam en voorletters. Adres. Postcode. Woonplaats. Geboortedatum / / Plaats Land. Telefoonnummer. E-mail. Gekozen opleiding. OPMERKINGEN: Tijdsduur: 90 minuten

Nadere informatie

Duvel Moortgat : courante netto winst +16%

Duvel Moortgat : courante netto winst +16% 15 Maart 2000 Duvel Moortgat : courante netto winst +16% Markante feiten van 1999 Beursintroductie: Duvel Moortgat werd begin juni geïntroduceerd op de Beurs van Brussel. Participatie in Noord Amerikaanse

Nadere informatie

Beoordeling van investeringsvoorstellen

Beoordeling van investeringsvoorstellen Beoordeling van investeringsvoorstellen C2010 1 Beoordeling van investeringsvoorstellen Ir. drs. M. M. J. Latten 1. Inleiding C2010 3 2. De onderneming C2010 3 3. Investeringen G2010 3 4. Selectiecriteria

Nadere informatie

TOETS 1 - Basiskennis Calculatie (BKC)

TOETS 1 - Basiskennis Calculatie (BKC) TOETS 1 - Basiskennis Calculatie (BKC) Het maximaal aantal te behalen punten voor deze toets is 90. Bij elke vraag of opdracht staat aangegeven hoeveel punten u daarvoor kunt halen. De beschikbare examentijd

Nadere informatie

1 november 2011 Examenhal (18:30 21:30)

1 november 2011 Examenhal (18:30 21:30) Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Naam: Studentnummer: Tentamen Financiering voor Vastgoedkunde Antwoordsuggesties 1 november 2011 Examenhal (18:30 21:30) Omcirkel het meest juiste antwoord bij de Multiple

Nadere informatie

Oefenopgave 1. Oefenopgave 1. Crediteuren 600 EV 600. Debiteuren 400. Gebouwen 300 EV. Voorraden 200 Crediteuren. Kas 300

Oefenopgave 1. Oefenopgave 1. Crediteuren 600 EV 600. Debiteuren 400. Gebouwen 300 EV. Voorraden 200 Crediteuren. Kas 300 Oefenopgave 1 Oefenopgave 1 Balans 1-1-2001 (x 1.000 euro) Gebouwen 300 EV Voorraden 200 Crediteuren Debiteuren 400 Kas 300 EV 600 Crediteuren 600 300 1200 1200 - Inkopen 600.000 euro (helft rekening,

Nadere informatie

Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Bedrijfseconomische Aspecten Examennummer: 71533 Datum: 14 april 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Dit examen bestaat uit 8 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 30 meerkeuzevragen (maximaal

Nadere informatie

Aurington. Administratie en Advies

Aurington. Administratie en Advies Aurington Administratie en Advies Let op de houdbaarheidsdatum! Mei 5 Pincode 6 7 8 Boetes Dit jaar Deze maand De balans Tandorine B.V. Debet Activa Bezittingen Wat heb ik? Credit Passiva Vermogen Hoe

Nadere informatie

Een meerwaarde voor u en uw klanten! Financiële analyse. Dossier De brouwerij. Studie gerealiseerd op basis van de gegevens van de klant

Een meerwaarde voor u en uw klanten! Financiële analyse. Dossier De brouwerij. Studie gerealiseerd op basis van de gegevens van de klant Een meerwaarde voor u en uw klanten! Financiële analyse Dossier De brouwerij Studie gerealiseerd op basis van de gegevens van de klant INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 2 1. RESULTAAT... 3 1.1. RESULTATENREKENING...

Nadere informatie

Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: 61562 Datum: 30 juni 2012 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: 61562 Datum: 30 juni 2012 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: 61562 Datum: 30 juni 2012 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur Dit examen bestaat uit 5 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 10 open vragen (maximaal 70

Nadere informatie

Financieel economisch management Examennummer: 11344 Datum: 21 november 2009 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Financieel economisch management Examennummer: 11344 Datum: 21 november 2009 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Financieel economisch management Examennummer: 11344 Datum: 21 november 2009 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Dit examen bestaat uit 5 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - een case met 12 open

Nadere informatie

Annuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen. Eerste periode is vooral rente, later wordt het aflossingsdeel steeds groter

Annuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen. Eerste periode is vooral rente, later wordt het aflossingsdeel steeds groter Samenvatting door Y. 1479 woorden 5 juli 2017 6,3 4 keer beoordeeld Vak M&O Hoofdstuk 1 Oorspronkelijke geleende bedrag alle aflossingen= schuldrest. Annuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen.

