Handleiding Praktijk Pedagogiek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Handleiding Praktijk Pedagogiek"

Transcriptie

1 Handleiding Praktijk Pedagogiek Beroepstaak Werken aan Eigen Professionaliteit. Niveau 2, Blok 1 t/m 4 Voltijd 2016/2017

2 Handleiding Praktijk Pedagogiek Beroepstaak Werken aan Eigen Professionaliteit Niveau 2, Blok 1 t/m 4 Voltijd 2016/2017 Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, opleiding Pedagogiek Postbus 6960, 6503 GL Nijmegen bezoekadres: Kapittelweg 33, 6525 EN Nijmegen Praktijkbureau: kamer D6.19, Praktijkbureau.Pedagogiek@han.nl, / 123 Redactie handleiding praktijk: Ank Greijmans Jaar van uitgave: 2016 Copyright: Hogeschool van Arnhem en Nijmegen - opleiding Pedagogiek. Alle materiaal in deze publicatie mag uitsluitend na schriftelijke toestemming van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen gebruikt worden voor openbaarmaking, verveelvoudiging, verspreiding en/of commerciële doeleinden. brochures\

3 Inhoudsopgave 1 Praktijk in jaar 2, niveau 2 (afstudeerbekwaam) Doelen van het praktijkleren op niveau Voorbereiding op praktijk niveau Criteria voor praktijkorganisaties Criteria voor praktijkorganisaties voor de reguliere stage niveau Criteria voor praktijkorganisaties of projecten voor de 80 flexibel te besteden uren 10 2 Werkzaamheden in de praktijk Meedraaien in de organisatie Praktijkopdrachten vanuit de opleiding Zelf professioneel opvoeden, blok 1 en Bijdragen aan kwaliteit en beleid rond je werk als pedagoog, blok 1 en Opvoeders begeleiden en ondersteunen, blok 3 en Onderzoeken en innoveren, blok 3 en Flexibel inzetbare uren praktijkleren niveau Fasering praktijkleren en evaluatie en reflectie in je POP Toelichting Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) Fase 1 (blok 1), oriëntatieperiode: POP Fase 2 (blok 2), tot middenevaluatie: POP Fase 3 (blok 3 en 4), verdieping en afronding: POP Begeleiding en beoordeling Begeleiding Begeleiding binnen de praktijkorganisatie Begeleiding binnen de opleiding Beoordeling Afstemming WEP-docent en praktijkbegeleider Toelating tot jaar 3, inclusief stage niveau Organisatie van het praktijkleren Het praktijkbureau Schriftelijk materiaal vanuit praktijkbureau Documenten reguliere stage niveau Documenten 80 flexibel inzetbare uren praktijkwerk Verklaringen Contacten tussen opleiding en praktijkorganisaties Stageperiode en spreiding van uren Tijdelijke onderbreking en voortijdige beëindiging praktijkwerk 30 6 Het beroep van Hbo-pedagoog en de opleiding Het beroep van Hbo-pedagoog Zo kijken wij naar onderwijs Beroepsgericht: competenties ontwikkelen door te werken aan beroepstaken Vakbekwaam: leren als actief proces en toenemende zelfsturing in drie niveaus Zo kijken wij naar praktijkleren 35 Literatuur 36 brochures\

4 Bijlagen Bijlage 1 HAN-Jaarrooster Bijlage 2 Adviesbeoordelingsformulier Praktijk niveau 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Stroomdiagram flexibele uren Verklaring 80 flexibele uren Rapportageformulier voortijdige beëindiging brochures\

5 Inleiding In de hoofdfase gaan we er vanuit dat je geschikt en gemotiveerd bent voor het vak. Je gaat je verder ontwikkelen tot beginnend beroepsbeoefenaar op Hbo-niveau. In het tweede jaar leg je hiervoor een belangrijke basis. In vervolg op de stage in de propedeuse draai je ook in het tweede jaar gedurende het hele jaar (320 uur) één dag mee in een praktijkorganisatie in het pedagogische werkveld. Daarnaast is er 80 uur flexibel te besteden, binnen dezelfde organisatie of daarbuiten. Je kunt ervoor kiezen om regelmatig een aantal extra uren stage te lopen in dezelfde organisatie (verdieping), of om ervaring op te doen op een andere werkplek (verbreding). Je kunt bijvoorbeeld participeren in een (buurtgericht) project, een vakantiekamp of ander vrijwilligerswerk (zie hoofdstuk 2.3 voor specifieke informatie). Voor de ene helft van de studenten (de even groepen) is de dinsdag de vaste stagedag, voor de andere helft (de oneven groepen en de februariroute) de donderdag. De 80 flexibel te besteden uren worden op andere momenten gerealiseerd. Er zijn twee startmomenten voor de stages: september en februari. De septemberroute duurt tot juli, de februariroute tot half januari. Deze handleiding Praktijk niveau 2, oftewel het tweede jaar van de voltijd Hbo-opleiding Pedagogiek aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, is zowel bestemd voor studenten en praktijkbegeleiders, als voor docenten. Om ondersteunend bij het praktijkleren te kunnen zijn, richten wij ons echter in de eerste plaats op de student. Daarom is de opzet in de jij-vorm. De handleiding bevat achtereenvolgens informatie over kenmerken en doelen van praktijk niveau 2, voorbereiding, werkzaamheden, fasering en reflectie, begeleiding en beoordeling, organisatie van het praktijkleren en specifieke informatie over de 80 flexibel te besteden uren praktijkwerk. Voor de praktijkbegeleider is beknopte informatie over het beroep en de opleiding toegevoegd. Voor een uitgebreide versie hiervan wordt verwezen naar de studiegids (op te vragen via de student). Ten behoeve van het gesprek met de praktijkbegeleider is een overzicht van de praktijkopdrachten vanuit de opleiding opgenomen. Meer informatie is te vinden in de handleidingen bij de beroepstaken. Tot slot vragen wij de begeleider bij de volgende evenementen de student vrij te geven: - Dinsdag 8 november 2016: stagemarkt, ter oriëntatie op praktijk niveau 3 - Donderdag 8 december 2016: viering 20 jarig bestaan Pedagogiek inclusief workshops voor begeleiders, er wordt tijdig een uitnodiging verstuurd - 6, 7 en 8 februari 2017: internationale week op de HAN We hopen dat deze handleiding bijdraagt aan een succesvolle praktijkperiode. Het contact tussen opleiding en praktijk over de stagiaire wordt onderhouden door de docent van de beroepstaak Werken aan eigen professionaliteit. Eerste aanspreekpunt voor organisatorische punten rond het praktijkleren is het Praktijkbureau: Praktijkbureau.Pedagogiek@han.nl, / 123. brochures\

6 brochures\

7 1 Praktijk in jaar 2, niveau 2 (afstudeerbekwaam) We gaan ervan uit dat je een beroep alleen goed kunt leren als je theorie en praktijk aan elkaar kunt koppelen. Je krijgt daarom vanaf het begin de gelegenheid om kennis te maken met, en te leren functioneren in de praktijk. We beschouwen de praktijk als buitenschoolse leerbron, naast binnenschoolse leerbronnen als werken hoorcolleges, literatuur, docenten en medestudenten. De praktijk is een unieke leerbron, omdat je vooral hier de beroepstaken in al hun complexiteit kunt uitvoeren. Bovendien krijg je directe feedback op je handelen van ervaren professionals in de praktijk en, niet te vergeten, van de doelgroep zelf. Bij de voltijd zijn daarom stages ingebouwd in het leerplan. In niveau 2 loop je 400 uur stage. Hieronder gaan we in op de doelen voor praktijk niveau 2, de stappen rond de start en de criteria voor praktijkorganisaties. 1.1 Doelen van het praktijkleren op niveau 2 Na je oriëntatie in de propedeuse verwachten we in het tweede jaar in de praktijk een verdieping bij de uitvoering van de beroepstaken in de praktijk en meer zelfstandigheid. Je hebt meer contact met ouders en woont vaker overlegsituaties bij. We gaan ervan uit dat dit geen probleem zal zijn, aangezien je voort kunt borduren op je praktijkervaring in je eerste jaar. Verder bereid je je door het leren functioneren in een professionele organisatie ook voor op de jaarstage in je derde jaar. Je gaat dan 4 dagen per week stage lopen, eventueel in de tweede helft van het jaar in het buitenland. In de loop van jaar 2 wordt uitgebreid aandacht besteed aan de voorbereiding op het praktijkjaar. De doelen van het praktijkleren zijn afgeleid van het niveau waarop het onderwijs wordt aangeboden, namelijk niveau 2. Dit niveau betreft zowel de complexiteit van de beroepstaken als de mate van sturing. De doelen luiden als volgt: 1. Je kunt de beroepstaken op niveau 2 in praktijk uitvoeren. Niveau 2 betekent afstudeerbekwaam: in belangrijke mate zelfstandig een redelijk complex beroepsproduct kunnen opleveren en methodisch een probleem kunnen oplossen. 2. Je legt een professionele basis voor het praktijkjaar op niveau Voorbereiding op praktijk niveau 2 Aangezien het onderwijs en het praktijkleren aan elkaar gekoppeld zijn, zien we graag dat je vanaf de start van het studiejaar een praktijkplek hebt. Je kunt dan direct beroepsproducten in praktijk uitvoeren. Ter voorbereiding heb je daarom aan het eind van het eerste jaar in een hoorcollege informatie gekregen over de praktijk op niveau 2. Verder is bij Werken aan eigen professionaliteit (WEP) aandacht besteed aan het verwerven van een praktijkplek en het formuleren van leerwensen. brochures\

8 Hieronder zetten we de stappen op een rijtje die je moet zetten rond de start van je stage. Stappenplan na het vinden van een praktijkplek op niveau 2 - Als je een praktijkplek gevonden hebt maak je afspraken over je taken en de praktijkopdrachten, over je deelname aan overlegvormen en over de begeleiding Als je een praktijkplek gevonden hebt buiten de database, vul je het meldingsformulier in, laat dit ondertekenen door de contactpersoon van de organisatie en levert dit digitaal in bij het Praktijkbureau (Scholar). Met dit formulier controleert het praktijkbureau of de organisatie aan de criteria van de opleiding voldoet en krijg je toestemming om te starten. 2. Als je een praktijkplek gevonden hebt die in de database staat, hoef je geen meldingsformulier in te vullen (zie procedure Scholar Praktijk). - Bij de start van je stage ontvang je digitaal een handleiding praktijk, een stagecontract en een adviesbeoordelingsformulier praktijk niveau 2. De handleiding en het adviesbeoordelingsformulier stuur je door naar je praktijkbegeleider. Hier ben jij verantwoordelijk voor! - Je vult samen met de contactpersoon van je praktijkorganisatie het stagecontract in, zorgt voor ondertekening en levert het binnen zes weken digitaal in bij het Praktijkbureau (Scholar). Als dit niet binnen deze termijn gebeurt, dan tellen je stage-uren niet vanaf dat moment. - Het praktijkbureau laat het contract ondertekenen door de praktijkcoördinator. Het ondertekende contract kun je vervolgens printen voor/doorsturen naar jou en de organisatie. - Voordat je kunt starten moet je in veel gevallen in het bezit zijn van een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG, zie 5.3). Je vraagt hem aan in de gemeente waar je ingeschreven staat. - Direct na de start maak je een begin met je Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP, zie hoofdstuk 3). Je levert dit eind blok 1 zowel in bij je praktijkbegeleider als bij je WEP-docent. 1.3 Criteria voor praktijkorganisaties Om te bepalen of een praktijkorganisatie passend is bij het praktijkleren op niveau 2 hebben we criteria opgesteld. We maken hier een onderscheid tussen de reguliere stage en de 80 flexibel inzetbare uren praktijkwerk Criteria voor praktijkorganisaties voor de reguliere stage niveau 2 Onderstaande criteria zijn opgenomen op het meldingsformulier (Scholar), waarmee de geschiktheid van praktijkorganisaties getoetst wordt door het praktijkbureau. Tweedejaars kunnen vooral terecht in de werkvelden reguliere opvoedingssituaties en gerichte preventie (Janssen, 2015). Curatie: het herstel van opvoedingsrelaties en jeugdbeleid zijn interessante werkvelden, maar zij laten over het algemeen vooral derde jaars studenten toe. brochures\

9 1. De organisatie (*): Er is sprake van een professionele organisatie, die behoort tot het werkterrein van de Hbopedagoog. - Er zijn minimaal 3 betaalde medewerkers (2 fte s, sociaalagogisch), waarvan minimaal 1 met een afgeronde sociaalagogische Hbo-opleiding. - Er zijn minimaal 10 cliënten (t/m 23 jaar). - De organisatie werkt intensief samen met andere professionele organisaties. - Er is een bewezen bestaansrecht (meerjarig bestaan) en een garantie op kwaliteit. 2. Praktijkwerkzaamheden: Je werkzaamheden zijn relevant voor de beroepstaken en competenties die in de opleiding centraal staan. Je hoofdtaken zijn gericht op opvoeding en sociaal-emotionele ontwikkeling, waarbij je daadwerkelijk contact hebt met de doelgroep. - Je werkt zowel met individuele als met groepjes jeugdigen. Je levert daarbij een bijdrage aan het begeleidings- of behandelingstraject van de jeugdigen. - Je hebt contact met ouders/ opvoeders, w.o. het onder begeleiding voeren van gesprekken. - Je werkt samen met collega s. - Je hebt ook contact met medewerkers van andere afdelingen en beleidsmedewerkers. - Je woont incidenteel overlegsituaties bij, zoals overdracht, werkbespreking, teamoverleg en bij voorkeur ook kleinschalig multidisciplinair overleg. - Je verzorgt (dag)rapportages, bestemd voor intern gebruik en indien mogelijk ook voor extern gebruik. 3. Randvoorwaarden: - Je hebt toegang tot relevante informatiekanalen (zoals cliëntdossiers, beleidsstukken en overige documentatie). - Je hebt de beschikking over een (gedeelde) werkplek en een computer. - Je bent boventallig, d.w.z. dat je niet wordt ingezet i.p.v. een betaalde kracht en geen eindverantwoordelijkheid hebt. De organisatie staat in voor jouw veiligheid. 4. Praktijkbegeleider: Je krijgt een vaste praktijkbegeleider toegewezen, die voldoende tijd beschikbaar heeft. - Je praktijkbegeleider is een deskundige medewerker, met minimaal een afgeronde sociaalagogische Hbo-opleiding en minimaal 2 jaar werkervaring. - Je praktijkbegeleider maakt geen onderdeel uit van je privénetwerk. - Je praktijkbegeleider is bereid om, ten behoeve van evaluaties, contact te onderhouden met je begeleider vanuit de opleiding (telefonisch en/of per ). (*) N.B. Op elk niveau loop je stage bij een andere praktijkorganisatie. Alleen bij grote organisaties mag je twee keer stage lopen, mits bij een andere afdeling en met een andere praktijkbegeleider. brochures\

10 1.3.2 Criteria voor praktijkorganisaties of projecten voor de 80 flexibel te besteden uren Je toetst de geschiktheid van de organisatie of het project met behulp van een stroomdiagram (Scholar). Bij twijfel overleg je met je WEP-docent 1. De organisatie of het project: Er is sprake van een instelling die zich direct of indirect richt op het belang van de opvoeding of ontwikkeling van de jeugdige richt (primaire, secundaire of tertiaire opvoedmilieu). Of het gaat om een project. Hieronder vallen alle directe en indirecte pedagogische activiteiten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, met als doelstelling de opvoeding of ontwikkeling van de jeugdige verder te bevorderen. Het project is afgebakend, heeft een opdrachtgever en een aanvangs- en vermoedelijke einddatum. 2. Praktijkwerkzaamheden: Het moet mogelijk zijn om de competenties en kernkwaliteiten die in de opleiding centraal staan verder te ontwikkelen. Je pedagogische werkzaamheden richten zich op minimaal één van onderstaande opvoedmilieus: - Het primaire opvoedmilieu: ouders of directe verzorgers - Het secundaire opvoedmilieu: opvang, educatie of onderwijs - Het tertiaire opvoedmilieu: georganiseerde vrije tijd 3. Randvoorwaarden: - Je hebt toegang tot de informatiekanalen die nodig zijn om de afgesproken werkzaamheden te kunnen uitvoeren. - De werkzaamheden worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de organisatie. De organisatie staat in voor jouw veiligheid. - Je hebt verantwoord aan je WEP-docent waar en hoe je invulling geeft aan de 80 flexibele uren. Je koppelt hier vooraf doelen aan. Achteraf bepaal je of doelen gehaald zijn. 4. Contactpersoon: Er is een contactpersoon beschikbaar die na afloop een verklaring tekent dat de 80 uur praktijkwerk inderdaad ingezet zijn en die op jouw verzoek feedback geeft op het werken aan je leerdoelen. brochures\

