Stagegids. Industrieel Product Ontwerpen. Stage 1&2

Transcriptie

1 Stagegids Industrieel Product Ontwerpen Stage 1&2 Fieke Schulten Stage coördinator IPO Juni 2016

2 Inhoudsopgave Inleiding 3 1 Stages in het opleidingsprogramma Stages in de hoofdfase Studiebelasting Toelatingseisen Stage 1 & Startmoment, omvang en doorlooptijd Beroepstaak Competentiegericht 5 2 De betrokkenen en hun taken Student De SLB-er Stagecoördinator Stagedocent De bedrijfsbegeleider Praktijkbureau Engineering (PBE) Het International Office 8 3 De voorbereiding Sollicitatieportfolio SLB verklaring Stage-POP Stageplaats zoeken Solliciteren Goedkeur Registreren Stagecontract 15 4 De stage en stageproducten Stagepop e Stagebezoek Tweewekelijkse voortgangsrapportage Reflectie Stageterugkomdag Feedback / beoordeling van de bedrijfsbegeleider e Stagebezoek en presentatie 18 1

3 4.8 Stageportfolio Afronden van de stage Stage 2: Stageverslag 19 5 Stagebeoordeling en archivering Beoordeling Stage 1: Beoordeling Stage 2: Archivering 21 6 WERKTIJDEN, VERLOF, ZIEKMELDINGEN EN VERZUIM Werktijden en bedrijfsregels Verlof Ziekmelding Verzuim 22 7 FINANCIËN, VERZEKERINGEN EN OV-CHIPKAART Collegegeld Stagevergoeding en sociale verzekeringen Ov-studentenkaart Verzekeringen 23 8 ETHIEK Geheimhouding Rechten Ongewenste intimiteiten 24 9 Bijlagen Bijlage 1: tijdlijn activiteiten ter voorbereiding voorafgaand aan de stage Bijlage 2: tijdlijn producten/activiteiten tijdens aan de stage Bijlage 3: Aan de slag met je stage-pop: werkwijze Bijlage 4: Voorbeeld POP Bijlage 5: Enkele adviezen voor stagiairs Bijlage 6: Template voortgangsrapportage Bijlage 7: Vrijstelling of vermindering van de praktijkdagen Bijlage 8: Beoordelingsformulier Stage Bijlage 9: Beoordelingsformulier Stage

4 Inleiding De stageperiode is een leersituatie in een nieuwe omgeving. Deze omgeving biedt je de eerste uitvoerige kennismaking met het toekomstige werkveld en de aard van de werkzaamheden daarin. Het is het begin van je carrière, het is spannend en uitdagend, maar het vraagt wel om een goede voorbereiding. Waar ga je stage lopen? Wat wil je leren? Hoe vind je een stageplek? Dit zijn vragen die bij de stagevoorbereiding aan de orde komen. De studieloopbaanbegeleider (SLB-er) ondersteunt je bij dit onderdeel. Ook het Praktijkbureau Engineering en de stagecoördinator vervullen een belangrijke rol. In het eerste hoofdstuk vind je informatie over de doelstelling van de stage en stage in relatie tot het opleidingsprogramma. Het 2 e hoofdstuk beschrijft de bij de stage betrokken personen of instanties en hun taken voor, tijdens of na de stage. Het 3 e hoofdstuk bevat informatie over de voorbereidingsactiviteiten: de oriëntatie op de stage, het schrijven van een POP en het solliciteren naar een stageplaats, het organiseren van goedkeur op de stage en de contractuele aspecten. In het 4 e hoofdstuk word ingegaan op de activiteiten die de student dient te ondernemen tijdens de stage in contact met school en de stagedocent. Hoofdstuk 5 beschrijft de beoordeling van de stage. De laatste 3 hoofdstukken gaan over de praktische zaken van het stagelopen. Dit is met name geschreven voor de student, maar het is ook informatief voor begeleidende docenten en bedrijfscontactpersonen. In de bijlagen zijn onder andere tijdlijnen opgenomen waarin activiteiten voor de voorbereiding en tijdens de stage puntsgewijs zijn beschreven, is een voorbeeld opgenomen van een POP, enkele adviezen voor de stagiair, het beoordelingsformulier van de stage en dergelijke Het welslagen van de stage is in grote mate afhankelijk van je eigen inbreng: initiatief, creativiteit, flexibiliteit, een positief kritische houding en arbeidsvreugde zijn sleutelbegrippen. 3

5 1 Stages in het opleidingsprogramma Stages vormen een belangrijk onderdeel binnen een beroepsopleiding en hebben vooral tot doel om je enerzijds kennis laten maken met je toekomstige werkveld en met de verschillende facetten van het functioneren in een bedrijf en/of instelling en anderzijds om jou de mogelijkheid te bieden om opgedane kennis toe te passen en om competenties te ontwikkelen die in een schoolse situatie moeilijk(er) te ontwikkelen zijn. De beroepstaken die je op school uitvoert geven je al een aardig beeld van de werkzaamheden van een industrieel product ontwerper, maar wil je het beroep echt goed leren kennen dan moet je voor een langere periode de beroepspraktijk in. In alle fasen van de opleiding zijn daarom activiteiten in het kader van praktijkleren opgenomen. In de propedeuse is dat in de vorm van excursies en het bijwonen van de stageterugkomdagen. In de hoofdfase zijn dat de stages en het afstuderen. In een stage ervaar je wat het werk van een industrieel product ontwerper inhoudt en leer je het functioneren van een bedrijf kennen, leer je samenwerken met collega s met diverse achtergronden en leer je met andere systemen, machines en apparaten te werken dan dat je op school gewend bent. Kortom een stage is een andere leeromgeving dan de school. Het leren op de werkplek is dan ook een essentieel onderdeel van een beroepsopleiding. 1.1 Stages in de hoofdfase Er zijn tijdens de opleiding twee stages, te weten: De inleidende stage, Stage 1 De stage in het 2 e jaar wordt de inleidende stage genoemd, omdat het ontwikkelen van een aantal competenties op niveau 1-2 het doel van de stage is. Het uitvoeren van taken onder begeleiding van staat centraal. De verdiepende stage, Stage 2 De functie van de verdiepende stage is het verwerven van een aantal competenties op niveau 2-3, d.w.z. dat je de taken op de stage zelfstandiger kunt uitvoeren dan in de inleidende stage en in staat bent om opgedane kennis toe te passen in een bedrijfsomgeving. Deze stage kan zowel in Nederland als in het buitenland plaats vinden. 1.2 Studiebelasting Zowel Stage 1 als Stage 2 hebben ieder een omvang van 30 studiepunten, wat overeen komt met 840 studiebelastingsuren (sbu). De voorbereiding loopt gedurende het semester voorafgaand aan de start van het afstuderen en omvat ca 40 sbu. De opdracht zelf omvat een periode van 20 weken (800 sbu, wat overeen komt met ca 100 werkdagen). 1.3 Toelatingseisen Stage 1 & 2 Om op stage te mogen, moet de student aan de volgende voorwaarden voldoen: Toelating stage 1: De student dient ten minste 37,5 studiepunten te hebben behaald in het eerste jaar. 4

