UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

Transcriptie

1 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9 Opgave 1 a. Wat zijn de grote verschillen tussen financial- en operational leasing? Financial leasing Langlopende overeenkomst Leasetermijn gelijk aan de economische levensduur Contract niet tussentijds opzegbaar Risico veroudering voor rekening van de lessee Geleasete productiemiddel komt op de balans. Op het productiemiddel wordt afgeschreven De complementaire kosten zijn voor rekening van de lessee Lessee verwerft het economisch eigendom Termijnen zijn gebaseerd op annuïteiten Operational leasing Kortlopende overeenkomst Contract kan tussentijds worden beëindigd Risico veroudering voor rekening van de lessor De facturen vanwege de operationele lease worden direct als kosten geboekt. De complementaire kosten zijn voor rekening van de lessor Lessee wordt niet economisch eigenaar Termijnen all in Opgave 2 a. De Visscher heeft voor de komende jaren de volgende inkomsten: 1 januari januari januari januari Het interestpercentage is 6,3% per jaar. Bereken de contante waarde van deze inkomsten op 1 januari Contante waarde Cw = , , , ,063 5 Cw = ,70 b. De Jager ontvangt de komende drie jaren aan het einde van het jaar steeds een bedrag van ,23. Wat is de contante waarde van deze bedragen op 1 januari 2018, waarbij rekening gehouden wordt met een interestpercentage van 6,3%? 1

2 24.452, , ,23 Contante waarde Cw = ,23 1, ,23 1, ,23 1,063 3 Cw = ,00 c. Waarom berekenen we de contante waarde van de verschillende bedragen bij De Visscher en De Jager? Door de contante waarde op 1 januari 2018 te berekenen kunnen we de verschillende bedragen op verschillende tijdstippen met elkaar vergelijken. d. Wie verdient er de komende jaren meer? De Visscher verdient de komende jaren meer. Contant gemaakt betreft het een bedrag van De Visscher ,70 De Jager , ,70 Opgave 3 Een machine heeft op 1 januari 2018 een aanschafwaarde van De economische levensduur is 5 jaar. De restwaarde van de machine is Afgeschreven wordt met een vast percentage van de aanschafwaarde, nl. 16,67%. De complementaire kosten zijn als volgt: Complemen- Jaar taire kosten Alle betalingen vanwege de complementaire kosten vinden aan het einde van ieder jaar plaats. a. Hoe wordt afschrijven met een vast percentage van de aanschafwaarde ook wel genoemd? Lineair afschrijven. 2

3 b. Noem enkele complementaire kosten. Energiekosten Onderhoud Verzekering De onderneming overweegt een operational leasecontract voor vijf jaar af te sluiten. Jaarlijks is dan een bedrag verschuldigd van Het bedrag wordt steeds na afloop van een jaar betaald. Een andere optie is een lening af te sluiten tegen 5% per jaar. De lening wordt lineair afgelost. De restwaarde wordt aan het einde van 2022 met de laatste aflossing aan de bank overgemaakt. De onderneming werkt met een interne rentevoet van 9% per jaar. c. Voor welke optie moet de onderneming volgens u kiezen? Berekening contante waarde operational lease Uitgaande geldstromen (cashflow) leasen Complemen- Jaar taire kosten Totaal Contante waarde ,09 1 = , ,09 2 = , ,09 3 = , ,09 4 = , ,09 5 = ,57 Contante waarde leasing is = ,99 3

4 Berekening contante waarde lening Interest 5% Aflossing Jaar lening Interest Aflossing , , , , , , , , , , , , , , , ,00 Banklening Complemen- Jaar Interest aflossing taire kosten Totaal , , , , , , , , , , , , , , , , , , , ,00 Totaal , Ontvangst restwaarde ,00 Cashflow , ,09 1 = , ,09 2 = , ,09 3 = , ,09 4 = ,78 ( ) 1,09 5 = ,88 Contante waarde financieren met lening ,87 Financiering met een lening is de beste optie. Contante waarde leasing ,99 Contante waarde lening , ,12 4

5 Opgave 4 Vuijk verpakt haar producten met een speciale machine. De huidige machine is verouderd. Een nieuwe machine wordt overwogen. De gegevens van de nieuwe machine zijn: Jaar Aanschafwaarde Restwaarde Intern wordt gerekend met een interestvoet van 5%. De interest voor een dpm wordt berekend over het gemiddeld per jaar in de machine geïnvesteerde vermogen. De complementaire kosten zijn in het eerste jaar Elk volgend gebruiksjaar zijn de complementaire kosten meer dan in het voorgaande gebruiksjaar. De productie van de machine is steeds verpakkingen per jaar. De technische levensduur is 4 jaar. a. Bereken de machinekosten per verpakking. De kapitaallasten zijn gedurende de gebruiksperioden: Jaar Aanschaf- Restwaarde Kapitaalwaarde lasten De cumulatieve complementaire kosten zijn: Jaar Complementaire kosten Cumulatieve complementaire kosten