11 2 Werkzaamheden in de praktijk Van jou als tweedejaars wordt verwacht dat je enige praktijkervaring laat zien, opgedaan tijdens de propedeuse, en dat je al een basis gelegd hebt voor een beroepshouding. Je wordt hoofdfasebekwaam geacht en in staat tot beginnend zelfstandig en methodisch handelen. Bepalend voor de keuze van je werkzaamheden is dat ze relevant zijn voor de beroepstaken en competenties van een Hbo-pedagoog. Eén van de doelen van het praktijkleren is immers dat je de beroepstaken op niveau 2 in praktijk kunt uitvoeren. Dit doe je op twee manieren, namelijk door: mee te draaien in de organisatie en daarbij pedagogische activiteiten uit te voeren praktijkopdrachten vanuit de opleiding uit te voeren. 2.1 Meedraaien in de organisatie De pedagogische activiteiten tijdens het meedraaien kunnen zowel begeleidend als organisatorisch zijn. Ook aanwezig zijn bij het werk van anderen is zinvol. Je kunt zo leren functioneren in een professionele organisatie en oefenen in kenmerkende activiteiten. Bij de criteria voor praktijkorganisaties (1.3.1) is bij criterium 2 het vereiste soort werkzaamheden vermeld. Neem deze in ieder geval op in je takenpakket. Hoe deze werkzaamheden er concreet uitzien is afhankelijk van de mogelijkheden op je praktijkplek en de ruimte die jij hier zelf in creëert, in overleg met je praktijkbegeleider. Hieronder zijn de vereiste soort werkzaamheden voorzien van concrete voorbeelden. Omdat je bij je stage beoordeeld wordt op je competentieontwikkeling, zijn de voorbeelden van activiteiten gerangschikt per segment (en bijbehorende competenties). Je ziet per segment aan welke competenties je kunt werken. Je moet, in je Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP, zie hoofdstuk 3), je leerdoelen koppelen aan deze segmenten en competenties. Voorbeelden van activiteiten t.b.v. het meedraaien in de organisatie Segment 1: Werken met en namens mensen (competentie 1 tot en met 4) Je werkt zowel met individuele als met groepjes jeugdigen. Je levert daarbij een bijdrage aan het begeleidings- of behandelingstraject van de jeugdigen. Voorbeelden: Assisteren van een intern begeleider op een (speciale) basisschool Begeleiden van een kind met een rugzakje, vaak een kind met een beperking (bijv. downsyndroom) of stoornis (bijv. PDD-NOS); ondersteuning van een ambulant begeleider hierbij Begeleiden van een bijzonder kind in het onderwijs of de kinderopvang, bijvoorbeeld een hoogbegaafd of een niet-nederlandstalig kind Uitvoeren van (een deel van) een training (sociale vaardigheden, faalangst of zelfredzaamheid) Een bijdrage leveren aan een handelings- of begeleidingsplan Verrichten van een observatie: van een individueel kind of een groep Leerlingbegeleiding of huiswerkbegeleiding in het voortgezet onderwijs Voor- en vroegschoolse educatie (VVE), zoals een taalproject op een peuterspeelzaal Uitvoeren van een (spel)activiteit en/of ondersteunen van een kind in de thuissituatie brochures\

12 Je hebt contact met ouders/ opvoeders, w.o. het onder begeleiding voeren van gesprekken. Contact met ouders bij het brengen en ophalen van kinderen Een gesprekje met ouders tijdens een koffie-uurtje of open inloop Het bespreken van een opvoedvraag of opvoedthema met ouders Aanwezig bij (zo mogelijk inbreng in) een intake of oudergesprek Aanwezig zijn bij (zo mogelijk bijdrage leveren aan) een ouderavond of themabijeenkomst Alles wat je moet doen ter voorbereiding en afronding van bovenstaande activiteiten, bijvoorbeeld een observatie van de werkwijze van collega s, dossieronderzoek, oriëntatie op de methodiek. Segment 2: Werken in een organisatie (competentie 5 tot en met 8) Je werkt samen met collega s. Voorbeelden: Ondersteunende werkzaamheden voor collega s Voor- en nabespreking van je activiteiten en afstemmen met collega s tijdens het werk Begeleidingsgesprekken met je praktijkbegeleider Je hebt ook contact met medewerkers van andere afdelingen en beleidsmedewerkers, bijvoorbeeld: Interviews met medewerkers over de organisatie en het beleid van de praktijkorganisatie Je woont incidenteel overlegsituaties bij, zoals overdracht, werkbespreking, teamoverleg en bij voorkeur ook kleinschalig multidisciplinair overleg. Bijvoorbeeld: Bijwonen van, bijdrage leveren aan een werk- of behandelbespreking of andere overlegsituatie Bijwonen van, bijdrage leveren aan externe contacten, zoals een verwijzer Notuleren van een vergadering Je verzorgt (dag)rapportages, bestemd voor intern gebruik en indien mogelijk ook voor extern gebruik Verzorgen van een schriftelijke overdracht voor collega s of ouders Bijdrage leveren aan overdrachtsrapportage naar verwijzers Afnemen van een test of screeningslijst Bijhouden van een kind- of leerlingvolgsysteem Overige voorbeelden: Het verrichten van organisatorische en administratieve werkzaamheden Een presentatie verzorgen over een pedagogisch onderwerp voor medewerkers of ouders Een bijdrage leveren aan kleinschalige projecten, zoals het ontwerpen van een pestprotocol, een observatieschema, een intakeformulier Meedenken in het beleid t.a.v. ouderparticipatie, interculturalisatie of integratie van kinderen met een beperking, samenwerking met buurtorganisaties, etc. Suggesties doen voor herziening van (een deel van) een pedagogisch beleidsplan Alles wat je moet doen om informatie te vergaren: interviews, oriëntatie op de wijze van rapporteren over en naar cliënten, het lezen van jaarverslagen, beleidsnota s, etc. Segment 3: Werken aan eigen professionaliteit (competentie 9 en 10) Alles wat jou helpt om het reflecteren op je eigen ontwikkeling te bevorderen. Denk aan het ondersteuning vragen bij het formuleren van leerdoelen, het bijhouden van een logboek, het oefenen in mondelinge en schriftelijke communicatie, het vragen van feedback, etc. brochures\

13 2.2 Praktijkopdrachten vanuit de opleiding Naast activiteiten bij de praktijkorganisatie, omdat je meedraait in de organisatie krijg je ook praktijkopdrachten vanuit de opleiding. Deze zijn gekoppeld aan het onderwijs. Bij iedere beroepstaak zijn beroepsopdrachten geformuleerd. Sommige voer je volledig in praktijk uit; bij andere voer je in praktijk voorbereidende activiteiten uit. Opdrachten die je in praktijk uitvoert en voorbereidende activiteiten noemen we praktijkopdrachten. Hierna volgt een korte beschrijving van de beroepstaken met bijbehorende beroepsopdrachten en aansluitend de praktijkopdrachten. De aandachtspunten zijn: Alleen van beroepsopdrachten waarbij praktijkopdrachten geformuleerd zijn is hier een verkorte weergave opgenomen. Alle informatie is onder voorbehoud. Actuele en uitgebreide informatie staat in de handleidingen die je bij de start van de betreffende onderwijseenheden krijgt. Je licht de opdrachten zelf toe en je overlegt zelf met je praktijkbegeleider hoe je ze het beste kunt uitvoeren. Bij beroepsopdrachten die je niet in praktijk uitvoert leg je zo mogelijk wel een link naar je eigen praktijk. Bespreek dit met je praktijkbegeleider en beschrijf het in je Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP, zie hoofdstuk 3). In verslagen voor de opleiding anonimiseer je alle persoonlijke gegevens van jeugdigen en ouders. Voor het naar buiten brengen van gegevens vraag je vooraf toestemming aan je praktijkbegeleider en de betrokkenen. Dit geldt in het bijzonder bij een video-opname. Die is soms nodig, om je handelen te laten zien. Gebruik hiervoor de Toestemmingsverklaring video-opnamen (zie hoofdstuk 5.3). Je voert alle praktijkopdrachten bij je eigen praktijkorganisatie uit. Voorafgaand aan de stage heb je hierover afspraken gemaakt. Uitsluitend bij uitzondering en met toestemming van je docent is een alternatief mogelijk. Vraag bij praktijkopdrachten altijd feedback van je praktijkbegeleider. Als deze feedback verplicht is, weegt de docent deze mee in de beoordeling Zelf professioneel opvoeden, blok 1 en 2 Deze beroepstaak betreft het begeleiden of ondersteunen van jeugdigen met het doel de kansen te vergroten dat deze jeugdigen zich ontwikkelen tot zelfverantwoordelijke volwassenen. Op niveau 2 ligt de focus op het begeleiden van jeugdigen met lichte en/of ernstige opgroeiproblemen. Binnen de beroepstaak zelf professioneel opvoeden voer je 2 beroepsopdrachten uit. Eén van de beroepsopdrachten voer je daadwerkelijk uit in de praktijk. De andere beroepsopdracht voer je uit in een gesimuleerde opvoedsituatie. brochures\

14 Adequaat pedagogisch handelen in stressvolle situaties (blok 1) Bij de eerste opdracht van deze beroepstaak laat je zien dat je tijdens een (nagespeelde) opvoedsituatie, die stressvol is, met een groep jeugdigen in staat bent om adequaat pedagogisch te handelen. Dit doe je in een alledaagse opvoedsituatie zoals de eetsituatie of spelsituatie, waarin er een stressvolle situatie ontstaat voor een van de jeugdigen. De rol van de jeugdige wordt door een acteur vertolkt. De andere jeugdigen worden gespeeld door 3 medestudenten. Jij bent verantwoordelijk om die situatie niet verder uit de hand te laten lopen. Achteraf, meteen nadat de simulatie is afgelopen, verantwoord je wat je hebt gedaan en waarom je dat zo hebt gedaan. Deze keuzes onderbouw je met theorie. Competentievergroting voor een jeugdige (blok 2) Bij de tweede opdracht moet je een reeks van activiteiten ontwerpen voor een of meerdere jeugdigen. Deze reeks van activiteiten moet je ook uit voeren in de praktijk. Het betreft activiteiten die de (sociaalemotionele) ontwikkeling vergroten doordat de jeugdige(n) vaardigheden aangeleerd krijgt. Doel is te komen tot gedragsverandering, hoe klein dan ook. Bijvoorbeeld duidelijk grenzen aangeven of iets vragen aan een ander. Deze vaardigheden kunnen aangeleerd worden in een aparte (trainings)ruimte en/ of in de reguliere omgeving zoals in een klas/ speelplaats/ op een leefgroep. Bij deze beroepsopdracht is het de bedoeling om zoveel mogelijk gebruik te maken van (onderdelen van) bestaande trainingen. Die pas je op maat aan omdat het moet passen bij de jeugdige(n) die je hebt gekozen. Je moet samen met je praktijkbegeleider beslissen welke jeugdigen hiervoor in aanmerking komen. De focus bij deze opdracht is het maken van een analyse en een plan van aanpak. Concreet betekent dit dat je een draaiboek moet maken voor de reeks activiteiten en een reflectieverslag waarin je aantoont hoe je gewerkt hebt aan je eigen professionaliteit. Het draaiboek en de reflectie worden door de docent beoordeeld. Indien mogelijk voer je de (reeks) activiteiten voor de gekozen jeugdige(n) uit in een groepje Bijdragen aan kwaliteit en beleid rond je werk als pedagoog, blok 1 en 2 In deze beroepstaak gaat het erom, om in samenwerking met collega s, bij te dragen aan kwaliteitsverbetering van de dienstverlening en invloed uit te oefenen op beleidsontwikkeling. Op niveau 2 leer je wat de recente veranderingen zijn in de wet- en regelgeving en welke invloed dit heeft op het sociale domein, en op het denken en handelen van de sociale professional. De beroepsopdracht luidt: Interne en externe analyse Je maakt individueel een interne en externe analyse van je praktijkorganisatie. Deze analyse zet je af tegen de ontwikkelingen in wet- en regelgeving, zoals passend onderwijs en transitie Jeugdzorg. Je stelt vast of dit voor jouw organisatie een kans is of juist een bedreiging. brochures\

15 Om de conclusie van sterk, zwak, kans en bedreiging te kunnen trekken moet je af en toe een interview doen bij iemand van je stageplek, je moet soms documenten/beleidsstukken inzien en daar waar kan ga je bij een (team of werk)overleg erbij zitten. Je beargumenteert tot één aanbeveling voor verandering en motiveert wie in de organisatie nodig is voor de verandering (draagvlak), daarmee rekening houdend met het primair proces. Daarna ga je in een team (van 3-4 studenten) nieuw (fictief) aanbod ontwikkelen en dit voor een praktijkorganisatie in de markt zetten. Dit doe je op basis van een klantfrictie, wetende wat de ontwikkelingen zijn die op de organisatie afkomen en rekening houdend met de sterke en zwakke kanten van de organisatie. Dat betekent dat je daar geen stageplek meer voor nodig hebt, voor interviews of andere afspraken. Je werkt op een creatieve en ondernemende manier dat nieuwe aanbod uit (hierin word je op school begeleid) met je groepje, en dat rond je af met een presentatie in de klas. Praktijkopdracht Voorbereiding ontwikkeling nieuw aanbod d.m.v. interne en externe analyse praktijkorganisatie De ontwikkeling van nieuw aanbod is niet bestemd voor je eigen praktijkorganisatie. Ter voorbereiding voer je de volgende praktijkopdrachten uit binnen je eigen organisatie: - Verzamel de belangrijkste beleidsdocumenten van je praktijkorganisatie. - Zoek uit welke (jeugd)wetten van toepassing zijn op jouw praktijkorganisatie. Ga na welke consequenties de recente veranderingen in deze wetgeving hebben voor jouw praktijkorganisatie en voor de competenties die je als Hbo-pedagoog nodig hebt. - Verzamel feedback van cliënten op het functioneren van jouw praktijkorganisatie (IWF-model). - Welke sterke en zwakke items spelen een rol binnen de organisatie (7S-model van McKinsey)? - Maak een externe omgevingsanalyse van de praktijkorganisatie (DESTEP) - Stel een SWOT op m.b.v. de verzamelde informatie Opvoeders begeleiden en ondersteunen, blok 3 en 4 Deze beroepstaak betreft het begeleiden of ondersteunen van opvoeders met het doel het opvoedingsproces te optimaliseren. Op niveau 2 komen complexe opvoedvragen aan bod. Je voert bij de beroepstaak opvoeders ondersteunen en begeleiden 2 beroepsopdrachten uit. Eén van de beroepsopdrachten voer je daadwerkelijk uit in de praktijk. De andere beroepsopdracht voer je uit in een gesimuleerde opvoedsituatie. Het gezinsplan, blok 3 Bij de eerste opdracht behorende bij de beroepstaak opvoeders ondersteunen en begeleiden moet je op zoek gaan naar kinderen met bijzonder gedrag. Hiermee bedoelen we gedrag, die de ontwikkeling van het kind kan belemmeren en waarbij ouders mogelijk vragen hebben over hoe om te gaan met bepaald gedrag. Je start punt is dus een specifieke hulpvraag van de ouders. brochures\

16 Je moet zelf actief op zoek gaan naar een hulpvraag van een ouder. Daarbij is het belangrijk dat je daadwerkelijk met die ouder(s) driemaal in gesprek gaat. Tijdens de contactmomenten wordt het volgende gevraagd: 1 e contactmoment: verkenning van de hulpvraag (±45 minuten) 2 e contactmoment: sociaal netwerk in kaart brengen en een ander hulpmiddel (±1 tot 1,5 uur afhankelijk van het gekozen hulpmiddel van de student) 3 e contactmoment: gezinsplanbespreking (±45 minuten) Je schrijft op basis van deze contactmomenten een gezinsplan (oriëntatie, gezinsanalyse en werkplan). Je doet dit vanuit een vraaggerichte en gezinsgerichte benadering. Je volgt hierin de cyclus van methodisch handelen. Het gezinsplan bestaat uit een oriëntatie, gezinsanalyse en een werkplan. Hierbij maak je in je oriëntatie en analyse gebruik van 2 hulpmiddelen, die je daadwerkelijk inzet. Je komt tot een verantwoorde conclusie vanuit de gezinsanalyse, waarin opvoeders zich herkennen. Vervolgens formuleer je samen met opvoeder(s) doelen en kom je tot een verantwoord werkplan. Hierin vragen we van de praktijkbegeleider minimaal de volgende ondersteuning: Aanwezig zijn bij het eerste contactmoment met de ouder. Bespreking en feedback geven op de conclusie vanuit de gezinsanalyse Het gezinsplan neem je op in een verslag waarin je naast het gezinsplan ook een verantwoording en terugblik opneemt. Wanneer bovenstaande richtlijnen, na aantoonbare inspanning, niet haalbaar zijn met ouders op de praktijkplek, dan mag je (in overleg met de docent) gebruik maken van een ander professioneel netwerk of persoonlijk netwerk. De desbetreffende docent kan je informeren over de alternatieven die er zijn. Praktijkopdracht Het gezinsplan N.B. Het is belangrijk om al vóór blok 3 met de voorbereidingen te beginnen, zodat je tijdig kunt starten met de opdracht. Je voert deze binnen je eigen praktijkorganisatie uit. De fasen zijn (samengevat): Voorbereiding: - Ga binnen je praktijkplek op zoek naar een jeugdige met probleemgedrag en waarvan je vermoedt dat de opvoeder(s) behoefte hebben aan opvoedingsondersteuning. Bespreek dit met je praktijkbegeleider. - Bespreek met je praktijkbegeleider hoe je in gesprek wilt gaan met de ouders (vanuit een vraaggerichte en gezinsgerichte benadering). Uitvoering - Plan 3 gesprekken met de opvoeder(s), eventueel meer als ouders daaraan behoefte hebben. - Je brengt in het 1 e gesprek, in aanwezigheid van je praktijkbegeleider, in kaart hoe de gezinssituatie is, wat de beleving van de opvoeder(s) is, wat ze graag anders zouden willen en wie hen hierbij kan helpen. - Je brengt in het 2 e gesprek met de opvoeder(s) het netwerk in kaart en zet een zelfgekozen hulpmiddel in. brochures\