6 Toelating stage 2: De student moet zowel de propedeuse, Stage 1 en ION5 hebben behaald. In alle andere gevallen is uitdrukkelijke toestemming van de opleiding vereist om stage te kunnen gaan lopen. 1.4 Startmoment, omvang en doorlooptijd Stage 1, de inleidende stage vindt plaats in blok 1 en 2 (semester 1) en begint op de eerste maandag van het eerste semester. In overleg met de begeleidend docent kan hier eventueel van afgeweken worden. Stage 2, de verdiepende stage vindt regulier plaats in blok 3 en 4 (semester 2) en begint op de eerste maandag van het 2 e semester. In principe kan de stage ook plaatsvinden in semester 1. De doorlooptijd van beide stages is één semester. Zoals eerder genoemd omvat de stage zelf een periode van 20 weken (800 sbu, wat overeen komt met ca 100 werkdagen). Voor stagedagen gelden de volgende regels: een werkweek telt maximaal vijf stagedagen; de stage heeft een omvang van 30 studiepunten (ca. 100 dagen); een terugkomdag of andere op aanwijzing van de stagecoördinator niet-gewerkte dagen, mogen worden opgevoerd als stagedag; Voor overige bijzonderheden mbt stagedagen zie bijlage Beroepstaak Het kenmerk van een competentiegerichte ingenieursopleiding is dat het beroep geleerd wordt door gedurende de gehele opleiding aan beroepstaken te werken, zowel op school als in de beroepspraktijk zelf. Tijdens stage en afstuderen staat de beroepstaak Integraal Ontwerpen (BT4) centraal. Hierbij worden alle fases van de ontwerpcyclus (analyse, idee- en conceptontwikkeling, materialisatie, optimalisatie) iteratief doorlopen. 1.6 Competentiegericht Tijdens het stagelopen werk je verder aan de ontwikkeling van je competenties. Samen met je SLB-er bepaal je welke competenties in de stage ontwikkeld moeten gaan worden. Hoe je deze competenties ontwikkelt bepalen jij (persoonlijke leerwensen) en het stagebedrijf (taken). Een POP (persoonlijk ontwikkelingsplan) is het startpunt van de stage. In een POP geef je aan: wat je wilt leren op de stage en welke (deel)taken je wilt uitvoeren, hoe je dat wilt gaan doen en welke resultaten dat oplevert. Het stagebedrijf geeft aan of de activiteiten ook uitgevoerd kunnen worden, adviseert over passende activiteiten in het bedrijf en biedt begeleiding bij de uitvoering. 5

7 2 De betrokkenen en hun taken Bij een stage zijn een aantal personen betrokken. In dit hoofdstuk worden de personen voorgesteld en worden hun taken en werkzaamheden toegelicht. 2.1 Student De student draagt zorg voor een goede voorbereiding van de stage en een heldere communicatie tijdens de stage. De volgende taken en verantwoordelijkheden liggen bij de student: Afstemmen met de SLB-er van de stage-pop. Vinden van een stage en deze laten goedkeuren door de stagecoördinator. Solliciteren naar en registreren van de stageplaats. Opstellen en ondertekenen contract. Goede afstemming en communicatie met de bedrijfsbegeleider en begeleidende docent. Tijdige aanlevering van op te leveren producten. Projectmatig aanpakken van de opdrachten. Aantonen van de competentieontwikkeling door middel van een stageportfolio en een reflectie op de beoordeling van de bedrijfsbegeleider. Voor de communicatie tijdens de stage wordt veel gebruik gemaakt van . Door onder andere de stage coördinator, het Praktijkbureau Engineering en je stage docent worden berichten gestuurd naar je HAN-mail. Zorg dus dat je bereikbaar bent op dit mailadres. Indien gewenst kun je de berichten die bij je HAN-mail binnenkomen naar een ander adres doorsturen. 2.2 De SLB-er Deze begeleidt het stagevoorbereidingsprogramma. Dat wil zeggen, de SLB-er: geeft informatie over de stagevoorbereiding, begeleidt je bij het maken van je POP, coacht je bij het vinden van een geschikte stageplaats, adviseert je m.b.t. je sollicitatieportfolio en je sollicitatie. betrek je bij je zoektocht naar een stage en samen bepaal je of dit bedrijf en de stage voor jouw geschikt zou kunnen zijn. De SLB-er is de eerste persoon die een goedkeur geeft, daarna moet je stage(bedrijf) nog goedgekeurd worden door de stage coördinator. (zie ook hoofdstuk 3.3 en 4.5) ondertekent, nadat jij hebt aangetoond dat je aan de toelatingsvoorwaarden voor stage 1 of stage 2 voldoet, de SLB verklaring. Ook heb je je plan van aanpak voor eventuele herkansingen tijdens de stage besproken met je SLB-er Binnen het SLB programma vinden voor stage 1 verschillende activiteiten plaats om je voor te bereiden op het vinden van een geschikte stage, zoals het maken van een portfolio, een bedrijven top 3, het opstellen van je stagepop, de stageterugkomdag. Tijdens de stage is er geen specifieke taak voor de studieloopbaanbegeleider. 2.3 Stagecoördinator De stagecoördinator zorgt in het voortraject voor de algemene informatie over de stage en beoordeelt de aangeboden stageplaatsen. Met vragen over stageplaatsen kun je terecht bij de stagecoördinator. 6

