Rapport van het inspectiebezoek aan Zorggroep West- en Midden Brabant, Thebe Holdings B.V., locatie Aeneas in Breda op 18 augustus 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rapport van het inspectiebezoek aan Zorggroep West- en Midden Brabant, Thebe Holdings B.V., locatie Aeneas in Breda op 18 augustus 2015"

Transcriptie

1 Rapport van het inspectiebezoek aan Zorggroep West- en Midden Brabant, Thebe Holdings B.V., locatie Aeneas in Breda op 18 augustus 2015 Utrecht oktober 2015 V

2 Inhoud 1 Inleiding Aanleiding en belang Doelstelling bezoek Methode Toetsingskader en handhaving Beschrijving locatie Conclusie en beschouwing Overzicht van de resultaten Visie onvoldoende zichtbaar Methodisch werken verbeteren Conclusie: de zorg wordt ten dele volgens de kernelementen uitgevoerd Handhaving Resultaatsverslag Beoordeling van overige locaties Vervolgacties inspectie Bevindingen Kernelement 1: De zorgaanbieder heeft een aantoonbare en geïmplementeerde visie op de zorg aan mensen met een vorm van dementie Kernelement 2: De medewerker kent de cliënt en zijn gedrag en rapporteert hierover Kernelement 3: De zorgaanbieder betrekt het netwerk van de cliënt bij essentiële momenten in het zorgproces Kernelement 4: Een multidisciplinair team met in ieder geval een verzorgende, arts en psycholoog zorgt dat zorgdoelen en interventies gebaseerd zijn op (een) gezamenlijk gedragen probleemstelling(en) Kernelement 5: Het multidisciplinaire team maakt aantoonbaar een analyse van het onbegrepen gedrag met nagaan van oorzaken op lichamelijk, psychisch en sociaal terrein Kernelement 6: Om de risico s van het gedrag zoveel mogelijk te verkleinen passen medewerkers eerst persoonsgerichte psychosociale interventies toe en leggen ze deze vast in het zorgdossier Kernelement 7: Psychofarmaca volgens de landelijk geldende richtlijnen toepassen Kernelement 8: De multidisciplinaire afspraken ten minste twee maal per jaar evalueren met etra aandacht voor het mogelijk staken van psychofarmaca Bijlage 1 Geraadpleegde documenten Bijlage 2 Uitleg observatiemethode SOFI Bijlage 3 Overzicht wetten, veldnormen en rapporten Pagina 2 van 23

3 1 Inleiding De Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna: de inspectie) heeft op 18 augustus 2015 een onaangekondigd bezoek gebracht aan Woonzorgcentrum Thebe/ Aeneas (hierna: Aeneas) in Breda. In het eerste hoofdstuk van dit rapport beschrijft de inspectie het kader waarbinnen zij het bezoek bracht. In de hoofdstukken hierna volgen de conclusie en beschouwing, de handhaving met daarin de maatregelen die de zorgaanbieder moet nemen en tenslotte de bevindingen. 1.1 Aanleiding en belang De taak van de inspectie is het bevorderen van de naleving van wet- en regelgeving, (beroeps)normen, richtlijnen en standaarden bij onder toezicht staande zorgaanbieders. De inspectie doet dit niet vanuit de opvatting regels zijn regels, maar vanuit de overtuiging dat regels en (beroeps)normen er zijn om risico s tegen te gaan en gezondheidsschade te voorkomen. Etra aandacht gaat uit naar kwetsbare groepen. In dit kader verricht de inspectie binnen de langdurige zorg onderzoek naar de zorg voor ouderen met onbegrepen gedrag voortkomend uit een vorm van dementie. In vervolg op het project Zorg aan ouderen met onbegrepen gedrag voortkomend uit een vorm van dementie in 2014, toetst de inspectie in 2015 bij 25 zorgaanbieders de zorg aan deze doelgroep. 1.2 Doelstelling bezoek De gewenste uitkomst van het onderzoek in 2014 en 2015 is dat de zorg voor cliënten met onbegrepen gedrag, voortkomend uit een vorm van dementie, volgens de normen wordt geleverd. De doelstelling van de inspectiebezoeken in 2015 is te beoordelen in hoeverre de geboden zorg voldoet aan de 8 kernelementen 1 die zijn gebaseerd op relevante wet- en regelgeving, (beroeps)normen, richtlijnen en standaarden. In 2014 heeft de inspectie, bij de bezoeken in het kader van bovengenoemd onderzoek, beschrijvende rapporten zonder oordeel opgesteld om zo het onderwerp in het veld te agenderen. De inspectie maakte voor het eerst gebruik van de mogelijkheid om in een algemene ruimte van een zorglocatie gedurende enige tijd de zorg aan cliënten te observeren met een gevalideerde methode. Hierdoor kon de inspectie de zorg meer vanuit het cliëntperspectief toetsen. In 2015 zijn de rapporten van de inspectie wederom beschrijvend, echter nu wel voorzien van een oordeel. De inspectie vraagt zonodig aan de zorgaanbieder om, na drie maanden, (de resultaten en eventuele planning van) verbeteringen te rapporteren. 1.3 Methode De inspectie gebruikt een bezoekinstrument op basis van de 8 kernelementen voor zorg aan mensen met onbegrepen gedrag. In het instrument zijn de kernelementen als veldnormen vastgelegd. Elk kernelement bestaat uit een aantal beoordelingsaspecten. De inspectie beoordeelt het kernelement op basis van de bevindingen tijdens het bezoek. Om tot een oordeel te komen gebruikte de inspectie informatie uit verschillende bronnen. Zo voerde de inspectie gesprekken met cliënten/ cliëntvertegenwoordigers, verschillende medewerkers, de arts en de psycholoog en het management van de locatie. Ook gebruikte de inspectie schriftelijke informatie uit (beleids)documenten (zie bijlage 1) en cliëntdossiers. 1 De kernelementen hebben hun oorsprong in het rapport Omgaan met onbegrepen gedrag bij dementie. Inventarisatie richtlijnen en inzichten rondom ombegrepen gedrag bij ouderen met dementie (Vilans en Trimbos-instituut) Pagina 3 van 23

4 Daarnaast kreeg de inspectie tijdens een rondleiding een algemene indruk gekregen van de omgeving van de cliënten. Een onderdeel van het bezoekinstrument zijn observaties van maimaal vijf cliënten in openbare ruimtes van een zorglocatie. Deze methode genaamd SOFI (Short Observational Framework for Inspection) is een observatie-instrument dat als doel heeft de zorg vanuit het perspectief van de cliënt in kaart te brengen (zie bijlage 2). Tijdens een observatieperiode van bij dit bezoek twee keer 30 tot 45 minuten - hebben twee inspecteurs een indruk gekregen hoe cliënten de zorg ervaren en van de manier waarop medewerkers met cliënten omgaan. De observatie heeft in twee verschillende huiskamers plaatsgevonden, tussen de koffie en de lunch en tijdens de lunch. Tijdens de observaties waren in beide huiskamers meerdere medewerkers aanwezig. Resultaten van de SOFI-observaties worden altijd gebruikt in combinatie met de informatie uit de verschillende hierboven genoemde bronnen (triangulatie). 1.4 Toetsingskader en handhaving De kernelementen en beoordelingsaspecten die de inspectie hanteerde, zijn gebaseerd op de wet- en regelgeving en de daarvan afgeleide veldnormen van de koepelorganisaties en branche- en beroepsverenigingen. Een overzicht van het normenkader is opgenomen in bijlage 3. De inspectie vraagt maatregelen aan de zorgaanbieder indien de/een kernelement(en) niet of deels voldoen/voldoet. Indien nodig vraagt de inspectie een resultaatverslag en brengt de inspectie een follow up bezoek. 1.5 Beschrijving locatie Woonzorgcentrum Aeneas in Breda is een van de meer dan twintig woonzorgcentra die onderdeel uitmaken van Thebe. Thebe is een zorg- en dienstverleningsorganisatie (kraamzorg, thuiszorg en zorg in woonzorgcentra) in het gebied Midden- en West-Brabant. Naast revalidatiezorg en somatische zorg zijn er vier kleinschalige wooneenheden. Twee woongroepen betreffen de zorg voor jonge mensen (onder de 60 jaar) met dementie (elk zeven plaatsen) en twee woongroepen voor oudere mensen met dementie (elk acht plaatsen). Verder is er nog een grootschalige afdeling voor 22 cliënten. Deze afdeling is in de oude vleugel, de kleinschalige afdelingen zijn aangebouwde nieuwbouw. De inspectie heeft bij haar bezoek de huiskamers geobserveerd van de groot- en kleinschalige wooneenheden voor ouderen met dementie en een huiskamer van de wooneenheid voor jongere mensen met dementie. De huiskamers voor kleinschalige zorg hebben een open keuken, één of meer tafels met zelfde type stoelen, één of meer zithoekjes. Elke wooneenheid heeft zijn eigen gang met eigen kamer voor de cliënt. Twee cliënten delen samen een badkamer met wc in de gang. De grootschalige afdeling bestaat uit één gang waaraan twee huiskamers zijn verbonden. De huiskamers zijn qua grootte te vergelijken met een zaal met één zeer grote tafel en meerdere kleinere tafels en een open keuken. Her en der zijn er zitjes met fauteuils. Terwijl de kleinschalige wooneenheden op de eerste en tweede verdieping zijn gesitueerd, zonder balkon, heeft de grootschalige afdeling het voordeel op de begane grond geplaatst te zijn. Daar kunnen de cliënten wanneer ze willen naar buiten naar een groot, afgesloten terras met zitjes. Pagina 4 van 23

5 Bij de woongroep voor kleinschalige zorg levert één zorgmedewerker niveau 3 of een verpleegkundige de zorg aan 7 á 8 cliënten. Op de grootschalige afdeling zijn er in totaal vier zorgmedewerkers aanwezig, waarvan minstens twee verzorgende niveau 3. Het management gaf aan een hoger deskundigheidsniveau te gaan inzetten voor de dementiezorg. Vanaf 1 september 2015 betekent dit dat er geen medewerkers met niveau 1 of 2 werkzaam zijn op de wooneenheden. De specialisten ouderengeneeskunde of huisarts i.o. zijn verantwoordelijk voor de medische zorg/dementiezorg in Aeneas. Verder zijn er disciplines betrokken bij de zorg zoals een psycholoog, ergotherapeut, fysiotherapeut, psycho/senso-motorische therapeuten. De meeste specialisten zijn grotendeels in dienst van Thebe. Op de wooneenheden voor jonge mensen met dementie spelen dagactiviteiten een grotere rol dan op de kleinschalige afdelingen. Er zijn structurele activiteiten zoals muziektherapie en wandelen. Bij het uitvoeren van sociale activiteiten vraagt woonzorgcentrum Aeneas een grote inbreng van familie en vrijwilligers. Familie wordt verder nauw betrokken bij het meedenken in visie en uitvoering van de visie en het beleid. Thebe is momenteel bezig met een ontwikkelingsplan voor het invoeren van een visie gericht op de trends en verwachtingen voor de zorg in het jaar Pagina 5 van 23

6 voldoet Voldoet deels Voldoet niet Rapport van het inspectiebezoek aan Verpleeghuis Aeneas in Breda op 18 augustus Conclusie en beschouwing Dit hoofdstuk start met een totaaloverzicht van de scores per kernelement. Hierna volgen paragrafen met een beschouwend karakter. Tenslotte geeft de inspectie haar conclusie. Voor de bevindingen van de inspectie: zie hoofdstuk Overzicht van de resultaten Tabel 1 biedt een overzicht van de oordelen per kernelement. Kernelement 1. De zorgaanbieder heeft een aantoonbare en geïmplementeerde visie op de zorg aan mensen met een vorm van dementie 2 De medewerker kent de cliënt en zijn gedrag en rapporteert hierover 3 De zorgaanbieder betrekt het netwerk van de cliënt bij essentiële momenten in het zorgproces 4 Een multidisciplinair team met in ieder geval een verzorgende, arts en psycholoog zorgt dat zorgdoelen en interventies gebaseerd zijn op (een) gezamenlijk gedragen probleemstelling(en) 5 Het multidisciplinaire team maakt aantoonbaar een analyse van het onbegrepen gedrag met nagaan van oorzaken op lichamelijk, psychisch en sociaal terrein 6 Om de risico s van het gedrag zo veel mogelijk te verkleinen passen medewerkers eerst persoonsgerichte psychosociale interventies toe en leggen ze deze vast in het zorgdossier 7 Psychofarmaca volgens de landelijk geldende richtlijnen toepassen 8 De multidisciplinaire afspraken ten minste twee maal per jaar evalueren met etra aandacht voor het mogelijk staken van psychofarmaca Pagina 6 van 23

