Benchmark Wmo 2012 Resultaten over het jaar 2011

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Benchmark Wmo 2012 Resultaten over het jaar 2011"

Transcriptie

1 Benchmark Wmo 2012 Resultaten over het jaar 2011

2 2

3 Wmo in beeld Resultaten Benchmark Wmo 2011 Benchmark Wmo 2012 Resultaten over het jaar 2011 De Benchmark Wmo bestaat vijf jaar en is uitgegroeid tot het meest complete informatie- en sturingsinstrument voor en door gemeenten op het gebied van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Elk jaar willen wij gemeenten en Wmo-raden laten delen in de verzamelde gegevens. In deze publicatie vindt u de kerncijfers uit de Benchmark Wmo. De informatie heeft betrekking op het jaar De Benchmark Wmo, doel en onderdelen De Benchmark Wmo is een informatie- en sturingsinstrument voor en door gemeenten. Meedoen aan de Benchmark Wmo levert voor elk moment van de beleidscyclus nuttige informatie op over de beleidskeuzes, organisatie, prestaties en effecten voor álle negen prestatievelden van de Wmo. Deelnemende gemeenten kunnen zich vergelijken met collega-gemeenten die deelnemen aan de benchmark. Het doel van de Benchmark Wmo is drieledig: leren van elkaar verbeteren door vergelijken afleggen van horizontale verantwoording De Benchmark Wmo bestaat uit twee vragenlijsten (basisbenchmark en Wmo-voorzieningen). De benchmarkrapporten geven een vergelijking van de eigen resultaten met die van andere deelnemende gemeenten. Daarnaast zijn er individuele vergelijkingsmogelijkheden. Relatie met de klanttevredenheidsonderzoeken Wmo Naast de benchmark voert SGBO veel klanttevredenheidsonderzoeken uit in het kader van de Wmo. Veel gemeenten nemen deel aan zowel de benchmark als een klanttevredenheidsonderzoek. Daardoor is het mogelijk om het klantperspectief te koppelen aan het gemeentelijk perspectief. Dat wil zeggen: de uitvoering en organisatie van het beleid kunnen worden afgestemd op de effecten die de gemeente wil bereiken. 3 Leeswijzer Deze publicatie gaat allereerst in op de achtergrondkenmerken van de deelnemende gemeenten. Dan komen de resultaten aan bod op thema s die de prestatievelden overstijgen, zoals beleidsparticipatie en uitgaven. Vervolgens worden de resultaten per prestatieveld verder uitgewerkt.

4 Deelnemers Dit jaar hebben er 124 gemeenten meegedaan aan de Benchmark Wmo. In onderstaande tabel wordt de verdeling over de vier grootteklassen weergegeven. TABEL 1. VERDELING GROOTTEKLASSEN DEELNEMENDE GEMEENTEN Grootteklasse % Benchmark (N) % Nederland inwoners 18% (22) 37% inwoners 52% (64) 45% inwoners 20% (25) 11% Meer dan inwoners 10% (12) 6% Totaal 100% (123) 100% Het grootste aantal deelnemers (64 gemeenten) bevindt zich in grootteklasse 2: gemeenten met tot inwoners. Deze middelgrote gemeenten zijn in de benchmark licht oververtegenwoordigd, met name ten opzichte van de kleine gemeenten. De deelnemende gemeenten komen uit alle delen van het land. In onderstaande tabel worden de deelnemers per regio weergegeven. TABEL 2. VERDELING REGIO S DEELNEMENDE GEMEENTEN Regio % Benchmark (N) % Nederland Noord 10% (11) 15% Oost 30% (37) 21% Zuid 21% (26) 40% West 39% (48) 24% Totaal 100% (123) 100% 4 De meeste deelnemende gemeenten (48) bevinden zich in het westen van Nederland. Deze regio is, samen met de regio Oost, dan ook oververtegenwoordigd in de benchmark. De noordelijke regio is licht ondervertegenwoordigd. TABEL 3. DEELNEMENDE GEMEENTEN PER ONDERDEEL Onderdeel Aantal deelnemers Basisbenchmark 123 Wmo-voorzieningen 67 De deelnemende gemeenten vormen geen exacte afspiegeling van alle gemeenten in Nederland. Sommige regio s en grootteklassen zijn onder- of oververtegenwoordigd. Bovendien zijn de gemeenten die deelnemen aan de benchmark door de onderzoekers niet willekeurig gekozen uit alle Nederlandse gemeenten. Integendeel, de deelnemende gemeenten hebben er juist zelf voor gekozen. We kunnen, kortom, onze bevindingen niet generaliseren naar alle Nederlandse gemeenten. Dit betekent dat onze bevindingen vanuit

5 Wmo in beeld Resultaten Benchmark Wmo 2011 de Benchmark Wmo niet zonder meer geldig zijn voor alle Nederlandse gemeenten. Vanwege het huidige aantal deelnemers aan de Benchmark Wmo en hun verdeling over de verschillende regio s en grootteklassen kunnen we echter toch wel interessante gegevens presenteren over een grote groep grotere gemeenten die zich bewust zijn van het belang van informatie als basis voor beleid. Resultaten Algemeen - Beleidsparticipatie Onder beleidsparticipatie in de Wmo worden alle activiteiten verstaan die de gemeente onderneemt om de inwoner te betrekken bij de voorbereiding en uitvoering van haar Wmobeleid. Burgers betrekken bij het ontwikkelen van beleid is belangrijk, omdat interactief beleid hen de gelegenheid geeft hun wensen en behoeften te formuleren. Daarmee nemen de tevredenheid over het beleid en het draagvlak daarvoor onder burgers toe. Bovendien versterkt het de betrokkenheid van burgers wanneer zij een rol krijgen toebedeeld bij de uitvoering van het beleid. Gemeenten kunnen burgers verschillende rollen geven, in verschillende fasen van het beleidsproces. Burgers kunnen verschillende rollen uitvoeren in beleidsparticipatie. In de benchmarkgemeenten zien we dat burgers vooral betrokken worden bij de voorbereiding en de vorming van het beleid. Daarbij hebben burgers in de praktijk voornamelijk een informerende rol. Soms wordt hun advies gevraagd. Gemeenten kunnen verschillende methoden inzetten om beleidsparticipatie te faciliteren en te bevorderen. De gemeenten van de benchmark maken vooral gebruik van Wmo-raden en -platforms. De Wmo-raad is voor gemeenten al enige jaren de meest gekozen partner als het gaat om het betrekken van burgers bij de Wmo-beleidsontwikkeling. In 97% van de deelnemende gemeenten is een Wmo-raad actief. De leden van de Wmo-raad vertegenwoordigen onder andere de doelgroepen van het Wmo-beleid in de gemeente. Tabel 4 geeft weer welke doelgroepen in 2011 waren vertegenwoordigd in de Wmo-raden van deelnemende gemeenten. 5

6 TABEL 4. VERTEGENWOORDIGING DOELGROEPEN IN WMO-RAAD Doelgroep Bm 2011 Bewoners 87% Ouders 60% Jongeren en jongvolwassenen (16-23 jaar) 40% Inwoners met een fysieke beperking 95% Inwoners met een verstandelijke beperking 71% Inwoners met psychische of psychosociale problemen 77% Mantelzorgers 86% Vrijwilligers 82% Dak- en thuislozen, verslaafden 31% OGGz-cliënten 54% Slachtoffers van huiselijk geweld 20% Anders 54% Dak- en thuislozen, verslaafden, OGGz-cliënten en slachtoffers van huiselijk geweld zijn het minst vertegenwoordigd in Wmo-raden. Dit zijn de doelgroepen van Wmo-prestatievelden 7, 8 en 9. De doelgroepen van deze prestatievelden worden overigens ieder jaar iets meer betrokken bij de ontwikkeling van het beleid. Ook jongeren en jongvolwassenen hebben in 60% van de deelnemende gemeenten geen specifieke vertegenwoordiging in de Wmo-raad. De Wmo-raad kan op verschillende manieren ondersteund worden door de gemeente. In onderstaande tabel 5 worden de verschillende vormen van ondersteuning door gemeenten weergegeven. TABEL 5. ONDERSTEUNING VAN DE WMO-RAAD DOOR GEMEENTEN 6 Vorm van ondersteuning Facilitering in de vorm van gebruikmaken van voorzieningen (bijv. vergaderruimte) Benchmark 91% Ambtelijke ondersteuning 87% Deskundigheidsbevordering 58% Coaching 39% Beschikbaarheid budget Wmo-raad Bm 2010 Bm 2011 Budget Wmo-raad 93% 97% Vacatiegelden 70% 59%

7 Wmo in beeld Resultaten Benchmark Wmo 2011 Uitgaven Wmo-raad Per inwoner Bm 2009 Bm 2010 Bm 2011 Budget Wmo-raad 0,32 0,28 0,26 Vacatiegelden X 0,12 0,19 Het aantal gemeenten dat vacatiegelden uitkeert aan de Wmo-raad is gedaald. In gemeenten waar wél vacatiegelden worden uitgekeerd aan leden van de Wmo-raad is het bedrag per inwoner gestegen. Algemeen-uitgaven Uitgaven Wmo-breed De totale Wmo-uitgaven zijn gedefinieerd als de programma- en uitvoeringskosten, inclusief de directe personeelskosten (medewerkers belast met de uitvoering inclusief eerstelijnsmanagement en beleidsontwikkeling), maar exclusief gemeentebrede overhead en kosten voor huisvesting. In onderstaande tabel zien we een overzicht van de uitgaven Wmo-breed van de afgelopen drie jaren. TABEL 6. UITGAVEN WMO-BREED PER INWONER Uitgaven Wmo-breed Begrote uitgaven voor dit jaar n.v.t ,29 235,75 234,17 248,40 Realisatie uitgaven dit jaar 208,77 230,07 233,16 252,17 N.v.t. Bij de totale Wmo-uitgaven kunnen de volgende zaken worden opgemerkt: 1 De gemeentelijke Wmo-uitgaven zijn sinds de invoering van de Wmo in 2007 ieder jaar gestegen. Ook in 2011 stegen de gerealiseerde Wmo-uitgaven van de deelnemende gemeenten ten opzichte van voorgaande jaren. Grote gemeenten die deelnamen aan de benchmark hebben hogere Wmo-uitgaven per inwoner dan kleine gemeenten. De gemiddelde Wmo-brede uitgaven bedragen voor de grote gemeenten 334,91, terwijl de kleine gemeenten gemiddeld 237,11 per inwoner uitgeven. De vergelijking van deze uitgaven is echter niet altijd goed mogelijk. Niet alle gemeenten scharen namelijk dezelfde uitgaven onder de Wmo. 7 IV3-posten De benchmark levert ook gegevens op over de uitgaven met betrekking tot de zogenoemde IV3-posten (zoals die aangeleverd worden aan het CBS). Het betreft de uitgaven voor hulp bij het huishouden, voorzieningen voor gehandicapten, maatschappelijk werk en sociaal-cultureel werk. 1 Dit is over 2008 niet uitgevraagd.

8 In figuur 1 wordt de ontwikkeling van deze uitgaven over de afgelopen drie jaar weergegeven. FIGUUR 1. UITGAVEN IV3-POSTEN PER INWONER 110,00 82,50 55,00 27, huishoudelijke verzorging voorzieningen gehandicapten maatschappelijke begeleiding en advies sociaal-cultureel werk De uitgaven met betrekking tot de IV3-posten zijn de afgelopen drie jaar vrijwel gelijk gebleven of gedaald, met uitzondering van de uitgaven voor huishoudelijke verzorging. De uitgaven voor huishoudelijke verzorging zijn in 2011 opnieuw gestegen. Prestatieveld 1 Leefbaarheid en sociale samenhang Leefbaarheid en sociale samenhang zijn belangrijke begrippen binnen de Wmo. Deze begrippen draaien om de kwaliteit van de buurt en de omgang tussen buurtgenoten. Een sterke sociale samenhang en goede leefbaarheid leiden tot een gezondere leefomgeving en daar gaat een preventieve werking van uit. Een centrale gedachte in de Wmo is immers dat burgers eerst een beroep doen op hun eigen netwerk, alvorens gebruik te maken van collectieve of individuele voorzieningen. 8 Inzet van gemeenten Gemeenten kunnen verschillende middelen inzetten om de leefbaarheid en sociale samenhang in wijken en buurten te vergroten. Het doel van deze inzet is het faciliteren van (de ontwikkeling van) de civil society. We zien de afgelopen jaren een stijgende inzet op buurtbemiddeling, buurtbeheer en buurttoezicht. Ook is er een toename van de inzet op activiteiten rond straat- en buurtcontact. In de volgende tabel ziet u een overzicht van middelen die benchmarkdeelnemers in 2011 hebben ingezet.