8 De stagecoördinator is: F. Schulten: ) Ruitenberglaan 26, telefoon: De stagecoördinator is voor de opleiding verantwoordelijk voor de stages. Dit betekent: Informatie geven over het stagelopen. Overleggen met bedrijven over stageplaatsen. Stageplaatsen beoordelen op niveau en aansluiting met de opleiding. Stagedocenten toewijzen aan studenten. Vragen beantwoorden over en ondertekenen van stagecontracten. Beantwoorden van vragen en oplossen van problemen waarop deze stagegids geen antwoord geeft. 2.4 Stagedocent Voor directe begeleiding in je stage krijg je een stagedocent (stagebegeleider) toegewezen. De stagedocent geeft je vanuit de opleiding begeleiding, kijkt of de stage volgens afspraken wordt ingevuld, bespreekt de voortgang tijdens de stage en doet de uiteindelijke beoordeling. De docent brengt in principe één bezoek aan het bedrijf, aan het begin je stage. Naast dit bezoek zal je voornamelijk contact hebben met je stagedocent via . Je houdt je docent via 2 wekelijkse voortgangsrapportage om de hoogte van je werkzaamheden en ontwikkelingen. Als er problemen op het stagebedrijf zijn, probeer je die eerst zelf te bespreken. Komt er geen oplossing, dan is je stagedocent de persoon die je hierover kunt aanspreken. Komt het niet tot een oplossing dan wordt de stagecoördinator geraadpleegd. 2.5 De bedrijfsbegeleider De bedrijfsbegeleider introduceert de stagiair in het bedrijf. Met hem of haar bespreek je samen je POP. De bedrijfsbegeleider adviseert je over taken die mogelijk zijn binnen het bedrijf, ziet erop toe dat de gewenste taken ook kunnen worden uitgevoerd, begeleidt je bij de uitvoering en geeft feedback. Regelmatig voert de bedrijfsbegeleider een begeleidingsgesprek met je. De voortgangsrapportages en het stageverslag kunnen door je bedrijfsbegeleider voor akkoord worden getekend. Aan het eind van de stage brengt de bedrijfsbegeleider een beoordeling uit hoe je op het stagebedrijf hebt gefunctioneerd. De rol van de bedrijfsbegeleider is die van werkplekbegeleider en beoordelaar. 2.6 Praktijkbureau Engineering (PBE) Het Praktijkbureau Engineering voert administratieve handelingen uit met betrekking tot de stage. Deze handelingen betreffen: op basis van goedgekeurde leerroute stage in Alluris wordt de student bestemd in de HAN stageportal om toegang te krijgen tot het aanbod van stageplaatsen van bedrijven of om in de gelegenheid te worden gesteld een eigen verworven stageplaats te registreren; controleren van de gegevens die door de student en/of het bedrijf worden ingevoerd in de stageportal het innemen, controleren en archiveren van stagecontracten; 7

9 het innemen, controleren en archiveren van de door de student opgeleverde deelproducten tijdens de stage; het periodiek controleren van de geldigheid van het stageplaatsaanbod. bedrijven uitnodigen voor het plaatsen van nieuw aanbod op de stageportal. Het Praktijkbureau Engineering is het aanspreekpunt voor de student als het gaat om zaken met betrekking tot administratieve verwerking van inschrijvingen, aanmeldingen, stagecontracten e.d. Praktijkbureau Engineering (PBE) Postbus CE Arnhem Telefoon: Vanuit de administratieve taak zijn ook belangrijke documenten en formulieren, zoals contracten, gidsen en dergelijke, ondergebracht bij het Praktijkbureau Engineering, op de scholar site: PraktijkBureau Engineering (PBE) Het Praktijkbureau Engineering speelt geen rol bij het beoordelen van de stage. 2.7 Het International Office Voor stage 2, de verdiepende stage, is het mogelijk deze het buitenland te doen. Goedkeuring van een buitenlandstage en verwerving van een stageplaats in het buitenland loopt via de stagecoördinator. Voor ondersteuning bij internationale studentenactiviteiten kunnen de medewerkers van het International Office worden geraadpleegd. Het betreft zaken zoals subsidiemogelijkheden, aanvragen van een visum of nadere informatie over verzekeringen voor een stage in het buitenland. De openingstijden van het International Office zijn: elke werkdag van uur en van tot uur. Meer informatie over het international office vind je op Insite. De contactgegevens zijn: International Office Arnhem Bezoekadres: Ruitenberglaan 31 (C 0.23) 6826 CC Arnhem Telefoon: (026) Fax: (026) Postadres: Postbus ED Arnhem 8

10 3 De voorbereiding In dit hoofdstuk wordt het traject van voorbereiding op de stage beschreven. De bijbehorende tijdlijn is te vinden in bijlage 1. De voorbereiding begint een 2-tal blokken voordat de daadwerkelijke stage aanvangt. Begin dus tijdig met de voorbereiding van de stage, vooral omdat het in de vakantieperiode lastig is om afspraken te maken en de voorbereiding wel volledig doorlopen moet zijn voordat de stage start. Voor stage 1 ga je binnen het SLB programma van blok 3 en 4 ga je met veel van de voorbereidende taken aan de slag: een sollicitatieportfolio samenstellen. je stagedoelen beschrijven en een POP voor de stage opstellen. aangeven met welk bedrijf je de meeste affiniteit hebt en waar jouw persoonlijke leerdoelen het best verwezenlijkt kunnen worden. stagevoorlichtingen bijwonen. Daarnaast zorg je zelfstandig voor de vervolgstappen in de voorbereiding op de stage: het zoeken van een stageplaats het solliciteren het organiseren van goedkeur op je stage van je SLB-er en de stage coördinator het registreren van je stage het ondertekenen van de contracten Het stagepop, het sollicitatieportfolio en de overige, zelfstandig te ondernemen stappen worden hieronder uitgebreid toegelicht. Ook wordt de SLB-verklaring toegelicht. Dit is de verklaring waarmee de SLB-er aan kan geven dat jij voldoet aan de voorwaarden om de stage 1 of 2 te mogen doen. Voor stage 2 wordt ook een stagevoorlichting georganiseerd, maar voor het opstellen van stagedoelen, een stagepop en oriënteren op bedrijven worden geen extra SLB lessen gegeven. Hiermee ga je zelfstandig aan de slag. 3.1 Sollicitatieportfolio Je gebruikt je portfolio als sollicitatie-instrument om jezelf te presenteren aan een bedrijf. In een sollicitatiegesprek maak jij met je portfolio duidelijk aan het stagebedrijf wat je al in huis hebt; het laat zien wat je kunt. Op grond van je POP en sollicitatieportfolio kan het stagebedrijf beter bepalen welke taken ze jou kunnen geven. Kijk nog eens kritisch naar je portfolio en stel eventueel specifiek voor het gesprek je portfolio bij. Neem in het portfolio relevante producten op en besteed aandacht aan een goede, heldere presentatie. 3.2 SLB verklaring Aan je SLB-er moet je aantonen dat je aan de toelatingsvoorwaarden voldoet om stage 1 of 2 te mogen doen. Hiervoor toon je aan je SLB-er je cijferlijst en behaalde studiepunten. Wanneer je vakken hebt openstaan die je tijdens je stage moet herkansen maak je een plan hoe je dit wilt aanpakken en dit bespreek je met je SLB-er. Sommige vakken (zoals een ION) kosten veel tijd om 9