Nadere informatie

Inleiding We hebben gezien uit welke componenten het nationaal product en het nationaal inkomen bestaat.

Inleiding We hebben gezien uit welke componenten het nationaal product en het nationaal inkomen bestaat. Bestedingsevenwicht - 1 van 15 MACRO-ECONOMISCH BESTEDINGSEVENWICHT Welke factoren bepalen de grootte van het nationaal inkomen? Inleiding We hebben gezien uit welke componenten het nationaal product en

Nadere informatie

EEN ANDERE KIJK OP INVESTERINGSPROJECTEN

EEN ANDERE KIJK OP INVESTERINGSPROJECTEN EEN ANDERE KIJK OP INVESTERINGSPROJECTEN Themadag van het stoomplatform Efficiency in stoomsystemen Duiven, 13 mei 2009 Franka Morssink PROGRAMMA Introductie Dynamiek Begrippen Investeringsvoorbeeld Gegevens

Nadere informatie

1 Het kasstroomoverzicht

1 Het kasstroomoverzicht Oefeningen Kasstroomoverzicht 1 Het kasstroomoverzicht De gegevens van een bedrijf zijn: Balans per 31 december 2011 en 2012 dec-12 dec-11 dec-12 dec-11 Vaste Activa 1.000.000 1.200.000 Eigen Vermogen

Nadere informatie

De resultatenrekening

De resultatenrekening De resultatenrekening format resultatenrekening kosten/uitgaven en opbrengsten/ontvangsten afschrijvingen rente eindbalans Joop Lengkeek Kamer H0.012 Email: Lengkeek.J@NHTV.nl www.jooplengkeek.nl 1 De

Nadere informatie

Examen PC 2 vak Cash Management

Examen PC 2 vak Cash Management Examen PC 2 vak Cash Management Instructieblad Betreft: examen: PC 2 leergang 5 onderdeel: Cash Management datum: 28 juni 2013 tijd: 16.00 17.30 uur Deze aanwijzingen goed lezen voor u met uw examen start

Nadere informatie

Waarderingstool bedrijfsoverdracht: een inkijk in de achterliggende methodieken Hoe wordt de waarde van een onderneming bepaald?

Waarderingstool bedrijfsoverdracht: een inkijk in de achterliggende methodieken Hoe wordt de waarde van een onderneming bepaald? Webinar 24 februari 2017: Waarderingstool bedrijfsoverdracht: een inkijk in de achterliggende methodieken Hoe wordt de waarde van een onderneming bepaald? Prof.dr. Eddy Laveren Universiteit Antwerpen &

Nadere informatie

Oefenopgaven Hoofdstuk 8

Oefenopgaven Hoofdstuk 8 Oefenopgaven Hoofdstuk 8 Opgave 1 Hazelkoning Onderneming Hazelkoning NV heeft 7 jaar geleden een obligatielening uitgegeven met een oorspronkelijke looptijd van 30 jaar. De couponrente van de lening bedraagt

Nadere informatie

UIT balans en resultatenrekening

UIT balans en resultatenrekening Inzicht in winst. Bedrijven zijn verplicht een bedrijfsadministratie te voren. De belangrijkste onderdelen van de bedrijfsadministratie zijn de balans en de resultatenrekening. Het gevolg van het verplaatsen

Nadere informatie

Direct costing en break even analyse

Direct costing en break even analyse 6 hoofdstuk Direct costing en breakevenanalyse 6.1 D 6.2 B 6.3 A 6.4 D 6.5 D 6.6 C 6.7 B 6.8 A 6.9 C 6.10 B 6.11 B 1.440.000 / 4.800 = 300 6.12 A 4.800 700 1.440.000 1.000.000 = 920.000 6.13 C 1.000.000