17 - Je ordent de verzamelde informatie en laat zien hoe opvoed- en ontwikkelingsprobleem elkaar beïnvloeden door het in kaart brengen van de beschermende en risicofactoren op kind-, gezins- en omgevingsniveau. Je komt vanuit je gezinsanalyse tot een conclusie en verwoordt wat er volgens jou aan de hand is, onderbouwd met theorie. Je bespreekt deze conclusie met je praktijkbegeleider en verwerkt feedback. - Je bespreekt in een 3 e gesprek met de opvoeder(s), de gewenste situatie en conclusie vanuit de gezinsanalyse. Je komt vervolgens samen met de ouders tot een werkplan. Tijdens het gesprek wordt inzichtelijk of opvoeder(s) behoefte hebben aan verdere ondersteuning en de vorm hiervan. Je maakt hierover afspraken met de ouders en legt deze vast in het werkplan. - Aan het eind van dit gesprek vraag je ouders de Jeugdhulp Alliantieschaal (JAS) in te vullen, waardoor een beeld ontstaat van hoe ze de samenwerkingsrelatie met jou hebben ervaren. Je vult deze ook zelf in, zodat je ze kunt vergelijken. Regievoering (blok 4) Bij de tweede opdracht van deze specifieke beroepstaak werk je vanuit een aangereikte casus, op methodische wijze, toe naar de uitvoering van een afstemmingsoverleg. Het afstemmingoverleg vindt plaats in een gesimuleerde situatie. Tijdens dit afstemmingsoverleg laat je zien dat je in staat bent om te komen tot een integrale aanpak met betrekking tot de opvoedsituatie van dit gezin. Dit doe je in de rol van regievoerder, samen met de opvoeder(s) en andere betrokkenen. In het overleg staat de opvoeder en zijn behoeften en hulpvraag centraal. Je laat daarbij zien dat je adequaat contact kunt maken met de opvoeder en kunt samenwerken met de betrokkenen uit het netwerk en de aanwezige professionals. Je toont dat je je in de samenwerking tot alle betrokkenen meerzijdig partijdig kunt verhouden en dat je kunt leidinggeven. Het afstemmingoverleg vindt plaats in een gesimuleerde situatie. In de praktijk hoef je alleen vragen te stellen om zicht te krijgen op de definitie van regievoering en hoe het voor komt op stage. Daarbij ga je uitzoeken welke overlegvormen er op stage voorkomen e.d. Er zijn geen opdrachten gemaakt die rechtstreeks met cliënten uitgevoerd moeten worden. Alles is gericht op de gesimuleerde beroepsopdracht en de voorbereiding daarvan Onderzoeken en innoveren, blok 3 en 4 Deze beroepstaak betreft het d.m.v. onderzoek een bijdrage leveren aan innovatieve ontwikkelingen in het beroep en de beroepsuitoefening. Op niveau 2 staat het uitvoeren van kwalitatief onderzoek centraal. De beroepsopdracht luidt: Advies aan de praktijkorganisatie over de wijze waarop ze hun aanbod kunnen verbeteren of vergroten Je gaat bij, en samen met, de doelgroep en ook bij medewerkers van je stageorganisatie participerend onderzoek doen naar het aanbod van de praktijkplek. brochures\

18 Onderzoeksmethoden die je m.n. inzet zijn (groeps)interviews met jeugdigen, documentenonderzoek, interviews met professionals en observaties. Daarnaast doe je literatuuronderzoek. Je sluit in je onderzoek nauw aan bij de behoefte en mogelijkheden van je praktijkplek, waarbij je (vroegtijdig) aansluiting zoekt met bijvoorbeeld kwaliteitszorg. Op basis van de resultaten van het onderzoek formuleer je een advies aan de organisatie over het verbeteren of vergroten van een (specifiek) aanbod voor de doelgroep. Dit advies doe je in de vorm van een presentatie aan je praktijkorganisatie. Bij deze opdracht is belangrijk dat je samenwerkt met collega s binnen je praktijkorganisatie. De docent van de opleiding beoordeelt het onderzoeksverslag dat je maakt. Praktijkopdracht Participerend onderzoek bij doelgroep en advies aan organisatie over verbetering aanbod Je voert deze opdracht binnen je eigen praktijkorganisatie uit. De fasen zijn (samengevat): Oriëntatiefase: - Verzamel informatie over de missie en visie van je praktijkorganisatie, de doelgroepen en het aanbod voor jeugdigen, met name dat wat gericht is op een actueel pedagogisch thema - Creëer binnen de organisatie draagvlak voor je onderzoek en selecteer in overleg met je opdrachtbegeleider een aantal jeugdigen. Vraag zo nodig toestemming aan ouders en jeugdigen. Vraag deze jeugdigen wat hun mening en wensen zijn t.a.v. het aanbod Onderzoeksfase: - Selecteer een aantal jeugdigen waarmee je een participerende observatie gaat uitvoeren. Vraag toestemming aan betrokkenen. - Voer een participerende observatie uit tijdens een activiteit binnen het aanbod - Interview je opdrachtbegeleider over het aanbod Presentatie aan praktijkorganisatie: - Beschrijf je bevindingen en je advies op basis van je onderzoek - Presenteer dit aan je praktijkorganisatie en vraag een adviesbeoordeling aan je begeleider Werken aan eigen professionaliteit (WEP), blok 1 tot en met 4 Deze beroepstaak betreft het blijvend ontwikkelen van de eigen professionaliteit door reflectie op eigen beroepsmatig denken en handelen en de verdere vorming daarvan, en door actief te zoeken naar nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden en inzichten (van buitenaf) en deze uit te voeren en toe te passen. Binnen deze beroepstaak werk je bij uitstek aan de integratie van je binnen- en buitenschools leren. De begeleiding en beoordeling van het praktijkleren zijn een onderdeel van deze beroepstaak. De belangrijkste beroepsopdracht in relatie tot het praktijkleren is: Persoonlijk Ontwikkelingsplan Hierin beschrijf je je professionele ontwikkeling in binnen- en buitenschools leren. De richtlijnen staan in hoofdstuk 3 van deze handleiding. brochures\

19 Flexibel inzetbare uren praktijkleren niveau 2 We willen dat je als student naast de inzet van praktijkuren (320 uren op jaarbasis) 80 uren flexibel gaat inzetten om je ervaring in het werkveld te verbreden of te verdiepen. Onder verbreden verstaan we dat je in een andere werkplek dan de stageplek ervaring gaat opdoen en zodoende de competenties en kernkwaliteiten van een pedagoog in een andere context inzet. Kies je ervoor om je werkzaamheden binnen je eigen praktijkplek op niveau 2 uit te breiden, dan hebben we het over een verdieping van de competenties en kernkwaliteiten die je binnen deze context inzet. Het gaat er bij deze flexibel inzetbare uren om dat je je competenties en kernkwaliteiten ten behoeve van het beroep van een pedagoog verder ontwikkelt en dat je leert je in de markt te profileren. De 80 flexibel inzetbare uren zijn dan ook een onderdeel van het deeltentamen Functioneren in school en in de praktijk niveau 2. Je kiest voor een organisatie of project waarin je pedagogische werkzaamheden kunt verrichten die je helpen om je competenties en kernkwaliteiten verder te ontwikkelen. Je hebt vooraf verantwoord aan je WEP-docent waar en hoe je invulling geeft aan de 80 flexibele uren. Je koppelt hier vooraf doelen aan. Achteraf bepaal je of doelen gehaald zijn. Pedagogische werkzaamheden De pedagogische werkzaamheden richten zich op minimaal één van onderstaande opvoedmilieus: het primaire opvoedmilieu: ouders of directe verzorgers het secundaire opvoedmilieu: opvang, educatie of onderwijs het tertiaire opvoedmilieu: georganiseerde vrije tijd Organisatie Een instelling die zich direct of indirect op het belang van de opvoeding of ontwikkeling van de jeugdige richt. Project Hieronder vallen alle directe en indirecte pedagogische activiteiten op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, met als doelstelling de opvoeding of ontwikkeling van de jeugdige verder te bevorderen. Het project is afgebakend, heeft een opdrachtgever en een aanvangs- en vermoedelijke einddatum. Je toetst de geschiktheid van een organisatie of project aan de hand van de mogelijkheid om je competenties en kernkwaliteiten hierbinnen verder te kunnen ontwikkelen. Zie hiervoor het stroomdiagram 80 FLEX-uren (Scholar Praktijk). Je mag de 80 uren verdelen over meerdere pedagogische organisaties. Ook kun je ervoor kiezen om de 80 uren geheel in te zetten binnen één pedagogische organisatie. Je moet echter te veel versnippering voorkomen. Het ontwikkelen van de competenties en kernkwaliteiten ten behoeve van het beroep is immers een proces. brochures\

20 In het geval dat je in een projectgroep terecht komt, of in een ander teamverband je 80 uur uitvoert, dan is dit toegestaan. Aandachtspunt hierbij is dat je je eigen leerproces bewaakt en verantwoordt. Bij elke organisatie waarin praktijkuren zijn ingezet laat je de contactpersoon binnen die organisatie een verklaring tekenen waarin de uitgevoerde taken en uren duidelijk staan beschreven. Daarnaast heb je deze contactpersoon om feedback gevraagd op de door jou zelf opgestelde doelen. Je voegt deze verklaring en de feedback toe aan je POP. De inzet van de uren horen bij het deeltentamen Functioneren in school en in de praktijk niveau 2 en dienen dan ook afgetekend te worden in de eerste of tweede kans van dit deeltentamen. De opleiding verstrekt je een aanbevelingsbrief en een verklaringsformulier (via Scholar). Als je twijfelt of je de uren binnen een organisatie of project kunt inzetten, neem je contact op met je WEP-docent of het Praktijkbureau. Actueel aanbod vanuit organisaties wordt op de Scholarpagina van het Praktijkbureau geplaatst. Voorbeelden van werkzaamheden die voldoen aan de eisen voor de inzet van de 80 uren: 1. Meedoen aan activiteiten van een relevant lectoraat van de HAN, bijvoorbeeld in het kader van een onderzoek jongeren in de wijk Lindenholt interviewen. 2. Meedoen aan activiteiten van het BOOT-project van de HAN (als onderdeel van het Civil Society Lab), bijvoorbeeld opstarten van huiswerkbegeleiding in de wijk Hatert. 3. Vrijwilligerswerk uitvoeren voor een erkende (eventueel buitenlandse) vrijwilligersorganisatie, bijvoorbeeld een kind met autisme begeleiden. 4. Een pedagogisch project uitvoeren voor een organisatie, bijvoorbeeld een ouderavond over een bepaald thema mee organiseren. 5. Meedoen aan vakantiekampen waarin je medeverantwoordelijk bent voor de organisatie en begeleiding van jeugdigen. 6. Meedraaien in een logeerhuis voor kinderen met een beperking of stoornis. 7. Bij de kindertelefoon als vrijwilliger werken. 8. Een pedagogisch beleidsplan schrijven voor bijvoorbeeld een scoutingorganisatie. 9. Een kind/ouder/gezin begeleiden op PGB-basis. 10. In opdracht van een organisatie een relevant onderzoek verrichten en hierover rapporteren. 11. Mentorschap invullen voor jongerejaars. 12. Een bijbaan binnen een pedagogische context hebben. brochures\

21 3 Fasering praktijkleren en evaluatie en reflectie in je POP Een kenmerk van praktijkleren in een Hbo-opleiding is, dat je niet alleen werkzaamheden in de praktijk uitvoert, maar dat je ook evalueert hoe je je werk uitvoert en dat je reflecteert hoe je je professioneel ontwikkelt door middel van dit werk. Je werkt daarom bij de beroepstaak Werken aan eigen professionaliteit (WEP) aan een Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP). Dit is een persoonlijk groeidocument, dat je in de loop van de studie steeds bijstelt; je blijft je immers voortdurend ontwikkelen. Het helpt je om gestructureerd en resultaatgericht aan je professionele ontwikkeling te werken en om begeleiding en beoordeling mogelijk te maken. Het gaat hier om een integratie van je professionele ontwikkeling binnen en buiten de opleiding. Je POP is gekoppeld aan de fasen in het studiejaar, namelijk fase 1 (blok 1), oriëntatieperiode, fase 2 (blok 2), tot middenevaluatie en fase 3 (blok 3 en 4), verdieping en afronding. 3.1 Toelichting Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) In jaar 2 bestaat het POP uit drie delen, waarbij ieder deel een terugblik en een vooruitblik bevat. De terugblik is een reflectie op je ontwikkeling en het gebruik maken van leerbronnen. In de vooruitblik stel je op basis hiervan leerdoelen op voor de komende tijd, voorzien van een actieplan. Je verzamelt input voor je POP in een logboek, waarin je tijdens de hele opleiding je leerervaringen binnen en buiten de opleiding beschrijft. Bij het POP maak je gebruik van het volgende model (Westeinde, 2011). slb-tools beroepsidentiteit socialisatie studieresultaten en feedback praktijkleren persoonlijke identiteit (verantwoording van) eigen competenties eigen ontwikkeling eigen leerdoelen beroeps houding visie beeld werkveld: functies + beroepstaken Hbo - pedagoog theorie vaardigheden De buitenste cirkels zijn de leerbronnen waaruit je kunt putten, zoals je socialisatie, het onderwijs, theorie, werkveldoriëntatie en uiteraard het praktijkleren. In de loop van de studie wordt de praktijkcomponent groter. De binnenste cirkels betreffen je eigen ontwikkeling: als persoon en als toekomstige beroepskracht. De pijltjes geven de verbindingen aan tussen de leerbronnen en de inzichten die er ontstaan. In het POP gaat het om die verbindingen: niet alleen om de theoretische bron, de vaardigheid, je eigen voorgeschiedenis, zelfonderzoek of ontvangen feedback, maar vooral om de betekenis daarvan voor je professionele ontwikkeling. brochures\

22 Bij de beoordeling van het POP (door je WEP-docent) gelden de volgende voorwaarden: Het POP voldoet aan onderstaande richtlijnen De maximum omvang per deel is 10 A4 Het POP is authentiek en actueel Verwijzingen zijn volgens de APA-normen Taal: maximaal 5 taalfouten per pagina. 3.2 Fase 1 (blok 1), oriëntatieperiode: POP 1 Bij WEP ligt het accent op de verdieping van je beroepsidentiteit en een doorgaand leerproces. Je onderzoekt de invloed die anderen op de vorming van je beroepsidentiteit hebben. In de praktijk staan je oriëntatie op de organisatie en kennismaking met collega s en doelgroep centraal. Je leest documentatiemateriaal en gaat in gesprek over eigen leermogelijkheden. Je maakt een plan voor de 80 flexibel inzetbare uren. Maak POP 1 aan de hand van onderstaande richtlijnen. Bespreek het met je praktijkbegeleider en vraag deze om vooraf adviesbeoordelingsformulier praktijk, fase 1 in te vullen. Stel op basis van diens feedback je POP zo nodig bij en lever het samen met de adviesbeoordeling in bij je WEP-docent. Deze neemt contact op met je praktijkbegeleider. Richtlijnen POP 1, niv. 2. Oriëntatieperiode (zie WEP-handleiding voor inleverdatum) Borduur voort op je laatste POP van jaar 1 en beschrijf hoe je je leerproces gaat voortzetten. Verwerk de resultaten van je oriëntatie en trek conclusies. Wat ga je doen en wat wil je leren? 1 Inleiding met praktische punten praktijkplek - Naam, adres, telefoonnummer, adres van jezelf, de praktijkorganisatie (contactpersoon en praktijkbegeleider) en de opleiding (praktijkbureau en WEP-docent) - Praktijkperiode, werktijden, vakanties, planning uren en verantwoording van het aantal tot nu toe gerealiseerde uren praktijkwerk. - Afspraken over begeleiding, deelname overleg, inzage documentatie, afnemen interviews - Korte beschrijving organisatie: doelgroep, doelstelling en werkwijze, in het bijzonder van jouw afdeling (Janssen, 2015) - N.B. Welk plan heb je voor de 80 flexibel inzetbare praktijkuren? Ga je deze binnen of buiten je reguliere praktijkplek uitvoeren? Wat zijn je overwegingen en keuzes daarbij? Waar, wanneer en hoe ga je dit doen of heb je dit al (gedeeltelijk) gedaan? 2 Terugblik op fase 1 en oriëntatie op eigen leermogelijkheden - Welke leer- en oefenmogelijkheden zijn er voor jou, als 2 e jaars stagiair bij deze praktijkplek? Waarom wil jij hier graag stage lopen? Wat heeft dit te maken met jouw motivatie voor de opleiding? Welke mogelijkheden zie je voor een Hbo-pedagoog in deze organisatie? Welke taken voert deze uit en welke schriftelijke producten levert deze zoal? - Hoe kijk je terug op de afgelopen periode? Hoe heb je gebruik gemaakt van de leerbronnen binnen de opleiding en hoe is de start in praktijk verlopen? Welke feedback kreeg je? brochures\

23 3 Vooruitblik op fase 2, afspraken over activiteiten en leerdoelen - Welke taken ga je in praktijk uitvoeren en welke afspraken heb je gemaakt over de praktijkopdrachten vanuit de opleiding (zie hoofdstuk 3)? Wat ga je naast je praktijkleren doen om aan je professionele ontwikkeling te werken? - Formuleer bij ieder segment (bij de competenties) 1 of 2 persoonlijke leerdoelen. Koppel je leerdoelen aan je leerpunten vanuit jaar 1, je motivatie voor deze praktijkplek, de doelen voor praktijk niveau 2, je werkzaamheden en de kernkwaliteiten voor de Hbo-pedagoog. Formuleer ze SMART (Richtvragen: Wat wil je bereiken? Waarom is dit belangrijk voor de ontwikkeling van je beroepsidentiteit? Waaraan valt te zien dat je het resultaat bereikt hebt? Wat heb je daarvoor nodig?). Voorzie ieder leerdoel van een actie-, stappenplan: Hoe ga je het aanpakken, met wie, wanneer, waar (in praktijk, opleiding, privé)? - Formuleer één of meer leerdoelen voor de 80 flexibel inzetbare uren, voorzien van een actieplan. Koppel deze leerdoelen aan de competenties en/of kernkwaliteiten. 3.3 Fase 2 (blok 2), tot middenevaluatie: POP 2 Bij WEP breng je je beroepsidentiteit in verbinding met je keuze voor een stage op niveau 3. Er zijn veel werkveld verkennende activiteiten ingebouwd. In de praktijk leer je meedraaien in de organisatie, voer je praktijkopdrachten uit, leert werken met de doelgroep, woont overlegsituaties bij, gaat in gesprek met collega s en verdiept je in de organisatie. Maak POP 2 met onderstaande richtlijnen. Volg dezelfde procedure als bij POP 1. De adviesbeoordeling betreft nu fase 2. Er is opnieuw contact tussen WEP-docent en praktijkbegeleider. Richtlijnen POP 2, niv. 2. Middenevaluatie (zie WEP-handleiding voor inleverdatum) De stand van zaken: beschrijf je leerproces in fase 2 en vergelijk dit met je vooruitblik in POP 1. 1 Inleiding - Start met de informatie die nodig is om je verslag te kunnen lezen. Denk aan: een verwijzing naar POP 1 of een samenvatting van de belangrijkste punten. - Verantwoord het aantal gerealiseerde uren praktijkwerk tot nu toe. N.B. Maak onderscheid tussen je reguliere stage en de 80 flexibel inzetbare uren. 2 Terugblik (Maak gebruik van je logboek) - Welke ervaringen heb je na fase 1 opgedaan binnen de opleiding? Hoe heb je gebruik gemaakt van de diverse leerbronnen? Welke feedback kreeg je? - Evalueer de uitvoering van je praktijkwerk, zowel binnen je reguliere stage als bij je 80 flexibel ingezette uren praktijkwerk. Hoe heb je aan de beroepstaken gewerkt? Welke achtergrondinformatie en theorie pas je zoal toe? - Reflecteer op je leerdoelen, en dus op je ontwikkeling op de competenties en kernkwaliteiten ook hier zowel bij je reguliere stage als bij je 80 flexibel ingezette uren praktijkwerk (Richtvragen: Welke ervaring had je? brochures\