11 te herkansen, waardoor je soms langer stage moet lopen om aan je uren te kunnen komen. Ook dit bespreek je met je SLB-er. Wanneer alles in orde is, kan de SLB-er de SLB-verklaring ondertekenen, welke jij (samen met je stagecontract) dient in te leveren bij het Praktijkbureau Engineering. 3.3 Stage-POP De eerste stap in het zoeken naar een stage is het zelfonderzoek. Wat zijn je ambities? Wat zijn je kwaliteiten? In welke richting van het beroep zou jij je verder willen ontwikkelen en welk bedrijf past daar dan het beste bij. Pas in de laatste fase formuleer je jouw criteria van een ideale stageplaats. Daarna volgt het schrijven van een persoonlijk ontwikkelingsplan voor de stage (stage-pop). Een POP is een methode om gestructureerd en resultaatgericht te werken aan je eigen ontwikkeling als toekomstig ingenieur. Het leren in een werksituatie is anders dan het leren op school. Om te voorkomen dat je wel wat doet op de stage, maar er onvoldoende van leert is het belangrijk dat je vooraf bepaalt wat je wilt leren op de stage. In een stage-pop leg jij vast wat jij op de stage wilt leren binnen de kaders die de opleiding stelt en binnen de mogelijkheden die het stagebedrijf biedt. Meer informatie over een POP vind je ook in het SLB-dictaat. Functie van een stage-pop Een stage-pop is een document dat je op verschillende momenten voor, tijdens en na de stage gebruikt. Een stage-pop heeft verschillende functies: het dwingt je om voordat je op stage gaat na te denken wat je zou willen leren. In een stage-pop geef je aan wat jij op de stageplek graag zou willen leren en hoe je dat wilt leren. Met hoe wordt bedoeld: de werkzaamheden/de taken die je op de stageplek wilt gaan uitvoeren. Welke taken je daadwerkelijk op de stage kunt uitvoeren is een kwestie van onderhandelen. Hoe beter jij weet wat je wilt leren en wat je zou willen doen, des te beter een bedrijf daaraan tegemoet kan komen. het document gebruik je in het sollicitatiegesprek om met je bedrijfscoach door te spreken of je de leerdoelen ook kunt realiseren in het stagebedrijf. tijdens de stage gebruik je de stage-pop om te kunnen bepalen hoe ver je al gevorderd bent. Daardoor kun je jezelf bijsturen en nieuwe leerdoelen formuleren (en toevoegen aan je stage- POP). een stage-pop gebruik je als hulpmiddel bij de tussentijdse evaluatiegesprekken met je bedrijfscoach. Samen kunnen jullie kijken in hoeverre de leerdoelen al zijn bereikt. je stage-pop gebruik je als kapstok voor het samenstellen van je stageportfolio. De producten die je opneemt in dit portfolio tonen je competentieontwikkeling en zijn bewijzen voor het behalen van je leerdoelen. Eisen waaraan een POP moet voldoen. Een POP voor de stage moet voldoen aan de volgende eisen: 10

12 Er is een persoonlijke sterkte/zwakteanalyse opgenomen en een motivatie aan welke competenties de student wil gaan werken. Aan ten minste vier competenties zijn leerdoelen gekoppeld. Hierbij stelt de opleiding de volgende eisen: Competenties van Stage 1: - Uit de competentiegroep Algemeen/Projectmanagement (A) kies je twee competenties. - Daarnaast kies je uit de volgende lijst nog twee competenties: - Oriënteren en Analyseren (B); - Ideeën ontwikkelen (C); - Concepten ontwikkelen (D); - Materialiseren en vastleggen/dimensioneren (E1); - Materialiseren en vastleggen/model en prototypebouw (E4); - Materialiseren en vastleggen/testen, keuren (E5). Competenties van Stage 2 - Uit de competentiegroep Algemeen/Projectmanagement (A) kies je twee competenties. - Daarnaast kies je uit de volgende lijst nog twee competenties of competentiegroepen: - Oriënteren en Analyseren (B); - Ideeën ontwikkelen (C); - Concepten ontwikkelen (D); - Materialiseren en vastleggen/ Dimensioneren (E1); - Materialiseren en vastleggen/ Rekenmodellen opstellen (E2) - Materialiseren en vastleggen/ Detailleren (E3) - Materialiseren en vastleggen/ Model en prototypebouw (E4); - Materialiseren en vastleggen/ Testen, keuren (E5). Per competentie is het onderwerp en het leerdoel uitgewerkt en zijn concrete en reële activiteiten gepland, worden de resultaten in de vorm van producten/competentiebewijzen beschreven en is er een reëel tijdspad. Onderstaand schema kan hiervoor richting geven. Competentie Onderwerp Leerdoel Activiteit/taken Tijd Resultaat waar wil je aan werken? wat wil je bereiken? Wat heb je aan het eind van de stage geleerd? welke opdrachten/ taken ga je op de stageplek uitvoeren om van te leren? Wanneer wil jij de taken uitvoeren en hoe lang wil je aan de opdracht/taak werken tot welk resultaat leidt dat en wat zijn hierbij de beoordelingscriteria. M.a.w. waar wil jij op beoordeeld worden? Wat? Wat: specifiek? Hoe? Wanneer? 11

13 De leerdoelen moeten SMART zijn geformuleerd. SMART staat voor Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden. Dat wil zeggen dat aan het eind van de stage nagegaan kan worden of je de leerdoelen ook daadwerkelijk bereikt hebt. Het POP heeft een heldere stijl van formulering en ziet er verzorgd uit. In bijlage 3 vind je een stappenplan voor het opstellen van je stagepop en opdrachten ter voorbereiding. In bijlage 4 vind je voorbeelden van SMART geformuleerde leerdoelen, waarbij competenties, activiteiten, het tijdspad en de gewenste resultaten zijn beschreven. Vorm 3.4 Stageplaats zoeken Het werkveld van de afgestudeerde industrieel product ontwerper is zo breed dat het onmogelijk is om je tijdens de opleiding in alle gebieden even goed te bekwamen. De stage biedt mogelijkheden om je (studie)loopbaan zelf vorm te geven door stagebedrijven en stagewerkzaamheden te zoeken die aansluiten bij je ambities en kwaliteiten. Om een weloverwogen keuze te maken, moet jij je eigen ambities en kwaliteiten wel kennen. Hoe beter je weet wat je wilt, des te beter ben je in staat om een keuze te maken. De stagevoorbereiding begint met een oriëntatie op de stagebedrijven en het opstellen van criteria waaraan een ideale stageplaats zou moeten voldoen. Je bent zelf verantwoordelijk voor het vinden van een stage. Voor het zoeken van een stagebedrijf kun je ondersteuning krijgen vanuit de opleiding. Hieronder worden een aantal mogelijkheden genoemd voor het vinden van een geschikt stagebedrijf. Stageterugkomdagen Er worden tijdens het schooljaar twee stageterugkomdagen georganiseerd. Hierop presenteren de tweedejaars- en derdejaarsstudenten hun stagebedrijf, hun werkzaamheden en bevindingen van hun stages. Dit zijn in het kader van de stagevoorbereiding verplichte bijeenkomsten voor de eerstejaars. Deze stagiaires kunnen je natuurlijk veel vertellen over het bedrijf en de werkzaamheden die je in dat bedrijf zou kunnen uitvoeren. Meestal is het mogelijk om na afloop van de presentatie met de stagiair na te praten over de werkzaamheden, de begeleiding, de sfeer in het bedrijf etc. HAN-Stageportal: Praktijkaanbod.han.nl De Stageportal is beschikbaar voor IPO-studenten via praktijkaanbod.han.nl. De Stageportal is een website waar stage- en afstudeeropdrachten van bedrijven te vinden zijn welke via het Praktijkbureau Engineering binnen gekomen zijn. Deze opdrachten zijn niet per definitie ook goedgekeurd voor de IPO stage 1 of 2. Overleg hiervoor met de stage coördinator (zie ook de paragraaf over goedkeur). Bedrijvenlijst Op de Scholar site van het Praktijkbureau Engineering (Tabblad Stage, kolom Vacatures per opleiding, map IPO) vind je de IPO- trajectenlijst. Dit is een lijst van alle gerealiseerde stages en afstudeerprojecten vanaf 2010, waarbij via de filterfunctie gezocht kan worden op categorieën als stage1, stage2, afstuderen (AOD), bedrijf of postcode. Bedenk dat deze lijst het netwerk toont van bedrijven waar IPO mee werkt of recentelijk mee heeft gewerkt. Het is niet gezegd dat deze bedrijven ook werkelijk een stageplaats hebben. 12