6 De cumulatieve interestkosten: Interest 5% Aanschaf- Interest per Cumulatieve Jaar waarde Restwaarde jaar interest De cumulatieve prestaties: Jaar Prestaties Cumulatieve prestaties De bedrijfseconomische levensduur: Jaar Kapitaallasten Cumulatieve interest Tarieven per gebruiksperiode Cumulatieve compl. kosten Totale cumulatieve kosten Cumulatieve prestaties Prijs/ prestatie , , , ,05 De bedrijfseconomische levensduur is 4 jaar. Een langere tijd berekenen heeft geen zin. De technische levensduur is immers 4 jaar. De machinekosten per verpakking zijn 4,05. b. Bereken de afschrijvingskosten van de machine wanneer wordt afgeschreven op basis van de geleverde prestaties. Afschrijvingskosten Jaar Prestaties Tarief Dekking machine Interestkosten Complemen- Afschrijving taire kosten , , , ,

7 c. De ondernemer krijgt bezoek van een vertegenwoordiger die aanbiedt de producten te verpakken voor 3,90 per stuk. De ondernemer besluit nog eens kritisch naar de machinekosten te kijken. Wellicht kunnen de complementaire kosten naar beneden. Bij welke complementaire kosten zal met de nieuwe gegevens toch de machine worden aangeschaft? Compl. kosten < 3, Compl. kosten < 3, Complementaire kosten < Opgave 5 Productiebedrijf Spindler heeft de volgende gegevens tot haar beschikking: - De normale productie en verkoop is eenheden. - De verwachte productie is eenheden en de verwachte verkoop is De constante kosten productiekosten zijn De proportioneel variabele productiekosten zijn 4 per stuk. - De constante kosten verkoopkosten zijn De proportioneel variabele verkoopkosten zijn naar verwachting totaal Er is een nieuwe machine voor de productie op de markt met de volgende gegevens: De constante kosten productiekosten zijn per jaar. De proportioneel variabele productiekosten zijn 3,50 per stuk. a. Bereken de commerciële kostprijs volgens de integrale methode. Fabricagekostprijs: = 4,40 Verkoopkosten: = 2,20 Commerciële kostprijs = 4,40 + 2,20 = 6,60 b. Bereken de commerciële kostprijs volgens de integrale methode met de nieuwe machine. Fabricagekostprijs: ,50 = 4 Verkoopkosten: = 2,20 7

8 Commerciële kostprijs = 4 + 2,20 = 6,20 c. Bij welke productieomvang zal overgegaan worden op een nieuwe machine: ,00X = ,50X 0,50X = X = eenheden Dus een productie hoger dan eenheden. Bij eenheden maakt het niet uit welke machine wordt gebruikt. Opgave 6 Opale bv wil een nieuwe machine aanschaffen voor Hiervoor zijn twee opties aanwezig: I Financial leasing De looptijd van het contract is 5 jaar. Het jaarlijkse leasebedrag is ,61. Na 5 jaar kan de machine van de leasemaatschappij worden overgenomen voor Dit bedrag is gelijk aan de restwaarde. II Lening De lening wordt in 5 gelijke termijnen afgelost tot de restwaarde. De bank vraagt voor de lening 4% interest per jaar. a. Welke financieringsmethode is het voordeligst? De interest die aan de leasemaatschappij moet worden voldaan Betaald wordt: ,61 = ,05 Aflossing = = Betaalde interest: , = ,05 Per jaar is dit gemiddeld: ,05 5 = 4.519,61 8

9 Het gemiddelde rentepercentage is dan: Aanschafwaarde + Restwaarde Percentage 2 = betaalde interest over gemiddeld geleend kapitaal per jaar percentage = 4.519, percentage = 4.519,61 Percentage van het leasecontract is: Percentage = 4.519,61 100% = 8,6% De interest die aan de bank wordt vergoed is 4%, dus geld lenen bij de bank is goedkoper. Opgave 7 Van Buuren heeft de volgende gegevens: Constante productiekosten Constante verkoopkosten Variabele productiekosten 12 Variabele verkoopkosten 4 De verwachte productie en afzet is eenheden. De normale productie en afzet is eenheden. a. Bereken de commerciële kostprijs = = 28 b. Bereken het bezettingsresultaat. ( ) = c. Van Buuren heeft de kans een opdracht uit te voeren voor een vreemde markt. Het gaat om totaal eenheden. De prijs die Van Buuren hiervoor kan krijgen is 26. Om de eenheden te exporteren zal Van Buuren nog een extra transportkosten hebben. Moet Van Buuren de opdracht accepteren? 9

10 Berekenen van de differentiële kostprijs: Toename kosten incidentele order = de differentiële kostprijs Aantal stuks incidentele order ( ) = 20 De verkoopprijs is hoger dan de differentiële kostprijs. De order moet dus worden geaccepteerd. d. Wat zal het bezettingsverschil zijn wanneer de order wordt geaccepteerd? ( 26 20) =