Nadere informatie

:: Investeringsanalyse

:: Investeringsanalyse :: Investeringsanalyse Patrick Henckes Business Development 19-03-2010 :: Inhoud Definitie Uitgangsprincipe Basisbegrippen Rendabiliteitscriteria TVT NPV KBE Invloedsfactoren investeringsanalyse Voorbeeld

Nadere informatie

Studietoets

Studietoets Prof. Dr. G. Van Herck Prof. Dr. H. Vandenbussche Studietoets 2008-2009 Naam en Voornaam (Drukletters).. Richting + jaar:... Werkcollegegroep:...... Richtlijnen De oefening is individueel te maken (gesloten

Nadere informatie

OEFENINGEN HOOFDSTUK 4

OEFENINGEN HOOFDSTUK 4 OEFENINGEN HOOFDSTUK 4 1 2 OEFENING 1 NA HET LEZEN VAN EEN ARTIKEL IN DE TIJD RAAKT DE ONDERNEMING FLUXUS GEÏNTERESSEERD IN HET VERSCHIL TUSSEN MARKTWAARDE EN BOEKWAARDE. HET MANAGEMENT, DAT ER ALTIJD

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 4 opgaven en omvat 25 vragen.

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 4 opgaven en omvat 25 vragen. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave TREASURY MANAGEMENT WOENSDAG 16 DECEMBER 2015 12.15-14.45 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen

Nadere informatie

Immateriële vaste activa CASE 1

Immateriële vaste activa CASE 1 5. Cases Immateriële vaste activa CASE 1 Gegeven De BVBA ABC sluit een licentieovereenkomst af met haar buitenlandse moedermaatschappij voor een prijs die als volgt is bepaald: 1.Bij de ondertekening van

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9 12.000 18.000 26.000 25.000 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9 Opgave 1 a. Wat zijn de grote verschillen tussen financial- en operational leasing? Financial leasing Langlopende overeenkomst Leasetermijn

Nadere informatie

Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43

Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43 Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43 25 januari 2011 proeftoets 100 minuten Opgave 1 Handelsonderneming Astan bv heeft gegevens verzameld. Deze gegevens zijn nodig voor het opstellen van de

Nadere informatie

Proefexamen Financiële Rapportering en Analyse

Proefexamen Financiële Rapportering en Analyse Proefexamen Financiële Rapportering en Analyse 2017-2018 Theorie 1. De Balanced Scorecard is een raamwerk dat managers toelaat de missie, strategie en doelstellingen van een onderneming te vertalen in

Nadere informatie

2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 13

2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 13 Financiering niveau 5 Correctiemodel voorbeeldexamen 2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 13 Vraag 1 Toetsterm 6.4 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Voor welke

Nadere informatie

Meerkeuzevragen: 5. Bereken voor dit jaar de totale constante kosten. A. 1.082.000,- B. 158.800,- C. 142.000,- D. 114.400,-

Meerkeuzevragen: 5. Bereken voor dit jaar de totale constante kosten. A. 1.082.000,- B. 158.800,- C. 142.000,- D. 114.400,- Meerkeuzevragen: 1. John maakt voetballen in Afrika. Hij verdient netto 45,- per week. Hij krijgt een loonsverhoging tijdens het WK voetbal van 1,5 %. Hoeveel verdient deze jongen dan netto per kwartaal?

Nadere informatie

Hfst 5: Liquiditeit. 5.1 Analyse van de liquiditeit binnen de onderneming

Hfst 5: Liquiditeit. 5.1 Analyse van de liquiditeit binnen de onderneming Hfst 5: Liquiditeit Dagelijkse activiteiten staan centraal: - heeft de onderneming genoeg werkkapitaal om haar activiteiten te financieren? - Hoeveel werkmiddelen heeft ze nodig? 5.1 Analyse van de liquiditeit