14 Netwerk Natuurlijk is het mogelijk om zelf een stage te zoeken via iemand uit je netwerk of via internet. Websites zoals of kunnen je hierbij helpen. 3.5 Solliciteren De vierde stap in de voorbereiding op de stage is de sollicitatie. De meest gebruikelijke manier om te solliciteren naar een baan of een stageplaats is d.m.v. een sollicitatiebrief. De sollicitatiefase bestaat uit 3 fasen: a. Het schrijven van een sollicitatiebrief, b. een sollicitatiegesprek voorbereiden (POP, portfolio, inhoud gesprek), c. een sollicitatiegesprek voeren en afspraken maken. De basis voor een sollicitatiebrief is in het algemeen de functie-eisen die in een advertentie staan genoemd. Het probleem bij een stage is dat er meestal geen advertentie is. In de sollicitatiebrief voor een stage moet je in ieder geval duidelijk maken dat je graag uitgenodigd wilt worden voor een gesprek. Motiveer waarom je bij dit bedrijf/organisatie stage wilt lopen. Maak duidelijk dat je graag een afspraak wilt maken voor een kennismakingsgesprek. Na het lezen van de brief moet de lezer je willen spreken. Om dit te bereiken moet de inhoud van de brief duidelijk en informatief zijn. Bovendien moet hij er aantrekkelijk uitzien. Zorg er voor dat de brief kort maar wel krachtig is, zodat de lezer in een oogopslag kan zien wat je te bieden hebt. Zodra je een uitnodiging hebt gekregen voor een gesprek, bereid je het gesprek goed voor. Maak een lijst van punten die je met je contactpersoon wilt bespreken, zodat je achteraf niet tot de ontdekking komt dat je belangrijke zaken vergeten bent te bespreken. Bedenk van te voren wat je op het einde van het gesprek bereikt wilt hebben Bereid het sollicitatiegesprek goed voor. Het doel van het sollicitatiegesprek is: wederzijdse kennismaking en beoordeling of stagiair en bedrijf bij elkaar passen. Bespreken va je leerwensen en vaststellen van de stageopdrachten en taken. vastleggen van afspraken m.b.t. arbeidsvoorwaarden. Stel jezelf de volgende voorbereidende vragen: Wat is de reden dat je bij dit bedrijf stage wilt lopen? Maak een lijst van vragen die gesteld zouden kunnen worden door de bedrijfscoach/personeelsfunctionaris (degene met wie jij het gesprek gaat voeren) en bedenk kernachtig de antwoorden die jij geeft op die vragen. Maak een lijst met vragen waar je zelf antwoord op wilt hebben tijdens het sollicitatiegesprek. Maak een plan hoe jij je portfolio gaat presenteren. Wat vertel je er bij? Bedenk hoe jij je POP gaat inbrengen in het gesprek. 3.6 Goedkeur Ongeacht de wijze waarop je je stage hebt verworven, moet je stage eerst worden goedgekeurd door je SLB-er én de stagecoördinator, voordat je kunt starten. Als het stagebedrijven zijn waar eerder studenten stage hebben gelopen is dit vaak geen probleem. 13

15 Je SLB-er is de eerste persoon met wie je je potentiële stagebedrijf met overlegt. Samen kunnen jullie kijken of dit bedrijf bij je past, of het aansluit bij je leerdoelen en of je er voldoende kan werken aan je competentieontwikkeling. Om dit te kunnen beoordelen heeft je SLB-er onderstaande informatie van je nodig: De contactgegevens van het bedrijf Beschrijving van het stagebedrijf en/of de afdeling: Wat zijn de bedrijfsactiviteiten? Wat is het aantal medewerkers? Wat is de taak van de afdeling? Wie is de bedrijfsbegeleider? Wat is zijn/haar achtergrond en opleidingsniveau? Welke opdracht ga je uitvoeren en/of wat zal je takenpakket zijn? Wanneer je toestemming van je SLB-er hebt, stuur je de informatie van je stageplaats en stagebedrijf door aan de stage coördinator: De stagecoördinator controleert de geschiktheid van het bedrijf en de opdracht. De stagecoördinator hanteert de volgende criteria bij de beoordeling van een opdracht: het bedrijf (of de afdeling) past bij de beroepstaak Integraal Ontwerpen en hij sluit aan bij de inhoud, het niveau en de competenties van de opleiding; de bedrijfsbegeleider functioneert op minimaal HBO-niveau (Industrieel Product Ontwerpen, of aanverwant) en heeft voldoende tijd om je te begeleiden; het takenpakket past bij de werkzaamheden van een Industrieel Product Ontwerper en voldoet in de breedte aan competentieniveau 1-2 van de opleiding voor stage 1 en competentieniveau 2-3 voor stage 2 (zie hiervoor ook het statuut); het takenpakket is relevant voor het werkveld. 3.7 Registreren Als je bent aangenomen en je stage is goedgekeurd door de stage coördinator, dien je je stage te registreren op de stageportal. Er zijn twee mogelijkheden: Zelf geworven Als je bent aangenomen bij een zelf geworven stagebedrijf of voor een stageplaats die niet op de stageportal staat, dan plaats je, na de goedkeuring van de stage coördinator, deze stage zelf op de stageportal praktijkaanbod.han.nl (een instructie hiervoor vind je op de scholar site van het Praktijkbureau Engineering). Zorg dat je altijd alle gevraagde gegevens van jou, het bedrijf, de bedrijfsbegeleider en de opdracht volledig invult. Stageportal praktijkaanbod.han.nl Als je bent aangenomen voor een stageplaats uit de stageportal en je hebt goedkeuring, dan teken je je hierop in. Als je opdracht is goedgekeurd door de stagecoördinator en is ingevoerd op de stageportal, dan zal de stagecoördinator een schoolbegeleider toekennen. Hierover krijg je per bericht. 14