24 Hoe heb je gebruik gemaakt van feedback? Van welke leerbronnen maak je te weinig gebruik? Waar komt je handelen vandaan?) 3 Vooruitblik - Wat zijn je plannen voor de tweede helft van het jaar (in praktijk, opleiding, privé)? Denk aan verbeterpunten en het aangrijpen van nog onbenutte kansen. - Herformuleer waar nodig je leerdoelen van POP 1 en voeg nieuwe leerdoelen toe (zodat je bij voorkeur voor iedere competentie 1 leerdoel hebt, of andersom: iedere competentie gekoppeld hebt aan een leerdoel). Voorzie ieder leerdoel van een actie-, stappenplan. Het kan zijn dat bij een leerdoel meerdere competenties centraal staan. 3.4 Fase 3 (blok 3 en 4), verdieping en afronding: POP 3 In de praktijk is er een verdieping en beginnende visievorming. Je krijgt meer zicht op eigen mogelijkheden, neemt meer initiatief, werkt zelfstandiger, leert inbreng te hebben in overlegsituaties. Maak POP 3 met onderstaande richtlijnen. Volg dezelfde procedure als bij POP 1 en 2. De adviesbeoordeling betreft nu fase 3. Ook nu is er desgewenst contact tussen WEP-docent en praktijkbegeleider. Richtlijnen POP 3, niv. 2. Eindverslag (zie WEP-handleiding voor inleverdatum) Evalueer en reflecteer op fase 3 en blik vooruit op je professionele ontwikkeling in het praktijkjaar. 1 Inleiding - Start met de informatie die nodig is om je verslag te kunnen lezen, ook los van POP 1 en 2. Denk aan: een verwijzing of samenvatting van de belangrijkste punten. - Verantwoord het aantal uren praktijkwerk. N.B. Maak onderscheid tussen je reguliere stage en de 80 flexibel inzetbare uren. Voeg verklaring 80 flex-uren toe. 2 Terugblik (maak gebruik van je logboek) - Welke ervaringen heb je na de middenevaluatie opgedaan binnen de opleiding? Hoe heb je gebruik gemaakt van de diverse leerbronnen? Welke feedback kreeg je? - Evalueer de uitvoering van je praktijkwerk, zowel binnen je reguliere stage als bij je 80 flexibel ingezette uren praktijkwerk. Hoe heb je aan de beroepstaken gewerkt? Welke achtergrondinformatie en theorie pas je zoal toe? Hoe heb jij concreet meegewerkt aan de doelstelling en werkwijze van de organisatie? Wat is jouw visie hierop? - Reflecteer op je leerdoelen, en dus op je ontwikkeling op de competenties en kernkwaliteiten, zowel bij je reguliere stage als bij je 80 flexibel ingezette uren. Reflecteer ook op je ontwikkeling bij de competenties en kernkwaliteiten waarvoor je nog geen leerdoelen had geformuleerd. Heb je bereikt wat je voor ogen had met je praktijkleren? Maak de balans op over waar je staat in je ontwikkeling als toekomstig Pedagoog. 3 Afronding niveau 2 en vooruitblik niveau 3 - Ter aanvulling op je reflectie op je leerdoelen: Welke leerpunten neem je mee voor jaar 3? Weet je al waar je je praktijkleren gaat uitvoeren? Formuleer voor alle drie segmenten ten minste één leerwens, gekoppeld aan de betreffende competentie(s). Formuleer ook een leerwens met betrekking tot de kernkwaliteiten. brochures\

25 4 Begeleiding en beoordeling Wij vragen de praktijkorganisatie een praktijkbegeleider aan te wijzen. Bij de opleiding is de WEPdocent het eerste aanspreekpunt. Deze begeleiders onderhouden (per of telefonisch) contact met elkaar om de begeleiding en beoordeling van jouw praktijkleren op elkaar af te stemmen. 4.1 Begeleiding Begeleiding binnen de praktijkorganisatie Je praktijkbegeleider heeft de volgende verantwoordelijkheden: Zorgt voor het afsluiten van het stagecontract met jou en de opleiding Is aanspreekpunt voor jou, maakt je wegwijs in de organisatie en maakt afspraken met jou over je werk, inclusief de uitvoering van praktijkopdrachten Ondersteunt je bij je werk en geeft je feedback op je functioneren en op je POP. Voert evaluatiegesprekken met jou en vult adviesbeoordelingsformulieren in Onderhoudt contact met je WEP-docent (telefonisch en/of per ) Begeleiding binnen de opleiding De docent bij de beroepstaak Werken aan eigen professionaliteit (WEP-docent): Geeft begeleiding en feedback op je POP en beoordeelt je POP Geeft groepsgewijze begeleiding bij het werken aan je professionele ontwikkeling, waaronder het praktijkleren en de brede werkveldoriëntatie Onderhoudt contact met je praktijkbegeleider Is eindverantwoordelijk voor de beoordeling van het praktijkleren. 4.2 Beoordeling Het praktijkleren vormt een onderdeel van het deeltentamen Functioneren in school en in de praktijk bij de beroepstaak Werken aan eigen professionaliteit (WEP). Je wordt beoordeeld op competenties 1, 2, 3, 5, 7 en 9 en de kernkwaliteiten. De kritieke competenties zijn 1, 5 en 9. Je WEP-docent is namens de opleiding eindverantwoordelijk voor de beoordeling. De vereisten voor een voldoende beoordeling zijn: Je functioneren in opleiding en praktijk is voldoende en je bent stagewaardig voor het praktijkjaar niveau 3 (ontwikkeling competenties en kernkwaliteiten van de Hbo-pedagoog). Je evaluatie en reflectie op je leerproces (POP 3 en gesprek met WEP-docent) is voldoende. Je hebt de 80 flexibel inzetbare uren aantoonbaar en met positieve feedback uitgevoerd. Je hebt in totaal minimaal 400 uur in de praktijk gerealiseerd. brochures\

26 4.2.1 Afstemming WEP-docent en praktijkbegeleider De praktijkbegeleider vult het adviesbeoordelingsformulier praktijk niveau 2 voor de praktijkbegeleider in en geeft daarmee een advies aan de opleiding over de beoordeling van je functioneren in praktijk. Het formulier bestaat uit drie delen, één per fase. Je WEP-docent beoordeelt of aan alle vereisten voldaan is. Hij baseert zich daarbij o.a. op zijn eigen beoordeling van je POP, het door je praktijkbegeleider ingevulde adviesbeoordelingsformulier praktijk en zijn contacten met je praktijkbegeleider. Hij vult vervolgens het beoordelingsformulier Functioneren in school en in de praktijk niveau 2 in, geeft een cijfer en zorgt voor registratie van het resultaat Toelating tot jaar 3, inclusief stage niveau 3 De toelatingsvoorwaarden voor niveau 3 zijn: propedeuse en 45 studiepunten van niveau 2, w.o. de stage niveau 2 (onder voorbehoud van eventuele wijzigingen ). Ook als je de propedeuse en voldoende studiepunten van niveau 2 behaald hebt, maar je stage niveau 2 nog niet, mag je nog niet starten met het onderwijs op niveau 3. De reden is dat jaar 3 een praktijkjaar is, waarbij al het onderwijs in het teken staat van het praktijkleren. De startdata voor het praktijkjaar begin semester 1 en 2. In de volgende situaties mag je nog niet starten met het praktijkjaar en moet je wachten tot de eerstvolgende startdatum. Je stage niveau 2 is onvoldoende en je voldoet niet aan de overige toelatingsvoorwaarden Je volgt dan opnieuw het onderwijs (of je neemt alleen aan de inhaaltoetsen deel) in de nog niet met een voldoende afgesloten beroepstaken en je loopt opnieuw stage op niveau 2. Dit mag eventueel in versneld tempo, d.w.z. in meer dan één dag per week. Je stage niveau 2 is onvoldoende, maar je voldoet aan de overige toelatingsvoorwaarden Je moet dan eerst je stage op niveau 2 herkansen. Dit mag in versneld tempo, d.w.z. in meer dan één dag per week. Je stage niveau 2 is voldoende, maar je voldoet niet aan de overige toelatingsvoorwaarden Je volgt opnieuw het onderwijs (of je neemt alleen aan de inhaaltoetsen deel) in de nog niet met een voldoende afgesloten beroepstaken op niveau 2. Eventueel praktijkwerk i.v.m. nog uit te voeren praktijkopdrachten geldt niet als stage en wordt niet opnieuw beoordeeld. brochures\

27 5 Organisatie van het praktijkleren Hieronder gaan we in op de belangrijkste organisatorische punten en regelingen. Een aantal ervan zijn hiervoor al kort aangestipt. 5.1 Het praktijkbureau Eerste aanspreekpunt voor organisatorische punten rond praktijkleren is het praktijkbureau. Het praktijkbureau Pedagogiek werft stageplaatsen, beheert een database met informatie over het werkveld, geeft voorlichting, verzorgt schriftelijk materiaal, sluit contracten af en onderhoudt relaties met praktijkorganisaties. Het is gevestigd in D6.19 en is dagelijks geopend van 9.00 tot uur, s middags op afspraak. Het is bereikbaar op telefoon / 123, praktijkbureau.pedagogiek@han.nl. Op de Praktijkbureaupagina op Scholar vind je algemene informatie, actueel aanbod, de toegang tot de database en inleverpagina s. 5.2 Schriftelijk materiaal vanuit praktijkbureau Naast de handleiding praktijk zijn de volgende documenten voor jou van belang Documenten reguliere stage niveau 2 Meldingsformulier Als je een praktijkplek gevonden hebt die niet in de database staat, vul je een meldingsformulier in, laat dit ondertekenen door de contactpersoon van de praktijkorganisatie en levert het digitaal in bij het Praktijkbureau (Scholar). Het praktijkbureau controleert vervolgens of de organisatie aan de criteria van de opleiding voldoet en verleent afhankelijk hiervan toestemming voor je stage. Stagecontract Je krijgt bij de start een stagecontract. Dit is een overeenkomst is tussen de opleiding, de praktijkorganisatie en jou. Je laat het ondertekenen door de contactpersoon van je praktijkorganisatie, vaak iemand anders dan je praktijkbegeleider. Vanuit de opleiding wordt het ondertekend door de coördinator praktijk of het praktijkbureau (dus niet door je WEP-docent). Je levert het binnen zes weken na de start digitaal in bij het Praktijkbureau (Scholar), anders tellen vanaf dat moment je stageuren niet mee. Houd er rekening mee dat er zonder contract nog geen sprake is van een stage maar van vrijwilligerswerk. Je moet dan de uren inhalen. brochures\

28 In het contract wordt vastgelegd wanneer en onder welke voorwaarden je stage zal zijn. Een belangrijk punt is bijvoorbeeld een regeling rond Wettelijke Aansprakelijkheid. Verder wordt in het contract verwezen naar de handleiding praktijk en je POP. Je geeft alle wijzigingen van gegevens in het contract, als aanhangstel van dit contract, schriftelijk door aan het praktijkbureau, ondertekend door alle partijen. Het kan uitsluitend om gewichtige redenen worden verbroken. Het komt voor dat praktijkorganisaties vragen om naast het stagecontract van de HAN een eigen contract in te vullen en te ondertekenen. Meestal wordt dan ook een handtekening van de opleiding verlangd. Zo n contract komt nooit in plaats van het stagecontract van de HAN. Leg het voordat je het ondertekent altijd voor aan het praktijkbureau. Het bureau gaat na of er geen tegenstrijdigheden t.o.v. het stagecontract van de HAN in staan. Alleen dan wordt het ondertekend door de opleiding. Adviesbeoordelingsformulier praktijk voor de praktijkbegeleider Hiermee geeft je praktijkbegeleider een advies aan de opleiding over de beoordeling van je functioneren. Je vraagt zelf om invulling van het formulier en plaatst het op Scholar, samen met je POP Documenten 80 flexibel inzetbare uren praktijkwerk Informatiebrief voor praktijkorganisaties 80 flex-uren Deze is bedoeld ter ondersteuning van je sollicitaties voor de 80 flexibel inzetbare uren praktijkwerk. Stroomdiagram Als je een praktijkplek gevonden hebt, controleer je zelf aan de hand van dit formulier of hij geschikt is voor de 80 flexibel inzetbare uren. Een belangrijke voorwaarde is of je er aan de competenties en/of kernkwaliteiten kunt werken. Bij twijfel overleg je met je WEP-docent. Verklaring inzet 80 flex-uren Pedagogiek niveau 2 Na afloop vraag je de contactpersoon van de organisatie om een verklaring te ondertekenen dat je de 80 flexibele uren daadwerkelijk hebt ingezet. Verder vraag je gericht feedback op je ontwikkeling op de competenties en kernkwaliteiten waarvoor je leerdoelen bij geformuleerd hebt. 5.3 Verklaringen Verklaring omtrent het gedrag (VOG) Veel praktijkorganisaties vragen om een VOG. Je moet deze in bezit hebben voordat je stage begint. Houd er rekening mee dat de aanvraag enige tijd kan duren. Je vraagt deze aan bij de gemeente waar je ingeschreven staat. Een VOG moet je voor iedere praktijkplek opnieuw aanvragen. brochures\

29 De kosten zijn in principe voor de werkgever, in dit geval de stageverlenende organisatie. Als deze jou vraagt om de kosten zelf te betalen, dan kun je die niet declareren bij de opleiding. Toestemmingsverklaring video-opnamen In het kader van opdrachten vanuit de opleiding moet je soms video-opnamen maken, zodat je de door jouw ingezette pedagogische vaardigheden voor een ander (de docent) inzichtelijk maakt. In zo n geval moet de privacy van de kinderen en hun ouders worden gewaarborgd. Dit doe je door vooraf toestemming te vragen aan het kind, de ouders en je praktijkbegeleider en door dit schriftelijk vast te leggen. De opleiding heeft hiervoor een formulier ontwikkeld, zie Scholar. Het is mogelijk dat je praktijkorganisatie hiervoor zelf ook een protocol heeft ontwikkeld, waar je je aan dient te houden. 5.4 Contacten tussen opleiding en praktijkorganisaties Naast de contacten vanuit het praktijkbureau en tussen je WEP-docent en je praktijkbegeleider over jou zijn er ook contacten tussen de opleiding en het werkveld over het praktijkleren in het algemeen. Contactbijeenkomsten Minimaal eenmaal per jaar worden praktijkbegeleiders uitgenodigd voor een contactbijeenkomst. Doelen zijn het uitwisselen van ervaringen en wederzijdse afstemming. Zie het HAN-Jaarrooster. 5.5 Stageperiode en spreiding van uren De stageperiode is van september tot juli (septemberroute) of van februari tot half januari (februariroute). I.v.m. de koppeling van onderwijs en praktijk worden de 400 uur praktijkleren zoveel mogelijk verspreid over het studiejaar, ook in lesvrije weken. De stage is bij voorkeur één dag per week, maar tweemaal per maand twee dagen per week is ook toegestaan. Voor de ene helft van de studenten (even groepen) is de dinsdag de stagedag, voor de andere helft (oneven groepen en februariroute) is dit de donderdag. Het staat je vrij om ook op avonden, weekenden en andere momenten stage te lopen. De 80 flexibel inzetbare uren kunnen niet op de vaste dinsdag of donderdag besteed worden. In overleg met de organisatie waar je ze gaat inzetten (eventueel meerdere organisaties), bepaal je je werktijden. Je kunt ze aaneengesloten of gespreid inzetten. Zorg zelf voor een juiste registratie van uren en taken (verklaringsformulier). Vakanties en vrije dagen zijn in overleg met je praktijkbegeleider. In principe gelden de vakanties van de praktijkorganisatie, mits je rekening houdt met de 400 uur ( ) netto tijd die je stage moet lopen. In je POP verantwoord je deze uren. brochures\