9 Wmo in beeld Resultaten Benchmark Wmo 2011 TABEL 7. ACTIVITEITEN VOOR HET BEVORDEREN VAN LEEFBAARHEID EN SOCIALE SAMENHANG Activiteiten bevorderen leefbaarheid Bm 2011 Bevorderen van burgerparticipatie bij lokale activiteiten 98% Stimuleren van eigen initiatieven van burgers 98% Bevorderen van burgerplatforms 79% Bevorderen van netwerkvorming voor specifieke groepen 77% Zorgen voor goede buurtinformatie en buurtvoorlichting 93% Zorgen voor buurtbemiddeling 70% Bevorderen van buurtbeheer en buurttoezicht 72% Bevorderen dat bewoners zelf wijkgedragscodes ontwikkelen 29% Bevorderen van buurt- en straatcontactactiviteiten 90% Verder maken gemeenten in toenemende mate afspraken met woningcorporaties over sociale samenhang en leefbaarheid. Onderstaande tabel laat zien op welke terreinen gemeenten afspraken hebben gemaakt met woningcorporaties. TABEL 8. AFSPRAKEN MET WONINGCORPORATIES Onderwerp Bm 2010, afspraken gemaakt Bm 2011, afspraken gemaakt Leegstand 54% 59% Gepast aanbod sociale woningen 90% 95% Illegale verhuur/bewoning 54% 58% Politiekeurmerk veilig wonen 64% 72% Opslag en afval 56% 67% Onderhoud van groen 59% 66% Investeringen in speeltuinen 43% 48% Voortuinproject 29% 32% Burendag 30% 34% 9 Buurtbemiddeling 61% 64% Schoonmaakacties 48% 54% Veiligheid in buurten 75% 81% Resultaten en effecten De effecten en resultaten van het gemeentelijk beleid op het thema leefbaarheid en sociale samenhang worden in de benchmark onderzocht via vragen met betrekking tot verschillende kernindicatoren. De scores voor deze indicatoren zijn de resultaten van de meest recente Integrale Veiligheidsmonitor (voorheen Leefbaarheid en Veiligheidsonderzoek (L&V)), het Belevingsonderzoek van SGBO, GGD-onderzoek onder de bevolking, de uitkomsten van de landelijke politiemonitor of eigen representatief onderzoek onder burgers, waarin burgers bepaalde stellingen zijn voorgelegd.

10 Tabel 9 geeft de kernindicatoren weer op het gebied van sociale samenhang en leefbaarheid. TABEL 9. LEEFBAARHEIDSSCORES Score Bm 2009 Bm 2010 Bm 2011 Sociale kwaliteit (0-10) 6,6 6,6 6,7 Fysieke verloedering (0-10) 3,9 3,8 3,4 Sociale overlast X 1,9 1,8 Overige overlast X X 1,6 Aandeel onveiligheidsbeleving X 18% 19% Uit tabel 9 blijkt dat de score op sociale kwaliteit de afgelopen jaren stabiel is gebleven. De gemiddelde score op fysieke verloedering is de afgelopen jaren wel verbeterd in de benchmarkgemeenten. Binnen deze gemeenten scoren de kleine deelnemende gemeenten beter op sociale kwaliteit en tegengaan van verloedering dan de grote gemeenten. In 2011 is de gemiddelde score op onveiligheidsbeleving onder inwoners van benchmarkdeelnemers 19%. Dit betekent dat 81% van de inwoners van de deelnemende gemeenten zich nooit onveilig voelt in de eigen wijk. Ook hier scoren kleine gemeenten beter dan grote gemeenten in de benchmark. Prestatieveld 2 Preventieve ondersteuning jeugd 10 Prestatieveld 2 beslaat de op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden. Het betreft alle inspanningen die de gemeente verricht om jongeren in de gemeente, én hun ouders, te ondersteunen. Daarbij is de aandacht vooral gericht op risicojongeren. Zij lopen het risico terecht te komen in schooluitval en criminaliteit. Met de juiste ondersteuning kan mogelijk voorkomen worden dat die risico s realiteit worden. Er zijn vijf functies van het preventief jeugdbeleid die ouders en jeugdigen helpen bij de ontwikkeling en opvoeding. De vijf functies zijn informatie en advies, signaleren van problemen, toegang tot het hulpaanbod, licht-pedagogische hulp en coördinatie van zorg. De functies vormen de basis van prestatieveld 2. Verzuim Jeugdige inwoners die niet goed in hun vel zitten geven signalen af in de vorm van verzuim, schooluitval of crimineel gedrag. Verzuim kan dus een indicatie zijn voor problematiek bij opgroeien en opvoeden. Voor de gemeente is een belangrijke taak weggelegd in het tegengaan van verzuim en schooluitval. De leerplichtambtenaar speelt een belangrijke rol bij de signalering van uitval en verzuim. Het merendeel van de benchmarkgemeenten (58%) voldoet niet aan de leerplichtnorm 2, die stelt dat 1 fte leerplichtambtenaar op leerplichtige leerlingen nodig is. Het absolute schoolverzuim en het relatieve schoolverzuim zijn in het schooljaar gestegen. 2 Opgesteld door Ingrado. Zie

11 Wmo in beeld Resultaten Benchmark Wmo 2011 In de benchmarkgemeenten is het relatieve schoolverzuim dat is verzuim zonder geldige reden van een ingeschreven leerling met 2% licht gestegen in het schooljaar Het absolute schoolverzuim leerplichtigen die geheel niet staan ingeschreven bij een onderwijsinstelling is in de deelnemende gemeenten gestegen met ruim 40%. In het kader van actief verzuimbeleid is het aantal HALT-afdoeningen voor verzuim met 54% toegenomen onder de benchmarkdeelnemers. Ook het aantal processen-verbaal voor schoolverzuim is onder de benchmarkdeelnemers toegenomen met 8%. Landelijk is het aantal processen-verbaal voor verzuim met 18% gestegen. De aanpak van schooluitval door gemeenten werpt nu zijn vruchten af. Het aantal voortijdig schoolverlaters is onder de benchmarkdeelnemers gestabiliseerd in vergelijking met vorig jaar. Het aantal herplaatste voortijdig schoolverlaters is toegenomen. Verschillende gemeenten hebben aangegeven dat zij intensiever zijn gaan inzetten op schooluitval (bijvoorbeeld met lik-op-stukbeleid). Ook landelijk is het aantal voortijdig schoolverlaters heel licht gedaald (met 1%). CJG en faciliteiten opvoedingsondersteuning Elke gemeente moet sinds 2011 ten minste één CJG binnen de gemeente hebben. Dit CJG is een herkenbaar inlooppunt waar jongeren en ouderen terecht kunnen met vragen over opgroeien en opvoeden. In 98% van de deelnemende gemeenten is inmiddels een fysieke plek voor opvoedondersteuning gerealiseerd. De ontwikkeling van het CJG is nog niet in alle gemeenten volledig afgerond. Zo zijn de CJG-medewerkers in 15% van de deelnemende gemeenten niet geschoold in vraagverheldering. Verder krijgt men slechts in 67% van de gemeenten direct een doorverwijzingsafspraak mee. Een CJG had in 2011 gemiddeld 12 bezoekers per inwoners tot 22 jaar oud. Hierbij moet worden opgemerkt dat 32% van de CJG s het aantal bezoekers (nog) niet registreert. Gemeenten bieden verschillende vormen van opvoedingsondersteuning, onder andere vanuit het CJG. Het aanbod op het gebied van digitale opvoedingsondersteuning stijgt. Verder is het aanbod in vrijwel alle gemeenten gelijk aan dat van vorig jaar. Zo bieden bijna alle deelnemende gemeenten individuele begeleiding en ondersteuning en school-/jeugd- of gezinsmaatschappelijk werk. Ook zijn er in alle deelnemende gemeenten zorgadviesteams (ZAT s) aanwezig. Verder bieden vrijwel alle gemeenten zorgcoördinatie op het gebied van jeugd en jongeren. Het gebruik van opvoedondersteuning en het zicht op het gebruik van opvoedondersteuning zijn in 2011 toegenomen ten opzichte van 2010: 11 Het aantal vragen aan de opvoedtelefoon is toegenomen. Ook het zicht op het aantal vragen is toegenomen. Het aantal vragen aan het digitaal steunpunt is toegenomen. Ook het zicht op het aantal vragen is toegenomen. Gemeenten geven in 2011 gemiddeld 7,13 per 0- t/m 22-jarige uit aan schoolmaatschappelijk werk. Grote gemeenten ( inwoners) geven hieraan gemiddeld 2,11 per 0- t/m 22-jarige meer uit dan kleine gemeenten (tot inwoners).

12 Prestatieveld 3 Informatie, advies en cliëntondersteuning Gemeenten dragen zorg voor het compenseren van burgers met beperkingen. Hiervoor kunnen burgers terecht bij het loket. De compensatie is niet omschreven in de wet; het gaat om het resultaat van de compensatie. Gemeenten zijn vrij om zelf gestalte te geven aan de compensatieplicht. De gekantelde werkwijze houdt in dat de gemeenten burgers helpen om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen en te participeren, ondanks beperkingen. Daarbij wordt in gesprek met de burger eerst in beeld gebracht wat het probleem is en wat de mogelijkheden van de burger zijn om dit probleem te verkleinen. Als dat niet voldoende is, wordt er gekeken naar de mogelijkheden binnen het eigen netwerk, de informele hulp en algemene voorzieningen. Daarna komen collectieve voorzieningen in beeld. Ten slotte wordt er gekeken naar een individuele voorziening. In de gedachte van de Kanteling staat een omslag van claim- en aanbodgericht werken (voorzieningen en hulpmiddelen) naar vraag- en resultaatgericht werken (participatie en zelfredzaamheid) centraal. Zeker met het oog op de naderende decentralisatie van de AWBZ-begeleiding vinden gemeenten het belangrijk dat de werkwijze van de Kanteling zijn beslag krijgt en de basis vormt voor de uitvoering van de decentralisatie AWBZ. Alle benchmarkgemeenten geven aan dat zij gekanteld willen werken. 18% van de gemeenten had de verordening al in 2011 aangepast en 65% was van plan dit in 2012 te gaan doen. TABEL 10. WERKWIJZE KANTELING Invoering werkwijze Kanteling Bm 2011 Ja, is in 2011 ingevoerd 22% Ja, in 2011 pilot/steekproefsgewijs 29% Ja, starten in % 12 In de hiernavolgende tabel is te zien wat gemeenten hebben gedaan ter voorbereiding op de Kanteling. Van de benchmarkdeelnemers heeft 63% een visiedocument vastgesteld. Relatief weinig gemeenten hebben een financiële doorrekening of risicoanalyse gemaakt, respectievelijk 31% en 21%. Van de gemeenten heeft 60% (nog) geen plan voor de communicatie met de burgers. Gemiddeld hebben ze 3,9 van de 9 genoemde punten geregeld ter voorbereiding op de Kanteling. 16% van de deelnemende gemeenten heeft hiervoor nog helemaal niets geregeld.

