Programmabegroting

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Programmabegroting"

Transcriptie

1 Programmabegroting

2 Inhoudsopgave Leeswijzer Inleiding Programma's Programma 1. Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie Programma 2. Samen leven en ondersteunen Programma 3. Leefbaarheid, duurzaam en groen Programma 4. Vrije tijd Programma 5. Veiligheid Programma 6. Dienstverlening en samenspraak Programma 7. Inrichting van de stad Overzicht Overhead Overzicht algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Financiële begroting Paragrafen Lokale heffingen Weerstandsvermogen en risicobeheersing Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid Bijlagen Spelregels begrotingsbeleid Nieuw beleid Kerncijfers Aangenomen moties Voorjaarsdebat Reserves Voorzieningen Investeringen EMU-saldo a Basisset verplichte indicatoren BBV b Meetdefinities effectindicatoren Afkortingen en begrippen Verbonden partijen Wettelijke kaders Overzicht gewijzigde indicatoren Overzicht taakvelden Wijzigingen BBV

3 Leeswijzer Opbouw programmabegroting De Programmabegroting is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 1 bevat de inleiding met een algemene beschouwing op de huidige situatie en ambities van de gemeente. Hoofdstuk 2 behandelt de zeven programma s. Elk programma kent de volgende inrichting. Allereerst wordt schematisch een doelenboom getoond met op het hoogste niveau het te bereiken maatschappelijk effect. Daaronder volgen de te realiseren doelen en de effectindicatoren (= meetfactoren). Gekoppeld aan de doelenboom volgen tekstuele toelichtingen op het maatschappelijk effect, de doelstellingen en de effectindicatoren. Er wordt voortgebouwd op eerder door de raad vastgestelde effectindicatoren. Indien sprake is van een voorstel om (de streefwaarde van) een effectindicator te wijzigen, wordt dit onder het kopje Beleidswijzigingen toegelicht. Ook wordt per doelstelling een overzicht van de financiën (inclusief voorstel voor nieuw beleid) plus korte toelichting verstrekt. In aansluiting op de uitwerking van de doelenboom komen achtereenvolgens binnen een programma de volgende onderwerpen aan bod: - de strategische risico s, die de realisatie van de programmadoelstellingen mogelijk belemmeren; - de voorgestelde beleidswijzigingen aangekondigd in de Perspectiefnota 2017, aangenomen moties uit het voorjaarsdebat 2016 en ontwikkelingen na Perspectiefnota De stand van zaken van de voortgang van behandeling van de aangenomen moties is in een afzonderlijke bijlage 4 per programma opgenomen; - een financiële samenvatting van de totale lasten, baten en het saldo na resultaatbestemming in meerjarenperspectief Hierbij is het totaal saldo het verschil tussen lasten en baten. Indien sprake is van hogere baten dan lasten wordt dit in het saldo met een teken weergegeven. Hoofdstuk 3 bevat het Overzicht Overhead. Dit is ten opzichte van eerdere programmabegrotingen een verplicht nieuw hoofdstuk. De wettelijke regelgeving voor de presentatie van overhead vastgelegd in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is gewijzigd. De definitie van overhead luidt: de kosten, die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primair proces. De overhead wordt niet meer toegerekend aan de programma's, maar apart opgenomen in de begroting en jaarrekening. De gevolgen van deze wijziging komen op verschillende manieren tot uiting: - de lasten voor de zeven begrotingsprogramma s zijn verminderd met de lasten voor overhead; - er is een afzonderlijk Overzicht Overhead (hoofdstuk 3); - per programma wordt in de financiële tabel voor nieuw beleid (indien van toepassing) afzonderlijk het bedrag van de overhead aangegeven. De bedragen die worden genoemd bij de inhoudelijke toelichtingen bij nieuw beleid zijn inclusief overhead. Op deze manier blijven de bedragen van nieuwe beleidsvoorstellen zoals opgenomen in de Perspectiefnota 2017 herkenbaar. Hoofdstuk 4 gaat in op het Overzicht Algemene Dekkingsmiddelen. Hierin zijn de belangrijkste inkomstenbronnen van de gemeente opgenomen. Hoofdstuk 5 toont de financiële begroting Het presenteert een totaalbeeld van de opbouw van de financiële begroting en wordt een overzicht van de financiële gevolgen van de voorgestelde beleidswijzigingen en dekkingsmaatregelen gegeven. Ook biedt het een overzicht van de wijze, waarop de saldi van de meerjarenbegroting verlopen. Vertrekpunt is de meest recent vastgestelde en bijgewerkte begroting Daarnaast is aandacht voor de reserve vrij inzetbaar en de Reserve Investeringsfonds (de financiële vertaling van de lange termijnagenda van de gemeente). Hoofdstuk 6 behandelt de op grond van het Besluit begroting en Verantwoording (BBV) verplichte paragrafen. Deze paragrafen bevatten informatie over specifieke aspecten die aan de orde zijn bij alle 3

4 of meerdere programma s en informatie over beheersmatige zaken. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de lokale heffingen, het weerstandsvermogen en risicobeheersing, het onderhoud van kapitaalgoederen, de financiering, de bedrijfsvoering, de verbonden partijen en het grondbeleid. Bepaalde informatie is niet binnen de programma s opgenomen, maar in afzonderlijke bijlagen ondergebracht. Het gaat om de volgende bijlagen in hoofdstuk 7: 1. Spelregels begrotingsbeleid 2. Nieuw beleid 3. Kerncijfers 4. Aangenomen moties voorjaarsdebat (peildatum 1 september 2016) 5. Reserves 6. Voorzieningen 7. Investeringen 8. EMU-saldo 9a. Basisset verplichte indicatoren BBV 9b. Meetdefinities effectindicatoren 10. Afkortingen en begrippen 11. Verbonden partijen 12. Wettelijke kaders 13. Overzicht gewijzigde indicatoren 14. Overzicht taakvelden 15. Wijzigingen BBV In aanvulling op de Programmabegroting voor de raad is op uitvoeringsniveau van het college per programma een overzicht van de producten, financiën en prestatie-indicatoren opgesteld. Dit overzicht wordt ter informatie aan de raad beschikbaar gesteld en is opgenomen in een losse bijlage. Nieuwe voorschriften BBV In de Perspectiefnota 2017 is informatie verstrekt over de wijzigingen in het BBV, die verplicht in de programmabegroting moeten worden verwerkt. Deze wijzigingen zijn voor een groot deel in deze programmabegroting verwerkt. Het resterende deel is nog in voorbereiding en wordt ofwel via een aparte begrotingswijziging 2017 of in de Programmabegroting 2018 worden opgenomen. In bijlage 15 Wijzigingen BBV zijn deze wijzigingen nader toegelicht. 4

5 1. Inleiding Een gezonde financiële positie van de gemeente op zowel korte als langere termijn is een cruciale voorwaarde voor haar slagkracht. Het toekomstbestendig houden van onze stad vraagt om het vroegtijdig herkennen en bespreekbaar maken van financiële kansen, opgaven en mogelijke spanningen. We moeten anticiperen op ontwikkelingen en de mogelijkheid om tegenvallers op te vangen. Uit deze programmabegroting komt naar voren dat het economisch herstel breder doorzet. Het herstel geeft ons ruimte om verder te bouwen aan economische en sociale groei. Tegelijkertijd is het ook belangrijk om behoedzaam te zijn, omdat met name de uitgaven binnen het sociaal domein moeilijk te voorspellen zijn. De financiële middelen voor beleidsintensiveringen kunnen binnen de totale begrotingsruimte respectievelijke reservemiddelen van dekking worden voorzien. Wel verreist deze dekking binnen de verschillende programmabudgetten keuzes en/of herprioritering. Aanvullende structurele bezuinigingsmaatregelen zijn niet nodig om de begroting in evenwicht te houden. De financiële huishouding van onze gemeente staat er goed voor. Er is sprake van een materieel sluitende begroting. De structurele inkomsten en uitgaven van de gemeente zijn in evenwicht: niet alleen in 2017 maar ook op de middellange termijn (2021). De doorkijk op langere termijn (vanaf 2022) toont op dit moment een verslechtering van het financieel begrotingsbeeld. Voornamelijk als gevolg van bezuiniging van het kabinet op gemeenten voor de zogenaamde opschalingskorting en de op termijn groeiende uitgaven voor het groot onderhoud in de stad, omdat de stad ouder wordt. Er is in vijftig jaar veel bereikt in Zoetermeer. In Zoetermeer is het goed en veilig wonen, er is veel werkgelegenheid en de bereikbaarheid is uitstekend. Zoetermeer heeft zich ontwikkeld tot een aantrekkelijke stad met goede voorzieningen. Dat betekent niet dat we tevreden achterover leunen. Het vraagt inspanning van alle partijen om er voor te zorgen dat Zoetermeer ook een leefbare en aantrekkelijke stad blijft. Om dat te bereiken trekken we samen op met inwoners en maatschappelijke organisaties op. Samen bouwen we aan de stad en dat vraagt bepaalde beleidsintensiveringen. Ook dit jaar biedt de begroting ruimte voor nieuw beleid en nieuwe ontwikkelingen om de uitdagingen van stad en inwoners in de komende jaren goed aan te kunnen. De totale begroting omvat ongeveer 400 mln. per jaar en geeft aan hoe de gemeente de beschikbare financiële middelen wil inzetten om tot de gewenste resultaten te kunnen komen. De raad heeft tijdens het voorjaarsdebat veel voorstellen gedaan die bij het opstellen van de begroting zijn betrokken. Uiteindelijk zijn 28 moties aangenomen. Het budget van alle nieuwe voorstellen inclusief dekking bedraagt in 2017 ruim 2,8 mln. oplopend tot opgeteld ruim 6,5 mln. in In deze begroting worden de nieuwe voorstellen toegelicht. De begroting bevat verschillende voorstellen, die positieve gevolgen hebben voor inwoners en bedrijven. De OZB opbrengst en de afvalstoffenheffing worden aangepast met het inflatiepercentage van -0,2. De rioolheffing daalt in 2017, omdat de onderhoudskosten aan het riool lager uitvallen. De totale woonlasten dalen ten opzichte van 2016 met 2%. In deze inleiding presenteren we een aantal speerpunten van het beleid voor de komende begrotingsperiode. Transformatie sociaal domein Sinds de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), de Participatiewet en de Jeugdwet ligt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van deze wetten bij de gemeente. In de komende periode is het de uitdaging om onze verantwoordelijkheid voor de uitvoering van deze wetgeving verder vorm te geven. Hiervoor zullen wij in proeftuinen onderzoeken op welke manier wij de best mogelijke zorg kunnen bieden aan onze inwoners. Hierbij staat de vraag van de klant centraal en leveren wij zo veel mogelijk maatwerk om de best kwalitatief mogelijke zorg te leveren voor een betaalbare prijs. Dit kunnen wij niet alleen en daarom werken wij hierbij nauw samen met inwoners, welzijn- en zorgorganisaties, ondernemers, woningcorporaties en zorgverzekeraars. Daarnaast houden wij zorgvuldig in de gaten wat dit betekent voor onze interne werkwijzen en vaardigheden van onze mensen. 5

6 Sport Sporten is gezond en het betekent ook veel voor de sociale samenhang in de stad. Voor de komende begrotingsperiode wordt dan ook geïnvesteerd in sport, die door alle inwoners van Zoetermeer beoefend kan worden op amateurbasis, maar ook in sporten voor bijzondere doelgroepen en de realisatie van goede sportaccommodaties. Zo wordt hard gewerkt aan de realisatie van de nieuw te bouwen binnensport-accommodatie Gymworld, een turn- en gymnastiekaccommodatie aan de Amerikaweg. Daarnaast krijgt de breedtesport nog een impuls doordat ook de Noordwesterhal wordt gerenoveerd naar de eisen van deze tijd. Verder gaan wij in samenspraak met de sportverenigingen en inwoners aan de slag met de realisatie van een nieuwe sportnota waarin het beleid ten aanzien van sport voor de komende jaren wordt uitgewerkt. Veiligheid Zoetermeer is een stad waar het veilig wonen, leven en werken is. Het is belangrijk dit vast te houden. Om dit te bereiken werkt de gemeente nauw samen met onder andere de politie, Team Handhaving, de woningcorporaties, het jongerenwerk en de vele actieve vrijwilligers (initiatieven als Wijk en Agent Samen, Waaks! en WhatsApp buurtpreventie). De aanpak is succesvol, de criminaliteitscijfers dalen. De Stadsmarshall zet zich in voor het verbeteren van de veiligheid en leefbaarheid in de wijk Buytenwegh en sinds afgelopen jaar ook in de wijk Meerzicht. In de wijk Buytenwegh blijkt deze aanpak te werken, bewoners voelen zich veiliger in de wijk. Onderzocht dient te worden hoe de aanpak en werkwijze van de Stadsmarshall ook in de andere wijken van de stad kan worden doorgezet. Het voorkomen van radicalisering staat in de nieuwe begrotingsperiode hoog op de agenda. De inzet blijft gericht op het voorkomen en indien aanwezig verminderen van radicalisering en de re-integratie van terugkeerders. De persoonsgerichte aanpak is hierbij het speerpunt. De gemeente zet de aanpak van radicalisering voort en zal hier, als het nodig is, nog steviger op inzetten. Regionale samenwerking Zoetermeer maakt deel uit van de Metropoolregio Rotterdam - Den Haag (MRDH). Binnen deze samenwerking van 23 gemeenten wordt ingezet op versterking van de economische structuur en verbetering van de regionale bereikbaarheid. Dit krijgt concreet invulling vanuit het Regionaal Investeringsprogramma en de Strategische bereikbaarheidsagenda. Zoetermeer blijft actief bijdragen aan de uitvoering binnen deze trajecten. Een goede samenwerking in regionaal verband is een voorwaarde voor groei en welvaart in de regio en dus ook voor Zoetermeer. Zoetermeer blijft hier actief aan bijdragen. Omgevingswet De komst van de Omgevingswet betekent een ingrijpende herziening van het omgevingsrecht. Volgens de planning zal de Omgevingswet begin 2019 in werking treden. Deze herziening leidt ertoe dat alle wetten die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving opgaan in één nieuwe Omgevingswet. Voor de inwoners en ondernemers van Zoetermeer betekent dit goed nieuws. De regeldruk zal aanzienlijk verminderen. De invoering van de Omgevingswet vraagt veel van de gemeente en heeft niet alleen gevolgen voor ruimtelijke procedures. Juist de impact op de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en op de normen op het vlak van gezondheid, veiligheid en milieu is van grote betekenis. Bruisende Binnenstad De Zoetermeerse binnenstad is in de afgelopen jaren al flink veranderd en ook in de komende jaren zal deze verandering zich doorzetten. Het doel is een sfeervolle en bruisende binnenstad. Samen met ondernemers, inwoners, culturele instellingen en eigenaren werkt de gemeente er hard aan om dit te bereiken. De binnenstad kan zich hierdoor steeds meer als hét visitekaartje van de stad ontwikkelen. In samenwerking met de eigenaren en winkeliers zal de komende jaren een nog aantrekkelijker Stadshart ontstaan door het herinrichten van de straten en pleinen, het opknappen van de gevels, het toevoegen van nieuwe trekkers en het realiseren van uitnodigende entrees. De herinrichting van het Stadhuisplein draagt ook bij aan de aantrekkelijkheid van de binnenstad. Al deze ingrepen vragen om actief omgevingsmanagement. Ook de realisatie van Cadenza en het renoveren, verkleinen en verduurzamen van het stadhuis zijn voorbeelden van plannen voor het zichtbaar vernieuwen van het Stadshart. Uiteraard blijft ook het aantrekkelijk houden van de Dorpsstraat de komende jaren op de agenda staan. 6

7 Verbinden onderwijs en bedrijfsleven Ook de komende begrotingsperiode zet de gemeente verder in op de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Dat begint al op de basisschool met voorlichting over verschillende beroepen. Speciale aandacht is hierbij voor het vmbo. Mooie concrete resultaten worden nu al geboekt in de Dutch Innovation Factory (DIF) en op de Dutch Tech Campus. Samen vormen zij het Dutch Innovation Park (DIP). Dit campusgebied, gelegen op het Brinkhage industrieterrein zal in de komende periode, samen met onze partners verder worden ontwikkeld tot een plek waar ICT-bedrijven en HBO-onderwijs elkaar weten te vinden en versterken op het gebied van Cyber Security & Safety en Vitaliteit & Zorg. De uitbouw van het Vitality Lab draagt bij aan de verdere ontwikkeling van innovaties in de zorg. De komst van een lectoraat van de Haagse Hogeschool zal het HBO Onderwijsveld verder versterken. Ook wordt hard gewerkt om het openbaar gebied grondig aan te pakken waardoor het campusgebied nog aantrekkelijker wordt voor startups, bedrijven en onderwijsinstellingen. Zorg en ondersteuning Naast borging van de succesvolle innovaties in de zorg, worden zorgaanbieders in 2017 opnieuw uitgedaagd om met innovaties te komen. Hiervoor is wederom innovatiebudget beschikbaar. Voorbeelden van succesvolle innovaties zijn voorzieningen, zoals het Centrum voor Dementie en de proef Samenwerking tussen wijkverpleging en huishoudelijk hulp. Armoedebestrijding en participatie Bestrijding van armoede blijft een topprioriteit. Zoetermeer heeft de ambitie om te horen bij de top drie van gemeenten op het vlak van armoedebestrijding. Daarom zet de gemeente in op werk voor mensen in de bijstand. Het project Centurion, waarbij langdurig werkelozen de kans krijgen om aan de slag te gaan bij leer-werkbedrijven, wordt voortgezet. Met het project Zoete Kruimels wordt ondernemen in de bijstand mogelijk gemaakt. Problematische schulden willen we voorkomen door extra in te zetten op schuldhulpverlening. Met behulp van de EMMA-aanpak (Eerder Melden Minder Achterstanden) willen we problematische situaties sneller in beeld hebben. In 2017 starten we met de digitale Zoetermeerpas en de kindpas. We verlagen de caseload per klantmanager, zodat zij beter in staat worden gesteld maatwerk te leveren, ook voor de doelgroepen die extra aandacht vragen zoals statushouders of mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Daarmee kunnen we ook beter invulling geven aan de één gezin één plan-aanpak. Wonen De gemeente wil de stad aantrekkelijk houden voor de huidige en nieuwe inwoners. Daar hoort een aantrekkelijke voorraad van hoogwaardige en duurzame woningen bij voor alle leeftijden en inkomensgroepen. De doelstellingen uit de Woonvisie zijn hierbij leidend. De Bouwagenda Wonen wordt opgesteld om verder richting te geven aan de toekomstige ontwikkelingen op dit gebied. Extra aandacht is er voor de realisatie van zorgwoningen en jongerenwoningen, door nieuwbouw of door transformatie van bestaande bebouwing. Daarnaast moeten we oog hebben voor de instroom van statushouders, die de druk op de sociale woningvoorraad kan beïnvloeden. In de voormalige regio Haaglanden stemmen we de wensen en ambities van de verschillende gemeenten af in een regionale woonvisie. Cultuur en vrije tijd Goede vrije tijdsactiviteiten in een stad zijn onmisbaar. Ze zorgen ervoor dat de stad aantrekkelijk, levendig en leefbaar is. De gemeente stimuleert in Zoetermeer dan ook een uitnodigend en kwalitatief goed vrije tijdsklimaat. De gemeente ondersteunt in de komende begrotingsperiode de noodzakelijke aanpassingen aan het Stadstheater en het Centrum voor Kunst en Cultuur. Het stadsmuseum zal een plek krijgen in de plint van het nieuwe Stadhuis. Living Museum is de naam van een nieuwe organisatie waarin op de nieuwe plek de koppeling gemaakt wordt tussen erfgoed, educatie en toegepaste innovatie. In het nieuwe concept worden de bezoekersaantallen verdubbeld en wordt het vloeroppervlak groter, waardoor er ruimte komt voor vaste - en wisselexposities. Inzamelmiddelen Plastic, Blik en Drankenkartons (PBD) De gemeente zet in de nieuwe begrotingsperiode in op het verder terugbrengen van het restafval door het inzamelen van Plastic, Blik en Drankenkartons aan huis en het gebruik van ondergrondse containers. 7

8 Oplaadpunten voor elektrische voertuigen Zoetermeer gaat er samen met de gemeenten in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) voor zorgen dat er meer openbare laadpalen komen om elektrische auto's mee op te laden. Zoetermeer zet in op 130 laadpalen binnen de gemeente. Financieel perspectief op hoofdlijnen We sturen financieel op een budgettair evenwicht: de meerjarenbegroting moet structureel materieel sluitend zijn. Op hoofdlijnen is sprake van het volgende financiële beeld: Bedragen * MJB Doorkijk Omschrijving Saldo programmabegroting Gevolgen raadsbesluiten en onvermijdellijke ontwikkelingen t/m voorjaarsdebat Totaal bijgesteld financieel bestaand beleid Nieuw beleid inclusief financiële voorstellen* Totaal financieel perspectief 'Perspectiefnota 2016' * Bijstellingen na Perspectiefnota Gevolgen Moties Voorjaarsdebat - Motie 2 'Aquapret Noord Aa' Motie 53 'Emma' beheerbegroting, raadsbesluit 4 juli, verschuiving verkiezingen -219 van 2016 naar Gevolgen Tweede Tussenbericht gevolgen herverdeeleffecten meicirculaire Saldo (meerjaren)begroting * De geringe afwijking t.o.v. de perspectiefnota wordt veroorzaakt door het raadsvoorstel , MRDH green deal laadinfrastructuur d.d De Programmabegroting presenteert een sluitende begroting in de jaren 2019 t/m De begroting is materieel sluitend, dat wil zeggen dat de structurele lasten worden gedekt door de structurele inkomsten. Het negatieve begrotingssaldo in 2017 van ruim 1 mln. wordt veroorzaakt door een aantal incidentele kosten en kan worden opgevangen binnen de middelen van de reserve vrij inzetbaar. Het begrotingsbeeld naar de toekomst ziet er ook goed uit. De verwachte schommelingen in begrotingssaldi van de jaren 2017/2018 (negatief) en 2019/2020 (positief) vallen tegen elkaar weg. In het laatste jaar van de meerjarenbegroting van dit college is sprake van een overschot van 0,8 mln. Ook een verdere doorkijk naar 2021 vertoont een positief saldo. Als gevolg van een in de tijd oplopende korting van het rijk wegens de zogenaamde opschalingskorting en de verwachte stijging van de uitgaven voor groot onderhoud in het openbaar gebied verslechtert zonder aanvullende maatregelen het begrotingsbeeld vanaf Met name als gevolg van de opschalingskorting toont 2025 een tekort van ruim 4 mln. Inzet van het college en alle gemeenten vertegenwoordigd door de VNG is, om met de verkiezingen voor de Tweede Kamer in mei 2017 in zicht, bij de (landelijke) politieke partijen aandacht te vragen voor de onredelijkheid en omvang van de opschalingskorting. Het gaat in totaal om bijna 1 miljard met een Zoetermeers aandeel van ongeveer 7 mln. Bij het beoordelen van de financiële soliditeit is naast het begrotingssaldo zelf, ook de stand van de algemene reserves van belang: de weerstandscapaciteit. Op deze middelen rust nog geen concrete bestemming. De gemeente kan deze middelen vrij inzetten voor zover deze vrije reserves niet noodzakelijk zijn als buffer voor onverwachte tegenvallers en risico s. Voor deze risico s is een minimale omvang van deze bufferfunctie van 7,9 mln. noodzakelijk. De omvang van de weerstandscapaciteit geeft een indicatie van de slagkracht en flexibiliteit aan. 8

9 Tijdens het voorjaarsdebat was, rekening houdend met de omvang van de bufferfunctie, nog sprake van een negatief saldo van de reserve vrij inzetbaar van De in het Tweede Tussenbericht over 2016 gemelde afwijkingen hebben opgeteld een positieve impact op het financieel resultaat. Voor 2016 wordt een verbetering van het rekeningresultaat verwacht en de hogere uitkering uit het Gemeentefonds werkt positief door naar latere jaren. Hierdoor is het verwachte tekort aan weerstandscapaciteit van in 2020 omgeslagen naar een overschot van 2,7 mln. Omdat de weerstandscapaciteit is toegenomen, heeft het college de kosten van de moties 2 en 53 uit het voorjaarsdebat ten laste van het begrotingssaldo gebracht in plaats van het potje van de raad. Het volledige potje van de raad van is in 2017 nog beschikbaar. De Reserve investeringsfonds 2030 (Rif) vertoont in alle jaren een positief saldo. Maar dit saldo is geheel afhankelijk van de verwachte, maar nog wel te realiseren winsten uit de grondexploitaties. Wanneer de winstafdrachten grondbedrijf volgens de huidige inschatting in latere jaren daadwerkelijk worden gerealiseerd, biedt de reserve op langere termijn nog een bestedingsruimte van ruim 24 mln. Als de verwachte winstafdrachten in het geheel niet plaatsvinden, ontstaat een tekort. Er is dan, zoals ook al vermeld in de Perspectiefnota 2017, geen ruimte om op korte termijn dekking te bieden voor beleidsintensiveringen. Naast de altijd aanwezige onzekerheden rond de resultaatontwikkeling vanuit de grondexploitaties maakt de (toepassing van) regelgeving met betrekking tot vervroegde winstneming dat de verwachte resultaten eerder later dan eerder kunnen worden genomen. Gelet op de onzekerheden rond de financiële gevolgen in het sociaal domein en de op korte termijn afwezigheid van dekkingsmogelijkheden van de Rif is het college verheugd met de extra marge van 2,7 mln. die de reserve vrij inzetbaar biedt. 9

10 2. Programma's Programma 1. Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie Iedereen werkt, leert en/of doet naar vermogen mee 1.1 Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren 1.2 Beperken uitval onderwijs 1.3 Bevorderen van een beter ondernemersklimaat 1.4 Bevorderen groei werkgelegenheid 1.5 Stimuleren duurzame arbeidsparticipatie 1.6 Voorzien in noodzakelijke middelen van bestaan Leerwinst VVE-kinderen Tevredenheid partners over samenwerking onderwijs en arbeidsmarkt % Voortijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie Rapportcijfer bedrijfsleven Toename aantal arbeidsplaatsen % Arbeidsparticipatie Uitstroom naar school Uitstroom naar werk Aantal bijstandsuitkeringen Bereik minimaregelingen als % van de doelgroep Deel-tijd werkenden met uitkering Maatschappelijk effect programma Iedereen werkt, leert en/of doet naar vermogen mee Voor een blijvend sterke stad voor alle Zoetermeerders is florerende bedrijvigheid, een actieve beroepsbevolking en een kwalitatief hoogwaardig onderwijsniveau van essentieel belang. Dit geldt op lokaal niveau maar evenzeer op regionaal gebied. De ontwikkelingen binnen economie, arbeidsmarkt en onderwijs op beide niveaus grijpen vaak in elkaar. Onderwijs kan niet zonder de stage en leerplekken bij (lokale) werkgevers, die op hun beurt niet zonder instroom van goed opgeleid personeel kunnen. Daarvoor is het gericht opleiden van jongeren voor de lokale en regionale arbeidsmarkt van bedrijven en instellingen cruciaal. De sleutel tot duurzame arbeidsparticipatie ligt bij het minimaal behalen van een startkwalificatie en daarna een leven lang leren (ook op de werkplek). Binnen dit programma krijgt die synergie specifieke aandacht vanuit de speerpunten Actieplan Economie, de Sociaal Economische Agenda (SEA) en de nieuwe doelgroep arbeidsbeperkten. Daarnaast wordt in 2017 extra aandacht besteed aan: - De doorgaande ontwikkelingslijn onderwijs - arbeidsmarkt, waarbij de gemeente zich inzet om verbindingen te bewerkstelligen tussen de verschillende onderwijsniveaus. Tevens zal hiervoor een bestendig platform op het gebied van onderwijs opgebouwd worden en zullen onderwijsinstellingen ondersteund worden bij hun aansluiting op de arbeidsmarkt. - Versterking van de Zoetermeerse economische specialisaties door kansrijke initiatieven te faciliteren, zoals de Big Data Innovatiehub en de doorontwikkeling van het Dutch Innovation Park. In samenhang hiermee wordt de regionale samenwerking geïntensiveerd. Zo wordt binnen het Regionaal Investeringsprogramma gewerkt aan verbetering en versterking van de regionale economie en (OV-)bereikbaarheid. - De regionale werkgeversbenadering waarbij werkgevers vanuit door de Werkgevers- Servicepunten in Zuid Holland Centraal en Haaglanden op basis van de uniforme toolbox 10

11 maatwerk dienstverlening krijgen. Ondersteund door branche specialisten worden regiobreed kandidaten en werkgevers vraag- en aanbodgericht gematcht. - Vakmanschap en maatwerkondersteuning bij participatie en inkomensvoorziening. Cijfers en indicatoren geven hiervan maar een beperkt inzicht. Bij de jaarlijkse analyse van de effectiviteit van re-integratie geven we door verhalen uit de praktijk meer inzicht in de geleverde ondersteuning Doelstellingen van dit programma Doelstelling 1.1 Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren Iedere inwoner van Zoetermeer, kind of volwassene, kan zich in een stimulerende (leer)omgeving verder ontplooien tot een gelukkig, zelfstandig en sociaal individu. Hiervoor investeert de gemeente samen met anderen in spelen en leren. Inwoners krijgen daarbij de juiste begeleiding naar een zo hoog mogelijk niveau van onderwijs, passend bij ieders individuele capaciteiten, zo mogelijk met een startkwalificatie. Eén doorgaande ontwikkelingslijn met voor zoveel mogelijk kinderen een voorschoolse voorziening en waar nodig specifieke aandacht voor: de (taal)ontwikkeling in de vorm van voor- en vroegschoolse educatie (VVE), leerlingenvervoer, onderwijsbegeleiding, vroegtijdige hulp op maat, hulp om basisvaardigheden te verwerven op taal- en rekengebied op volwassen leeftijd: kortom altijd passend. De verbindingen tussen dit passende aanbod en de jeugdhulp zullen verder versterkt worden. Schakelpunten tussen voorschools-primair onderwijs-voortgezet onderwijs-mbo/hbo-werk zullen als een verklonken geschakelde ketting in elkaar moeten grijpen, zodat een doorlopende ontwikkelingslijn gecreëerd wordt. Aandacht voor met name de laatste schakel van mbo of hbo naar werk zal extra aandacht krijgen, waarbij de focus ook ligt op een optimale aansluiting van onderwijs en arbeidsmarkt. Een goede infrastructuur, lokaal en ook regionaal, moet hiervoor aanwezig zijn; een evenwichtig kinderopvang- en onderwijsaanbod in adequate huisvesting. Het in mei 2016 vastgestelde onderwijshuisvestingsplan is richtinggevend. Tot en met 2015 zijn de kredieten voor tussentijdse investeringen aangevraagd door middel van separate raadsvoorstellen. Omdat er sprake is van bestaand beleid en dekking wordt de beschikbaarstelling van de benodigde kredieten voor tussentijdse investeringen vanaf 2017 geregeld door opname en autorisatie in de programmabegroting. In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen zijn de consequenties voor 2017 toegelicht. Effectindicator 1.1 Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren % VVE-kinderen dat een meer dan gemiddelde leerwinst boekt Tevredenheid van partners over de samenwerking onderwijs en arbeidsmarkt Realisatie Bron 64% > 50% > 50% > 50% > 50% Nog geen gegevens voldoende ruim voldoende goed goed Jaarlijkse monitor VVE Zoetermeer Enquête onder partners Toelichting: De bestuursafspraken met het rijk schrijven prestatieafspraken voor met de kinderopvangen onderwijspartners. In Zoetermeer is in de VVE-afspraken o.a. de leerwinst vastgesteld op > 50% voor de komende jaren. Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren

12 Het merendeel van dit budget is bestemd voor onderwijshuisvesting. Daarnaast worden o.a. de kosten voor leerlingenvervoer, ontwikkeling kinderopvang, brede school, schoolbegeleiding en onderwijsachterstanden (OKE-regeling) uit dit budget bekostigd. Doelstelling 1.2 Beperken uitval in het onderwijs Elk kind of elke jongere, in het hele scala van hoogbegaafd tot minder begaafd, ontvangt de juiste begeleiding: passende opvang en passend onderwijs. Een aandachtspunt blijft het terugdringen van voortijdig schoolverlaten door een preventieve aanpak op het gebied van loopbaanbegeleiding, verzuim en zorg. Dit doen we samen met de ouders, het onderwijs en de zorgpartners binnen de Meerpuntaanpak. Door goede samenwerking en aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt zowel lokaal als regionaal, wordt de kans op werk voor de Zoetermeerse jongere vergroot. Jongeren die uitstromen vanuit de praktijkschool, het speciaal onderwijs of de Entree-opleiding worden vanaf schooljaar vanwege hun kwetsbare positie langdurig gevolgd en zo nodig begeleid na hun doorstroom richting onderwijs, werk of dagbesteding. Het landelijke Thuiszitterspact heeft de ambitie dat in 2020 geen enkel kind langer dan drie maanden thuiszit zonder passend aanbod van onderwijs en/of zorg. Zoetermeer sluit zich bij deze ambitie aan en rapporteert over de voortgang in het jaarverslag leerplicht/rmc. Effectindicator 1.2 Beperken uitval in het onderwijs Voortijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) in het afgelopen schooljaar: als % van alle deelnemers aan het vo en mbo onderwijs Realisatie Bron 2,7% 2,7% 2,7% 2,6% 2,6% VSV-Atlas (OCW) Jaarverslag leerplicht/ RMC Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Beperken uitval in het onderwijs Dit budget wordt grotendeels ingezet op uitvoering leerplicht, het terugdringen van voortijdig schoolverlaten en schoolmaatschappelijk werk. Doelstelling 1.3 Bevorderen van een beter ondernemersklimaat Voor een blijvend sterke economie is een goed ondernemingsklimaat essentieel. Hierdoor kunnen Zoetermeerse ondernemers, van klein tot groot, optimaal ondernemen en vervolgens ook werkgelegenheid creëren. Dit betekent dat de basis op orde moet zijn. Het draait dan om het behouden en waar mogelijk versterken van de bereikbaarheid, de dienstverlening en de samenwerking met het (georganiseerde) lokale bedrijfsleven. Een gemeente met een ondernemersgerichte dienstverlening met zo min zo mogelijk regeldruk, die openstaat voor nieuwe initiatieven draagt hieraan bij. Speerpunten zijn de acties die gaan over excellent accountmanagement en dienstverlening en de ondernemer centraal stellen (zie spoor A en B uit het raadsbesluit Actieplan Economie van d.d. 6 juli 2015, link: Raadsvoorstel_Actieplan_Economie.pdf). Hieronder valt de intensivering van dienstverlening richting ondernemers. Voor 2017 wordt vanuit strategisch accountmanagement tevens extra ingezet op acquisitie en begeleiding nieuwe initiatieven rondom de sleutelgebieden, zoals rondom de A12 en Bleizo. Reguliere dienstverlening voor ondernemers valt onder programma 6 Dienstverlening en Samenspraak. 12

13 Effectindicator 1.3 Bevorderen van een beter ondernemingsklimaat Rapportcijfer bedrijfsleven voor het Zoetermeerse ondernemersklimaat Realisatie Bron * - 7,5-7,2 Ondernemerspeiling De ondernemerspeiling wordt elke twee jaar uitgevoerd. Nulmeting vond plaats in Eind 2016 is de ondernemerspeiling 2016 uitgevoerd. Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen van een beter ondernemersklimaat Het budget wordt o.a. ingezet voor (strategisch) accountmanagement, beheer van de warenmarkten en de sociaal economische agenda. Er zijn inkomsten geraamd voor reclameopbrengsten en marktgelden. Doelstelling 1.4 Bevorderen groei werkgelegenheid Naast een optimaal ondernemingsklimaat is het essentieel nieuwe bedrijvigheid voor de stad en de regio te winnen. Nieuwe bedrijvigheid voor de stad is belangrijk voor de gewenste groei aan werkgelegenheid. Dit kan gaan om nieuwe vestigers en startende ondernemers die de economie van nieuwe impulsen voorzien. Dit wordt gedaan door gerichte promotie en acquisitie vanuit een duidelijke profilering van de stad. Dit betekent dat focus ligt op unieke kansen die binnen de regio worden gepromoot om zo ontwikkelingen op gang te krijgen. De samenwerking binnen de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) biedt hier mogelijkheden voor. Er wordt in 2017 voortgebouwd op de stappen die gezamenlijk met partners binnen de MRDH zijn bewerkstelligd, zoals rondom het Regionaal Investeringsprogramma en de Roadmap Next Economy (RNE). Speerpunten zijn daarbij de acties die gaan over economische specialisaties en regionale samenwerkingen (zie spoor C en D uit het raadsbesluit Actieplan Economie van d.d. 6 juli 2015). Om voortvarend door te kunnen pakken, wordt een extra stimulans geboden aan de doorontwikkeling van het Dutch Innovation Park (DIP) en extra capaciteit vrijgemaakt om actief te kunnen blijven zijn binnen (de uitvoering van) regionale projecten. Effectindicator 1.4 Bevorderen groei werkgelegenheid Realisatie Bron Toename aantal arbeidsplaatsen Gemeentelijke database Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen groei werkgelegenheid Het budget wordt grotendeels ingezet voor lokale en regionale beleidsadvisering en ten behoeve van deelname aan regionale samenwerkingsverbanden, zoals de Innovation Quarter (IQ). 13