30 5.6 Tijdelijke onderbreking en voortijdige beëindiging praktijkwerk Er kunnen helaas situaties ontstaan, waarin je je stage tijdelijk zou willen onderbreken, of zelfs helemaal zou willen afbreken. Het initiatief kan van jezelf uitgaan, maar ook van je praktijkbegeleider of je WEP-docent. Tijdelijke onderbreking praktijkwerk Het spreekt vanzelf dat je, als je bij ziekte of andere omstandigheden niet in staat bent om stage te lopen, hierover zelf tijdig communiceert met je praktijkbegeleider. Bij een langdurige onderbreking van je stage stel je ook je WEP-docent op de hoogte. Je maakt zelf afspraken met je praktijkbegeleider over het inhalen van gemiste stagetijd. Bij ziekte moet je alle uren inhalen. Als je hiervoor je stage moet verlengen, moet je ook je stagecontract verlengen. Neem dan contact op met het praktijkbureau. Een verlenging is altijd in overleg met je WEP-docent en de studiecoördinator. Houd er rekening mee, dat je nog niet kunt starten met het praktijkjaar, inclusief je stage op niveau 3, voordat je stage op niveau 2 met een voldoende afgerond is. Voortijdige beëindiging praktijkwerk: procedure en rapportageformulier Je volgt je stage in één praktijkorganisatie. Er zijn echter redenen denkbaar waarom je voortijdig je stage zou willen of moeten afbreken en bij een andere praktijkorganisatie zou willen vervolgen. Dit mag alleen in gewichtige omstandigheden en na zorgvuldige afweging door jou, je praktijkbegeleider en je WEP-docent. Houd er rekening mee, dat je in veel gevallen alle gewerkte uren moet inhalen en dat je binnen zes weken een nieuwe stage gevonden moet hebben. Bij een voortijdige beëindiging van je stage volg je altijd onderstaande procedure: Procedure bij voortijdige beëindiging praktijkwerk Bespreking situatie en oplossingen zoeken om beëindiging te voorkomen Ga bij problemen altijd zo snel mogelijk in gesprek met je praktijkbegeleider en met je WEP-docent. Bij voorkeur volgt er een gesprek tussen jou, je praktijkbegeleider en je WEP-docent. Als dit niet mogelijk is, zoekt je WEP-docent telefonisch contact met je praktijkbegeleider over: - De redenen van de (voorgenomen) beëindiging en oplossingen om deze te voorkomen. - Tussentijdse (schriftelijke) beoordeling en aandachtspunten voor het vervolg. - Het vervolgtraject: voortzetting stage of beëindiging en overstap naar een andere afdeling of naar een andere organisatie. - Bij beëindiging: invullen rapportageformulier voortijdige beëindiging praktijkwerk niveau 2 (Scholar) en ondertekening door WEP-docent, praktijkbegeleider en student. - Ontbinding stagecontract. - Afspraken over de toekomstige samenwerking tussen opleiding en praktijkorganisatie. - Afspraak over een door jou te schrijven reflectieverslag. brochures\

31 Rapportageformulier, meldingsformulier en documenten bij de start - Je levert het rapportageformulier in bij de studiecoördinator en het praktijkbureau. Hiermee is ook de ontbinding van het stagecontract geregeld. - Je zoekt een andere praktijkplek. Je vult een meldingsformulier in en levert dit in bij het praktijkbureau. Na controle en toestemming ontvangt je nieuwe praktijkbegeleider een handleiding praktijk, stagecontract en adviesbeoordelingsformulier. Stagecontract en POP - Bij een voldoende tussentijdse beoordeling mogen al gewerkte uren, tot maximaal 160 uur, in mindering gebracht worden op de stage-uren bij de nieuwe organisatie (alleen met toestemming van WEP-docent, studiecoördinator en nieuwe praktijkbegeleider). - Bij een onvoldoende tussentijdse beoordeling moet je alle uren opnieuw stage lopen. In overleg met de studiecoördinator kan enige compensatie verleend worden. - Je sluit een stagecontract af. Vermeld hierop de afwijkende stageperiode en het aantal uren. Lever het na ondertekening in bij het praktijkbureau. - Je past POP 1 aan en verwerkt hierin je leerpunten vanuit deze ervaring. Je levert dit in bij je nieuwe praktijkbegeleider en je WEP-docent. Je krijgt opnieuw feedback op POP 1 en je WEP-docent neemt contact op met je nieuwe praktijkbegeleider. brochures\

32 6 Het beroep van Hbo-pedagoog en de opleiding Aanvullende informatie voor de praktijkbegeleider Onderstaande beschrijving van het beroeps- en opleidingsprofiel is een samenvatting van informatie in de studiegids. De studiegids is verkrijgbaar via de student. 6.1 Het beroep van Hbo-pedagoog Als Hbo-pedagoog ben je dienstbaar aan het optimaliseren van het opvoedingsproces, zodat jeugdigen zich zo goed mogelijk kunnen ontwikkelen. De pedagoog richt zich zowel op het gezin als op andere sociale contexten. Opvoed- en ontwikkelvragen variëren van eenvoudig tot meervoudig en complex en het handelen, kan gericht zijn op preventie tot het voorkomen van erger. Je kunt zowel in een residentiële als in een ambulante setting werken, zelf medeopvoeder zijn en/of andere opvoeders begeleiden. Uitgangspunt is dat je systeemgericht werkt. Je ziet gedrag en ontwikkeling niet los van het gezin, de school, de buurt en de maatschappij. Je laat de jeugdige, de ouders en het sociale netwerk eigen krachten aanboren om de jeugdige zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving te laten opgroeien. Het herstel van opvoederschap is de inzet en het belang van de jeugdige komt op de eerste plaats. Je gaat een alliantie aan met jeugdigen en opvoeders, een professionele werkrelatie waarin sprake is van een emotionele band en overeenstemming over samenwerkingsdoel en aanpak. Je sluit aan, bent open, empatisch, vriendelijk, duidelijk en betrouwbaar. Je bent reflectief en vraagt de jeugdige en opvoeder actief om feedback. Tot slot handel je methodisch, volgens de cyclus van methodisch handelen. Je weet welke factoren bijdragen aan effectieve hulpverlening en handelt op basis van actuele kennis uit theorie en praktijk(onderzoek). 6.2 Zo kijken wij naar onderwijs De HAN kiest voor competentiegericht onderwijs, waarin de beroepspraktijk en het ontwikkelen van een beroepsidentiteit bepalend zijn voor het leerplan. Dit onderwijs heeft de volgende kenmerken: Beroepsgericht: competenties ontwikkelen door te werken aan beroepstaken Theorie en praktijk vormen de basis van de opleiding. Je werkt aan opdrachten die rechtstreeks aan de praktijk zijn ontleend en je oefent in de praktijk zelf met de beroepstaken. Zo ontwikkel je de competenties voor je beroep. De competenties, met bijbehorende beoordelingscriteria die voor het praktijkleren relevant zijn, zijn terug te vinden op het adviesbeoordelingsformulier praktijk voor de praktijkbegeleider. brochures\

33 Competentie 1: contacten leggen en in dialoog met betrokkenen oriënteren en analyseren 1. Je maakt vanuit een professionele houding actief contact. 2. Je bouwt een vertrouwensrelatie op, waarbij je evenwicht bewaart tussen afstand en nabijheid. 3. Je evalueert, gedurende het proces, met betrokkenen het contact dat jullie met elkaar hebben. 4. Je voert in dialoog met betrokkenen een oriëntatie en analyse uit die inzicht geeft in de opgroei- en opvoedsituatie. 5. Je stelt in dialoog met betrokkenen een pedagogische diagnose die aansluit op de analyse. 6. Je verantwoordt de analyse en de pedagogische diagnose vanuit relevante kennisgebieden. Competentie 2: in dialoog met betrokkenen een interventie ontwerpen 1. Je formuleert in dialoog met betrokkenen doelen en ontwerpt een plan van aanpak, waarbij betrokkenen vinden dat ze (mede)eigenaar van het plan zijn. 2. Je formuleert doelen en ontwerpt een plan van aanpak, dat aansluit op de analyse en de pedagogische diagnose. 3. Je ontwerpt een logisch samenhangend plan van aanpak. 4. Je verantwoordt het plan van aanpak vanuit relevante kennisgebieden. Competentie 3: in dialoog met betrokkenen een interventie uitvoeren en evalueren 1. Je voert, een pedagogische interventie uit volgens een plan van aanpak en wijkt daar indien nodig verantwoord van af. 2. Je betrekt alle betrokkenen bij de uitvoering van de pedagogische interventie, waarbij je zelf de regie houdt. 3. Je activeert betrokkenen om verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen gedrag. 4. Je evalueert, gedurende het proces, met betrokkenen de pedagogische interventie en past deze indien nodig aan. 5. Je verantwoordt de pedagogische interventie vanuit relevante kennisgebieden. Competentie 4: signaleren, onder de aandacht brengen en actie ondernemen 1. Je herkent factoren in de maatschappij die invloed hebben op de ontwikkeling en het opvoedingsproces van groepen jeugdigen. 2. Je doet een voorstel voor een passende (preventieve) actie. 3. Je verantwoordt de gemaakte keuzes vanuit relevante kennisgebieden. Competentie 5: samenwerken met vrijwilligers en medewerkers zowel binnen als buiten de arbeidsorganisatie 1. Je participeert actief en constructief in samenwerkingsrelaties. 2. Je vraagt feedback en geeft feedback. 3. Je stemt je handelen af en past het aan op basis van inzichten van anderen en kaders van de organisatie. 4. Je verantwoordt je rol en handelen binnen samenwerkingsrelaties. Competentie 6: coördineren en werkbegeleiding geven aan vrijwilligers en medewerkers zowel binnen als buiten de arbeidsorganisatie 1. Je voert de regie in een gesprek met samenwerkingspartners. 2. Je coördineert werkzaamheden. 3. Je betrekt samenwerkingspartners, neemt hen mee in een proces en creëert zo draagvlak. 4. Je verantwoordt jouw manier van coördineren en begeleiden vanuit relevante kennisgebieden. Competentie 7: beheren, rapporteren en organiseren van werkzaamheden 1. Je plant en organiseert je werkzaamheden effectief en efficiënt en communiceert hierover. 2. Je verricht noodzakelijke beheersmatige activiteiten zoals administratieve taken en dossiervorming. 3. Je rapporteert logisch samenhangend. 4. Je gaat zorgvuldig om met informatie. brochures\

34 Competentie 8: bijdragen aan beleidsontwikkeling en kwaliteitsverbetering 1. Je analyseert de kwaliteit en het beleid van een organisatie met inzet van relevante modellen en instrumenten. 2. Je creëert bij je collega s draagvlak door de dialoog aan te gaan over een innovatie. 3. Je doet verbetersuggesties die logisch voortvloeien uit de analyse die je van de organisatie hebt gemaakt. 4. Je maakt een implementatieplan en houdt hierbij rekening met de organisatorische randvoorwaarden en het draagvlak. 5. Je verantwoordt de gemaakte keuzes vanuit relevante kennisgebieden. Competentie 9: de eigen professionaliteit blijvend ontwikkelen 1. Je reflecteert methodisch op je eigen handelen. 2. Je stuurt de eigen professionele ontwikkeling door conclusies te verbinden aan je reflecties. 3. Je onderbouwt je visie op je handelen vanuit eigen veronderstellingen en vanuit verschillende perspectieven en handelt overeenkomstig hiermee. 4. Je bent proactief in het onderhouden en actueel houden van je kennisbasis en volgt de beroepsontwikkeling. Competentie 10: bijdrage leveren aan de ontwikkeling en profilering van het beroep 1. Je analyseert welke betekenis maatschappelijke vraagstukken en ontwikkelingen hebben voor het beroep. 2. Je ontwerpt een onderzoeksvraag en onderzoeksopzet voor praktijkgericht onderzoek. 3. Je voert een valide en betrouwbaar praktijkgericht onderzoek uit, interpreteert resultaten en trekt conclusies. 4. Je ontwerpt, op basis van praktijkgericht onderzoek, innovatieve producten die bijdragen aan de verbetering van de pedagogische praktijk. 5. Je denkt en handelt zowel binnen als buiten de kaders en verantwoordt gemaakte keuzes. Daarnaast vloeien uit het beroepsprofiel een aantal kernkwaliteiten voort, waarover een Hbopedagoog moet beschikken. Ook deze zijn daarom op het adviesbeoordelingsformulier praktijk vermeld, naast een omschrijving. De kernkwaliteit van de Hbo-pedagoog zijn: Authentieke nieuwsgierigheid Lef Stevige persoonlijkheid Gepassioneerd Integriteit Vakbekwaam: leren als actief proces en toenemende zelfsturing in drie niveaus Je ontwikkelt je beroepscompetenties het beste als je zelf actief werkt aan het verwerven van kennis, vaardigheden en een juiste beroepshouding. We stimuleren je om ervaringen uit te wisselen met andere studenten, kennis te delen en elkaar feedback te geven. We houden rekening met verschillen tussen studenten en geven ruimte aan eigen initiatief. De opleiding bestaat uit een major en een minor. In de minor kun je je eigen profilering vormgeven. In de major nemen de complexiteit en de verwachte zelfstandigheid toe. brochures\

35 Niveau 2. Hoofdfase 1, afstudeerbekwaam Je kunt in belangrijke mate zelfstandig een redelijk complex beroepsproduct opleveren. Je wordt geacht methodisch een probleem te kunnen oplossen en dat te laten zien in een beroepsproduct. De externe sturing en de complexiteit van de beroepsproducten nemen af. Ze hoeven nog niet helemaal op Hbo-niveau te zijn uitgewerkt, maar moeten wel aan hogere eisen voldoen dan die op niveau Zo kijken wij naar praktijkleren Het praktijkleren is op basis van de volgende uitgangspunten in de opleiding Pedagogiek ingebouwd: Uitgangspunten praktijkleren Pedagogiek 1. Het praktijkleren beslaat minimaal 25% van de Pedagogiekopleiding. 2. De praktijk is een leerbron: de student leert in en van de praktijk. Ze is onmisbaar voor de aansluiting met de actuele beroepspraktijk, de koppeling van theorie en praktijk, de identificatie met het toekomstige beroep, het leren werken in een beroepssituatie en de feedback van beroepskrachten. 3. Het binnen- en buitenschools leren dienen op elkaar betrokken te zijn. 4. De omvang en moeilijkheidsgraad van het praktijkleren nemen in de loop van de opleiding toe. 5. Praktijkleren moet getoetst worden, zodat het niet vrijblijvend is. De beoordeling is geïntegreerd in de beoordeling van de beroepstaken. 6. De vormgeving, begeleiding en toetsing vanuit de competenties is in interactie met de beroepspraktijk. Contact en samenwerking met het werkveld is noodzakelijk. 7. Studenten worden in staat gesteld om op verschillende plaatsen in het gevarieerde werkveld stage te lopen. 8. De begeleiding is gericht op reflectie, integratie theorie en praktijk en beroepsontwikkeling. De student wordt aangestuurd op zelfverantwoordelijkheid voor het leren. brochures\

36 Literatuur Janssen, H. (2015) Samen Opvoeden. Orientatie op Pedagogische werkvelden. (2 e herziene druk) Bussum: Uitgeverij Coutinho. Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (2011), Handleiding Praktijk Pedagogiek Nijmegen: Westeinde, D. van t brochures\

37 Bijlage 1 HAN Jaarrooster Week Datum Periode Bijzonderheden en HAN-vakanties* aug-16 Introductie aug-16 Introductie 36 5-sep Start onderwijs/ start praktijk vt niv. 2 en 3 S-route** sep sep sep okt okt okt okt-16 Herfstvakantie* okt nov Stagemarkt di 8 nov nov Start praktijk vt niv 1 S-route nov nov dec Bijeenkomst praktijk niv do 8 dec dec dec dec-16 Kerstvakantie* 1 2-jan jan jan jan jan feb Start ond./ start praktijk vt niv. 2 en 3 F-route/ International week vt jr feb feb feb-17 Voorjaarsvakantie* 10 6-mrt mrt mrt mrt apr apr Goede vrijdag vrijdag 14 april, 1 e paasdag zondag 16 april april e paasdag maandag 17 april apr-17 Meivakantie* Koningsdag, donderdag 27 april 18 1-mei start praktijk vt niv.1 F-route, Bevrijdingsdag vrijdag 5 mei 19 8-mei mei mei Hemelvaartsdag donderdag 25 mei mei Eerste Pinksterdag zondag 4 juni 23 5-jun Tweede Pinksterdag maandag 5 juni jun jun jun jul Afronding praktijk vt niv. 1, 2 en 3 S-route jul-17 Jaarafsluiting jul-17 Zomervakantie* brochures\

38 34 21-aug-17 Introductie aug-17 Introductie 36 4-sep Start praktijk vt niv. 2 en 3 S-route sep sep sep okt okt okt-17 Herfstvakantie* okt okt nov nov Start praktijk vt niv. 1 S-route nov nov dec dec dec Afronding praktijk vt niv. 1, 2 en 3 F-route, eind december/ januari* dec-17 Kerstvakantie* *Vakantie en vrije dagen zijn in overleg met de praktijkorganisatie. In principe gelden de vakantieperiodes van de praktijkorganisatie, rekening houdend met de totale studiebelasting voor het praktijkleren. **S-route betekent septemberroute, F-route betekent februariroute. brochures\