16 3.8 Stagecontract Als alle bovenstaande gereed is, dien je als laatste nog een overeenkomst te tekenen: het stagecontract. Dit stagecontract is een contract tussen jou, het bedrijf en de HAN. Voor je stage dien je het contract van de HAN te gebruiken, niet die van het bedrijf. Het stagecontract vind je op de Scholar site van het Praktijkbureau Engineering (PBE), onder het tabblad stage, bij formulieren Stage. In dit contract worden de duur van en de vergoeding voor de stage en zaken rondom werkuitvoering en geheimhouding afgesproken. Het stagecontract sluit je in principe voor aanvang van de stage af. Als je in voorbereiding op je stage nog geen stagecontract met het stagebedrijf hebt afgesloten, maak dit dan zo snel mogelijk in orde bij aanvang van de stage. Maak het contract in drievoud op, ondertekend door jou en het bedrijf en stuur deze exemplaren, samen met je, door je SLB-er ondertekende, SLB-verklaring, naar het Praktijkbureau Engineering (zie ook paragraaf 3.6). De stagecoördinator tekent bij akkoord en vervolgens ontvang je twee contracten retour; een voor jou en een voor het bedrijf. 15

17 4 De stage en stageproducten In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe het stagetraject in procedurele zin verloopt, welke tussentijdse activiteiten er zijn en welke stage producten je moet opleveren. De bijbehorende tijdlijn is te vinden in bijlage Stagepop In de voorbereiding heb je een stagepop opgesteld. Eenmaal op stage bespreek je deze binnen 2 weken met je bedrijfsbegeleider. In samenspraak scherp je de doelen, met de bijbehorende activiteiten aan. De definitieve stage-pop stuur je door naar je stagedocent. Een stage-pop is geen keurslijf. In de loop van de stage kunnen daar nieuwe leerdoelen bijkomen of kunnen doelen aangepast worden. Bespreek regelmatig met je stagedocent en/of je bedrijfsbegeleider hoe de stand van zaken is voor wat betreft de uitvoering van je stage-pop. Stel je stage-pop voortdurend bij of vul het aan indien dit nodig blijkt. Een stage-pop is een dynamisch document. Door reflectie op de werkzaamheden, ontstaan er weer nieuwe leerdoelen e Stagebezoek Aan het begin van je stage brengt je stagedocent een bezoek aan het bedrijf. Tijdens dit stagebezoek staat je POP centraal. De stagedocent ziet erop toe dat de doelen die je hebt gesteld corresponderen met de taken die je op de werkplek gaat uitvoeren. Kun je als stagiair de competenties ook daadwerkelijk ontwikkelen op de stage? Bereid je goed voor op dit bezoek. Er moet een voorstel door jou worden gemaakt voor de agenda en de afspraken worden vastgelegd in notulen. Punten die hierin ter sprake moeten komen zijn: De werkzaamheden die worden uitgevoerd, op welke beroepstaken die betrekking hebben en welke competenties daarmee gerealiseerd worden. Afspraken voor het resterende deel van de stage, je eigen mening over de stage en de begeleiding, punten ter verbetering die je bij jezelf ervaart. 4.3 Tweewekelijkse voortgangsrapportage Elke twee weken rapporteer je via de aan je stagedocent: de tweewekelijkse voortgangsrapportage. Zoals de naam al doet vermoeden beslaat deze rapportage telkens een periode van twee weken en bevat een beschrijving van het uitgevoerde werk van dag tot dag, inclusief een vermelding van het aantal gewerkte uren. Er wordt een duidelijke beschrijving gevraagd van de verrichte werkzaamheden. Het gaat hierbij niet alleen wat je hebt gedaan, maar ook waarom (in welk verband) en vooral hoe (hulpmiddelen, problemen en oplossingen). Illustreer de rapportage ook met beeldmateriaal en laat weten aan welke competenties je werkt. Uitgangspunt is duidelijkheid verschaffen aan je stagedocent omdat deze niet dagelijks op het bedrijf aanwezig is. Gebruik hiervoor het format Voorgangsrapportage Stage dat je vindt op de scholar site van het Praktijkbureau Engineering. Zie ook bijlage 6. NB: Mail geen grote bestanden! Maak bij bestanden groter dan 2 MB gebruik van een service als WEtransfer. 16

18 4.4 Reflectie Als aankomend ingenieur moet je planmatig en bewust kunnen werken aan het verbeteren van de kwaliteit van je beroepsmatig handelen. Door reflectie wordt kritisch gekeken naar het eigen functioneren. Naast je eigen mening is de feedback op je functioneren door de bedrijfsbegeleider en de stagedocent van belang. Ongeveer halverwege de stage, een week vóór de stageterugkomdag, moet een tussentijdse reflectie zijn ingeleverd. Je moet kritisch nagaan hoe en in welke mate de IPO-competenties worden ontwikkeld en behaald. 4.5 Stageterugkomdag Eénmaal per stageperiode wordt een terugkomdag georganiseerd op de hogeschool. Als voorbereiding op de terugkomdag bereidt de student een korte (powerpoint) presentatie voor over: het stagebedrijf, de stageplek en -werkzaamheden, de begeleiding, de leuke en eventueel minder leuke ervaringen ed. Benoem ook aan welke beroepstaken en competenties je werkt. Zorg ervoor dat dit een informatieve, maar wel interessante en wervende presentatie is. Tijdens de terugkomdag heb je contact met je schoolbegeleider en wissel je ervaringen uit met medestudenten. De presentaties worden in het kader van beroepsoriëntatie door propedeusestudenten bijgewoond. Het bijwonen van de terugkomdag is een leuk en leerzaam, maar ook verplicht onderdeel van de stage. Je ontvangt voor de terugkomdag een uitnodiging met details over het programma, de tijdstippen en de plaats. 4.6 Feedback / beoordeling van de bedrijfsbegeleider Je bedrijfsbegeleider is degene waarmee je (bijna) dagelijks werkt, je leerproces tijdens je stage heeft gevolgd en is daarom voor je leerproces de belangrijkste persoon om feedback van te ontvangen. Deze feedback wordt door de stagedocent mede gebruikt om de uiteindelijke stagebeoordeling te kunnen doen. Het is aan jou als student om de feedback / beoordeling van je bedrijfsbegeleider te verzamelen. De procedure om de feedback van de bedrijfsbegeleider te verwerken in de stagebeoordeling gaat als volgt: Stap 1 Input verzamelen en een reflectie schrijven: Laat het beoordelingsformulier invullen door je bedrijfsbegeleider. Zorg ervoor dat er ook feedback gegeven wordt op de verschillende onderdelen. De bedrijfsbegeleider hoeft geen cijfers te geven, maar geeft vooral tekstueel toelichting bij de beoordelingscriteria. Bespreek de beoordeling en de feedback met je begeleider en schrijf vervolgens een reflectie op de ontvangen feedback. Het beoordelingsformulier kan je als Word-document downloaden van de scholarsite van het praktijkbureau Engineering, tabblad stage, kolom formulieren. Stap 2 Inleveren te beoordelen producten in bij de stagedocent: 17

19 Stuur het ingevulde beoordelingsformulier, samen met jouw reflectie, naar je begeleider een week voordat het 2 e bezoek van je stagedocent plaatsvindt e Stagebezoek en presentatie Tijdens het eindbezoek van je stagedocent aan het bedrijf presenteer je een of meerdere opdrachten waar je tijdens je stage aan hebt gewerkt. Het doel van de presentatie is om vast te stellen of je in staat bent om de competentiebewijzen te verantwoorden en of je in staat bent om te reflecteren op je eigen handelen. Met anderen woorden: laat zien wat je geleerd hebt van je ervaringen. Zorg ervoor dat de presentatie informatief, maar wel interessant en wervend is. 4.8 Stageportfolio Tijdens de stage verzamel je bewijsmateriaal. Dit bewijsmateriaal toont aan dat je leert op de stage, dus dat er sprake is van competentieontwikkeling. In je stageportfolio doe je hiervan verslag. De eindbeoordeling van de stage vindt plaats aan de hand van je portfolio: de verzameling bewijsstukken van competent zijn. In dit portfolio breng je gestructureerd per competentie de resultaten van je stage in beeld, inclusief contextbeschrijvingen en reflecties. Het stageportfolio is bedoeld om inzicht te geven in je competentieontwikkeling. Aan het eind van de stage wordt beoordeeld of de vereiste stagecompetenties zijn verworven. Het is de bedoeling dat je jouw ontwikkeling systematisch, geordend per competentie in beeld brengt, aan de hand van de fases van het ontwerpproces (of processen) die je hebt doorlopen. Het portfolio zal grotendeels bepaald worden door wat je wat je in je POP hebt aangegeven te willen leren tijdens de stage. Maar let wel, een stagepop is een levend document. Voorkom dat je een belangrijk deel van je leerzame activiteiten niet in je portfolio opneemt, omdat ze geen deel uitmaakten van je stagepop Voorkom ook het scenario waarin voorgenomen doelen op geen enkele wijze samenvallen met je takenpakket. Dan zijn ze niet goed gekozen en is je stagepop niet werkbaar bij dát type bedrijf. Wat je uiteindelijk allemaal opneemt in je stageportfolio bepaal je zelf. De beroepstaak die centraal staat in het praktijkleren is Integraal Ontwerpen. Alle fases van de ontwerpcyclus zijn dus relevant. Kijk nog eens goed naar de beoordelingscriteria van de competenties. Maak zelf een selectie en zorg dat je ontwikkeling inzichtelijk wordt voor je docent en bedrijfsbegeleider. Voorkom dat je aan het eind van de stage nog alle competentiebewijzen moet verzamelen. Bij elk bewijs hoort een korte introductie en reflectie. De inhoud van het portfolio voldoet aan de kwaliteitscriteria: Authenticiteit: bewijzen zijn daadwerkelijk van jou afkomstig. Relevantie: bewijs en competentie komen overeen. Kwantiteit en variatie: streef waar mogelijk naar meerdere bewijzen per competentie. Je portfolio lever je binnen 3 werkdagen na je laatste stagedag in bij je stagedocent. Spreek met je docent af hoe je je portfolio gaat inleveren: is dit hardcopy, een link naar een website of een PDF bestand? Ook hier geldt: geen grote bestanden mailen, maak bij bestanden groter dan 2 MB gebruik van een service als WEtransfer, of stuur een DVD of USB op. 18

20 4.9 Afronden van de stage Wanneer je stage ten einde loopt, zorg je, naast bovenstaande zaken, voor een passende afsluiting van je stage binnen het bedrijf. Dat kan een presentatie zijn of een rapport Stage 2: Stageverslag De competentie A1. Communiceren en overtuigen is een van de competenties die tijdens stage 2 verder ontwikkeld wordt. Hieronder valt onder andere de vaardigheid in verslaglegging. Afhankelijk van de activiteit die moet worden beschreven is dit soms mondeling, maar meestal schriftelijk. Vanwege het grote belang wordt hier betrekkelijk veel tijd aan besteed. De meest voorkomende schriftelijke verslagen zijn onderzoeksverslagen, meetrapporten, haalbaarheidsstudies, beleidsnotities, notulen, memo's en brieven. De geschreven teksten dienen eenduidig en helder te zijn om de informatie bij de lezer te doen overkomen. Het schrijven van een stageverslag is bedoeld om de vaardigheid in het schrijven van technische verslagen op het gewenste niveau te brengen. Tevens zal je door het verzamelen en verwerken van de benodigde stof voor deze verslagen je technische kennis verrijken. Het stageverslag handelt over een onderwerp dat nauw samenhangt met het uitgevoerde stagewerk. Dit kan bijvoorbeeld zijn het ontwerpen van een product. In het verslag wordt het ontwerpproces toegelicht en de resultaten die het opgeleverd hebben. Gedacht kan worden aan de ontwerpverslagen die ook voor de ION-opdrachten worden gemaakt. Een maximale omvang van dit verslag omvat woorden. Voorzie je verslag van voldoende illustraties. Het onderwerp moet vooraf door de bedrijfsbegeleider en de stagedocent worden goedgekeurd. Om enige zekerheid te krijgen over de acceptatie van gekozen opbouw en inhoud van een verslag moet je tijdig de stagedocent vragen feedback te geven op de voorgenomen opzet van je verslag. Dit voorstel bevat een inhoudsopgave en van elk hoofdstuk een korte omschrijving van de inhoud. Dit voorstel moet uiterlijk 4 weken voor de inleverdatum van het verslag bij de stagedocent worden ingeleverd. Ben je klaar met je verslag dan geef je een exemplaar van het verslag tijdig ter goedkeuring aan je bedrijfsbegeleider. Hij tekent voor akkoord, voordat het ingediend mag worden. Overleg tijdig met je bedrijfsbegeleider wanneer je twijfelt of je bepaalde bedrijfsgegevens mag gebruiken. Verslagen waarbij geheimhouding verplicht is, moet je opsturen of afgeven in een gesloten enveloppe, met daarop duidelijk vermeldt 'geheimhouding verplicht'. De mensen voor wie het verslag wordt geschreven zijn je collega-stagiairs en docenten van je opleiding. Een verslag moet voldoen aan de eisen en richtlijnen van de opleiding IPO. Deze eisen zijn te vinden in de richtlijnen voor het schrijven van verslagen, te vinden op de scholar site van het Praktijkbureau Engineering, tabblad stage. Je verslag lever je, met je portfolio, binnen 3 werkdagen na je laatste stagedag in bij je stagedocent. Spreek met je docent af hoe je je portfolio gaat inleveren: is dit hardcopy, een link naar een website of een PDF bestand? Ook hier geldt: geen grote bestanden mailen, maak bij bestanden groter dan 2 MB gebruik van een service als WEtransfer, of stuur een DVD of USB op. 19