7 2.2 Visie onvoldoende zichtbaar Tijdens de observaties van de inspectie in huiskamers was in de uitvoer van de zorg niet zichtbaar wat de visie was. De visie en het ontwikkelen en implementeren van een hernieuwde visie heeft momenteel de aandacht van de organisatie. De huidige gedocumenteerde visie gaat uit van de eigen regie van de cliënt en van mogelijkheden die cliënten nog hebben, in plaats van onmogelijkheden. Ook deze visie was in de uitvoer echter niet zichtbaar. Medewerkers werkten vooral taakgericht. De cliënten zaten veelal aan lege tafels. Ook als er mogelijkheden waren om cliënten te betrekken, bijvoorbeeld bij het koffie rondbrengen en dekken van tafels e.d. vond dit niet plaats. Aeneas is een hernieuwde visie op dementie en wonen aan het ontwikkelen en implementeren. In lijn met de visie wordt het netwerk en de familie van de cliënt steeds meer betrokken. Zowel op cliëntniveau bij individuele- en groepsactiviteiten als op beleidsniveau bij het mee ontwikkelen van de nieuwe visie. De visie wordt uitgewerkt in beleid zoals in de Module Onbegrepen Gedrag. Hierin staat een zinvolle daginvulling bij het voorkomen van onbegrepen gedrag beschreven. De inspectie constateert dat het hieraan nog ontbreekt. Uitvoer geven aan een visie wordt kwetsbaar als de uitvoer grotendeels afhangt van de inzet van vrijwilligers of familie. Monitoren of er uitvoer gegeven kan worden aan de visie is een randvoorwaarde om vervolgens een visie zichtbaar te laten zijn. 2.3 Methodische werken verbeteren Zorgdossiers boden onvoldoende overzichtelijkheid om het methodisch werken te ondersteunen. Het was bijvoorbeeld niet zichtbaar welke psychosociale interventies er al dan niet ingezet waren. Behandel- en zorgleefplandoelen waren onvoldoende met elkaar in overeenstemming. Dit belemmert het efficiënt evalueren van het zorgproces rondom de cliënt. Medewerkers waren creatief om binnen eigen teams naar oplossingen te zoeken om meer afstemming te realiseren zoals bijvoorbeeld het organiseren van een overleg met alle betrokken disciplines van de cliënt. Tijdens het inspectiebezoek bleek dat deze positieve ervaring niet gedeeld was met andere teams. Organisatiebreed methodisch werken, evalueren en van elkaar leren is nodig om kwaliteitszorg vorm te geven. 2.4 Conclusie: de zorg wordt ten dele volgens de kernelementen uitgevoerd De zorg aan cliënten met onbegrepen gedrag werd in Aeneas ten dele volgens de kernelementen uitgevoerd. Dit betekend dat verantwoorde zorg niet altijd gegarandeerd is. Om de risico s te beperken wordt van u verwacht dat u maatregelen neemt. In hoofdstuk 3 staan de te nemen maatregelen vermeld en worden de vervolgacties aangegeven. Pagina 7 van 23

8 3 Handhaving In dit hoofdstuk beschrijft de inspectie wat zij van de zorgaanbieder verwacht. De inspectie gaat ervan uit dat hoofdstuk 4 voldoende informatie bevat om de benodigde verbeteringen uit te voeren. De inspectie verwacht van de zorgaanbieder dat hij maatregelen neemt om te voldoen aan de kernelementen. 3.1 Resultaatsverslag De inspectie verwacht dat de zorgaanbieder de noodzakelijk verbetermaatregelen neemt en de inspectie daarvan een resultaatsverslag stuurt. Dit resultaatsverslag verwacht de inspectie drie maanden na het versturen van het vastgestelde rapport. De inspectie verwacht per beoordelingsaspect dat niet of deels voldoet een resultaatsverslag waarin staat: - Of de zorgaanbieder voldoet aan het beoordelingsaspect of wat de planning is om aan het beoordelingsaspect te gaan voldoen. - De aanpak en acties waarmee de zorgaanbieder bereikt dat aan het beoordelingsaspect is voldaan. - De wijze waarop is gemeten dat de zorgaanbieder aan het beoordelingsaspect voldoet. 3.2 Beoordeling van overige locaties De inspectie verwacht dat het verantwoordelijk management ook in andere locaties en in andere teams beoordeelt of aan de kernelementen en beoordelingsaspecten wordt voldaan en zo nodig passende maatregelen neemt. 3.3 Vervolgacties inspectie Op basis van het ontvangen resultaatsverslag beoordeelt de inspectie of vervolgacties nodig zijn. Een aangekondigd of onaangekondigd hertoetsbezoek aan Aeneas behoort tot de mogelijke vervolgacties. Pagina 8 van 23

9 Voldoet Voldoet deels Voldoet niet Niet beoordeeld Rapport van het inspectiebezoek aan Verpleeghuis Aeneas in Breda op 18 augustus Bevindingen In dit hoofdstuk geeft de inspectie weer wat zij aantrof tijdens het inspectiebezoek. Elk kernelement is beschreven. De beschrijving is gebaseerd op de wet- en regelgeving, de veldnormen en richtlijnen. Per kernelement zijn een aantal beoordelingsaspecten beschreven die voortkomen uit richtlijnen en veldnormen. Tijdens het bezoek heeft de inspectie gekeken naar de uitvoering van de beoordelingsaspecten. Het resultaat is een oordeel per kernelement: voerde de zorgaanbieder de zorg volgens het kernelement, deels volgens het kernelement of niet volgens het kernelement uit? Per beoordelingsaspect is aangegeven of het voldoet, gedeeltelijk voldoet of niet voldoet. De inspectie illustreert haar oordeel met positieve en negatieve voorbeelden. Niet beoordeeld betekent dat de situatie waarop het beoordelingsaspect van toepassing is, op de locatie wel voorkomt, maar niet aan de orde is geweest tijdens het bezoek. 4.1 Kernelement 1: De zorgaanbieder heeft een aantoonbare en geïmplementeerde visie op de zorg aan mensen met een vorm van dementie. De zorgaanbieder heeft aantoonbaar een visie/beleid2 waaruit blijkt vanuit welke gedachte en op welke manier hij zorg aan mensen met dementie wil bieden. Uit deze visie blijkt dat de zorgaanbieder het streven ondersteunt om het onbegrepen gedrag bij mensen met dementie te onderzoeken, te begrijpen en oorzaken van (probleem oproepend) onbegrepen gedrag aan te pakken. De visie wordt vertaald naar beleid. Uit onderzoek blijkt dat een visie vooral dan bijdraagt aan het succes van een woonvoorziening wanneer deze niet alleen op papier staat, maar ook in de praktijk is doorgevoerd en wordt nageleefd. Kernelement (KE) met beoordelingsaspecten: Kernelement KE 1 De zorgaanbieder heeft een aantoonbare en geïmplementeerde visie op de zorg aan mensen met een vorm van dementie 1.1 De zorgaanbieder heeft vastgelegd vanuit welke visie hij zorg aan mensen met een vorm van dementie biedt. 1.2 De zorgaanbieder toetst de praktijk continu aan de visie. 1.3 De visie is leidraad voor personeels- en familiebeleid. 2 De gevraagde visie kan onderdeel zijn van een grotere, bredere visie van de zorgaanbieder. Ook het op de visie gebaseerde beleid (hoe wordt de visie in de praktijk gebracht) kan onderdeel zijn van een groter/breder beleid. Pagina 9 van 23

10 Toelichting per beoordelingsaspect 1.1 In de visie van Thebe staat beschreven dat elke zorgvrager uniek is, met een eigen achtergrond, leefsituatie, verwachtingen en behoeften. De regie voor het eigen leven ligt bij de cliënt. Het doel is het bevorderen en behouden van de zelfstandigheid en het welbevinden van de cliënten. Thebe heeft recent de toekomstvisie 2020 en doelen voor Thebe Intramuraal vastgelegd. In deze visie staat een waarde-vol leven en waarde-vol zorgen centraal. De locaties, zoals Aeneas, waren bezig om een vertaling te maken voor de afdelingen. Aeneas doet mee aan een pilot binnen Thebe waarbij cliënten, de familie, netwerk en professionals een gezamenlijke visieconceptontwikkeling formuleren. Zo was er beschreven wat Aeneas in het algemeen belangrijk vindt voor dementie&wonen. De afdelingen voor jonge mensen met een vorm van dementie waren nog bezig met een beschrijving. 1.2 Doordat Aeneas een pilotlocatie voor de nieuwe visie is, waren er visieactiviteiten gepland. Zo gaan medewerkers najaar 2015 onder andere trainingen krijgen waarbij zij persoonlijk geconfronteerd worden met verlies van eigen regie en inzicht krijgen in het effect van gedrag. Medewerkers gaven aan dat de cliënt centraal staat. Ze benoemden dat eigen regie over eigen leven een onderdeel van de visie is. Ook gaan zij uit van wat cliënten nog wel kunnen in plaats van wat zij niet kunnen, aldus de medewerkers. Tijdens de observatie zag de inspectie medewerkers voornamelijk taakgericht werken. Op de afdeling Turfvaart serveerden bijvoorbeeld medewerkers de warme maaltijd op borden vanuit speciale maaltijdwagens. Cliënten hadden bij de maaltijd geen enkele rol zoals bij de voorbereiding of met het opscheppen van eigen eten of het dekken van een tafel. De psycholoog gaf aan het jammer te vinden dat het sociale aspect de laatste jaren steeds minder geworden is. Voor mensen van de PG afdeling was het een probleem om activiteiten met hen uit te voeren. Voor dagactiviteiten zijn de cliënten geheel afhankelijk van vrijwilligers en familie. 1.3 Thebe vertaalde de visie door onder andere het opleidingsniveau van de medewerkers aan te gaan passen. Zo wil Thebe bij kleinschalig wonen minimaal niveau 3 IG hebben en de organisatie wil gaan sturen op verpleegkundig leiderschap. De Module Onbegrepen gedrag (1 mei 2015) waarin het observeren van gedrag centraal staat, zal in september 2015 van start gaan. In de nieuwe visie is er een grotere rol voor de cliënt, de familie en het netwerk beschreven in uitwerkingen van vormen van samenwerking en samenspraak. Pagina 10 van 23

11 Voldoet Voldoet deels Voldoet niet Niet beoordeeld Rapport van het inspectiebezoek aan Verpleeghuis Aeneas in Breda op 18 augustus Kernelement 2: De medewerker kent de cliënt en zijn gedrag en rapporteert hierover. Zorg voor de cliënt wordt geleverd vanuit het kennen van de cliënt. Medewerkers weten welk gedrag, welke stemming, normaal is voor die cliënt. Medewerkers laten in de praktijk zien dat zij cliënten kennen en dat zij signalen van onbegrepen gedrag kunnen herkennen, hierover kunnen rapporteren en op het gedrag kunnen reageren. Voor iedere cliënt is een individueel zorgleefplan beschikbaar dat aansluit op de levensloop3 en zorgbehoeften van de cliënt en dat, vanuit het cliëntperspectief, concreet geformuleerde doelen bevat. Uit het zorgleefplan blijkt dat signalen van het normale gedrag en het daarop afwijkende, onbegrepen gedrag bekend zijn. Beschreven staat hoe escalatie voorkomen kan worden en hoe de cliënt weer in een positieve stemming gebracht kan worden. In de rapportage4 is informatie over de duiding van onbegrepen gedrag en zo nodig preventie van escalatie en acties om de cliënt in een positieve stemming terug te brengen, terug te vinden. Het zorgleefplan komt multidisciplinair (kernelement 4) tot stand in samenwerking met de cliënt en/of zijn vertegenwoordiger (kernelement 3). Kernelement met beoordelingsaspecten: Kernelement KE 2 De medewerker kent de cliënt en zijn gedrag en rapporteert hierover X 2.1 De medewerker kent de cliënt. 2.2 De levensloopinformatie is aantoonbaar in het dossier opgenomen. 2.3 Medewerkers herkennen signalen van afwijkend gedrag van de cliënt en rapporteren hierover. 2.4 Medewerkers reageren ondersteunend5 naar de cliënt. Toelichting per beoordelingsaspect 2.1 Uit gesprekken en observaties bleek dat vaste medewerkers de cliënt en zijn gedrag kennen. Wel benoemden een cliëntvertegenwoordiger dat dit niet altijd gold voor invalkrachten waar Aeneas vooral in vakantieperioden regelmatig gebruik van moet maken. De cliëntvertegenwoordiger moest regelmatig aan invalkrachten en leerlingen het gedrag van de cliënt vertalen en uitleggen. Als voorbeeld noemde de cliëntvertegenwoordiger dat leerlingen met z n tweeën een cliënt in bad hielpen en hierbij haar gehoorapparaat uit deden. Deze leerlingen hadden niet in de gaten dat als zij met elkaar kletsen de cliënt zou kunnen denken dat het over haar gaat. Een andere cliëntenvertegenwoordiger gaf de inspectie aan dat de medewerkers haar partner goed kenden en dat ze goed inspeelden op de stemming van haar partner. 3 Levensloop: bedoeld wordt zowel de medische levensloop als de sociale levensloop. 4 Bedoeld wordt de (dagelijkse) rapportage waarin ten minste aan de hand van de zorgdoelen wordt gerapporteerd over het gebeurde, de rapportage van overleggen, de rapportage van anderen dan de verzorging. 5 Bedoeld wordt dat de medewerker de sterke kanten van de cliënt positief bekrachtigd. De cliënt weet zich daardoor gehoord en gezien. De houding van de medewerker is op de individuele cliënt afgestemd. Pagina 11 van 23

12 Tijdens de observatie zag de inspectie dat in een huiskamer zes cliënten aan tafel zaten. De medewerker kreeg in de gaten dat een cliënt zwijgend naar een hok met twee konijnen zat te kijken. Daarop gaf de medewerker een van de konijnen op een kussentje aan de cliënt. De cliënt glimlachte en streelde het konijn samen met de medewerker. In het zorgdossier las de inspectie in de levensgeschiedenis dat deze cliënt van dieren hield. 2.2 Het elektronisch cliëntendossier bestond uit twee delen, het behandelplan (Ysis) en het zorgleefplan (Caress). Medewerkers en behandelaren konden beide systemen openen en inzien. De systemen waren niet automatisch met elkaar verbonden. Afspraken die de specialist ouderengeneeskunde in het behandelplan schreef moest hij zelf handmatig ook in het zorgleefplan zetten. Niet iedere cliënt had een persoonsbeschrijving in het dossier. In de periode dat er nog papieren dossiers waren werden er uitvoeriger anamnese en levensgebeurtenissen beschreven. De psycholoog en de Bopz-arts gaven aan dit te missen. Sommige dossiers bevatten binnen de vier domeinen van het zorgleefplan een korte levensbeschrijving. Medewerkers vroegen soms aan familie bij een nieuwe opname een levensloop te schrijven. Familie vulde dit niet allemaal zodanig in dat het wezenlijke informatie gaf, aldus de psycholoog. 2.3 Medewerkers konden afwijkend gedrag van de cliënt benoemen en rapporteerden hierover. Sommigen dossiers bevatten speciale observatielijsten waarin medewerkers rapporteerden over het gedrag van de cliënt en wat eraan vooraf ging. 2.4 In een van de huiskamers was een cliënt aanwezig met roepgedrag. Zij maakte afwisselend zachte en harde geluiden, zong, maakte luide repeterende geluiden met haar lepel en riep regelmatig uit waar zijn ze. Tijdens het aanhoudende roepgedrag van deze cliënte zag de inspectie geen interventies vanuit medewerkers naar de cliënt. De cliënt kreeg geen aandacht, afgezien van het geven van eten dat zij zelfstandig tot zich nam. Een cliënt was zichtbaar geïrriteerd door deze geluiden en reageerde verbaal heftig naar deze cliënte. In de aangrenzende huiskamer zag de inspectie dat tien cliënten gedurende drie kwartier zwijgend aan de eettafel zaten te wachten op de warme maaltijd. Geen van de cliënten kreeg een taak om mee te helpen bij voorbereidingen van de maaltijd. Een cliënt met een spraakstoornis probeerde de medewerkers iets duidelijk te maken. Medewerkers moesten lachen toen de cliënt aangaf dat haar tanden van haar gebit verkeerd zaten. De medewerkster gaf aan dat haar bovengebit boven zat en haar ondergebit onder en dat haar tanden echt goed zaten. Nadat de cliënt haar ondergebit uit deed en op de tafel legde, vroeg de medewerker haar of ze misschien pijn had. In een van de andere huiskamers zag de inspectie vier cliënten die gedurende de observatie niets deden in afwezigheid van een medewerker. Een cliënt zat zoekend rond te kijken en zocht met haar hand een lege tafel af. Een andere cliënt stond zwijgend de gehele tijd uit het raam te staren. Een andere cliënt die bekend was met onbegrepen gedrag liep heen en weer op de gang. Een jonge vrouw die als vrijwilligster op de groep aanwezig was roerde zwijgend in een pan. Desgevraagd vertelde zij dat ze de voorbereiding van de maaltijd als dagbesteding voor haarzelf kreeg vanuit een andere zorginstelling. Pagina 12 van 23

13 Voldoet Voldoet deels Voldoet niet Niet beoordeeld Rapport van het inspectiebezoek aan Verpleeghuis Aeneas in Breda op 18 augustus 2015 Een medewerker van een andere groepswoning ging met zeven cliënten buiten wandelen. De cliënten en de medewerker hadden hier zichtbaar plezier in. Verder zag de inspectie in een huiskamer dat een medewerker naast een cliënt ging zitten en haar aandacht gaf door tegen haar te praten en haar in de ogen te kijken. Desgevraagd gaf de medewerker aan dat de cliënt net ziek was geweest en daarom etra aandacht nodig had. In een gesprek gaf een medewerker aan dat dingen als tafelkleedjes, friemeldingetjes niet gedaan werden in de huiskamers. Medewerkers herkenden het beeld van de wachtende cliënten die de inspectie tijdens de observatie de meeste huiskamers zag. 4.3 Kernelement 3: De zorgaanbieder betrekt het netwerk 6 van de cliënt bij essentiële momenten in het zorgproces Gevraagd en ongevraagd tellen de ervaring, wensen en inzichten van de cliënt en zijn netwerk over het welzijn en het gedrag van de cliënt mee bij het analyseren en vaststellen van het (onbegrepen) gedrag van de cliënt. Ook bij het bepalen van het zorg- en behandelbeleid door het multidisciplinaire team, de evaluaties en bijstellingen van de zorgafspraken is de betrokkenheid van het netwerk van de cliënt van belang. Het netwerk van de cliënt krijgt ruimte om de eigenheid en de autonomie van de cliënt te bewaken en te bevorderen. Kernelement met beoordelingsaspecten: Kernelement KE 3 De zorgaanbieder betrekt het netwerk van de cliënt bij essentiële momenten in het zorgproces 3.1 Het netwerk van de cliënt levert een bijdrage aan het opstellen van de (sociale) levensloop van de cliënt. 3.2 Het netwerk van de cliënt levert een bijdrage aan het vaststellen van de probleemanalyse. 3.3 Het netwerk van de cliënt levert een bijdrage aan het bepalen van de zorg- en behandeldoelen. 3.4 Het netwerk van de cliënt levert een bijdrage aan het kiezen van passende interventies (shared decision making). 3.5 Het netwerk van de cliënt levert een bijdrage aan de evaluatie. X X X 6 De inspectie kiest hier voor de term netwerk omdat naast de betrokkenheid van de (wettelijke) vertegenwoordiger van de cliënt ook betrokkenheid van andere naasten (familie en mantelzorgers) bij het betekenis geven aan onbegrepen gedrag denkbaar is en mogelijk zou moeten zijn. Pagina 13 van 23

14 Toelichting per beoordelingsaspect 3.1 Informatie over de (sociale) levensloop van de cliënt was niet altijd aanwezig. Medewerkers vroegen, meestal na opname, het netwerk van de cliënt een levensloop formulier in te vullen met gegevens over het leven van de cliënt. Tijdens gesprekken met medewerkers vernam de inspectie dat niet iedereen om een levensgeschiedenis gevraagd werd of dat de medewerker de levensgeschiedenis uitvroeg. Verder was de familie niet altijd volledig betrokken bij de gevraagde levensgeschiedenis wat betreft relevantie voor de medewerker. Daarnaast had niet iedere cliënt nog familie. 3.2 Indien er iets aan de hand was met de cliënt nam de EVV (eerste verantwoordelijke verzorgende) contact op met het netwerk, aldus een cliëntvertegenwoordiger. De EVV vroeg dan of de cliëntvertegenwoordiger het probleem herkende en wat deze ervan vond. De cliëntvertegenwoordiger had de mogelijkheid om ieder half jaar bij het multidisciplinair overleg aanwezig te zijn. Zij konden dan een bijdrage leveren en meedenken over het probleem. 3.3 Uit de gesprekken met de behandelaren bleek dat de familie invloed had op het bepalen van zorg- en behandeldoelen. Zo had een familie aangegeven dat een cliënt met roepgedrag rust moest hebben en wilden zij dat deze cliënt medicatie kreeg. 3.4 De echtgenoot van een cliënt gaf voorbeelden van psychosociale interventies die hij voor zijn vrouw goed vond werken. Deze interventies waren bij medewerkers bekend en stonden ook beschreven, aldus de cliëntvertegenwoordiger. 3.5 De evaluatie kwam aan bod tijdens het halfjaarlijkse MDO waarvoor het netwerk altijd een uitnodiging kreeg. 4.4 Kernelement 4: Een multidisciplinair team 7 met in ieder geval een verzorgende, arts en psycholoog zorgt dat zorgdoelen en interventies gebaseerd zijn op (een) gezamenlijk gedragen probleemstelling(en) Multidisciplinair werken is een voorwaarde om gedrag te onderzoeken, een best passende interventie samen te stellen, uit te voeren en te evalueren. Multidisciplinair werken, gericht op de zorg voor mensen met onbegrepen gedrag voortkomend uit een vorm van dementie, gebeurt door een vast team. Dit vaste multidisciplinaire team heeft een gezamenlijk gedachtegoed, gebaseerd op de visie van de zorgaanbieder (kernelement 1) van waaruit gewerkt wordt. Het team bestaat minimaal uit de disciplines die direct bij de behandeling en verzorging/verpleging van de cliënt betrokken zijn. Het multidisciplinaire team wordt zo nodig aangevuld met eterne deskundigen (bijvoorbeeld: psychiater, CCE, gedragsdeskundigen GGZ); zeker als de cliënt onvrijwillige zorg krijgt. Het multidisciplinaire team heeft een met de zorgbehoefte van de cliënt harmoniërende overlegfrequentie; het minimum is een keer per half jaar. 7 In veel protocollen en richtlijnen wordt de term multidisciplinair team gebruikt. Deze term wordt in de protocollen niet ingevuld. Uit de contet mag worden opgemaakt dat bedoeld wordt dat het team ten minste bestaat uit de specialist ouderengeneeskunde/sociaal geriater en (een vertegenwoordiging van) verzorgenden. Een psycholoog is bij voorkeur een vast teamlid of is door de arts en verzorgenden makkelijk te consulteren. Andere deskundigen, zoals paramedici, zijn in ieder geval bij overlegmomenten betrokken als zij daadwerkelijk zorg verlenen aan de betreffende cliënt. Pagina 14 van 23

15 Voldoet Voldoet deels Voldoet niet Niet beoordeeld Rapport van het inspectiebezoek aan Verpleeghuis Aeneas in Breda op 18 augustus 2015 Kernelement met beoordelingsaspecten: Kernelement KE 4 Een multidisciplinair team met in ieder geval een verzorgende, arts en psycholoog, zorgt dat zorgdoelen en interventies gebaseerd zijn op (een) gezamenlijk gedragen probleemstelling(en) 4.1 Het vaste multidisciplinaire team voor mensen met onbegrepen gedrag bij dementie bestaat tenminste uit verzorgenden, de medisch behandelaar, de gedragsdeskundige en de vertegenwoordiger van de cliënt. 4.2 Het multidisciplinaire team baseert de zorgdoelen en de interventies op (een) gezamenlijk gedragen probleemstelling(en). 4.3 Het multidisciplinaire team betrekt zo nodig eterne/andere deskundigen bij het overleg. Toelichting per beoordelingsaspect 4.1 De inspectie kreeg te horen dat het vaste multidisciplinaire team in Aeneas bestaat uit de specialist ouderengeneeskunde, de verpleegkundig specialist, de EVV en indien betrokken ook de psycholoog. De vertegenwoordiger van de cliënt werd uitgenodigd voor de halfjaarlijkse MDO s. Tijdens de gesprekken bevestigden de cliëntvertegenwoordigers dit. 4.2 De inspectie kon uit de dossiers onvoldoende opmaken of en in hoeverre de zorgdoelen en interventies in de levensdomeinen gebaseerd waren op multidisciplinair gedragen probleemstellingen. De disciplines uit het multidisciplinaire team bepaalde vanuit hun eigen deskundigheid de zorg-behandeldoelen en/of de interventies. Zo schreef de specialist oudergeneeskunde dit in het medisch behandelplan. Op initiatief van een team van één van de woongroepen was voor de zomervakantie een overleg gevoerd waarin de verschillende betrokken disciplines van de cliënten bij elkaar kwamen. De doelstelling was om in gezamenlijkheid de verschillenden doelen per cliënt af te stemmen. Er was behoefte aan dit overleg omdat het team merkte dat het leek alsof iedere discipline met eigen doelstellingen bezig was, gaf desgevraagd de medewerker aan. Het overleg zou na de zomervakantie opnieuw gepland gaan worden en waarschijnlijk om de zes à acht weken herhaald worden. Bij de andere teams was dit overleg niet aanwezig. 4.3 Het multidisciplinaire team betrok zonodig andere deskundigen bij het overleg. De behandelaren gaven aan bij onbegrepen gedrag regelmatig de psychiater in consult te vragen. Ook andere disciplines zoals ergotherapeut of fysiotherapeut konden betrokken worden. Muziektherapeut en therapeut voor sensorische integratie konden eveneens ingezet worden. Pagina 15 van 23

16 Voldoet Voldoet deels Voldoet niet Niet beoordeeld Rapport van het inspectiebezoek aan Verpleeghuis Aeneas in Breda op 18 augustus Kernelement 5: Het multidisciplinaire team maakt aantoonbaar een analyse van het onbegrepen gedrag met nagaan van oorzaken op lichamelijk, psychisch en sociaal terrein Vanuit het kennen van de cliënt is bekend wanneer onbegrepen gedrag optreedt. De zorgaanbieder analyseert onbegrepen gedrag op een methodische wijze en in multidisciplinair verband. De analyse bevat onderzoek naar lichamelijke factoren en medicijngebruik, onderzoek naar psychische factoren (de aanwezigheid van een psychische stoornis) en onderzoek naar sociale factoren (inclusief de levensgeschiedenis, de bejegening en de omgevingsfactoren) als mogelijke oorzaken van het onbegrepen gedrag. Kernelement met beoordelingsaspecten: Kernelement KE 5 Het multidisciplinaire team maakt aantoonbaar een analyse van het onbegrepen gedrag met nagaan van oorzaken op lichamelijk, psychisch en sociaal terrein 5.1 Er is multidisciplinair of door meerdere disciplines onderzoek gedaan naar oorzaken van onbegrepen gedrag op lichamelijk, psychisch en sociaal (levensgeschiedenis en omgevingsfactoren) terrein. 5.2 De resultaten van het onderzoek naar oorzaken van het onbegrepen gedrag zijn in het zorgdossier opgenomen. Toelichting per beoordelingsaspect 5.1 Niet in alle situaties die daarvoor in aanmerking kwamen bleek dat er bij onbegrepen gedrag onderzoek was gedaan. (zie bevindingen bij 5.2). Verschillende disciplines gaven echter wel aan dat zij onderzoek deden naar oorzaken van onbegrepen gedrag. Medewerkers vertelden dat zij een cliënt met onbegrepen gedrag observeerden. De specialist ouderengeneeskunde gaf aan dat hij ingeval van onbegrepen gedrag onderzoek deed naar een somatische oorzaak. Indien er geen lichamelijk oorzaak te vinden was schakelde hij de psycholoog in. Medewerkers en behandelaren bespraken hun bevindingen in verschillende multidisciplinaire overleggen. Zo was er wekelijks een artsenvisite en 1 in de drie maanden een teamoverleg. Sommige teams hadden een bewonersoverleg waarbij op verzoek de psycholoog aanwezig kon zijn. Eenmaal per half jaar was er een MDO. Indien het vanwege onbegrepen gedrag van een cliënt nodig was, organiseerde de EVV-er een etra MDO. 5.2 In de dossiers die de inspectie inzag ontbrak informatie over de resultaten van onderzoeken. In een van de huiskamers had een van de cliënten vanaf de opname roepgedrag. De inspectie kreeg te horen dat dit al in de thuissituatie het geval was. Uit de gesprekken met de behandelaren bleek dat er na opname geen nieuw onderzoek was gestart, omdat het roepgedrag in de thuissituatie ook plaatsvond. Uit het dossier waren resultaten van lichamelijk onderzoek naar de mogelijke oorzaken niet zichtbaar. Zo stond er beschreven dat deze cliënt slechtziend en slechthorend was. Of en in hoeverre dit gegeven onderzocht is als een mogelijke oorzaak van het roepgedrag stond niet beschreven. In de medicatieklapper was te zien dat deze cliënt psychofarmaca kreeg. Pagina 16 van 23

17 Voldoet Voldoet deels Voldoet niet Niet beoordeeld Rapport van het inspectiebezoek aan Verpleeghuis Aeneas in Breda op 18 augustus Kernelement 6: Om de risico s van het gedrag zoveel mogelijk te verkleinen passen medewerkers eerst persoonsgerichte psychosociale interventies toe en leggen ze deze vast in het zorgdossier Onbegrepen gedrag kan door verschillende interventies aangepakt worden. Afhankelijk van de oorzaak van het gedrag wordt bij een keuze tussen psychosociale interventies en toepassing van psychofarmaca eerst gekozen voor psychosociale interventies. Dit omdat psychosociale interventies passen bij een persoongerichte benadering van cliënten. De interventies moeten passen binnen professionele standaarden. De psychosociale interventies worden in het vaste multidisciplinaire team (eventueel aangevuld met eterne deskundigheid) en met het netwerk van de cliënt besproken en vastgelegd in het zorgleefplan. Indien uit evaluatie van de interventie(s) blijkt dat de interventie en eventuele alternatieve psychosociale interventies het cliëntgedrag niet voldoende beïnvloeden, kan (aanvullend) psychofarmaca gebruikt worden. Medewerkers moeten deskundig en creatief zijn in het toepassen van psychosociale interventies. In uitzonderingssituaties is eerst psychofarmaca toepassen te verdedigen, maar dan wel altijd evalueren en verminderen/vervangen door psychosociale interventie. Kernelement met beoordelingsaspecten: Kernelement KE 6 Kernelement 6: Om de risico s van het gedrag zo veel mogelijk te verkleinen passen medewerkers eerst persoonsgerichte psychosociale interventies toe en leggen ze deze vast in het zorgdossier 6.1 Uit het zorgdossier blijkt dat medewerkers eerst persoonsgerichte psychosociale interventies toepassen voordat zij andere interventies toepassen. 6.2 Psychosociale interventies sluiten aan bij de cliënt. 6.3 Medewerkers kennen een scala aan psychosociale interventies. Ze zijn deskundig in het toepassen hiervan waarbij ze hun eigen mogelijkheden en beperkingen kennen, evenals die van de fysieke omgeving en de medecliënten. 6.4 Wanneer na onderzoek de oorzaak van het gedrag niet achterhaald is, wordt aangegeven hoe risico s zo veel mogelijk verkleind worden. Pagina 17 van 23

18 Toelichting per beoordelingsaspect 6.1 Uit het zorgdossier bleek niet dat medewerkers eerst psychosociale interventies toepasten voordat zij andere interventies toepasten. Zo stond in het zorgdossier van een cliënt met onbegrepen gedrag geschreven dat familie herhaaldelijk had aangegeven dat fietsen voor de cliënt zijn lust en leven was. Ook stond een voorstel voor muziektherapie genoemd. In een evaluatie van een behandelaar stond vermeld dat het niet herleidbaar was waarom voorgestelde psychosociale interventies niet waren uitgevoerd of uitgeprobeerd. Er was al wel bij deze cliënt met psychofarmaca gestart, zo stond in het dossier. 6.2 Uit gesprekken met medewerkers bleek dat psychosociale interventies niet altijd aansloten bij de cliënt of niet haalbaar waren. Zo zou het voor een cliënt met roepgedrag goed zijn om in haar directe nabijheid te zijn of haar arm te strelen. Een mede-cliënt die graag zorgde had dit een tijdje op zich genomen. Deze win-win situatie werd uiteindelijk toch te belastend voor de mede-cliënt. Het was voor de medewerker niet altijd mogelijk om deze interventie toe te passen omdat de medewerker alleen op de groep stond. Hoewel de interventie wel wenselijk maar niet mogelijk was, stond niet beschreven wat er geprobeerd was om dit wel mogelijk te maken. 6.3 Tijdens de observatie zag de inspectie dat een medewerker met een groep cliënten buiten ging wandelen. Een dossier bevatte een gedragsplan met een fasering van de gemoedstoestand van de cliënt. De kleuren groen-oranje-rood gaven de fases aan van de gemoedstoestand van een cliënt met agressief gedrag. De interventies die medewerkers zouden kunnen toepassen stonden in de verschillende fases/kleuren beschreven. Bijvoorbeeld rustig toespreken, even alleen laten of mee gaan op de gang voor een wandeling. In een andere huiskamer zag de inspectie een cliënt waarover de medewerker vertelde dat deze cliënt de laatste dagen onrustig gedrag liet zien en gevallen was. Tijdens de observatie zag de inspectie dat de cliënt regelmatig de handen vouwde, een verwrongen gezicht trok en in zichzelf mompelde. De medewerkers schonken hier geen aandacht aan. 6.4 Dit deelaspect is niet beoordeeld. 4.7 Kernelement 7: Psychofarmaca volgens de landelijk geldende richtlijnen toepassen Als psychosociale interventies onvoldoende resultaat bereiken kan het toepassen van psychofarmaca een (aanvullend) alternatief zijn. Psychofarmaca (antipsychotica, antidepressiva, aniolytica en hypnotica) worden voorgeschreven om het gedrag te beïnvloeden. In diverse richtlijnen staat omschreven welke geneesmiddelen bij cliënten met dementie, waarbij onbegrepen gedrag voorkomt, voorgeschreven kunnen worden. In het geval een voorschrijver redenen heeft om af te wijken van de richtlijnen, horen de redenen vastgelegd te zijn in het cliëntdossier. Pagina 18 van 23

19 Voldoet Voldoet deels Voldoet niet Niet beoordeeld Rapport van het inspectiebezoek aan Verpleeghuis Aeneas in Breda op 18 augustus 2015 Kernelement met beoordelingsaspecten: Kernelement KE 7 Psychofarmaca volgens de landelijk geldende richtlijnen toepassen 7.1 In het zorgdossier is terug te lezen welk (gedrags)probleem met behulp van psychofarmaca wordt behandeld. 7.2 De cliënt krijgt psychofarmaca voorgeschreven op basis van de richtlijn probleemgedrag (met herziene medicatieparagraaf) en de richtlijn diagnostiek en medicamenteuze behandeling van dementie. 7.3 Indien de voorschrijver argumenten heeft om af te wijken van de richtlijnen, legt hij deze argumenten in het cliëntdossier vast. Toelichting per beoordelingsaspect 7.1 De inspectie zag in een zorgdossier de opdracht voor het starten met psychofarmaca. Hier stond de reden bij vermeld. Op de medicatie toedienlijst stond eveneens de reden van de medicatie vermeld. 7.2 De specialist ouderengeneeskunde gaf aan psychofarmaca volgens de richtlijn voor te schrijven. In een zorgdossier zag de inspectie dat er zo nodig medicatie, namelijk dormicum, was voorgeschreven. Hierbij stond niet vermeld in welke omstandigheid het gegeven moet worden. De maimale hoeveelheid stond wel aangegeven. In een aantekening van de specialist ouderengeneeskunde in een dossier stond te lezen dat het volgen van een dagschema nog niet voldoende geprobeerd was terwijl er al sprake was van inzet van psychofarmaca bij de cliënt. 7.3 De inspectie heeft dit deelaspect niet kunnen beoordelen. 4.8 Kernelement 8: De multidisciplinaire afspraken ten minste twee maal per jaar evalueren met etra aandacht voor het mogelijk staken van psychofarmaca Evaluatie is belangrijk om de effectiviteit van de behandeling te bepalen. De ingezette aanpak van onbegrepen (probleemoproepend) gedrag (psychosociale interventie, psychofarmaca) moet regelmatig, in elk geval halfjaarlijks, in een multidisciplinair overleg geëvalueerd en zo nodig bijgesteld worden. De evaluatie is niet alleen gericht op de totale behandeling. Ook moet per geneesmiddel bekeken worden of de inzet van dat middel nog passend is. Het netwerk van de cliënt hoort bij dit overleg aantoonbaar betrokken te zijn. Bij de evaluatie van een behandeling met psychofarmaca, horen de evaluatie en vervolgmaatregelen gericht te zijn op het verminderen van de psychofarmaca. Hierdoor wordt onnodig lang behandelen met psychofarmaca voorkomen. Pagina 19 van 23

20 Voldoet Voldoet deels Voldoet niet Niet beoordeeld Rapport van het inspectiebezoek aan Verpleeghuis Aeneas in Breda op 18 augustus 2015 Kernelement met beoordelingsaspecten: Kernelement KE 8 De multidisciplinaire afspraken ten minste tweemaal per jaar evalueren met etra aandacht voor het mogelijk staken van psychofarmaca 8.1 Het multidisciplinaire team evalueert aantoonbaar de multidisciplinaire afspraken over het omgaan met onbegrepen gedrag en stelt deze afspraken zo nodig bij. Deze afspraken gaan over de inzet van psychosociale interventies en de behandeling van lichamelijke oorzaken. 8.2 Het gebruik van psychofarmaca is aantoonbaar geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Toelichting per beoordelingsaspect 8.1 In het zorgdossier was in het behandelplan de afspraak van de arts of psycholoog te zien. Evaluaties en afspraken vonden meestal per discipline plaats. Een gezamenlijke evaluatie van afspraken in de vorm bijvoorbeeld een multidisciplinair verslag was niet aangetroffen. In het zorgleefplan waren deze afspraken niet altijd terug te zien. Ook was niet altijd terug te lezen wat de resultaten van de afspraken waren. 8.2 De inspectie heeft in de dossiers geen multidisciplinaire evaluatie of bijstelling van psychofarmaca gezien. Pagina 20 van 23

21 Bijlage 1 Geraadpleegde documenten De onderstaande documenten zijn door de inspectie gebruikt bij het uitvoeren van het inspectiebezoek en het opstellen van dit rapport. De inspectie heeft de documenten niet in totaliteit beoordeeld, maar op specifieke onderwerpen doorgenomen. - Memo aan IGZ van RvB dd 17 juni 2015: Overzicht visie- en (scholings)activiteiten dementie/onbegrepen gedrag ; - Visie van Thebe, Onze ambitie, onze visie; - Module Onbegrepen gedrag, epertteam probleemgedrag, versie ; - Folder Thebe: Wat als gedrag van een bewoner verandert; Pagina 21 van 23

22 Bijlage 2 Uitleg observatiemethode SOFI Omdat veel mensen met dementie niet zelf kunnen aangeven hoe zij de zorg ervaren, kan de inspectie bij dit toezichtbezoek observatie via een gestandaardiseerde methode (SOFI) als etra bron van informatie gebruiken. SOFI staat voor Short Observational Framework for Inspection en is een door de Bradford Dementia Group (Universiteit van Bradford) en de Care Quality Commission in Engeland in 2006 ontwikkelde methode. De tweede editie van SOFI is in 2011 gepubliceerd. De inspectie heeft een licentie voor het gebruik van SOFI 2. SOFI is geen comple onderzoeksinstrument maar geeft handvatten om cliëntervaringen te kunnen zien en eenduidig in te schatten hoe cliënten de zorg ervaren. In situaties waar cliënten wonen die niet zelf kunnen vertellen hoe zij de zorg ervaren, kan de inspectie gebruik maken van deze methode. De inspecteurs van de inspectie zijn in het gebruik van SOFI getraind door (medewerkers van) de Universiteit van Bradford. De informatie die verkregen wordt via de SOFI methode staat niet op zichzelf en wordt enkel gebruikt om de focus tijdens het toezichtbezoek te kunnen bepalen en bevindingen te onderbouwen. De methode wordt altijd gebruikt als aanvulling op en naast een regulier toezichtinstrument van de inspectie. De observatie richt zich op het algemeen welbevinden van de cliënt en diens betrokkenheid bij en interacties met de omgeving. De observatie door de inspecteur(s) vindt voornamelijk in een groep cliënten plaats, waarbij de medewerkers hun gebruikelijke werkzaamheden kunnen blijven doen. De resultaten van de observatie zijn, waar relevant, verwerkt in het rapport van het toezichtbezoek. Wilt u meer weten over SOFI dan kunt u dit lezen op de website van de Universiteit van Bradford: Pagina 22 van 23

23 Bijlage 3 Overzicht wetten, veldnormen en rapporten Wetgeving: - Kwaliteitswet zorginstellingen. - Wet Langdurige zorg. - Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG). - Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO): Wijzigingswet Burgerlijk Wetboek. - Wet klachtrecht cliënten zorgsector (WKCZ). - Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (WMCZ). - Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz). - Besluit klachtenbehandeling Bopz. - Besluit rechtspositieregelen Bopz. - Besluit middelen en maatregelen Bopz. - Besluit patiëntendossier Bopz. Veldnormen: - Kwaliteitsdocument 2013 Verpleging, Verzorging en Zorg Thuis. - Richtlijn Probleemgedrag Dementie (Nvva/Verenso) 2008/ Richtlijn omgaan met gedragsproblemen met dementie (niet medicamenteuse aanbevelingen) (V&VN) Psychologische hulpverlening bij gedragsproblemen bij dementie (Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) Richtlijn voor verzorgenden - Het begeleiden van mensen met dementie die apathisch zijn (NIVEL) Richtlijn voor verzorgenden - Het begeleiden van mensen met dementie die depressief zijn (NIVEL & Waerthove) Het verminderen van agitatie bij dementerende ouderen (Inholland & Stichting Geriant) Psychologische hulpverlening bij gedragsproblemen bij dementie (NIP) Omgaan met afweergedrag bij eten en drinken van bewoners met dementie (Kenniskring Transities in Zorg, Hogeschool Rotterdam & LEVV) Standaard Dementie (2e herziening) (NHG) e herziening, e herziening). - Zorgstandaard Dementie (Alzheimer Nederland & Vilans) Kennisbundel Probleemgedrag (Vilans, V&VN, Zorg voor Beter 2011). Rapporten: - Zorgstandaard Dementie (Alzheimer Nederland & Vilans) Kennisbundel Probleemgedrag (Vilans, V&VN, Zorg voor Beter 2011). - Monitor Woonvormen dementie 10 factoren voor een succesvolle woonvoorziening voor mensen met dementie (trimbos) Monitor Woonvormen dementie Trends en succesfactoren (trimbos) Omgaan met onbegrepen gedrag bij dementie. Inventarisatie richtlijnen en inzichten rondom onbegrepen gedrag bij ouderen met dementie. (Vilans en het Trimbos-instituut) Pagina 23 van 23

Rapport van het inspectiebezoek aan woon-zorgcentrum Herfstzon te Goor op 11 augustus 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan woon-zorgcentrum Herfstzon te Goor op 11 augustus 2015 Rapport van het inspectiebezoek aan woon-zorgcentrum Herfstzon te Goor op 11 augustus 2015 Utrecht januari 2016 V1005740 Rapport van het inspectiebezoek aan woon-zorgcentrum Herfstzon te Goor op 11 augustus

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek aan Laurens Wonen, diensten en zorg, locatie Joachim en Anna in Rotterdam op 16 oktober 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan Laurens Wonen, diensten en zorg, locatie Joachim en Anna in Rotterdam op 16 oktober 2015 Rapport van het inspectiebezoek aan Laurens Wonen, diensten en zorg, locatie Joachim en Anna in Rotterdam op 16 oktober 2015 Utrecht December 2015 V1006465 Rapport van het inspectiebezoek aan Joachim en

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek aan De Groene Hoven in Apeldoorn op 4 augustus 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan De Groene Hoven in Apeldoorn op 4 augustus 2015 Rapport van het inspectiebezoek aan De Groene Hoven in Apeldoorn op 4 augustus 2015 Utrecht september 2015 V1005736 Rapport van het inspectiebezoek aan De Groene Hoven in Apeldoorn op 4 augustus 2015 Inhoud

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek aan Humanitas, locatie Hannie Dekhuijzen in Rotterdam op 15 september 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan Humanitas, locatie Hannie Dekhuijzen in Rotterdam op 15 september 2015 Rapport van het inspectiebezoek aan Humanitas, locatie Hannie Dekhuijzen in Rotterdam op 15 september 2015 Utrecht januari 2016 V1005713 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding en belang... 3 1.2 Doelstelling

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek aan Zorggroep Charim, locatie De Looborch in Zeist op 21 juli 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan Zorggroep Charim, locatie De Looborch in Zeist op 21 juli 2015 Rapport van het inspectiebezoek aan Zorggroep Charim, locatie De Looborch in Zeist op 21 juli 2015 Utrecht november 2015 V1005710 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding en belang... 3 1.2 Doelstelling

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek aan Respect Zorggroep, locatie Bosch en Duin te Den Haag op 15 juli 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan Respect Zorggroep, locatie Bosch en Duin te Den Haag op 15 juli 2015 Rapport van het inspectiebezoek aan Respect Zorggroep, locatie Bosch en Duin te Den Haag op 15 juli 2015 Utrecht oktober 2015 V1005699 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding en belang... 3 1.2 Doelstelling

Nadere informatie

Stichting Solis t.a.v. raad van bestuur Diepenveenseweg AP DEVENTER

Stichting Solis t.a.v. raad van bestuur Diepenveenseweg AP DEVENTER > Retouradres Postbus 2518 6401 DA Heerlen Stichting Solis t.a.v. raad van bestuur Diepenveenseweg 169 7413 AP DEVENTER Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht Postbus 2518 6401 DA Heerlen T 088 120 50 00 F 088

Nadere informatie

Inspectie voor de Gezondheidszorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Inspectie voor de Gezondheidszorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Inspectie voor de Gezondheidszorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Rapport van het hertoetsbezoek aan Respect Zorggroep, locatie Bosch en Duin in Den Haag op 10 februari 2016 Utrecht mei

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek aan Zorglocatie Tusselerhof in Lochem op 15 maart 2016

Rapport van het inspectiebezoek aan Zorglocatie Tusselerhof in Lochem op 15 maart 2016 Rapport van het inspectiebezoek aan Zorglocatie Tusselerhof in Lochem op 15 maart 2016 Utrecht Juni 2016 V1008249 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding en belang... 3 1.2 Doelstelling bezoek... 3 1.3

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek aan Grubbeveld in Maastricht op 13 oktober 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan Grubbeveld in Maastricht op 13 oktober 2015 Rapport van het inspectiebezoek aan Grubbeveld in Maastricht op 13 oktober 2015 Utrecht januari 2016 V1005417 Rapport van het inspectiebezoek aan Grubbeveld in Maastricht op 13 oktober 2015 Inhoud 1 Inleiding...

Nadere informatie

Stichting Vitalis Zorggroep Raad van bestuur Postbus EC EINDHOVEN

Stichting Vitalis Zorggroep Raad van bestuur Postbus EC EINDHOVEN > Retouradres Postbus 2518 6401 DA Heerlen Stichting Vitalis Zorggroep Raad van bestuur Postbus 4100 5604 EC EINDHOVEN Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht Postbus 2518 6401 DA Heerlen T 088 120 50 00 F 088

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek aan Vitalis Zorg Groep, locatie Vonderhof in Eindhoven op 12 november 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan Vitalis Zorg Groep, locatie Vonderhof in Eindhoven op 12 november 2015 Rapport van het inspectiebezoek aan Vitalis Zorg Groep, locatie Vonderhof in Eindhoven op 12 november 2015 Utrecht januari 2016 V1005715 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding en belang... 3 1.2 Doelstelling

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek aan Zorggroep Solis, locatie Woonzorgcentrum Groote & Voorster in Deventer op 16 juli 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan Zorggroep Solis, locatie Woonzorgcentrum Groote & Voorster in Deventer op 16 juli 2015 Rapport van het inspectiebezoek aan Zorggroep Solis, locatie Woonzorgcentrum Groote & Voorster in Deventer op 16 juli 2015 Utrecht november 2015 V1005302 Rapport van het inspectiebezoek aan Woonzorgcentrum

Nadere informatie

Rapport van het hertoetsbezoek aan Thebe locatie Aeneas in Breda op 12 april 2016

Rapport van het hertoetsbezoek aan Thebe locatie Aeneas in Breda op 12 april 2016 Rapport van het hertoetsbezoek aan Thebe locatie Aeneas in Breda op 12 april 2016 Utrecht juli 2016 V1008673 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang... 3 1.2 Doelstelling bezoek... 3 1.3 Methode

Nadere informatie

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Woonzorgcentrum Het Hooge Heem in Grootegast op dinsdag 11 augustus 2015

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Woonzorgcentrum Het Hooge Heem in Grootegast op dinsdag 11 augustus 2015 Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Woonzorgcentrum Het Hooge Heem in Grootegast op dinsdag Utrecht november 2015 V1005427 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding en belang... 3 1.2 Doelstelling

Nadere informatie

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Cordaan, Woon- en zorgcentrum In het Zomerpark in Nieuw Vennep op 21 juli 2015

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Cordaan, Woon- en zorgcentrum In het Zomerpark in Nieuw Vennep op 21 juli 2015 Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Cordaan, Woon- en zorgcentrum In het Zomerpark in Nieuw Vennep op 21 juli 2015 Utrecht oktober 2015 V1005709 Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek

Nadere informatie

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zonnehuisgroep Vlaardingen, locatie Het Zonnehuis in Vlaardingen op 4 augustus 2015

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zonnehuisgroep Vlaardingen, locatie Het Zonnehuis in Vlaardingen op 4 augustus 2015 Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Zonnehuisgroep Vlaardingen, locatie Het Zonnehuis in Vlaardingen op 4 augustus 2015 Utrecht oktober 2015 V1005735 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek aan Diafaan, locatie Meulenvelden in Didam op 23 september 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan Diafaan, locatie Meulenvelden in Didam op 23 september 2015 Rapport van het inspectiebezoek aan Diafaan, locatie Meulenvelden in Didam op 23 september 2015 Utrecht december 2015 V1005716 Rapport van het inspectiebezoek aan Diafaan, locatie Meulenvelden in Didam

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Duinrust in Den Haag op 28 oktober 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Duinrust in Den Haag op 28 oktober 2015 Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Duinrust in Den Haag op 28 oktober 2015 Utrecht, januari 2016 V1006458 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding en belang... 3 1.2 Doelstelling bezoek... 3 1.3

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek aan Curamus, locatie De Blaauwe Hoeve in Hulst op 8 september 2015

Rapport van het inspectiebezoek aan Curamus, locatie De Blaauwe Hoeve in Hulst op 8 september 2015 Rapport van het inspectiebezoek aan Curamus, locatie De Blaauwe Hoeve in Hulst op 8 september 2015 Utrecht december 2015 V1005712 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding en belang... 3 1.2 Doelstelling

Nadere informatie

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Beweging 3.0, verpleeghuis De Lichtenberg in Amersfoort op 20 oktober 2015

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Beweging 3.0, verpleeghuis De Lichtenberg in Amersfoort op 20 oktober 2015 Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Beweging 3.0, verpleeghuis De Lichtenberg in Amersfoort op 20 oktober 2015 Utrecht februari 2016 V1005711 Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan

Nadere informatie

Vastgesteld rapport van het onaangekondigde inspectiebezoek op 12 februari 2014 aan woonzorgcentrum Aelserhof te Elsloo

Vastgesteld rapport van het onaangekondigde inspectiebezoek op 12 februari 2014 aan woonzorgcentrum Aelserhof te Elsloo Vastgesteld rapport van het onaangekondigde inspectiebezoek op 12 februari 2014 aan woonzorgcentrum Aelserhof te Elsloo s-hertogenbosch april 2014 V66140 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding en belang...

Nadere informatie

Op 26 juli 2016 heeft de inspectie uw reactie ontvangen. De inspectie heeft de drie door u gevraagde aanpassingen op pagina 5 en 6 overgenomen.

Op 26 juli 2016 heeft de inspectie uw reactie ontvangen. De inspectie heeft de drie door u gevraagde aanpassingen op pagina 5 en 6 overgenomen. > Retouradres Postbus 2518 6401 DA Heerlen Stichting Beweging 3.0 raad van bestuur Postbus 2633 3800 GD AMERSFOORT Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht Postbus 2518 6401 DA Heerlen T 088 120 50 00 F 088 120

Nadere informatie

Definitief rapport van het inspectiebezoek op 1 oktober 2014 aan afdeling Maashofje van Laurens Maasveld te Rotterdam

Definitief rapport van het inspectiebezoek op 1 oktober 2014 aan afdeling Maashofje van Laurens Maasveld te Rotterdam Inspectie voor de Gezondheidszorg Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Definitief rapport van het inspectiebezoek op 1 oktober 2014 aan afdeling Maashofje van Laurens Maasveld te Rotterdam

Nadere informatie

Rapport van het vervolg inspectiebezoek aan Thuiszorgorganisatie Centraalzorg Vallei & Heuvelrug te Leusden op 3 januari 2014

Rapport van het vervolg inspectiebezoek aan Thuiszorgorganisatie Centraalzorg Vallei & Heuvelrug te Leusden op 3 januari 2014 Rapport van het vervolg inspectiebezoek aan Thuiszorgorganisatie Centraalzorg Vallei & Heuvelrug te Leusden op Amsterdam, februari 2014 V1000732 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3 1.2 Doelstelling

Nadere informatie

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Sevagram, locatie Tobias in Heerlen op 13 oktober 2015

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Sevagram, locatie Tobias in Heerlen op 13 oktober 2015 Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Sevagram, locatie Tobias in Heerlen op 13 oktober 2015 Utrecht januari 2016 V1005437 Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek aan Tobias te

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Marente, locatie De Wilbert in Katwijk op 21 september 2017

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Marente, locatie De Wilbert in Katwijk op 21 september 2017 Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Marente, locatie De Wilbert in Katwijk op 21 september 2017 Utrecht november 2017 V1015769 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Beschrijving locatie 3 2 Conclusie 4 2.1

Nadere informatie

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek op 16 januari 2014 aan woonzorgcentrum De IJpelaar te Breda

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek op 16 januari 2014 aan woonzorgcentrum De IJpelaar te Breda Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek op 16 januari 2014 aan woonzorgcentrum De IJpelaar te Breda s-hertogenbosch maart 2014 V65795 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding en belang... 3 1.2 Doelstelling...

Nadere informatie

Resultaatsverslag. N.a.v. inspectiebezoek van Zorgcentrum Herema State in Heerenveen. op 14 februari 2017

Resultaatsverslag. N.a.v. inspectiebezoek van Zorgcentrum Herema State in Heerenveen. op 14 februari 2017 Resultaatsverslag N.a.v. inspectiebezoek van Zorgcentrum Herema State in Heerenveen op 14 februari 2017 Heerenveen, 31 juli 2017 Inleiding Op 14 februari heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg (hierna:

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek op 17 juni 2014 aan Kruseman Aretz Zorgvilla s te Wassenaar

Rapport van het inspectiebezoek op 17 juni 2014 aan Kruseman Aretz Zorgvilla s te Wassenaar Rapport van het inspectiebezoek op 17 juni 214 aan Kruseman Aretz Zorgvilla s te Wassenaar Den Haag Juli 214 V1389 Rapport van het inspectiebezoek op 17 juni 214 aan Kruseman Aretz Zorgvilla s te Wassenaar

Nadere informatie

Artemis Groep B.V., locatie Het Witte Huis B.V. Aan de raad van bestuur N.N. Stationsstraat AW Zetten

Artemis Groep B.V., locatie Het Witte Huis B.V. Aan de raad van bestuur N.N. Stationsstraat AW Zetten > Retouradres Postbus 2518 6401 DA Heerlen Artemis Groep B.V., locatie Het Witte Huis B.V. Aan de raad van bestuur N.N. Stationsstraat 27 6671 AW Zetten Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht Postbus 2518 6401

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek aan De Paasbergen te Odoorn op 8 januari 2014

Rapport van het inspectiebezoek aan De Paasbergen te Odoorn op 8 januari 2014 Rapport van het inspectiebezoek aan De Paasbergen te Odoorn op 8 januari 2014 Zwolle, juni 2014 V1000022 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3 1.2 Doelstelling 3 1.3 Methode 3 1.4 Toetsingskader

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Woonzorg Flevoland, locatie De Bolder in Lelystad op 19 september 2017

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Woonzorg Flevoland, locatie De Bolder in Lelystad op 19 september 2017 Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Woonzorg Flevoland, locatie De Bolder in Lelystad op 19 september 2017 Utrecht, december 2017 V1015772 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Beschrijving locatie 3 2 Conclusie

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Amstelring Groep, locatie Bornholm in Hoofddorp op 24 augustus 2017

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Amstelring Groep, locatie Bornholm in Hoofddorp op 24 augustus 2017 Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Amstelring Groep, locatie Bornholm in Hoofddorp op 24 augustus 2017 Utrecht, oktober 2017 V2000860 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Beschrijving Bornholm 3 2 Conclusie

Nadere informatie

Definitief rapport van het inspectiebezoek op 26 juli 2013 aan de psychogeriatrische afdeling van Thebe Park Stanislaus te Moergestel

Definitief rapport van het inspectiebezoek op 26 juli 2013 aan de psychogeriatrische afdeling van Thebe Park Stanislaus te Moergestel Definitief rapport van het inspectiebezoek op 26 juli 2013 aan de psychogeriatrische afdeling van Thebe Park Stanislaus te Moergestel s-hertogenbosch september 2013 V63891 Inhoud 1 Inleiding 4 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan

Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan Zorgleefplan, ondersteuningsplan en begeleidingsplan Methodisch werken met zorgleefplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan Om goede zorg en/of ondersteuning te kunnen geven aan een cliënt is het werken

Nadere informatie

Omgaan met onbegrepen gedrag bij dementie

Omgaan met onbegrepen gedrag bij dementie Omgaan met onbegrepen gedrag bij dementie Improving Mental Health by Sharing Knowledge Margje Mahler Benadette Willemse Sandra Zwijsen Jacomine de Lange Mirella Minkman Anne Margriet Pot Vraag inspectie

Nadere informatie

Toetsingskader Toezicht op zorgnetwerken rond cliënten in de thuissituatie

Toetsingskader Toezicht op zorgnetwerken rond cliënten in de thuissituatie zorg Toetsingskader Toezicht op zorgnetwerken rond cliënten in de thuissituatie 1. Inleiding De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting ziet toe op de naleving van een groot aantal wettelijke-

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek aan Zorghuis De Engelenhof te Veenendaal op 16 januari 2014

Rapport van het inspectiebezoek aan Zorghuis De Engelenhof te Veenendaal op 16 januari 2014 Rapport van het inspectiebezoek aan Zorghuis De Engelenhof te Veenendaal op 16 januari 2014 Amsterdam, maart 2014 V1000779 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3 1.2 Doelstelling 3 1.3 Methode

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek op 21 januari 2014 aan woon-en trainingslocatie Traject te Zwolle

Rapport van het inspectiebezoek op 21 januari 2014 aan woon-en trainingslocatie Traject te Zwolle Rapport van het inspectiebezoek op 21 januari 214 aan woon-en trainingslocatie Traject te Zwolle Zwolle, April 214 Rapport van het inspectiebezoek aan woon- en trainingslocatie Traject te Zwolle op 21

Nadere informatie

BOPZ jaarverslag van 2017 Zorgcentrum St. Franciscus Gilze

BOPZ jaarverslag van 2017 Zorgcentrum St. Franciscus Gilze BOPZ jaarverslag van 2017 Zorgcentrum St. Franciscus Gilze 1. Voldoende en deskundig personeel Scholing over onbegrepen gedrag bij dementie (Vilans en Trimbos instituut, inspectienota 2013) zijn gegeven

Nadere informatie

Kijken met andere ogen naar de zorg voor mensen met dementie en onbegrepen gedrag

Kijken met andere ogen naar de zorg voor mensen met dementie en onbegrepen gedrag Kijken met andere ogen naar de zorg voor mensen met dementie en onbegrepen gedrag Een oriënterend en cliëntgericht onderzoek naar de kwaliteit van zorg aan cliënten met onbegrepen gedrag in de intramurale

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek op 6 januari 2015 aan Stichting H.V.P. Zorg, thuiszorgteam Zuiderparklaan te Den Haag

Rapport van het inspectiebezoek op 6 januari 2015 aan Stichting H.V.P. Zorg, thuiszorgteam Zuiderparklaan te Den Haag Rapport van het inspectiebezoek op 6 januari 2015 aan Stichting H.V.P. Zorg, thuiszorgteam Zuiderparklaan te Den Haag Utrecht, maart 2015 V1001355 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3 1.2 Doelstelling

Nadere informatie

Multidisciplinair werken. Cliënt centraal: mijn leven, mijn zorgleefplan

Multidisciplinair werken. Cliënt centraal: mijn leven, mijn zorgleefplan Multidisciplinair werken Cliënt centraal: mijn leven, mijn zorgleefplan Wageningen, mei 2015 1. Inleiding 'Voor een leven met kleur.', dat is het motto van Zinzia. Het is de kern van wat Zinzia wil bieden

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek Onderbouwd voorschrijven psychofarmaca in de gehandicaptenzorg aan Stichting Driestroom in Nijmegen op 16 november

Rapport van het inspectiebezoek Onderbouwd voorschrijven psychofarmaca in de gehandicaptenzorg aan Stichting Driestroom in Nijmegen op 16 november Rapport van het inspectiebezoek Onderbouwd voorschrijven psychofarmaca in de gehandicaptenzorg aan Stichting Driestroom in Nijmegen op 16 november 2017 Utrecht Februari 2018 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Rapport van het hertoetsbezoek op 13 november 2014 aan R.K. zorgcentrum Roomburgh te Leiden

Rapport van het hertoetsbezoek op 13 november 2014 aan R.K. zorgcentrum Roomburgh te Leiden Rapport van het hertoetsbezoek op 13 november 2014 aan R.K. zorgcentrum Roomburgh te Leiden Utrecht, februari 2015 V1002854 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3 1.2 Doelstelling 3 1.3 Methode

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek op 31 juli 2014 aan verpleeghuis Residentie Moermont te Bergen op Zoom. Utrecht november 2014

Rapport van het inspectiebezoek op 31 juli 2014 aan verpleeghuis Residentie Moermont te Bergen op Zoom. Utrecht november 2014 Rapport van het inspectiebezoek op 31 juli 2014 aan verpleeghuis Residentie Moermont te Bergen op Zoom Utrecht november 2014 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding en belang... 3 1.2 Doelstelling... 3

Nadere informatie

Vastgesteld rapport van het hertoetsbezoek op 24 april 2014 aan Molenstaete te Breda

Vastgesteld rapport van het hertoetsbezoek op 24 april 2014 aan Molenstaete te Breda Vastgesteld rapport van het hertoetsbezoek op 24 april 2014 aan Molenstaete te Breda s-hertogenbosch juni 2014 V1001307 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding en belang... 3 1.2 Doelstelling... 3 1.3 Methode...

Nadere informatie

Geef mensen met dementie een stem Dementia Care Mapping (DCM)

Geef mensen met dementie een stem Dementia Care Mapping (DCM) Geef mensen met dementie een stem Dementia Care Mapping (DCM) Aukje Post Manager / consultant DCM Nederland 07 02 2008 Wat is persoonsgericht werken? V Waarde (Value) toekennen aan mensen I Individueel

Nadere informatie

Definitief rapport van het inspectiebezoek op 27 november 2013 aan Kruseman Aretz Zorgvilla s te Wassenaar

Definitief rapport van het inspectiebezoek op 27 november 2013 aan Kruseman Aretz Zorgvilla s te Wassenaar Definitief rapport van het inspectiebezoek op 27 november 2013 aan Kruseman Aretz Zorgvilla s te Wassenaar Den Haag, januari 2014 V-1000389 2014-1019803 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek op 30 september 2014 aan Envida, thuiszorgteam Belfort/Pottenberg te Maastricht. Utrecht, november 2014

Rapport van het inspectiebezoek op 30 september 2014 aan Envida, thuiszorgteam Belfort/Pottenberg te Maastricht. Utrecht, november 2014 Rapport van het inspectiebezoek op 30 september 2014 aan Envida, thuiszorgteam Belfort/Pottenberg te Maastricht Utrecht, november 2014 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3 1.2 Doelstelling 3

Nadere informatie

Rapport van het hertoetsbezoek op 26 juni 2014 aan Centrum voor Reuma en Revalidatie Rotterdam te Rotterdam

Rapport van het hertoetsbezoek op 26 juni 2014 aan Centrum voor Reuma en Revalidatie Rotterdam te Rotterdam Rapport van het hertoetsbezoek op 26 juni 214 aan Centrum voor Reuma en Revalidatie Rotterdam te Rotterdam Den Haag, augustus 214 V11171 Rapport van het inspectiebezoek aan Centrum voor Reuma en Revalidatie

Nadere informatie

Rapport van het hertoetsbezoek op 2 september 2014 aan Verzorgings- en verpleeghuis Drieën-Huysen te Vlaardingen

Rapport van het hertoetsbezoek op 2 september 2014 aan Verzorgings- en verpleeghuis Drieën-Huysen te Vlaardingen Rapport van het hertoetsbezoek aan Verzorgings- en verpleeghuis Drieën-Huysen te Vlaardingen Utrecht Oktober 204 V00889 Inhoud Inleiding 3. Aanleiding en belang 3.2 Doelstelling 3.3 Methode 3.4 Toetsingskader

Nadere informatie

Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Amstelringroep, locatie Leo Polak in Amsterdam op 1 september 2017

Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Amstelringroep, locatie Leo Polak in Amsterdam op 1 september 2017 Rapport van het vervolgbezoek aan Stichting Amstelringroep, locatie Leo Polak in Amsterdam op 1 september 2017 Utrecht, oktober 2017 V2000859 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Beschrijving Leo Polak 3 2 Conclusie

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek Onderbouwd voorschrijven psychofarmaca in de gehandicaptenzorg aan DeSeizoenen, locatie Elivagar te Roggel op 7

Rapport van het inspectiebezoek Onderbouwd voorschrijven psychofarmaca in de gehandicaptenzorg aan DeSeizoenen, locatie Elivagar te Roggel op 7 Rapport van het inspectiebezoek Onderbouwd voorschrijven psychofarmaca in de gehandicaptenzorg aan DeSeizoenen, locatie Elivagar te Roggel op 7 december 2017 Utrecht Februari 2018 Inhoud 1 Inleiding 3

Nadere informatie

Rapport van het hertoetsbezoek op 18 september 2014 aan Libertas Leiden, thuiszorgteam Vogelvlucht, te Leiden

Rapport van het hertoetsbezoek op 18 september 2014 aan Libertas Leiden, thuiszorgteam Vogelvlucht, te Leiden Rapport van het hertoetsbezoek op 18 september 2014 aan Libertas Leiden, thuiszorgteam Vogelvlucht, te Leiden Utrecht, november 2014 V1002871 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3 1.2 Doelstelling

Nadere informatie

Rapport van het hertoetsbezoek op 22 januari 2015 aan Residence Bel Park B.V. te Den Haag. Utrecht, mei 2015

Rapport van het hertoetsbezoek op 22 januari 2015 aan Residence Bel Park B.V. te Den Haag. Utrecht, mei 2015 Rapport van het hertoetsbezoek op 22 januari 2015 aan Residence Bel Park B.V. te Den Haag Utrecht, mei 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3 1.2 Doelstelling 3 1.3 Methode 3 1.4 Toetsingskader

Nadere informatie

Rapport van het hertoetsbezoek op 21 oktober 2014 aan woonzorgcentrum De IJpelaar te Breda. Utrecht december 2014

Rapport van het hertoetsbezoek op 21 oktober 2014 aan woonzorgcentrum De IJpelaar te Breda. Utrecht december 2014 Rapport van het hertoetsbezoek op 21 oktober 214 aan woonzorgcentrum De IJpelaar te Breda Utrecht december 214 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding en belang... 3 1.2 Doelstelling... 3 1.3 Methode...

Nadere informatie

Ontwikkelplan Omgaan met onbegrepen gedrag

Ontwikkelplan Omgaan met onbegrepen gedrag Ontwikkelplan 2017-2018 Omgaan met onbegrepen gedrag 1a. Niveau Ervaren kwaliteit van leven door de cliënt. 1b. Kwaliteitsthema Interventies bij probleemgedrag 1c. Aard van de afspraak Nieuw 2. Doelstelling

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek op 20 februari 2014 aan Stichting Het Hof, locatie Logement de Molen te Wageningen

Rapport van het inspectiebezoek op 20 februari 2014 aan Stichting Het Hof, locatie Logement de Molen te Wageningen Rapport van het inspectiebezoek op 20 februari 2014 aan Stichting Het Hof, locatie Logement de Molen te Wageningen Amsterdam April 2014 V1000905 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3 1.2 Doelstelling

Nadere informatie

Rapport van het hertoetsbezoek op 27 mei 2015 aan Rinette Zorg te Best

Rapport van het hertoetsbezoek op 27 mei 2015 aan Rinette Zorg te Best Rapport van het hertoetsbezoek op 27 mei 215 aan Rinette Zorg te Best Utrecht juni 215 V1527 Rapport van het inspectiebezoek aan Rinette Zorg te Best op 27 mei 215 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Rapport van het hertoetsbezoek op 26 maart 2015 aan De Hoge Hof te Herveld

Rapport van het hertoetsbezoek op 26 maart 2015 aan De Hoge Hof te Herveld Rapport van het hertoetsbezoek op 26 maart 215 aan De Hoge Hof te Herveld Utrecht, mei 215 V13576 Rapport van het hertoetsbezoek aan De Hoge Hof te Herveld op 26 maart 215 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek Onderbouwd voorschrijven psychofarmaca in de gehandicaptenzorg aan Maeykehiem in Sint Nicolaasga op 30 november 2017

Rapport van het inspectiebezoek Onderbouwd voorschrijven psychofarmaca in de gehandicaptenzorg aan Maeykehiem in Sint Nicolaasga op 30 november 2017 Utrecht maart 2018 Rapport van het inspectiebezoek Onderbouwd voorschrijven psychofarmaca in de gehandicaptenzorg aan Maeykehiem in Sint Nicolaasga op 30 november 2017 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Rapport van het hertoetsbezoek aan zorgcentrum Noorderlicht te Hippolytushoef op 2 april 2015

Rapport van het hertoetsbezoek aan zorgcentrum Noorderlicht te Hippolytushoef op 2 april 2015 Rapport van het hertoetsbezoek aan zorgcentrum Noorderlicht te Hippolytushoef op 2 april 205 Utrecht Juni 205 V00528 Inhoud Inleiding 3. Aanleiding en belang 3.2 Doelstelling 3.3 Methode. Toetsingskader.5

Nadere informatie

Onbegrepen gedrag bij thuiswonende mensen met dementie: een gedragsmethodiek. Iris van Asch Marleen Prins

Onbegrepen gedrag bij thuiswonende mensen met dementie: een gedragsmethodiek. Iris van Asch Marleen Prins Onbegrepen gedrag bij thuiswonende mensen met dementie: een gedragsmethodiek Iris van Asch Marleen Prins Programma Trimbos-instituut en Programma Ouderen Achtergrond en aanleiding onderzoek Stellingen

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek Onderbouwd voorschrijven psychofarmaca in de gehandicaptenzorg aan De Zijlen, locatie Zandumerweg 9A in Niekerk op 22

Rapport van het inspectiebezoek Onderbouwd voorschrijven psychofarmaca in de gehandicaptenzorg aan De Zijlen, locatie Zandumerweg 9A in Niekerk op 22 Rapport van het inspectiebezoek Onderbouwd voorschrijven psychofarmaca in de gehandicaptenzorg aan De Zijlen, locatie Zandumerweg 9A in Niekerk op 22 november 2017 Utrecht Februari 2018 Inhoud 1 Inleiding

Nadere informatie

DD-NR Regelingen en voorzieningen CODE 9.2.3.5

DD-NR Regelingen en voorzieningen CODE 9.2.3.5 DD-NR Regelingen en voorzieningen CODE 9.2.3.5 Zorgleefplan brochure bronnen www.loc.nl, (LOC, zeggenschap in de zorg is de koepelorganisatie van de cliëntenraden van de sectoren verpleging en verzorging,

Nadere informatie

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek op 9 januari 2014 aan Vitalis Wilgenhof te Eindhoven

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek op 9 januari 2014 aan Vitalis Wilgenhof te Eindhoven Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek op 9 januari 2014 aan Vitalis Wilgenhof te Eindhoven s-hertogenbosch maart 2014 V61894 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding en belang... 3 1.2 Doelstelling...

Nadere informatie

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Kristal De Doelen 8 januari uur Gehanteerde lijst

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Kristal De Doelen 8 januari uur Gehanteerde lijst Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Kristal De Doelen 8 januari 2018 09.00 13.00uur Gehanteerde lijst A lijst Score per thema 1. Cliëntendossier 60% 20% 20% 2. Deskundigheid en inzet medewerkers

Nadere informatie

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Thuiszorg

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Thuiszorg Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Thuiszorg Thuiszorg Oosterhout en Dongen 10 oktober 19 oktober Gehanteerde lijst A lijst 11.00-15.00uur 15.00-16.00uur Score per thema 1. Cliëntendossier 40%

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Nusantara Zorg en locatie Rumah Saya in Ugchelen op 27 maart 2018

Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Nusantara Zorg en locatie Rumah Saya in Ugchelen op 27 maart 2018 Rapport van het inspectiebezoek aan Stichting Nusantara Zorg en locatie Rumah Saya in Ugchelen op 27 maart 2018 Utrecht, mei 2018 V2005886 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding bezoek 3 1.2 Doel en werkwijze

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek aan Frankeland - Sint Liduinastichting, locatie Frankeland in Schiedam op 29 augustus 2017

Rapport van het inspectiebezoek aan Frankeland - Sint Liduinastichting, locatie Frankeland in Schiedam op 29 augustus 2017 Rapport van het inspectiebezoek aan Frankeland - Sint Liduinastichting, locatie Frankeland in Schiedam op 29 augustus 2017 Utrecht oktober 2017 V1015767 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Beschrijving Frankeland

Nadere informatie

November 2017 Medilex Toezicht en handhaving Wet Bopz 1

November 2017 Medilex Toezicht en handhaving Wet Bopz 1 Toezicht en handhaving op de Wet Bopz Opleiding Bopz-artsen Medilex November 2017 Monica de Visser en Justa Bos Astrid Titel: Vogelvlucht Atelier: De kleurmeesters van de Parabool in Schalkhaar www.stichtingkunstinkwetsbaarheid.nl

Nadere informatie

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Robijn De Doelen Gehanteerde lijst

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Robijn De Doelen Gehanteerde lijst Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Robijn De Doelen 24-01-2018 13.30-15.30 Gehanteerde lijst A lijst Score per thema 1. Cliëntendossier 80% 20% 2. Deskundigheid en inzet medewerkers 14% 86% 3.

Nadere informatie

Ziektebeelden Vormen van gedrag. Waar wordt gedrag door beïnvloed? Casus Kernelementen SOFI (DCM)

Ziektebeelden Vormen van gedrag. Waar wordt gedrag door beïnvloed? Casus Kernelementen SOFI (DCM) Ellen Bos-Ruijer, GZ-(neuro)psycholoog Wat gaan we doen? Ziektebeelden Vormen van gedrag. Waar wordt gedrag door beïnvloed? Casus Kernelementen SOFI (DCM) Ellen Bos-Ruijer, GZ-(neuro)psycholoog Algemeen

Nadere informatie

Rapport van het hertoetsbezoek op 26 november 2014 aan verpleeghuis De Zeven Bronnen te Maastricht. Utrecht, januari 2015

Rapport van het hertoetsbezoek op 26 november 2014 aan verpleeghuis De Zeven Bronnen te Maastricht. Utrecht, januari 2015 Rapport van het hertoetsbezoek op 26 november 2014 aan verpleeghuis De Zeven Bronnen te Maastricht Utrecht, januari 2015 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding en belang... 3 1.2 Doelstelling... 3 1.3

Nadere informatie

Rapport van het hertoetsbezoek op 4 november 2014 aan Stichting Verpleeg- en Verzorgingshuis De Leystroom te Breda. Utrecht, januari 2015

Rapport van het hertoetsbezoek op 4 november 2014 aan Stichting Verpleeg- en Verzorgingshuis De Leystroom te Breda. Utrecht, januari 2015 Rapport van het hertoetsbezoek aan Stichting Verpleeg- en Verzorgingshuis De Leystroom te Breda Utrecht, januari 2015 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding en belang... 3 1.2 Doelstelling... 3 1.3 Methode...

Nadere informatie

Invulling Aster Zorg van addendum bij kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een Wlzindicatie

Invulling Aster Zorg van addendum bij kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een Wlzindicatie Invulling Aster Zorg van addendum bij kwaliteitskader verpleeghuiszorg voor langdurige zorg thuis met een Wlzindicatie Inleiding Aster Zorg levert huishoudelijke hulp in het kader van de WLZ. We doen dat

Nadere informatie

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek op 6 november 2013 aan Verpleeghuis De Hanepraij te Gouda

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek op 6 november 2013 aan Verpleeghuis De Hanepraij te Gouda Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek op 6 november 2013 aan Verpleeghuis De Hanepraij te Gouda Den Haag januari 2014 V-1000324 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3 1.2 Doelstelling 3

Nadere informatie

Rapport van het hertoetsbezoek op 1 juli 2014 aan verpleeghuis Mariahoeve te Den Haag

Rapport van het hertoetsbezoek op 1 juli 2014 aan verpleeghuis Mariahoeve te Den Haag Rapport van het hertoetsbezoek op 1 juli 2014 aan verpleeghuis Mariahoeve te Den Haag Den Haag, augustus 2014 V1001784 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3 1.2 Doelstelling 3 1.3 Methode 3 1.4

Nadere informatie

Rapport van het hertoetsbezoek op 2 april 2014 aan Westerhout te Alkmaar

Rapport van het hertoetsbezoek op 2 april 2014 aan Westerhout te Alkmaar Rapport van het hertoetsbezoek op 2 april 2014 aan Westerhout te Alkmaar Amsterdam April 2014 V1001591 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3 1.2 Doelstelling 3 1.3 Methode 3 1.4 Toetsingskader

Nadere informatie

Persoonsgerichte zorg en ondersteuning. Multidisciplinaire aanpak

Persoonsgerichte zorg en ondersteuning. Multidisciplinaire aanpak Persoonsgerichte zorg en ondersteuning De vier onderscheiden thema s (compassie, uniek zijn, autonomie en zorgdoelen) zijn voor zorgverleners richtinggevend bij kwaliteitsverbetering op het terrein van

Nadere informatie

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek op 3 juli 2014 aan Thuiszorg Pantein locatie Veghel

Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek op 3 juli 2014 aan Thuiszorg Pantein locatie Veghel Vastgesteld rapport van het inspectiebezoek op 3 juli 2014 aan Thuiszorg Pantein locatie Veghel s-hertogenbosch oktober 2014 V1001278 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding en belang... 3 1.2 Doelstelling...

Nadere informatie

Stichting Cato wonen welzijn zorg Aan de raad van bestuur Schrijnwerkersgaarde TP DEN HAAG

Stichting Cato wonen welzijn zorg Aan de raad van bestuur Schrijnwerkersgaarde TP DEN HAAG > Retouradres Postbus 2518 6401 DA Heerlen Stichting Cato wonen welzijn zorg Aan de raad van bestuur Schrijnwerkersgaarde 3 2542 TP DEN HAAG Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht Postbus 2518 6401 DA Heerlen

Nadere informatie

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Hogepad Oosterheem 30 oktober uur Gehanteerde lijst

Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Hogepad Oosterheem 30 oktober uur Gehanteerde lijst Rapportage Interne audit (IGZ indicatoren) Hogepad Oosterheem 30 oktober 2017 09.00 13.00uur Gehanteerde lijst A lijst Score per thema 1. Cliëntendossier 16,7% 50% 33,3% 2. Deskundigheid en inzet medewerkers

Nadere informatie

Inspectierapport van het hertoetsbezoek aan ZZG Zorggroep, Rijk van Nijmegen, Thuiszorg te Groesbeek op 15 mei 2014

Inspectierapport van het hertoetsbezoek aan ZZG Zorggroep, Rijk van Nijmegen, Thuiszorg te Groesbeek op 15 mei 2014 Inspectierapport van het hertoetsbezoek aan ZZG Zorggroep, Rijk van Nijmegen, Thuiszorg te Groesbeek Zwolle, augustus 214 V11567 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3 1.2 Doelstelling 3 1.3 Methode

Nadere informatie

Vastgesteld rapport van het onaangekondigd inspectiebezoek op 4 februari 2014 aan verpleeghuis de Notenhoff te Andel

Vastgesteld rapport van het onaangekondigd inspectiebezoek op 4 februari 2014 aan verpleeghuis de Notenhoff te Andel Vastgesteld rapport van het onaangekondigd inspectiebezoek op 4 februari 2014 aan verpleeghuis de Notenhoff te Andel s-hertogenbosch februari 2014 V1001029 Inhoud 1 Inleiding... 4 1.1 Aanleiding en belang...

Nadere informatie

Amsterdam, januari 2014. Definitief rapport van het inspectiebezoek op 18 december 2013 aan Klein Houtdijk te Kamerik

Amsterdam, januari 2014. Definitief rapport van het inspectiebezoek op 18 december 2013 aan Klein Houtdijk te Kamerik Amsterdam, januari 2014 Definitief rapport van het inspectiebezoek op 18 december 2013 aan Klein Houtdijk te Kamerik Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3 1.2 Doelstelling 3 1.3 Methode 3 1.4

Nadere informatie

Rapport van het hertoetsbezoek op 5 augustus 2015 aan Villa Oosterveld te Arnhem

Rapport van het hertoetsbezoek op 5 augustus 2015 aan Villa Oosterveld te Arnhem Rapport van het hertoetsbezoek op 5 augustus 5 aan Villa Oosterveld te Arnhem Utrecht, oktober 5 V6456 Rapport van het inspectiebezoek aan Villa Oosterveld te Arnhem op 5 augustus 5 Inhoud Inleiding 3.

Nadere informatie

Rapport van het inspectiebezoek Onderbouwd voorschrijven psychofarmaca in de gehandicaptenzorg aan S&L Zorg in Roosendaal op 28 november 2017

Rapport van het inspectiebezoek Onderbouwd voorschrijven psychofarmaca in de gehandicaptenzorg aan S&L Zorg in Roosendaal op 28 november 2017 Rapport van het inspectiebezoek Onderbouwd voorschrijven psychofarmaca in de gehandicaptenzorg aan S&L Zorg in Roosendaal op 28 november 2017 Utrecht Februari 2018 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en

Nadere informatie

Relevante wet- en regelgeving die vandaag aan de orde komt in deze presentatie

Relevante wet- en regelgeving die vandaag aan de orde komt in deze presentatie Presentatie W&T thema Bopz op 9 mei 2016 Opzet: Korte uiteenzetting presentatie Goede zorg aan onze (psychogeriatrische) ouderen Persoonlijke kennistoets deelnemers Presentatie waarin antwoorden volgen

Nadere informatie

Presentatie Gezond&Zeker 2017 Karin Bontje en Edith Nijland

Presentatie Gezond&Zeker 2017 Karin Bontje en Edith Nijland 2017 Presentatie Gezond&Zeker 2017 Karin Bontje en Edith Nijland Onbegrepen (probleem)gedrag Wat is Onbegrepen(probleem)gedrag? Onder probleemgedrag verstaan we alle gedrag van de cliënt dat deze cliënt

Nadere informatie

Geen zorgen over zorgplannen

Geen zorgen over zorgplannen Geen zorgen over zorgplannen Kennisdagen mei 2014 Kennisdagen mei 2014 Vigerende wet- en regelgeving Van groot naar klein Kwaliteitswet zorginstellingen Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Besluit zorgplanbespreking

Nadere informatie

Mei 2017 Medilex Toezicht en handhaving Wet Bopz 1

Mei 2017 Medilex Toezicht en handhaving Wet Bopz 1 Toezicht en handhaving op de Wet Bopz Opleiding Bopz-artsen Medilex Mei 2017 Monica de Visser en Justa Bos Astrid Titel: Vogelvlucht Atelier: De kleurmeesters van de Parabool in Schalkhaar www.stichtingkunstinkwetsbaarheid.nl

Nadere informatie

Rapport van het hertoetsbezoek op 20 februari 2014 aan Thuiszorg Pantein locatie Leygraaf te Oss

Rapport van het hertoetsbezoek op 20 februari 2014 aan Thuiszorg Pantein locatie Leygraaf te Oss Rapport van het hertoetsbezoek op 2 februari 214 aan Thuiszorg Pantein locatie Leygraaf te Oss s-hertogenbosch mei 214 V11229 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding en belang... 3 1.2 Doelstelling... 3

Nadere informatie

Ga voor goede zorg aan mensen met een ernstige meervoudige beperking: het kán!

Ga voor goede zorg aan mensen met een ernstige meervoudige beperking: het kán! Ga voor goede zorg aan mensen met een ernstige meervoudige beperking: het kán! Ongeveer tienduizend mensen in Nederland hebben een ernstige meervoudige beperking (EMB). Door een (zeer) ernstige verstandelijke

Nadere informatie

Rapport van het hertoetsbezoek op 25 januari 2016 aan Bethesda Thuiszorg B.V.

Rapport van het hertoetsbezoek op 25 januari 2016 aan Bethesda Thuiszorg B.V. Rapport van het hertoetsbezoek op 25 januari 216 aan Bethesda Thuiszorg B.V. Utrecht, april 216 V11536 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3 1.2 Doelstelling 3 1.3 Methode 3 1.4 Toetsingskader

Nadere informatie

Datum 25 januari 2017 Onderwerp vaststellen rapportbrief en afsluiten inspectiebezoek mondzorg aan De Buitenhof te Amsterdam op 19 december 2016

Datum 25 januari 2017 Onderwerp vaststellen rapportbrief en afsluiten inspectiebezoek mondzorg aan De Buitenhof te Amsterdam op 19 december 2016 > Retouradres Postbus 2518 6401 DA Heerlen Stichting Cordaan Raad van bestuur Postbus 1103 1000 BC AMSTERDAM Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht Postbus 2518 6401 DA Heerlen T 088 120 50 00 F 088 120 50 01

Nadere informatie

Stichting Espria Evean Oostergouw Raad van Bestuur Postbus AC BEILEN

Stichting Espria Evean Oostergouw Raad van Bestuur Postbus AC BEILEN > Retouradres Postbus 2518 6401 DA Heerlen Stichting Espria Evean Oostergouw Raad van Bestuur Postbus 102 9410 AC BEILEN Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht Postbus 2518 6401 DA Heerlen T 088 120 50 00 F 088

Nadere informatie