39 opleiding Pedagogiek Postbus GL Nijmegen Bijlage 2 Adviesbeoordelingsformulier praktijk niveau 2 voor de praktijkbegeleider Hbo-opleiding Pedagogiek voltijd Toelichting Wij vragen u als praktijkbegeleider om in dit formulier een advies te geven aan de opleiding over de beoordeling van het functioneren van onze student. Uw adviesbeoordeling betreft de ontwikkeling op de competenties en de kernkwaliteiten waarover een Hbo-pedagoog o.i. moet beschikken. Een beschrijving van deze kernkwaliteiten vindt u op pagina 2. De student vraagt u zelf om invulling, bespreekt de inhoud met u en overhandigt het tijdig aan de docent Werken aan Eigen Professionaliteit (WEP). Desgewenst heeft deze bij iedere fase contact met u (per of telefonisch). De beoordeling van het praktijkleren is een onderdeel van het deeltentamen Functioneren in school en in de praktijk. De WEP-docent is namens de opleiding eindverantwoordelijk voor de beoordeling. Hij baseert zich daarbij mede op het advies van de praktijkbegeleider (zie handleiding 4.2). De vereisten voor een voldoende eindbeoordeling zijn: Het functioneren in opleiding en praktijk is voldoende en de student is stagewaardig voor het praktijkjaar op niveau 3 De evaluatie en reflectie op het leerproces (POP 3 en gesprek met WEP-docent) is voldoende De 80 flexibel inzetbare uren zijn aantoonbaar en met positieve feedback uitgevoerd De student heeft minimaal 400 uur in de praktijk gerealiseerd. Invulling van het adviesbeoordelingsformulier Het formulier bestaat uit 3 delen, 1 per fase. Het kan naar keuze digitaal of op papier ingevuld worden. U geeft een adviesbeoordeling per kopje (d.w.z. per competentie of onderdeel), desgewenst per afzonderlijk criterium. De normering is als volgt: ZO (zeer onvoldoende), O (onvoldoende), RV (ruim voldoende), G (goed), ZG (zeer goed). Wij stellen een toelichting op prijs. Vermeldt u s.v.p. het volgende: Op ieder blad: Naam student en studentnummer, praktijkorganisatie, praktijkbegeleider, datum en handtekening Bij fase 1. Oriëntatieperiode: Uw feedback op POP 1 Uw eerste indruk van het functioneren en aandachtspunten voor het vervolg. Bij fase 2. Middenevaluatie: Uw adviesbeoordeling op de ontwikkeling van de competenties (incl. feedback op het POP bij comp. 9) en de kernkwaliteiten Uw aandachtspunten voor het vervolg. Bij fase 2. Afronding: Uw adviesbeoordeling op de ontwikkeling van de competenties en de kernkwaliteiten Uw mening over de stagewaardigheid voor praktijkjaar niveau 3 en aandachtspunten voor dat jaar. brochures\

40 Kernkwaliteiten van de Hbo-pedagoog Authentieke nieuwsgierigheid Je hebt vanuit maatschappelijke betrokkenheid een oprechte interesse voor alle betrokkenen rond het opvoedproces van de jeugdige. Vanuit deze interesse ben je geëngageerd met de mensen voor en met wie je werkt en ben je belangstellend in hun leef- en belevingswereld. Je wilt je inleven in de situatie van jeugdigen en hun systeem en laat hierin een onderzoekende houding zien. Je bent op zoek naar de drijfveren en dynamiek van de jeugdige en zijn systeem en je bent in staat kwaliteiten, talenten en potenties er in te herkennen en deze te waarderen. Je benadert de jeugdige en zijn systeem met respect en oordeelt niet en kan je eigen waarden en normen loslaten; verschillen in visie nodigen je eerder uit tot gesprek vanuit een houding van niet weten. Daarnaast ben je op zoek naar factoren vanuit de maatschappij of vanuit de organisatie waar je voor werkt die belemmerend zijn voor het opvoedproces; zowel op meso- als op macroniveau. Je hebt een open mind en je bent nieuwsgierig naar verschillende culturen, leefstijlen, generaties en maatschappelijke lagen van mensen en toont dit in je benadering. Je bent leergierig en nieuwsgierig naar kennis en ervaring van collega s. Vanuit je ervaringen ga je op zoek naar nieuwe ontwikkelingen binnen jouw vakgebied. Lef Je laat zien wie je bent en waar je voor staat; je profileert je. Je durft te experimenteren en weet je te onderscheiden. Je stelt vragen bij zaken waar jij je over verwondert. Je neemt waar nodig weloverwogen risico s als je denkt daarmee een beter resultaat te behalen. Je neemt initiatief, je bent zelfsturend en proactief. Je treedt zo nodig buiten de gangbare paden en doet voorstellen die niet altijd voor de hand liggen, maar wel haalbaar zijn; je kan deze verdedigen ten overstaan van betrokkenen. Je deelt je kennis en ervaring met anderen. Je hebt de moed fouten toe te geven; je (h)erkent jouw eigen aandeel en draagt de consequenties. Stevige persoonlijkheid Je stelt je op als iemand die respect verdient. Je hebt een positieve en professionele uitstraling naar alle betrokkenen en straalt zelfvertrouwen uit. Je bent zelfverzekerd in je optreden. Je kunt doortastend handelen als dat nodig is en kan dit onderbouwen. Je bent je bewust van het spanningsveld in de driehoek organisatie-cliëntsysteem hulpverlener waarvan je deel uit maakt en de dilemma s die dit met zich meebrengt in het uitoefenen van je beroep. Je kan een goede afweging maken in het belang van de opvoeder versus het belang van de jeugdige, in het waarborgen van de privacy versus transparant werken; in het balanceren tussen betrokkenheid op het cliëntsysteem en distantie. Je stelt grenzen aan uitingen en gedrag van jeugdigen en opvoeders wanneer deze kwetsend zijn. Je kunt onderhuidse conflicten signaleren en bespreekbaar maken en je weet effectief om te gaan met rivaliserende en conflicterende partijen. Je kent je verantwoordelijkheid en neemt deze. Gepassioneerd Je hebt liefde voor je vak en je praat enthousiast en met warmte over de ouders en jeugdigen met wie je werkzaam bent. Je zet je in om je werk zo goed mogelijk te doen. Je laat passie en gedrevenheid zien: een oprecht enthousiasme van waaruit jij je inspanning levert om de opvoed(ings)situatie samen met de betrokkenen die het aangaan positief te beïnvloeden. Je praat meer in mogelijkheden dan beperkingen, je straalt geloof uit in je eigen overtuiging en je verwoordt argumenten op een voor de doelgroep aansprekende manier. Je bent voortdurend gericht op de verdere ontwikkeling van jouw bekwaamheid als pedagoog. Dat vertaalt zich onder meer in het betrokken zijn bij en nauwlettend volgen van maatschappelijke ontwikkelingen die je vak raken en het lezen van vakliteratuur. Integriteit Je bent eerlijk en betrouwbaar in het nakomen van afspraken. Je gaat zorgvuldig om met informatie van de jeugdigen en gezinnen met wie je werkt, zij weten dat persoonlijke informatie bij jou in goede handen is en dat deze niet zonder hun toestemming wordt doorgegeven aan anderen. Je kent je eigen (sociale en ethische) waarden en normen en je weet hoe deze zich vertalen in het vak dat jij uitoefent binnen de organisatie waarin je werkzaam bent. Je hebt je verbonden aan de beroepscode en bewaakt deze. Je gaat zorgvuldig om met rechten en belangen van betrokkenen bij het uitvoeren van praktijkonderzoek. Je bent eerlijk over de bronnen die je gebruikt en aanspreekbaar op je gedrag tijdens het uitvoeren van praktijkonderzoek. Je houdt je aan de gedragscode praktijkgericht onderzoek voor het HBO. brochures\

41 Adviesbeoordeling praktijk niv. 2 door praktijkbegeleider, fase 1. Oriëntatieperiode Student en studentnr.: Praktijkbegeleider: Praktijkorganisatie: Datum en handtekening: Persoonlijk Ontwikkelingsplan deel 1 (POP 1) Inleiding met praktische punten praktijkplek ZO O V RV G ZG De zakelijke gegevens zijn juist en volledig. Je hebt goede afspraken gemaakt over deelname aan overleg, inzage in dossiers, afnemen van interviews en de begeleiding. Je beschrijving van de doelgroep, doelstelling en werkwijze van de organisatie is juist. Toelichting: Terugblik op fase 1 en oriëntatie op eigen leermogelijkheden ZO O V RV G ZG Je maakt optimaal gebruik van de leer- en oefenmogelijkheden in de organisatie. Je motivatie voor deze praktijkplek, in relatie tot je motivatie voor de opleiding, is helder. Jouw beeld van de Hbo-pedagoog in deze organisatie is correct en volledig. Toelichting: Vooruitblik op fase 2, afspraken over activiteiten en leerdoelen ZO O V RV G ZG Je afspraken over je taken en opdrachten zijn concreet en volledig. Je leerdoelen zijn gekoppeld aan je motivatie voor deze praktijkplek en je werkzaamheden. Je leerdoelen helpen om te werken aan je ontwikkeling van de competenties en kernkwaliteiten. Je leerdoelen zijn richtinggevend voor de begeleiding. Toelichting: Overige opmerkingen over POP 1 brochures\

42 Vervolg Adviesbeoordeling praktijk niv. 2 door praktijkbegeleider, fase 1.Oriëntatieperiode Student en studentnr.: Praktijkbegeleider: Praktijkorganisatie: Datum en handtekening: Eerste indruk functioneren en slotopmerkingen bij de oriëntatieperiode Eerste indruk van het functioneren t.a.v. de volgende aspecten: Leerhouding en contact met praktijkbegeleider ZO O V RV G ZG Contact met jeugdigen Jezelf presenteren in de organisatie Initiatief nemen Uitvoeren van werkzaamheden Toelichting: Slotopmerkingen bij de oriëntatieperiode Aandachtspunten voor het vervolg van je praktijkperiode en overige opmerkingen: Hartelijk dank voor het invullen van dit adviesbeoordelingsformulier. De student zorgt ervoor dat de WEP-docent tijdig over het ingevulde formulier beschikt. brochures\

43 Adviesbeoordeling praktijk niv. 2 door praktijkbegeleider, fase 2. Middenevaluatie Student en studentnr.: Praktijkbegeleider: Praktijkorganisatie: Datum en handtekening: Segment 1 Werken met, namens en voor mensen in hun sociale omgeving Comp. 1: contacten leggen en in dialoog met betrokkenen oriënteren en analyseren ZO O V RV G ZG 1. Je maakt vanuit een professionele houding actief contact. 2. Je bouwt een vertrouwensrelatie op, waarbij je evenwicht bewaart tussen afstand en nabijheid. 3. Je evalueert, gedurende het proces, met betrokkenen het contact dat jullie met elkaar hebben. Toelichting: Comp. 3: in dialoog met betrokkenen een interventie uitvoeren en evalueren ZO O V RV G ZG 1. Je voert, een pedagogische interventie uit volgens een plan van aanpak en wijkt daar indien nodig verantwoord van af. 2. Je betrekt alle betrokkenen bij de uitvoering van de pedagogische interventie, waarbij je zelf de regie houdt. 3. Je activeert betrokkenen om verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen gedrag. 4. Je evalueert, gedurende het proces, met betrokkenen de pedagogische interventie en past deze indien nodig aan. 5. Je verantwoordt de pedagogische interventie vanuit relevante kennisgebieden. Toelichting: brochures\

44 Vervolg Adviesbeoordeling praktijk niv. 2 door praktijkbegeleider, fase 2. Middenevaluatie Student en studentnr.: Praktijkbegeleider: Praktijkorganisatie: Datum en handtekening: Segment 2 Werken in en vanuit een organisatie Comp. 5: Samenwerken met vrijwilligers en medewerkers zowel binnen als buiten de arbeidsorganisatie ZO O V RV G ZG 1. Je participeert actief en constructief in samenwerkingsrelaties. 2. Je vraagt feedback en geeft feedback. 3. Je stemt je handelen af en past het aan op basis van inzichten van anderen en kaders van de organisatie. Toelichting: Comp. 7: Beheren, rapporteren en organiseren van werkzaamheden ZO O V RV G ZG 1. Je plant en organiseert je werkzaamheden effectief en efficiënt en communiceert hierover. 2. Je verricht noodzakelijke beheersmatige activiteiten zoals administratieve taken en dossiervorming. 3. Je rapporteert logisch samenhangend. 4. Je gaat zorgvuldig om met informatie. Toelichting: brochures\

45 Vervolg Adviesbeoordeling praktijk niv. 2 door praktijkbegeleider, fase 2. Middenevaluatie Student en studentnr.: Praktijkbegeleider: Praktijkorganisatie: Datum en handtekening: Segment 3 Werken aan professionaliteit Comp. 9: de eigen professionaliteit blijvend ontwikkelen ZO O V RV G ZG 1. Je reflecteert methodisch op je eigen handelen. 2. Je stuurt de eigen professionele ontwikkeling door conclusies te verbinden aan je reflecties. 3. Je onderbouwt je visie op je handelen vanuit eigen veronderstellingen en vanuit verschillende perspectieven en handelt overeenkomstig hiermee. 4. Je bent proactief in het onderhouden en actueel houden van je kennisbasis en volgt de beroepsontwikkeling. Toelichting (N.B. inclusief feedback op POP 2): Kernkwaliteiten Ik heb bij jou de volgende ontwikkeling gezien en ik geef je als aandachtspunten: Authentieke nieuwsgierigheid ZO O V RV G ZG Lef ZO O V RV G ZG Stevige persoonlijkheid ZO O V RV G ZG Gepassioneerd ZO O V RV G ZG Integriteit ZO O V RV G ZG brochures\

46 Vervolg Adviesbeoordeling praktijk niv. 2 door praktijkbegeleider, fase 2. Middenevaluatie Student en studentnr: Praktijkbegeleider: Praktijkorganisatie: Datum en handtekening: Slotopmerkingen bij de middenevaluatie De verantwoording in POP 2 van het aantal uren in praktijk is correct. JA NEE Voorzover relevant: feedback op aanpassingen in POP 1: Aandachtspunten voor het vervolg van het praktijkleren en overige opmerkingen: Hartelijk dank voor het invullen van dit adviesbeoordelingsformulier. De student zorgt ervoor dat de WEP-docent tijdig over het ingevulde formulier beschikt. brochures\

47 Adviesbeoordeling praktijk niv. 2 door praktijkbegeleider, fase 3. Afronding Student en studentnr.: Praktijkbegeleider: Praktijkorganisatie: Datum en handtekening: Segment 1 Werken met, namens en voor mensen in hun sociale omgeving Comp. 1: Contacten leggen en in dialoog met betrokkenen oriënteren en analyseren ZO O V RV G ZG 1. Je maakt vanuit een professionele houding actief contact. 2. Je bouwt een vertrouwensrelatie op, waarbij je evenwicht bewaart tussen afstand en nabijheid. 3. Je evalueert, gedurende het proces, met betrokkenen het contact dat jullie met elkaar hebben. Toelichting: Comp. 3: in dialoog met betrokkenen een interventie uitvoeren en evalueren ZO O V RV G ZG 1. Je voert, een pedagogische interventie uit volgens een plan van aanpak en wijkt daar indien nodig verantwoord van af. 2. Je betrekt alle betrokkenen bij de uitvoering van de pedagogische interventie, waarbij je zelf de regie houdt. 3. Je activeert betrokkenen om verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen gedrag. 4. Je evalueert, gedurende het proces, met betrokkenen de pedagogische interventie en past deze indien nodig aan. 5. Je verantwoordt de pedagogische interventie vanuit relevante kennisgebieden. Toelichting: brochures\

48 Vervolg Adviesbeoordeling praktijk niv. 2 door praktijkbegeleider, fase 3. Afronding Student en studentnr.: Praktijkbegeleider: Praktijkorganisatie: Datum en handtekening: Segment 2 Werken in en vanuit een organisatie Comp. 5: Samenwerken met vrijwilligers en medewerkers zowel binnen als buiten de arbeidsorganisatie ZO O V RV G ZG 1. Je participeert actief en constructief in samenwerkingsrelaties. 2. Je vraagt feedback en geeft feedback. 3. Je stemt je handelen af en past het aan op basis van inzichten van anderen en kaders van de organisatie. Toelichting: Comp. 7: Beheren, rapporteren en organiseren van werkzaamheden ZO O V RV G ZG 1. Je plant en organiseert je werkzaamheden effectief en efficiënt en communiceert hierover. 2. Je verricht noodzakelijke beheersmatige activiteiten zoals administratieve taken en dossiervorming. 3. Je rapporteert logisch samenhangend. 4. Je gaat zorgvuldig om met informatie. Toelichting: brochures\

49 Vervolg Adviesbeoordeling praktijk niv. 2 door praktijkbegeleider, fase 3. Afronding Student en studentnr.: Praktijkbegeleider: Praktijkorganisatie: Datum en handtekening: Segment 3 Werken aan professionaliteit Comp. 9: de eigen professionaliteit blijvend ontwikkelen ZO O V RV G ZG 1. Je reflecteert methodisch op je eigen handelen. 2. Je stuurt de eigen professionele ontwikkeling door conclusies te verbinden aan je reflecties. 3. Je onderbouwt je visie op je handelen vanuit eigen veronderstellingen en vanuit verschillende perspectieven en handelt overeenkomstig hiermee. 4. Je bent proactief in het onderhouden en actueel houden van je kennisbasis en volgt de beroepsontwikkeling. Toelichting (N.B. inclusief feedback op POP 3): Kernkwaliteiten Ik heb bij jou de volgende ontwikkeling gezien en ik geef je als aandachtspunten: Authentieke nieuwsgierigheid ZO O V RV G ZG Lef ZO O V RV G ZG Stevige persoonlijkheid ZO O V RV G ZG Gepassioneerd ZO O V RV G ZG Integriteit ZO O V RV G ZG brochures\

50 Vervolg Adviesbeoordeling praktijk niv. 2 door praktijkbegeleider, fase 3. Afronding Student en studentnr: Praktijkbegeleider: Praktijkorganisatie: Datum en handtekening: Slotopmerkingen bij de afronding De verantwoording in POP 2 van het aantal uren in praktijk is correct. JA NEE Je hebt jouw bijdrage aan de doelstelling en werkwijze van de organisatie correct weergegeven. JA NEE Naar mijn inschatting heb je voldoende basis op het gebied van praktijkervaring en beroepshouding om aan het praktijkjaar op niveau 3 te kunnen beginnen. Aandachtspunten voor het praktijkleren op niveau 3 en overige opmerkingen: JA NEE Hartelijk dank voor het invullen van dit adviesbeoordelingsformulier. De student zorgt ervoor dat de WEP-docent tijdig over het ingevulde formulier beschikt. Verder bedanken wij u voor de gelegenheid die de student heeft gekregen om bij u praktijkervaring op te doen en voor de begeleiding die u daarbij heeft geboden. brochures\