21 5 Stagebeoordeling en archivering 5.1 Beoordeling Stage 1: De stage wordt gezien als een onderwijseenheid en wordt beoordeeld op de volgende onderdelen: a. Competentie A. Algemeen / Projectmanagement. (op basis van het algehele functioneren tijdens de stage en de stagepresentatie bij het eindbezoek) b. De competentieontwikkeling aan de hand van je leerdoelen en het portfolio waarin je bewijst dat je de vereiste competenties hebt verworven. (de selectie van de student uit de competenties A; B; C; D; E1; E4; E5) c. Het resultaat van de stageopdrachten. d. Het portfolio; de structuur, vormgeving en compleetheid. De stagedocent stelt de deelcijfers vast op basis van: Het stageportfolio De tussentijdse voortgangsrapportages en de presentatie bij het eindbezoek. De feedback en beoordeling van de bedrijfsbegeleider en de reflectie van de student hierop. Zie in bijlage 8 het beoordelingsformulier. De deelcijfers leiden tot een eindbeoordeling welke wordt uitgedrukt in een cijfer (Alluris: Stage 1). Indien deze eindbeoordeling groter dan of gelijk aan 5,5 is, dan is de stage behaald en worden de studiepunten (30) toegekend. 5.2 Beoordeling Stage 2: De stage wordt gezien als een onderwijseenheid en wordt beoordeeld op de volgende onderdelen: a. Competentie A. Algemeen / Projectmanagement. (Op basis van het algehele functioneren tijdens de stage en de stagepresentatie bij het eindbezoek) b. De competentieontwikkeling aan de hand van je leerdoelen en het portfolio waarin je bewijst dat je de vereiste competenties hebt verworven. (Een selectie uit de competenties A; B; C; D; E1 t/m E5) c. Het resultaat van de stageopdrachten. d. Het verslag; structuur/volledigheid; taal /leesbaarheid; inhoud en argumentatie. e. Het portfolio; de structuur, vormgeving en compleetheid. Het portfolio is ene knock-out factor en dient voldoende te zijn. De stagedocent stelt de deelcijfers vast op basis van: Het stageverslag Het stageportfolio De tussentijdse voortgangsrapportages en de presentatie bij het eindbezoek. De feedback en beoordeling van de bedrijfsbegeleider en de reflectie van de student hierop. Zie in bijlage 9 het beoordelingsformulier. De deelcijfers leiden tot een eindbeoordeling welke wordt uitgedrukt in een cijfer (Alluris: Stage 2). Indien deze eindbeoordeling groter dan of gelijk aan 5,5 is, dan is de stage behaald en worden de studiepunten (30) toegekend. 20

22 5.3 Archivering Na afloop van je stage lever je bij het Stage- / Afstudeerbureau Engineering de digitale versie van het stageportfolio (stage 1) of stageportfolio en stageverslag (stage 2) in op CD/DVD/USB tbv archivering. Indien het portfolio een website is, moet er van iedere pagina een screenshot worden gemaakt. Deze screenshots moeten vervolgens op USB, DVD of cd worden gezet. Deze cd dient te zijn voorzien van de volgende gegevens: Inleverdatum, Studentnummer, Studentnaam, Studierichting, Studiejaar. Let op: zolang de CD niet is ingeleverd, worden de studiepunten niet toegekend! Na afloop van de stage en het invullen van de beoordeling in Alluris zullen de beoordelingsformulieren door de stagedocent aan de stage coördinator gestuurd worden. De stage coördinator levert de gebundelde stagebeoordelingsformulieren in bij het Praktijkbureau Engineering tbv archivering 21

23 6 WERKTIJDEN, VERLOF, ZIEKMELDINGEN EN VERZUIM 6.1 Werktijden en bedrijfsregels Uitgangspunt is dat je tijdens je stage zoveel mogelijk als reguliere werknemer wordt ingezet en je ook als zodanig opstelt. Dat betekent dat je gebonden bent aan de binnen het bedrijf geldende regels. Stage is niet alleen werken, maar ook leren. Het is daarom verstandig om wekelijks tijd te reserveren voor het zichtbaar maken van je leerproces. Bespreek met je bedrijf hoeveel tijd je mag besteden voor zaken waar je aandacht aan moet besteden, zoals: POP, bewijsstukken verzamelen, reflecteren, feedbackgesprekken met je stagebegeleider etc. Verder moet duidelijk zijn: Hoeveel uren er per week gewerkt moet worden, of er sprake is van flexibele werktijden. 6.2 Verlof Van schoolvakanties is geen sprake. Dus wat betreft de verlofregeling ben je afhankelijk van de regels die in het bedrijf voor stagiairs gelden. Binnen deze regels kan verlof opgenomen worden. Verplichte vrije dagen binnen het bedrijf gelden uiteraard ook voor jou. Het kan voorkomen dat een bedrijf met Kerstmis 2 weken sluit, maar het kan ook zijn dat het bedrijf alleen tijdens feestdagen dicht is. Let op: deelname aan activiteiten op school, gaan ten koste van het op te nemen verlof. Voor het maken van een toets moet je dus verlof opnemen. Uitzonderingen zijn de door de school verplichte dagen, zoals de stageterugkomdag. 6.3 Ziekmelding Informeer bij aanvang van je stage naar de geldende regels voor ziekmelding bij het bedrijf. Als je niet naar je werk kunt wegens ziekte, dan moet dit zowel bij je stagebedrijf als bij het Praktijkbureau Engineering worden doorgegeven. Zie voor contactgegevens hoofdstuk Verzuim Verzuimdagen of uren, door ziekte of andere oorzaken, moeten als zodanig op je weekstaten/journaal worden genoteerd. Ben je langer dan één dag afwezig, of voorzie je dat het langer gaat duren, meldt dit dan direct aan het Praktijkbureau Engineering met opgave van naam, studierichting en de verwachte duur van het verzuim Zie voor contactgegevens hoofdstuk 8.6. Je melding wordt dan geregistreerd en doorgegeven aan de stagedocent. Verzuim kan gevolgen hebben voor de geldigheid van de stage. Bij minder dan 5 werkdagen zijn er geen gevolgen. Bij 6 t/m 10 werkdagen is er sprake van een bespreekgeval, waarbij de reden van het verzuim en de behaalde resultaten aan de orde zullen komen. Bij meer dan 10 werkdagen geldt als regel overdoen van de stage. 22