13 Wmo in beeld Resultaten Benchmark Wmo 2011 TABEL 11. STELLINGEN KANTELING Stelling Bm 2011 Visiedocument vastgesteld 63% Krachtenveldanalyse gedaan 22% (Subsidie)afspraken gemaakt met maatschappelijke partners over wie welke activiteiten uitvoert 55% Monitoren en evaluatie vastgelegd 45% Visie op regie, rolverdeling en samenwerking met ketenpartners 61% Visie en strategie verhouding de Kanteling met andere domeinen 50% Financiële doorrekening de Kanteling 31% Risicoanalyse gemaakt 21% Communicatieplan richting burger 40% In de helft van alle deelnemende gemeenten is het Wmo-loket een apart gemeentelijk loket. Een kwart van de loketten is onderdeel van de balie Burgerzaken of Publiekszaken. Verder is 3% van de loketten onafhankelijk en is 4% ondergebracht bij een uitvoeringspartner, zoals een welzijnsorganisatie. Wmo-loketten werken met steeds meer partners samen, zoals aanbieders van thuiszorg, woningcorporaties en de GGD. Bijna de helft van de gemeenten geeft aan dat samenwerkende partners ook meldingen in behandeling nemen. Tweederde van de gemeenten werkt met meldingsformulieren en bij een derde van de gemeenten wordt nog gebruikgemaakt van een aanvraagformulier voor een individuele voorziening. Voor een effectieve uitvoering van de Kanteling is registratie en monitoring van aantallen cliënten erg belangrijk. Inzicht in deze cijfers is een vereiste om effecten van de Kanteling te meten. De aantallen informatie- en adviesvragen en aanvragen van voorzieningen die binnenkomen bij het loket staan in de hiernavolgende tabel. TABEL 12. AANTAL INFORMATIE- EN ADVIESAANVRAGEN EN AANVRAGEN VAN VOORZIENINGEN Per inwoners Aantal informatie en adviesvragen loket Aantal aanvragen voorzieningen Bijna de helft, namelijk 48% van de deelnemende gemeenten, voerde in 2011 keukentafelgesprekken. De aantallen keukentafelgesprekken lopen per gemeenten sterk uiteen. Van de gemeenten die in 2011 nog geen keukentafelgesprekken voerden, wil 38% daarmee in 2012 beginnen. In driekwart van de gemeenten wordt het keukentafelgesprek alleen nog gevoerd met nieuwe cliënten. Een keukentafelgesprek bij iedere nieuwe melding is de werkwijze in 42% van de gemeenten. Gemeenten zijn nog niet zover met de registratie van het aantal keukentafelgesprekken en het aantal meldingen. Het gesprek wordt meestal gevoerd door Wmo-consulenten in dienst van de gemeente (95%). Het niveau van de gespreksvoerder is hoog: 79% heeft een hbo-opleiding of wo-opleiding gedaan.

14 TABEL 13. UITVOERING KANTELING Stelling Bm 2011 Bm 2012 Minimaal de helft van de medewerkers is geselecteerd op basis van een competentieprofiel Gespreksvoerders zijn bijgeschoold in het voeren van het gesprek op basis van de principes van de Kanteling Gespreksvoerders zijn bijgeschoold in het toepassen van de sociale kaart 37% 25% 45% 51% 38% 51% De consulent die werkt volgens de gekantelde aanpak moet over andere competenties beschikken dan de klassieke consulent. Belangrijke competenties voor een consulent zijn bijvoorbeeld: de juiste vragen stellen, doorvragen, inlevingsvermogen en overtuigingskracht. Het gesprek wordt meestal gevoerd bij de cliënt thuis en nauwelijks in een wijksteunpunt of bij uitvoerende partijen. Prestatieveld 4 Mantelzorg en vrijwilligers Mantelzorg Mantelzorgers zorgen voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende partner, ouder, kind of ander familielid, vriend of kennis. Mantelzorg is dus iets anders dan de gebruikelijke (alledaagse) zorg, zoals de zorg voor een gezond kind. Maar liefst circa een op de vijf inwoner is mantelzorger. Voor gemeenten is de mantelzorger een belangrijke partner in het lokale zorgbeleid. Mantelzorgers helpen met hun inzet het beroep op Wmo-voorzieningen te beperken en uit te stellen. Mantelzorgers moeten niet alleen om die reden goed ondersteund worden bij hun inzet, maar ook vanwege het risico dat zij zelf overbelast raken. De gevolgen kunnen zo verstrekkend zijn dat mantelzorgers dan zelf niet meer kunnen meedoen aan de maatschappij. Onderstaande tabel laat zien welke vormen van ondersteuning de deelnemende gemeenten in 2011 boden aan mantelzorgers in de gemeente. TABEL 14. ONDERSTEUNINGSFACILITEITEN MANTELZORGERS 14 Faciliteiten Bm 2011 Respijtzorg thuis 91% Respijtzorg buitenshuis 69% Kinderopvang 15% Cursussen 88% Faciliteiten 21% Vrijstelling sollicitatieplicht 31% Lotgenotencontact 96% Nazorg 83% Begeleiding/ondersteuning 99% Activiteiten gericht op ontspanning 88%

15 Wmo in beeld Resultaten Benchmark Wmo 2011 Gemeenten hebben de uitvoering van het mantelzorgbeleid veelal ondergebracht bij het Steunpunt Mantelzorg. In onderstaande tabel wordt weergegeven welke functies dit steunpunt heeft in de benchmarkgemeenten. TABEL 15. FUNCTIES STEUNPUNT MANTELZORG Functie Bm 2011 Regionale en landelijke contacten onderhouden en netwerken opbouwen 96% Intensieve samenwerking met organisaties van cliëntondersteuners 91% Begrip mantelzorg uitdragen/communicatie/pr 97% Belangen behartigen van mantelzorgers 95% Zelf nieuwe vrijwilligers werven (bijv. onder mantelzorgers) 86% Platform organiseren 58% Onderzoek doen onder mantelzorgers 70% Ondersteuning bij regeltaken (bijv. mantelzorgmakelaar) 84% Sommige groepen mantelzorgers behoeven bijzondere aandacht of een andere aanpak in de ondersteuning. Dit zijn vooral de jonge mantelzorgers en mantelzorgers van GGZ-cliënten. In tabel 16 ziet u hoeveel gemeenten (of ondersteuningsorganisaties mantelzorg) specifieke ondersteuning aanbieden aan deze doelgroepen. TABEL 16. AANBOD ONDERSTEUNING BIJZONDERE DOELGROEPEN Doelgroep Bm 2011 Mantelzorgers GGZ-cliënten 53% Jonge mantelzorgers 69% Bereik mantelzorgers In 2011 kwamen er bij het Steunpunt Mantelzorg gemiddeld 7,4 vragen met betrekking tot mantelzorg binnen per inwoners. Het Wmo-loket kreeg gemiddeld 1,3 van dergelijke vragen per inwoners. In de benchmarkgemeenten staan gemiddeld 7,6 mantelzorgers geregistreerd bij het Steunpunt Mantelzorg of de bij de gemeente. Dit is minder dan 5% van het totale aantal mantelzorgers in gemeenten. 15

16 Tevredenheidsonderzoeken onder mantelzorgers SGBO heeft veel mantelzorgers geïnterviewd in tevredenheidsonderzoeken. Uit deze gesprekken komen verschillende oorzaken voor het lage aantal geregistreerde mantelzorgers naar voren: onbekendheid met de term mantelzorg ; onbekendheid met de mogelijkheid om zich te registreren bij steunpunt of gemeente; onwil om zich te laten registreren als mantelzorger. Uitgaven mantelzorg Benchmarkdeelnemers hebben in 2011 per inwoner 5% minder uitgegeven aan mantelzorg dan in Het aantal gefinancierde uren van een mantelzorgconsulent is ongewijzigd gebleven. In onderstaande tabel zien we de begrote en gerealiseerde uitgaven van de deelnemende gemeenten per inwoner in de afgelopen twee jaar. TABEL 17. UITGAVEN MANTELZORG Aantal uren financiering consulent (per inwoners per week) 0,6 0,6 Gerealiseerde uitgaven 2,05 1,95 Begrote uitgaven volgend jaar 2,13 2,00 16 Vrijwilligers De vrijwillige inzet van burgers is een onmisbaar deel van de samenleving en versterkt de zogenoemde civil society. Het gaat om vrijwillige inzet, die niet voortvloeit uit gezin, familie, vrienden, overheid of het bedrijfsleven. De civil society verwijst naar dat deel van de samenleving waarin burgers voor elkaar klaarstaan en zich organiseren. De gemeente speelt hierin vooral een ondersteunende rol door het scheppen van gunstige voorwaarden en het samenbrengen van partijen. Het aandeel vrijwilligers op de totale bevolking bedraagt circa 40%. Het is voor gemeenten van belang om te weten hoe het aantal vrijwilligers zich ontwikkelt. Een groot deel van de vrijwilligers is vergrijsd en er is weinig aanwas van jongere vrijwilligers. Door de groeiende nadruk op arbeidsparticipatie hebben burgers steeds minder mogelijkheden om regelmatig en langdurig vrijwilligerswerk te doen. Door deze ontwikkelingen staat het vrijwilligerswerk onder druk. Elk jaar geeft een deel van de vrijwilligers aan het volgende jaar te gaan stoppen met het vrijwilligerswerk. Het is een taak van gemeenten om de vrijwilligers waar mogelijk te ondersteunen en te waarderen, zodat zij hun werk voortzetten. Tabel 18 toont de vormen van ondersteuning die de deelnemende gemeenten in 2011 boden aan vrijwilligers.

17 Wmo in beeld Resultaten Benchmark Wmo 2011 TABEL 18. ONDERSTEUNINGSFACILITEITEN VOOR VRIJWILLIGERS Faciliteiten Bm 2011 Kinderopvang 7% Deskundigheidsbevordering 88% Faciliteiten (parkeerkaarten, kortingspassen, et cetera) 7% Vrijstelling sollicitatieplicht 20% Verzekering 97% Vrijwilligersonderscheiding/prijzen/vrijwilliger van het jaar 86% Cursussen voor medewerkers van een vrijwilligersorganisatie 84% Informatie over wet- en regelgeving 89% Cursussen voor individuele vrijwilligers 70% Vrijwilligersvacaturebank 93% Wervingscampagne 78% Reiskostenvergoeding 20% Administratieve ondersteuning 26% Financiële middelen voor ondersteuning 38% Hulp bij organisatie 64% Steeds meer gemeenten richten zich op kerncomponenten en -faciliteiten binnen de ondersteuningsstructuur, zoals deskundigheidsbevordering, cursussen, een vrijwilligersvacaturebank en een wervingscampagne. Slechts weinig gemeenten bieden faciliteiten aan zoals kinderopvang, vrijstelling van sollicitatieplicht, reiskostenvergoeding en administratieve ondersteuning. De benchmark laat zien dat het nauwelijks duidelijk is in welke mate vrijwilligers gebruikmaken van dergelijke ondersteuning. Een uitzondering vormt het gebruik van deskundigheidsbevordering: 56% van de gemeenten weet in hoeverre hiervan gebruik gemaakt wordt door vrijwilligers. Verder heeft iets meer dan een derde van de benchmarkgemeenten zicht op het gebruik van de cursussen voor medewerkers van een vrijwilligersorganisatie. Gemeenten verlenen de ondersteuning van vrijwilligers doorgaans niet zelf, maar besteden deze uit aan een uitvoeringsinstantie, die dit samen met de vrijwilligersorganisaties oppakt. Tabel 19 geeft weer aan welke functies de ondersteuningsorganisaties invulling geven. 17

18 TABEL 19. FUNCTIES STEUNPUNT VRIJWILLIGERS Functies Bm 2011 Bemiddelen en makelen van vrijwilligers en organisaties 96% Bemiddelen en makelen van maatschappelijke stages 84% Bemiddelen en makelen van bedrijven (Maatschappelijk Betrokken Ondernemen) 55% Belangenbehartiging 75% Regionale en landelijke contacten onderhouden en netwerken opbouwen 89% Platform organiseren 64% Samenwerking met het mantelzorgsteunpunt 86% Onderzoek doen onder vrijwilligers 64% Uitgaven ondersteuning vrijwilligerswerk De benchmarkdeelnemers gaven in 2011 per inwoner 6% minder uit aan de ondersteuning van vrijwilligerswerk dan in De uitgaven voor 2012 zijn weer lager begroot dan in De hiernavolgende tabel geeft de begrote en gerealiseerde uitgaven van de deelnemende gemeenten in de afgelopen twee jaar weer. TABEL 20. UITGAVEN ONDERSTEUNING VRIJWILLIGERSWERK Uitgaven per inwoner Gerealiseerde uitgaven Begrote uitgaven volgend jaar 2,66 2,50 2,93 2,58 Prestatieveld 5 en 6 Algemene en individuele maatregelen ter bevordering van deelname aan het maatschappelijke verkeer en het bevorderen van het zelfstandig functioneren 3 18 Met de invoering van de Wmo is de stap gezet van het verstrekken van voorzieningen naar het compenseren van beperkingen. Toch bestaat een belangrijk deel van de compensatie (nog) uit het verstrekken van individuele voorzieningen. Eigen bijdrage Gemeenten kunnen voor een individuele voorziening een eigen bijdrage heffen, maar ze hoeven dit niet te doen. De eigen bijdrage mag voor alle individuele voorzieningen worden toegepast, met uitzondering van de rolstoel. De wet stelt uiterste grenzen aan het heffen van eigen bijdragen. Bijna alle gemeenten hanteren deze grenzen in hun beleid, zodat ze maximaal gebruik kunnen maken van de mogelijkheden van de eigenbijdrageregeling. 3 De resultaten uit dit hoofdstuk komen deels uit de basisbenchmark en deels uit het onderdeel Wmo-voorzieningen. De basisbenchmark is gebaseerd op 124 gemeenten, het onderdeel Wmo-voorzieningen is gebaseerd op 67 gemeenten.