51 Bijlage 3 Stroomdiagram flexibele uren brochures\

52 brochures\

53 Bijlage 4 Verklaring 80 flexibele uren Verklaring inzet 80-flex uren Pedagogiek, niveau 2 naam praktijkorganisatie: afdeling / locatie / project: contactpersoon: dhr. / mevr. adres: postcode: plaats: telefoon: www: Is deze organisatie tevens je praktijkinstelling? ja nee naam student: groep: studentnummer: han: telefoon: Taken die zijn uitgevoerd: Aantal uitgevoerde uren: Leerdoelen van student zijn behaald: Ja/Nee Feedback: datum: handtekening organisatie: Vragen? Neem contact op met je WEP-docent. Voeg het volledig ingevulde formulier als bijlage toe bij je POP. brochures\

54 brochures\

55 Bijlage 5 Rapportageformulier voortijdige beëindiging praktijkwerk niveau 2 (bij Procedure voortijdige beëindiging praktijkwerk, zie handleiding Praktijk) Alle gesprekspartners ondertekenen het formulier voor akkoord en ontvangen een exemplaar. Stuur het formulier als PDF bestand naar praktijkbureau.pedagogiek@han.nl en de studiecoördinator. Student en studentnummer: Praktijkbegeleider en praktijkorganisatie: Docent (WEP), Hbo-opleiding Pedagogiek voltijd: Praktijkperiode gestart d.d.: Beëindigd d.d.: Datum gesprek (indien van toepassing): De reden van de beëindiging van de praktijkperiode is: Tussentijdse beoordeling (beoordelingsformulier of geschreven beoordeling bijvoegen): - Op dit moment voldoende / onvoldoende - Bij beoordeling fase 1/ fase 2, d.d. voldoende / onvoldoende / nog niet aan de orde Toelichting: Positieve punten: Aandachtspunten: Vervolgtraject: o Overstap naar andere afdeling, namelijk: Verlenging: nee / ja, tot: (In overleg met praktijkbureau stagecontract aanpassen of nieuw stagecontract afsluiten) o Voortzetting praktijkleren in een andere organisatie (herkansing)/ (stagecontract verbreken) Advies WEP-docent over startdatum en duur nieuwe praktijkperiode (Studiecoördinator beslist): Slotopmerkingen: - Aanvullende opmerkingen student: - Aanvullende opmerkingen praktijkbegeleider: - Aanvullende opmerkingen WEP-docent: Ondertekening voor akkoord: Student: Praktijkbegeleider: WEP-docent: brochures\

56 brochures\

57 brochures\

Handleiding Praktijk Pedagogiek

Handleiding Praktijk Pedagogiek Handleiding Praktijk Pedagogiek B eroepstaak Werken aan Eigen Professionaliteit Niveau 2, Blok 1 t/m 4 Voltijd 2017/2018 brochures\16.020 1 Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, opleiding Pedagogiek Postbus

Nadere informatie

Creatieve Therapie Opleidingen Praktijkleren hoofdfase 2

Creatieve Therapie Opleidingen Praktijkleren hoofdfase 2 Creatieve Therapie Opleidingen Praktijkleren hoofdfase 2 December 2015 1 Beste lezer, Voor u ligt de brochure praktijkleren hoofdfase 2 van de opleiding Creatieve Therapie in Nijmegen. Deze brochure geeft

Nadere informatie

Adviesbeoordelingsformulier praktijk niveau 2 voor de praktijkbegeleider Hbo-opleiding Pedagogiek voltijd

Adviesbeoordelingsformulier praktijk niveau 2 voor de praktijkbegeleider Hbo-opleiding Pedagogiek voltijd Adviesbeoordelingsformulier praktijk niveau 2 voor de praktijkbegeleider Hbo-opleiding Pedagogiek voltijd opleiding Pedagogiek Postbus 6960 6503 GL Nijmegen 024 3530122 Toelichting Wij vragen u als praktijkbegeleider

Nadere informatie

Kennismakingsgesprek

Kennismakingsgesprek Bijlage 3 Feedbackformulier voor de PRAKTIJK BEGELEIDER N3 Pedagogiek voltijd (2016-2017) Toelichting: Kennismakingsgesprek Bij de kennismaking is het belangrijk om vast te stellen dat de stagplek een

Nadere informatie

Adviesbeoordelingsformulier praktijk niveau 1 voor de praktijkbegeleider Hbo-opleiding Pedagogiek voltijd

Adviesbeoordelingsformulier praktijk niveau 1 voor de praktijkbegeleider Hbo-opleiding Pedagogiek voltijd opleiding Pedagogiek Postbus 6960 6503 GL Nijmegen 024 3530122 Adviesbeoordelingsformulier praktijk niveau 1 voor de praktijkbegeleider Hbo-opleiding Pedagogiek voltijd Toelichting Wij vragen u als praktijkbegeleider

Nadere informatie

Handleiding Praktijk Pedagogiek

Handleiding Praktijk Pedagogiek Handleiding Praktijk Pedagogiek B eroepstaak Werken aan Eigen Professionaliteit Niveau 1, Blok 1 t/m 4 Voltijd 2016/2017 formulieren\16.025\23-8-2016 Adviesbeoordelingsformulier praktijk niv.1 vt (2016-2017)

Nadere informatie

Handleiding Coaching/stagereflectie

Handleiding Coaching/stagereflectie Fontys Hogeschool Pedagogiek Coaching/Intervisie Minor Forensische Orthopedagogiek 2013-2014 Studiejaar 3 Handleiding Coaching/stagereflectie Voor studenten voltijd Minor Forensische Orthopedagogiek Studiejaar

Nadere informatie

Leerjaar Doelstelling opdracht. Activiteit Betrokkenen Loopbaancompetenties. Motievenreflectie Kwaliteitenreflectie

Leerjaar Doelstelling opdracht. Activiteit Betrokkenen Loopbaancompetenties. Motievenreflectie Kwaliteitenreflectie LOB matrix KWC afdeling SMS Noteer in onderstaand schema alle activiteiten die jij als professional of binnen de afdeling waar je werkzaam bent mee gewerkt wordt. Dit kunnen losse instrumenten zijn zoals

Nadere informatie

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3 TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3 VOORWOORD Als stageteam zijn wij zeer verheugd dat uw instelling onze student(en) een stageplaats biedt en zo participeert in het opleiden van studenten tot professionals.

Nadere informatie

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: 23185 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Colofon * Daar waar hij staat, wordt ook zij bedoeld en omgekeerd. * Waar cliënt staat, kan

Nadere informatie

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 1 e herziene druk: november 2013 ISBN:

Nadere informatie

Handleiding Praktijk Pedagogiek

Handleiding Praktijk Pedagogiek Handleiding Praktijk Pedagogiek informatie voor praktijkbegeleiders. Niveau 3, Blok 1 t/m 4 Voltijd 2016/2017 16.022/brochures 1 16.022/brochures 2 Handleiding Praktijk Pedagogiek informatie voor praktijkbegeleiders

Nadere informatie

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3 TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3 VOORWOORD Als stageteam Toegepaste Psychologie zijn wij zeer verheugd dat uw instelling onze student(en) een stageplaats biedt en zo participeert in het opleiden

Nadere informatie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat

Nadere informatie

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer 91370. Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer 91370. Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Opdrachten

Nadere informatie

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning Voorwoord Voor u ligt een proeve van bekwaamheid voor de opleiding Helpende Zorg & Welzijn, niveau 2, voor de kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning Deze proeve sluit

Nadere informatie

Praktijk oriëntatie. Maatschappelijke zorg. Niveau 3 + 4

Praktijk oriëntatie. Maatschappelijke zorg. Niveau 3 + 4 Praktijk oriëntatie Maatschappelijke zorg Niveau 3 + 4 Reader voor studenten Schooljaar 2018-2019 Inhoudsopgave Voorblad Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 1.Inhoud Praktijk oriëntatie Voor wie is Praktijk oriëntatie?

Nadere informatie

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Uitwerking Domein Gezondheidszorg Hogeschool Utrecht Honoursforum GZ Onderwerp / thema: Naam student: Studentnummer: Opleiding: Studiejaar

Nadere informatie

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL) ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL) VOOR STUDENTEN EN BEOORDELAARS Datum: AUG 2015 Crebo 95 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een aantal beroepsopdrachten dat de student

Nadere informatie

De werkplek biedt een klimaat waarin een werkplekstudent kan leren en groeien.

De werkplek biedt een klimaat waarin een werkplekstudent kan leren en groeien. 1 De werkplek biedt een klimaat waarin een werkplekstudent kan leren en groeien. Suggestie: Reflecteer met het team over onderstaande voorwaarden om een leervriendelijk klimaat te bevorderen. 1. Leg de

Nadere informatie

Het portfolio kan met betrekking tot de fasen en stappen uit het protocol de volgende functies vervullen:

Het portfolio kan met betrekking tot de fasen en stappen uit het protocol de volgende functies vervullen: Bijlage 3 Portfolio 1 Handleiding persoonlijk coach 1.1 Doel van een portfolio Op steeds meer scholen voor voortgezet onderwijs en vervolgopleidingen wordt gewerkt met portfolio s. Met het portfolio laat

Nadere informatie

S TA G E S L I J N 5

S TA G E S L I J N 5 STAGES LIJN5 Wil jij stage lopen bij Lijn5? In de provincie Utrecht biedt Lijn5 behandeling en begeleiding aan kinderen en jongeren met én zonder licht verstandelijke beperking en hun gezin. Lijn5 beschikt

Nadere informatie

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started Inhoud Competentiegericht opleiden 3 Doel van praktijktoetsen 4 Wijze van evalueren en beoordelen 4 Rollen 5 Getting started

Nadere informatie

Bijlage cursusomschrijvingen. Social Work Voltijd

Bijlage cursusomschrijvingen. Social Work Voltijd Bijlage cursusomschrijvingen Social Work Voltijd 2017-2018 Titel Grondslagen 1 ASW-V1GROND1-17 Cursusnaam Grondslagen 1 Werkvormen: Werkvorm Frequentie de werkvorm aangeboden? Hoorcollege Grondslagen

Nadere informatie

Getting Started. Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen

Getting Started. Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen Getting Started Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen De BIG-opleidingen worden competentiegericht vormgegeven. Met het competentiegericht opleiden hebben de opleidingen een duidelijker inhoudelijk

Nadere informatie

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

Handleiding Assessment Startbekwaamheid Handleiding Assessment Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO Opleiding Academie voor Lichamelijke Opvoeding Bachelor of Sport and Physical Education Domein Bewegen, Sport en Voeding Februari 2013 Inhoud Introductie

Nadere informatie

BPV infomap Dikkertje Dap

BPV infomap Dikkertje Dap BPV infomap Dikkertje Dap Versie: 21-04-2015 Pagina 1 van 5 Welkom bij Dikkertje Dap Voor je ligt het bpv infomap voor leerlingen die hun bpv bij Dikkertje Dap komen opdoen, Hierin staat beschreven wat

Nadere informatie

Ontwikkelplan trainee 1

Ontwikkelplan trainee 1 1 Ontwikkelplan trainee 1 Karin Kleine, projectleider Ontwikkeling traineeship HBO-afgestudeerden Marlous Beijer, projectsecretaris Jeugdzorg Nederland 1 Dit document is geschreven in het kader van het

Nadere informatie

Keuzedeel Ondernemend gedrag (geschikt voor niveau 1 en 2)

Keuzedeel Ondernemend gedrag (geschikt voor niveau 1 en 2) Keuzedeel Ondernemend gedrag (geschikt voor niveau 1 en 2) Examen voor de beoordelaar ID-code versie datum contact K0211 1.0 12 juli 2017 Jan Groothuis Examen Ondernemend gedrag (geschikt voor niveau 1

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Faculteit Geesteswetenschappen BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Onderstaand formulier betreft de beoordeling van het stageverslag en het onderzoeksverslag. Deze wordt door de begeleidende

Nadere informatie

HANDLEIDING PORTFOLIO BEWEEGDESKUNDIGE NAH

HANDLEIDING PORTFOLIO BEWEEGDESKUNDIGE NAH HANDLEIDING PORTFOLIO BEWEEGDESKUNDIGE NAH INFORMATIE VOOR DE CURSIST / EXAMENKANDIDAAT Stappenplan Proeve van Bekwaamheid Fit!vak Beweegdeskundige Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Verwerven competenties

Nadere informatie

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend. Naam student: Studentnummer: Evaluatieformulier meewerkstage CE In te vullen door de bedrijfsbegeleider van de stage biedende organisatie voorafgaand aan het eindgesprek met de stagedocent. De stagiair

Nadere informatie

PRAKTIJK EN STAGE JAAR 2 EN 3

PRAKTIJK EN STAGE JAAR 2 EN 3 PRAKTIJK EN STAGE JAAR 2 EN 3 VAKOMSCHRIJVING Onderwijsvorm: Deeltijdonderwijs Studiejaar: 2018-2019 Vakgroep: Opleiding Missionair Werk Locatie: Amersfoort Docent: Haije Bergstra MA Studiepunten: 6 EC

Nadere informatie

Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg Werkproces VZ-IG 1.1 Stelt (mede) het zorgplan op De verzorgende-ig verzamelt gegevens om de

Nadere informatie

Traineeship jeugdzorgwerker

Traineeship jeugdzorgwerker Bijlagen 1 proeve van bekwaamheid Traineeship jeugdzorgwerker Karin Kleine, projectleider Ontwikkeling traineeship HBO-afgestudeerden Marlous Beijer, projectsecretaris Jeugdzorg Nederland 1 Dit document

Nadere informatie

Afbeelding: TriamFloat Effectmetingsmodel

Afbeelding: TriamFloat Effectmetingsmodel Het meten van het effect van leren en ontwikkelen is een belangrijk thema bij onze klanten. Organisaties willen de toegevoegde waarde van leren weten en verwachten een professionele aanpak van de afdeling

Nadere informatie

Handleiding Stageminor LET 2019/2020

Handleiding Stageminor LET 2019/2020 Handleiding Stageminor LET 2019/2020 change perspective Stappenplan om stage te lopen Positie Stageminor Sinds 2014/2015 is een minorruimte van 30 EC onderdeel van het curriculum van alle bacheloropleidingen

Nadere informatie

Voorbereiding hbo kunstonderwijs

Voorbereiding hbo kunstonderwijs Keuzedeel mbo Voorbereiding hbo kunstonderwijs gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0184 Penvoerder: Sectorkamer ICT en creatieve industrie Gevalideerd door: Sectorkamer ICT en creatieve

Nadere informatie

Stagewijzer. Stagiairs

Stagewijzer. Stagiairs Stagewijzer Stagiairs Stagewijzer voor stagiairs De gemeente Emmen vindt het belangrijk om te investeren in toekomstige jonge professionals. We besteden daarom veel zorg aan de werving en begeleiding van

Nadere informatie

ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO

ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO Zelfevaluatie ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, AL pleiding Academie voor Lichamelijke pvoeding Februari 2013 Zelfevaluatie ten behoeve van het beoordelingsportfolio

Nadere informatie

Informatie voor assessoren bij het 2 e jaars gedragsassessment

Informatie voor assessoren bij het 2 e jaars gedragsassessment Hogeschool van Amsterdam Informatie voor assessoren bij het 2 e jaars gedragsassessment Bachelor: Sociaal Pedagogische Hulpverlening Voltijd Domein: Maatschappij en Recht December 2012 1. Inleiding Deze

Nadere informatie

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep

Proeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep Proeve van Bekwaamheid kerntaak 2 Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep ROC van Amsterdam,augustus 2007 Voorwoord Voor u ligt een proeve van bekwaamheid voor

Nadere informatie

Handleiding Mbo-hbo doorstroomassessment jij en het hbo ..een succesvolle combinatie?

Handleiding Mbo-hbo doorstroomassessment jij en het hbo ..een succesvolle combinatie? Handleiding jij en het hbo..een succesvolle combinatie? Inhoudsopgave Leeswijzer 3 Inleiding 4 1. Het portfolio 5 1.1 Kwaliteitseisen 5 1.2 Samenstelling van het portfolio 5 1.3 Inleveren portfolio 6 1.4

Nadere informatie

Intercultureel vakmanschap in de stage

Intercultureel vakmanschap in de stage Handreiking C Intercultureel vakmanschap in de stage Handreiking voor hsao-opleidingen en stageverlenende instellingen in de jeugdzorg HBO-raad, oktober 2012 Project intercultureel vakmanschap in het hsao

Nadere informatie

Porfolio. Politie Vormingscentrum

Porfolio. Politie Vormingscentrum Porfolio 1. Inleiding 2. Wat is een portfolio? Hoe gebruik je het portfolio Reflectieverslagen Persoonlijke leerdoelen formuleren Werkwijze en denkmodel om opgaven/problemen op te lossen 1. INLEIDING Ligt

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak E Beginner Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 95 Versie: E BEGINNER 1516 Fase: beginner Naam deelnemer:.

Nadere informatie

Portfolio. voor pedagogisch medewerkers. om het eigen leerproces vorm te geven en te volgen

Portfolio. voor pedagogisch medewerkers. om het eigen leerproces vorm te geven en te volgen Portfolio voor pedagogisch medewerkers om het eigen leerproces vorm te geven en te volgen Colofon Z evenzien methodiek voor ontwikkelingsgericht werken met kinderen bestaat uit: Map Handreiking voor

Nadere informatie

Organisatie van werkzaamheden

Organisatie van werkzaamheden Organisatie van werkzaamheden Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteurs: Rubus Opleidingspartners, Richard Prins Inhoudelijke redactie: Jessica Satink

Nadere informatie

Eindverslag stage jaar 1

Eindverslag stage jaar 1 Eindverslag stage jaar 1 In de stagegids jaar 1 kun je alle achtergrondinformatie over de stage vinden. In de bijlage van de stagegids staat ook een overzicht (tabel) met alle documenten die van belang

Nadere informatie

Eindassessment HU pabo

Eindassessment HU pabo Eindassessment HU pabo Presentatie t.b.v. assessoren 6 juni 2018 Team afstudeerfase 2017-2018 Ontwikkeling afstudeerfase Herontwerp: Onderzoekend werken integreren in programma afstudeerfase Verhogen studeerbaarheid,

Nadere informatie

Module 9 Kennis delen en coachen

Module 9 Kennis delen en coachen OPDRACHTEN Verzorgende IG Maatschappelijke Zorg Module 9 Kennis delen en coachen Inhoudsopgave Leeropdrachten 3 Leren 5 A Hoe leer ik? 5 B Bevorderende en belemmerende factoren 7 C Plan van aanpak bij

Nadere informatie

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Naam: Klas: praktijkbegeleider: Werkplek: Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Gedurende de opleiding werken de studenten in de praktijk aan praktijkopdrachten. Een schooljaar

Nadere informatie

Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven

Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven l Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven Pagina 1 van16 Werkprocessen en competenties gericht op het verpleegplan 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan

Nadere informatie

SW-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

SW-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf SW-B-K1-W3 (C) Versterkt de eigen kracht van de groep Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: 23185 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Colofon * Daar waar hij staat, wordt ook zij bedoeld en omgekeerd. * Waar cliënt

Nadere informatie

In de praktijk (en later in projectgroepen) leer je op een andere manier dan op school.