Nadere informatie

Sterke stijging Ebitda en netto resultaat Verhoging dividend

Sterke stijging Ebitda en netto resultaat Verhoging dividend Jaarresultaten 2013 Opgesteld door gedelegeerd bestuurders Dirk De Cuyper en Peter De Cuyper. Wetteren, België 17 maart 2014. Sterke stijging Ebitda en netto resultaat Verhoging dividend Kerncijfers 2013

Nadere informatie

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12 Financiering niveau 5 Correctiemodel voorbeeldexamen 2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12 Vraag 1 Toetsterm 6.4 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Voor welke

Nadere informatie

Examen accountancy januari 2013

Examen accountancy januari 2013 Examen accountancy januari 2013 meerkeuze vragen 1. Welke van volgende verrichtingen heeft invloed op de waarde van de vlottende activa: A) Een voorraadwijziging van de handelsgoederen als het systeem

Nadere informatie

Kasstromen II... Kijken we hieronder naar volgende balansen van onderneming Cash N.V.

Kasstromen II... Kijken we hieronder naar volgende balansen van onderneming Cash N.V. 20 Kasstromen II... Reeds herhaaldelijk werd gewezen op het belang van de liquiditeit en de solvabiliteit voor het voorbestaan van de onderneming. In hetgeen volgt wordt een krachtige methode uiteengezet

Nadere informatie

jaarlijkse groei 15% 12% 10% 10% jaarlijkse groei 20% 15% 12% 12% jaarlijkse groei 20% 15% Percentage van de omzet 45% 45% 45% 45% 45%

jaarlijkse groei 15% 12% 10% 10% jaarlijkse groei 20% 15% 12% 12% jaarlijkse groei 20% 15% Percentage van de omzet 45% 45% 45% 45% 45% FINANCIEEL PLAN opstart 1. PROGNOSE RESULTATENREKENING Cijfers in euro Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 Jaar 4 Jaar 5 BEDRIJFSOPBRENGSTEN 291.500 327.530 448.381 493.094 542.276 Omzet 290.000 326.000 446.820 491.502

Nadere informatie

1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

FINANCIËLE SITUATIE EN EVOLUTIE VAN DE ONDERNEMING

FINANCIËLE SITUATIE EN EVOLUTIE VAN DE ONDERNEMING BEDRIJFSWETENSCHAPPEN Hoofdstuk 6: FINANCIËLE SITUATIE EN EVOLUTIE VAN DE ONDERNEMING Indeling: 1. Beschrijving van de ondernemingssituatie 2. Balansanalyse 3. Omloopsnelheid en -tijd Financiële analyse

Nadere informatie

BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V.

BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V. BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V. VERONDERSTELLINGEN Vraagprijs 2.500.000 (pand en inventaris). Inkomsten: In totaal 40 kamers; Bezetting kamers: T1 45%, T2 52%, T3 63%, vanaf T4 en verder 68%;

Nadere informatie

CASE II - GROEP EMMAÜS

CASE II - GROEP EMMAÜS CASE II - GROEP EMMAÜS Vlaanderen telt momenteel een 40-tal initiatieven voor beschut wonen. Deze initiatieven stellen zich tot doel mensen met psychische problemen opnieuw in de samenleving te integreren.

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Introductie van financiële overzichtsanalyse

Hoofdstuk 2: Introductie van financiële overzichtsanalyse Hoofdstuk 2: Introductie van financiële overzichtsanalyse Hoe kunnen beleggers genoeg leren over een organisatie voordat ze besluiten of ze daarin moeten beleggen of niet. Een belangrijke informatiebron

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming

Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming Elke beslissing heeft consequenties voor de toekomst en deze consequenties kunnen voordelig of nadelig zijn. Als de extra kosten de voordelen overschrijden,

Nadere informatie

Voorbeeldexamen Management Controle

Voorbeeldexamen Management Controle Voorbeeldexamen Management Controle VRAAG 1 Verklaar volgende termen (maximaal 3 regels per term) - Doelcongruentie - Productclassificatie - MBO - Profit sharing - Indirecte CF statement VRAAG 2 Leg uit

Nadere informatie

1. INVESTERINGSBESLISSINGEN, INVESTERINGSCALCULATIE EN

1. INVESTERINGSBESLISSINGEN, INVESTERINGSCALCULATIE EN INHOUD INLEIDING 13 1. INVESTERINGSBESLISSINGEN, INVESTERINGSCALCULATIE EN 15 KAPITAALBUDGETTERING 1.1 De aard van de investeringsbeslissing 15 1.2 Organisatorische context 17 1.2.1 Strategische context

Nadere informatie

Financiën en risicomanagement

Financiën en risicomanagement Financiën en risicomanagement Leergang Bedrijfskunde voor de Agribusiness Miranda Meuwissen, Alfons Oude Lansink Bedrijfseconomie, Wageningen Universiteit Inhoud Risico-identificatie & stress test (Miranda)

Nadere informatie

Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x 9 + 1 = cijfer 63

Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x 9 + 1 = cijfer 63 Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo Hoofdstuk 17 tot en met 28 Normering Opgave 1 Opgave 1 Opgave 2 Opgave 4 Opgave 5 Opgave 6 Opgave 7 1: 2 punten 1: 2 punten a: 2 punten 1: 3 punten 1: 2

Nadere informatie

Immateriële vaste activa CASE 1

Immateriële vaste activa CASE 1 5. Cases Immateriële vaste activa CASE 1 Gegeven De BVBA ABC sluit een licentieovereenkomst af met haar buitenlandse moedermaatschappij voor een prijs die als volgt is bepaald: 1.Bij de ondertekening van

Nadere informatie

Toename van de winst met meer dan 10% Verhoging van dividend

Toename van de winst met meer dan 10% Verhoging van dividend Jaarresultaten 2010 Opgesteld door gedelegeerd bestuurders Dirk De Cuyper en Peter De Cuyper. Wetteren, België 17 maart 2011. Toename van de winst met meer dan 10% Verhoging van dividend Kerncijfers 2010

Nadere informatie

Financieel economisch verslag

Financieel economisch verslag Financieel economisch verslag Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2016 uitsluitend de kerncijfers en de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen. De gegevens van dochteronderneming

Nadere informatie

ROI-calculator. Gebruik van de tool Voorbeeld

ROI-calculator. Gebruik van de tool Voorbeeld Gebruik van de tool Voorbeeld De ROI, ook wel rendement op investeringen, calculator helpt je om te berekenen of je inkomsten hoog genoeg zijn om je initiële investeringen te dekken. Het is belangrijk

Nadere informatie

Regeling waardering en afschrijving activa 2016 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR)

Regeling waardering en afschrijving activa 2016 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) Regeling waardering en afschrijving activa 2016 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) Artikel 1. Definities In deze regeling wordt verstaan onder: Activa De bezittingen van de BSGR, deze zijn ingedeeld

Nadere informatie

M&O VWO 2011/2012. www.lyceo.nl

M&O VWO 2011/2012. www.lyceo.nl Hoofdstuk 4: Balans M&O VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht H4: Balans Management & Organisatie Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen 2. Prijsberekening 3. Resultaten 4. Balans 5. Liquiditeitsbegroting

Nadere informatie

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting.

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting. Hoofdstuk 4 Beoordeling van de liquiditeit Extra opgaven Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting. Opgave 4.4a De handelsonderneming Hartema vof heeft

Nadere informatie

a) Gegeven een belastingsvoet van 40%, bereken de FCF's die dit project genereert.

a) Gegeven een belastingsvoet van 40%, bereken de FCF's die dit project genereert. Oefeningen Hoofdstuk 1 Oef 1 De firma N.V. Build is gespecialiseerd in wegenwerken. Zij krijgt vandaag het aanbod van de stad Brussel om de Kanaalstraat her aan te leggen. Om te evalueren of dit een interessant

Nadere informatie

Module 4 Inzicht in cijfers

Module 4 Inzicht in cijfers Geleerd in vorige presentaties Module 4 Inzicht in cijfers Les 3. Begrijp de balans en stuur op kengetallen 1. Winst- en verliesrekening 2. Balans 3. Kasstroomoverzicht 4. Winst en belasting Les 3 Maak

Nadere informatie

Jaarverslag. Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart

Jaarverslag. Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart Jaarverslag 2016 Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart Financieel economisch verslag Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2016 uitsluitend de kerncijfers en

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/14 De boekhoudkundige verwerking van de uitgestelde belastingen bij gerealiseerde meerwaarden waarvoor de uitgestelde belastingregeling geldt en bij

Nadere informatie

LIQUIDITEIT. + kasinkomsten (=omzet + afname handelsdebiteuren/ - toename handelsdebiteuren) - totale kasstroom van operaties : 360

LIQUIDITEIT. + kasinkomsten (=omzet + afname handelsdebiteuren/ - toename handelsdebiteuren) - totale kasstroom van operaties : 360 LIQUIDITEIT 1. Netto bedrijfskapitaal = NBK RATIO: beperkte vlottende activa schulden op korte termijn INTERPRETATIE: in s; vergelijking (1) welke activa binnen 12 maand zullen worden omgezet in beschikbare

Nadere informatie

ELEMENTAIRE BEDRIJFSECONOMISCHE MODELLEN Consistent naslagwerk voor nieuwkomers in de bedrijfseconomie

ELEMENTAIRE BEDRIJFSECONOMISCHE MODELLEN Consistent naslagwerk voor nieuwkomers in de bedrijfseconomie ELEMENTAIRE BEDRIJFSECONOMISCHE MODELLEN Consistent naslagwerk voor nieuwkomers in de bedrijfseconomie Auteurs: Fons Vernooij en Paul van der Aa Website: fons-vernooij.nl/bm-site/ebm Versie d.d. 4 augustus

Nadere informatie

Marcus wil eindelijk zijn droom realiseren en zet een nv op waarbinnen hij stoelen op maat zal maken en verkopen.

Marcus wil eindelijk zijn droom realiseren en zet een nv op waarbinnen hij stoelen op maat zal maken en verkopen. Marcus wil eindelijk zijn droom realiseren en zet een nv op waarbinnen hij stoelen op maat zal maken en verkopen. Beginsituatie: Marcus start na wijs beraad een zaak op, Marcus bvba. Marcus bezit 700.000e,

Nadere informatie

Geeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product.

Geeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product. Boekverslag door M. 988 woorden 11 oktober 2015 9.3 4 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 2 Betalingsbereidheid: Geeft aan hoeveel iemand (maximaal) bereid is om uit te geven aan een bepaald product.

Nadere informatie

11 Kasstroomoverzicht

11 Kasstroomoverzicht 11.2 Van de nv Bergsma worden de volgende gegevens verstrekt. Balansen ultimo ( 1.000): Terreinen 120 120 Geplaatst kapitaal 600 600 Gebouwen - 575-530 Algemene reserve - 525-570 Machines - 430-450 Eigen

Nadere informatie

HARTELIJK WELKOM. 18 mei 2011 - Startersdag Unizo. BAERT Alfred

HARTELIJK WELKOM. 18 mei 2011 - Startersdag Unizo. BAERT Alfred HARTELIJK WELKOM 18 mei 2011 - Startersdag Unizo BAERT Alfred Het ondernemingsplan is een plan dat wordt opgesteld om vooraf het succes van de onderneming in te schatten. (max.20 blz.) Er zijn veel modellen

Nadere informatie

Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: 73079 Datum: 29 maart 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: 73079 Datum: 29 maart 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: 73079 Datum: 29 maart 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur Dit examen bestaat uit 5 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 10 open vragen (maximaal 70

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Beoordeling en selectie van investeringsprojecten

Hoofdstuk 9. Beoordeling en selectie van investeringsprojecten Hoofdstuk 9. Beoordeling en selectie van investeringsprojecten 1 Bron: Laveren E., Engelen P., Limère A. & Vandemaele S. (2002), Handboek Financieel beheer, Intersentia,1ste druk. In hoofdstuk twee werd

Nadere informatie

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl) Economische wetenschappen II en recht (oude stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 28 mei 13.30 16.30 uur 20 03 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen;

Nadere informatie