19 Wmo in beeld Resultaten Benchmark Wmo 2011 Van de benchmarkgemeenten heffen bijna alle gemeenten een eigen bijdrage voor hulp bij het huishouden. Benchmarkgemeenten vragen nu ook steeds vaker een eigen bijdrage voor de andere voorzieningen. TABEL 21. EIGEN BIJDRAGEN VOOR INDIVIDUELE VOORZIENINGEN Voorziening Bm 2009 Bm 2010 Bm 2011 Hulp bij het huishouden 99% 100% 99% Roerende zaken, niet zijnde een individuele voorziening 32% 40% 58% Onroerende woonvoorziening 47% 52% 71% Individuele vervoersvoorziening 33% 39% 59% Uit bovenstaande tabel blijkt dat het aantal gemeenten dat aan eigen inwoners een eigen bijdrage vraagt voor roerende zaken is gestegen van 40% naar 58% in Een roerende zaak of voorziening is een los hulpmiddel dat ook meegenomen kan worden naar een andere woning, zoals een douchestoel, een tillift of een badplank. Verder toont de tabel aan dat het aantal gemeenten dat aan inwoners een eigen bijdrage vraagt voor een onroerende woonvoorziening is toegenomen naar 71%. Onroerende voorzieningen zijn verbouwingen of aanpassingen in een woning, zoals een aanpassing van keuken of badkamer. Hierdoor kan de cliënt met een beperking zelfstandig blijven wonen. Een individuele vervoersvoorziening is uitsluitend gericht op buitenvervoer en bedoeld om mensen in staat te stellen om bestemmingen te bereiken in de woon- en leefomgeving. Het gaat daarbij om afstanden die vaak lopend of fietsend overbrugd kunnen worden met bijvoorbeeld de scootmobiel, driewielfiets, buggy of een wandelwagen voor oudere kinderen. In meer dan de helft van de gemeenten, namelijk 59%, moeten inwoners een eigen bijdrage betalen voor een individuele vervoersvoorziening. In 2011 was dat nog in slechts 39% van de gemeenten het geval. De inkomsten uit eigen bijdragen zijn in de benchmarkgemeenten fors gestegen: van 13,85 per inwoner in 2010 naar 16,93 per inwoner in Dit is een stijging van 22%. TABEL 22. INKOMSTEN UIT EIGEN BIJDRAGEN VOOR INDIVIDUELE VOORZIENINGEN Eigen bijdragen per inwoner 11,24 11,64 13,85 16,93 19 Uitvoeringskosten De totale kosten voor de Wmo-voorzieningen bestaan uit programmakosten (de kosten voor hulp bij het huishouden en wonen, rolstoelen, vervoer (Wrv) en uitvoeringskosten. Onder uitvoeringskosten vallen de directe personeelskosten, de kosten voor externe indicatie en overige kosten die gerelateerd zijn aan de uitvoering en geen betrekking hebben op de voorziening zelf. De kosten voor de uitvoering beslaan 12% van het totaal. Dat is ongeveer hetzelfde deel als in voorgaande jaren.

20 FIGUUR 2. TOTALE KOSTEN WMO-VOORZIENINGEN 29% 12% Uitvoering HH Wrv 60% In 2011 bedragen de uitvoeringskosten 17,75 per inwoner. TABEL 23. UITVOERINGSKOSTEN PER INWONER Personeelskosten 11,65 14,23 13,40 14,09 14,69 Externe indicatiekosten 2,47 2,98 2,51 1,90 1,63 Overige uitvoeringskosten 0,96 2,14 1,36 1,48 1,60 Totale uitvoeringskosten 15,15 18,89 17,41 17,53 17,75 20 De uitvoeringskosten in 2011 zijn iets hoger dan in Dit komt door de trend van dalende externe indicatiekosten en stijgende personeelskosten van de gemeenten in Dit past bij de ontwikkeling dat gemeenten steeds meer zelf gaan indiceren. Gemiddeld indiceren gemeenten 85% van de aanvragen voor hulp bij het huishouden zelf; voor hulpmiddelen is dit 82%. In 2010 waren die percentages respectievelijk 77% en 74%, in % en 63%. Van de formatie die gemeenten inzetten voor de uitvoering van de individuele voorzieningen is 64% uitvoerend personeel. Het gaat om loketmedewerkers, consulenten en medewerkers die zich bezighouden met beroep en bezwaar en contractbeheer. Ondersteunend personeel maakt 19% uit van de formatie: financieel administratief medewerkers, applicatiebeheerders en medewerkers voor interne controle. De overige 17% is werkzaam in overheadfuncties, zoals leidinggevenden, beleidsmedewerkers of kwaliteitsmedewerkers. Aanvragen Het aantal nieuwe aanvragen voor hulp bij het huishouden en andere voorzieningen blijkt terug te lopen, zie onderstaande tabel. TABEL 24. AANTAL NIEUWE AANVRAGEN VOOR HULP BIJ HET HUISHOUDEN EN ANDERE VOORZIENINGEN Per inwoners Nieuwe aanvragen HH 12,0 10,9 9,2 Nieuwe aanvragen Wrv 23,2 21,9 19,2

21 Wmo in beeld Resultaten Benchmark Wmo 2011 Dat lijkt een onverwachte ontwikkeling, gezien de vergrijzing en de extramuralisering van de zorg. Het teruglopende aantal aanvragen kan voortkomen uit bezuinigingen van gemeenten. Een eigen bijdrage voor een voorziening kan bijvoorbeeld veroorzaken dat mensen terughoudend zijn in het aanvragen van een voorziening. Een andere oorzaak zou de Kanteling kunnen zijn. Een geregistreerde melding hoeft niet automatisch te resulteren in een aanvraag voor een voorziening, omdat er misschien ook een andere oplossing mogelijk is. Gemeenten stimuleren burgers in eerste instantie te zoeken naar mogelijke oplossingen in het eigen netwerk. De eventuele noodzaak van de voorziening wordt kritischer beoordeeld. Voor het beroep op Wmo-voorzieningen is het aantal 75-plussers interessant, aangezien ouderen steeds langer fit blijven en op latere leeftijd een beroep doen op Wmo-voorzieningen. Bij het bereiken van een hogere leeftijd nemen vaak de gebreken toe en daarmee de (ervaren) beperkingen. Stijging van het aantal 75-plussers brengt daardoor een toename van het aantal Wmo-cliënten met zich mee en daarmee hogere Wmo-uitgaven voor voorzieningen. Naast leeftijd zijn inkomen en gezondheidstoestand factoren die een rol spelen bij de behoefte aan voorzieningen. Deze factoren hangen vaak samen. Mensen met een lager inkomen hebben vaker een slechtere gezondheid. Gemiddeld 91% van de 75-plussers woont thuis. De verwachting is dat dit percentage zal toenemen door onder andere het verdwijnen van de lichtere zorgzwaartepakketten (ZZP s) voor nieuwe cliënten. De zorg en ondersteuning voor nieuwe cliënten wordt niet meer in de instellingen geboden, maar in de eigen omgeving. Deze maatregel gaat per 1 januari 2013 in voor de ZZP s 1 en 2. Gemeenten zijn nog niet zover met de registratie van het aantal keukentafelgesprekken en het aantal meldingen. Doorlooptijden Belangrijk voor de cliënt zijn de doorlooptijden van de voorzieningen, dat wil zeggen de periode tussen het moment van de aanvraag en het leveren van de voorziening. Sinds 2007 worden deze doorlooptijden korter. Ook voor 2011 lijkt deze trend zich voort te zetten voor het merendeel van de voorzieningen. Vanaf de aanvraag duurt het gemiddeld 41 kalenderdagen voordat een beschikking voor een rolstoel wordt afgegeven. Veel gemeenten weten echter niet hoe lang het duurt voordat de voorziening geleverd wordt. De tevredenheid van cliënten over de aanvraagprocedure wordt gewaardeerd met een 7,4. Dit rapportcijfer is niet veranderd ten opzichte van voorgaande jaren. Nog steeds zien we dat cliënten het meest tevreden zijn over de tijd die wordt genomen voor de aanvraag en het minst over de wachttijd van aanvraag tot hulpverlening. Het percentage afwijzingen voor aanvragen voor wonen rolstoelen vervoer ligt hoger (10%) dan voor hulp bij het huishouden (5%). Deze percentages zijn vergelijkbaar met die in voorgaande jaren. Het percentage bezwaarschriften is voor beide groepen redelijk vergelijkbaar: 1,5% bij hulp bij het huishouden en 1,2% bij de overige voorzieningen. Het aantal gegrondverklaringen van bezwaarschriften ligt hoger bij de overige voorzieningen (21%) dan bij hulp bij het huishouden (15%). 21 Hulp bij het huishouden Van 2009 naar 2010 stegen de uitgaven voor hulp bij het huishouden fors. In 2011 is de stijging minder fors, maar toch nog bijna 6% per inwoner. De gemiddelde uitgaven per cliënt stijgen van 3.234, naar 3.370,.

22 TABEL 25. KENGETALLEN HULP BIJ HET HUISHOUDEN % inwoners met HH 2,9% 2,6% 2,8% 2,8% Uitgaven HH per inwoner Uitgaven HH per cliënt Aantal uur HH (natura) per cliënt 2,9 2,9 2,9 Aantal uur HH (pgb) per cliënt 3,8 3,8 3,9 % cliënten met pgb 16% 17% 18% Aandeel eenvoudige hulp (bij geleverde uren) 54% 61% 66% 71% Het aantal cliënten met eenvoudige hulp (HH1, exclusief alfahulp) neemt toe ten opzichte van het aantal cliënten met een zwaardere vorm van hulp (HH2 of HH3). Bij het aantal nieuwe toekenningen is de verhouding zelfs 80% eenvoudige hulp ten opzichte van 20% HH2/HH3. Van de cliënten krijgt 76% eenvoudige hulp. Het percentage van de geleverde uren voor eenvoudige hulp bedraagt 71%. Het aantal nieuwe toekenningen voor hulp bij het huishouden laat net als het aantal aanvragen een dalende trend zien. Dit zou erop kunnen wijzen dat gemeenten strikter indiceren. De deelcategorieën die wel stijgen zijn nieuwe toekenningen voor alfahulp en nieuwe toekenningen voor het persoonsgebonden budget. Cliënttevredenheid over hulp bij het huishouden Uit de tevredenheidsonderzoeken van SGBO blijkt dat cliënten hun hulp bij het huishouden gemiddeld met een 7,8 waarderen. Dit rapportcijfer is al sinds 2008 onveranderd. Doorslaggevende factoren voor de cliënttevredenheid zijn de kwaliteit van het schoonmaakwerk en de inzet van de medewerker. 22 Woonvoorzieningen, rolstoelen en vervoersvoorzieningen De uitgaven voor woonvoorzieningen, rolstoelen en vervoer laten de afgelopen jaren een redelijk stabiel beeld zien.

23 Wmo in beeld Resultaten Benchmark Wmo 2011 FIGUUR 3. UITGAVEN WRV-VOORZIENINGEN PER INWONER uitgaven voor woonvoorzieningen per inwoner (totaal) uitgaven voor rolstoelen (totaal) uitgaven individuele vervoersvoorzieningen (totaal) uitgaven voor collectief vervoer per inwoner De totale uitgaven voor Wrv-voorzieningen bedragen in , per inwoner. Dit is een lichte daling van de uitgaven ten opzichte van Per cliënt stijgen deze uitgaven echter, in 2011 naar 1.260,. In 2010 bedroegen de uitgaven nog 1.083, per inwoner. De oorzaak lijkt vooral een groter aantal voorzieningen per inwoner te zijn. FIGUUR 4. VERDELING UITGAVEN WRV-VOORZIENINGEN PER TYPE VOORZIENING 18% 6% 6% 24% 19% 2% woonaanpassingen verhuizingen rolstoel incl sportvz collectief vervoer scootmobielen overig vervoer geldsomverstrekkingen 23 26%

24 Ongeveer 4% van de inwoners van de benchmarkgemeenten heeft een Wrv-voorziening. Dit zijn cliënten die gebruikmaken van één of meer van de volgende voorzieningen: een vervoersvergoeding, collectief vervoer, een vervoermiddel (scootmobiel, auto en dergelijke) of een rolstoel. Het percentage inwoners met een Wrv-voorziening is licht gedaald ten opzichte van Sinds 2009 is er een daling waarneembaar in het aantal inwoners met een uitstaande voorziening 4. Woonvoorzieningen Woonvoorzieningen bestaan uit woningaanpassingen, roerende woonvoorzieningen en verhuiskostenvergoedingen. De uitgaven voor woningaanpassingen en roerende woonvoorzieningen per inwoner zijn in 2011 gedaald. Gemeenten sturen meer op andere oplossingen, zoals verhuizen in plaats van kostbare woningaanpassingen. TABEL 26. UITGAVEN EN AANTAL VERSTREKTE WOONVOORZIENINGEN Uitgaven per inwoner Woningaanpassingen en roerende woonvoorzieningen 11,90 11,80 10,80 Vergoedingen voor verhuizing en inrichting 1,00 0,80 1,00 0,90 0,90 Totaal woonvoorzieningen 12,50 13,60 12,60 12,60 11,10 Gebruik per inwoners Aantal verstrekte woonvoorzieningen 7,2 6,8 7,0 7,4 6,0 24 Het aantal nieuw toegekende woonvoorzieningen is in 2011 fors gedaald ten opzichte van Dit zou kunnen komen doordat gemeenten kleine woningaanpassingen steeds vaker algemeen gebruikelijk verklaren. Ook kan een strikter beleid een rol spelen. Er zijn gemeenten die woningaanpassingen die vanwege de leeftijd voorspelbaar zijn niet meer vergoeden. Cliënten moeten dan zelf de kosten daarvan opbrengen. Sommige gemeenten sturen strikter op verhuizen door de kostengrens te verlagen. Daardoor hoeven er minder vaak dure woningaanpassingen uitgevoerd te worden. Gemeenten kunnen het primaat van verhuizen alleen goed toepassen als er genoeg aanbod is van levensloopbestendige woningen, aanpasbare of aangepaste woningen. De beschikbaarheid van levensloopbestendige woningen, aanpasbare of aangepaste woningen bepaalt mede de druk op de woonvoorzieningen en woningaanpassingen. Bij onvoldoende aanbod zullen mensen langer in hun huidige, niet aangepaste woning blijven wonen. 4 Uitstaande voorzieningen zijn zaken als een rolstoel, individuele vervoersvoorziening of een pas voor het collectief vervoer.

25 Wmo in beeld Resultaten Benchmark Wmo 2011 Levensloopbestendig en/of aanpasbaar bouwen Van de benchmarkgemeenten voert 58% beleid op het terrein van levensloopbestendig en/of aanpasbaar bouwen. Het merendeel van de gemeenten heeft afspraken met woningcorporaties vastgelegd over levensloopgeschikte of levensloopbestendige woningen. Van de gemeenten heeft 68% schriftelijke afspraken en 14% mondelinge afspraken. De overige gemeenten (17%) hebben geen afspraken. Veelgemaakte afspraken zijn: bij renovatie/opplussen de woning geschikt maken, bij nieuwbouwplannen standaard toetsen door de gemeente, een bepaald percentage huizen levensloopbestendig maken of alle nieuwgebouwde huurwoningen moeten levensloopbestendig zijn. Maar het aantal gemeenten dat zicht heeft op het aandeel levensloopbestendige woningen of aangepaste of aanpasbare woningen is klein. Van de benchmarkgemeenten heeft minder dan de helft zicht op het aantal levensloopbestendige woningen, 41% weet hoeveel aangepaste woningen er zijn en 36% weet dat van het aantal aanpasbare woningen. Door gebrek aan deze kennis is het lastig om te zoeken naar passende woningen. Natuurlijk is het ook van belang hoe de verhouding koop-/huurwoningen is en welk deel van de huur particulier is. Daarom zoeken gemeenten ook steeds vaker naar preventieve middelen (zoals een campagne gericht op 55-plussers) om burgers bewust te maken van de noodzaak om tijdig voor aanpassingen in hun huis te zorgen of een geschikter huis te zoeken. Rolstoelen De uitgaven voor rolstoelen zijn in 2011 verder gedaald. De gemiddelde uitgave per rolstoel is ongeveer 700, per jaar. Het aantal verstrekte rolstoelen blijft op een vergelijkbaar niveau als in TABEL 27. AANTALLEN EN UITGAVEN VOOR ROLSTOELEN Rolstoelen Uitgaven per inwoner (in ) 7,70 9,40 9,20 9,00 8,40 Uitstaand aantallen per inwoners 11,7 11,5 13,0 12,1 12,2 Scootmobielen Uit het tevredenheidsonderzoek van SGBO blijkt dat 88% van de ondervraagden de scootmobiel dagelijks of wekelijks gebruikt. 25 De scootmobiel valt onder individueel vervoer, naast overige individuele vervoersvoorzieningen in natura (bruikleenauto`s, driewielfietsen en dergelijke) en geldsomverstrekkingen (kilometervergoeding, taxigebruik, autoaanpassingen). De uitgaven voor individueel vervoer zijn in 2011 licht gedaald. De uitgaven voor scootmobielen blijven ongeveer op hetzelfde niveau.

26 TABEL 28. UITGAVEN EN AANTALLEN VAN INDIVIDUELE VERVOERSVOORZIENINGEN, WAARONDER SCOOTMOBIELEN Type voorziening Uitgaven individuele vervoersvoorzieningen per inwoner (in ) 12,10 13,90 14,20 12,80 12,30 Waarvan scootmobielen per inwoner (in ) 7,60 8,10 8,10 Aantal individuele vervoersvoorzieningen (aantallen per inwoners) Waarvan scootmobielen (aantallen per inwoners) 15,3 16,3 20,3 16,3 13,6 7,0 7,6 8,9 8,2 8,0 In 2011 is het aantal verstrekkingen van geldsommen en scootmobielen gedaald. Ook het aantal nieuw toegekende scootmobielen stijgt niet verder. Dit kan verklaard worden door het feit dat steeds meer gemeenten een eigen bijdrage vragen voor de scootmobiel. Ook wordt het gebruik van de scootmobiel actief gemonitord door gemeenten. Van de rolstoelen wordt gemiddeld 52% herverstrekt en van de scootmobielen 54%. Het percentage herverstrekkingen loopt per gemeente erg uiteen. Er zijn gemeenten die maar 10% van de scootmobielen herverstrekken en er zijn gemeenten die bijna alle scootmobielen herverstrekken. Gemeenten vinden daarbij steeds efficiëntere manieren om scootmobielen te verstrekken, bijvoorbeeld via een scootmobielpool. De scootmobiel moet carpoolen. In het kader van bezuinigingen kan het de gemeente ook wat opleveren. De gemeente verstrekt scootmobielen vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning. Een scootmobielpool zou betekenen dat mensen die weinig (één tot twee keer per week) gebruikmaken van een scootmobiel deze kunnen delen. Als de pool goed werkt, zijn er uiteindelijk minder scootmobielen nodig en kan de gemeente kosten besparen. 26 In de media wordt al langere tijd gesproken over scootmobielpools en uiteindelijk blijkt dit verschijnsel toch van de grond te komen, zij het langzaam: van de benchmarkgemeenten heeft slechts 4% een scootmobielpool. Voor burgers met een vervoersprobleem is de toegankelijkheid van de openbare ruimte en de openbare gebouwen erg belangrijk. Zo geeft 83% van de cliënten met een scootmobiel aan soms of vaak problemen te ervaren met de openbare ruimte. 63% ervaart soms of vaak problemen met openbare gebouwen. Toegankelijkheid Steeds meer gemeenten hebben schriftelijke afspraken gemaakt om de fysieke toegankelijkheid van ruimten, gebouwen en openbaar vervoer voor mensen met beperkingen te bevorderen. De tevredenheid over de toegankelijkheid wordt nog niet zo vaak gemeten. Van de gemeenten doet 42% dit voor openbare gebouwen, 40% voor openbare ruimten, 36% meet de tevredenheid over de toegankelijkheid in het openbaar vervoer en een kwart die over de toegankelijkheid van private gebouwen met een publieke functie.

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Het KTO is een wettelijke verplichting wat betreft de verantwoording naar de Gemeenteraad

Nadere informatie

Maatwerksamenvatting Resultaten Benchmark Wmo Gemeente Almere

Maatwerksamenvatting Resultaten Benchmark Wmo Gemeente Almere Maatwerksamenvatting Resultaten Benchmark Wmo 2013 Gemeente Almere Inleiding De gemeente Almere heeft in 2013 deelgenomen aan de Benchmark Wmo, inclusief de module Individuele Voorzieningen. In deze samenvatting

Nadere informatie

Samenvatting Benchmark Wmo 2012

Samenvatting Benchmark Wmo 2012 Samenvatting Benchmark Wmo 2012 Gemeente Helmond heeft in 2012 samen met 123 andere gemeenten deelgenomen aan de Benchmark Wmo. Hiervan hebben 69 gemeenten, inclusief Helmond, naast de basisbenchmark meegedaan

Nadere informatie

Samenvatting basisbenchmark en cliënttevredenheidsonderzoek individuele voorzieningen Wmo

Samenvatting basisbenchmark en cliënttevredenheidsonderzoek individuele voorzieningen Wmo Samenvatting basisbenchmark en cliënttevredenheidsonderzoek individuele voorzieningen Wmo Inleiding Hoewel het gaat om twee afzonderlijke onderzoeken is vanwege de samenhang (de Wmo) ervoor gekozen om

Nadere informatie

Doetinchem Inwonerklasse Benchmark

Doetinchem Inwonerklasse Benchmark Doetinchem Inwonerklasse Benchmark Doetinchem Gemiddelde klasse 3: Gemiddelde benchmark 50.000 tot 100.000 inwoners Waarborgen voor kwaliteit (0.2) Cliëntondersteuning 2 items 2,7 1,9 Indicatiestelling

Nadere informatie

ons kenmerk Wmo

ons kenmerk Wmo Gemeente Heerhugowaard Aan mevrouw L. Waltmann - van Andel Postbus 390 1700 AJ HEERHUGOWAARD doorkiesnummer (070) 310 3883 uw kenmerk datum 8 november 2013 onderwerp Samenvatting Benchmark Wmo 2013 ons

Nadere informatie

ons kenmerk Wmo

ons kenmerk Wmo Gemeente Heerhugowaard Aan mevrouw L. Waltmann - Van Andel Postbus 390 1700 AJ HEERHUGOWAARD doorkiesnummer (070) 310 3883 uw kenmerk datum 30 oktober 2012 onderwerp Samenvatting Benchmark Wmo 2012 ons

Nadere informatie

Brief op maat benchmark Wmo 2010: Individuele Voorzieningen ROGplus

Brief op maat benchmark Wmo 2010: Individuele Voorzieningen ROGplus Brief op maat benchmark Wmo 2010: Individuele Voorzieningen ROGplus Inleiding ROGplus heeft in 2010 samen met 98 andere organisaties deelgenomen aan de module Individuele voorzieningen van de benchmark

Nadere informatie

Benchmark Wmo Resultaten over 2013, monitor Wmo-voorzieningen

Benchmark Wmo Resultaten over 2013, monitor Wmo-voorzieningen Benchmark Wmo Resultaten over 2013, monitor Wmo-voorzieningen Heerhugowaard 1 juli 2014 Projectnummer:107634 INHOUD HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1 HOOFDSTUK 2 TOTAALBEELD 4 HOOFDSTUK 3 UITVOERING 8 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Benchmarkrapportage Wmo Jaar 2013

Benchmarkrapportage Wmo Jaar 2013 Benchmarkrapportage Wmo Jaar 2013 Dienst Sociale Zaken en werkgelegenheid Noardwest Fryslân, oktober 2014 1 Dit is een publicatie van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân Postadres

Nadere informatie

Wet maatschappelijke ondersteuning

Wet maatschappelijke ondersteuning Wet maatschappelijke ondersteuning Benchmark en cliënttevredenheidonderzoek 2007 Gemeente Dalfsen juni 2008 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Uitkomsten Benchmark en de thema s binnen de Wmo.... 4 Algemeen...