In de praktijk (en later in projectgroepen) leer je op een andere manier dan op school. Handleiding leerverslag. Inleiding In de praktijk (en later in projectgroepen) leer je op een andere manier dan op school. Binnen de HBO-V opleiding neemt bovengenoemde vorm van leren veel tijd in beslag

Nadere informatie

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT Uitvoeren van activiteiten met zorgvragers (Verpleeg- en verzorgingshuiszorg & thuiszorg) Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten Niveau

Nadere informatie

Kinderopvang Heyendael

Kinderopvang Heyendael Hoofdstuk: 5.5 (Personeel) Titel: Werkwijze en beleid tav stagiaires Procesbewaker: Praktijkopleider Bladzijden: 1 t/m 4 Kinderopvang Heyendael Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Soorten stageplekken 3. Organisatie

Nadere informatie

Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013

Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013 Bijlage 7: Het onderwijsprogramma van de opleidingen Pedagogiek mei 2013 Visie opleidingen Pedagogiek Hogeschool van Amsterdam Wij dragen als gemeenschap en daarom ieder van ons als individu, gezamenlijk

Nadere informatie

PROJECTFORMULIER het beste idee BOL Niv.3/4 verdiepingsfase

PROJECTFORMULIER het beste idee BOL Niv.3/4 verdiepingsfase 1 PROJECTFORMULIER het beste idee BOL Niv.3/4 verdiepingsfase De schriftelijke voorbereiding het idee (gezamenlijk + ) niv 3 & 4 Competentie Beoordelingscriteria Product O V G 1.1 inventariseert de situatie

Nadere informatie

Bijlage 2: Oorspronkelijke vragenlijst kwaliteit stage

Bijlage 2: Oorspronkelijke vragenlijst kwaliteit stage Bijlage 2: Oorspronkelijke vragenlijst kwaliteit stage Deze vragenlijst is de integrale vragenlijst zoals ze letterlijk werd overgenomen uit het werk Leren en beoordelen op de werkplek van Piet Hendriks

Nadere informatie

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER BOL PBGZ 12 / PBSD 9 Coördinatie, kwaliteit en voorlichting, profielfase Cohort 2016 2019 kwartiel 11 INSTROOMVEREISTEN:

Nadere informatie

Begeleidingsdocument

Begeleidingsdocument Student naam FOTO voornaam hogeschool Stagebegeleider naam voornaam Stageplaats instelling afdeling Stagementor naam voornaam Stageperiode van tot PAGINA 1/20 2. INDIVIDUEEL STAGETRAJECT Schrijf neer welke

Nadere informatie

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Competentieprofiel Instituut voor Interactieve Media Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Aangepast in maart 2009 Inleiding De opleiding Interactieve Media

Nadere informatie

Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager

Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager Beroepsopdracht 4 De geriatrische zorgvrager 1 Werkprocessen en competenties gericht op het verpleegplan 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan op. A: Beslissen en activiteiten initiëren

Nadere informatie

Heb je opmerkingen over deze BPV-wijzer of tips om de inhoud te verbeteren? Geef het door aan de BPV-coördinator van je opleiding.

Heb je opmerkingen over deze BPV-wijzer of tips om de inhoud te verbeteren? Geef het door aan de BPV-coördinator van je opleiding. DI NI R ER LE ST V EN BP VW IJZ E NG BPV-GEGEVENS NAAM STUDENTNUMMER SCHOOL / OPLEIDING Deze BPV-wijzer is gemaakt door de mbo-opleidingen Dienstverlening van Alfa-college, Drenthe College, Noorderpoort

Nadere informatie

LeerWerkPlan VLO fase 2, Zwolle

LeerWerkPlan VLO fase 2, Zwolle 12-10-2010 VLO fase 2, Zwolle Leerwerkplan leerjaar 1 Opmerkingen Werkplekbegeleider Handtekening Opdracht 1 Competentie gericht leren B4 Organisatorisch gedragsindicator: B 4.5 B6 Competent in het samenwerken

Nadere informatie

PRAKTIJKOPDRACHT 1 DOelgroepanalyse

PRAKTIJKOPDRACHT 1 DOelgroepanalyse PRAKTIJKOPDRACHT 1 DOelgroepanalyse SOCIAAL WERK Sociaal werk Student: Studentennummer: Klas: Stagebegeleider: SLB er: KD Sociaal Werk Crebo 23185 Afname periode leerjaar 1 periode 2 WERKPROCES P2-K1-W1:

Nadere informatie

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE Praktijk 8 Deeltijd

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE Praktijk 8 Deeltijd TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE Praktijk 8 Deeltijd Titel vak: Praktijk 8 Kwartaal: 4 Voltijd/deeltijd: Deeltijd Studiejaar: 2 Datum versie: April 2013 ECTS: 5 Assessoren: Vakcoördinator: Caroline Zijlstra, Chris

Nadere informatie

Beoordelingseenheid B Proeve van Bekwaamheid. Planmatig werken. Crebonummer: 92620

Beoordelingseenheid B Proeve van Bekwaamheid. Planmatig werken. Crebonummer: 92620 Beoordelingseenheid B Proeve van Bekwaamheid Planmatig werken Crebonummer: 92620 Opleiding Pedagogisch werker 3 kinderopvang Kwalificatieniveau 3 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 1 e herziene druk: december

Nadere informatie

Het maken van een casus is een onderdeel van beroepsprestatie 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties

Het maken van een casus is een onderdeel van beroepsprestatie 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties Docenthandleiding. Inleiding opdracht 1: schrijven van een casus. Het maken van een casus is een onderdeel van beroepsprestatie 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties Voor de leerlingen is

Nadere informatie

Beroepsgerichte Examens Consortium Beroepsonderwijs serie 2014 Zorg & Welzijn Instructie voor de examenkandidaat

Beroepsgerichte Examens Consortium Beroepsonderwijs serie 2014 Zorg & Welzijn Instructie voor de examenkandidaat Beroepsgerichte Examens Consortium Beroepsonderwijs serie 2014 Zorg & Welzijn Instructie voor de examenkandidaat Inleiding In dit document staat informatie die je nodig hebt wanneer je aan de slag gaat

Nadere informatie

Lesvoorbereidingsmodel

Lesvoorbereidingsmodel Gegevens student Gegevens basisschool Naam Naam Groep Voltijd Deeltijd Dagavond Plaats Studiejaar/periode Sem 1 Sem 2 Soort onderwijs Regulier Montessori Dalton OGO Studentnummer Stagementor(en) Email

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek 2018-2019 Opleidingsdeel voor de bachelor pedagogiek van Driestar hogeschool (onderdeel van Driestar educatief) Onderwijs- en examenregeling

Nadere informatie

Inspectierapport BSO De Kleine Reus (BSO) Klokkengieterlaan BA ZWOLLE Registratienummer

Inspectierapport BSO De Kleine Reus (BSO) Klokkengieterlaan BA ZWOLLE Registratienummer Inspectierapport BSO De Kleine Reus (BSO) Klokkengieterlaan 3 8043BA ZWOLLE Registratienummer 450636938 Toezichthouder: GGD IJsselland In opdracht van gemeente: Zwolle Datum inspectie: 11-08-2016 Type

Nadere informatie

31/08/2015 WERKPLEKLEREN BRUGOPLEIDING. Karen Vansteenkiste WERKPLEKLEREN. Definitie Werkvorm in de brugopleiding Voordelen Kenmerken Voorbeeld

31/08/2015 WERKPLEKLEREN BRUGOPLEIDING. Karen Vansteenkiste WERKPLEKLEREN. Definitie Werkvorm in de brugopleiding Voordelen Kenmerken Voorbeeld WERKPLEKLEREN BRUGOPLEIDING Karen Vansteenkiste WERKPLEKLEREN Definitie Werkvorm in de brugopleiding Voordelen Kenmerken Voorbeeld 1 Wat is werkplekleren? Werkpleklerenstaat voor leren op en via de leeromgeving

Nadere informatie

Inspectierapport Zand op de mat (GOB) Cattepoelseweg CH ARNHEM Registratienummer

Inspectierapport Zand op de mat (GOB) Cattepoelseweg CH ARNHEM Registratienummer Inspectierapport Zand op de mat (GOB) Cattepoelseweg 220 6815CH ARNHEM Registratienummer 102599312 Toezichthouder: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden In opdracht van gemeente: Arnhem Datum

Nadere informatie

Beroepsregistratie en herregistratie. in de jeugdhulp en

Beroepsregistratie en herregistratie. in de jeugdhulp en Ik ben begeleider in de gehandicaptenzorg Ik ben jeugdzorgwerker Ik ben sociaal werker Beroepsregistratie en herregistratie in de jeugdhulp en jeugdbescherming: wat vraagt het van jou? Ik werk nog niet

Nadere informatie

WORKSHOP: Wat zijn uw eigen competenties?

WORKSHOP: Wat zijn uw eigen competenties? LOGO-congres 15 juni 2012 Onderwijsvernieuwing met Ambitie en Passie WORKSHOP: Wat zijn uw eigen competenties? Theo Bouman & Valerie Hoogendoorn Opleidingsinstituut PPO Groningen 1 Doel Feeling te krijgen

Nadere informatie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie Toetsvormen Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie 1 Waarom wordt er getoetst? Om te beoordelen in hoeverre de student in staat is te handelen zoals op academisch

Nadere informatie

Opleiding Verzorgende IG PROEVE

Opleiding Verzorgende IG PROEVE Opleiding Verzorgende IG PROEVE Uitleg Albeda College Branche Gezondheidszorg Kwalificatieniveau 3 Cohort: 2015-2016 Crebocode: 95530 Februari 2015 Naam student: Proeve Cohort 2012-2013 verzorgende IG

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 7 PROFESSIONELE GESPREKKEN

OPDRACHTEN BIJ THEMA 7 PROFESSIONELE GESPREKKEN OPDRACHTEN BIJ THEMA 7 PROFESSIONELE GESPREKKEN Een professioneel gesprek moet je altijd voorbereiden! INLEIDING Je voert dagelijks gesprekken. En dat doe je vaak op de automatische piloot. Professionele

Nadere informatie

Welzijn-breed (gespecialiseerd pedagogisch medewerker in de kinderopvang) BOL

Welzijn-breed (gespecialiseerd pedagogisch medewerker in de kinderopvang) BOL Crebo Duur Niveau Leerweg Start 25484 3 jaar Niveau 4 BeroepsOpleidende Leerweg (BOL) Augustus (bij voldoende aanmeldingen) Locatie(s) Auditorium, Elst Onze opleidingen in Elst kenmerken zich door kleinschaligheid

Nadere informatie

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn. Beroepstaak E Beginner OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE Ondersteuningsmagazijn Beroepstaak E Beginner Albeda college Branche gezondheidszorg Kwalificatieniveau 4 Crebo 95 Versie: Juli 2013 Fase: beginner Naam deelnemer:. 2

Nadere informatie

ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW

ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW ASSESSMENTS VAN DE BACHELOR LGL en GPW FHTL, UTRECHT 2017-2018 Inhoudsopgave INLEIDING 3 PROPEDEUSE- ASSESSMENT 4 TOELATINGSEISEN VOOR HET ASSESSMENT: 4 INHOUD VAN HET PORTFOLIO 4 OPMERKINGEN 5 HOOFDFASE-

Nadere informatie

Criteria. De beroepencarrousel

Criteria. De beroepencarrousel Criteria Sector vmbo basis vmbo kader / theoretisch havo / vwo mbo niveau 1-2 mbo niveau 3-4 Fase van de opleiding begin van de opleiding tijdens de opleiding einde van de opleiding Loopbaancompetentie

Nadere informatie

Inleiding. Start met proefabonnement. acadin 1

Inleiding. Start met proefabonnement. acadin 1 Inleiding Acadin is een leeromgeving met veel faciliteiten en een grote hoeveel leeractiviteiten. Het succevol implementeren ervan, vraagt om doordachte keuzes. Voor u ligt de opzet van een plan van aanpak

Nadere informatie

Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1

Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1 Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1 Dit profiel bevat de taken en competenties voor de schoolopleider en de schoolcoördinator, geordend naar de bekwaamheidsgebieden van de Velon beroepsstandaard.

Nadere informatie

Minor Toegepaste Psychologie

Minor Toegepaste Psychologie Minor Toegepaste Psychologie 1 Inleiding Waarom houden mensen zich niet aan dieetvoorschriften? Hoe kan ik ze dan stimuleren om dat wel te doen? Hoe kan ik teamsporters leren om beter om te gaan met zelfkritiek?

Nadere informatie

Project. Deskundigheidsbevordering 1

Project. Deskundigheidsbevordering 1 Project Deskundigheidsbevordering 1 Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Nienke Koopman Inhoudelijke redactie: Napona Smid Titel: Deskundigheidsbevordering

Nadere informatie

Een flexibele deeltijdopleiding die inspeelt op de actualiteit van het sociaal werk

Een flexibele deeltijdopleiding die inspeelt op de actualiteit van het sociaal werk Een flexibele deeltijdopleiding die inspeelt op de actualiteit van het sociaal werk Inhoud 1. Heldere onderwijsvisie 2. Opleiden op maat 3. Online leren 4. Samen verantwoordelijk 5. Modulaire opleiding

Nadere informatie

Klinisch redeneren BBL/BBL-i/ BOL/Vakbekwaam/HBOV Opdracht: Start klinisch redeneren: - observeren van een patiënt.

Klinisch redeneren BBL/BBL-i/ BOL/Vakbekwaam/HBOV Opdracht: Start klinisch redeneren: - observeren van een patiënt. Klinisch redeneren BBL/BBL-i/ BOL/Vakbekwaam/HBOV Opdracht: Start klinisch redeneren: - observeren van een patiënt. Inleiding In dit onderdeel beschrijven we de opdracht, maar allereerst krijg je algemene

Nadere informatie

Cursus. Ontwikkeling van het beroep en de beroepshouding

Cursus. Ontwikkeling van het beroep en de beroepshouding Cursus Ontwikkeling van het beroep en de beroepshouding Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur(s): Marcella Spithoven Inhoudelijke redactie: Floortje

Nadere informatie

Meander Nijmegen. Samen groot worden. Zorg voor jeugdigen. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen BEGELEID (KAMER) WONEN

Meander Nijmegen. Samen groot worden. Zorg voor jeugdigen. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen BEGELEID (KAMER) WONEN BEGELEID (KAMER) WONEN OPVOEDINGS- ONDERSTEUNING HULP OP MAAT LOGEERHUIS Meander Nijmegen stgmeander.nl Zorg voor jeugdigen Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen Samen groot

Nadere informatie

Kinderopvang Dikkertje Dap. BPV Beleidsplan. Document: 3.12 Eigenaar: Gerrie Behet. Versie: Pagina 1 van 8

Kinderopvang Dikkertje Dap. BPV Beleidsplan. Document: 3.12 Eigenaar: Gerrie Behet. Versie: Pagina 1 van 8 1 Versie: 21-04-2015 Pagina 1 van 8 2 Inhoudsopgave Pag. Inleiding 3 Missie 4 Visie opleiden De Beroepspraktijk Vorming (bpv) 5 1. Voorwaarden voor het leerproces Taken en verantwoordelijkheden van alle

Nadere informatie

De ideale stageplek voor de HBO en de MBO student

De ideale stageplek voor de HBO en de MBO student De ideale stageplek voor de HBO en de MBO student Aanleiding Het WOZ streeft naar kwalitatief en kwantitatief passend opleiden voor Zorg en Welzijn in West-Brabant 2020. Vanuit het werkoverleg zorg (WOZ)

Nadere informatie

MAATSCHAPPELIJKE STAGE

MAATSCHAPPELIJKE STAGE 1. zoek een stageplek a. via de stagemarkt begin oktober in de aula. b. Eigen stage Stageboek 2. maak een afspraak met je stagebegeleider. Denk aan je stage contract MAATSCHAPPELIJKE STAGE Havo-4 van:

Nadere informatie

Nul- en voortgangsmeting met voorwaardelijke opdrachten Commercie niveau 3

Nul- en voortgangsmeting met voorwaardelijke opdrachten Commercie niveau 3 Nul- en voortgangsmeting met voorwaardelijke opdrachten Commercie niveau 3 Basisdeel - Kerntaak 1 Onderzoekt de markt en doet voorstellen voor commercieel beleid deelnemer bedrijf praktijkopleider school

Nadere informatie

Inspectierapport Gastouderbureau Prokino Harderwijk-Ermelo (GOB) Van Asch van Wijcklaan KV Ermelo Registratienummer

Inspectierapport Gastouderbureau Prokino Harderwijk-Ermelo (GOB) Van Asch van Wijcklaan KV Ermelo Registratienummer Inspectierapport Gastouderbureau Prokino Harderwijk-Ermelo (GOB) Van Asch van Wijcklaan 10 3853 KV Ermelo Registratienummer 161328714 Toezichthouder: GGD Noord en Oost Gelderland In opdracht van gemeente:

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie