Vragenlijst Formatief Toetsen Leerling

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Vragenlijst Formatief Toetsen Leerling"

Michiel Simons
6 jaren geleden
Aantal bezoeken:

2 Vragenlijst Formatief Toetsen Leerling Deze vragenlijst is ontwikkeld door de Universiteit Twente en heeft als doel te onderzoeken hoe en in welke mate formatief toetsen wordt gebruikt door docenten en leerlingen in het voortgezet onderwijs. Wat is formatief toetsen? Formatieve toetsen geven informatie over de leerbehoefte van leerlingen. Docenten kunnen deze informatie gebruiken om het lesgeven beter af te stemmen op de leerbehoefte van leerlingen. De leerlingen kunnen deze informatie gebruiken om het leren te verbeteren. Wat moet de leerling doen om op zijn gewenste niveau te komen? Welke hulp heeft de leerling nodig om dat doel te bereiken? Onder toetsen verstaan we niet alleen de bekende pen-papier toetsen, maar alle manieren waarop bewijs wordt verzameld over de voortgang van het leren van leerlingen. Het kan bijvoorbeeld gaan om een presentatie, portfolio, observaties in de les, vragenlijst, discussies of praktische opdrachten. Based on a literature study (see Schildkamp & Kuiper 2010) and: Allensworth, E., Correa, M., & Ponisciak, S. (2008). From High School to the Future: ACT Preparation Too Much, Too Late. Why ACT Scores Are Low in Chicago and What It Means for Schools. Chicago: CCSR Research Report. Chicago Consortium for School Research teacher survey. Chahine, S. & Childs, R. (2009). Evaluation of the Utility of PSAT/NMSQT Tools for Educators. Final Report for the College Board Fellowship Project Number: Comenius project using data for improving school and student performance (2011). Comparative Analysis Data Use in Germany, the Netherlands, Lithuania, Poland and England. Retrieved from: Geijsel, F., Sleegers, P., Stoel, M., & Kruger, M (2009). The Effect of Teacher Psychological and School Organizational and Leadership Factors on Teachers Professional Learning in Dutch Schools. The Elementary School Journal,109(4), Kelly, A., Downey, C., & & Rietdijk, W. (2010) Data dictatorship and data democracy: understanding professional attitudes to the use of pupil performance data in schools. Reading, Borough of, GB, CfBT Education Trust. Van der Kleij, F.M., Vermeulen, J.A., Schildkamp, K.,& Eggen, T.J.H.M. (2015). Integrating data-based decision making, Assessment for Learning, and diagnostic testing in formative assessment. Assessment in Education: Pinciples, Policy & Practice. DOI / X Lysaght, Z & O Leary, M. (2013). An instrument to audit teachers use of assessment for learning. Irish Educational Studies, 32:2, , DOI: / O Leary, M., Lysaght, Z. & Ludlow, L. (2013). A measurement instrument to evaluate teachers assessment for learning classroom practices. The international Journal of Educational and Psychological Assessment, Vol. 14(2) Schildkamp, K. (2007). The utilisation of a self-evaluation instrument for primary education. Enschede: University of Twente (published thesis). Schildkamp, K. & Kuiper, W. (2010). Data-informed curriculum reform: Wich data, what purposes, and promoting and hindering factors. Teaching and Teacher Education, 26, Schildkamp, K., & Teddlie, C. (2008). School Performance Feedback Systems in the USA and in the Netherlands: A comparison. Educational Research and Evaluation, 14(3), Vanhoof, J., Verhaeghe, G., Van Petegem, P. and Valcke, M. (2011). The influence of competences and support on school performance feedback use. Educational Studies, 37(2), Wayman, J. C., Snodgrass Rangel, V. W., Jimerson, J. B., Cho, V., (2010). Improving data use in NISD: Becoming a Data-Informed District. Austin: The University of Texas. 2

3 Toelichting: De vragenlijst bevat 32 stellingen onderverdeeld in: 1. Datagebruik voor instructie 11 stellingen 2. Delen van leerdoelen en succescriteria 4 stellingen 3. Vragen stellen en klassikale discussie 6 stellingen 4. Feedback 5 stellingen 5. Peer- & Self-assessment 6 stellingen Voor onderdelen 1 t/m 5 zijn 32 stellingen beschreven over het toepassen van verschillende strategieën van formatief toetsen in de lespraktijk. Geef voor elke stelling aan in welke mate dit van toepassing is op je eigen lessen voor het vak.door gebruik te maken van de volgende 6-punts schaal: 1. = dit gebeurt in meer dan 90 % van mijn lessen 2. Zeer = dit gebeurt in ongeveer 75 % van mijn lessen 3. Regelmatig = dit gebeurt in ongeveer 50 % van mijn lessen 4. Soms = dit gebeurt in ongeveer 25 % van mijn lessen 5. = dit gebeurt in minder dan 10% van mijn lessen Mocht je nog vragen hebben over deze vragenlijst dan kun je contact opnemen met Christel Wolterinck (c.h.d.wolterinck@utwente.nl) of Kim Schildkamp (k.schildkamp@utwente.nl). Het invullen van de vragenlijst duurt ongeveer 15 minuten. 3

4 1. Datagebruik voor instructie De leerdoelen zijn voor mij duidelijk. Ik welke vaardigheden ik wel en niet beheers. Ik krijg van mijn docent informatie over mijn vooruitgang / vorderingen. Mijn docent past zijn / haar lessen aan mijn behoefte aan. Het tempo van de lessen is goed. Ik krijg feedback op mijn leerproces. We worden ingedeeld in kleine groepen en krijgen dan gerichte instructie. De docent geeft extra uitleg over specifieke vaardigheden of onderwerpen indien ik dit nodig heb (zowel gevraagd als ongevraagd). De docent zoekt uit waarom ik bepaalde fouten maak. Sterke leerlingen in mijn klas krijgen aangepaste instructie. Zwakke leerlingen in mijn klas krijgen aangepaste instructie. 4

5 2. Delen van leerdoelen en succescriteria In de lessen maakt mijn docent duidelijk wat ik aan het leren ben. De docent herinnert mij aan de verbinding tussen wat ik aan het leren ben en het grotere geheel waar ik voor leer. b.v. "Ik leer om geld te tellen, zodat als ik ga winkelen ik het wisselgeld kan controleren" <10% De eisen waaraan het werk moet voldoen (succescriteria) gekoppeld aan de leerdoelen zijn afgestemd op leerlingen en worden gedeeld met leerlingen. Mijn docent maakt de leerdoelen in begrijpelijke taal duidelijk. b.v. "Ik leer om te raden (voorspelling) wat waarschijnlijk daarna zal gebeuren in het verhaal" 5

6 3. Vragen stellen en klassikale discussie De docent gebruikt verschillende werkvormen om vraaggesprekken met leerlingen in de klas te voeren. b.v. brainstormen, interview, klassengesprek <10% De docent gebruikt vragen om informatie te krijgen over mijn voorkennis over een onderwerp. Ik word tijdens de les aangemoedigd om vragen te stellen aan mijn klasgenoten. b.v. de docent nodigt mij uit om vragen te stellen aan de medeleerlingen voor een bijdrage aan discussies De docent gebruikt bij het vragen stellen open vragen die het dieper denken bevorderen i.p.v. de één-juist-antwoord-stijl (waarbij ik moet proberen te raden wat het antwoord is dat de docent in gedachten heeft). Als ik een onjuist antwoord geef dan gaat de docent hier verder op in. De docent vraagt mij om uit te leggen waarom ik werk aan bepaalde taken. b.v. de docent kan vragen "Waarom zijn jullie dit werkblad aan het invullen? Wat zijn jullie aan het leren door dit te doen?" 6

7 4. Feedback De docent schrijft feedback op mijn werk om mij te vertellen wat ik heb bereikt en wat ik vervolgens nog moet doen i.p.v. alleen een cijfer en een opmerking als 'goed gedaan'. De docent wat mijn sterke en zwakke punten zijn. b.v. het aanwijzen van veel gemaakte fouten in het opstellen van breuken <10% De docent houdt rekening met mijn sterke en zwakke punten. De docent vraagt aan mij / de klas wat sterke en zwakke punten van zijn / haar lesgeven zijn. De docent gebruikt de informatie over mijn voortgang om feedback aan mij te geven. 7

8 5. Peer & Self-assessment De docent geeft mij aan het begin van de les of van een lesonderdeel de kans om aan te geven in welke mate ik mij uitgedaagd voel door een leertaak. b.v. door aan te geven: ik kan dit of ik ga er komen of ik heb hulp nodig <10% De docent moedigt mij aan om mijn voortgang bij te houden, bijvoorbeeld door het gebruik van een logboek. Ik beoordeel en geef feedback op het werk van mijn klasgenoten. b.v. de docent leert mij hoe ik de succescriteria van een leertaak moet gebruiken om het werk van een medeleerling te kunnen beoordelen De docent moedigt mij aan om mijn eigen werk te beoordelen. b.v. rubric om inzicht te geven in de succescriteria of het maken van een toetsanalyse zodat ik een positief aspect van mijn werk en een verbeterpunt kan benoemen De docent gebruikt een visuele weergave (b.v. grafiek) van mijn voortgang om mijn groei te vieren en te tonen op welke onderdelen ik mij nog kan ontwikkelen. b.v. een grafiek met daarin een overzicht van de progressie over een periode Tijdens de les is tijd gereserveerd om het werk van klasgenoot of mijn eigen werk te beoordelen. 8

Vergelijkbare documenten

Vragenlijst Formatief Toetsen Docent

Vragenlijst Formatief Toetsen Docent Deze vragenlijst is ontwikkeld door de Universiteit Twente en heeft als doel te onderzoeken hoe en in welke mate de docenten en leerlingen in het voortgezet onderwijs