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 Inleiding en toelichting Het jaarlijkse Wmo-klanttevredenheidsonderzoek is in april en mei 2015 naar de cliënten verstuurd. Aan de cliënten werd gevraagd of zij de

Nadere informatie

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014. Te besluiten om:

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014. Te besluiten om: COLLEGEVOORSTEL Onderwerp Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 Te besluiten om: 1. De resultaten van het klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 in het kader van artikel 9 Wmo juncto artikel 8.9 vierde lid

Nadere informatie

Benchmark Wmo. Stadskanaal. Resultaten over 2013, monitor Wmo-voorzieningen. 1 juli 2014 Projectnummer:107634

Benchmark Wmo. Stadskanaal. Resultaten over 2013, monitor Wmo-voorzieningen. 1 juli 2014 Projectnummer:107634 Benchmark Wmo Resultaten over 2013, monitor Wmo-voorzieningen Stadskanaal 1 juli 2014 Projectnummer:107634 INHOUD HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1 HOOFDSTUK 2 TOTAALBEELD 4 HOOFDSTUK 3 UITVOERING 8 HOOFDSTUK 4

Nadere informatie

Rapportage Wmo-benchmark 2011

Rapportage Wmo-benchmark 2011 Rapportage Wmo-benchmark 2011 Wmo in balans November 2011 Auteur(s): M. Barends en C. Jansens INHOUD 1. Horizontale verantwoording 2. Samenvatting resultaten 2.1. Basisbenchmark 2.2. Rapport Individuele

Nadere informatie

Hll lllllllllllllllllllllllllllllllilllllll /10/2012

Hll lllllllllllllllllllllllllllllllilllllll /10/2012 Beleid Cluster Maatschappij (071)54 54 838 ppaardekoper@leiderdorp.nl Ingekomen: Afdeling ; Kopie ; Cj rif Hll lllllllllllllllllllllllllllllllilllllll 2012.06557 26/10/2012 Gemeente Leiderdorp A Aan de

Nadere informatie

Benchmark Wmo 2012. Resultaten over 2011, Basisbenchmark. Velsen

Benchmark Wmo 2012. Resultaten over 2011, Basisbenchmark. Velsen + Benchmark Wmo 2012 Resultaten over 2011, Basisbenchmark Velsen Benchmark Wmo 2012 Resultaten over 2011, Basisbenchmark Velsen 01-06-2012 SGBO Postbus 10242 2501 HE Den Haag 070 310 3883 VOORWOORD Ruim

Nadere informatie

Horizontale verantwoording Wmo over 2011

Horizontale verantwoording Wmo over 2011 Horizontale verantwoording Wmo over 2011 Verzameling van gegevens over de prestaties van gemeenten en de tevredenheid van vragers van maatschappelijke ondersteuning Horizontale verantwoording Wmo over

Nadere informatie

+ Benchmark Wmo 2012 Resultaten over 2011, Basisbenchmark Aalten Benchmark Wmo 2012 Resultaten over 2011, Basisbenchmark Aalten 01-06-2012 SGBO Postbus 10242 2501 HE Den Haag 070 310 3883 VOORWOORD Ruim

Nadere informatie

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen Gemeente Beek 20 mei 2014 Simon Wajer Projectnummer: 107560 INHOUD INLEIDING 1 SAMENVATTING 3 HOOFDSTUK 1 VERANTWOORDING EN ACHTERGRONDGEGEVENS 7 1.1 Achtergrond

Nadere informatie

Jaarverslag Zorg 2013: Individuele voorzieningen Wmo 2013

Jaarverslag Zorg 2013: Individuele voorzieningen Wmo 2013 Jaarverslag Zorg 2013: Individuele voorzieningen Wmo 2013 ALGEMEEN De individuele voorzieningen Wmo betreffen vervoersvoorzieningen, rolstoelen, woonvoorzieningen en hulp bij het huishouden. Onderstaand

Nadere informatie

Resultaten over 2013 in % Resultaten over 2012 in % 63 Delft. 69 Gemeentegrootteklasse. 68 Benchmark

Resultaten over 2013 in % Resultaten over 2012 in % 63 Delft. 69 Gemeentegrootteklasse. 68 Benchmark 1 Samenvatting Benchmark Wmo 2014 resultaten over 2013, basisbenchmark Benchmark Wmo 2013 en 2014 Wmo-thermometer. Het gewogen gemiddelde van de scores. Beleidsparticipatie. Meedoen in de samenleving Leefbaarheid

Nadere informatie

Adviesnota Bestuur datum: 28 augustus 2014

Adviesnota Bestuur datum: 28 augustus 2014 Bijlagenummer 01/10/14/06 Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân Adviesnota Bestuur datum: 28 augustus 2014 Adviesnota voor: (kopieer en plak voor regel van toepassing) X Onderwerp:

Nadere informatie

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen Gemeente Beek (L.) 26 augustus 2015 Nelleke Koppelman Simon Wajer Projectnummer: 107696 INHOUD INLEIDING 2 SAMENVATTING 4 HOOFDSTUK 1 VERANTWOORDING EN ACHTERGRONDGEGEVENS

Nadere informatie

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 04-08-2017 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Algemene informatie geleverde ondersteuning...

Nadere informatie

Klantonderzoek Wmo over 2012. Wmo-voorzieningen Gemeente Velsen

Klantonderzoek Wmo over 2012. Wmo-voorzieningen Gemeente Velsen Klantonderzoek Wmo over 2012 Wmo-voorzieningen Gemeente Velsen Klantonderzoek Wmo over 2012 Wmo-voorzieningen Gemeente Velsen COLOFON Samenstelling Ingrid Dooms Annelieke van den Heuvel SGBO Benchmarking

Nadere informatie

Rapportage Wmo-benchmark 2010 en Klanttevredenheidsonderzoek individuele voorzieningen

Rapportage Wmo-benchmark 2010 en Klanttevredenheidsonderzoek individuele voorzieningen ** Concept 15 december 2010 Sectie soza/wz Rapportage Wmo-benchmark 2010 en Klanttevredenheidsonderzoek individuele voorzieningen De Wmo op koers! Oktober 2010 Auteur(s): I. Avontuur en C. Jansens INHOUD

Nadere informatie

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen Gemeente Heumen 20 mei 2014 Kees-Jan van de Werfhorst Projectnummer: 107560 INHOUD INLEIDING 1 SAMENVATTING 3 HOOFDSTUK 1 VERANTWOORDING EN ACHTERGRONDGEGEVENS

Nadere informatie

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude 27 juni 2014 Kees-Jan van de Werfhorst Projectnummer: 107560 INHOUD INLEIDING SAMENVATTING 1 3 HOOFDSTUK 1 VERANTWOORDING

Nadere informatie

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen Dienst SoZaWe NW Fryslân juli 2015 Nelleke Koppelman Projectnummer: 107696 INHOUD INLEIDING 1 SAMENVATTING 2 HOOFDSTUK 1 VERANTWOORDING EN ACHTERGRONDGEGEVENS

Nadere informatie

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen Gemeente Bloemendaal 27 juni 2014 Kees-Jan van de Werfhorst Projectnummer: 107560 INHOUD INLEIDING SAMENVATTING 1 3 HOOFDSTUK 1 VERANTWOORDING EN ACHTERGRONDGEGEVENS

Nadere informatie

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen Gemeente Best Augustus 2015 Nelleke Koppelman Naomi Meys Projectnummer: 107696 INHOUD INLEIDING 1 SAMENVATTING 2 HOOFDSTUK 1 VERANTWOORDING EN ACHTERGRONDGEGEVENS

Nadere informatie

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 24 januari 2015

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 24 januari 2015 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 24 januari 2015 Inhoud Waarom moest het veranderen? Wat is veranderd? Wat heeft de gemeente gedaan? Wat betekent dat voor jullie? Wat voor ondersteuning? Waar zijn

Nadere informatie

1 Inleiding... 2. 2 Onderzoeksgroep en dataverzameling... 2. 3 Informatie... 4. 4 De aanvraag... 8. 5 Procedure... 14. 6 Wachttijd...

1 Inleiding... 2. 2 Onderzoeksgroep en dataverzameling... 2. 3 Informatie... 4. 4 De aanvraag... 8. 5 Procedure... 14. 6 Wachttijd... Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Onderzoeksgroep en dataverzameling... 2 3 Informatie... 4 4 De aanvraag... 8 5 Procedure... 14 6 Wachttijd... 16 7 Bejegening... 19 7 Toegewezen aanvragen...

Nadere informatie

Klantonderzoek Wmo over 2012. Wmo-voorzieningen Gemeente Bloemendaal

Klantonderzoek Wmo over 2012. Wmo-voorzieningen Gemeente Bloemendaal Klantonderzoek Wmo over 2012 Wmo-voorzieningen Gemeente Bloemendaal Klantonderzoek Wmo over 2012 Wmo-voorzieningen Gemeente Bloemendaal COLOFON Samenstelling Ingrid Dooms Annelieke van den Heuvel Kees-Jan

Nadere informatie

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen Gemeente Tilburg juli 2014 Anouk Olsthoorn Projectnummer: 107560 INHOUD INLEIDING 1 SAMENVATTING 3 HOOFDSTUK 1 VERANTWOORDING EN ACHTERGRONDGEGEVENS 7 1.1

Nadere informatie

Welzijn en (gezondheids)zorg

Welzijn en (gezondheids)zorg Hoofdstuk 14 Welzijn en (gezondheids)zorg 14.1 Inleiding Een belangrijke doelgroep voor het welzijns- en zorgbeleid zijn de ouderen. Dit hoofdstuk begint daarom met het in kaart brengen van deze groep

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen ROGplus Nieuwe Waterweg Noord

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen ROGplus Nieuwe Waterweg Noord Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen ROGplus Nieuwe Waterweg Noord 13 juni 2014 Kees-Jan van de Werforst Projectnummer: 107560 INHOUD INLEIDING SAMENVATTING 1 3 HOOFDSTUK 1 VERANTWOORDING EN

Nadere informatie

Benchmark Wmo 2011. Resultaten over 2010, Basisbenchmark. Houten. SGBO Postbus 10242 2501 HE Den Haag 070 310 3883

Benchmark Wmo 2011. Resultaten over 2010, Basisbenchmark. Houten. SGBO Postbus 10242 2501 HE Den Haag 070 310 3883 Benchmark Wmo 2011 Resultaten over 2010, Basisbenchmark Houten SGBO Postbus 10242 2501 HE Den Haag 070 310 3883 VOORWOORD Ruim vier jaar geven gemeenten invulling aan de Wet maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Klantonderzoek Wmo over 2012. Wmo-voorzieningen Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Klantonderzoek Wmo over 2012. Wmo-voorzieningen Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude Klantonderzoek Wmo over 2012 Wmo-voorzieningen Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude Klantonderzoek Wmo over 2012 Wmo-voorzieningen Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude COLOFON Samenstelling Ingrid

Nadere informatie

Benchmark Wmo 2014 Resultaten over 2013, Basisbenchmark Etten-Leur Vrijdag 16 mei 2014 Projectnummer: 107634 Voorwoord Met deze benchmarkrapportage blikken we samen met u voor de laatste keer terug op

Nadere informatie

Rapportage Wmo-benchmark 2008

Rapportage Wmo-benchmark 2008 ** Concept 20 mei 2009 Sectie wz Rapportage Wmo-benchmark 2008 April 2009 Auteur(s): C. Jansens ism WZ en SoZa INHOUD 1. Horizontale verantwoording 2. Samenvatting resultaten 3. Conclusie Pagina 2 van

Nadere informatie

Oude en nieuwe Wmo. ondersteuning. 2 Deze resultaatgebieden zijn: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning;

Oude en nieuwe Wmo. ondersteuning. 2 Deze resultaatgebieden zijn: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning; Oude en nieuwe Wmo De Tweede Kamer is akkoord met het Voorstel van wet Wmo 2015. Na behandeling in de Eerste Kamer zal dit voorstel eind 2014 de huidige Wmo gaan vervangen. Tussen de huidige Wmo en het

Nadere informatie

Benchmark Wmo 2011. Resultaten over 2010, Basisbenchmark. Roermond. SGBO Postbus 10242 2501 HE Den Haag 070 310 3883

Benchmark Wmo 2011. Resultaten over 2010, Basisbenchmark. Roermond. SGBO Postbus 10242 2501 HE Den Haag 070 310 3883 Benchmark Wmo 2011 Resultaten over 2010, Basisbenchmark Roermond SGBO Postbus 10242 2501 HE Den Haag 070 310 3883 VOORWOORD Ruim vier jaar geven gemeenten invulling aan de Wet maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Benchmark Wmo 2013. Resultaten over 2012, Basisbenchmark. Westland

Benchmark Wmo 2013. Resultaten over 2012, Basisbenchmark. Westland Benchmark Wmo 2013 Resultaten over 2012, Basisbenchmark Westland Benchmark Wmo 2013 Resultaten over 2012, Basisbenchmark Westland 06-06-2013 SGBO Postbus 10242 2501 HE Den Haag 070 310 3883 VOORWOORD

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011 Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011 Cliënten Wmo-voorzieningen Gemeente Enschede Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011 Cliënten Wmo-voorzieningen Gemeente Enschede COLOFON Samenstelling Ingrid Dooms

Nadere informatie

Benchmark Wmo 2014. Vlagtwedde. Resultaten over 2013, Basisbenchmark. Vrijdag 16 mei 2014 Projectnummer: 107634

Benchmark Wmo 2014. Vlagtwedde. Resultaten over 2013, Basisbenchmark. Vrijdag 16 mei 2014 Projectnummer: 107634 Benchmark Wmo 2014 Resultaten over 2013, Basisbenchmark Vlagtwedde Vrijdag 16 mei 2014 Projectnummer: 107634 Voorwoord Met deze benchmarkrapportage blikken we samen met u voor de laatste keer terug op

Nadere informatie

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen Gemeente Heemstede November 2015 Nelleke Koppelman Naomi Meys Projectnummer: 107696 Kenmerknummer: Wmo-2409-4588 INHOUD INLEIDING 1 SAMENVATTING 2 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Bijlagen Quickscan Rekenkameronderzoek Wmo-beleid

Bijlagen Quickscan Rekenkameronderzoek Wmo-beleid Bijlagen Quickscan Rekenkameronderzoek Wmo-beleid Bijlagen Rekenkamercommissie Middelburg, Terneuzen en Vlissingen BMC 10 juni 2011 M.M. de Jong MSc en drs. A.W.C.A. Richt Projectnummer: 401027 Correspondentienummer:

Nadere informatie

Benchmark Wmo. Monitor Wmo-voorzieningen Resultaten over ROGplus NWN

Benchmark Wmo. Monitor Wmo-voorzieningen Resultaten over ROGplus NWN Benchmark Wmo Monitor Wmo-voorzieningen Resultaten over 2012 ROGplus NWN Benchmark Wmo Monitor Wmo-voorzieningen Resultaten over 2012 ROGplus NWN juli 2013 SGBO Postbus 10242 2501 HE Den Haag 070 310

Nadere informatie

Inhoudsopgave Inleiding Leeswijzer 1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2. Het gesprek voorbereiden 3. Tot slot

Inhoudsopgave Inleiding Leeswijzer 1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2. Het gesprek voorbereiden 3. Tot slot Inhoudsopgave Inleiding... 4 Leeswijzer... 5 1. Wet maatschappelijke ondersteuning... 6 De gemeente... 6 Het Wmoloket... 6 Het gesprek... 7 2. Het gesprek voorbereiden... 8 Woonsituatie... 9 Huishouden...

Nadere informatie

Benchmark Wmo. Monitor Wmo-voorzieningen Resultaten over 2012. Hilversum

Benchmark Wmo. Monitor Wmo-voorzieningen Resultaten over 2012. Hilversum Benchmark Wmo Monitor Wmo-voorzieningen Resultaten over 2012 Hilversum Benchmark Wmo Monitor Wmo-voorzieningen Resultaten over 2012 Hilversum juli 2013 SGBO Postbus 10242 2501 HE Den Haag 070 310 3800

Nadere informatie

Regionale Wmo Monitor 2010

Regionale Wmo Monitor 2010 Regionale Wmo Monitor 2010 Onderzoek en Statistiek Gemeente s-hertogenbosch Juni 2011 De Regionale Wmo-monitor is tot stand gekomen door een samenwerking van de gemeenten s-hertogenbosch,,,,, Sint-Michielsgestel

Nadere informatie

Cliëntondersteuning. Tips voor het keukentafelgesprek. Hoe kan ik mij voorbereiden op het gesprek met de Wmo-consulent van de gemeente?

Cliëntondersteuning. Tips voor het keukentafelgesprek. Hoe kan ik mij voorbereiden op het gesprek met de Wmo-consulent van de gemeente? Cliëntondersteuning Tips voor het keukentafelgesprek Hoe kan ik mij voorbereiden op het gesprek met de Wmo-consulent van de gemeente? Inleiding...3 Leeswijzer...4 Wet maatschappelijke ondersteuning...5

Nadere informatie

Factsheet Veranderingen in de Zorg 2015 (AWBZ, LIZ, Zvw en Wmo):

Factsheet Veranderingen in de Zorg 2015 (AWBZ, LIZ, Zvw en Wmo): Factsheet Veranderingen in de Zorg 2015 (AWBZ, LIZ, Zvw en Wmo): Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ): Collectieve Volksverzekering voor ziektekostenrisico s, waarvoor je je niet individueel kunt

Nadere informatie

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen Dienst SoZaWe NW Fryslan Juli 2014 Anouk Olsthoorn Projectnummer: 107560 INHOUD INLEIDING 1 SAMENVATTING 3 HOOFDSTUK 1 VERANTWOORDING EN ACHTERGRONDGEGEVENS

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013 Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep Gemeente Ubbergen Juni 2013 Colofon Uitgave I&O Research BV Zuiderval 70 7543 EZ Enschede tel. (053) 4825000 Rapportnummer 2013/033 Datum

Nadere informatie

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING December 2012 INLEIDING Het beleidsplan Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) 2008-2011 heeft een wettelijk bepaalde werkingsduur van vier jaren. In 2012 is besloten dit beleidsplan met één jaar te

Nadere informatie

Horizontale verantwoording Wet maatschappelijke ondersteuning. Hoe doen we het? Hoe doen we het landelijk? uitgave juli 2009

Horizontale verantwoording Wet maatschappelijke ondersteuning. Hoe doen we het? Hoe doen we het landelijk? uitgave juli 2009 Horizontale verantwoording Wet maatschappelijke ondersteuning 2008 Hoe doen we het? Hoe doen we het landelijk? uitgave juli 2009 Horizontale verantwoording Wet maatschappelijke ondersteuning 2008 2 Inhoud

Nadere informatie

Woonvoorzieningen 2010 2011 2012 Aanvragen totaal 452 351 299 Aanvragen verhuiskostenvergoeding 8 6 4

Woonvoorzieningen 2010 2011 2012 Aanvragen totaal 452 351 299 Aanvragen verhuiskostenvergoeding 8 6 4 De heer P.C. Schultink De heer A.J. de Leeuw Datum: Ons kenmerk: Afdeling: Contactpersoon: Uw brief van: Uw kenmerk: Onderwerp: WMO-- Samenleving A. Bok 21 november 2012 Beantwoording vragen Wmo Datum

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011 Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011 Cliënten Wmo-voorzieningen Gemeente Papendrecht Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011 Cliënten Wmo-voorzieningen Gemeente Papendrecht COLOFON Samenstelling Ingrid

Nadere informatie

Benchmark Wmo 2013. Resultaten over 2012, Basisbenchmark. Houten

Benchmark Wmo 2013. Resultaten over 2012, Basisbenchmark. Houten Benchmark Wmo 2013 Resultaten over 2012, Basisbenchmark Houten Benchmark Wmo 2013 Resultaten over 2012, Basisbenchmark Houten 06-06-2013 SGBO Postbus 10242 2501 HE Den Haag 070 310 3883 VOORWOORD Het

Nadere informatie

Gemeente Zeist. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2014. 8 juli 2015

Gemeente Zeist. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2014. 8 juli 2015 Gemeente Zeist Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 8 juli 2015 DATUM 8 juli 2015 TITEL Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over ONDERTITEL OPDRACHTGEVER Gemeente Zeist Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem

Nadere informatie

Klantonderzoek Wmo over Wmo-voorzieningen Gemeente IJsselstein

Klantonderzoek Wmo over Wmo-voorzieningen Gemeente IJsselstein Klantonderzoek Wmo over 2012 Wmo-voorzieningen Klantonderzoek Wmo over 2012 Wmo-voorzieningen COLOFON Samenstelling Ingrid Dooms Annelieke van den Heuvel SGBO Benchmarking Postbus 10242 2501 HE Den Haag

Nadere informatie

Gemeente Winterswijk Wmo klanttevredenheidsonderzoek

Gemeente Winterswijk Wmo klanttevredenheidsonderzoek Gemeente Winterswijk Wmo klanttevredenheidsonderzoek 25 november 2015 GOM PAN ADVIES VOOR WONINGMARKT EN LEEFOMGEVING GOM PAN EN ADVIES VOOR WONINGMARKT EN LEEFOMGEVING DATUM 25 november 2015 TITEL Wmo

Nadere informatie

Wmo-loket. In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning

Wmo-loket. In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning Wmo-loket In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning sopgave 1. Wet maatschappelijke ondersteuning... 5 De gemeente... 5 Het Wmo loket... 5 Het gesprek... 6 2. Het gesprek voorbereiden... 7 Woonsituatie...

Nadere informatie

9 WMO Wet Maatschappelijke Ondersteuning

9 WMO Wet Maatschappelijke Ondersteuning Over de auteur: Wicher Pattje Wicher Pattje is oud-wethouder van de gemeente Groningen en beleidsadviseur in de sociale sector, gericht op overheden en non-profit instellingen. Voor meer informatie: www.conjunct.nl.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011 Cliënten Wmo-voorzieningen Mantelzorgers. Gemeente Zoetermeer

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011 Cliënten Wmo-voorzieningen Mantelzorgers. Gemeente Zoetermeer Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011 Cliënten Wmo-voorzieningen Mantelzorgers Gemeente Zoetermeer Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2011 Cliënten Wmo-voorzieningen Mantelzorgers Gemeente Zoetermeer COLOFON

Nadere informatie

De Wmo en de decentralisaties

De Wmo en de decentralisaties De Wmo en de decentralisaties Presentatie Alice Makkinga Adviseur programma Aandacht voor Iedereen Inhoud Landelijk programma Aandacht voor iedereen Belangrijke maatschappelijke trends? Belangrijkste wettelijke

Nadere informatie

Benchmark Wmo. Utrechtse Heuvelrug. Resultaten over 2013, monitor Wmo-voorzieningen. 1 juli 2014 Projectnummer:107634

Benchmark Wmo. Utrechtse Heuvelrug. Resultaten over 2013, monitor Wmo-voorzieningen. 1 juli 2014 Projectnummer:107634 Benchmark Wmo Resultaten over 2013, monitor Wmo-voorzieningen Utrechtse Heuvelrug 1 juli 2014 Projectnummer:107634 INHOUD HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1 HOOFDSTUK 2 TOTAALBEELD 4 HOOFDSTUK 3 UITVOERING 8 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Klantonderzoek Wmo over 2012. Wmo-voorzieningen Gemeente Veghel

Klantonderzoek Wmo over 2012. Wmo-voorzieningen Gemeente Veghel Klantonderzoek Wmo over 2012 Wmo-voorzieningen Gemeente Veghel Klantonderzoek Wmo over 2012 Wmo-voorzieningen Gemeente Veghel Juli 2013 COLOFON Samenstelling Ingrid Dooms Annelieke van den Heuvel SGBO

Nadere informatie

Rapportage Wmo 2014 1

Rapportage Wmo 2014 1 Rapportage Wmo 2014 1 INHOUD 1. Leeswijzer 2. Horizontale verantwoording 2014 3. Resultaten 3.1. Prestatiegegevens Wmo 3.2. Het Sociaal Loket 3.3. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 3.4. Overige acties 3.5.

Nadere informatie

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen Dienst SoZaWe NW Fryslan Juli 2014 Anouk Olsthoorn Projectnummer: 107560 Samenvatting Uw gemeente heeft meegedaan aan een klantonderzoek Wmo over 2013. De

Nadere informatie

Benchmark Wmo Resultaten over 2011, Basisbenchmark. Asten

Benchmark Wmo Resultaten over 2011, Basisbenchmark. Asten + Benchmark Wmo 2012 Resultaten over 2011, Basisbenchmark Asten Benchmark Wmo 2012 Resultaten over 2011, Basisbenchmark Asten 04-04-2012 SGBO Postbus 10242 2501 HE Den Haag 070 310 3883 VOORWOORD Ruim

Nadere informatie

Benchmark Wmo 2010. Resultaten over 2009, Basisbenchmark. Gemeente HOUTEN. SGBO Postbus 10242 2501 HE Den Haag 070 310 3883

Benchmark Wmo 2010. Resultaten over 2009, Basisbenchmark. Gemeente HOUTEN. SGBO Postbus 10242 2501 HE Den Haag 070 310 3883 Benchmark Wmo 2010 Resultaten over 2009, Basisbenchmark Gemeente HOUTEN SGBO Postbus 10242 2501 HE Den Haag 070 310 3883 VOORWOORD Na ruim drie jaar Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is een veelgehoorde

Nadere informatie

9 DEC. DIV TE f. Gemeente Dordrecht T.a.v. mevrouw J. Storm Hoofd afdeling Zorg Sociale dienst Postbus AA Dordrecht. Datum: 14 december 2005

9 DEC. DIV TE f. Gemeente Dordrecht T.a.v. mevrouw J. Storm Hoofd afdeling Zorg Sociale dienst Postbus AA Dordrecht. Datum: 14 december 2005 DIV TE f Gemeente Dordrecht T.a.v. mevrouw J. Storm Hoofd afdeling Zorg Sociale dienst Postbus 8 3300 AA Dordrecht A5DELJNG 9 DEC Datum: 14 december 2005 Betreft: Brief op maat gemeente Dordrecht j :...,,>..

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo - de kanteling. Gemeente Groesbeek Juni 2014

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo - de kanteling. Gemeente Groesbeek Juni 2014 Klanttevredenheidsonderzoek Wmo - de kanteling Gemeente Groesbeek Juni 2014 Colofon Uitgave : I&O Research BV Zuiderval 70 7500 AN Enschede Tel. (053) 4825000 www.ioresearch.nl Rapportnummer : 2014/050

Nadere informatie

Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen

Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen Gemeente Huizen Inleiding... 3 1. Verantwoording onderzoek...

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2008 Gemeente Nijkerk

Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2008 Gemeente Nijkerk Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2008 Gemeente Nijkerk Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: de gemeente Nijkerk DIMENSUS beleidsonderzoek Juni 2008 Projectnummer 321 Inhoud Samenvatting 3 Inleiding 7 1

Nadere informatie

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen Gemeente Den Haag Maart 2015 Naomi Meys Volkan Atalay Projectnummer: 107696 Correspondentienummer: DH-2703-4284 INHOUD INLEIDING 1 SAMENVATTING 2 HOOFDSTUK

Nadere informatie

RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 6

RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 6 RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 6 Datum: 21 februari 2012. Deelsessie: 20.25 21.15 uur in de Raadzaal. Doel: Beeldvorming. Onderwerp: Tevredenheidonderzoek en benchmark Wmo. Toelichting: Het college is

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Wet Maatschappelijke Ondersteuning ( Wmo) Wmo-raad Westland

Wet Maatschappelijke Ondersteuning ( Wmo) Wmo-raad Westland Wet Maatschappelijke Ondersteuning ( Wmo) Wmo-raad Westland Wmo Wie of wat is de Wmo? Wet maatschappelijke ondersteuning. Deze wet is op 1 januari 2007 ingevoerd. - Zorgt ervoor dat iedereen zo lang mogelijk

Nadere informatie

Natuurlijk... NUTH. NUTH... Natuurlijk DE WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING (WMO)

Natuurlijk... NUTH. NUTH... Natuurlijk DE WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING (WMO) DE WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING (WMO) Natuurlijk... NUTH NUTH... Natuurlijk Gemeente Nuth - Deweverplein 1 - Postbus 22000-6360 AA Nuth - 045-5659100 - www.nuth.nl VOORWOORD wethouder J.J.C van den

Nadere informatie

Evaluatie van de Wmo-voorzieningen 2013

Evaluatie van de Wmo-voorzieningen 2013 Evaluatie van de Wmo-voorzieningen 2013 Gemeente Waterland augustus 2014 Inhoudsopgave SAMENVATTING... 3 1. INLEIDING... 3 2. CLIËNTTEVREDENHEID... 3 3. HET WMO-LOKET... 3 3.1 AANVRAGEN... 4 3.2 INDICATIES...

Nadere informatie

/2202. gemeente werkendam. werkendam. 12DEC2012. Gemeenteraad Postbus DA Werkendam. clienttevredenheidsonderzoek Wmo

/2202. gemeente werkendam. werkendam. 12DEC2012. Gemeenteraad Postbus DA Werkendam. clienttevredenheidsonderzoek Wmo gemeente werkendam /2202 Raadhuispiein 1 4251 VZ Werkendam Gemeenteraad Postbus 16 4250 DA Werkendam Telefoon: (0183) 507200 Fax: (0183) 50 73 00 E-mail: info@werkendam.nl onderwerp clienttevredenheidsonderzoek

Nadere informatie

Rapportage doelstellingen 2009 Kadernota Wmo.

Rapportage doelstellingen 2009 Kadernota Wmo. Rapportage doelstellingen 2009 Kadernota Wmo. Overzicht volgens beleidsdoelen uit kadernota Wmo 2008-2012 Mee(r)doen in Dalfsen* 2009 Thema Wmo-loket Informatie geven over wonen, welzijn en zorg Wmo-loket

Nadere informatie

De Wmo adviesraad en het gemeentelijk beleid

De Wmo adviesraad en het gemeentelijk beleid De Wmo adviesraad en het gemeentelijk beleid Alle hens aan dek Presentatie door Gerda van der Lee, Voorzitter Wmo adviesraad s-hertogenbosch 12 maart 2013 De Wet Maatschappelijke Ondersteuning wil dat

Nadere informatie

Vraag 1: In 2017 wordt een pilot gestart voor gezinsondersteuning vanuit het sociaal team. Graag willen wij uitleg hoe de pilot eruit ziet?

Vraag 1: In 2017 wordt een pilot gestart voor gezinsondersteuning vanuit het sociaal team. Graag willen wij uitleg hoe de pilot eruit ziet? Datum : 13 februari 2017 Van : Het college Bijlagen : Onderwerp : Raadsvoorstel Beleidsplan Wmo en Jeugd 2017-2020 Zaak- / Docnummer : 17-22420/ 20012 Op grond van artikel 34b Reglement van Orde stelt

Nadere informatie

Bijlage 1 Vragenlijst websurvey

Bijlage 1 Vragenlijst websurvey Bijlage 1 Vragenlijst websurvey Wmo monitor 2011 - uw organisatie Vraag 1 Welk type organisatie vertegenwoordigt u? (meerdere antwoorden mogelijk) Professionele organisaties Welzijnsorganisatie Vrijwilligerscentrale

Nadere informatie

het college van Burgemeester en Wethouders van Winsum. Drie scenario s voor het invoeren van een eigen bijdrage in de Wmo

het college van Burgemeester en Wethouders van Winsum. Drie scenario s voor het invoeren van een eigen bijdrage in de Wmo Aan: Namens: Onderwerp: Wmo adviesraad het college van Burgemeester en Wethouders van Winsum. Drie scenario s voor het invoeren van een eigen bijdrage in de Wmo Geachte Leden van de Wmo Adviesraad, De

Nadere informatie

Oostzaan Buiten gewoon

Oostzaan Buiten gewoon GESCAND OP Gemeente Oostzaan Buiten gewoon Gemeenteraad Oostzaan P/a Postbus 20 153OAA Wormeriand - 8 APR. Comeents Oostzaan Gemeentehuis ockadrcs Kerkbuurt 4, 1 511 BD Oostzaan Postadres Postbus 20, 1

Nadere informatie

Herijking subsidierelatie ONIS: opdracht aan ONIS

Herijking subsidierelatie ONIS: opdracht aan ONIS Bijlage 2 Bestuursrapportage uitvoeringsplannen Beleidsplan Wmo 2012-2015 Asten-Someren Herijking subsidierelatie ONIS: opdracht aan ONIS Inleiding In het kader van de kerntakendiscussie is besloten dat

Nadere informatie

Mensen met een chronische ziekte of beperking hebben voor hun ondersteuning bijna altijd te maken met meerdere wettelijke regelingen www.nivel.

Mensen met een chronische ziekte of beperking hebben voor hun ondersteuning bijna altijd te maken met meerdere wettelijke regelingen  www.nivel. Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Mensen met een chronische ziekte of beperking hebben voor hun ondersteuning bijna altijd te maken met meerdere wettelijke

Nadere informatie

Kanteling Wmo Iedereen doet mee

Kanteling Wmo Iedereen doet mee Kanteling Wmo Iedereen doet mee Wmo-loket In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning Een brochure voor iedereen die ondersteuning nodig heeft vanuit de Wmo. Vrijwillige ouderenadviseur uit Gelderland

Nadere informatie

Antwoorden op vragen over veranderingen Wmo/Awbz

Antwoorden op vragen over veranderingen Wmo/Awbz Antwoorden op vragen over veranderingen Wmo/Awbz BEREIKBAARHEID EN INFORMATIE Hoe word ik als cliënt geïnformeerd over de veranderingen? Met een brief van de gemeente Met een persoonlijk gesprek in 2015

Nadere informatie

Nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Opzet presentatie Wat zijn de veranderingen t.o.v. van huidige Wmo? Opdracht gemeente Maatwerkvoorzieningen specifiek begeleiding Vervolgstappen tot 1 januari

Nadere informatie

Agendapunt 3. Memo bij de 1 e kwartaal rapportage Wmo 2013 Versie PHO 22 mei Onderwerp: Toelichting op de cijfers 1 e kwartaal 2013

Agendapunt 3. Memo bij de 1 e kwartaal rapportage Wmo 2013 Versie PHO 22 mei Onderwerp: Toelichting op de cijfers 1 e kwartaal 2013 Memo bij de 1 e kwartaal rapportage Wmo Versie PHO 22 mei Agendapunt 3 Onderwerp: Toelichting op de cijfers 1 e kwartaal Advies Gemeente Montfoort: Advies is om de niet bij te stellen. De stand van de

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2009 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Heerhugowaard

Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2009 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Heerhugowaard Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2009 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Heerhugowaard Tevredenheidsonderzoek Wmo over 2009 Cliënten individuele voorzieningen Gemeente Heerhugowaard COLOFON Samenstelling

Nadere informatie