14 Doelstelling 1.5 Stimuleren duurzame arbeidsparticipatie We streven ernaar dat mensen zelfstandig meedoen en in hun bestaan kunnen voorzien. Het hebben van betaald werk is daarbij belangrijk. Zoveel als mogelijk is dat een baan voor langere tijd, maar ook kortdurend werk is belangrijk. Ondersteuning is erop gericht dat mensen werk vinden en houden. Als dat (nog) niet lukt dan ondersteunt de gemeente waar nodig om op een ander manier te participeren. Die ondersteuning bieden we ook aan vergunninghouders en mensen met een arbeidsbeperking. Aan de meest kwetsbaren geven we meer aandacht in de uitvoering door de caseload van de klantmanagers voor deze doelgroep te verlagen. We verwachten hiermee multiproblem huishoudens verder te kunnen helpen en hen meer te laten meedoen. Vergunninghouders ondersteunen we met begeleiding en taalonderwijs om hen zoveel mogelijk richting werk te laten participeren. Het hebben van werk is belangrijk voor het realiseren van economische zelfstandigheid en maatschappelijke participatie. Bij onze re-integratie inspanningen richten we ons op drie invalshoeken. Allereerst voorkomen dat mensen een uitkering moeten aanvragen door ze aan de voorkant actief te verwijzen, op eigen kracht aan te spreken en te bemiddelen naar banen. Ten tweede: als ze toch een uitkering nodig hebben, ondersteunen we hen in de ontwikkeling tot zelfstandigheid en het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt. Dit met als hoofddoel uitstroom naar werk of school. Speciale aandacht krijgt daarbij de nieuwe doelgroep arbeidsbeperkten. Ten derde: voor mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt zetten we actief in op sociale activering. Wij vinden dat het hebben van werk voor iedereen van groot belang is en verwachten dat iedereen naar vermogen meedoet. We willen dan ook investeren om het voor werkgevers aantrekkelijk te maken om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt aan te nemen. Ons uitgangspunt is maximale arbeidsparticipatie, zo mogelijk duurzaam. Onze ambitie is om qua resultaten van uitstroom naar werk tot de best presterende plus gemeenten te horen. Voldoende werkgelegenheid is daarbij essentieel. Onze re-integratie inspanningen leveren een besparing op de BUIG middelen op. In de toeleiding van werkzoekenden naar werk zijn samenwerking met bedrijven, het kennen van de klant en het leveren van maatwerk de belangrijkste pijlers. In de Sociaal Economische Agenda (SEA) zijn in het convenant afspraken gemaakt om de arbeidsmarkt te versterken en mensen vanuit de uitkering toe te leiden naar werk. Veel bedrijven leveren hieraan een belangrijke bijdrage, via de SEA, maar ook door zich als SEBO keurmerkhouder te onderscheiden als sociaal economisch betrokken ondernemer. Toekomst DSW Sinds de invoering van de Participatiewet op 1 januari 2015 is de instroom in de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) afgesloten. De mensen die momenteel een plek in de Wsw hebben behouden het recht op die plek tot zij met pensioen gaan. Dat betekent dus dat de sociale werkvoorziening de komende veertig jaar wordt afgebouwd. Inmiddels zijn op het gebied van nieuw beschut werken en reintegratie extra taken bij de DSW belegd. De gemeenten Zoetermeer, Rijswijk en Leidschendam-Voorburg hebben in de zomer van 2016 een externe partij opdracht gegeven om de gevolgen van de instroomstop Wsw voor het gezamenlijke uitvoeringsbedrijf DSW in kaart te brengen. Deze toekomstverkenning leidt in het najaar tot een discussie over de toekomstige samenwerking van de gemeenten op dit gebied. De gemeenten hanteren daarbij zonder uitzondering het standpunt dat ze willen voorkomen dat de krimp in de Wsw zal leiden tot verslechterende werkomstandigheden voor de doelgroep. Effectindicator 1.5 Stimuleren duurzame Realisatie arbeidsparticipatie Bron % arbeidparticipatie 76% 75% 75% 75% 75% CBS Uitstroom naar school Suites4SociaalDomein Uitstroom naar werk Suites4SociaalDomein 14

15 Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Stimuleren duurzame arbeidsparticipatie Het budget wordt ingezet om werkzoekenden te laten participeren op de arbeidsmarkt, uitstroom naar school, sociale activering en bijdragen aan de gemeenschappelijke regeling DSW. Doelstelling 1.6 Voorzien in noodzakelijke middelen van bestaan Deze doelstelling is onderverdeeld in algemene bijstand (levensonderhoud) en anderzijds uit bereik van onze lokale minimaregelingen (armoedebeleid). Levensonderhoud We voorzien in een vangnet voor levensonderhoud voor wie dat nodig heeft. Daar waar mogelijk voorkomen we dat een uitkering nodig wordt. We zoeken voortdurend naar mogelijkheden om mensen effectief te laten uitstromen uit de bijstand, naar scholing, werk, of meedoen. Waar nodig biedt de bijstandsverstrekking het noodzakelijke vangnet. We zien streng toe op rechtmatigheid van de verstrekte uitkeringen. Met preventie, uitstroombevordering en rechtmatigheid sturen we op het volume bijstandsgerechtigden. Armoedebestrijding Iedereen doet mee in de samenleving van Zoetermeer. Wij zetten in op zo min mogelijk armoede onder onze inwoners. We beseffen dat scholing en werk belangrijk zijn voor het voorkomen van armoede. Uitgangspunt is dat iedereen in armoede door de gemeente wordt geholpen. Wij beseffen dat de Zoetermeerse vrijwilligersorganisaties, mantelzorgers en kerken hierin een cruciale rol vervullen. In de kadernota Passend en met Perspectief zijn drie speerpunten geformuleerd: 1. voorzieningen op peil houden; 2. inzet op bereik van voorzieningen en ondersteuning: meer huishoudens vroegtijdig bereiken. Daarbij is ook preventie en schuldhulpverlening belangrijk; 3. perspectief bieden via scholing en werk. Vanuit armoedebeleid wordt dan ook bijgedragen aan ambities of doelstellingen op die terreinen. Het bestrijden van armoede is immers breed vervlochten met andere beleidsterreinen zoals onderwijs, werk, economie en zorg. Aandacht voor de meest kwetsbaren In de uitvoering wordt extra aandacht besteed aan de meest kwetsbaren. Dit doen we door laagdrempelige dienstverlening met extra tijd en toewijding voor deze doelgroep. Handhaving blijft in de uitvoering van de Participatiewet onverminderd belangrijk. We zetten volop in op de aanpak van fraudesignalen en fraude. De hierbij opgedane kennis en ervaring wordt mede ingezet bij de 3D (drie decentralisaties) brede handhaving (zie programma 2 Samen leven en ondersteunen). Effectindicator 1.6 Voorzien in noodzakelijke Realisatie Bron middelen van bestaan 2015 Aantal bijstandsuitkeringen Suites4SociaalDomein Bereik minimaregelingen uitgedrukt in Gemeentelijke 68% 65% 65% 65% 65% % doelgroep administratie Deel tijd werkenden met uitkering n.v.t Suites4SociaalDomein De effectindicator van armoedebeleid is het gemiddelde bereik van die gemeentelijke inkomensondersteunende voorzieningen, waarvan we willen dat iedereen in de doelgroep er gebruik van maakt: kwijtschelding van gemeentelijke heffingen, (tegemoetkoming in) de collectieve aanvullende zorgverzekering en de ZoetermeerPas. We willen dus bij al die regelingen een zo groot mogelijk bereik. 15

16 Niet meegenomen in de indicator bereik is de bijzondere bijstand (waaronder individuele inkomstentoeslag), omdat voor het verstrekken daarvan altijd individueel wordt gekeken of bijzondere bijstand aan de orde is (is er sprake van noodzakelijke kosten? Nee, dan wordt niet verstrekt). Er is dus niet op een meetbare manier iets te zeggen over het gewenste bereik van bijzondere bijstand.. De effectindicator deeltijd werkenden met uitkering is nieuw. De realisatie 2016 is de nulmeting en op basis van de huidige tussenstand wordt het aantal voor 2017 e.v. op 300 gezet. Bij een geprognosticeerd dalend aantal bijstandsuitkeringen is het aantal van 300 een stijgende ambitie. Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Voorzien in noodzakelijke middelen van bestaan Het budget wordt ingezet voor uitkeringen levensonderhoud (bijstand), armoedebeleid (inkomensondersteunende voorzieningen zoals bijzondere bijstand of de ZoetermeerPas, maar ook ondersteuning van partners bijvoorbeeld) en voor zaken als handhaving. De stijging van het budget in de jaren 2017 en 2018 is een gevolg van het voorstel in de Perspectiefnota 2017, waarin extra middelen voor o.a. schuldhulpverlening worden gevraagd Risico's De realisatie van de doelstellingen van 1.3 en 1.4 is sterk afhankelijk van de bereidheid van het bedrijfsleven om te investeren in de Zoetermeerse economie Beleidswijzigingen Wijzigingen in effectindicatoren Aanpassing streefwaarde Tevredenheid partners over samenwerking onderwijs en bedrijfsleven De streefwaarde was ieder jaar beter dan het voorgaande jaar en is nu duidelijker en ambitieuzer. Nieuwe effectindicatoren VVE en VSV Naar aanleiding van de quick scan Programmabegroting is de indicator voor het onderdeel voor- en vroegschoolse educatie (VVE) aangepast, omdat het aantal groepen minder zegt over het bereiken van het beoogde doel van VVE dan leerwinst. De indicator was aantal groepen VVE en wordt 'leerwinst VVE-kinderen. Ook is de indicator voor voortijdig schoolverlaten (VSV) aangepast, zodat deze overeenkomt met de indicator in de wettelijk verplichte basisset indicatoren voor gemeenten. De indicator was: 'aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters t.o.v. aantal leerlingen' en wordt: '% nieuwe voortijdig schoolverlaters zonder startkwalificatie'. Aanpassen streefwaarde effectindicator Uitstroom naar school In 2015 is gebleken dat de uitstroom van jongeren uit de bijstand naar school is gedaald door een andere aanpak. Door de introductie van het jongerenloket worden jongeren zoveel mogelijk direct richting school geleid, voordat ze een uitkering krijgen. Hierdoor is voor deze jongeren het verstrekken van een uitkering niet nodig, maar daalt ook het totaal aantal jongeren dat vanuit een uitkering uitstroomt. De streefwaarde wordt 40, zodat de planning voor 2017 e.v. beter aansluit op de inmiddels gewijzigde praktijk. Nieuwe effectindicator Deeltijd werkenden met uitkering Gegeven de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt is volledige uitstroom uit de uitkering niet altijd mogelijk. Parttime werken vanuit een uitkering wordt steeds belangrijker. Daarom willen we de mate van deeltijdarbeid binnen het bestand zichtbaar maken met een nieuwe effectindicator. Onderwijs Onderwijsachterstandenbeleid 2017 Voor onderwijsachterstandenbeleid ontvangt de gemeente Zoetermeer in 2016 twee specifieke uitkeringen van het rijk. Deze worden naar verwachting verlengd tot en met 31 december

17 Zoetermeer ontvangt in 2017 hetzelfde bedrag als in Het onderwijsachterstandenbeleid werpt zijn vruchten af: doelgroepkinderen boeken leerwinst, het bereik is groot, de kwaliteit is goed, de samenwerking tussen partners is uitstekend en de inspectie van het onderwijs is positief over voor- en vroegschoolse educatie in Zoetermeer. Voorstel is het gemeentelijke onderwijsachterstandenbeleid in 2017 voort te zetten en de kosten te dekken uit de specifieke uitkeringen. Versterkte inzet doorgaande ontwikkelingslijn onderwijs - arbeidsmarkt De gemeente speelt een coördinerende en faciliterende rol op het gebied van onderwijs. Speerpunt is de realisatie van een doorgaande ontwikkelingslijn, die goed aansluit op de arbeidsmarkt. Tijdelijke intensivering van ambtelijke inzet op het gebied van onderwijs is noodzakelijk om verbindingen te bewerkstelligen tussen de verschillende onderwijsniveaus, een bestendig platform op het gebied van onderwijs op te bouwen en onderwijsinstellingen beter te ondersteunen om een optimale aansluiting op de arbeidsmarkt te bereiken. De reden voor het overwegen van de nominatie voor Onderwijsstad 2017 was het activeren van de bindende werking en de koppeling van een aantal onderwijsontwikkelingen. Inmiddels is al veel gebeurd op dit vlak en is nominatie minder voor de hand liggend. Verbinding is het belangrijkste doel van versterkte inzet. Vandaar dat een onderdeel van dit voorstel is om af te zien van deelname aan de nominatie voor Onderwijsstad De tijdelijke intensivering van de ambtelijke inzet gaat gepaard met de volgende extra budgetten: voor en voor 2018: Een onderdeel van dit voorstel is om af te zien van deelname aan Onderwijsstad 2017 en het begrote budget ( in 2017) als projectbudget in te zetten. Economie Extra inzet Metropoolregio Rotterdam Den Haag (Economie) Zoetermeer wil in de samenwerking binnen de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) een belangrijke en sturende rol spelen en dat vergt meer ambtelijke inzet. Voor de inhoudelijke bijdrage aan het Regionaal Investeringsprogramma van de MRDH en de bereikbaarheidsagenda is meer strategische capaciteit voor de pijler economie nodig namelijk voor 2016: , voor 2017 en 2018: In programma 7 Inrichting van de stad wordt extra capaciteit voor de pijler verkeer voorgesteld. Dutch Innovation Park De voorgestelde ontwikkeling van het Dutch Innovation Park draagt direct bij aan het versterken van de economische structuur van de stad, de groei van de werkgelegenheid en de kwaliteit van het in Zoetermeer aangeboden onderwijs en de aansluiting hiervan op de arbeidsmarkt. Om deze doelen te realiseren wordt ingezet op kansrijke projecten, nieuwe faciliteiten voor onderzoek en onderwijs en gebiedsontwikkeling. Het voorstel voor de bijdrage aan het lectoraat vergt voor de jaren 2017 t/m 2020: Daarnaast wordt voor de ondersteuning van de overige initiatieven, marketing en dergelijke voor , voor en voor gevraagd. Zie ook de relatie met programma 7 Inrichting van de stad. Arbeidsparticipatie Gevolgen toename vergunninghouders Door de grotere stroom vluchtelingen is de gemeentelijke taakstelling verhoogd. Hoewel de taakstelling gericht is op huisvesting, is de opgave breder. Voor een snelle en goede integratie van de vergunninghouders in de Zoetermeerse samenleving zet de gemeente gelijktijdig in op taalverwerving, opleiding en werk. De samenstelling van de groep vergunninghouders die naar Zoetermeer komt, is van te voren niet bekend. Deze samenstelling is wel van invloed op de kosten die worden gemaakt. De gemeente wil de vergunninghouders zo snel mogelijk activeren en daarmee de drempel naar werk zo laag mogelijk maken. Hiervoor is het nodig dat instrumenten worden ingezet zoals duale trajecten van leren en werken en werkervaringsplekken. De aandacht voor zowel de huisvesting, participatie en integratie van de vergunninghouders als voor de gevoelens en zorgen van de inwoners (en daarmee ook de politiek) vraagt om stevige regie en coördinatie. Op het moment, waarop de procedures en de maatregelen voldoende zijn geborgd in de organisatie wordt dit afgebouwd. 17

18 De verwachte toename van vergunninghouders vraagt op dit vlak ook om extra ambtelijke capaciteit en zorgt met name voor de inrichtingskredieten van woningen voor een groter beroep op bijzondere bijstand. Vergunninghouders van 16 tot 23 jaar behoren tot de kwetsbare jongeren voor het behalen van een startkwalificatie. Dit vraagt extra inzet van Leerplicht/RMC voor het Instroomloket 16+ en het Leerwerkcentrum. In de Perspectiefnota 2017 is alleen voor het jaar 2016 een kostenbudget opgenomen met een verwachte dekking van het rijk. Voor de jaren 2017 en verder zou worden afgewacht totdat er duidelijkheid bestaat over de uitkomst van het overleg tussen rijk en VNG. Die duidelijkheid is er nu. Het benodigde budget voor 2017 bedraagt daardoor en voor Investeren aan de voorkant Investeren aan de voorkant door te voorkomen dat (grotere) problemen in de schuldhulpverlening ontstaan, betekent minder maatschappelijke kosten aan de achterkant. Daarom zetten we meer in op preventie door vroegsignalering en capaciteitsuitbreiding. Concreet wordt tijdelijk voor 2017 ( ) en voor 2018 ( ) extra budget gevraagd voor: vroegsignalering, bevorderen kwaliteit van bewindvoering, capaciteit voor schuldhulpverlening en leren en verbeteren van de schuldhulpverlening. Aandacht voor onbenutte kwaliteiten (sociale activering) Met een maatwerkaanpak om de verborgen kwaliteiten meer te benutten gaan we zeer langdurig werklozen activeren. Dit levert voordeel op van deeltijd inkomsten en besparing van maatschappelijke (on)kosten). Daarom gaan we hier extra op investeren Het uitgangspunt van dit voorstel is dat deze doelgroep meer aandacht/personele capaciteit vraagt dan de gemiddelde bijstandsklant om hen tot een hoger participatieniveau te krijgen. Om meer aandacht aan de doelgroep te kunnen geven is voor 2017 en 2018 een extra bedrag voor de inzet van 5 fte. nodig. Centurion: perspectief op werk Centurion is een project waarin we honderd mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt een arbeidsovereenkomst geven om onder intensieve begeleiding werknemersvaardigheden op te doen in een echte baan bij een van onze werk-leerbedrijven. Gelet op de daarop volgende hoge uitstroom naar de reguliere arbeidsmarkt, willen we de zelf ontwikkelde formule de komende jaren dan ook graag op vergelijkbare schaal voortzetten. De financiering van het project Centurion komt momenteel grotendeels uit het Participatiebudget. Het rijk stelt in het Participatiebudget echter een steeds lager bedrag per persoon ter beschikking voor re-integratie. Dit maakt voortzetting van de huidige financieringssystematiek onmogelijk. Hoewel het traject door de intensieve begeleiding een grote investering vereist en dus zwaar drukt op het Participatiebudget, genereert het een minstens zo grote en bovendien gegarandeerde besparing op de uitkeringslasten.voor het project wordt medefinanciering vanuit het Europees Sociaal Fonds verkregen. Het voorstel is extra budget voor 2017 en 2018 van Financiën Bedragen x Nieuw beleid Gevolgen toename vergunninghouders Onderwijsachterstandenbeleid Onderwijsachterstandenbeleid, dekking rijksvergoeding Versterkte inzet ontwikkelingslijn onderwijs-arbeidsmarkt Versterkte inzet ontw.lijn onderwijs-arbeidsmarkt, dekking OW-stad Extra inzet MRDH (economie) Dutch Innovation Park (DIP): Dutch Innovation Park (DIP), bijdrage lectoraat Dutch Innovation Park (DIP), ondersteuning initiatieven, marketing e.d Investeren aan de voorkant

19 Aandacht voor onbenutte kwaliteiten Centurion: perspectief op werk Saldo Wijziging agv aanpassing overhead aan nieuwe BBV Saldo na aanpassing overhead aan nieuwe BBV Financieel samengevat Programma 1. Onderwijs, economie, arbeidsparticipatie Bedragen x Rekening Begroting Totaal lasten programma Totaal baten programma Resultaat

20 Programma 2. Samen leven en ondersteunen Vergroten zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie 2.1 Bevorderen opgroeiklimaat 2.2 Bevorderen zorg op maat voor jongeren 2.3 (Langer) zelfstandig wonen 2.4 Bevorderen gezondheid, veiligheid en welbevinden 2.5 Meedoen naar vermogen (ongeacht aard v/d beperking) Tevredenheid over hulpaanbod Afname gemiddeld budget maatwerkondersteuning per cliënt Tevredenheid over het ondersteuningsaanbod % dat vindt dat voorzieningen bijdr. om langer zelfstandig te kunnen wonen % vrijwilligers % mantelzorgers dat zich ondersteund voelt Van zwaardere naar lichtere hulp Het aantal jeugdigen na beëindiging hulp binnen 6 maanden weer hulpvraag Gemiddelde kosten per cliënt Gemiddelde cliënttevredenheid cliënten Jeugdhulp Aantal jeugdigen met jeugdhulp Aantal jeugdigen met Jeugdreclassering Aantal jeugdigen met Jeugdbescherming % mensen met gevoel van eenzaamheid % mensen dat een goede gezondheid ervaart Maatschappelijk effect programma Vergroten zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie De zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van alle inwoners staan voorop binnen het sociale domein. De gemeente schept de voorwaarden voor deze manier van samen leven door er onder andere voor te zorgen dat er basisvoorzieningen aanwezig zijn, informatie en advies beschikbaar zijn en vrijwilligers worden ondersteund. Daarnaast krijgt iedereen die dat nodig heeft de juiste hulp of ondersteuning, zo dicht bij huis als mogelijk. De verschillende wetten en financieringsstromen mogen hiervoor geen barrière vormen. Waar professionals nodig zijn, krijgen deze vertrouwen en handelingsruimte. De gemeente stimuleert organisaties hun krachten te bundelen en in te zetten op innovatie om de beste ondersteuning voor onze inwoners te bieden. Stonden 2015 en 2016 in het teken van de transities in het sociaal domein. In 2017 maken we de stap naar de transformatie. De transformatie is ingewikkelder dan de transitie. Het gaat nu om het verankeren van de veranderingen en vernieuwingen. Het komt in de komende tijd aan op het adequaat vormgeven van de ondersteuning, de wijze van samenwerken en de maatschappelijke acceptatie van mensen met een beperking. Dit is een samenspel van onder andere inwoners, welzijnen zorgorganisaties, ondernemers, woningcorporaties, zorgverzekeraars en gemeente Doelstellingen van dit programma Doelstelling 2.1 Bevorderen opgroeiklimaat In Zoetermeer wordt onder het begrip jeugd/jeugdigen verstaan de doelgroep van -9 maanden tot 27 jaar (Nota Oog voor de jeugd, 2011). Doelstelling 2.1 heeft dan ook betrekking op jeugdigen tot 27 jaar. 20

21 De gemeente wil dat Zoetermeer een stad is waar het goed opvoeden en opgroeien is, zowel thuis, op school, op het werk, op straat en in de vrije tijd. Voorop staat dat jeugdigen zich gezond en veilig kunnen ontwikkelen, talenten ontplooien, zelfstandig wonen en kunnen participeren in de maatschappij. Om dit te kunnen realiseren zijn er in de directe omgeving van gezinnen laagdrempelige basisvoorzieningen aanwezig, afgestemd op de behoeften in de verschillende wijken. Deze basisvoorzieningen hebben een preventieve en ondersteunende functie. Het gaat hierbij om algemene voorzieningen, zoals dagactiviteiten in de wijk, (school)maatschappelijk werk, opvoedcursussen, cliëntondersteuning, ontmoetingsactiviteiten, informatie- en meldpunten en gezinscoaching. Ouders, vrijwilligers, hulpverleners, leerkrachten en inwoners werken samen aan de opvoeding, waarbij ouders en/of verzorgers altijd eerstverantwoordelijk zijn. Het is van belang dat een optimale match wordt gevonden tussen de voorkomende problemen bij opvoeden en opgroeien en het beschikbare aanbod binnen de basisvoorzieningen. Dit gebeurt door zoveel mogelijk gericht preventief te werken, waarbij professionals en vrijwilligers in de (gezondheid)zorg, het onderwijs, de kinderopvang, het jongerenwerk en de sport vroegtijdig signaleren én samen optrekken. Er ligt in deze een belangrijke taak bij de Jeugd Gezondheidszorg (JGZ) om nog meer risico-gestuurd te werk gaan, op kinderopvanglocaties en scholen. Effectindicator 2.1 Bevorderen opgroeiklimaat Tevredenheid hulp: ouders/ jeugdigen die een positief effect ervaren na ondersteuning Realisatie 2015 n.v.t. Het is nog te vroeg om aan deze indicatoren streefwaarden te verbinden Bron Verantwoording aanbieder Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen opgroeiklimaat Het budget wordt besteed aan subsidies aan de Stichting Jeugdgezondheidszorg en het Centrum voor Jeugd en Gezin, Meerpunt. Op de jeugdgezondheidszorg wordt in 2017 een laatste bezuiniging doorgevoerd. De bezuinigingen op de jeugdgezondheidszorg zijn het gevolg van besluitvorming door de raad. In de Programmabegroting is hiertoe besloten. Overweging was de mogelijkheid tot doelmatiger werken door de Stichting Jeugdgezondheidszorg, die per als zelfstandige uitvoeringsorganisatie is gestart. Doelstelling 2.2 Bevorderen zorg op maat voor jongeren De Jeugdwet is specifiek voor de leeftijd van 0 tot 18 jaar (artikel 1.1 Jeugdwet). Doelstelling 2.2 heeft dan ook betrekking op jeugdigen tot 18 jaar. Echter, soms is er sprake van verlengde jeugdhulp. Jeugdhulp kan namelijk doorlopen tot maximaal het 23e levensjaar, voor zover deze hulp niet onder een andere wet loopt. Jeugdigen die dit nodig hebben, vanwege hun ontwikkeling of door gebrek aan veiligheid, ontvangen passende jeugdhulp. Het gaat hierbij om individuele jeugdhulp op indicatie, de toeleiding naar kinderbeschermingsmaatregelen en de uitvoering van jeugdreclasseringsmaatregelen. Om ervoor te zorgen dat hulp snel ingeschakeld wordt als dat nodig is, wordt de kennis en expertise vanuit de jeugdhulp in en rondom scholen en bij de kinderopvanglocaties georganiseerd. De medewerkers van de gemeentelijke toegang tot jeugdhulp, het team Jeugd- en Gezinshulp, vervullen hierin een belangrijke rol. Binnen het Meerpunt netwerk worden afspraken gemaakt over de vormgeving van de jeugdhulp in Zoetermeer. De gemeente werkt in dit verband samen met zorgaanbieders aan de verdere vormgeving van de transformatiedoelstellingen, waarbij professionals ruimte krijgen voor ontwikkeling. 21

22 De gemeente ontwikkelt hierbij ook haar eigen rol vanuit het sociaal domein verder door. Hierbij ligt een specifieke opgave bij het wegnemen van drempels die worden opgeworpen door gebrek aan afstemming tussen verschillende wetten en financieringsstromen. Met als primair doel dat jeugdigen zorg op maat ontvangen: thuis, op straat, in de wijk en ook op school. Veiligheid staat hierbij voorop. Effectindicator 2.2 Bevorderen zorg op maat voor jongeren Het aantal jeugdigen waarbij doorverwijzing naar zwaardere hulp plaatsvindt Het aantal jeugdigen dat na beëindiging van de hulp binnen 6 maanden met een hulpvraag komt. Realisatie Bron n.v.t. pm* pm* pm* pm* n.v.t. pm* pm* pm* pm* De gemiddelde kosten per cliënt n.v.t. pm* pm* pm* pm* Gemiddelde cliënttevredenheid cliënten jeugdhulp Aantal jeugdigen met jeugdhulp (% tot 18 jaar) Aantal jeugdigen met Jeugdreclassering (% tot 18 jaar) Aantal jeugdigen met Jeugdbescherming (% tot 18 jaar) n.v.t. pm* pm* pm* pm* 9,1%** pm* pm* pm* pm* 0,6%** pm* pm* pm* pm* 1,5%** pm* pm* pm* pm* Regionale jeugdhulp monitor Regionale jeugdhulp monitor Regionale jeugdhulp monitor Regionale jeugdhulp monitor Regionale jeugdhulp monitor Regionale jeugdhulp monitor Regionale jeugdhulp monitor * Het is nog te vroeg om aan deze indicatoren streefwaarden te verbinden. Wel zijn hiertoe in regionaal verband initiatieven gestart. ** Bron: inti8 (gebaseerd op het aantal unieke gebruikers, gebruik makend van de 14 grootste zorgaanbieders in de regio) Bij de eerste drie indicatoren werd in eerdere documenten de term afname gebruikt om onze ambitie aan te geven. De afname blijkt uit de behaalde resultaten en op termijn uit de streefwaarden in de cijferreeks. Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen zorg op maat voor jongeren Het budget is bestemd voor jeugdhulp en voor algemene jeugdvoorzieningen (jongerenwerk, combinatiefunctionarissen (leggen verbindingen met cultuur en sport ter preventie van jeugdzorg). Ook de bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling Regionaal Inkoopbureau Jeugd (raming voor 2017: ruim ) valt hieronder. Het budget voor jeugdhulp daalt vanaf 2017 met 2,3 mln. Doelstelling 2.3 Langer zelfstandig wonen Uitgangspunt voor het langer zelfstandig wonen is het bevorderen van de eigen mogelijkheden van de inwoner. Als inwoners ondersteuning nodig hebben die ook hun eigen netwerk niet kan bieden, geeft de gemeente ondersteuning via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Die ondersteuning stelt hen in staat zelf een huishouden te voeren, zich met een vervoermiddel te verplaatsen in hun directe omgeving en andere mensen te ontmoeten. Kwetsbare ouderen, chronisch zieken en mensen met een beperking bieden we ondersteuning op maat - bijvoorbeeld met huishoudelijke hulp, individuele begeleiding en/of dagbesteding. Voor deze doelgroepen biedt de gemeente ook algemene voorzieningen om (langer) zelfstandig te kunnen wonen. Voor deze voorzieningen hoeven inwoners geen indicatie aan te vragen bij de gemeente. 22

23 Het gaat om voorzieningen voor vervoer en ondersteuning dichtbij. De ondersteuning aan inwoners wordt vormgegeven volgens het uitgangspunt van zwaar naar licht': waar het kan wordt een beroep gedaan op het netwerk van een inwoner of op ondersteuning via een algemene voorziening. Waar het nodig is wordt een maatwerkvoorziening ingezet. De gemeente zet in op een toename van geschikte woningen voor bijzondere doelgroepen en voert hierover overleg met de corporaties. Met de decentralisatie van taken in het kader van de nieuwe Wmo en Jeugdwet is ook het terrein waarop we fraude moeten bestrijden vergroot. Handhaving in het sociaal domein is dan ook een actueel thema. Samen met de VNG verkennen gemeenten de mogelijkheden voor fraudeaanpak. Inmiddels heeft het college voor dit specifieke toezicht gemeentelijke toezichthouders aangewezen. Effectindicator 2.3 Langer zelfstandig wonen Realisatie Bron Afname gemiddeld budget maatwerkondersteuning per cliënt -1) Tevredenheid over ondersteuningsaanbod * 7,6 7,6 7,6 7,6 % dat vindt dat voorzieningen bijdragen om langer zelfstandig te * 88% 88% 88% 88% kunnen wonen 1) Omdat deze indicator geen relatie heeft met het langer zelfstandig wonen van inwoners wordt in 2017 een voorstel gedaan voor een nieuwe indicator. Het klanttevredenheidsonderzoek WMO is eind augustus 2016 beschikbaar. Gemeentelijke database Wmo Cliëntervaringsonderzoek Wmo Cliënt ervaringsonderzoek Wmo Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Langer zelfstandig wonen Het budget wordt ingezet ten behoeve van de algemene voorzieningen voor ouderen, gehandicapten en chronisch zieken. Daarnaast worden uit het budget de maatwerkvoorzieningen Wmo bekostigd. Doelstelling 2.4 Bevorderen gezondheid, veiligheid en welbevinden Goede gezondheid, veiligheid en welbevinden zijn belangrijk voor iedereen: Gezondheid als het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te (blijven) voeren, in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven (Machteld Huber, 2011). De gemeente heeft de taak om de gezondheid van haar inwoners te bevorderen (Wet publieke gezondheid). Een goede gezondheid is een belangrijke voorwaarde voor maatschappelijke participatie. We streven naar het verkleinen van verschillen in de ervaren gezondheid veroorzaakt door de sociaal economische status. Speerpunten zijn het terugdringen van overgewicht, diabetes, psychosociale problemen (waaronder eenzaamheid) en verslaving. Ook het bevorderen van veiligheid door het bestrijden van fysiek en geestelijk geweld in de huiselijke omgeving heeft prioriteit. In 2017 zetten we daarom in op uitbreiding van de activiteiten van het Veilig Verder Team. Dit team bestaat uit professionals van Kwadraad, Jeugd- en Gezinshulp, MEE en Veilig Thuis. Middels de Signs of Safety benadering wordt in samenwerking met het gezin gestreefd naar veiligheid voor alle gezinsleden. Na gebleken effectiviteit van deze benadering zal de werkwijze ook in andere gemeenten worden toegepast. 23

24 Effectindicator 2.4 Bevorderen gezondheid, veiligheid en welbevinden Coëfficiënt: Verlaging van aantal inwoners van 18 jaar en ouder met gevoel van eenzaamheid % inwoners van 18 jaar en ouder dat een goede gezondheid ervaart Realisatie Bron 2,6 2,6 2,5 2,5 2,4 Omnibusenquete Omnibusenquete Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen gezondheid, veiligheid en welbevinden Het budget wordt grotendeels ingezet ten behoeve van de GGD Haaglanden (2017: 1,25 mln.). Doelstelling 2.5 Meedoen naar vermogen, ongeacht aard van de beperking We stimuleren een samenleving waar iedereen de gelegenheid heeft om mee te doen, waar mensen elkaar helpen en waar de overheid niet automatisch alles regelt. Dit doen we door te zorgen voor een goede infrastructuur van Wmo basisvoorzieningen per wijk. Deze voorzieningen hebben een preventieve en ondersteunende functie. Inwoners die (tijdelijk) minder zelfredzaam zijn, kunnen in de wijken terecht bij het algemeen maatschappelijk werk, organisaties voor materiële dienstverlening, welzijnsorganisaties, vrijwilligersorganisaties en ontmoetingsruimten van wijk- en buurtverenigingen. De gemeente wil naast deze basisvoorzieningen in de wijk laagdrempelige inloopcentra met dagbesteding realiseren. Deze inloopcentra zijn bedoeld voor kwetsbare inwoners die extra ondersteuning nodig hebben in de vorm van dagbesteding. Daarbij wordt het ook een ontmoetingsplek voor mensen uit de buurt. Inwoners ontvangen waar mogelijk en waar nodig informele hulp van mantelzorgers. De gemeente heeft veel waardering voor hun inzet. Om te voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken, verstrekt de gemeente subsidie voor gerichte voorzieningen zoals respijt zorg, mantelzorg compliment en parkeerfaciliteiten voor mantelzorgers. Een opgave voor de komende tijd is het leggen van duurzame verbanden tussen formele en informele hulp, zodat inwoners zo goed mogelijk worden geholpen. Omdat het lastig is voldoende vrijwilligers voor de zorg te werven, ondersteunt de gemeente de werving van vrijwilligers in de geestelijke gezondheidszorg en de zorg voor licht verstandelijk gehandicapten. We willen ontmoeting in de wijken stimuleren. Zoetermeer heeft een gevarieerd aanbod vanuit wijk- en buurtverenigingen en welzijnsorganisaties. We zetten in op verbinding en samenhang van dit aanbod met initiatieven vanuit bewoners en vrijwilligersorganisaties. Zo faciliteren we het burgerinitiatief De Hof van Seghwaert en stellen we een voorstel op om de wijkrestaurants te behouden. Om de eigen kracht van inwoners verder te versterken en signalen op het terrein van jeugd, zorg en welzijn sneller op te pakken is er in elke wijk een wijkzorgnetwerk. Het netwerk is de verzameling van alle organisaties, die ondersteuning bieden op het terrein van zorg en welzijn. In elke wijk zijn tijdelijk aanvoerders aangesteld door de gemeente. Zij hebben mandaat en doorzettingskracht. Zij helpen de betrokken professionals om de wijkzorgnetwerken goed van de grond te krijgen. Medio 2017 worden de activiteiten rondom de wijkzorgnetwerken geëvalueerd. 24

25 Effectindicator 2.5 Meedoen naar vermogen, Realisatie ongeacht aard van de beperking Bron % vrijwilligers 23, Omnibusenquête % mantelzorgers dat zich ondersteund voelt Omnibusenquête Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Meedoen naar vermogen, ongeacht aard van de beperking Het budget wordt onder andere ingezet ten behoeve van wijkregisseurs, Wijk-aan-zet, integratie en wijkactivering. Het budget voor integratie is tot 2019 tijdelijk opgehoogd. Dit geldt ook voor de mantelzorgwaardering Risico's Er is geen sprake van nieuwe of gewijzigde strategische risico s die de realisatie van doelstellingen mogelijk in de weg Beleidswijzigingen Wijzigingen in effectindicatoren Vindbaarheid basisvoorzieningen Deze effectindicator is verwijderd, omdat deze onvoldoende meetbaar is via de Omnibusenquête. In 2017 wordt een voorstel gedaan voor een nieuwe indicator. Van 'dwang naar drang': minder kinderen met een Onder Toezicht Stelling Deze effectindicator is aangepast, zodat deze overeenkomt met indicatoren in de wettelijk verplichte basisset indicatoren voor gemeenten. De indicator was 'van dwang naar drang: minder kinderen met een Onder Toezicht Stelling'. Dit zal in 2017 gemeten worden via d indicator: 'aantal jeugdigen met jeugdbescherming (% tot 18 jaar)'. Een jeugdbeschermingsmaatregelen kan zijn: een OTS (het meest voorkomend) en ontheffing uit de ouderlijke macht. Toevoegen van de volgende vier nieuwe wettelijk verplichte indicatoren: 'Gemiddelde cliënttevredenheid cliënten jeugdhulp', 'Aantal jeugdigen met jeugdhulp (% tot 18 jaar)', Aantal jeugdigen met jeugdbescherming (% tot 18 jaar)', Aantal jeugdigen met jeugdreclassering (% tot 18 jaar)'. Aanpassen termen bij Bevorderen zorg op maat voor jongeren (doelstelling 2.2) Bij de indicatoren waarvoor in eerdere documenten de term afname werd gebruikt om onze ambitie aan te geven, wordt voorgesteld dit te wijzigen in aantal. De afname komt tot uiting in de streefwaarden van de indicator. Het gaat om de volgende drie indicatoren: aantal jeugdigen waarbij doorverwijzing naar zwaardere hulp plaatsvindt, aantal jeugdigen dat na beëindiging van de hulp binnen 6 maanden met een hulpvraag komt en de gemiddelde kosten per cliënt. Gemiddeld budget maatwerkondersteuning per cliënt Omdat deze effectindicator geen relatie heeft met het langer zelfstandig wonen van inwoners wordt in 2017 een voorstel gedaan voor een nieuwe indicator. De huidige indicator is niet specifiek genoeg, een verlaging van het budget kan betekenen, dat de extramuralisering vanuit de Wet Langdurige Zorg (WLZ) niet slaagt of juist dat het beleid wel succesvol is, omdat meer mensen gebruik zijn gaan maken van algemene voorzieningen, die niet bekostigd worden uit dit budget. 25

26 Begeleiding van vergunninghouders De vergunninghouders krijgen individuele begeleiding, zodat ze zo zelfstandig mogelijk kunnen deelnemen aan de Zoetermeerse samenleving. Daarnaast kunnen zij gebruik maken van groepsactiviteiten die in de wijken worden aangeboden. De gemeente werkt voor de opvang van vluchtelingen aan beleid voor de langere termijn. Het gaat om een integrale aanpak: samenhang tussen huisvesting, gezondheid, scholing en onderwijs, werk, integratie en participatie. Een aanpak met aandacht voor zowel de vluchtelingen met verblijfstatus als voor de Zoetermeerse inwoners. We vragen Zoetermeerders, maatschappelijke organisaties, onderwijs en bedrijfsleven om een actieve bijdrage te leveren. Lagere storing brede bestemmingsreserve sociaal domein Het eerste jaar van de decentralisaties heeft niet geleid tot het gebruik van de buffer Sociaal Domein in de brede bestemmingsreserve. Dit betekent dat er in 2017 en 2018 minder gestort hoeft te worden in de brede bestemmingsreserve. Deze lagere storting is gebruikt ter dekking voor diverse onderwerpen voor nieuw beleid, die qua inhoud samenhangen met het sociaal domein. Het gaat om de volgende onderwerpen: - aandacht voor onbenutte kwaliteiten (programma 1: 2017 en ); - Centurion: perspectief op werk (programma 1: 2017 en 2018: ); - mantelzorgwaardering (programma 2: 2017 en 2018: ); - evaluatie formatie beleidsplannen sociaal domein (programma's 2 en 6: 2017: en 2018: ). Mantelzorgwaardering Vanwege de verwachte toename van het aantal aanvragen in 2016 wordt een tekort verwacht op het beschikbare budget voor mantelzorgwaardering van Tevens wordt voorgesteld tot en met 2018 de uitvoeringskosten van te bekostigen uit het budget mantelzorgwaardering. Gezien deze ontwikkelingen is in deze collegeperiode een budgetverhoging van in totaal benodigd. Opvang verwarde personen naar Den Haag Tot 1 april 2016 werden verwarde personen door de politie naar het politiebureau gebracht en opgevangen. Voor zowel de verwarde persoon als de politie was dit geen ideale situatie. Daarom is in Den Haag op het hoofdbureau van politie een aparte ruimte gemaakt voor de opvang van verwarde personen (OVP). In deze opvang zijn 24 uur per dag hulpverleners aanwezig. De gemeente Zoetermeer heeft zich aangesloten bij deze opvang in Den Haag, zodat ook verwarde personen uit Zoetermeer daar door de politie naar toe gebracht kunnen worden om goede zorg te ontvangen. Evaluatie formatie beleidsplannen sociaal domein Om de beoogde veranderingen in het sociaal domein verder vorm te kunnen geven, is tijdelijk meer formatie nodig dan in 2014 ingeschat: Jeugd WMO SD-breed 2 fte (netwerk)regie 2 fte beleidsmedewerker WMO 0,5 fte personeelsadviseur 1 fte schakelfunctionaris 1 fte contractmanagement (tot 2017) 0,5 fte programma secretariaat bv (tot 2018) 0,75 fte F&C advies 1 fte fraudepreventie (tot 2018) 1,3 fte casemanager multiproblem (tot 2018) Op basis van de huidige inzichten is voor en in aan extra middelen nodig. Hiervan heeft het grootste deel betrekking op kosten voor programma 2: voor en voor Het overige deel betreft programma 6: Dienstverlening en samenspraak. Dekking vindt plaats door een lagere storting in de brede bestemmingsreserve sociaal domein. Voorgesteld wordt om de begroting aan te passen en in 2018 een nieuwe evaluatie van de uitvoeringskosten uit te voeren. Balijhoeve Voor de toekomst van de Balijhoeve heeft de Samenspraakgroep Balijhoeve (bestaande uit betrokken inwoners van Rokkeveen, bedrijven, scholen en zorginstellingen) een kansenkaart voor de Balijhoeve vertaald in ambities. De samenspraakgroep heeft een voorkeur voor de ambitie de Balijhoeve als poort en sociale ontmoetingsplaats en ziet groeikansen naar de Zorgzame Balijhoeve. Deze ambitie wordt nu uitgewerkt. Gemeentelijke taken in het sociaal maatschappelijk domein vinden een plek op 26

27 de Balijhoeve en kunnen door vrijwilligers en professionals worden uitgevoerd. De gemeente kan dit project faciliteren door in 2016 en in ter beschikking te stellen. Innovatiebudget sociaal domein In de transformatieagenda sociaal domein wordt richting gegeven aan de plannen, die tot doel hebben effectiviteit van de sociale infrastructuur en hulpverlening te verbeteren en kosten te reduceren. De budgettaire consequenties van de decentralisaties nopen daar ook toe. Systeemomzettingen en ander gedrag bewerkstelligen kost echter tijd en geld. Aan de transformatieagenda waarin leren en werken vanuit de bedoeling centraal staat, wordt samen met onze partners in het sociaal domein uitvoering gegeven. De uitvoering van deze agenda beslaat meerdere jaren. Om de pilots financieel mogelijk te maken is in het jaar 2016 voor innovatie beschikbaar gesteld. Voor de noodzakelijke brede vernieuwing in de zorg is ook voor 2017 een sociaal domein-breed innovatiebudget (inclusief de domeinen veiligheid en wonen) van nodig. De bestedingsplannen van dit budget worden in overleg met onze partners in de komende zes maanden opgesteld. Het voorstel is het innovatiebudget 2017 van te dekken uit de brede bestemmingsreserve sociaal domein. Individuele- en groepsbegeleiding De nieuwe Wmo-taken individuele begeleiding en groepsbegeleiding zijn ingekocht door middel van een bestuurlijke aanbesteding, samen met vijf regiogemeenten. Op dit moment wordt onderzoek gedaan naar mogelijke nieuwe sturings- en bekostigingsmodellen, die (beter) aansluiten bij de wens om resultaatgericht en vraaggericht te werken en ruimte bieden voor innovatie en substitutie ('van zwaar naar licht'). De verwachting is dat dit onderzoek in 2017 leidt tot een voorstel om het contract al dan niet te wijzigen. Bij een substantiële wijziging moet een nieuwe aanbesteding plaatsvinden. Financiën Bedragen x Nieuw beleid Begeleiding van vergunninghouders Lagere storting brede bestemmingsreserve Sociaal Domein Mantelzorgwaardering Opvang verwarde personen Evaluatie formatie beleidsplannen sociaal domein Balijhoeve Innovatiebudget Sociaal Domein Dekking brede bestemmingsreserve sociaal domein Saldo Wijziging agv aanpassing overhead aan nieuwe BBV Saldo na aanpassing overhead aan nieuwe BBV Financieel samengevat Programma 2. Samen leven en ondersteunen Bedragen x Rekening Begroting Totaal lasten programma Totaal baten programma Resultaat

28 Programma 3. Leefbaarheid, duurzaam en groen Bevorderen van een duurzame, veilige en aantrekkelijke leefomgeving 3.1 Bevorderen duurzame ontwikkeling 3.2 Behouden kwaliteit openbare ruimte Aantal kilo restafval per inwoner % CO 2 - reductie % van de inwoners dat natuur ervaart in de buurt % openbare ruimte dat op afgesproken kwaliteitsniveau zit % inwoners dat tevreden is over de openbare ruimte Waardering groene kwaliteit Maatschappelijk effect programma Bevorderen van een duurzame, veilige en aantrekkelijke leefomgeving Zoetermeer streeft naar een leefbare, duurzame en groene stad. In het Hoofdlijnenakkoord zijn het komen tot een CO₂ neutrale stad en streven naar een natuurrijk en groen Zoetermeer als twee belangrijke speerpunten van beleid benoemd. Om ook in de toekomst een prettige en gezonde stad in de randstad te blijven waar mensen van hun leefomgeving kunnen genieten moet dit tot het DNA van de stad gaan behoren. De manier waarop er met afval omgegaan wordt heeft ook zijn effect hierop. Door in te zetten op het verbeteren van het afvalscheidingsgedrag van inwoners wordt de hoeveelheid restafval teruggedrongen. De openbare ruimte is het visitekaartje van de stad. De gemeente zorgt samen met de inwoners, bedrijven en instellingen voor de kwaliteit en leefbaarheid van de openbare ruimte. Bij de te maken keuzes zijn duurzaamheid, bereikbaarheid, aantrekkelijkheid en veiligheid leidend. Een leefbare, aantrekkelijke, veilige en duurzame openbare ruimte zorgt voor een prettig vestigingsklimaat voor bewoners en bedrijven Doelstellingen van dit programma Doelstelling 3.1 Bevorderen duurzame ontwikkeling Het nieuwe programma 'Duurzaam en Groen Zoetermeer ' richt zich in het kader van de klimaatverandering op het versnellen van de energietransitie in de gebouwde omgeving. Voor Zoetermeer betekent dit dat het zaak is om energiebesparing te stimuleren en het gebruik van aardgas zoveel mogelijk te vervangen door het gebruik van duurzame energie. Daarnaast streeft het programma Duurzaam en Groen er ook naar dat nog meer mensen gaan genieten van het natuur in en rondom Zoetermeer en een verhoging van de biodiversiteit. Bij de inzameling van afval is het beleid gericht op beheersing van kosten en goede dienstverlening. Het streven is om het huishoudelijk afval, in het kader van duurzaamheid, zo veel mogelijk gescheiden in te zamelen en daarmee een reductie van de hoeveelheid restafval te realiseren. De afvalstoffenheffing die hiervoor wordt geheven is kostendekkend. 28

29 Belangrijkste speerpunten van 2017 In 2017 zijn de belangrijkste speerpunten voor deze doelstelling het faciliteren en stimuleren van initiatieven om woningen (stapsgewijs) naar energie neutraal te renoveren dan wel energie neutraal te bouwen, het realiseren van duurzame energiecentrales (zon en wind), het bevorderen van elektrisch rijden en opslag van duurzame energie. Het groenbeleid zoals geformuleerd in de groentrilogie wordt voortgezet. Ingezet wordt op een verdere verbetering van de monitoring van de biodiversiteit, het faciliteren van maatregelen voor het behoud of verhoging van de biodiversiteit en het verbeteren van de stedelijke en regionale groengebieden en de verbindingen daartussen. Het stimuleren van afvalscheiding en afvalreductie gebeurt middels de uitvoering van het nieuwe afvalbeleidsplan. Dit afvalbeleidsplan geeft richting aan hoe Zoetermeer omgaat met de landelijke doelstelling om in 2020 maximaal 100 kilo restafval per persoon te produceren. In dit afvalbeleidsplan ligt de nadruk op het wegnemen van drempels, die afvalscheiding belemmeren en het verhogen van het bewustzijn van de inwoners van Zoetermeer. Ook wordt gewerkt aan de bewustwording van bewoners op het gebied van zwerfafval. Effectindicator 3.1 Bevorderen duurzame ontwikkeling Aantal kilogram restafval per inwoner Realisatie Bron 227 < 2016 < 2017 < 2018 < 2019 Gemeentelijke database % CO2 reductie 10% 12% 14% 16% 18% % van de inwoners dat de natuur ervaart in de buurt aangevuld met en 79% 88% 89% 90% 90% Omnibusenquête Eind 2016 wordt een nieuwe afvalbeleidsplan aangeboden aan de raad. Hierin zal een meer exacte doelstelling worden geformuleerd met betrekking tot het aantal kilogram restafval per inwoner. Meer informatie hierover in paragraaf 2.3.3: Beleidswijzigingen, onderwerp Wijzigingen afvalinzameling. Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen duurzame ontwikkeling Onder dit product zijn voornamelijk de kosten van afvalinzameling en -verwerking opgenomen en de daarbij behorende belastingopbrengsten. Voor de periode 2016 tot en met 2018 is het Programma Duurzaam en Groen opgenomen voor Doelstelling 3.2 Behouden kwaliteit openbare ruimte Het beheer van de openbare ruimte heeft als doel het in stand houden van een aantrekkelijke en veilige openbare ruimte. In Zoetermeer zijn ook de duurzaamheid en bereikbaarheid twee waarden, die bij het beheer steeds worden meegewogen in de te maken keuzes. Het beheer bestaat uit drie schakels die in elkaar grijpen: inrichten, onderhouden en gebruik. Die drie schakels zijn steeds van invloed op elkaar en ook hier geldt: de zwakste schakel bepaalt de sterkte van de keten. Er zijn drie soorten onderhoud van de openbare ruimte: groot (vervanging), periodiek en klein (dagelijks) onderhoud. Het onderscheid en de verhouding tussen deze drie soorten onderhoud is in de planning, de uitvoering, de techniek én financiering van het beheer enorm belangrijk. Belangrijkste speerpunten van 2017 De in augustus 2016 vastgestelde Beheervisie Openbare Ruimte moet in 2017 zijn beslag krijgen en het verwachte en voorspelde effect wordt zichtbaar in de wijze van beheer en de communicatie daarover. In 2017 zijn de belangrijkste speerpunten: 29

30 - de verbetering van interne en externe communicatie over het beheer. Congruentie en consistentie zijn leidend. Meer en slimmer gebruik maken van socialmedia is één van de verbeterpunten; - vorm en inhoud geven aan risicogestuurd beheer. Het doel van risicogestuurd werken is kostenbesparing. Kernachtig verwoord: slim en selectief werken. Dat betekent: niet alles moet nu en niet alles ineens. Spelen met de factor tijd en ruimte. Zoetermeer moet daar haar eigen vorm en inhoud aan geven en leren van ervaringen elders. Innoveren is vanouds een kenmerk van de Zoetermeerse aanpak. Bij het vormgeven van risicogestuurd beheer zal dat niet anders zijn; - het tweede sleutelbegrip in de Beheervisie is omgevingsbewust beheer. Dat betekent: oog hebben voor de wensen van de gebruiker en die waar mogelijk tot prioriteit stellen in de beheerkeuzes. Participatie en samenspraak zijn in Zoetermeer al vergevorderd en gestandaardiseerd. De verwachting van omgevingsbewust beheer is dat het meer ruimte laat en vraagt voor afwijkingen van wat technisch wenselijk en gebruikelijk is in beheer. Omgevingsbewust en risicogestuurd beheer zijn daarom in de beheervisie een onlosmakelijk koppel. De verwachting is dat omgevingsbewust beheer méér kost en dat risicogestuurd beheer kosten bespáárt. Of die verwachting zal uitkomen, moet in 2017 en 2018 blijken en in 2018 worden geëvalueerd. In 2017 zijn de volgende grote projecten in uitvoering: - afronding van het vervangen van roltrappen en plaatsen liften Nelson Mandelabrug; - reconstructies van de openbare ruimte (o.a. Hovenbuurt Buytenwegh, Platanen Seghwaert en 1 e Stationsstraat). Effectindicator 3.2 Behouden kwaliteit openbare ruimte % van de openbare ruimte dat op het afgesproken kwaliteitsniveau zit Realisatie Bron 89% 85% 85% 85% 85% Omnibusenquête & de Quickscan openbare ruimte % inwoners dat tevreden is over de openbare ruimte 89% 85% 85% 85% 85% Omnibusenquête Waardering bewoners groene kwaliteit 7,3 7,5 7,5 7,5 7,5 Omnibusenquête Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Behouden aantrekkelijke & veilige openbare ruimte In 2016 is het nieuwe gemeentelijk rioleringsplan (GRP) vastgesteld. In de besluitvorming komt aan de orde dat het rioolrecht ongewijzigd blijft. De fluctuaties in bovenstaande tabel worden veroorzaakt door de reeds in de meerjarenbegroting opgenomen kosten voor het groot onderhoud (bovengronds en ondergronds). 30

31 2.3.2 Risico's Onderhoud en beheer primaire watergangen Door het hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard is de overeenkomst over het beheer en onderhoud van primaire watergangen met ingang van 1 januari 2015 opgezegd. Mogelijke soortgelijke ontwikkelingen met betrekking tot het hoogheemraadschap van Rijnland worden gevolgd. Aanbestedingen openbare ruimte Het beheer van de openbare ruimte is volledig uitbesteed aan aannemers. Daarmee is optimaal gebruik gemaakt van de marktwerking en lagere prijzen. Gedurende de periode van de economische crisis zijn daardoor aanbestedingsvoordelen behaald. Bij een aantrekkende economie bestaat het risico dat de prijzen en de kosten van het onderhoud van de openbare ruimte stijgen. Dan is er sprake van een aanbestedingsnadeel. Deze voordelen en nadelen komen ten goede of ten laste van de gemeente begroting. Laag afvalscheidingspercentage Middels het programma Van Afval Naar Grondstof streeft de rijksoverheid naar een reductie van de hoeveelheid restafval naar 100 kilo per inwoner in Met het nieuwe afvalbeleidsplan worden stappen in die richting gezet. Zoetermeer gaat dit streefcijfer in 2020 echter niet behalen. Mogelijk neemt het rijk de komende jaren meer verplichtende of sanctionerende maatregelen om de restafvalreductie te stimuleren Beleidswijzigingen Aanpassen doelstelling en effectindicator De formulering van doelstelling 3.2 Behouden aantrekkelijke & vellige openbare ruimte is vervangen door Behouden kwaliteit openbare ruimte. Hierdoor wordt een enkelvoudige doelstelling gecreëerd, die beter aansluit bij de structuur van de programmabegroting en op de onderliggende indicatoren. Deze aanpassing ligt in de lijn van het advies, dat voortkomt uit de quickscan van de programmabegroting. De effectindicator %van de inwoners dat natuur ervaart is gewijzigd in '% inwoners dat natuur ervaart in de buurt'. Dit is een meer specifieke formulering, die beter bruikbaar is om het resultaat te kunnen meten. Dan kan vervolgens ook gerichter worden gestuurd op het behalen van het gestelde doel. Wijziging streefwaarde effectindicator Voorgesteld wordt de streefwaarde Waardering bewoners groene kwaliteit uit te drukken als een rapportcijfer in plaats van een percentage met streefwaarde 7,5. Herijking groot onderhoud openbare ruimte Zoals in 2016 al berekend en vastgesteld is, wordt vanaf 2017 een tekort verwacht in het groot onderhoud van Voor 2017 is dit verwachte tekort gecompenseerd door medefinanciering uit het beheerbudget van ontwikkelingsprojecten te stoppen en een besparing te realiseren door het invoeren van risicogestuurd beheer. Vanaf 2017 wordt nauwkeurig gemeten óf en zo ja in welke mate het risicogestuurd beheer een bijdrage levert aan de (op termijn nog oplopende) budgettaire taakstelling en of er geen ongewenste (budgettaire) effecten optreden bij het dagelijks en periodiek onderhoud. Areaalreductie en beheerparagraaf per project Bij de vaststelling van de Beheervisie is geconcludeerd dat de eerder verwachte areaalreductie niet is gerealiseerd en ook niet gerealiseerd zal worden. Areaalreductie betekent de verkleining van het door de gemeente te onderhouden gebied. De verwachting was dat door stedelijke ontwikkelingen er meer areaal bij andere instanties in onderhoud zou komen, wat een besparing zou opleveren in het onderhoud. Dat is niet gebeurd. De verwachte besparing door areaalreductie was becijferd op jaarlijks 0,4 mln. tot en met 2019 en is als taakstelling opgenomen in de begroting. Daarna loopt de taakstelling op met 0,5 mln. voor de periode 2020 tot en met 2024 en vanaf 2025 loopt de taakstelling nogmaals op met 0,5 mln. Deze laatste oploop wordt opgevangen in het begrotingssaldo vanaf

32 Desalniettemin geldt nog steeds dat areaalreductie een besparing oplevert. Om die reden is het realiseren van 10% areaalreductie per project in de openbare ruimte als doel gesteld. Dat doel is het meest realistisch en wordt haalbaar geacht in projecten waar veel bestrating aanwezig is. Bij de vaststelling van de Beheervisie is afgesproken dat de beheertoets een vast onderdeel is van de besluitvorming over (her)ontwikkeling en (her)inrichting van de openbare ruimte. In een beheerparagraaf moet inzichtelijk worden gemaakt welke technische en financiële gevolgen het project heeft op de openbare ruimte en welke (aanvullende) beheerafspraken in het projectgebied bestaan en/of gemaakt zijn. Bewaakte fietsenstallingen als werkleerbedrijf De gemeente Zoetermeer biedt gratis bewaakte stalling van fietsen aan. Deze gratis stalling levert een positieve bijdrage aan het gebruik en de uitstraling van de openbare ruimte. Een externe partij voert het beheer van de bewaakte fietsenstallingen uit. Daarvoor schakelt deze partij uitkeringsgerechtigden in met een afstand tot de arbeidsmarkt. De huidige bijdrage van de gemeente Zoetermeer aan de bedrijfsvoering van de bewaakte fietsenstallingen bedraagt In 2017 is deze bijdrage geraamd op De meerkosten van worden veroorzaakt door de afbouw van de langdurig inzet van 'uitkeringsgerechtigden met behoud van uitkering zonder perspectief op regulier werk' en de vervangende inzet van inhuurkrachten. De meerkosten blijven naar verwachting beperkt tot het jaar 2016 en het eerste kwartaal Uiterlijk 1 april 2017 wordt de bedrijfsvoering van de bewaakte fietsenstallingen aanbesteed. Daarbij wordt er door een innovatieve aanbesteding een leerwerkbedrijf van gemaakt waar mensen met een arbeidscontract met perspectief op doorstroom naar een regulier werkgever tegen loonwaarde aan de slag gaan. Door de aanbesteding moeten de meerkosten van de keuze om de fietsenstallingen gratis te houden op inventieve wijze worden terugverdiend. Onderhoudsniveau In de Perspectiefnota 2017 is voorgesteld om voor de komende drie jaar (2017 tot en met 2019) het kwaliteitsniveau van dagelijks en periodiek onderhoud op de bedrijventerreinen integraal te verhogen naar niveau 'B'. Ook worden de winkelgebieden vanaf 2017 schoongemaakt op zondag. Dit is vanwege de verhoogde gebruiksdruk door de zondagopenstelling (raadsbesluit ). Voor het integraal verhogen van het onderhoudsniveau op de bedrijventerreinen van C naar B en het extra onderhouden van winkelgebieden is circa per jaar nodig. Opbrengst parkeergelden De inschatting is dat de aanleg van het parkeerterrein (RWD-terrein) jaarlijks extra opbrengt. Deze opbrengsten komen ten gunste van programma 3. Gemeentelijk rioleringsplan In 2016 is het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) vastgesteld. Met dit GRP is een tariefstijging niet langer noodzakelijk. Per jaar is gereserveerd aan onderzoeksgelden, onder andere op het gebied van de effecten klimaatadaptatie. Oplaadpunten voor elektrische voertuigen De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft aan de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) een Green Deal subsidie toegekend. Uit deze subsidie kan de plaatsing in Zoetermeer van (maximaal) 130 laadpalen voor elektrische auto s worden bekostigd. Het project loopt van Voorwaarde voor verlening van deze subsidie is cofinanciering door Zoetermeer. Uitgangspunt is dat zowel de aanschaf als de exploitatie budgettair neutraal is. Op 12 september 2016 heeft de raad hierover een besluit genomen. Speelbeleid In 2016 is een nieuw Zoetermeerse speelbeleid voorgelegd aan de raad. Belangrijkste beleidswijziging is minder speeltoestellen en meer centraal in de wijk gelegen, grotere plekken. Deze centraler gelegen, grotere plekken moeten gebruikt kunnen worden door meer leeftijdsgroepen, waardoor ze toekomst bestendiger zijn (ze raken minder snel buiten gebruik). Ontspullen van de openbare ruimte zoals ook in de Beheervisie genoemd is, is ook van toepassing op het speelbeleid: minder toestellen die moeten worden onderhouden, zeker waar ze niet worden gebruikt (bij speeltoestellen voor de kleinste kinderen is dat snel het geval). In plaats van speeltoestellen een beter en veilig bespeelbare openbare ruimte. 32

33 . Wijzigingen afvalinzameling Eind 2016 wordt het nieuwe afvalbeleidsplan aangeboden aan de raad. In dit vernieuwde afvalbeleidsplan ligt de nadruk op het wegnemen van drempels die afvalscheiding belemmeren en het verhogen van het bewustzijn van de inwoners van Zoetermeer. Doel hierbij is het terugdringen van de hoeveelheid restafval en door het verbeteren van het afvalscheidingsgedrag zonder daarbij de klanttevredenheid en de hoogte van de afvalstoffenheffing uit het oog te verliezen. Na het invoeren van wijzigingen is een tijdelijke daling van de klanttevredenheid echter niet uit te sluiten. Er is tijd nodig om te wennen aan nieuwe situaties. De wijzigingen mogen echter niet leiden tot een structurele daling van de klanttevredenheid. De verwachte tijdelijke daling is ook terug te vinden in de doelstelling van de prestatie-indicator die gekoppeld is aan de klanttevredenheid. Financiën Bedragen x Nieuw beleid Herijking groot onderhoud bovengronds (areaalreductie) Herijking GO OR, dekking opbrengst areaalreductie/vermindering output Herijking groot onderhoud groenvakken Verhoging beeldkwaliteit openbare ruimte (winkelgebied/bedrijventerrein) Inzamelmiddelen plastic, blik en drankenkartons Kosten inz.midd. PBD, dekking inkomsten inz./nedvang/afvalstoffenheffing Kapitaallasten, onderhoudslasten etc. Laadpalen Bewaakte fietsenstallingen als werkleerbedrijf Bewaakte fietsenstallingen als werkleerbedrijf, dekking uit besparingsvoorstel Aanleg parkeerterrein (RDW-terrein), opbrengst parkeervergunningen Saldo Wijziging agv aanpassing overhead aan nieuwe BBV Saldo na aanpassing overhead aan nieuwe BBV Financieel samengevat Programma 3. Leefbaarheid, duurzaam en groen Rekening Begroting Bedragen x Totaal lasten programma Totaal baten programma Resultaat

34 Programma 4. Vrije tijd Stimuleren vrije tijdsklimaat: Cultuur, sport, groen en spelen, evenementen Vitale samenleving: zelf doen. Sociale cohesie: samen doen. Levendige stad: er is veel te doen 4.1 Bevorderen laagdrempelig toegankelijke cultuur-, sport-, groen en speelvoorzieningen 4.2 Bevorderen levendige stad Waardering inwoners voor evenementen Waardering inwoners voor culturele voorzieningen Waardering inwoners voor sportvoorzieningen Waardering inwoners voor groenen speelvoorzieningen % inwoners dat evenementen bezoekt % inwoners dat cultuur bezoekt of beoefent % inwoners dat sport beoefent % inwoners dat groen- en speelvoorzieningen bezoekt Maatschappelijk effect programma Stimuleren vrije tijdsklimaat Zoetermeer profileert zich als leisure-stad. Cultuur-, sport-, groen- en speelmogelijkheden zijn ruim te vinden. Wij zijn daarmee een aantrekkelijke stad om in te wonen en voor bedrijven om zich te vestigen. De vrije tijd is bij uitstek het domein waarbij inwoners zelf aan zet zijn bij de indeling en besteding ervan. De vrije tijdsactiviteiten zorgen voor welzijn, leefbaarheid en levendigheid voor de inwoners en bezoekers van Zoetermeer. Doordat inwoners zelf actief aan sport, cultuur, groen en leisure deelnemen, draagt dit bij aan hun gezondheid en vitaliteit, en aan sociale cohesie. Wij stimuleren daarom een uitnodigend en kwalitatief goed vrije tijdsklimaat in de stad Doelstellingen van dit programma Doelstelling 4.1 Bevorderen laagdrempelig toegankelijke cultuur-,sport,-groenen speelvoorzieningen Zoetermeer is leisure-stad nummer 1, een stad waar het goed wonen, ondernemen en recreëren is. De gemeente wil graag dat inwoners zich kunnen ontwikkelen, veel kunnen beleven en elkaar kunnen ontmoeten. Dat zorgt voor een rijke en zelfredzame samenleving. Hiervoor zijn er laagdrempelige basisvoorzieningen nodig, die afgestemd zijn op de behoeften van verschillende inwoners, zoals de sportaccommodaties, het theater, de stadsboerderijen, de bibliotheek, de wijktuinen, het centrum voor de kunsten, het museum, et cetera. Deze voorzieningen willen we op peil houden en brengen. Ook het buurtgroen, de parken, en tijdelijk groen willen we uitnodigend, uitdagend en multifunctioneel inrichten. De verschillende organisaties in het vrijetijdsdomein zijn essentieel voor levendigheid in de stad. Wij willen ervoor zorgen dat sport, cultuur en groen voor iedereen toegankelijk is en blijft met laagdrempelige, bereikbare, betaalbare programma s die aansluiten bij het Zoetermeerse publiek. Wij willen deelname aan sport, cultuur en groen en spelen bevorderen. Onze ambitie is dat iedere inwoner van Zoetermeer een vrijetijdsbesteding heeft die op het terrein van sport, cultuur, groen en leren ligt. Zoetermeer heeft een rijk verenigingsleven en de gemeente ziet dit als een belangrijke motor van onze samenleving. Sport-, culturele- en natuurverenigingen kunnen een sterkere rol spelen op het brede terrein van welzijn voor de inwoners. Ook het (openbaar) groen in Zoetermeer is een belangrijke drager voor vrije tijd. We stimuleren bewoners, kinderen en bedrijven voorzieningen te bezoeken, in stand te houden en soms zelf in beheer te nemen. 34

35 Om de nieuwe ontwikkeling mogelik te blijven make herijkt de gemeente het sport-, cultuur- en groen/spelen/lerenbeleid met diverse beleidsnota''s: de nieuwe sportagenda en uitvoeringsagenda's voor de andere terreinen. Effectindicator 4.1 Bevorderen laagdrempelig Realisatie toegankelijke cultuur-,sport,-groen en speelvoorzieningen Bron Waardering inwoners voor evenementen 7,8 7,9 7,9 7,9 7,8 Omnibusenquête Waardering inwoners voor culturele voorzieningen 7,8 7,9 8,0 8,0 7,9 Omnibusenquête Waardering inwoners voor sportvoorzieningen 6,7 6,9 7,0 7,0 7,0 Omnibusenquête Waardering inwoners voor groen- en speelvoorzieningen 7,9 7,5 7,5 7,5 7,5 Omnibusenquête Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen laagdr. toeg. cultuur, sport-, groen- en speelvoorzieningen Het budget wordt ingezet voor subsidies aan culturele voorzieningen als de bibliotheek, het Stadsmuseum, Stadstheater en Cultuurpodium De Boerderij. Als onderdeel van de Toekomstagenda cultuur heeft de raad besloten om het Stadsmuseum over te brengen naar de stadhuisplint. Hiervoor zijn vanaf 2017 extra middelen beschikbaar gesteld. Daarnaast wordt het budget ingezet voor de exploitatie van de sport- en welzijnsaccommodaties, natuur- en milieu-educatieve voorzieningen en voor zwemmen. Doelstelling 4.2 Bevorderen levendige stad Zoetermeer onderscheidt zich sterk op het gebied van leisure: sport, cultuur, evenementen et cetera. Ook het bezoek aan het Stadshart speelt daarin een rol. Daar zijn wij trots op en dat zetten wij in voor de positionering van onze stad in de regio en in het land. Daarnaast willen we in de stad meer kunnen doen door programma s die levendigheid bieden. Wij hechten aan grootschalige en kleinschalige evenementen op het brede terrein van vrije tijd. Op het gebied van sport, cultuur en natuur en milieueducatie wil Zoetermeer een stap voorwaarts zetten om zo ook nieuwe generaties te laten deelnemen publiek en markt voor de toekomst te kweken. Voor hen is het niet meteen vanzelfsprekend om aan sport, cultuur of natuur te doen. Zoetermeer is ook trots op haar historie en haar culturele erfgoed. In samenwerking met bijvoorbeeld het Stadsmuseum en het Historisch Genootschap Zoetermeer (HGOS) houdt Zoetermeer deze historie levend. Zoetermeer heeft een brede collectie beeldende kunst in de openbare ruimte die bijdraagt aan de aantrekkelijkheid van de stad. Effectindicator Realisatie 4.2 Bevorderen levendige stad Bron % inwoners dat evenementen bezoekt 42% 42% 42% 42% 42% Omnibusenquête % inwoners dat cultuur bezoekt of beoefent 84% 84% 84% 84% 84% Omnibusenquête % inwoners dat sport beoefent 75% 75% 75% 75% 75% Omnibusenquête % inwoners dat groen- en speelvoorzieningen bezoekt 50% 50% 50% 50% 50% Omnibusenquête 35

36 Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen levendige stad Het budget wordt ingezet voor uiteenlopende zaken zoals evenementen, sportstimulering en sportbeleid, cultuureducatie, onderhoud beeldende kunst en monumentenbeleid. In 2016 was er een eenmalige storting van voor de Investeringsimpuls voor amateurverenigingen. Dit verklaart onder andere het verschil ten opzichte van Verder is het budget voor monumentenzorg in 2017 met afgenomen ten opzichte van De verklaring voor de daling in 2019 komt, doordat het budget voor nieuwe evenementen van tijdelijk is tot Risico's Er is geen sprake van nieuwe of gewijzigde strategische risico s die de realisatie van doelstellingen mogelijk in de weg Beleidswijzigingen Wijzigingen doelenboom en effectindicatoren In de doelenboom zijn doelen toegevoegd voor groen- en speelvoorzieningen, zowel bij de toegankelijkheid (4.1) als de levendige stad (4.2). Een bredere en integrale scope op de vrijetijdsbesteding van alle Zoetermeerders, jong en oud is gewenst. In aansluiting hierop zijn twee nieuwe effectindicatoren opgenomen: waardering inwoners voor speel- en groenvoorzieningen en %inwoners dat groen- en speelvoorzieningen bezoekt. Het bereik en waardering van Zoetermeerders voor gemeentelijke groen- en speelvoorzieningen wordt overigens al jaren gemonitord via de omnibusenquête. Stadstheater toneelhijsinstallatie en rollenzolder Het Zoetermeerse Stadstheater bestaat sinds Het heeft destijds gelijk een sterke positie ingenomen in Zoetermeer en in de regio met een breed toegankelijk programma en bezoekersaantallen van ruim boven de per jaar. De toneelhijsinstallatie moet volledig worden vervangen. Daarnaast is er boven de installatie geen ruimte voor goed beheer en onderhoud. Om dit op te lossen moet het dak van het theater worden verhoogd en wordt er een loopraster aangebracht, een zogenaamde rollenzolder. Van daaruit kunnen de technici beheer en onderhoud plegen en decorstukken of licht inhangen. De kosten voor de vervanging van de trekkenwand bedragen naar schatting 2,6 miljoen. De extra lasten die met de rollenzolder samenhangen bedragen vanaf per jaar. Als dekking hiervoor wordt via een huurverhoging een bijdrage van het Stadstheater ingezet van Voor de overige wordt voorgesteld deze door de opbrengst van de verkoop van vastgoed te dekken. De raad heeft op 23 mei 2016 ingestemd met het voorstel Vervanging toneelhijsinstallatie Stadstheater en rollenzolder. Om aansluiting met en herkenbaarheid van de voorstellen voor nieuw beleid zoals opgenomen in de Perspectiefnota 2017 te behouden, is dit onderwerp hier gepresenteerd onder het kopje Beleidswijzigingen. Terra/Kwik fit De totstandkoming van een kunstzaal in de Dorpsstaat heeft voor stichting Terra een jaarlijkse verhoging van de huurlasten en de bedrijfsvoeringslasten tot gevolg. Het voorstel is Terra hiervoor een extra subsidie te verstrekken. Als dekking wordt voorgesteld hiervoor de bestaande BKV beeldende kunstsubsidies ( ) in te zetten. Voor het resterende bedrag wordt een afweging gemaakt binnen het budget van de portefeuille beeldende kunst. Living museum Als onderdeel van de Toekomstagenda cultuur heeft de raad besloten om het stadsmuseum over te brengen naar de Stadhuisplint en daar in een nieuwe organisatie vorm te geven aan het Living Museum. 36

37 In het nieuwe concept worden de bezoekersaantallen verdubbeld en wordt het vloeroppervlak groter, waardoor er ruimte komt voor vaste - en wisselexposities. De locatie in het Stadshart maakt meer reuring in het winkelhart en bezoek van buiten de stad mogelijk. Daarnaast wordt het museum toegankelijk, betaalbaar en laagdrempelig gehouden. Een koppeling met horeca aan het Stadhuisplein maakt een nieuwe kruisbestuiving mogelijk, waarbij lifestyle en foodstyle in elkaar overvloeien. Om de kosten te beperken kan de verhuizing van het museum het beste plaatsvinden analoog aan de verbouw en totstandkoming van het nieuwe stadhuis. Ook de eventuele overlast voor de stad blijft zo beperkt. In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met een structurele bijdrage met ingang van Dit zijn exploitatie-, voorbereidings- en aanloopkosten. Daarnaast zijn bedragen gecalculeerd en toegezegd in de haalbaarheidsfase. Inmiddels krijgt het museum steeds meer vorm. Zowel conceptontwikkeling, organisatie als benodigde huisvesting zijn nu verder ontwikkeld en doorgerekend. In de Perspectiefnota 2017 zijn hiervoor de volgende bedragen geraamd: 2017 : eenmalig voor exploitatie-, voorbereidings- en aanloopkosten: vanaf 2018 : structureel voor de exploitatie: In de Perspectiefnota 2017 is aangegeven voor deze dekking te moeten vinden binnen het budget vrije tijd. Uit nader onderzoek blijkt dat ruimte beschikbaar is binnen de stelpost Welzijn, cultuur en zorg. Nieuwbouw was- en kleedaccommodatie FC Zoetermeer In de kadernota sport en bewegen is een van de doelstellingen te zorgen voor een optimale sportinfrastructuur: het aanbieden van kwalitatief hoogwaardige binnen- en buitensportaccommodaties. De huidige was- en kleedaccommodatie van FC Zoetermeer heeft dringend onderhoud nodig. Om een verdere voortgang van het project in 2017 financieel mogelijk te maken is een eenmalig bedrag beschikbaar gesteld van Dit zijn de te verwachten stichtingskosten voor de bouw van een nieuwe was- en kleedaccommodatie voor de vereniging in eigendom van de gemeente Zoetermeer (vanaf structureel per jaar). Financiën Bedragen x Nieuw beleid Trekkenwand Stadstheater Trekkenwand Stadstheater dekking huurverhoging Stadstheater Trekkenwand Stadstheater dekking opbrengst verkoop vastgoed Olympus Terra/Kwikfit Terra/Kwikfit, dekking BKV subsidie opheffen Terra/Kwikfit, dekking taakstelling binnen budget vrije tijd Living museum Living museum 2017, stelpost welzijn, cultuur en zorg Nieuwbouw was- en kleedaccommodatie FC Zoetermeer Saldo Wijziging agv aanpassing overhead aan nieuwe BBV Saldo na aanpassing overhead aan nieuwe BBV Financieel samengevat Programma 4. Vrije tijd Bedragen x Rekening Begroting Totaal lasten programma Totaal baten programma Resultaat

38 Programma 5. Veiligheid Veiligheid en leefbaarheid 5.1 Bevorderen van veiligheid in de woning 5.2 Behouden veiligheid en leefbaarheid in de wijk 5.3 Behouden veiligheid in de stad Aantal woninginbraken per jaar Gemiddeld rapportcijfer voor de veiligheid in de buurt Gemiddeld rapportcijfer voor de veiligheid in Zoetermeer Maatschappelijk effect programma Veiligheid en leefbaarheid Inwoners van Zoetermeer voelen zich veilig in huis, in de wijk en in de stad. Door toezicht van zowel professionals als vrijwilligers wordt de leefbaarheid in de wijk gewaarborgd Doelstellingen van dit programma Doelstelling 5.1 Bevorderen van de veiligheid in de woning De inwoners van Zoetermeer moeten zich veilig voelen in hun eigen woning. Een woningoverval en woninginbraak tasten het veiligheidsgevoel ernstig aan en kunnen langdurige emotionele effecten hebben. Het voorkomen van inbraken gebeurt op verschillende manieren. Door inwoners op de hoogte te brengen van de risico s en de maatregelen die zij zelf kunnen treffen, kunnen zij de eigen verantwoordelijkheid nemen om mee te werken aan het voorkomen van inbraken. Daarnaast werkt de gemeente door o.a. inzet van een preventieadviseur woninginbraken samen met inwoners (Whats'App, WAS en WAAKS), politie, woningcorporaties en bedrijfsleven om met concrete maatregelen en voorlichting- en/of subsidieacties het aantal inbraken te verminderen. Deze acties helpen ook om het aantal woningovervallen zo laag mogelijk te houden. Het oplossen van woningovervallen heeft grote prioriteit bij politie en gemeente. bij het voorkomen ervan zijn maatregelen en bewustwording bij het voorkomen van woninginbraken ook van toepassing. Effectindicator 5.1 Bevorderen van de veiligheid in Realisatie Bron de woning 2015 Aantal woninginbraken per jaar 490 <2016 <2017 <2018 * Politie * nader te bepalen, vanaf 2019 geen subsidie meer beschikbaar om woningen beter te beveiligen. 38

39 Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen van de veiligheid in de woning Het budget wordt onder ander ingezet voor de kosten voor het opleggen van huisverboden en het toekennen van subsidie voor woninginbraakpreventie. Doelstelling 5.2 Behouden veiligheid en leefbaarheid in de wijk Zoetermeer is een stad waar iedereen zich veilig voelt. Het openbaar vervoer, scholen en horeca zijn voorbeelden van (kruis)punten in de stad waar vele mensen elkaar tegenkomen. De veiligheid en veiligheidsgevoelens op deze (kruis)punten moeten worden behouden en waar mogelijk worden verbeterd. Hinderlijke, overlastgevende en criminele jeugdgroepen en radicalisme worden integraal en multidisciplinair aangepakt. Hierin werken partners vanuit de strafrecht-, zorg- en bestuurlijke keten samen. In deze aanpak is direct contact met zowel de partners als de doelgroep het belangrijkste uitgangspunt. Deze persoonsgerichte- en wijkgerichte aanpak is ook de werkwijze van Team Handhaving en de Stadsmarshall. De Stadsmarshall heeft als uitgangspunt om de veiligheid en de leefbaarheid in Buytenwegh en Meerzicht te verbeteren. Handhavers zijn structureel in alle wijken aanwezig. Uiteraard worden zij ook ingezet bij evenementen, RandstadRail acties en seizoensgebonden activiteiten zoals toezicht bij Noord-Aa. Effectindicator 5.2 Behouden veiligheid en leefbaarheid in de wijk Gemiddeld rapportcijfer voor de veiligheid in de buurt Realisatie Bron 7,5 7,5 7,5 7,5 7,5 Omnibusenquete Het rapportcijfer geeft aan dat inwoners zich veilig voelen in de buurt. Dit gevoel willen we vasthouden met behulp van de op dit moment beschikbare capaciteit van de handhavers in samenwerking met de politie. Voor leefbaarheid zijn er geen specifieke effectindicatoren. Leefbaarheid komt naar voren in de bijlage producten, kosten en prestaties. Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen/behouden veiligheid en leefbaarheid in de wijk Het budget wordt ingezet voor onder andere projecten veiligheid en leefbaarheid zoals de jaarwisseling, flexibel cameratoezicht, de Stadsmarshall, fietsdepot, diverse participatieprojecten en voor de inzet van de handhavers. Doelstelling 5.3 Behouden veiligheid in de stad De samenwerking tussen de gemeente en de politie is essentieel om de veiligheid in de stad te behouden. Er wordt in Zoetermeer toezicht gehouden op de naleving van de Drank- en Horecawet. Controles op grond van de Drank- en Horecawet betreffen integrale controles waarbij gekeken wordt naar zowel de vergunning en/of ontheffing, de inrichtingseisen, het aanwezige terras en de naleving van de leeftijdsgrenzen. Daar waar overtredingen plaatsvinden wordt handhavend opgetreden. 39

40 Andere doelstellingen van Programma 5 zijn: 1. De gemeente handhaaft op het gebied van het VTH-beleidsplan Pionieren in de bebouwde omgeving. Dit plan beschrijft de keuzes, die het college heeft gemaakt over de handhaving van regels voor de bebouwde (leef)omgeving. Het geeft invulling aan de wens en aan de taak om overeenkomstig de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) te handhaven. Daarbij zijn keuzes gemaakt wat meer of minder aandacht verdient. Deze keuzes worden jaarlijks geactualiseerd in de Uitvoeringsprogramma's. Voor bouwtaken het Handhavingsuitvoeringsprogramma 2017 en voor de milieutaken het werkplan Omgevingsdienst Haaglanden De tweede doelstelling betreft Rampen en Crisisbeheersing. De gemeente is op het gebied van rampen en crisisbeheersing in staat de directe en indirecte gevolgen van een ramp of crisis te voorzien en beheersen. Bewoners zijn geïnformeerd over de risico s zodat zij weten wat zij zelf kunnen doen ter voorbereiding op een ramp of crisis. Effectindicator 5.3 Behouden veiligheid in de stad Gemiddeld rapportcijfer voor de veiligheid in Zoetermeer Realisatie Bron 7,2 7,2 7,3 7,3 7,3 Omnibus enquête Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Behouden veiligheid in de stad Het budget wordt grotendeels ingezet voor de deelnemersbijdrage aan de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Haaglanden (VRH: ,9 mln.) en de Omgevingsdienst Haaglanden (ODH: ). Verder wordt het besteed aan o.a. vergoeding aan St. Dierentehuis Zoetermeer voor opvang zwerfdieren, kosten rampenbestrijding en handhavingskosten op het gebied van bouwen en wonen. Veiligheidsregio Haaglanden werkt aan het versterken van de positie van brandweer in de wijk. Dit gebeurt door het geven van voorlichting op scholen, nazorgbijeenkomsten na brand en brandveiligheidsadviezen aan verschillende groepen burgers. Ook ondernemen zij activiteiten zoals controles van scholen en bedrijven. Ook wordt er geïnvesteerd in het verbeteren van de veiligheid in de stad zoals het project 'Veilig stappen' en 'Veilig openbaar vervoer', regiegroep veiligheid (radicalisering) en de aanpak van criminele - en overlastgevende jeugdgroepen Risico's Veiligheid De veiligheid in een stad wordt mede bepaald door externe invloeden en de wijze waarop de gemeente hiermee omgaat. Lokale, regionale, landelijke en zelfs internationale ontwikkelingen worden scherp gemonitord om vroegtijdig hierop in te kunnen spelen. De komende jaren wordt conform het integraal veiligheidsbeleid fors ingezet op de thema s jeugdoverlast en criminaliteit, woninginbraak, radicalisering en de intensivering integrale aanpak hennep en de versterking koppeling veiligheid, jeugd en zorg. Mede door de snelheid waarop deze thema s zich ontwikkelen, kan niet gezegd worden welke inzet er op (middel)lange termijn noodzakelijk is. Vervolg radicalisering (Aanpak Islamitische radicalisering en Syriëgangers) De risico s bij de aanpak van radicalisering en Syriëgangers liggen met name op het bestuurlijke vlak en de persoonsgerichte aanpak. Gezien de rol van de gemeente in dit dossier is het van belang voortdurend alert te zijn op de landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen, samenwerkingsverbanden en afstemming tussen alle betrokken partijen. De grote diversiteit aan betrokken partijen en samenwerkingspartners, van ministeries tot lokale zelforganisaties en alles daar 40

41 tussen, zorgt voor een complex speelveld. De risico s zitten hier vooral in onderlinge afstemming, verwerven van draagvlak en omgaan met strijdige belangen van partijen, op alle niveaus. Op het gebied van veiligheid zijn op dit dossier de rol, taken en bevoegdheden van de gemeente beperkt. Politie en veiligheidsdiensten hebben op dit gebied een leidende rol. De veiligheidsrisico s voor medewerkers op dit dossier worden in samenwerking met de politie gemonitord. Op basis daarvan worden werkafspraken gemaakt Beleidswijzigingen Structurele aanpak criminele en overlastgevende jeugd en radicalisering De gemeenteraad heeft tot en met 2018 middelen ter beschikking gesteld voor de aanpak van het criminele en overlastgevende jeugdnetwerk en radicalisering. Bij het opstellen van het voorstel ging het college ervan uit, dat vanaf 2017 minder capaciteit nodig zou zijn voor de persoonsgerichte aanpak van radicalisering en het jeugdnetwerk. Een aantal ontwikkelingen heeft als gevolg dat juist meer capaciteit nodig is voor de persoonsgerichte aanpak. De huidige aanpak van jeugdoverlast en -criminaliteit kent een sneeuwbaleffect en er wordt vanuit partners een groter beroep op de gemeente gedaan in het integraal samenwerken in de aanpak van jeugdcriminaliteit en -overlast. Deze vraag is een positief effect van de huidige aanpak en geeft het vertrouwen weer dat de partners in de gemeentelijke regie hebben. Maar ook de noodzaak te blijven werken aan de juiste structuur. Bij de aanpak van radicalisering maken internationale ontwikkelingen zoals de aanslagen in Parijs, Brussel en Nice het werkveld in de stad complexer. Eén van de belangrijkste speerpunten in de aanpak van radicalisering is het directe contact met en begeleiding van de doelgroep en hun directe omgeving, waaronder de familie. Aan de vraag vanuit het werkveld kan echter vanaf 2017 met de dan beschikbare capaciteit niet worden voldaan. Het voorstel is om de tijdelijke capaciteit structureel beschikbaar te stellen. Zo kunnen wij de problematiek beheersbaar houden en blijft de veiligheid op het gewenste niveau. Het voorstel is de budgetten voor de uitbreiding van de formatie voor 2017 en 2018 te verhogen met en vanaf 2019 met Tegenover de budgetuitbreiding van komt in 2019 een financiële taakstelling op programma Veiligheid van oplopend naar vanaf Deze taakstelling wordt gerealiseerd door een meer efficiënte en effectieve samenwerking tussen het sociaal domein, de wijkaanpak en het veiligheidsdomein. Per saldo resteert vanaf 2020 een structurele toename van Voorgesteld wordt om via een formele opdracht dekking te zoeken voor een bredere aanpak op veiligheidsgebied van jeugd en radicalisering, waarbij het totale sociale domein betrokken wordt. Reddingsbrigade De raad heeft op 18 januari 2016 een motie aangenomen, waarin het college onder meer wordt verzocht om de huisvesting (surveillance-werkplek) van de Zoetermeerse Reddingsbrigade (ZRB) met spoed ter hand te nemen, in samenspraak met de reddingsbrigade. Het huidige gebouw voldoet niet meer aan de eisen, die worden gesteld aan een moderne reddingspost. Daarom is een geheel nieuw onderkomen voor de ZRB wenselijk. Hiermee is een eenmalige investering gemoeid. Reddingsbrigade De kosten voor de realisatie van de gewenste nieuwbouw worden begroot op maximaal Dit is structureel aan kapitaallasten, exclusief enkele exploitatielasten. In totaal is per jaar benodigd. Na nieuwbouw wordt de reddingspost door de gemeente onderhouden en kosteloos aan de ZRB ter beschikking gesteld. De ZRB draagt momenteel een aantal lasten zelf en blijft dat in de toekomst doen. De kredietvotatie voor deze nieuwbouw wordt in een afzonderlijk raadsvoorstel voorgelegd. Financiën Bedragen x Nieuw beleid Structurele aanpak jeugd en radicalisering Struct. aanpak jeugd en radicalisering, dekking inverdieneffect jeugd/sd Reddingsbrigade Totale wijziging saldo programma Wijziging agv aanpassing overhead aan nieuwe BBV Saldo na aanpassing overhead aan nieuwe BBV

42 2.5.4 Financieel samengevat Programma 5. Veiligheid Bedragen x Rekening Begroting Totaal lasten programma Totaal baten programma Resultaat

43 Programma 6. Dienstverlening en samenspraak Dienstbare gemeente 6.1 Continueren klanttevredenheid 6.2 Bevorderen van samenspraak Gemiddeld rapportcijfer tevredenheid gehele dienstverlening Gemiddeld rapportcijfer aanvraag en afhandeling van digitale producten Tevredenheid dienstverlening aan ondernemers Gemiddeld rapportcijfer inwoners over proces van samenspraak Tevredenheid bedrijven over proces van samenspraak Tevredenheid organisaties over proces van samenspraak Tevredenheid inwoners, bedrijven, organisaties over ondersteuning bij initiatieven Maatschappelijk effect programma Dienstbare gemeente De dienstbare gemeente betekent dat de gemeente de inwoner centraal stelt, goede dienstverlening biedt en inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties actief betrekt bij beleid en projecten. De gemeente Zoetermeer wil door de manier van besturen en het betrekken van inwoners, bedrijven en (maatschappelijke) organisaties de betrokkenheid van de Zoetermeerders bij de stad en het vertrouwen in de lokale overheid bij inwoners vergroten Doelstellingen van dit programma Doelstelling 6.1 Continueren klanttevredenheid Om de klanttevredenheid op peil te houden, blijven we werken aan onze dienstverlening. Onze norm is dat inwoners, bedrijven en instellingen tijdig (conform de servicenormen) en begrijpelijk antwoord krijgen van de gemeente, ongeacht of zij hun vraag stellen via de post, balie, de telefoon, de website, de of social media. Het digitale kanaal is het voorkeurskanaal: digitaal waar kan, persoonlijk waar nodig. Het op orde hebben van de dienstverlening is tevens een belangrijke randvoorwaarde om inwoners te betrekken bij beleid. Wanneer de dienstverlening niet op orde is, verkleint de bereidheid en het enthousiasme om samen te werken met de gemeente. Tevens wordt vanuit Actieplan Economie ingezet op intensivering van de dienstverlening aan de ondernemers (zie programma 1 Onderwijs, Economie en Arbeidsparticipatie). Effectindicator 6.1 Continueren klanttevredenheid Gemiddeld rapportcijfer tevredenheid gehele dienstverlening Gemiddeld rapportcijfer voor de aanvraag en afhandeling van digitale producten Tevredenheid dienstverlening aan ondernemers Realisatie Bron 7,2 6,8 7,1 7,1 7,2 Omnibusenquête 7,3 7,7 7,7 7,7 7, ,2 -- 7,5 Klanttevredenheidsonderzoek (continue meting van de NVVB management dashboard) Tweejaarlijkse ondernemerspeiling 43

44 De verbouwing van het Stadhuis en de tijdelijke huisvesting van Publieksplein aan de Duitslandlaan hebben een nadelig invloed op de tevredenheid van dienstverlening. Op de locatie aan de Duitslandlaan zijn minder en minimale faciliteiten en zijn de afstanden met de backoffice groter, waardoor het afgeven van een product meer tijd vergt. De norm van 5 minuten wachttijd wordt daardoor geregeld overschreden. De afstemming tussen vaste en mobiele telefonie is nog niet optimaal ingericht. Binnen de mogelijkheden van de tijdelijke locatie wordt continu gestuurd op zo goed mogelijke dienstverlening en beperking van de wachttijd. In het nieuwe stadhuis zal het rapportcijfer voor dienstverlening weer stijgen. Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Continueren klanttevredenheid Het budget wordt onder andere ingezet voor de organisatie van de verkiezingen, de dienstverlening aan de publieksbalies en het gemeentelijk callcenter. Doelstelling 6.2 Bevorderen van de samenspraak De stad wordt bestuurd mét de Zoetermeerders. Wij staan voor de flexibiliteit die nodig is voor samenspraak en we richten het proces zo in dat inwoners zich uitgenodigd voelen hun ideeën en initiatieven voor Zoetermeer kenbaar te maken. Tegelijkertijd zijn wij er helder over dat samenspraak niet altijd leidt tot een door iedereen gewenste uitkomst. Om de betrokkenheid van inwoners bij hun stad te vergroten is het belangrijk om hen niet alleen te betrekken bij processen van de gemeente, maar ook om in te spelen op hun eigen initiatieven en deze waar mogelijk te ondersteunen. Inwoners met een maatschappelijk initiatief worden gehoord en serieus genomen, en indien nodig en mogelijk ondersteund. Ook wanneer dit flexibiliteit of aanpassing van de regels van de gemeente vraagt. Effectindicator 6.2 Bevorderen van de samenspraak Gemiddeld rapportcijfer inwoners over proces van samenspraak Tevredenheid bedrijven over proces van samenspraak Tevredenheid organisaties over proces van samenspraak Tevredenheid inwoners, bedrijven en organisaties over ondersteuning bij initiatieven Realisatie Bron 5,8 6,5 6,8 7,0 7,2 Omnibusenquête 6,7 7,0 n.v.t. 7,0 n.v.t. n.v.t. p.m. p.m. p.m. p.m. n.v.t. p.m. p.m. p.m. p.m. onderzoek Samenspraak Ondernemers onderzoek Samenspraak Ondernemers onderzoek Samenspraak Ondernemers De peiling naar de tevredenheid van bedrijven en maatschappelijke organisaties vindt om het jaar plaats. Het onderzoek naar de tevredenheid over het proces van samenspraak onder maatschappelijke organisaties en het onderzoek naar de tevredenheid van inwoners, bedrijven en organisaties naar ondersteuning bij initiatieven vinden voor het eerst in 2016 plaats. Financiën Het budget voor deze doelstelling bestaat volledig uit overhead. Zoals eerder toegelicht (zie de leeswijzer) is overhead vanwege wijzigingen in de voorschriften BBV niet meer toegerekend aan programma's, maar afzonderlijk opgenomen in hoofdstuk 3 Overzicht Overhead. 44

45 Doelstelling 6.3 Overige De financiën van de gehele gemeentelijke bedrijfsvoering vallen onder dit programma, het betreft met name ondersteunende organisatieonderdelen. Voor de toelichting wordt verwezen naar de paragraaf bedrijfsvoering. Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Overige Het budget wordt o.a. ingezet voor personeels- en organisatiebeleid, functioneren bestuur, concerncontrol, flankerend personeelsbeleid, informatievoorziening, juridische advisering, ict-beleid en facilitaire diensten Risico's Er is geen sprake van nieuwe of gewijzigde strategische risico s die de realisatie van doelstellingen mogelijk in de weg staan Beleidswijzigingen Wijziging doelstelling 6.2 Bevorderen van samenspraak en communicatie Voorgesteld wordt om de benaming van de doelstelling te wijzigen in Bevorderen van samenspraak. De reden dat communicatie was vermeld, was om aan te geven dat hieronder ook de budgetten voor communicatie waren opgenomen. Dit wordt nu concreet benoemd bij de toelichting op het budget. Aanpassen streefwaarde effectindicator De streefwaarde van de effectindicator gemiddeld rapportcijfer tevredenheid gehele dienstverlening wordt naar beneden bijgesteld van 7,5 naar 6,8 voor Dit vanwege de verbouwing van het Stadhuis en de tijdelijke huisvesting van Publieksplein aan de Duitslandlaan. Een nadere toelichting is onder de tabel effectindicator 6.1 Continueren klanttevredenheid opgenomen. Gevolgen toename vergunninghouders De verwachte toename van vergunninghouders vraagt ook inzet van communicatie en samenspraak. Voor een nadere toelichting zie Programma 1 Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie en Programma 2 Samen leven en ondersteunen. Invoering Omgevingswet De Omgevingswet treedt in het voorjaar van 2019 in werking. De reikwijdte van de wet is het brede fysieke domein: ruimtelijke projecten, delen van de huidige Algemene Plaatselijke Verordening (APV), gezondheids-, veiligheids- en milieunormen. In 2017 wordt tot en met het eerste kwartaal vooral aandacht besteed aan kennisontwikkeling en bewustwording, de organisatie (structuur, budget en organisatiedocumenten), het opstellen van een impactanalyse en het bepalen van het ambitieniveau. Vanaf het tweede kwartaal van 2017 wordt gestart met het regelen wat nodig is voor de implementatie van de Omgevingswet op het gekozen ambitieniveau. Iedere gemeente dient zelf de transitiekosten van de wet te dragen. De structurele kosten en onder andere de bijdrage aan de VNG voor bij de invoering van de Omgevingswet (collectieve ondersteuning) zijn niet in het budget voor 2017 opgenomen. Een voorstel voor structureel benodigd budget en aanvullende transitiekosten volgt, zodra hierover meer bekend is. Het na te streven ambitieniveau is hierop ook van invloed. Evaluatie formatie beleidsplannen sociaal domein Om de beoogde veranderingen in het sociaal domein verder vorm te kunnen geven, is tijdelijk meer formatie nodig dan in 2014 ingeschat. Zie voor een nadere toelichting programma 2. Samen leven en ondersteunen. Voor programma 6 is de raming voor de benodigde extra middelen: voor en voor Dekking vindt plaats door een lagere storting in de brede bestemmingsreserve sociaal domein (zie programma 2 Samen leven en ondersteunen). 45

46 Financiën Bedragen x Nieuw beleid Gevolgen toename vergunninghouders Invoering omgevingswet Evaluatie formatie beleidsplannen sociaal domein Saldo Wijziging agv aanpassing overhead aan nieuwe BBV Saldo na aanpassing overhead aan nieuwe BBV Financieel samengevat Programma 6. Dienstverlening en samenspraak Bedragen x Rekening Begroting Totaal lasten programma Totaal baten programma Resultaat

47 Programma 7. Inrichting van de stad Dynamische, functionele en mooie stad 7.1 Bevorderen passende woonruimte voor iedere Zoetermeerder 7.2 Bevorderen vernieuwende en gewenste functies voor stad en regio 7.3 Bevorderen kwaliteit gebouwde omgeving en publieke ruimte 7.4 Behouden goede bereikbaarheid en bevorderen verkeersveiligheid 7.5 Overige Waardering bewoners woonruimte % grondgebied met bestemmingsplan jonger dan 10 jaar Waardering bewoners ruimtelijke kwaliteit Waardering Vastgoed binnensport Waardering Vastgoed buitensport Waardering Vastgoed sociaalcultureel Waardering bewoners bereikbaarheid auto & fiets Waardering bewoners bereikbaarheid OV Waardering bewoners verkeersveiligheid Maatschappelijk effect programma Dynamische, functionele en mooie stad Zoetermeer is een jonge dynamische stad met hoogwaardige woonmilieus, onderscheidende functies, een goede bereikbaarheid en met een functionele ruimtelijke structuur. Het behouden en waar mogelijk versterken hiervan is belangrijk om ook in de toekomst binnen de regio een dynamische en aantrekkelijke stad te zijn voor bewoners, bezoekers en bedrijven. Vanuit dit programma wordt gewerkt aan de verdere ontwikkeling van Zoetermeer. Vernieuwing voor stad en regio en behoud van kwaliteit zijn hierbinnen sleutelbegrippen. Dit kan alleen in nauwe samenwerking met onze lokale - en regionale partners en vanuit een duidelijk herkenbaar profiel Doelstellingen van dit programma Doelstelling 7.1 Bevorderen passende woonruimte voor iedere Zoetermeerder Een toekomstgericht en dynamisch Zoetermeer is een stad met voldoende kwalitatief en kwantitatief woningaanbod dat aansluit op de behoeften van de Zoetermeerders. Dit betekent voldoende woningen voor jongeren en ouderen, maar ook een woningvoorraad die zoveel mogelijk is aangepast voor Zoetermeerders met een zorgbehoefte en voldoende woningen voor mensen met een lager en een hoger inkomen. Tenslotte is ook de verduurzaming van de woningvoorraad een belangrijk onderdeel van een toekomstgericht en dynamisch Zoetermeer. Hiermee blijft de stad aantrekkelijk voor jong en oud. Effectindicator 7.1 Bevorderen passende woonruimte voor iedere Zoetermeerder Realisatie Bron Waardering bewoners woonruimte 8,2 8,0 8,0 8,0 8,0 Omnibusenquête 47

48 Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen passende woonruimte voor iedere Zoetermeerder Het budget wordt o.a. ingezet voor de exploitatielasten van de verstrekte startersleningen gedekt uit de reserve startersleningen, in 2016 het tweede deel van een bijdragen in de transformatie van kantoren ( ) die worden gedekt uit het Investeringsfonds 2030, in 2017 verplaatsing kosten bewoners Oude gemaal ( ) en uitvoerings- en beleidstaken voor wonen. Doelstelling 7.2 Bevorderen vernieuwende en gewenste functies voor stad en regio Het bevorderen van (ver)nieuwe(nde) functies, denk aan woon en werklocaties bijvoorbeeld, voor de stad is essentieel voor de verdere ontwikkeling van Zoetermeer als dynamische en mooie stad. Het gaat hierbij om gewenste functies die inspelen op een vraag in de maatschappij, binnen de regio aanvullend zijn en hierdoor een aantrekkende werking kunnen hebben op bewoners, bedrijven en bezoekers. Binnen Zoetermeer en de regio zijn de Binnenstad (Stadshart, Woonhart en Dorpsstraat), Bleizo en Entree Zoetermeer (het gebied rondom de Mandelabrug/Zoetermeer Station en A12), drie sleutelgebieden die centra vormen waar in de toekomst wonen, werken, verblijven en arriveren bij elkaar komen. Zo wordt middels een programmatische aanpak extra ingezet op het zichtbaar vernieuwen van deze drie sleutelgebieden. Er wordt de komende jaren hard gewerkt aan de binnenstad om aantrekkelijk te blijven voor bezoekers, bewoners en ondernemers. Voorbeelden hiervan zijn de bouw van Cadenza, de upgrade Stadshart (met herinrichting van het openbaar gebied en het verbeteren van de uitstraling van de gebouwen), herinrichting Stadhuisplein en het tot stand brengen van de uitvoeringsagenda Dorpsstraat met daarbij horende activiteiten. Dit betekent veel bouwactiviteiten in een klein gebied. Om ook tijdens de bouwactiviteiten de binnenstad aantrekkelijk te houden en de verbouwing juist te zien als een feest wordt er een omgevingsmanager aangenomen. Effectindicator 7.2 Bevorderen vernieuwende en gewenste functies voor stad en regio % Grondgebied met bestemmingsplan jonger dan 10 jaar Realisatie Bron 95% 98% 98% 98% 98% Gemeente Zoetermeer Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen vernieuwende en gewenste functies voor stad en regio In 2016 t/m 2020 worden uitgaven in het Stadshart verricht. Omdat dekking plaatsvindt vanuit een bijdrage van de reserve is deze uitgave saldo neutraal. In 2016 worden daarnaast uitgaven verricht ten behoeve van de Dorpsstraat ( ), de voorbereiding Hom ( ) en de Mandelabrug ( ). 48

49 Doelstelling 7.3 Bevorderen kwaliteit van gebouwde omgeving en publieke ruimte Zoetermeer is in 50 jaar bouwen uitgegroeid tot de huidige dynamische stad. De uitdaging is daarop voort te bouwen en daarbinnen de kwaliteit in zowel de openbare als de gebouwde ruimte te behouden en mogelijk te versterken. Dit betekent ruimte geven aan kansrijke initiatieven. Steeds vaker zien particuliere eigenaren ook die kansen. Daarnaast worden nieuwe initiatieven bewust opgezocht door samenspraak-processen, zoals in de Dorpsstraat, het Stadshart of in de groengebieden rondom de stad. Deze initiatieven worden gefaciliteerd maar tegelijk worden de kaders en randvoorwaarden duidelijk aangegeven. De initiatieven die bijdragen aan de gewenste ruimtelijke kwaliteit en tegelijk bijdragen aan een goede ruimtelijke ordening worden optimaal ondersteund. Effectindicator 7.3 Bevorderen kwaliteit van gebouwde omgeving en publieke ruimte Waardering bewoners ruimtelijke kwaliteit ** Realisatie 2015 meting in Bron 76% * 76% * Omnibusenquête * Tweejaarlijkse omnibusenquête ** Percentage dat uitdrukt in hoeverre de kwaliteit van de groene en rode openbare ruimte op loopafstand van de woning en in de groene omgeving op stadsniveau voldoet aan de wensen van de inwoners.. Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen kwaliteit van gebouwde omgeving en publieke ruimte Het budget wordt grotendeels ingezet voor personele inzet onder andere op het gebied van welstand, beeldkwaliteitsplannen, bestemmingsplannen, structuurvisie (omgevingsvisie) en groen. Voor de woonvisie is in 2016 en 2017 respectievelijk en beschikbaar. Doelstelling 7.4 Behouden goede bereikbaarheid en bevorderen verkeersveiligheid Een dynamische toekomstbestendige stad is een goed bereikbare en verkeersveilige stad. Zoetermeer staat bekend als een goed bereikbare stad en dit vormt een belangrijke vestigingsfactor. Het in stand houden en waar mogelijk verbeteren van de bereikbaarheid (openbaar vervoer, auto en fiets) en het verbeteren van de verkeersveiligheid is belangrijk om zo een aantrekkelijke stad te blijven voor zowel bestaande als nieuwe Zoetermeerders. Dit vraagt om afstemming binnen en buiten de regio maar ook om een actieve lobby gericht op realisatie en behoud van infrastructurele knooppunten in en om de stad. Effectindicator 7.4 Behouden goede bereikbaarheid en bevorderen verkeersveiligheid Realisatie Bron Waardering bereikbaarheid auto & fiets meting in ,5 * 7,5 * Omnibusenquête Waardering bereikbaarheid ov 7,5 7,5 7,5 7,5 OV klantbarometer Waardering verkeersveiligheid 6,7 6,9 * 7,1 * Omnibusenquête * Tweejaarlijkse Omnibusenquete 49

50 Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Behouden goede bereikbaarheid en bevorderen verkeersveiligheid Het budget wordt met name ingezet voor de contributie voor het mobiliteitsfonds Haaglanden, de uitvoering van mobiliteitsprojecten en de inzet van verkeerskundigen. In verband met de overgang naar de Metropoolregio Rotterdam Den Haag is de contributie aan het Stadsgewest Haaglanden van ca. 1,1 mln. vanaf 2018 niet meer in de begroting opgenomen. Vanaf 2018 is per saldo 0,5 mln. beschikbaar gesteld om de mobiliteitsprojecten te continueren. In 2015 is daarnaast eenmalig 3 mln. gestort in de reserve investeringsfonds 2030 voor mobiliteitsprojecten. Dit budget wordt beschikbaar gesteld via een afzonderlijk raadsvoorstel. Doelstelling 7.5 Overige Omvang en ligging voldoet om gemeentelijke doelstellingen te bereiken binnen de verschillende programma s en Zoetermeer te voorzien in een aantrekkelijk voorzieningenaanbod. Denk hierbij aan onderwijs, sport, sociaal, cultuur en ook ambtelijke huisvesting. Dat betekent dat bij structurele leegstand gebouwen moeten worden af gestoten en dat voor huisvestingsvragen waarvoor binnen de bestaande vastgoedportefeuille geen passende huisvesting beschikbaar is, nieuwe gebouwen worden ontwikkeld of aangetrokken. Tenslotte is verduurzaming van de bestaande gemeentelijke vastgoedvoorraad een belangrijk actiepunt. Effectindicator 7.5 Overige Waardering Vastgoed binnensport Realisatie 2015 Waardering Vastgoed buitensport n.v.t. Startmeting Waardering Vastgoed sociaalcultureel Bron n.v.t. 77% 79% 79% 80% Klanttevredenheidsonderzoek n.v.t. Startmeting % % Klanttevredenheidsonderzoek Klanttevredenheidsonderzoek Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Overige Het budget wordt ingezet voor het groot onderhoud van ambtelijke en commerciële huisvesting. Daarnaast is het exploitatieresultaat van het vastgoed van de gemeente verwerkt. In de jaarschijf 2016 is in overeenstemming met de planvorming een extra budget van 0,5 mln.voor duurzaamheid opgenomen Risico's Per 1 januari 2016 is de notitie grondexploitaties 2016 van toepassing. De gemeenteraad wordt hier separaat over geïnformeerd. Eén van de wijzigingen is dat de status van Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) is komen te vervallen. Conform de overgangsbepaling (pagina 24 notitie grondexploitaties 2016) zullen alle NIEGG in eerste instantie zonder eventuele afwaardering omgezet worden naar MVA. Er bestaat hierbij een risico dat de boekwaarde hoger is dan de marktwaarde (op 31 december 2019). In dat geval moet een verlies op die locatie genomen worden. Een deel van de NIEGG s is recent tegen marktwaarde getaxeerd, daarnaast heeft de gemeenteraad nog keuze in 50

51 welke locaties voor het verstrijken van de overgangsperiode in exploitatie genomen worden. Het risico wordt daarom nu gesignaleerd, maar nog niet gekwantificeerd. In de periode tot 31 december 2019 zal dit risico actief binnen de P&C-cyclus gemonitord worden Beleidswijzigingen Wijzigingen effectindicatoren Op verzoek van de Rekenkamercommissie heeft Deloitte een quikscan op de Programmabegroting uitgevoerd. Naar aanleiding van de bevindingen op programma 7 is er een aantal wijzigingen in de prestatie-en effectindicatoren doorgevoerd omdat deze onvoldoende maatgevend bleken te zijn. Door deze verschuivingen sluiten de indicatoren logischer aan op de doelstellingen. De effectindicator 'Aantal vastgestelde bestemmingsplannen' (doelstelling 7.2) is vervangen door '% Grondgebied met bestemmingsplan jonger dan 10 jaar', voorheen prestatie-indicator bij doelstelling 7.3. Hiervoor is gekozen omdat de effectindicator onvoldoende betrekking had op het te realiseren doel. De effectindicatoren 'Waardering vastgoed' en 'Leegstand' (doelstelling 7.5) zijn vervangen door 'Waardering Vastgoed binnensport', 'waardering Vastgoed buitensport' en 'Waardering Vastgoed sociaal-cultureel'. Als prestatie-indicator bij deze doelstelling is opgenomen 'Leegstand gemeentelijke vastgoedportefeuille' (voorheen effectindicator bij deze doelstelling). Met behulp van de gekozen indicatoren is de doelstelling beter meetbaar. Gebiedsontwikkeling Dobbeplas en omgeving In de nieuwe opzet van wat voorheen in de grondexploitatie de Culturele As was ondergebracht, wordt per initiatief een kosten/batenafweging gemaakt. De benodigde budgetten worden hierbij afgestemd op het type initiatief, bijvoorbeeld een budget voor placemaking (placemaking is een manier van kijken naar openbare ruimtes die uitgaat van de openbare ruimte als 'plaats'. Een openbare ruimte is een plek die betekenis heeft voor de gebruiker. Een plek waar je naar toe gaat om dingen te doen: zitten, spelen, lezen, eten, kijken, sporten), een investeringskrediet bij publieke investeringen of een (kleine) grondexploitatie bij een ruimtelijke ontwikkelingen. De raad zal, conform geldende regels en richtlijnen, per initiatief om een besluit worden gevraagd. De coördinatie van de organische ontwikkeling vereist inzet van gemeentelijke middelen in de vorm van personeel (projectmanagement, stedenbouw, communicatie etc.). Initiatieven worden begeleid tot en met de haalbaarheidsfase. Daarnaast is er behoefte aan de mogelijkheid tot het uitvoeren van activiteiten om het gebied te activeren (zoals bijvoorbeeld Zondag in het park). Om de organische gebiedsontwikkeling Dobbeplas en omgeving vorm te geven is voor de periode van het 2e halfjaar 2016 t/m 2018 een totaalbudget nodig van Dit kan worden gedekt vanuit de Rif. Nieuwe initiatieven Zoetermeer investeert actief in de stad en heeft een flexibele en daadkrachtige reactie op nieuwe ontwikkelingen, initiatieven en kansen in de stad. Door snel in te kunnen spelen op deze nieuwe initiatieven wordt de kans groter dat initiatieven daadwerkelijk in Zoetermeer gaan landen en is Zoetermeer aantrekkelijk voor investeerders in de stad. In deze initiatieffase zetten we capaciteit in voor bijvoorbeeld een consultatie, het creëren van draagvlak, scannen van een kans etc. vooruitlopend op de projectfase. Voorbeelden hiervan zijn ontwikkelingen rondom de Noord Aa, haalbaarheidsonderzoek naar jongerenwoningen, zorgwoningen Zalkerbos, Holland Outlet Mall (HOM) en nieuwe initiatieven rondom de Binnenstad. Het actieve beleid vertaalt zich in een ambitieuze investering- en projectagenda. De kosten voor de werkzaamheden en businesscases van de investering- en projectagenda komen gedeeltelijk ten laste van het resultaat van de grondexploitaties in de vorm van het budget nieuwe initiatieven. Omdat dit budget wordt gedekt vanuit de winstgevende grondexploitaties is hier sprake van een toekomstig knelpunt. Naar verwachting zijn binnen enkele jaren de winstgevende grondexploitaties afgerond en valt dus de dekkingsbron voor het budget 'nieuwe initiatieven weg. Terwijl het onverminderd noodzakelijk blijft om te investeren in onze stad, zeker gelet op de grote veranderingen die op ons afkomen. Via de Perspectiefnota 2017 is tot en met 2018 extra budget gevraagd. De komende tijd wordt gewerkt aan het vinden van een toekomstbestendige oplossing. Daarbij wordt in acht genomen dat dekking 51

52 vanuit de grondexploitaties niet structureel houdbaar is. Dit vanwege het opdrogen van winstgevende uitleglocaties en de stringentere toerekeningsmogelijkheden, die voortvloeien uit het nieuwe Besluit Begroting en Verantwoording (BVV). Het betreft een budget van per jaar. Het voorstel is de lasten te dekken vanuit de Rif. Snippergroen Om het werkpakket handhaving en uitgifte snippergroen op het huidige niveau te houden, is het huidige budget niet toereikend. Hiervoor is structureel extra budget van benodigd. Extra inzet MRDH (Verkeer) Zoetermeer levert ambtelijke inzet voor de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) via de ondersteuning van de bestuurders op het gebied van verkeer en economie. We willen als Zoetermeer in de samenwerking binnen de MRDH een belangrijke en sturende rol spelen. Dit vraagt meer inzet op strategisch niveau voor onder meer de inhoudelijke bijdrage aan de investeringsagenda van de MRDH en de bereikbaarheidsagenda. In programma 1 Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie wordt extra inzet voor de economische pijler gevraagd. Entree Zoetermeer A12 zone De gemeenteraad heeft eind 2015 de ambities en het plan van aanpak voor het programma Entree Zoetermeer vastgesteld. De voortzetting van de (her)ontwikkeling van dit sleutelgebied draagt bij aan het versterken van de economische structuur van de stad, de presentatiekracht (en daarmee aantrekkelijkheid) van de stad en het versterken van de positie van Zoetermeer in de regio. Om deze doelen te realiseren wordt onder andere ingezet op: - de uitstraling van de A12 verbeteren door de aanblik vanaf de snelweg te uniformiseren conform de identiteit van Zoetermeer; - initiëren en inspireren van een zelf-organiserende samenwerkingsvorm die ondernemers, eigenaren en betrokkenen bij het gebied stimuleert; - realiseren van kunst aan de A12 met als doelstelling de specifieke identiteit van Zoetermeer, die niet direct zichtbaar is vanaf de snelweg, te verduidelijken; - intensivering van het gebied met een divers programma van woningen en voorzieningen die leidt tot een hogere gebruiksdichtheid. Om de ambities voor het programma Entree Zoetermeer, zoals besproken via het raadsvoorstel Projectaanpak Entree Zoetermeer ( ) te bereiken, is extra budget nodig: voor 2017 en voor Het voorstel is dit te dekken via de Rif. Aanleg parkeerterrein (RDW-terrein) In 2016 is het RDW-terrein aangelegd. Ingeschat wordt dat met de uitbreiding met ingang van 2017 vaste inkomsten worden gegeneerd voor de opbrengst parkeervergunningen. Ingeschat wordt dat jaarlijks 50 extra vergunningen worden verstrekt. Daarmee kan een extra opbrengst van circa worden behaald. Dat houdt in dat de investering uit 2016 van na 6,5 jaar is terugverdiend. Wanneer het terrein eerder in ontwikkeling wordt genomen kan het bedrag niet volledig worden terugverdiend. Wanneer de ontwikkeling van de Holland Outlet Mall doorgaat, krijgt het terrein eerder een andere bestemming en wordt de investering niet terugverdiend. In dat geval eindigen de opbrengsten in Dutch Innovation Park (DIP) De huidige buitenruimte van het DIP past nog niet bij de ambitie die de campusontwikkeling heeft. De gemeente onderzoekt daarom samen met de eigenaren van de verschillende percelen wat er nodig is om het gebied aan te laten sluiten bij deze visie. De betrokken partijen zien de gemeente als partij, die kan zorgen voor een heldere gebiedsvisie, betere kwaliteit van de openbare ruimte, goede verbindingen met de omgeving (Bleizo, Van Tuyllpark) en versterking van de identiteit en zichtbaarheid van het gebied als DIP. Daarnaast is ook de tijdelijke verbetering van de openbare bereikbaarheid van het gebied (tot opening van de vervoersknoop Bleizo medio 2019) een belangrijk vestigingsvoorwaarde voor zittende bedrijven en de Haagse Hogeschool (HHS). Bij de afdoening van motie heeft het college dan ook besloten een shuttlebus te laten rijden voor de studenten van de HHS en andere gebruikers van het DIP. Om te komen tot overeenstemming over een gezamenlijk visie en het garanderen van een goede bereikbaarheid voor de gehele overbruggingsperiode wordt voorgesteld om een investeringsbudget 52

53 beschikbaar te stellen. Voorstel is om uit te gaan van cofinanciering bij de besteding van deze middelen. Zie ook de samenhang met programma 1 Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie. Om de voorgestelde ontwikkeling van het DIP te realiseren, is tijdelijk een financiële bijdrage nodig voor het busvervoer ( voor de jaren 2017 en 2018) en voor het verbeteren van de buitenruimte van het gebied (voor 2017: ). Woonwagencoördinatie Na 2016 is structureel minder intensief coördinatie nodig dan in Hiervoor is de expertise van de externe woonwagencoördinator naar verwachting niet meer noodzakelijk. De gedachte is deze taak vervolgens in eigen beheer te verrichten. Dit vraagt een extra budget van Investeringswerken woonwagenhuisvesting In 2016 is een investering in de woonhuisvesting verricht van circa De jaarlijkse kapitaallasten vanaf 2017 bedragen De huidige bergingen worden evenwel al verhuurd en hier staan al inkomsten tegenover. De verwachting is dat de nieuwe huur niet noemenswaardig hoger kan zijn dan de huidige. Om deze reden staan hier geen extra inkomsten geraamd. Het onderhoud en beheer van de standplaatsen op deze locatie is al in de begroting opgenomen. In 2007 heeft de raad een budget (via de Rif) beschikbaar gesteld voor de normalisatie van de verschillende woonwagenlocaties. Een aantal locaties is nog niet genormaliseerd. Dit betreft de herinrichting en beperkte uitbreiding van de Bleiswijkseweg en de in bruikleen gegeven locatie van het Oude Gemaal, waarvoor nog een oplossing moet worden gevonden. Het nu resterende budget wordt ingezet voor diverse investeringen aan de herinrichting en uitbreiding van de Bleiswijkseweg. Voor de voorziene verhuizing van de bewoners van het Oude Gemaal naar een mogelijke alternatieve locatie in Oosterheem, is na de investeringen aan de Bleiswijkseweg geen budget meer. Na de keuze voor een alternatieve locatie wordt nader onderzoek gedaan naar de kosten. In ieder geval worden kosten verwacht voor de ambtelijke begeleiding, communicatie met woonwagenbewoners en de te verwachten juridische kosten van de ontmanteling van de locatie Oude Gemaal. Deze kosten worden voor 2017 ingeschat op en kunnen worden gedekt uit de Rif. Financiën Bedragen x Nieuw beleid Gebiedsontwikkeling Dobbeplas en omgeving Gebiedsontwikkeling Dobbeplas en omgeving, dekking RIF Nieuwe initiatieven Nieuwe initiatieven, dekking RIF Snippergroen Extra inzet MRDH (verkeer) Entree Zoetermeer A12 zone Entree Zoetermeer A12 zone, dekking RIF Aanleg parkeerterrein (RDW-terrein), opbrengst parkeervergunningen Busvervoer DIP Bijdrage upgrade gebied Woonwagencoördinatie Verplaatsing bewoners Oude Gemaal, krediet en kapitaallasten Verplaatsing bewoners Oude Gemaal Verplaatsing bewoners Oude Gemaal, dekking RIF Saldo Wijziging agv aanpassing overhead aan nieuwe BBV Saldo na aanpassing overhead aan nieuwe BBV

54 2.7 4 Financieel samengevat Programma 7. Inrichting van de stad Rekening Begroting Bedragen x Totaal lasten programma Totaal baten programma Resultaat

55 3. Overzicht Overhead 3.1 Inleiding Met ingang van deze Programmabegroting is de overhead van de gemeentelijke organisatie opgenomen in een apart overzicht. Dit is het gevolg van een wijziging in de wet Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV) en heeft tot doel om de overhead beter inzichtelijk te maken en om gemeenten onderling te kunnen vergelijken op hun uitgaven hieraan. In de oude situatie beschreef de paragraaf Bedrijfsvoering de beleidsmatige aspecten van een aantal bedrijfsvoeringsonderdelen, maar waren de budgetten verdeeld over de zeven programma s. In de nieuwe situatie is de overhead financieel verantwoord op het Overzicht Overhead. Gevolg daarvan is dus dat de lasten voor deze programma s verminderd zijn met de kosten voor overhead. De door de BBV gehanteerde definitie van overhead luidt: de kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primair proces. De doelstelling de overhead luidt: Het sturen van de organisatie en het ondersteunen van het primaire proces. 3.2 Beleidswijzigingen In de paragraaf Bedrijfsvoering komt de organisatieontwikkeling in brede zin aan de orde. Hieronder volgt een aantal meer specifieke ontwikkelingen. Inkoop & aanbesteding Het gemeentelijke inkoopproces en een centrale regie daarop worden verder vormgegeven. Het inkoopproces zal van de eerste stap, de behoefte tot aan de laatste stap de prestatieverklaring, geheel sluitend moeten zijn. Dit vraagt om meer centrale sturing en regie. In 2016 is reeds gestart met de volgende acties die in 2017 verder vorm gegeven worden: gemeentebrede contractenbank; halfjaarlijkse spendanalyse; aanbestedingen digitaal via zaaksysteem. Het werven van inkoopadviseurs is de afgelopen jaren steeds moeilijk gebleken. Er is een trainee aangenomen om in te spelen op de krapte op de arbeidsmarkt. Privacy/informatiebeveiliging Informatie is één van de belangrijkste bedrijfsmiddelen van een gemeente. De bescherming van waardevolle informatie is hetgeen waar het in informatiebeveiliging om gaat. Een betrouwbare informatievoorziening is noodzakelijk voor het goed functioneren en de basis voor het beschermen van rechten van burgers en bedrijven. Om te kunnen blijven voldoen aan de norm, die is ontwikkeld door de Informatie BeveiligingsDienst in opdracht van de VNG, moet de gemeente Zoetermeer structureel de informatieveiligheid verhogen en inzetten op verdere professionalisering van de informatiebeveiligingsfunctie. De decentralisatie van zorgtaken vormt een directe aanleiding om een privacyfunctionaris aan te stellen. De privacyfunctionaris helpt bij het opzetten van werkprocessen zodat recht wordt gedaan aan de privacy van burgers en bedrijven. Tevens stelt de privacyfunctionaris vast of in de dagelijkse praktijk rekening gehouden wordt met de waarborgen van privacy. Na de eerste twee jaar wordt de inzet van de privacyfunctionaris geëvalueerd. Modernisering personeelsbeleid/intern Talentenbureau Om de juiste mensen op de juiste plek te krijgen, hebben employability en arbeidsmobiliteit de hoogste prioriteit. Onze medewerkers worden maximaal uitgenodigd hun kwaliteiten en talenten te ontdekken en ze optimaal in te zetten voor het realiseren van de doelstellingen van de gemeente Zoetermeer. In 2016 is ervaring opgedaan met talentontwikkeling van een specifieke doelgroep. Op basis van deze ervaringen heeft het Talentenbureau samen met medewerkers uit de organisatie producten/diensten ontwikkeld, die helpen talenten van medewerkers beter te benutten. Diversiteit, maatwerk en cyclisch leren vormen de kern van deze toekomstgerichte benadering en manier van werken. In 2017 zal het Talentenbureau na afronding van de tweejarige pilotfase een voorname rol vervullen in het herkennen, ontwikkelen en inzetten van de individuele talenten van medewerkers. Dit vanuit de gedachte dat de meeste ruimte voor groei, zowel persoonlijk als vanuit bedrijfsmatig oogpunt, zit in het 55

56 ontwikkelen van die kwaliteiten waar medewerkers van nature aanleg voor hebben. De organisatie blijft uitgedaagd worden om op andere manieren te kijken naar werk: denken en werken vanuit je rol, in plaats van je functie, de vraag achter de vraag achterhalen en meer maatwerkoplossingen bieden. Voor de mobiliteitsbevordering worden daarnaast diverse P&O-instrumenten ingezet zoals onder meer de mobiliteitsbank Haaglanden, loonbaantrajecten en het actief vorm en inhoud geven aan de begeleiding van het werk naar werk traject. Zaakgericht werken Steeds meer processen worden zaakgericht gemaakt. Zaakgericht werken is een procesgeoriënteerde manier van werken. Een zaakgericht proces geeft inwoners inzicht in de status van hun (aan)vraag, ongeacht welke afdelingen werken aan de (aan)vraag. Om de slag van buiten naar binnen goed te maken, is het nodig om de dienstverleningsprocessen klantgericht (zaakgericht) te maken. Dit betekent: - de inwoner of ondernemer krijgt altijd antwoord; - we hebben inzicht in (aan)vragen van de inwoner/ondernemer; - we hebben statusinformatie, inzicht in doorlooptijden en sturen op termijnen; - de medewerkers werken uniform (zelfde procedures), transparant, klantgericht, betrouwbaar en resultaatgericht. Vernieuwing Stadhuis & Het Nieuwe Werken De gemeente werkt toekomstgericht die past bij de gewenste organisatiecultuur en de verwachtingen van de stad. Het Nieuwe Werken draagt hieraan bij. Alle medewerkers werken plaats- en tijdonafhankelijk, niemand heeft meer een eigen werkplek, men werkt met en voor de stad en digitaal samenwerken is een feit. De nieuwe manier van werken is leidend geweest voor de inrichting van het Stadhuis. Een inspirerende context voor de activiteiten van de gemeente, die toekomstbestendig is en aanpasbaar aan nieuwe ontwikkelingen. Tevens is er nagedacht over de identiteit en herkenbaarheid van de gemeente, om dit te bereiken is gekozen om te werken met een verdiepingsconcept. Elke verdieping/laag in het gebouw wordt voorzien van een thema: Laag 0: thema Bereikbaarheid Laag 1: thema Verbinding Laag 2: thema Stad Laag 2+: thema Ontwikkeling Laag 3: thema Onderwijs & Economie Laag 4: thema Cultuur & Maatschappij Laag 5: thema Recreatie & Leisure Daarnaast is de nieuwe werkomgeving niet langer ingericht volgens het afdelingsprincipe maar volgens het werkprocesprincipe om de samenwerking nog meer te bevorderen. Er worden nieuwe en verschillende soorten werkplekken opgeleverd. Het gaat dan om vaste pc s, maar het grootste deel van de medewerkers gaat werken met hybride apparatuur (laptop en tablet in één), waardoor ze ook beter gefaciliteerd zijn om hun werk in de stad of aan de keukentafel te doen. Verder wordt een nieuwe archiefruimte ingericht, wordt autorisatie/wachtwoordbeleid geïmplementeerd en komt er nieuw beleid voor mobiel devicemanagement. In het eerste kwartaal van 2017 is de oplevering van de eerste fase waardoor de gemeenteambtenaren al in de nieuwe werkomgeving kunnen werken. Daarnaast is de vernieuwing van het Stadhuis een van de projecten in de binnenstad, met een nauwe relatie tot de projecten Stadhuisplein en het Stadmuseum. Door juiste afstemming van deze projecten is begin 2018 de upgrade van dit deel van het stadshart een feit. Continu verbeteren Het project Continu Verbeteren is niet alleen gericht op het organiseren van de verbetering van processen, maar vooral op een cultuurverandering naar een organisatie, waarin medewerkers continu verbeteren. Het gaat er om dat we allemaal in ons werk regelmatig stil staan bij onze werkwijze en de organisatie van onze werkprocessen. Doen we dat wat de klant nodig heeft? Verloopt het proces zonder verspillingen? In 2017 staan de volgende te verbeteren processen op de planning: 56

57 Processen bouwinspecteurs (start 2016) Plaatsing laadpalen Invoering omgevingswet. Ook worden potentiële besparingsgebieden zichtbaar gemaakt door regelmatig onze kosten- en formatieomvang extern te toetsen aan die van vergelijkbare gemeenten. Dit gebeurt met name door deel te nemen aan (jaarlijkse) benchmarks. Ook de doorlichtingsonderzoeken in het kader van art. 213a helpen hierbij. Betalingstermijn facturen verkorten In het actieplan economie heeft de gemeente de ambitie uitgesproken om eind % van de facturen binnen 14 dagen te betalen. Er zijn veel acties uitgezet om dit waar te kunnen maken. In een factuurmonitor wordt het resultaat zichtbaar gemaakt. Het eerste tussendoel naar 2018 is dat voor eind % van de facturen binnen 14 dagen wordt betaald. Op dit moment is dat percentage 60%, waar het in oktober 2015 nog ca. 50% was. Daarmee zit de gemeente op schema richting het beoogde resultaat. Invoering vennootschapsbelasting (Vpb) De invoering van de Vpb-plicht per 1 januari j.l. heeft voor het zich nu laat aanzien nagenoeg geen financiële consequenties voor de programmabegroting Momenteel wordt gewerkt aan een actualisatie van de analyses voor de jaren 2015 en 2016, met bijzonder accent op voor de gemeentelijke grondposities. Eind 2016 en begin 2017 staan in het teken van het onderzoeken of de gemeente Vpb-plichtig is. Als dat het geval is, moet een openingsbalans worden gemaakt en een fiscale administratie worden ingericht. Na afstemming met de Belastingdienst moet wellicht in het voorjaar een eerste aangifte worden opgesteld. 3.4 Financieel overzicht De indeling van de overhead is gebaseerd op de definitie uit Vensters voor bedrijfsvoering en omvat PIJOFACH-kosten: Personeel, Informatievoorziening, Juridisch, Organisatie, Financiën, Automatisering, Communicatie en Huisvesting. In de toelichting in het Wijzigingsbesluit vernieuwing BBV en in de BBV notitie Overhead wordt nader toegelicht welke kosten hier precies onder vallen. In onderstaande tabel staan op hoofdlijnen de taken die onder overhead vallen met de bijbehorende lasten. Het totaal bedrag is exclusief de overheadkosten van 1,46 mln., die worden toegerekend aan omvangrijke investeringsprojecten zoals onder meer grondexploitaties. Bedragen x Taken Personeelszaken Informatievoorziening & Automatisering Financiën, toezicht en controle Juridische- & bestuurszaken en Inkoop Facilitaire zaken & Huisvesting Communicatie Management & afdelingsondersteuning c.a Totaal Toelichting taakvelden Overhead: - personeelszaken betreft salarisadministratie, P&O/HRM advies, organisatie- en formatieadvies, opleidingsbudgetten, c.a.; - informatievoorziening en automatisering betreft ICT beleid, kantoorautomatisering, systeem-en netwerkbeheer, informatiebeheer en documentinformatievoorziening; - financiën betreft functies als controllers, financieel administrateurs, adviseurs en specialisten, planning & control, administratieve organisatie c.a.; - communicatie betreft interne en externe communicatie; - juridische- & bestuurszaken en Inkoop betreft juridische zaken, bestuursondersteuning en inkoop & aanbesteding; 57

58 - facilitaire zaken en huisvesting betreft receptie, beveiliging en catering en gebouwenbeheer; - management & afdelingsondersteuning betreft directie, alle leidinggevenden in het primair proces, secretariaten en afdelingsondersteuning. 3.5 Gevolgen per programma Deze paragraaf toont de gevolgen van de wijziging van de BBV voor het saldo/resultaat per programma. De lasten voor de zeven begrotingsprogramma s zijn verminderd met de kosten van overhead. Hieronder wordt deze vermindering per programma zichtbaar gemaakt. Het resultaat van deze vermindering na wijziging overhead (derde regel) komt overeen met het bedrag, dat in de programma s in de tabel Financieel samengevat is vermeld. Programma 1. Onderwijs, economie, arbeidsparticipatie Begroting Resultaat voor wijziging overhead Resultaat na wijziging overhead Wijziging overhead Programma 2. Samen leven en ondersteunen Begroting Resultaat voor wijziging overhead Resultaat na wijziging overhead Wijziging overhead Programma 3. Leefbaarheid, duurzaam en groen Begroting Resultaat voor wijziging overhead Resultaat na wijziging overhead Wijziging overhead Programma 4. Vrije tijd Begroting Resultaat voor wijziging overhead Resultaat na wijziging overhead Wijziging overhead Programma 5. Veiligheid Begroting Resultaat voor wijziging overhead Resultaat na wijziging overhead Wijziging overhead Programma 6. Dienstverlening en samenspraak Begroting Resultaat voor wijziging overhead Resultaat na wijziging overhead Wijziging overhead

59 Programma 7. Inrichting van de stad Begroting Resultaat voor wijziging overhead Resultaat na wijziging overhead Wijziging overhead Overzicht Algemene Dekkingsmiddelen Begroting Resultaat voor wijziging overhead Resultaat na wijziging overhead Wijziging overhead Overzicht overhead Begroting Resultaat voor wijziging overhead Resultaat na wijziging overhead Wijziging overhead Financiën Bedragen x Nieuw beleid Gevolgen toename vergunninghouders Versterkte inzet ontwikkelingslijn onderwijs-arbeidsmarkt Investeren aan de voorkant Aandacht voor onbenutte kwaliteiten Evaluatie formatie beleidsplannen sociaal domein Structurele aanpak jeugd en radicalisering Saldo Financieel samengevat Overzicht overhead Begroting Bedragen x Totaal lasten programma Totaal baten programma Resultaat

60 4. Overzicht algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 4.1 Inleiding Binnen de begroting bestaat een onderscheid tussen algemene dekkingsmiddelen en specifieke dekkingsmiddelen. De algemene dekkingsmiddelen onderscheiden zich van de andere dekkingsmiddelen, doordat zij vrij zijn aan te wenden. De besteding van deze inkomsten is niet aan een bepaald programma (doel) gebonden. De algemene dekkingsmiddelen vormen de financiële dekking van de negatieve financiële saldi van de programma s 1 tot en met 7, overzicht Overhead en staan in dit overzicht algemene dekkingsmiddelen opgenomen. Dekkingsmiddelen die samenhangen met een concreet beleidsveld staan opgenomen in de betreffende programma s. De algemene dekkingsmiddelen beslaan ruim de helft van de totale baten van de gemeente. De belangrijkste algemene dekkingsmiddelen zijn: a. Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds b. Inkomsten uit de Onroerende Zaak Belasting c. Rente uit reserves en voorzieningen d. Inkomsten uit beleggingen e. Inkomsten uit de precarioheffing, de toeristenbelasting en de hondenbelasting. De totale omvang van de algemene dekkingsmiddelen bedraagt in 2017 ca. 228 mln. Gemeentefonds In de begroting zijn de gevolgen verwerkt van de septembercirculaire 2015 (inschatting meegenomen in de Perspectiefnota) en de meicirculaire De globale gevolgen van het accres zijn meegenomen in het memo meicirculaire van juni Alle wijzigingen van het afgelopen jaar zijn nu doorgerekend en meegenomen in de raming van de algemene uitkering. Eveneens zijn de gevolgen van de aanpassing van het ijkpunt VHROSV, in het kader van het groot onderhoud Gemeentefonds, in de ramingen opgenomen. Accresontwikkeling Het accres is de groei van het Gemeentefonds dat leidt tot een verhoging of verlaging van de algemene uitkering. Als gevolg van de aflopende crisis was de verwachting dat het Gemeentefonds in de meicirculaire wat zou groeien. Doordat het rijk strak vasthoudt aan de begrotingskaders stijgt in de meicirculaire de algemene uitkering voor 2017 niet ten opzichte van de eerdere ramingen. De inflatie is lager dan eerdere ramingen en de toegekende prijscompensaties aan de ministeries zijn grotendeels opgevangen binnen de bestaande budgetten. Prijscompensatie Uit de accressen die worden ontvangen van het rijk moet ook de loon- en prijscompensatie voor de begroting worden betaald. De lagere inflatie is in de begroting verwerkt en voor deze meerjarenbegroting wordt uitgegaan van een prijsmutatie van 1,5% per jaar en een loonkostenontwikkeling van 2%. Deze mutaties zijn voor de jaren opgenomen op OAD. Voor het jaar 2017 zijn de loon- en prijscompensatie verwerkt in de budgetten op de programma s. Groot onderhoud Gemeentefonds (VHROSV) De afgelopen twee jaar is de verdeling van de middelen in het Gemeentefonds over de gemeenten nader onder de loep genomen. Dit groot onderhoud was de afgelopen twee jaar al voor het grootste deel verwerkt. Net na de meicirculaire zijn de gevolgen van het laatste deel van het groot onderhoud bekend gemaakt voor het ijkpunt VHROSV. Deze aanpassing van de verdeling van de middelen leidt in hoofdlijnen tot minder compensatie voor de grote en meer voor de kleine gemeenten. De gevolgen zijn in de begroting verwerkt. Herverdeeleffecten De algemene uitkering wordt minutieus verdeeld over alle gemeenten op basis van diverse verdeelmaatstaven, zoals woningen, inwoners, bedrijfsvestigingen en oppervlakte van de gemeente. Door de actualisatie van deze ramingen voor de gemeente komt de algemene uitkering hoger uit dan eerder opgenomen in de begroting. Ook door het rijk is een actualisatie gemaakt van de ramingen op rijksniveau. Dit leidt voor Zoetermeer ook tot een hogere algemene uitkering. Per saldo leidt de aanpassing van de verdeelmaatstaven dit jaar tot een verbetering van de inkomsten. 60

61 Taakmutaties Als er taken van het rijk naar de gemeenten komen ontvangen de gemeenten daar extra geld voor. Als er taken van de gemeenten naar het rijk gaan krijgen de gemeenten minder geld. De middelen die worden ontvangen voor de Basisregistratie Grootschalige Topografie en de peutergelden worden gereserveerd in afwachting op nadere uitwerking van deze mutaties. Sociaal Domein De compensatie voor de drie decentralisaties, Jeugd, WMO en Participatie is in de meicirculaire naar boven bijgesteld. Enerzijds komt dit door de toevoeging van de prijscompensatie en daarnaast is de verdeling over de gemeenten anders geworden. Voor Zoetermeer leidt dit tot een hogere uitkering en derhalve aanpassing van de budgetten op programma 1 en 2. Rekening Begroting Bedragen x mln. Algemene uitkering Algemene uitkering 176,4 177,0 175,1 175,3 175,7 176,8 Onroerendezaakbelasting In de paragraaf Lokale heffingen (hoofdstuk 6.1) is aangegeven welk beleid ten aanzien van de Onroerendezaakbelasting wordt gevoerd. De waarde van het onroerend goed wordt jaarlijks getaxeerd. De hertaxatie heeft geen budgettaire gevolgen. Met andere woorden: de hertaxatie leidt niet tot een wijziging in de totale opbrengst van de heffing (een hogere gemiddelde waarde leidt tot een lager tarief, en omgekeerd). De totale opbrengst voor de OZB bedraagt in ,4 mln. Dit is de raming inclusief het algemene stijgingspercentage van 0,4% voor de OZB. In onderstaand overzicht is aangegeven hoe de opbrengst van de OZB is verdeeld over de verschillende categorieën: Rekening Begroting Bedragen x mln. OZB Woningen, eigenaar 19,1 19,4 19,6 19,5 19,6 19,7 Niet woningen, eigenaar 7,3 7,7 7,8 7,8 7,8 7,8 Niet woningen, gebruiker 4,9 4,9 5,0 5,1 5,1 5,1 Totaal 31,3 32,0 32,4 32,5 32,5 32,6 Bespaarde rente eigen financieringsmiddelen De bespaarde rente over de eigen financieringsmiddelen wordt volledig geraamd in de begroting. Als last maakt dit deel uit van de kapitaallasten die zijn opgenomen op de verschillende programma s. Als bate wordt dit verantwoord binnen het Overzicht Algemene Dekkingsmiddelen. Deze baten zijn als volgt opgebouwd: 61

62 Rekening Begroting Bedragen x mln. Bespaarde rente Rente over de reserves 1,0 2,9 2,4 2,5 2,3 2,3 Rente reserve algemeen 7,0 7,0 7,0 7,1 7,1 7,1 dekkingsmiddel Rente over voorzieningen 1,6 3,6 3,8 4,0 3,8 4,1 Totaal 9,6 13,2 13,0 13,1 13,2 13,5 Overige inkomsten OAD Door de gemeente wordt jaarlijks een uitkering ontvangen van Eneco en de BNG voor aandelen die de gemeente bezit. Daarnaast worden nog inkomsten ontvangen uit de hondenbelasting, toeristenbelasting en de precarioheffing. Deze baten zijn als volgt opgebouwd: Rekening Begroting Bedragen x mln. Overige inkomsten Aandelen Belastingen 2,4 2,2 2,0 1,9 1,9 1,9 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1 1,1 Totaal 3,5 3,3 3,1 3,0 3,0 3,0 4.2 Beleidswijzigingen Herijking renteresultaat Door de aanhoudende lage rentestand is de verwachting van het incidentele voordelige renteresultaat geactualiseerd. Algemene uitkering Op basis van een actualisatie van verdeelmaatstaven en een onderbesteding van het landelijke budget voor het BTW-compensatiefonds wordt een hogere uitkering uit het Gemeentefonds ingeschat. Eneco De dividenduitkering 2016 bedraagt 2,3 mln. Volgens de vastgelegde systematiek (voorzichtigheidsprincipe) wordt voor het volgend jaar (= 2017) 90% van het laatst bekende dividend begroot ( 2,05 mln.) en voor de jaren daarna 80% ( 1,85 mln.). Vergeleken met de huidige programmabegroting betekent dit een voordeel in 2016 van 0,1 mln., in 2017 geen effect en vanaf 2018 een nadeel van 0,15 mln. Gevolgen toename vergunninghouders In de meicirculaire zijn de gevolgen voor het vluchtelingenakkoord inzichtelijk gemaakt. In de perspectiefnota en de memo gevolgen meicirculaire zijn de gevolgen voor de gemeente weergegeven. De kosten zijn verantwoord op de programma's en de verwachte inkomsten zijn in OAD opgenomen. 62

63 Financiën Bedragen x Nieuw beleid Verwachte rijksbijdrage vergunninghouders (75%) Saldo Wijziging agv aanpassing overhead aan nieuwe BBV Saldo na aanpassing overhead aan nieuwe BBV Financieel samengevat Programma OAD Bedragen x Rekening Begroting Totaal lasten programma Totaal baten programma Resultaat De meerjarige lagere baten worden veroorzaakt door minder gebruik van de reservemiddelen. De hogere lasten komen door de reservering van de loon- en prijscompensatie. Hier staat ook een hogere algemene uitkering tegenover. De overige mutaties doen zich met name voor in de technische verwerking van de rentetoerekening aan reserves en voorzieningen. 63

64 5. Financiële begroting 5.1. Inleiding Een gezonde financiële positie van de gemeente is een cruciale voorwaarde voor haar slagkracht. Het toekomstig bestendig houden van onze stad vraagt om het vroegtijdig herkennen en bespreekbaar maken van financiële kansen, opgaven en mogelijke spanningen. We moeten anticiperen op ontwikkelingen en de mogelijkheid om tegenvallers op te vangen. Feit is dat het internationale beeld grote onzekerheden kent: over de ontwikkelingen in de Europese Unie (nieuwe schuldencrisis, Brexit), over aanhoudende terroristische dreiging, over het monetaire beleid in Europa en de VS, over de groei in China en andere opkomende landen en over de ontwikkeling van de financiële markten. Deze bijzondere internationale risico s kunnen remmend werken op de economische groei, de inflatie en de ontwikkeling van de werkgelegenheid in Nederland. Tegelijkertijd houdt het economisch herstel in Nederland aan en zet breder door. De economische groei is gunstig voor de overheidsfinanciën. Het herstel geeft ons ruimte om verder te bouwen aan economische en sociale groei. Wel blijft behoedzaamheid geboden, omdat met name de uitgaven binnen het sociaal domein zich moeilijk laten voorspellen. Deze programmabegroting is een vertaling van de uitkomsten van het voorjaarsdebat. Ook de wijzigingen die daarna zijn opgetreden, zijn in deze begroting verwerkt. De wijzigingen ten opzichte van de Programmabegroting 2016 zijn opgenomen in de tabel in paragraaf 5.3. Een overzicht van het nieuwe beleid is opgenomen in bijlage Grondslagen De volgende grondslagen bepalen mede het financiële beeld in de programmabegroting: - ontwikkeling van de aantallen inwoners en woningen; - beleid ten aanzien van verwachte ontwikkeling van het loon- en prijspeil; - beleidswijzigingen; - ontwikkeling algemene uitkering; - rentepercentages. Ontwikkeling van de aantallen inwoners en woningen In deze begroting zijn voor de programmabudgetten de verwachtingen (prognoses) in aantallen inwoners en woningen naar de situatie van 1 januari 2016 als uitgangspunt genomen. De aantallen inwoners en woningen zijn voor de financiële begroting belangrijke parameters, omdat veel financiële stromen (zoals Algemene uitkering en diverse belastingen) worden berekend aan de hand van deze parameters. Per 1 januari Inwoners Woningen Verwachte ontwikkeling van het loon- en prijspeil en tarieven De gevolgen voor loon- en prijsstijging ten opzicht van de begroting 2016 worden als volgt in de programma s van de begroting 2017 verwerkt. 64

65 2017 vanaf 2018 Prijsstijging - lasten 0,90% 1,50% - baten 0,40% 1,50% Loonstijging 2,70% 2,00% Prijsstijging 2017 Op basis van de gegevens van het Centraal Plan Bureau (CPB) van maart 2016 wordt voor de lastenkant van de begroting uitgegaan van een prijsmutatie in 2017 van 0,9% ten opzichte van de begroting Dit percentage bestaat uit de inschatting voor 2017 van 1,2% en een correctie van -0,3% over voorgaande jaren. Voor de batenkant van de begroting 2017 wordt rekening gehouden met een algemene mutatie van de tarieven van 0,4%. Ook hierin is de stijging van 2017 zelf 1,2%: de correctie over voorgaande jaren bedraagt -0,8%. De correctie op de lasten is gebaseerd op een vergelijking met de bij de besluitvorming in het voorjaar van 2015 gehanteerde percentages. De vergelijking met de baten is gebaseerd op de peildatum van de gegevens in het najaar van Het algemeen stijgingspercentage wordt ten behoeve van het tarievenvoorstel van december 2016 in het najaar definitief vastgesteld op basis van de gegevens van de Miljoenennota/Macro economische verkenningen. Loonstijging 2017 Voor de stijging van de loonkosten wordt een stijgingspercentage van 2,70% aangehouden ten opzichte van de begroting Per 1 januari 2016 is rekening gehouden met de afgesloten CAO. In deze CAO is een nominale ontwikkeling van de lonen afgesproken van 3% op 1 januari 2016 en 0,4% per 1 januari De CAO loopt tot 1 mei Vanaf 1 mei 2017 wordt uitgegaan van een loonkostenstijging van +1,3% (jaarbasis 2,0%). Dit percentage moet dekking bieden aan de mogelijke aanpassing van werkgeverskosten uit sociale premies per 1 januari 2016 en nominale loonontwikkeling. De werkgeverslasten zijn op 1 januari 2016 per saldo gedaald en in de berekening is ook rekening gehouden met de stijging van de pensioenpremie per 1 april Loon- en prijsstijging vanaf 2018 Vanaf 2018 wordt op concernniveau voor ontwikkeling van lonen en prijzen rekening gehouden met een stijging voor loonkosten en werkgeverslasten van 2,0% en voor prijzen van 1,5%, voor de jaren van de meerjarenbegroting. De hieruit voortvloeiende kostenstijging wordt gedekt uit de stijging van de Algemene Uitkering als gevolg van ontwikkeling van de accressen van het gemeentefonds. Het budgettair effect van 1% prijsstijging (die zowel in kostenbudgetten als aan tarieven worden doorberekend) geeft in de begroting een last van Het effect van 1% loonkostenstijging leidt tot een budgettaire last van Ontwikkeling algemene uitkering De in de begroting opgenomen groei van de Algemene uitkering is (tot en met 2019) gebaseerd op de accresontwikkeling zoals opgenomen in meicirculaire Uitgangspunt is dat de accresontwikkeling ruimte biedt om de kostenontwikkeling die voortkomt uit loon- en prijsstijging van respectievelijk 2% en 1,5% op te vangen. Rentepercentages In onderstaande tabel staan de rentepercentages vermeld waarmee in de begroting 2017 is gerekend. 65

66 Omschrijving Percentage a. Investeringen: - nieuwe- en vervangingsinvesteringen 4,00% - indien investeringen groter dan 5 mln. Marktrente - financieringsrente tijdens de bouw 0,00% - calculatierente (renteomslag) 4.35% b. Grondbedrijf: - rekening courant per 1 januari 4,00% - rekening courant tijdens het jaar 0,00% - boekwaarde 4,00% c. Reserves en voorzieningen: - als financieringsmiddel (indien geen specifiek vast percentage is vastgelegd) 4,00% - inflatietoerekening aan reserves 1,20% Bij deze rentepercentages is nog geen rekening gehouden met de wijzigingen in de regelgeving van het BBV. De gevolgen van de wijzigingen worden in een later stadium via een apart memo gepresenteerd. 5.3 Totstandkoming van de begroting De volgende tabel toont de cijfermatige vertaling van de diverse momenten in het begrotingsproces. Daarna volgt een toelichting per onderdeel. 66

67 Bedragen * MJB Door kijk nr.omschrijving A Saldo programmabegroting B.Gevolgen raadsbesluiten t/m raad van 4 juli Totaal begrotingssaldo voor bijstelling financieel perspectief C.Financiele ontw ikkeling bestaand beleid en onvermijdelijke ontw ikkelingen incl meicircuaire 2016 excl. 2e TB Financieel perspectief incl. onvermijdelijke ontw ikk D.Nieuw beleid per programma 1. Onderw ijs, economie en arbeidsparticipatie Samen leven en ondersteuning Leefbaarheid, duurzaam en groen Vrije tijd Veiligheid Dienstverlening Inrichting van de stad Overzicht Overhead Overzicht algemeen dekkingsmiddel Totaal aan nieuw beleid incl mei circulaire 2016* Saldo (meerj.)begr. (excl. bijstell. perspectiefnota)* E.Bijst. Financ. perspectief na behand. perspectiefnota 1. Gevolgen Moties Voorjaarsdebat - Motie 2 "Aquapret noord-aa" Motie 53 "Emma" Beheerbegr., RB 4 juli, verschuiving verkiezingen '16/' Gevolgen 2e tussenbericht gevolgen herverdeeleffecten meicirculaire Saldo (meerjaren)begroting *de geringe afwijking tov perspectiefnota wordt veroorzaakt door raadsvoorstel , MRDH green deal laadinfrastr. dd 12/9/'16 Totaal bijgesteld financieel bestaand beleid In november 2015 is de Programmabegroting aangeboden aan de raad (A). Hieraan zijn de financiële effecten van alle raadsbesluiten van november 2015 tot en met september 2016 (B), de leereffecten uit de jaarrekening en de onvermijdelijke ontwikkelingen uit de Perspectiefnota 2017 toegevoegd (C). Dit leidt tot het 'Financieel perspectief inclusief onvermijdelijke ontwikkelingen'. Nieuw beleid Het nieuwe beleid uit de perspectiefnota is per programma gespecificeerd in bijlage 2 en loopt van 2,8 mln. in 2017 tot 0,4 mln. in Ontwikkelingen na Perspectiefnota 2017 De aangenomen moties uit het voorjaarsdebat met financiële gevolgen zijn opgenomen onder E1. Op 4 juli 2016 is het raadsvoorstel beheerbegroting in de raad vastgesteld. Hierin is een verschuiving van lasten van 2016 naar 2017 opgenomen (E2). De herverdeeleffecten als gevolg van de meicirculaire zijn in het Tweede Tussenbericht 2016 nader toegelicht. Saldo Programmabegroting Het totaal van alle voorstellen leidt tot een sluitende begroting. 67

68 5.4 Opbouw financiële begroting In paragraaf 5.3 is op totaalniveau de financiële aansluiting zichtbaar gemaakt tussen het saldo van de Programmabegroting en de Programmabegroting In deze paragraaf wordt, ten behoeve van de autorisatie, per programma de financiële begroting in beeld gebracht. De financiële begroting is opgebouwd uit zeven programma s (hoofdstuk 2), het Overzicht overhead (hoofdstuk 3) en het Overzicht algemene dekkingsmiddelen (hoofdstuk 4). Per programma worden onderscheiden: - de lasten; - de baten; - de toevoegingen en onttrekkingen aan reserves. Het saldo van baten en lasten is het exploitatiesaldo. Het eindsaldo, waarin de mutaties van de reserves zijn meegenomen, wordt het geraamde resultaat genoemd. Onderstaande twee tabellen laten de te autoriseren bedragen voor 2017 zien, alsmede de ontwikkeling van het resultaat op meerjarenbasis. Totaal overzicht 2017 In de eerste tabel is het financiële overzicht opgenomen van bestaand beleid en beleidswijzigingen. De tabel geeft feitelijk de eindsaldi per programma van het jaar 2017 weer. Het jaar 2017 geeft een begrotingstekort van 1,679 mln. Rekening houdend met de omvang van incidentele baten en lasten in 2017 van 4,8 mln. negatief (zie paragraaf 5.5), is er in 2017 sprake van een materieel sluitende begroting. De structurele lasten worden minimaal afgedekt door de structurele baten. Totaal ramingen pogrammabegroting 2017 Saldo programmabegroting jaarschijf 2017 bedragen in Totaal saldo van baten en lasten Toevoeg. en onttrekk. reserves Programma Lasten Baten Saldo Toevoeg. Onttrekk. Saldo Geraamd resultaat 1. Onderw ijs, economie en Arbeidspart Samen leven en ondersteunen Leefbaarheid, duurzaam en groen Vrije tijd Veiligheid Dienstverlening en samenspraak Inrichting van de stad Totaal programmaplan Overzicht Overhead Overzicht algemene dekkingsmiddelen Totaal programmabegroting Totaal overzicht op meerjarenbasis Naast het hebben van een materieel sluitende begroting in het te autoriseren jaar 2017 is voor een gezond financieel beleid ook een sluitend meerjarenperspectief noodzakelijk. In onderstaande tabel is de financiële begroting op meerjarenbasis weergegeven. 68

69 Saldi meerjarenbegroting bedragen in Program m a Onderw ijs, economie en Arbeidsparticipatie Samen leven en ondersteunen Leefbaarheid, duurzaam en groen Vrije tijd Veiligheid Dienstverlening en samenspraak Inrichting van de stad Totaal programmaplan Overzicht Overhead Overzicht algemene dekkingsmiddelen Totaal program m abegroting Incidentele baten en lasten Inzicht in de incidentele baten en lasten is nodig om in beeld te brengen of de begroting materieel in evenwicht is, dat wil zeggen dat de structurele lasten worden gedekt door structurele baten. De incidentele baten en lasten tellen niet mee voor het materieel in evenwicht zijn. Onder incidentele baten en lasten worden onder andere de volgende posten verstaan: - inkomsten uit grondexploitaties; - dotaties en onttrekkingen aan de algemene reserve; - incidentele toevoegingen en aanwendingen aan bestemmingsreserves die gevolgen hebben voor het begrotingssaldo; - bijzondere baten en lasten ten gevolge van incidenteel nieuw beleid; - voordelige en nadelige afwikkelingsverschillen van voorgaande dienstjaren; - extra afschrijvingen ten laste van de exploitatie. Alleen baten en/of lasten die voor drie jaar of korter zijn geraamd en groter zijn dan worden als incidenteel aangemerkt c.q. ramingen die uitdrukkelijk als tijdelijk zijn aangemerkt. In de volgende tabel wordt een overzicht van de incidentele baten en lasten voor de gemeente gepresenteerd. 69

70 Overzicht van geraamde incidentele baten en lasten bedragen * Lasten Baten Omschrijving Onderwijs, economie en Arbeidspart Samen leven en ondersteunen Leefbaarheid, duurzaam en groen Vrije tijd Veiligheid Dienstverlening en samenspraak Inrichting van de stad - lasten grondexploitatie overige lasten Overzicht Overhead Overzicht algemene dekkingsmiddel Mutaties in reserves* 7. Inrichting van de stad Overzicht algemene dekkingsmiddel Totaal lasten Saldo incidenteel (meer lasten dan baten) Mutaties in reserves*: betreft alleen mutatie in reserves die incidenteel het begrotingssaldo beïnvloeden of trekking hebben op resultaat grondexploitaties Bovenstaande tabel toont, dat in de begroting van meer aan incidentele lasten zijn geraamd dan aan incidentele baten. Dit houdt in dat het begrotingssaldo van 2017 wordt beïnvloed door netto aan tijdelijke lasten. Hieronder wordt nadere toelichting gegeven op de individuele posten, die dit saldo veroorzaken. Daarnaast wordt in de laatste alinea ingegaan op het wel of niet structureel en reëel sluitend zijn van de begroting. Toelichting incidentele baten en lasten Programma 1 Onderwijs, economie en Arbeidsparticipatie In de Perspectiefnota 2016 is voor het vervolgtraject Zoetermeer maakt t aan budget beschikbaar gesteld in 2016 en in Daarnaast is voor toename van het aantal vluchtelingen voor de jaren 2016 t/m 2018 geraamd. De financiële gevolgen van overleg tussen rijk en VNG over de vergunninghouders waren bij de perspectiefnota nog niet bekend, maar zijn in deze begroting verwerkt. Van de te verwachten kosten is in 2017 ruim en in als incidenteel aangemerkt. Voor de doorgaande ontwikkelingslijn onderwijs - arbeidsmarkt is tijdelijk extra budget beschikbaar (2017: ; 2018: ). De voorstellen voor de ontwikkeling van het Dutch Innovation Park vragen voor de jaren 2017 en , resp Voor schuldhulpverlening is in en in extra beschikbaar gesteld in de Perspectiefnota. De bedragen wijken licht af vanwege de correctie op de overhead. Dit geldt ook voor de opgenomen bedragen voor sociale activering, zowel in 2017 als 2018 gaat het om Het tijdelijke budget voor Centurion is in 2017 en Programma 2 Samen leven en ondersteunen In de Perspectiefnota 2016 in dit programma aan lasten geraamd voor de jaren 2016 t/m 2018 vanwege de toename van vergunninghouders. Aanvullend is in deze begroting tijdelijk budget beschikbaar voor begeleiding, in en in In 2017 en 2018 kan worden volstaan met een lagere storting in de brede bestemmingsreserve voor het Sociaal Domein. De lagere storting van in 2017 en van is gebruikt ter dekking voor diverse onderwerpen voor nieuw beleid, die qua inhoud samenhangen met het sociaal domein. Het gaat om aandacht voor onbenutte kwaliteiten (programma 1), Centurion: perspectief op werk (programma 1), mantelzorgwaardering (programma 2) en evaluatie formatie beleidsplannen sociaal domein. Voor Mantelzorgwaardering is in 2017 en benodigd. Voor de beoogde veranderingen in het sociaal domein is tijdelijk meer formatie nodig. Het gaat om ruim in In 2018 is een groot deel van de kosten verantwoord onder het kopje overhead. In programma 2 is voor deze 70

71 kosten in 2018 dekking gevonden door verlaging van de kosten binnen het programma. Per saldo is de incidentele verlaging in 2018 ruim Programma 3 Leefbaarheid, duurzaam en groen In de perspectiefnota van 2016 is voor de realisatie van de extra kwaliteitsimpulsen in de openbare ruimte in en in beschikbaar gesteld. Daarnaast is voor de jaren 2016 t/m 2018 jaarlijks een budget beschikbaar van voor het Actieplan duurzaamheid en groen. In 2017 is eenmalig budget beschikbaar gesteld voor noodzakelijk technisch onderhoud van groen. Voor verhoging van het onderhoud op bedrijventerreinen is in de jaren 2017/ nodig. Programma 4 Vrije tijd Voor nieuwe evenementen is in de perspectiefnota van 2016 drie jaar aan extra budget beschikbaar gesteld. In de meerjarenbegroting 2016 is rekening gehouden met een structurele bijdrage met ingang van 2018 voor het Living Museum. Omdat het museum al in 2017 wordt gestart is in 2017 een eenmalig budget benodigd van Programma 5 Veiligheid Voor de Aanpak radicalisering en Syriëgangers is in perspectiefnota 2016 voor de jaren 2016 t/m 2019 jaarlijks geraamd en voor meerjarige aanpak criminelen en overlastgevende jeugd is voor en voor de jaren 2017 en beschikbaar gesteld. Door de voorgeschreven correctie op de overhead wijken de bedragen in deze begroting iets af. Programma 6 Dienstverlening en samenspraak In de perspectiefnota van 2015 is voor de jaren 2016 tot en met 2018 tijdelijk jaarlijks geraamd voor het Potje van de raad. Naast een structureel ophoging van het budget voor samenspraak is in de perspectiefnota van 2016 voor de jaren 2016 en 2017 tijdelijk budget geraamd van en voor In 2017 zijn de incidentele lasten verhoogd met voor formatie voor het invoeringstraject van de Omgevingswet. Programma 7 Inrichting van de stad De in dit programma geraamde incidentele baten en lasten betreffen de geraamde kosten en opbrengsten in de grondexploitatieberekeningen. Alhoewel de projecten een meerjarig karakter hebben, worden de in de begroting opgenomen baten en lasten toch als incidenteel beschouwd. Daarnaast is in de perspectiefnota van 2015 op dit programma voor de jaren 2016 en 2017 een bijdrage aan het mobiliteitsfonds Haaglanden geraamd van In de Perspectiefnota 2016 is voor de Woonvisie in beschikbaar. Overzicht Overhead Het overzicht overhead is nieuw en voorgeschreven in de BBV. Het gaat in dit overzicht voor het overgrote deel om structurele lasten. Als incidentele last zijn in dit overzicht de personele lasten opgenomen, die samenhangen met de evaluatie van de beleidsplannen in het sociaal domein. Voor 2017 gaat het om en voor 2018 om Overzicht algemeen dekkingsmiddel (OAD) De verwachting is dat de eindafwikkeling van liquidatie Haaglanden plaatsvindt in Hiervoor is een bedrag van aan baten geraamd in de begroting. Mutaties reserves Inrichting van de stad Het betreft hier het saldo tussen de geraamde incidentele baten en lasten uit grondexploitaties zoals weergegeven onder Inrichting van de stad. Hierdoor zijn de gevolgen van de grondexploitaties neutraal voor zowel het begrotingssaldo alsmede het overzicht incidentele baten en lasten. Overzicht algemeen dekkingsmiddel (OAD) De verrekeningen reserves op de OAD betreft drie onderwerpen. a. Onttrekkingen uit de reserve Rente egalisatiereserve Bij de opstelling van de programmabegroting 2015 zijn de verwachte positieve renteresultaten, die ten gunste van de exploitatie zijn gebracht, positief bijgesteld. In de begroting 2016 zijn als gevolg daarvan incidentele rente-inkomsten geraamd. In 2016 is dat 0,8 mln. en in ,4 mln. 71

72 b. Verrekeningen met de reserve Algemeen dekkingsmiddel betreft de geraamde inkomsten uit de reserve ten gunste van de exploitatie van 0,5 mln. in 2016 en een storting in de reserve ten laste van exploitatie van 1 mln. in 2017 en 0,5 mln. in c. Onttrekking uit de reserve Investeringsfonds 2030 In het Hoofdlijnenakkoord is 3 mln. gereserveerd ter dekking voor nieuw beleid. In de programmabegroting 2016 is hier invulling aangegeven en is voor de jaren 2016 t/m 2018 jaarlijks 1 mln. onttrokken uit de reserve Investeringsfonds 2030 ter dekking voor nieuw beleid. Overzicht van structurele toevoegingen en onttrekkingen en stortingen aan reserves In 2015 is de regelgeving van het BBV aangepast. Een van de aanpassingen richt zich op het vergroten van het inzicht op incidentele baten en lasten. In de toelichting op de gewijzigde BBV staat, dat ervan wordt gegaan dat toevoegingen en onttrekkingen aan reserves in principe incidenteel van aard zijn. Echter, er zijn ook verrekeningen met reserves die structureel van aard zijn. Om een goed beeld te kunnen vormen of structurele lasten worden gedekt door structurele baten is in BBV opgenomen dat zowel in de begroting als in de rekening een overzicht opgenomen moet worden waarin de geraamde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves is weergeven. Voor de leesbaarheid van de incidentele mutaties in reserves kiezen wij er voor om het gevraagde overzicht in te vullen door de incidentele mutaties in reserves (in plaats van de structurele) te integreren in het overzicht 'Incidentele baten en lasten'. Door alleen die incidentele toevoegingen en onttrekkingen in het overzicht op te nemen, die ook feitelijk het begrotingssaldo beïnvloeden, ontstaat transparant en leesbaar overzicht dat inzicht geeft in de omvang van incidentele baten en lasten. In onderstaande tabel is het saldo van de programmabegroting gecorrigeerd met het saldo van incidentele baten en lasten. Het gecorrigeerde saldo laat de structurele ruimte in de begroting zien op basis van de regelgeving van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Ter voorkoming van een onvolledig beeld is ook het jaar 2021 in de tabel opgenomen. bedragen in Omschrijving Saldo programmabegroting Saldo incidenteel (meer lasten dan baten) Gecorrigeerd saldo (structurele ruimte) - = nadeel Investeringen Het BBV onderscheidt investeringen naar economisch en maatschappelijk nut. Investeringen met een economisch nut Investeringen met een economisch nut betreffen vaste activa die verhandelbaar zijn, zoals gebouwen en voertuigen of waar inkomsten tegenover kunnen staan, bijvoorbeeld rioolrecht en leges. Deze investeringen moeten worden geactiveerd en reserves mogen niet op deze investeringen in mindering worden gebracht. Daarnaast mag niet resultaatgericht worden afgeschreven en moet consistent worden afgeschreven. Wel mogen bijdragen van derden, die direct gerelateerd zijn aan de investering, in mindering worden gebracht. Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut Om te komen tot meer vergelijkbaarheid schrijft de nieuwe BBV voor dat investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijke nut (wegen, straten, pleinen, groen, water) gelijk moeten worden behandeld als investeringen met een economisch nut. Alhoewel het hier een boekhoudkundige exercitie betreft heeft het wel financiële gevolgen. Het activeren heeft als gevolg dat de uitgaven in één jaar worden verantwoord, maar dat de lasten in de begroting in het vervolg gespreid worden over de levensduur. De financieel technische uitwerking van dit nieuwe BBV voorschrift vraagt de nodige voorbereidingstijd. In de voorliggende begroting 2017 zijn 72

73 de investeringsuitgaven met maatschappelijk nut nog gebaseerd op de oude methodiek. Naar verwachting zal de analyse in de eerste helft van 2017 worden afgerond met een raadsvoorstel. In de begroting zijn investeringen opgenomen die geautoriseerd worden bij vaststelling van de programmabegroting (investeringen die betrekking hebben op 2017). In onderstaande tabel is een samenvattend overzicht opgenomen van de investeringen. In bijlage 7 is een specificatie van deze bedragen opgenomen. Investeringen bedragen * Geautoriseerd bij vaststelling programmabegroting Economisch nut Ontwikkelingen in de reserveposities en voorzieningen De reserves vormen, samen met het resultaat na bestemming volgend uit de programmarekening, het eigen vermogen (artikel 42, lid 1 BBV). In artikel 43 van het BBV worden twee soorten reserves onderscheiden: a. de algemene reserves b. de bestemmingsreserves De algemene reserves bestaan uit reserves waaraan geen bestemming is gegeven. Deze dienen om risico s in algemene zin op te vangen (bufferfunctie van de reserves). De bestemmingsreserves zijn reserves waaraan de raad diverse bestemmingen heeft gegeven. Deze bestemmingsreserves hebben diverse functies. De meeste bestemmingsreserves zijn in het leven geroepen ter dekking van de lasten van specifieke beleidsonderwerpen (bestedingsfunctie van de reserves). Ook zijn er reserves die baten genereren voor de exploitatie (inkomensfunctie) en reserves die zorgen dat lasten worden geëgaliseerd (egalisatiefunctie). In Zoetermeer worden investeringen gefinancierd met reserves en voorzieningen. Hierdoor wordt de noodzaak beperkt om te financieren met leningen van de bank (financieringsfunctie van de reserves en voorzieningen). Dit leidt tot bespaarde rente welke als bate wordt verantwoord in de exploitatie. In onderstaande tabel wordt het verloop van de reserves in totaliteit per onderscheiden soort weergegeven. In bijlage 5 is het overzicht van reserves opgenomen. De toevoegingen en onttrekkingen bij de jaarschijf 2017 zijn mutaties in de reserves die onderdeel uitmaken van de ramingen welke zijn opgenomen bij de programma s. Om een zo goed mogelijk beeld over het verloop van de stand van de reserves te geven, zijn ook mutaties meegenomen die niet bij de vaststelling van de programmabegroting door de raad worden geautoriseerd. Deze mutaties zijn in de kolom 'verwachtingen' meegenomen. In een afzonderlijk voorstel aan de raad kunnen deze alsnog worden geautoriseerd. Meerjarenoverzicht reserve Bedragen x /- is onttrekking Stand 01/01 Toevoegingen Onttrekkingen Verwachtingen Stand 01/01 Stand 01/01 Stand 01/01 Algemene reserves Bestemmingsreserves Totaal aan reserves Het totaal van de algemene reserves neemt in 2017 met 0,5 mln. af. Deze per saldo-afname komt grotendeels door de mutatie in de Vrij inzetbare reserve (-/- 1,8 mln., toegelicht in paragraaf 5.8) en de Reserve versterking Financiële positie Grondbedrijf (toename 1,4 mln.) 73

74 Het totaal van de bestemmingsreserves neemt in 2017 met circa 1,9 mln. af. De grootste mutaties zijn te vinden bij de Reserve Investeringsfonds 2030 (-/- 1,1 mln., toegelicht in paragraaf 5.8 en Reserve Egalisatie Investeringen Schoolgebouwen (-/- 1,2 mln.). Verder is er een toename binnen de Reserve Algemeen Dekkingsmiddel ( 1,8 mln.) In de periode nemen de reserves met circa 8,1 mln. af. In onderstaande opsomming zijn de grootste mutaties weergegeven (bedragen x 1 mln.). Vrij inzetbare reserve -/-2,2 Een meer gedetailleerd overzicht van deze reserve is te vinden in paragraaf 5.8 Reserve Algemeen Dekkingsmiddel + 2,3 Kasschuif met voorgaande jaren en Kredietaanvraag Stadsmuseum Reserve investeringsfonds /-1,9 Een meer gedetailleerd overzicht van deze reserve is te vinden in paragraaf 5.8 Brede bestemingsreserve -/-2,1 Sociaal domein en Wijkplan Palenstein Reserve egalisatie investeringen schoolgeb. -/-4,8 De afname wordt veroorzaakt door een aantal investeringen in schoolgebouwen Reserve versterking Financiële positie GB + 4,0 Storting in de reserve vanuit diverse grondexploitaties Ontwikkelingen in de voorzieningen De voorzieningen zijn vermogensbestanddelen die als vreemd vermogen zijn aan te merken. Er kleeft als het ware al een verplichting (jegens een derde) aan. Als gevolg van artikel 44 van het BBV kunnen de volgende soorten voorzieningen worden gevormd: - voor middelen van derden die specifiek besteed moeten worden (geldt niet voor bijdragen van andere overheden); - voor de egalisatie van kosten; - voor verplichtingen en verliezen alsmede voor risico s waarvan de omvang onzeker is maar welke wel redelijkerwijs te schatten zijn. Schulden vallen niet onder het begrip voorzieningen omdat daarbij geen onzekerheid bestaat over de omvang van de verplichting. Toevoegingen aan voorzieningen vinden plaats ten laste van de exploitatie, dus niet via resultaatbestemming, zoals bij de reserves. Aanwendingen - altijd voor het doel waarvoor de voorziening was gevormd - worden rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht. Indien een voorziening geheel of gedeeltelijk kan vrijvallen, wordt de vrijval via de exploitatie in het resultaat verwerkt. In onderstaande tabel is op hoofdlijnen het verloop van de stand van de voorzieningen weergegeven. Evenals bij de reserves zijn bij het verloop van de voorzieningen verwachtingen meegenomen. Deze zijn opgenomen om een goed verloop van de voorziening weer te geven. De verwachtingen worden niet geautoriseerd bij de vaststelling van de programmabegroting door de raad. De specificatie is opgenomen in bijlage 6. Meerjarenoverzicht voorzieningen 2017 Bedragen in /- is onttrekking Stand Toevoegingen Onttrekkingen Begrote Verwachtingen Stand Stand Stand vanuit de expl. t.g.v. expl. aanwending Middelen van derden Egalisatievoorzieningen Overige voorzieningen Totaal aan voorzieningen De omvang van de voorzieningen neemt in 2017 circa 2,6 mln. toe. Grootste mutaties vinden plaats bij de Voorziening groot onderhoud Ondergronds (+ 1,2 mln.) en de Voorziening nadelige complexen Grondbedrijf (+ 2,2 mln.). De totale omvang van de voorzieningen neemt in de periode ongeveer 10,2 mln. toe. Ook in deze periode doen de grootste mutaties zich voor binnen de Voorziening groot onderhoud ondergronds (+ 3,6 mln.) en de Voorziening nadelige complexen Grondbedrijf (+ 6,5 mln.). 74

75 5.8 Ontwikkeling vrije reservemiddelen In deze paragraaf wordt een beeld gegeven van de stand en ontwikkeling van de vrije reservemiddelen. Concreet wordt ingegaan op de volgende twee reserves: - Vrij inzetbaar - Investeringsfonds 2030 (Rif). Vrij inzetbare reserve Op de Vrij inzetbare reserve rust in principe geen concrete bestemming tot besteding van de daarin opgenomen middelen. Wel moet de omvang van deze reserve het financiële tegenwicht bieden voor het kunnen opvangen van de financiële risico s. De Vrij inzetbare reserve vormt de weerstandscapaciteit van deze financiële risico s (exclusief de risico s van het grondbedrijf). Uit de paragraaf 6.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing blijkt dat de benodigde weerstandscapaciteit uitkomt op 7,9 mln. Dit betekent dat op basis van huidige inzichten en na aftrek van de reserveruimte, die nodig is voor weerstandscapaciteit om de berekende risico s (exclusief grondbedrijf) af te kunnen dekken, de ruimte in de Vrij inzetbare reserve voldoende is. In de volgende tabel is het verloop van de Vrij inzetbare reserve in beeld gebracht. Reserve vrij inzetbaar Omschrijving Stand per 1 januari 17,352 13,354 10,695 9,929 10,286 Resultaat jaarrekening 2015 voor bestemming 5,640 Gecorrigeerde stand 1 januari 22,993 A. Eerder genomen raadsbesluiten EXCL. NIEUW BELEID ,170-0,627-0,766 0,356 0,367 B. Verwachting 1 Verkoop gronden en panden 0,540 2 Begroting 2016 a. begrotingsaldo primitief ,874 b. bijstelling financieel perspectief 2016 excl. nieuw beleid -2,464 c. nieuw beleid ,599 d. gevolgen meicirculaire 0,135 e. gevolgen na meicirculaire 2016: Verkoop Prismalaan 50 0,245 f. 2e tussenbericht meldingen 2e tussenbericht 2,800 - dekking verw achtte budgetoverheveling bij resultaatbest ,975 3 Begrotingsaldo ,056 Bedragen * mln. Nog beschikbaar (w eerstandscap. reserve vrij inzetbaar) 13,354 10,695 9,929 10,286 10,653 Nog beschikbaar (w eerstandscap. reseve inflatiecorrectie) 0,000 Totaal beschikbaar aan w eerstandscap. excl grondbedrijf 10,653 Totaal aan af te dekken risico's 7,925 Saldo aan w eerstandscap. excl grondbedrijf 31/12/2020 2,728 In de beschikbare weerstandscapaciteit binnen de Vrij inzetbare reserve is rekening gehouden met de verbetering van het resultaat 2016 in het Tweede Tussenbericht Reserve investeringsfonds 2030 Bij de vaststelling van de Stadsvisie 2030 is besloten tot het opstellen van een inhoudelijke investeringsagenda en om daarvoor een investeringsfonds in het leven te roepen: Investeringsfonds 2030 (Rif). In deze paragraaf worden de spelregels tot voeding en aanwending van de reserve geschetst. Daarna wordt de stand van zaken van het verwachte verloop van het fonds toegelicht inclusief een aantal voorstellen tot aanwending van de reserve. 75

76 Voeding en onttrekking investeringsfonds In het raadsbesluit van december 2009 is de voeding en onttrekking van de reserve geregeld. De voeding van het fonds vindt in hoofdzaak plaats door de afdrachten van de winst van het grondbedrijf. Daarnaast worden subsidieontvangsten die een aantoonbare relatie hebben met de opgaven van de Stadsvisie gestort in deze reserve en vindt ten laste van de exploitatie een jaarlijkse storting plaats van Tenslotte wordt uit een eventueel positief jaarrekeningresultaat bij bestemming van dat resultaat maximaal 50% aan de reserve afgedragen. De bestemming van de middelen in de Rif wordt jaarlijks bepaald bij de begrotingsbehandeling op basis van voorstellen in de begrotingsstukken. Door vaststelling van de begroting worden middelen in de reserve voor een bepaald project gereserveerd. Op basis van een concreet en uitgewerkt voorstel en raadsbesluit wordt het budget feitelijk beschikbaar gesteld met dekking uit de Rif. Verloop van de reserve In de tabel komt het financieel verloop van de stand van de Rif tot uitdrukking rekening houdend met: - een actualisatie van de verwachte winstafdrachten van het grondbedrijf op basis van de gegevens uit het Eerste en Tweede Tussenbericht; - een actualisatie van de hoogte van reserveringen voor voorgenomen projecten waartoe eerder is besloten en - nieuwe voorstellen waarvoor een aanwending (of vrijval) uit de reserve wordt gedaan. Op basis van de actualisatie en nieuwe voorstellen vertoont de reserve in alle jaren nog een positief saldo. Wanneer de winstafdrachten grondbedrijf overeenkomstig de huidige inschatting in latere jaren ook werkelijk worden gerealiseerd, biedt de reserve op de langere termijn nog een bestedingsruimte van ruim 24 mln. Reserve Investeringsfonds 2030 bedragen * mln. Omschrijving t/m 2025 A. Stand 1 januari incl. sparen voor later 13,720 8,479 7,344 3,908 6,623 9,838 B. Raadsbesluiten t/m september ,849-1,145-1,565-0,786 0,016 1,750 C. Te realiseren winstafdrachten grondexploitaties: - perspectiefnota ,200 1,100 1,800 3,500 3,200 11,827 D. Reserveringen vanuit eerdere besluitvorming 1 Stimuleringsregeling uitgebreid naar 7 woonservicezones -0,462 2 Inhaalslag bomenonderhoud -0,200-0,300 3 Wijkontwikkeling -0,138 4 Kredietoverheveling t/m ,248 Kredietoverheveling ,199 5 Ontwikkeling stad: sleutelprojecten -0,860 6 Mobiliteitsprojecten -3,000 7 Afwikkelingen en herfasering mobiliteitsprojecten -0,250 8.a Heroverweging ontwikkelstrategie Kwadrant ,300 Verrekening reserve FIPO GB (50% van resultaat 20-25) -1,650 8b. Verrekening res. FIPO GB (50% instelling voorziening 2016) 0,449-0,449 9 Vrijval reserve startersleningen 2, Jongerenwoningen -0,300 E. Nieuw beleid programmabegroting Gebiedsontwikkeling Dobbeplas en omgeving -0,100-0, Nieuwe initiatieven -0,150-0, Entree Zoetermeer - A12 zone -0,240-0, Verplaatsing bewoners Oude Gemaal -0,300 Stand 31/12 Reserve Investeringsfonds ,479 7,344 3,908 6,623 9,838 24, EMU-saldo De Europese begrotingsrichtlijnen schrijven voor dat het begrotingstekort (EMU-saldo) van de overheid maximaal 3% mag bedragen. Het EMU-saldo is het jaarlijkse saldo van de lasten en de baten op basis van reële transacties, ongeacht of het exploitatie- of investeringsuitgaven en - inkomsten betreft. Het EMU-saldo is een afgeleide van zowel het stelsel van baten en lasten als van het kasstelsel. In 2004 hebben Rijk en medeoverheden afgesproken dat het EMU-saldo van de medeoverheden maximaal -/- 0,5% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) mag bedragen. Deze -/- 0,5% is verdeeld over de drie bestuurslagen. In de september circulaire 2014 is aangegeven dat het maximale tekort voor de gemeenten totaal -/- 0,34% in % BBP mag bedragen. Het individuele referentiewaarden EMU-saldo voor de gemeente Zoetermeer is vastgesteld op -/ Zoetermeer voldoet in deze begroting aan de normen. In bijlage 8 komt een overzicht van (de berekening van) het EMU-saldo aan bod. 76

77 6. Paragrafen 6.1 Lokale heffingen Inleiding In de paragraaf lokale heffingen worden de ontwikkelingen weergegeven van de belastingen en woonlasten voor het komende jaar. Uitgangspunt is om de lokale lasten zoveel mogelijk te beperken. Voor de belangrijkste heffingen zijn de ontwikkelingen opgenomen. Als gevolg van de wijzigingen in de boekhoudvoorschriften (BBV) vindt een aantal aanpassingen plaats. Voor deze paragraaf zitten de mutaties met name in de kostentoerekening aan de leges en heffingen. De definitie van overhead in het BBV is ruimer dan de definitie die in Zoetermeer tot nu wordt gehanteerd. Vanwege het gegeven dat in de kostenonderbouwing van de tarieven voor leges/heffingen de kosten voor overhead zijn opgenomen zal dat ruimere overheadbegrip tot een ander bedrag aan kostentoerekening leiden. Met die andere kostentoerekening is in de Programmabegroting nog geen rekening gehouden. De gevolgen worden betrokken bij het tarievenvoorstel 2017 dat in december 2016 staat geagendeerd Uitgangspunten Uitgangspunten lokale heffingen In de heffingennota 2016 zijn de beleidslijnen voor de komende jaren vastgesteld. De lokale heffingen zijn als volgt te onderscheiden: 1. Belastingen: De opbrengsten van de belastingen dienen ter versterking van het financiële draagvlak van de gemeenten en vloeien naar de algemene middelen. De gemeenteraad bepaalt zelf waaraan de gemeente dat geld besteedt. De gemeente Zoetermeer heft de onroerendezaakbelasting (OZB), parkeerbelasting, toeristenbelasting, hondenbelasting, precariobelasting. 2. Retributies en bestemmingsheffingen: Retributies worden geheven als de gemeente een dienst verleent aan een individu of één van haar bezittingen ter beschikking stelt. De opbrengsten van retributies mogen uitsluitend worden aangewend om de kosten voor die specifieke diensten te dekken. De gemeente mag niet meer heffen dan de begrote kosten. De meest voorkomende retributies zijn de leges: vergoedingen voor bijvoorbeeld een bij de gemeente aangevraagde dienst als het aanvragen van een paspoort of een vergunning. Bestemmingsheffingen zijn heffingen voor algemene doeleinden, waarvan de gemeente de opbrengsten inzet om bepaalde kosten te dekken. De gemeente mag ook hier niet meer heffen dan de begrote kosten voor de uitvoering van de taken en diensten. Voorbeelden van bestemmingsheffingen zijn de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Gemeentelijke woonlasten De gemeentelijke woonlasten bestaan uit OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Deze woonlasten komen jaarlijks terug in diverse ranglijstjes van het COELO, de Consumentenbond en de kranten. In het Hoofdlijnenakkoord zijn de volgende afspraken gemaakt met betrekking tot de woonlasten: - het totaal van de OZB stijgt met niet meer dan de inflatie; - voor de afvalstoffenheffing geldt een kostendekkend tarief; - in de komende beleidsperiode wordt de rioolheffing 100% kostendekkend. Om de opbrengst van de OZB op peil te houden worden de tarieven verhoogd of verlaagd met de waardeontwikkeling van de woningen en niet-woningen. Per 1 januari 2016 (basis voor het belastingjaar 2017) is de waardeontwikkeling voor woningen 2,8% en voor niet woningen 0,0%. De kosten van riolering zijn lager, zoals ook opgenomen in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Dit leidt tot een verlaging van het tarief rioolheffing in Algemeen stijgingspercentage lokale heffingen De tarieven van de gemeentelijke heffingen en belastingen stijgen in 2017 op basis van de begrotingsuitgangspunten met het algemene stijgingspercentage van -0,2%. Dit percentage is tot stand gekomen door de ingeschatte stijging van het Centraal Planbureau voor 2017 (0,8%) te 77

78 corrigeren voor de te hoge inschattingen van de afgelopen jaren. De inschatting bij het vaststellen van de tarieven voor de jaren 2015 en 2016 is 1,0% te hoog geweest. Hieronder is dit in de tabel weergegeven. jaar Vaststelling tarieven 2016 CPB 2016 Vaststelling tarieven ,90 0,30 -/- 0, ,90 0,50 -/- 0,40 Totale correctie oude jaren -/- 1, ,80 0,80 Algemeen stijgingspercentage /- 0,20 Tarieven 2017 Op basis van bovenstaande uitgangspunten zien de tarieven er als volgt uit: OZB (tarief per eenheid) percentage Eigenaren woningen 0,1877 0,1822 Eigenaren niet-woningen 0,3963 0,3955 Gebruikers niet woningen 0,3080 0,3074 Afvalstoffenheffing Eenpersoonshuishoudens 222,64 222,19 Tweepersoonshuishoudens 252,00 251,50 Meerpersoonshuishoudens 265,08 264,55 Rioolheffing Bedrag per aansluiting < 500 m3 waterverbruik Vast bedrag 67,44 62,29 Percentage van de WOZ-waarde 0,0218 0,0211 Maximale aanslag 172,30 189,80 De tarieven worden in de raad van 20 december 2016 als onderdeel van de belastingverordeningen vastgesteld. Overige tarieven De overige tarieven stijgen in principe met -0,2%. Een uitzondering hierop zijn de tarieven die door het rijk worden vastgesteld, zoals rijbewijs en reisdocumenten. De tarieven voor de parkeerbelasting worden een keer per twee jaar gewijzigd en dit is vorig jaar gebeurd. OZB voor niet-woningen In de perspectiefnota is aangegeven dat de mogelijkheid om het tarief van de OZB gebruikers voor niet-woningen op nul te zetten zal worden onderzocht. Om dit budgettair neutraal te kunnen uitvoeren zal het tarief OZB eigenaren voor niet-woningen worden verhoogd. Voor de begrotingsbehandeling zullen de consequenties zoveel mogelijk beschikbaar komen. In het memo zullen de volgende vooren nadelen worden betrokken: 78

79 Voordelen Geen leegstandskosten meer Lager tarief gebruikers Lagere aanslag voor gebruiker/eigenaar Lagere uitvoeringskosten Prikkelt eigenaar om wat aan leegstand te doen Nadelen Hoger tarief en aanslag eigenaren1 Afbakening waarde gebruikers alleen voor rioolheffing Als OZB afweging is om te vestigen scoort dit voor eigenaar negatief (hoge OZB aanslag) Kostendekkendheid leges en heffingen Bij de bepaling van de kostendekkendheid wordt rekening gehouden met de handreiking kostentoerekening die door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties beschikbaar is gesteld. Deze handreiking geeft inhoud aan het uitgangspunt van het Kabinet dat het profijtbeginsel en kostenveroorzakersbeginsel worden toegepast. Alle kosten die mogen worden toegerekend worden in principe toegerekend. Bij de bepaling van de kosten van de leges en heffingen worden ook de kosten van overhead toegerekend. Dit gebeurt op basis van een uurtarief per direct uur. De tarieven worden daarna door de gemeenteraad vastgesteld. Uitgangspunt daarbij is in ieder geval dat de legestabel en de verschillende heffingen niet meer dan 100% kostendekkend zijn. Het voorlopige overzicht van de kostendekkendheid is hieronder opgenomen. Het definitieve overzicht wordt bij het voorstel belastingverordeningen 2017 opgenomen. Legestabel (titel 1) Kosten Baten Dekkings% Bestuursstukken Burgerlijke stand Gemeentelijke basisregistratie Omgevingsvergunningen APV Persoonsdocumenten Verkeersvergunningen wet op de kansspelen Overige Totaal legestabel (titel 1) Legestabel (titel 2) Dienstenrichtlijn Overige heffingen Afvalstoffenheffing Rioolheffing Marktgelden Naheffingsaanslag parkeren Lijkbezorging De gedetailleerde kostentoerekeningen zijn terug te vinden op de website: Kwijtscheldingsbeleid Kwijtschelding is hét sociale vangnet voor de lokale lastendruk. Zoetermeer houdt rekening met de draagkracht van de inwoners. In die visie past een zo ruim mogelijk kwijtscheldingsbeleid voor mensen die hun aanslagbiljet gemeentelijke belastingen door hun financiële situatie niet kunnen 1 De OZB aanslag voor een eigenaar zal dan hoger worden en zal worden meegenomen in de totale kosten van een eigenaar. Dit kan leiden tot hogere huurtarieven, maar dat is afhankelijk van de marktsituatie. 79

80 betalen Zoetermeer hanteert daarom de maximale landelijke normen die gelden. Kwijtschelding wordt toegepast op rioolheffing, afvalstoffenheffing, hondenbelasting (alleen de eerste hond) en onroerendezaak belasting. Naast inwoners kunnen ook ondernemers, die minder verdienen dan het minimumloon en niet te veel vermogen hebben, kwijtschelding aanvragen. Kwijtschelding wordt dan toegepast op de woonlasten. De gemeente maakt het proces voor het aanvragen van kwijtschelding zo eenvoudig mogelijk. Met toestemming van de aanvrager hoeft het ingewikkelde kwijtscheldingsformulier maar een keer ingevuld te worden. Daarna worden inkomen en vermogen jaarlijks automatisch getoetst. De uitslag van deze automatische toets wordt direct bij de aanslag bekend gemaakt Toelichting Onroerende zaakbelasting (OZB) Het tarief van de OZB stijgt met het algemene stijgingspercentage. Daarnaast wordt er bij de bepaling van de tarieven OZB rekening gehouden met de nieuwe waarde van de onroerende zaken naar het prijspeil van 1 januari 2016 (jaarlijkse hertaxatie). De daling/stijging van de waarde voor woningen en niet-woningen leidt tot een evenredige verhoging/verlaging van de tarieven, omdat de gewijzigde waarde geen invloed mag hebben op de totaalopbrengst van de heffing. Voor de woningen wordt een stijging van de WOZ-waarde met 2,8% verwacht. Voor de niet-woningen komt de waardeontwikkeling uit op 0,0%. Het effect van deze waardedaling en de verhoging als gevolg van het algemene stijgingspercentage ziet er voor de OZB-tarieven als volgt uit: OZB woningen Tarief 2016 Tarief na hertaxatie Tarief 2017 obv index - 0,2% - eigenaren 0,1877 0,1826 0,1822 OZB niet woningen - eigenaren 0,3963 0,3963 0, gebruiker 0,3080 0,3080 0,3074 Afvalstoffenheffing De aanpassing van de tarieven met het inflatiecijfer van -0,2% leidt tot het volgende overzicht: 2017 Huishoudens ,2% Éénpersoonshuishouden 222,64 222,19 Tweepersoonshuishouden 252,00 251,50 Drie of meer persoonshuishouden 265,08 264,55 Rioolheffing Zoals opgenomen in het collegeprogramma stijgt de rioolheffing de komende jaren tot een volledig kostendekkend tarief. Dit wordt in 2017 gerealiseerd. In de afgelopen periode is het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) opgezet en vlak voor het zomerreces aan de gemeenteraad aangeboden. Bij de actualisatie van het GRP is integraal gekeken naar de benodigde kosten voor het (groot) onderhoud van de riolering. Door gebruik te maken van moderne technieken, zoals relinen, hoeven de rioolbuizen niet meer vervangen te worden, maar wordt er een soort kous in de buis aangebracht. Hierdoor zijn de kosten met name op lange termijn lager dan in het vorige GRP. Zoals in het advies van het GRP is aangegeven is de voorziening van de toekomstige rioolkosten op peil en is er geen oploop van de stortingen meer nodig de komende jaren. Dit betekent dat de rioolheffing de komende jaren niet meer extra hoeft te stijgen. Voor 2017 kunnen de tarieven voor de rioolheffing zelfs naar beneden worden bijgesteld. De aan rioolheffing toegerekende kosten worden voor 60% via het vaste bedrag en voor 40% via de WOZ-waarde verhaald. Onderstaand is een overzicht opgenomen van de te hanteren tarieven in De maximale stijging van de aanslag rioolheffing is 17,50. Dit betekent dat de aanslag rioolheffing in 2017 maximaal 189,80 bedraagt. Een pand met een WOZ-waarde van ontvangt een maximale aanslag. 80

81 Tarief 2016 Tarief 2017 Vast bedrag 67,44 62,29 Percentage van de WOZ-waarde 0,0218 0,0211 Max. aanslag 172,30 189,80 Aftopwaarde max stijging 17, Heffing woning ,04 104,49 Grootverbruik >500 m3 waterverbruik 19,00 18,96 Gemeentelijke woonlasten voor inwoners Jaarlijks verricht het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) onderzoek naar de gemeentelijke woonlasten. De publicatie daarvan vindt plaats in de Atlas van de Lokale Lasten. Onder de gemeentelijke woonlasten verstaat het COELO de OZB voor de eigenaar van een woning met een voor de betreffende gemeente geldende gemiddelde waarde, plus rioolheffing en reinigingsheffing (afvalstoffenheffing) voor een meerpersoonshuishouden eventueel verminderd met een heffingskorting. Door het COELO wordt jaarlijks een vergelijkend overzicht opgesteld van alle Nederlandse gemeenten. In dit overzicht, dat begint met de (deel)gemeente met de laagste heffingen (nr. 1) en eindigt met de (deel)gemeente met de hoogste heffingen, neemt Zoetermeer in 2016 positie 154 in. Gemeentelijke lasten Op basis van de in deze begroting opgenomen voorgestelde tarieven 2017 is in de volgende tabel aangegeven hoeveel de woonlasten bedragen voor inwoners, gespecificeerd naar type woning. Daarbij zijn zowel kopers als huurders naast elkaar gezet Woning huurder meerpers. Woning koop meerpers. Woning huurder meerpers. Woning koop meerpers. Woning huurder meerpers. Woning koop meerpers. Waarde OZB 0,00 182,22 0,00 273,33 0,00 546,67 Afvalstoffenheffing 264,55 264,55 264,55 264,55 264,55 264,55 Rioolrecht 83,39 83,39 93,94 93,94 125,59 125,59 Gemeentelijke lasten 347,94 530,16 358,49 631,82 390,14 936,81 Lasten ,32 542,00 365,22 646,73 397,92 960,95 Voor een woning van in 2016 is inzichtelijk gemaakt wat de gevolgen zijn bij een waardeaanpassing van 2,8% en de nieuwe tarieven. Woning 2016 meerpers. Woning 2017 meerpers. Waarde OZB 375,40 364,44 Afvalstoffenheffing 265,08 264,55 Rioolrecht 111,04 104,49 Gemeentelijke lasten 751,52 733,48 Inkomsten lokale heffingen De geraamde opbrengsten van de woonlastenheffingen (OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing) laten voor 2017 het volgende beeld zien: 81

82 (bedragen x 1.000) Begroting 2017 OZB Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totaal De opbrengsten van de belangrijkste overige gemeentelijke heffingen is in onderstaande tabel weergegeven. (bedragen x 1.000) Begroting 2017 Toeristenbelasting 249 Hondenbelasting 532 Precario 297 Parkeerbelasting Totaal De ramingen voor 2017 zijn conform de opgenomen bedragen in deze programmabegroting. 82

83 6.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing Inleiding Een gezonde financiële positie van de gemeente is een absolute voorwaarde voor haar slagkracht. Dat vergt niet alleen een sluitende begroting, maar óók voldoende weerstandscapaciteit in relatie tot de risico s. Voorspellen is moeilijk. We moeten anticiperen op risico s en de mogelijkheid om tegenvallers op te vangen. De beschikbaar weerstandscapaciteit is de belangrijkste financiële buffer voor risico s, waarvoor geen specifieke voorzieningen zijn getroffen. Deze paragraaf geeft een overzicht van de belangrijkste risico s voor de gemeente Zoetermeer. De omvang van deze risico s en de aanwezige weerstandscapaciteit bepalen of de gemeente over voldoende weerstandsvermogen beschikt Risico's De belangrijkste risico s op peildatum najaar 2016 staan hieronder. Risico Bedrag Kans Grondbedrijf Algemeen: Hogere investeringen 2,1 mln. 25% Algemeen: Grondprijsontwikkeling/lagere grondopbrengsten 8,3 mln. 50% Algemeen: Formatierisico Grondbedrijf 2,1 mln. 25% Boerhaavelaan ** ** Derde Stationsstraat: de Watertoren ** ** Centrum Oost* ** ** Tekort grondexploitatie Palenstein 7,2 mln. 45% Deelneming in Gemeenschappelijke Regeling Bleizo 12,9 mln. 51% Nutricia/Numico Rokkeveenseweg 0,4 mln. 50% Dwarstocht: verslechtering resultaat grondexploitatie 1,0 mln. 50% Westelijke Entree 1,0 mln. 50% Gasfabriek ontsluitingsweg ** ** Van Leeuwenhoeklaan ** ** Oosterheem ** ** Voorweg Noord 0,7 mln. 68% Katwijkerlaantrace ** ** Snowworld-Buytenpark ** ** Concern Gemeentegaranties geldleningen aan woningbouwverenigingen 6,1 mln. 1% Leegstand verhuur ** ** Juridische geschillen pensioen en (boven) wettelijk ww 0,8 mln. 10% Onderhoud toren stadhuis 0,2 mln. 50% Aanbesteding integraal onderhoud openbare ruimte **** **** Gemeentegarantie eigen woningen pm pm * Nieuw risico ** Om bijzondere (juridische) redenen niet vermeld/nog niet in te schatten *** Bedrag en/of kans gewijzigd ****Afgedekt via 2% van niet te kwantificeren risico s Financiële omvang risico s Met het systeem NARIS wordt een simulatie gemaakt, waarmee in beeld wordt gebracht wat de financiële consequenties van de risico s zijn. Er wordt een kansberekening gemaakt op de waarschijnlijkheid van het zich gelijktijdig voordoen van risico s en het bedrag dat daarmee is gemoeid. Daarbij wordt een 95% betrouwbaarheidsmarge gehanteerd. De analyse wordt gescheiden uitgevoerd voor enerzijds het Grondbedrijf en anderzijds de overige organisatie. Uit de analyse komt het bedrag dat nodig is om met 95% zekerheid de risico s af te dekken.de risicosimulatie wordt toegepast, omdat het reserveren van het maximale bedrag ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. Het mogelijk risico bij het grondbedrijf bedraagt 20,1 mln. Bij het overige concern is dat 0,8 mln. 83

84 6.2.3 Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit de financiële middelen en mogelijkheden om onverwachte, niet begrote kosten te kunnen dekken. Tot de weerstandscapaciteit voor incidentele risico s worden de algemene reserves gerekend. In geval van tekortschietende algemene reserves kunnen ook de bestemmingsreserves worden aangewend. Dit betekent dan wel dat wordt afgezien van de realisatie van een bestemming of dat er zo snel mogelijk aanvullende dekkingsmaatregelen worden gezocht om de bestemmingsreserve weer beschikbaar te krijgen. De tabel laat zien hoe de weerstandscapaciteit is opgebouwd. Weerstandscapaciteit per 31 december bedragen * 1 mln Omschrijving Weerstandscapaciteit Vrij inzetbare reserve 10,7 10,7 10,7 10,7 Reserve inflatiecorrectie 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal weerstandscapaciteit excl. weerstandscapaciteit Grondbedrijf 10,7 10,7 10,7 10,7 Weerstandscapaciteit Grondbedrijf Reserve versterking financiële positie Grondbedrijf 31/12 24,4 25,8 27,0 27,6 Reserve risico's 31/12 1,7 1,3 0,9 0,7 Totaal weerstandscapaciteit Grondbedrijf 26,1 27,1 28,0 28,3 Totale weerstandscapaciteit 36,8 37,7 38,6 39, Weerstandsvermogen De verhouding tussen de weerstandscapaciteit en de waarschijnlijke risico-omvang is gedefinieerd als de ratio voor het weerstandsvermogen. Als gewenste ratio voor het weerstandsvermogen wordt voor het concern exclusief het Grondbedrijf voldoende gehanteerd. Het NAR hanteert hiervoor de bandbreedte van een ratio tussen 1.0 en 1.4. In Zoetermeer wordt de grenswaarde van 1.0 gehanteerd. Als ratio voor het weerstandsvermogen van het Grondbedrijf wordt eveneens voldoende als toereikend gezien. Ook hier wordt de ondergrens van 1.0 als ratio gehanteerd. Als de ratio lager is dan 1.0 betekent dat dus dat er onvoldoende weerstandscapaciteit is. Anders gesteld: de risico-omvang vermenigvuldigd met de ratio bepaalt de benodigde weerstandscapaciteit. Bij de berekening en beoordeling van het weerstandsvermogen wordt onderscheid gemaakt tussen het concern exclusief het Grondbedrijf en het Grondbedrijf. In de tabel is weergegeven hoe de weerstandscapaciteit van deze onderdelen is opgebouwd. 84

85 Weerstandsvermogen bedragen * 1 mln Omschrijving Weerstandsvermogen excl. Grondbedrijf Totaal aan gekwantificeerde risico's 0,8 0,8 0,8 0,8 Norm voor niet gekwantificeerde risico's 7,1 7,1 7,1 7,1 Totaal aan berekende risico's excl Grondbedrijf 7,9 7,9 7,9 7,9 Weerstandscapaciteit excl. Grondbedrijf 10,7 10,7 10,7 10,7 Overschot aan weerstandscapaciteit excl. Grondbedrijf 2,8 2,8 2,8 2,8 Grondbedrijf Totaal aan risico's Grondbedrijf 20,1 20,1 20,1 20,1 Weerstandscapaciteit Grondbedrijf 26,1 27,1 28,0 28,3 Afroming weerstandscapaciteit (beschikbaar t+1) 0,0 2,0 3,0 3, Uitwerking Concern excl. Grondbedrijf Uit het simulatiemodel met de risico s van het concern exclusief het Grondbedrijf blijkt dat de maximale omvang van de risico s (met een zekerheid van 95%) uitkomt op een bedrag van 0,8 mln. De omvang van de berekende risico s wordt aangevuld met 2% (voor de niet te kwantificeren risico s) van het begrotingstotaal (lasten) van de gewone dienst van de begroting, exclusief grondbedrijf. Gebleken is dat sommige risico s moeilijk zijn te schatten. Daarbij is het wenselijk een zekere financiële buffer aan te houden. Tussen het bekend worden van budgettaire tegenvallers en het treffen van passende maatregelen kan enige tijd bestaan. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen bij de periodieke aanbesteding van onderhoud van de openbare ruimte. De beschikbare budgetten kunnen onvoldoende blijken. De budgettaire frictie die daardoor ontstaat moet kunnen worden opgevangen. De berekende norm voor de niet gekwantificeerde risico s voor deze begroting bedraagt 7,1 mln. De gekwantificeerde risico-omvang komt uit op 0,8 mln. De totale risico-omvang wordt dus ingeschat op 7,9 mln. De weerstandscapaciteit bedraagt 10,7 mln. Het weerstandsvermogen bedraagt 1,35 en voldoet dus ruim aan de norm van 1.0. Grondbedrijf De omvang van de risico s is volgens de simulatie van het NARIS 20,1 mln. en de weerstandscapaciteit is 26,1 mln. Het weerstandsvermogen is 1,3. Een tekort (ratio <1,0) of overschot van de weerstandscapaciteit van het Grondbedrijf ten opzichte van het totaal van de risico s kan leiden tot een afroming of aanvulling van de weerstandscapaciteit. Indien sprake is van een ratio >1,2 wordt het overschot aan het einde van het jaar gestort in de Reserve Investeringsfonds Financiële kengetallen Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) verplicht om vanaf 2016 een set financiële kengetallen op te nemen in de rogrammabegroting. Deze kengetallen hebben voor de raad vooral een signaleringswaarde bij het beschouwen van de financiële positie van de gemeente. Eén afzonderlijk kengetal zegt niet zo veel en moet altijd in relatie met de andere kengetallen worden bezien. Vooralsnog bestaat geen (landelijke) normering om te beoordelen wat de prestaties zijn. Op het moment dat in de toekomst bijvoorbeeld vergelijkingen mogelijk zijn met landelijk gemiddelden en de trend waarin de kengetallen zich ontwikkelen, krijgt het overzicht van deze financiële kengetallen een 85

86 meerwaarde. Voor de provincie als toezichthouder blijft een structureel, sluitende begroting het bepalende criterium. Financiële kengetallen De eerste vier kengetallen staan in relatie met financiële risico s met een lange termijn karakter, die een gemeente loopt. De laatste twee kengetallen geven aan in hoeverre ruimte in de exploitatie bestaat om de financiële lange termijn risico s af te kunnen dekken. Kengetallen Rekening 2015 Begroting 2016 Begroting 2017 Begroting 2018 Begroting 2019 Begroting a netto schuldquote 10,2% 10,5% 11,0% 8,8% 5,0% 2,7% 1.b netto schuldquote gecorrigeerd voor leningen 6,0% 6,5% 7,3% 4,9% 1,0% -1,2% 2 solvabiliteit 64,6% 62,4% 65,8% 67,8% 71,9% 73,8% 3 kengetal grondexploitatie 11,6% 9,0% 12,7% 12,5% 10,9% 11,3% 4 structurele exploitatieruimte 3,9% 1,5% 1,0% 0,5% 0,8% 0,2% 5 belastingcapaciteit 101,3% 99,5% 97,5% 100,0% 100,0% 100,0% De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft daarmee een indicatie van de mate, waarin de rentelasten op de exploitatie drukken. De schuldquote is beperkt van omvang. De begroting van Zoetermeer is daarmee relatief ongevoelig voor wijzigingen in de rentestand. De solvabiliteitsratio is het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal en geeft inzicht in de mate, waarin de gemeente in staat is aan haar verplichtingen te voldoen. Het kengetal grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de gronden moet worden terugverdiend bij de verkoop. De structurele exploitatieruimte is van belang om te beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen of welke structurele stijging van de baten of daling van de lasten daarvoor nodig is. De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk van de gemeente zich verhoudt tot het landelijk gemiddelde. De belastingcapaciteit voor 2017 is onder de 100%, omdat de woonlasten in Zoetermeer lager zijn dan het landelijk gemiddelde. 86

87 6.3 Onderhoud kapitaalgoederen Inleiding De instandhouding van de kapitaalgoederen is in de gemeente Zoetermeer vastgelegd in beheerplannen. Hierin is het meerjarig onderhoudsprogramma en het gewenste kwaliteitsniveau vastgelegd. Ook de daarbij behorende financiële gevolgen zijn opgenomen. De totale waarde dat is geïnvesteerd in de openbare ruimte (wegen, fietspaden, bomen, speeltoestellen en riolering) bedraagt ongeveer 1,7 miljard. Per categorie wordt ingegaan op het onderhoud van de kapitaalgoederen: 1. Openbare Ruimte (wegen en groen) 2. Riolering 3. Ondergrondse Inzamelmiddelen 4. Begraafplaatsen 5. Vastgoed (gebouwen) 6. Beeldende kunst Openbare Ruimte Omschrijving algemeen beleidskader De Beheervisie Openbare Ruimte (BOR) is in 2016 aan de gemeenteraad aangeboden. In de BOR worden de kwaliteitsdoelen voor de wegen, het openbaar groen en overige voorzieningen in het openbaar gebied opgenomen. In de BOR is aangegeven wat de financiële consequenties zijn voor het onderhoud de komende 60 jaar, rekening houdend met de vastgestelde uitgangspunten. Jaarlijks wordt ruim 20 mln. besteed aan het onderhoud van de openbare ruimte. Financiële consequenties De kosten van het groot, dagelijks en periodiek onderhoud zijn opgenomen in programma 3 Leefbaarheid, duurzaan en groen. Voor het onderdeel groot onderhoud is afgesproken dat eventuele fluctuaties bij de uitvoering ten opzichte van het jaarbudget worden verrekend via de egalisatiereserve groot onderhoud bovengronds. Bij de vijfjaarlijkse actualisatie van de BOR worden de benodigde budgetten voor de komende jaren doorgerekend. Onderhoud openbaar gebied * rekening begroting Regulier onderhoud Groot onderhoud Totaal onderhoud openbare ruimte De egalisatiereserve is op 1 januari ,2 mln Riolering Omschrijving beleidskader Conform de Wet milieubeheer geeft de gemeente in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) aan op welke wijze zij haar wettelijke taak voor een doelmatige inzameling en transport van afvalwater wil uitvoeren. Het plan is gericht op een duurzame instandhouding van een goed werkende riolering. In 2016 is het geactualiseerde Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) vastgesteld door de raad op 12 september (raadsvoorstel DOC ). In het GRP wordt er vanuit gegaan dat door relining (een kunststof kous in de rioolbuis) geen rioolbuizen meer hoeven te worden vervangen, behalve nog bij breuk van een leiding. Hierdoor gaat de kwaliteit van het rioolstelsel omhoog en gaan de kosten naar beneden. Ook is het niet meer nodig dat de straten moeten worden opengebroken, waardoor de overlast voor de omgeving beperkt wordt. De uit het GRP voortvloeiende kosten worden gedekt door de rioolheffing. Financiële consequenties De kosten van het onderhoud zijn voor de komende 80 jaar in het GRP opgenomen. Het reguliere onderhoud is in de begroting opgenomen in programma 3 Leefbaarheid, duurzaam en groen. 87

88 Voor de kosten van groot onderhoud is een voorziening gevormd. In het GRP is aangegeven welke bedragen er in voorziening Groot onderhoud ondergronds jaarlijks gestort moeten worden om in de kosten van het onderhoud te kunnen voorzien. De voorziening laat de volgende ontwikkeling zien: * Voorziening groot onderhoud ondergronds Rekening Begroting Saldo Storting in voorziening Waardeaanpassing Uitgaven groot onderhoud Verwachtingen -100 Saldo Ondergrondse inzamelmiddelen Omschrijving algemeen beleidskader De kosten van het (groot) onderhoud van de ondergrondse inzamelmiddelen ten behoeve van afvalinzameling verlopen niet gelijkmatig over de jaren. Om een constante lastenraming in de begroting te hebben is een reserve groot onderhoud ondergrondse inzamelmiddelen gevormd. Financiële consequenties Jaarlijks wordt een constant bedrag in de reserve gestort. Tegenover de kosten van het groot onderhoud staat een onttrekking uit de reserve groot onderhoud ondergrondse inzamelmiddelen. De reserve ontwikkelt zich de komende jaren als volgt: * Reserve groot onderhoud ondergrondse inzamelmiddelen Rekening Begroting Saldo Storting in reserve Waardevermeerdering Onderhoudskosten Saldo Begraafplaatsen Omschrijving algemeen beleidskader Voor de begraafplaatsen zijn de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen en de Uitvoeringsbesluiten gemeentelijke begraafplaatsen leidend. Actuele versies van beide dateren uit In de door de gemeenteraad op 12 september 2016 vastgestelde Beheerverordening en Uitvoeringsbesluit is de keuze om uit verschillende afkooptermijn van grafrechten verruimd en is de mogelijkheid om een 1-persoonsgraf te kopen toegevoegd. Conform eerdere besluitvorming zijn de tarieven per % kostendekkendheid. De werkzaamheden op begraafplaats Hoflaan gestart in 2014 worden in 2017 afgerond. Financiële consequenties De vervanging van de gebouwde voorzieningen op de begraafplaatsen is in de begroting opgenomen. Het budget dat nodig is voor het jaarlijkse beheer en onderhoud is in de begroting opgenomen op basis van onderhoudsplan. De kosten voor het onderhoud bedragen jaarlijks De kosten voor het ruimen van de graven en het groenonderhoud van de graven worden gedekt uit de Voorziening afkoopsommen onderhoud graven. In onderstaande toelichting op de voorziening is de ontwikkeling van deze voorziening weergegeven. 88

89 Voorziening afkoopsommen onderhoud graven * Rekening Begroting Saldo Storting in voorziening Vrijval voorziening Waardevermeerdering Nieuwe investeringen groot onderhoud Verwachtingen Saldo Vastgoed Omschrijving algemeen beleidskader De kernopgave van de vastgoedportefeuille is dat deze in kwaliteit, functie, omvang en ligging voldoet aan de beleidsmatig vastgestelde huisvestingsvraag van de gemeente, vastgesteld in de Vastgoednota in Voor de sociaal-culturele (doorgaans wijkgebonden) voorzieningen zet de gemeente in op krachtige, flexibele, eenvoudig aanpasbare multifunctionele centra waarin meerdere (wijk)functies zijn gecentreerd. De vorming van Integrale Kind Centra' is daar een voorbeeld van. Beleidskader onderhoud Het onderhoud aan de gemeentelijke vastgoedportefeuille vindt planmatig plaats op basis van de Meerjaren Onderhouds Planning (MJOP). De MJOP laat zich vertalen in de jaarlijks uit te voeren onderhoudsactiviteiten en de frequentie van uitvoering. Nieuwe wet- en regelgeving wordt verwerkt in de periodieke aanpassing van het MJOP. Uitgangspunt is toestandsafhankelijk onderhoud, hetgeen betekent dat onderhoud wordt uitgevoerd als een bepaalde normwaarde is onder- of overschreden. De onder- of overschrijding van de normwaarde wordt tweejaarlijks geconstateerd tijdens een inspectie. Omvang vastgoedportefeuille Zoetermeer heeft een vastgoedportefeuille van ruim 280 objecten/adressen met een oppervlakte van circa m² aan gebouwen en m² aan terreinen met een totale WOZ-waarde van circa 260 mln. De portefeuille is zeer divers en is te verdelen in vijf hoofdportefeuilles: - Onderwijsaccommodaties De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor de bouw en vervanging van de onderwijshuisvesting. Schoolbesturen zijn formeel juridisch eigenaar van de onderwijsgebouwen en gronden, terwijl de gemeente het economisch claimrecht heeft. Dit betekent dat schoolbesturen en gemeente een gezamenlijke verantwoordelijkheid dragen voor de instandhouding hiervan. - Sociaal-cultureel vastgoed Het sociaal-cultureel vastgoed dat de gemeente bezit en verhuurd zijn o.a. de bibliotheken, het stadstheater, multifunctionele centra, stadsboerderijen, kinderopvang en buurthuizen. - Accommodaties voor binnen- en buitensport Het betreft de gym- en sportzalen, de diverse sportparken en de zwembaden. - Ambtelijk vastgoed Ambtelijk vastgoed omvat alle vastgoedobjecten die in gebruik zijn voor het huisvesten van de gemeentelijke organisatie, zoals het stadhuis, de wijkposten, de afvalinzameling en werkplaatsen. - Commercieel en overig vastgoed Vastgoedobjecten die in gebruik zijn door commerciële huurders voor het uitvoeren van economische bedrijvigheid behoren tot de portefeuille commercieel vastgoed. Voorbeelden zijn kantoren, parkeergarages, bedrijfsruimten en winkels. 89

90 Instandhoudingstermijnen, afschrijving en onderhoud De schoolgebouwen worden in 50 jaar afgeschreven. Om dit mogelijk te maken is voor alle schoolgebouwen halverwege de levensduur (25 jaar) een investering geraamd voor een tussentijdse renovatie. Een dergelijke investering omvat een tussentijdse kleinschalige aanpassing vanuit technische en of functionele overwegingen. Het betreft nadrukkelijk geen regulier onderhoud, want die komt voor rekening van de schoolbesturen. Gestreefd wordt om de werkzaamheden zoveel mogelijk tegelijk uit te voeren om de overlast voor de kinderen zoveel mogelijk te voorkomen. De normatieve raming voor deze tussentijdse investering bedraagt voor het primair onderwijs 12,5% en voor het voortgezet onderwijs 10% van de stichtingskostennormering. Bij de recente herijking van het vervangingsfonds in 2016 is deze systematiek niet gewijzigd. De technische en functionele staat van schoolgebouwen, waarvoor in 2017 voor een tussentijdse investering kapitaallasten zijn opgenomen in het vervangingsfonds, is in overleg met de schoolbesturen besproken en beoordeeld. Daaruit blijkt dat deze, op basis van het geformuleerde beleid, noodzakelijk zijn. De jaarsnede 2017 is als volgt te specificeren en deze investeringen zijn in programma 1 Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie opgenomen: PRIMAIR ONDERWIJS School Schoolgebouw Leeftijd Krediet Termijn Lasten Triangel Vlasakker Saffier Electrablauw Waterlelie Goudenregenzoom Noordeinde Bijvoetplan Palet Marsgeel Floriant Florasingel Passe Partout Saturnusgeel Totaal primair onderwijs VOORTGEZET ONDERWIJS Oranje Nassau College Parkdreef Oranje Nassau College Clauslaan Alfrink College Werflaan Totaal voortgezet onderwijs Totaal De uitvoering voor het primair onderwijs wordt aangestuurd en begeleid door de gemeente. Daarmee bepaalt de gemeente in overleg met de schoolbesturen dat de planvorming voldoet aan het geformuleerde beleid ten aanzien van tussentijdse investeringen en tot welke omvang de inzet van het taakstellend budget nodig is. Het voortgezet onderwijs doet in principe zelf de uitvoering. Daarvoor verlangt de gemeente vooraf inzicht in de planvorming en de kosten daarvan en een accountantsverklaring bij oplevering. De schoolbesturen zetten tegelijkertijd met de gemeentelijke investeringen eigen middelen in voor (groot) onderhoud waardoor een efficiënte en integrale aanpak plaatsvindt. In 2017 zullen alle schoolgebouwen ouder dan 25 jaar tussentijds zijn aangepast op basis van de hierboven genoemde gefaseerde inhaalslag vanaf De afschrijftermijnen zijn erop afgestemd dat bij het bereiken van een 50 jarige leeftijd deze kredieten zijn afgeschreven. Reserves en voorzieninge t.b.v. onderhoud Onderwijs Het vervangingsfonds schoolgebouwen (formeel: Reserve egalisatie investeringen schoolgebouwen) is in 2000 ingesteld en zorgt voor dekking van de investeringslasten van vervangings- of renovatie investeringen van de bestaande voorraad schoolgebouwen. De voeding van het fonds vindt plaats door een jaarlijks met oplopende storting. Die oploop vindt plaats tot en met Het vervangingsfonds egaliseert pieken en dalen in de (vervangings)investeringen van de schoolgebouwen. De onderbouwing ligt vast in een beheerplan dat om de vijf jaar wordt herijkt. In 90

91 2016 is het vervangingsfonds, onderbouwd door het Integraal Huisvestingsplan , op drie onderdelen herijkt: - bijstelling financieel-technische uitgangspunten/parameters in het beheerplan vervangingsfonds; - capaciteitsaanpassing op basis van leerlingenprognoses; - herschikking, clustering en eerdere nieuwbouw van scholen ten gevolge van gesignaleerde knelpunten. * Reserve egalisatie schoolgebouwen Rekening Begroting Saldo Storting in reserve Waardevermeerdering Onttrekkingen o.b.v. integraal huisvestingsplan Saldo Per 1 januari 2015 is het onderhoud buitenzijde schoolgebouwen gedecentraliseerd. De rijksvergoeding en de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud is verschoven naar de schoolbesturen. Ten behoeve van een beperkt aantal schoolgebouwen met meervoudig gebruik is nog een voorziening onderhoud beschikbaar voor de noodzakelijke uitgaven, die niet tot de verantwoordelijkheid van de schoolbesturen behoren. Ambtelijke huisvesting en overig Hiervoor is in 2011 de reserve groot onderhoud ambtelijke huisvesting en wijkonderkomens, accommodaties openbare ruimte en strategische panden gevormd. Reserve groot onderhoud ambtelijke huisvesting * Rekening Begroting Saldo Storting in reserve Waardevermeerdering Uitgaven onderhoud Saldo Sociaal-cultureel en Sport De bestemmingsreserve groot onderhoud welzijnsaccommodaties kent twee subbestemmingsreserves, de bestemmingsreserve groot onderhoud sociaal-culturele accommodaties en de bestemmingsreserve groot onderhoud sportaccommodaties. Deze bestemmingsreserve heeft als doel de kosten voor groot onderhoud aan sociaal-culturele gebouwen en sportvoorzieningen op de lange termijn te kunnen financieren en te egaliseren. De bestemmingsreserve wordt jaarlijks gevoed met een tot en met 2027 oplopende storting. Ingeschat wordt dat vanaf 2029 middelen beschikbaar komen voor functionele aanpassingen, levensduur verlengend onderhoud, vervanging en renovatie. Reserve groot onderhoud welzijnsaccommodaties / sociaal culturele accommodaties * Rekening Begroting Saldo Storting in reserve Waardevermeerdering Uitgaven onderhoud Saldo

92 Reserve groot onderhoud welzijnsaccommodaties / sportaccommodaties * Rekening Begroting Saldo Storting in de reserve Waardevermeerdering Uitgaven onderhoud Saldo Voor het Voorjaarsdebat 2017 zullen de bestemmingsreserve groot onderhoud welzijnsaccommodaties en de bestemmingsreserve ambtelijke huisvesting, wijkonderkomens, accommodaties openbare ruimte en strategische panden worden herijkt. Ontwikkelingen In 2017 zijn de volgende ontwikkelingen op het gebied van nieuwbouw en renovatie gepland: Onderwijs - Oplevering IKC Nesciohove - Oplevering IKC Toverberg - Oplevering IKC de Tjalk (Kadelaan) - Oplevering Bijvoetplan - Oplevering Bokkenweide - Oplevering Electrablauw - Uitvoering jaarschijf Huisvestingsplan Primair Onderwijs zoals door de raad in mei 2016 is vastgesteld. Start nieuwbouw Overwater en Moerbeigaarde - Start tussentijdse renovaties schoolgebouwen primair en voortgezet onderwijs. Oplevering van Vlasakker, Marsgeel en Werflaan 45 gepland in Sport - Nieuwbouw was- en kleedaccommodatie FC Zoetermeer (uitwerking voorstel Perspectiefnota 2017) - Aanvang bouw Gymworld en aanpassingen Noordwesterhal. Sociaal-cultureel Uitvoering geven aan de 'Toekomstagenda Cultuur, amateurtheater en Stadsmuseum' met betrekking tot - De Boerderij - Baztilleterrein - Terra in de Dorpsstraat - Amateurtheater en CKC - Centrum LIB - Stadsmuseum - Trekkenwand stadstheater. Ambtelijke huisvesting De renovatie stadhuis is in volle gang gericht op oplevering eind Na oplevering van het stadhuis wordt de tijdelijke huisvesting aan de Duitslandlaan weer verlaten Beeldende kunst Het onderhoudsniveau voor beeldende kunst in de openbare ruimte is in 2013 vastgesteld op basis van een evaluatie. Met deze informatie is een meerjarig onderhoud- en bestedingsplan opgesteld. In dit plan zijn de jaarlijks te onttrekken onderhoudsbudgetten opgenomen. 92

93 Reserve onderhoud beeldende kunst in de openbare ruimte * Rekening Begroting Saldo Storting in reserve Waardevermeerdering Kosten onderhoud Saldo

94 6.4 Financiering Inleiding De financieringsparagraaf laat zien hoe de financiële positie en geldstromen worden beheerd op zo n manier dat de risico s zo beperkt mogelijk zijn en de opbrengsten en kosten worden geoptimaliseerd. Dit is het domein van treasury. In het Treasurystatuut is de structuur, inrichting en het beleid van de treasuryfunctie vastgelegd. De concrete vertaling van het treasurybeleid, zoals de financieringsbehoefte, het renteresultaat en de toerekening van aan grondexploitatie, investeringen en taakvelden wordt jaarlijks in de financieringsparagraaf bij de programmabegroting weergegeven. Daarnaast worden algemene ontwikkelingen benoemd die invloed hebben op de treasuryeld. Ook wordt een inschatting gemaakt van de te lopen risico s en de afdekking daarvan. Verantwoording over en/of tussentijdse aanpassing van (de uitvoering van) het beleid vindt plaats in de tussenrapportages en de jaarrekening Ontwikkelingen Algemeen De verwachting is dat de negatieve rente voor kortgeld en de lage rente voor lang geld voorlopig in stand blijft. Dit komt onder meer door de achterblijvende economie. Hierbij hebben vooral de aanstaande Brexit en de economische ontwikkelingen in de Zuid-Europese landen invloed. De ECB (Europese Centrale Bank) hanteert nog steeds een lage rente om de economie te stimuleren. De verwachting van de grootbanken is dat de ECB de rente niet binnen afzienbare tijd gaat aanpassen. Lange rente De lange rente (10 jaar fixe) is in augustus 2016 ongeveer 0,7%. De gemiddelde rentevisies van de grootbanken gaan er vanuit dat de komende 12 maanden een lichte stijging laten zien tot rond de 0,9% medio Korte rente De korte rente (3 maands euribor) staat in augustus 2016 op -0,3%. Er is dus sprake van negatieve rente. Dit betekent dat het aantrekken van kort geld, rente oplevert in plaats van rente kost. De grootbanken verwachten geen grote renteaanpassingen voor komend jaar Risicobeheer De toelichting op de comptabiliteitsvoorschriften, afgeleid van de wet Fido, meldt een breed scala aan risico's zoals renterisico's, debiteurenrisico, kredietrisico's, liquiditeitsrisico's, koersrisico's en valutarisico s, die moeten worden toegelicht in de treasuryparagraaf. Niet alle genoemde risico s zijn van toepassing op de gemeente Zoetermeer. Zo heeft de gemeente Zoetermeer geen leningcontracten in vreemde valuta afgesloten (valutarisico). Daarnaast worden aandelen, die de gemeente bezit in principe tegen nominale waarde op de balans gewaardeerd, waardoor ook geen koersrisico wordt gelopen. Voor het afdekken en beheersbaar houden van het debiteurenrisico en de financiële dekking van oninbare debiteuren zijn beleidsrichtlijnen opgesteld. Ook zijn voorzieningen getroffen die periodiek worden herijkt. Renterisico Het renterisico betreft de kans op schommelingen in rentelasten als gevolg van schommelingen in de rentestand in combinatie met herfinanciering. Om de renterisico s te bewaken is vanuit de wet Fido voorgeschreven het renterisico op twee manieren te bewaken. Het renterisico op korte termijn wordt in beeld gebracht via de kasgeldlimiet en voor de lange termijn financiering door middel van de renterisiconorm. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft voor de gemeente de maximaal toegestane omvang van de kortlopende schuld (met looptijd korter dan één jaar) aan. Zodra twee opeenvolgende kwartalen de limiet wordt overschreden, moet volgens de voorschriften worden overgegaan tot omzetting naar langlopende schulden. De hoogte van de kasgeldlimiet, het bedrag dat maximaal kort mag worden gefinancierd, is 94

95 vastgesteld op 8,5% van het begrotingstotaal. In onderstaande tabel is de geprognosticeerde kasgeldlimiet voor de jaren weergegeven. De hoogte van de kasgeldlimiet voor 2017 bedraagt 33 mln. Op basis van huidige inzichten wordt in 2017 de kasgeldlimiet niet overschreden. Berekening van de kasgeldlimiet (x 1.000) Omschrijving Begrotingstotaal Vastgesteld percentage 8,50% 8,50% 8,50% 8,50% Kasgeldlimiet Renterisiconorm Het renterisico op het lange geld wordt bewaakt via de renterisiconorm. Dit wil zeggen dat de leningenportefeuille maximaal zo hoog mag zijn dat de jaarlijkse aflossing plus renteherzieningen maximaal 20% van het begrotingstotaal mag zijn. Dat houdt in dat in 2017 voor maximaal 78 mln. mag worden afgelost op leningen en/of de rente mag worden herzien. Er wordt in 2017 voor een bedrag van afgelost en er vindt geen renteherziening plaats. Hiermee wordt er dus ruim binnen de renterisiconorm gebleven Renterisiconorm ( x 1000) Renteherzieningen Aflossingen Renterisico (1+2) Renterisiconorm a Ruimte onder renterisiconorm b Overschrijding renterisiconorm Berekening renterisiconorm 4a Begrotingstotaal b Percentage regeling 20% 20% 20% 20% 4a x 4b Renterisiconorm begrotingsjaar Derivaten Ook bij het aantrekken van nieuwe leningen blijft het renterisico zeer laag, omdat de komende jaren nagenoeg niet wordt afgelost en geen renteherziening plaatsvindt. De aflossing voor 2017 is begroot op 0,06 mln. (zie bovenstaande tabel). Omdat voor 2017 geen bovenmatige renterisico s worden verwacht, zal geen gebruik worden gemaakt van derivaten om deze risico s af te dekken. Liquiditeitsrisico Onder liquiditeitsrisico wordt verstaan het tegelijkertijd innemen van posities geleend en uitgeleend geld. Vanuit de doelstelling van de treasury worden, binnen de kaders van de renterisiconorm van de wet Fido, dubbele posities zoveel mogelijk vermeden. De periodiek op te stellen liquiditeits- en financieringsprognoses blijven door onzekerheden in de verkopen van gronden onze aandacht houden. 95

96 Kredietrisico Onder kredietrisico wordt verstaan het risico dat door de gemeente uitgezette geldleningen door de debiteur niet kunnen worden afgelost. Door de invoering van het schatkistbankieren, waarbij een eventueel overschot aan liquide middelen dat boven het kwartaalgemiddelde van 2 mln uitkomt, uitgezet moet worden bij de Staat en de feitelijke situatie van een geraamd tekort aan financieringsmiddelen, wordt voor 2017 geen kredietrisico ingeschat Leningportefeuille De leningportefeuille van de gemeente Zoetermeer bestaat uit enkele opgenomen geldleningen met een totale restschuld van 10,6 mln. per De vaste activa worden nagenoeg geheel gefinancierd met eigen vermogen en de aanwezige financieringsmiddelen uit voorzieningen. Leningportefeuille * Omschrijving Opgenomen Uitgezet Stand per 1 januari Nieuwe leningen - - Reguliere aflossingen 66 0 Vervroegde aflossingen - - Stand per 31 december Financieringsbehoefte en verwacht renteresultaat De komende jaren verwachten wij schommelingen in het financieringstekort. Anders gezegd: er ontstaan schommelingen in de behoefte om geld te lenen. De omvang van deze schommelingen wordt onder meer beïnvloed door investeringen in de renovatie van het stadhuis en de kosten van renovatie van schoolgebouwen. Tegenover deze extra financieringsbehoefte staan voor een belangrijk deel de ontwikkelingen van de verkoop van gronden vanuit de grondexploitaties. De feitelijke in- en uitgaande geldstromen die per saldo de financieringsbehoefte bepalen worden gemonitord. Vanuit de meerjarige doorkijk van de financieringsbehoefte wordt het verwachte financieringstekort 2017 uit rendement overwegingen, binnen de wettelijke kaders van het kasgeldlimiet, zoveel als mogelijk met kort lopende leningen gefinancierd. Het (tijdelijk) rendement dat ontstaat door het financieren met kort geld maakt deel uit van het in de begroting geraamde renteresultaat voor de komende jaren. Het renteresultaat is gebaseerd op een scenario waarin de lange rente in de komende jaren stapsgewijs stijgt naar 4% in 2020 en de korte rente in de zelfde periode stapsgewijs stijgt naar 3%. In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met het volgende renteresultaat: Omschrijving * 1mln. verwacht renteresultaat opgenomen in begroting 2,13 1,55 1,09 0,60 0, Toerekening rente De nieuwe voorschriften van de BBV geven aan dat vanaf 2018 de rentetoerekening aan taakvelden en grondexploitaties alleen nog gebaseerd mag zijn over de werkelijk betaalde rente over het vreemd vermogen. De rentetoerekening over eigen vermogen is niet langer toegestaan. In de begroting 2017 is nog de bestaande methodiek gehanteerd, waarbij wel rente over eigen vermogen als kosten worden toegerekend op basis van de rente-omslag. De aan de lastenkant toegerekende rente vindt voor een belangrijk deel aan de batenkant van de begroting zijn tegenhanger in de vorm van een renteopbrengst uit de reserve algemeen dekkingsmiddel en eht in de begroting geraamde voordelig renteresultaat. 96

97 In de begroting 2018 zullende nieuwe BBV regels worden gevolgd. De rentetoerekening aan grondexploitaties moet reeds in de begroting 2017 worden aangepast. De voorbereiding van deze aanpassing is nog gaande en zal naar verwachting eind 2016 via een wijziging op de programmabegroting 2017 worden doorgevoerd. 97

98 6.5 Bedrijfsvoering Ontwikkelingen Visie op de organisatie In 2011 is de visie 'Oog voor de toekomst' vastgesteld. Deze visie is nog steeds actueel. In 2016 zijn we op basis van deze vastgestelde visie het organisatietraject 'Toekomstgericht Werken' gestart. Daarbij hebben we gekeken of wat we doen voldoende bijdraagt aan wat we in Oog voor de toekomst beoogden. Het stimuleren van de eigen kracht van inwoners en medewerkers is één van de belangrijkste elementen van 'Toekomstgericht werken'. Hierbij staan zaken als ervaring, drive, talent en competenties centraal en is de positie van ondergeschikt belang. Vanuit gelijkwaardigheid wordt in verschillende rollen samen met interne en externe partners gebouwd aan inhoudelijke opgaven, die centraal staan. Op deze manier ontstaat een gezamenlijke beweging, waarbij we flexibel inspelen op ontwikkelingen, initiatieven en kansen in de stad. De plaat helpt bij een continue dialoog over de visie en het concreet maken van de visie door het steeds te koppelen aan praktijkvoorbeelden. Toekomstgericht werken heeft grote raakvlakken met de landelijke beweging 'werken vanuit de bedoeling'. Het voornaamste uitgangspunt hierbij is, dat je als individu en als organisatie steeds opnieuw stil staat bij vragen als: 'Wat is de bedoeling van wat we doen? Voor wie doen we het? Waarom doen we het? Wat is de waarde van ons werk voor inwoners?'. Het gaat altijd direct of indirect om de waarde voor de samenleving. Ondersteunende afdelingen en teams richten zich op de wijze waarop andere afdelingen en teams hun waarde voor de samenleving kunnen realiseren. Wanneer de bedoeling voorop staat in de manier van werken dan horen regels en procedures daaraan ondersteunend te zijn. Activiteiten waar we in 2017 in het kader van 'Toekomstgericht werken' onze focus opleggen, zijn: Stimuleren en organiseren dat alle teams/afdelingen invulling geven aan deze manier van werken binnen hun concrete opgaven. Organiseren dat ervaringen en dilemma s met elkaar gedeeld worden over teams en afdelingen heen. En men zo samenbouwt aan nieuwe manieren van werken en soms ook aan nieuwe rollen en verhoudingen. Meer ruimte creëren voor leren en ontwikkelen in de dagelijkse praktijk. Beleidsontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld de Omgevingswet of transformatieagenda sociaal domein, oppakken vanuit de visie 'Toekomstgericht werken' en zo de visie concretiseren en verankeren in duidelijke ambities. In vernieuwingsprojecten in de organisatie zoals samenspraak, continue verbeteren, zaakgericht werken, het nieuwe werken en het talentenbureau het 'Toekomstgericht werken' uitdragen en er gezamenlijk invulling aangeven. Verbinding leggen tussen enerzijds de eigen kracht van de stad en de bestuurscultuur die daar bij past en anderzijds de naar de stad gericht houding van de organisatie. Zo stimuleren we dat medewerkers vanuit eigen kracht en met gevoel voor politiek werken aan opgaven en initiatieven uit de stad en daarbij over afdelings- en organisatiegrenzen heen samenwerken. 98

99 6.6 Verbonden partijen Inleiding De gemeente Zoetermeer is actief in netwerken van beleids- en uitvoeringsorganisaties. Bij een deel van die organisaties is de gemeente ook bestuurlijk en/of financieel betrokken. In dat geval is sprake van een 'verbonden partij'. Een bijzondere vorm hiervan zijn de samenwerkingsverbanden, die in het leven zijn geroepen om gemeentelijke taken in gezamenlijkheid uit te voeren. Dit soort samenwerkingsverbanden levert een grote bijdrage aan het realiseren van maatschappelijke doelen, maar levert door zijn aard ook bestuurlijke en financiële risico s op Nota verbonden partijen Korte inhoud Kadernota en checklist Verbonden partijen In Kadernota Verbonden partijen (geactualiseerd in 2016) zijn beleidsrichtlijnen opgenomen waaraan de (beoogde) deelname aan (nieuwe) samenwerkingsverbanden getoetst moet worden. Ook is een checklist beschikbaar die kan worden gebruikt bij afwegingen over het aangaan, inrichten of herzien van een samenwerkingsverband. De checklist is niet limitatief, maar geeft de belangrijkste onderwerpen aan, waarover moet worden nagedacht om op de grootste risico s bij samenwerking een passend antwoord te hebben. De gemeente Zoetermeer hanteert een bredere definitie voor een verbonden partij dan de definitie die in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) staat vermeld. Er is gekozen voor de term 'samenwerkingsverband'. Dit betekent dat ook partijen in ogenschouw worden genomen, waarin de gemeente een bestuurlijk óf (BBV vermeldt: 'én') een financieel belang heeft. Definitie Samenwerkingsverband Een samenwerkingsverband bestaat tussen de gemeente en één of meer andere publieke en/of private partijen en heeft een eigen juridische entiteit, waarin activiteiten in organisatorisch verband worden uitgevoerd en de gemeente een bestuurlijk -, financieel -, integriteits- of ander risico loopt. Deze definitie sluit samenwerkingsverbanden zonder juridische entiteit, zoals subsidieverstrekkingen, leningen en garantstellingen, uit en deze vallen buiten de reikwijdte van de Kadernota Verbonden Partijen. De nota bevat beleidsrichtlijnen die betrekking hebben op vier terreinen: - Afwegingskader: Is sprake van toegevoegde waarde en is sprake van het meest geëigende middel? - Publiekrechtelijke of privaatrechtelijke samenwerking: Afhankelijk van de aard van de activiteiten (in ieder geval publiek belang) en het doel van de samenwerking. - Rolverdeling: Wie en hoe vervullen de gemeentelijke vertegenwoordigers hun rol als bestuurslid en hoe gaan zij om bij conflicterende belangen tussen het samenwerkingsverband en de gemeente? - Good-governance: Regie op de samenwerking borgen de aspecten: sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht houden Belangrijke ontwikkelingen verbonden partijen Hieronder staan de belangrijkste ontwikkelingen van verbonden partijen vermeld. Eneco Op 26 juni 2015 heeft de Hoge Raad in een definitieve uitspraak de splitsingswet verbindend verklaard. Op 3 december 2015 heeft de ACM het handhavingsbesluit genomen dat Eneco uiterlijk 31 januari 2017 moet zijn gesplitst in een commercieel deel en een netwerkdeel. De Hoge Raad heeft de zaken die door Eneco (en Delta) zijn aangespannen, maar waarover het Gerechtshof nog geen uitspraak had gedaan, terugverwezen naar het Gerechtshof. Naar verwachting wordt hierover in de loop van 2016 of 2017 uitspraak gedaan. Dit kan er alsnog toe leiden dat de splitsingswet ongegrond wordt verklaard. Wanneer de uitspraak na 31 januari 2017 volgt, dan is de splitsing echter al een voldongen feit. 99

100 Dienst Sociale Werkvoorziening (DSW) Het kabinet heeft besloten dat met ingang van 1 januari 2015 geen mensen meer instromen in de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Degenen die momenteel een plek in de Wsw hebben, behouden het recht op die plek tot zij met pensioen gaan. Dat betekent dus dat de sociale werkvoorziening de komende veertig jaar wordt afgebouwd. De gemeenten willen blijven investeren in de sociale werkvoorziening om te voorkomen dat de krimp in de Wsw leidt tot verslechterende werkomstandigheden voor de doelgroep. De gemeenten overwegen om de uitvoering van de nieuwe instrumenten voor de doelgroep met een beperking (beschut werk en werken met (een structurele) loonkostensubsidie) onder te brengen bij DSW. De gemeenten hebben in 2016 opdracht gegeven tot een toekomstverkenning, die moet leiden tot een handelingsperspectief op middellange termijn. De verkenning moet gerichte investeringen mogelijk maken en infrastructurele kosten terugbrengen. Daartoe wordt onder andere onderzoek gedaan naar de vermaatschappelijking van het werk voor de beschutte doelgroep. GGD Haaglanden Op 21 juni 2016 heeft het college besloten de dienstverleningsovereenkomst met betrekking tot Uitvoering Toezicht Wmo 2016 tot 2018 met de GGD Haaglanden aan te gaan. Er wordt onderzocht of Veilig Thuis (samenvoeging van Steunpunt Huiselijk Geweld en Advies- en Meldpunt Kindermishandeling) bij en onder regie van GGD Haaglanden moet worden gepositioneerd vanaf Gemeenschappelijke Regeling Bleizo (GR Bleizo) GR Bleizo heeft als doel om te bevorderen dat de Vervoersknoop Bleizo wordt gerealiseerd en het gebied rondom de Vervoersknoop te ontwikkelen tot een hoogwaardig gebied met functies als kantoren, bedrijven en leisure. Voor de realisatie van de Vervoersknoop is een reeks van samenhangende besluiten nodig. De aanbesteding van de aanleg van de vervoersknoop Bleizo heeft plaatsgevonden en met de uitvoering is begonnen. De oplevering is gepland in december Voor het jaar 2017 zijn de volgende activiteiten voorzien in de begroting: - algemene activiteiten van de projectorganisatie; - planologische activiteiten; - activiteiten voor de ontwikkeling van het Bleizo Business Parken van het Office Park; - uitvoering geven aan twee verkopen voor grootschalige leisure; - activiteiten voor het opdrachtgeverschap voor de vervoersknoop en de afstemming van de realisatie tussen vervoersknoop en gebiedsontwikkeling; - samenwerking/afstemming in marketing en acquisitie met het bedrijvenschap Hoefweg/Prisma. Bedrijvenschap Hoefweg Het Bedrijvenschap Hoefweg heeft als doel het ontwikkelen van vestigingsmogelijkheden voor bedrijven uit Lansingerland en Zoetermeer, alsmede uit de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, alsmede voor bedrijven van elders die een belangrijke bijdrage leveren aan de werkgelegenheid. Binnen de begroting staat voor het jaar 2017 de uitgifte van gronden ten behoeve de vestiging van bedrijven centraal. De inzet van personele capaciteit is dan ook vooral gericht op het uitvoeren van de met de GR samenhangende activiteiten, de acquisitie en promotie en het begeleiden van het vestigingsproces. Stadsgewest Haaglanden Het Stadsgewest Haaglanden is per 1 januari 2015 in liquidatie gegaan. Het gevolg is dat het Stadsgewest in 2015 geen nieuwe beleidstaken meer uitvoert en zich beperkt tot de afwikkeling van de verplichtingen die tot en met 2014 zijn aangegaan. Alle werkzaamheden in verband met de liquidatie worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de gemeente Zoetermeer. Daarvoor is in 2014 een DVO (dienstverleningsovereenkomst) afgesloten. De jaarrekening 2015 van het Stadsgewest Haaglanden is voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring en vastgesteld door het Algemeen bestuur van het Stadsgewest in liquidatie. Ook de begroting 2017 is door het Algemeen bestuur van het Stadsgewest in liquidatie vastgesteld. 100

101 Deze is zeer beperkt van omvang. Het streven is om het Stadsgewest in liquidatie bij de jaarrekening 2017 af te wikkelen. Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) De MRDH werkt aan een welvarende en bereikbare Metropoolregio Rotterdam Den Haag. De 23 gemeenten hebben zich per 1 januari 2015 vrijwillig aan elkaar verbonden om samen te werken aan een verbetering van de internationale concurrentiepositie, het versterken van het economisch vestigingsklimaat en de bereikbaarheid van het hele metropoolgebied. In 2016 is de MRDH verschillende integrale projecten gestart om deze doelstellingen te behalen. Het gaat om de regionale Investeringsstrategie (in samenwerking met de Zuidvleugel en de provincie), de nadere uitwerking van het OESO-onderzoek over de bestuurlijke samenwerking, de Roadmap Next Economy en de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid (UAB). Medio 2016 zijn deze trajecten verwerkt in een Regionaal Investeringsprogramma. In aanloop tot de begroting 2018 wordt een implementatieplan opgesteld waarin de prioriteiten worden bepaald in de uitvoering van het UAB en gezocht wordt naar alternatieve financieringsbronnen om de ambitie van de UAB en het regionale Investeringsprogramma te verwezenlijken. 101

102 6.7 Grondbeleid Inleiding De paragraaf Grondbeleid bevat de visie van de gemeente op het grondbeleid, de uitvoering van het grondbeleid en de prognose van resultaten van de grondexploitaties, winstneming en verloop van reserves. 2 De beleidsuitgangspunten zijn beschreven in de Nota Grondbeleid Visie op grondbeleid Vanaf 1 januari 2016 is de nieuwe notitie Grondexploitaties 2016 van de commissie Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) van toepassing. Een belangrijke aanleiding voor deze notitie is de invoering geweest van vennootschapsbelastingbelasting voor gemeentelijke grondbedrijven. In de BBV-notitie Grondexploitaties worden richtlijnen verstrekt die noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering van de nieuwe belastingplicht. Onder meer over de afbakening van grondexploitaties en de aan de grondexploitatie toe te rekenen kosten. Deze nieuwe richtlijnen hebben ook gevolgen voor het Zoetermeerse grondbeleid. In 2017 wordt de nota Grondbeleid Zoetermeer herschreven. Plankosten De plankosten per project kunnen redelijk bepaald worden door gebruik te maken van de concept plankostenregeling van het Rijk. Bij iedere vaststelling van een grondexploitatie kan zo worden aangegeven wat het bedrag aan plankosten is en voor welke activiteiten dit bedrag bedoeld is. Hiermee sluit Zoetermeer aan op de werkwijze van andere gemeenten. Deze werkwijze maakt ook een separate VTA-nota niet langer noodzakelijk. De visie op de plankosten wordt dan geïntegreerd in de nieuwe nota Grondbeleid. Hierover zal besluitvorming plaatsvinden in Ontwikkelingen Vennootschapsbelasting De invoering van de vennootschapsbelastingplicht (Vpb) voor gemeenten heeft betrekking op meerdere onderdelen van de gemeenten. In 2017 zal de eerste aangifte moeten worden ingediend. De gemeenteraad zal separaat geïnformeerd worden over de gevolgen van de invoering van deze belastingplicht. Hierbij zal ook ingegaan worden op de consequenties van de invoering voor het grondbeleid. Rente De disconteringsvoet die moet worden gehanteerd in de berekening van de contante waarde ten behoeve van het treffen van een verliesvoorziening voor negatieve grondexploitaties wordt voor alle gemeenten gelijk gesteld aan het maximale meerjarig streefpercentage van de Europese Centrale Bank voor de inflatie binnen de Eurozone (2%). Ook de hoogte van interne rekenrente moet op grond van de wijzigingen in het BBV ook worden aangepast. Dit zal gevolgen hebben voor de rentelast binnen de projecten en de rentevergoeding op de voorzieningen. De financiële effecten worden separaat per project in beeld gebracht bij de jaarlijkse herziening van de grondexploitaties. Bedrijventerreinen In 2016 heeft de Stec groep een rapport over de markt voor bedrijventerreinen uitgebracht. Hieruit komt naar voren dat er de komende tien jaar sprake is van een overaanbod aan nieuwe bedrijventerreinen. Voor diverse locaties binnen Zoetermeer wordt nu onderzocht welke mogelijkheden er zijn om het overaanbod te verminderen. Oosterheem Voor de Noordrand (een gebied dat tegen het Bentwoud ligt) is een herontwikkeling voorgesteld waarvoor in 2017 een besluit zal worden gevraagd. De verkopen in Waterzicht verlopen voorspoedig en de interesse voor Parkeiland is in 2016 dermate toegenomen dat alle woningbouwlocaties vermoedelijk binnen drie jaar zijn gerealiseerd en de samenwerkingsovereenkomst met de marktpartijen kan worden ontbonden. Voor de bedrijventerreinen op Oosterhage en aan de Willem Dreeslaan, Hugo de Grootlaan en de Aletta Jacobslaan is weinig belangstelling. Er wordt onderzocht of een bestemmingswijziging van een deel van de terreinen beter past bij de huidige marktomstandigheden. Hierover zal separate besluitvorming plaatsvinden. 2 Op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten en provincies (artikel 16). 102

103 Palenstein In 2017 wordt de sloop van de Florens van Brederodeflat afgerond. Na de sloop zal het omliggende gebied bouwrijp worden gemaakt en wordt een start gemaakt met de bouw van de nieuwbouwwoningen in dit gebied. Naar verwachting zal ook de sloop van de Jan van Beierenflat in 2017 plaatsvinden en zal gestart worden met het bouwrijp maken van het gebied. Op deze locatie zullen na 2017 het nieuwe winkelcentrum en woningen worden teruggebouwd. Op de locatie van de Van Beeckstraat zal gestart worden met de bouw van 21 eengezinswoningen en de locatie aan het Van Duvenvoordepad zal gereed worden gemaakt voor bouwplanontwikkeling. Kwadrant van Tuylpark In 2016 is technisch invulling gegeven aan de splitsing van het project op basis van het genomen raadsbesluit. In 2017 wordt een voorstel gedaan over de nieuwe ontwikkelstrategie van twee van de vier kwadranten. Dwarstocht Voor Dwarstocht is besluitvorming in voorbereiding om het project te transformeren van bedrijventerrein naar woongebied. Hiermee zal de plancapaciteit inzake bedrijventerreinen gereduceerd worden en invulling gegeven worden aan vraag naar woonruimte in Zoetermeer. Van Leeuwenhoeklaan in 2017 wordt de woningbouw in het middengebied conform planning gerealiseerd. Met de projectontwikkelaar van het Oostelijk plandeel wordt de haalbaarheid van het beoogde programma verder onderzocht Financiën Risico's De bestaande risico s zijn niet significant gewijzigd. Als gevolg van de gewijzigde regelgeving van het BBV is de categorie Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) komen te vervallen. Conform de overgangsbepaling zijn alle NIEGG in eerste instantie zonder eventuele afwaardering omgezet worden naar Materiële Vaste Activa (MVA). Er bestaat hierbij een risico dat de boekwaarde hoger is dan de marktwaarde. In dat geval moet (uiterlijk op 31 december 2019) een verlies op die locatie genomen worden. Overigens is een belangrijk deel van de NIEGG s recent getaxeerd. Hieruit volgden geen financiële consequenties. Daarnaast heeft de gemeenteraad nog keuze in welke locaties voor het verstrijken van de overgangsperiode in exploitatie genomen worden. Het risico wordt daarom nu gesignaleerd, maar nog niet gekwantificeerd. In de periode tot 31 december 2019 zal dit risico actief binnen de P&C-cyclus gemonitord worden. Financiële prognose Tot nu toe zijn er geen concrete aanwijzingen, dat de prognoses die bij de jaarrekening 2015 zijn gegeven, gewijzigd zijn. In 2016 is bovendien prioriteit gegeven aan de technische actualisatie van de grondexploitaties in verband met de wijzigingen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Bij de Voortgangsrapportage projecten Stedelijke Ontwikkeling 2016, die begin 2017 wordt aangeleverd voor besluitvorming, worden de grondexploitaties geactualiseerd en wordt een nieuwe financiële prognose opgesteld. VOEDING RIF e.v. Totaal Prognose bij Jaarrekening ,2 mln 1,1 mln 1,8 mln 3,5 mln 3,2 mln 11,8 mln 22,6 mln Bijstelling bij Tweede Tussenbericht ,0 mln 0,0 mln 0,0 mln 0,0 mln 0,0 mln 0,0 mln 0,0 mln Prognose bij Programmabegroting ,2 mln 1,1 mln 1,8 mln 3,5 mln 3,2 mln 11,8 mln 22,6 mln In de bestaande risico s is geen verandering gekomen. De benodigde weerstandscapaciteit is daarom nog steeds 20,1 mln. 103

104 Bijlage 1 Spelregels begrotingsbeleid 7. Bijlagen 7.1 Spelregels begrotingsbeleid Inleiding In deze bijlage wordt een beschrijving gegeven van het begrotingsbeleid van de gemeente Zoetermeer. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BVV) bevat belangrijke uitgangspunten voor het begrotingsbeleid. De onderstaande beschrijving sluit aan bij de eisen uit het BBV. Ook geeft deze notitie inzicht in beleidsmatige uitgangspunten bij het begrotingsbeleid. Deze betreffen onder andere de financiële beheersing en de inzet van reserves. Tenslotte volgt een uiteenzetting van de planningen controlcyclus De begrotingscyclus Een goede beheersing van de inkomsten (baten) en de uitgaven (lasten) is een essentiële randvoorwaarde voor een goed begrotingsbeleid. De begrotingscyclus heeft betrekking op de voorbereiding, de beheersing van de uitvoering, de verantwoording en het toezicht op de uitvoering van de begroting die geldt voor een bepaald jaar. In het navolgende schema wordt de begrotingscyclus weergegeven. Onderstaand wordt nader ingegaan op de vier hoofdelementen van de begrotingscyclus: sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht. a. Sturen Een nieuwe begroting waarin het beleid voor een komend jaar wordt uiteengezet, bouwt voort op bestaand beleid, zoals vastgelegd in de wet, in het collegeprogramma en in door de raad vastgesteld beleid. In het voorjaarsdebat (in jaar t), dat gebruikelijk plaatsvindt in juni, geeft de raad beleidsmatig richting aan de Programmabegroting voor de volgende vier jaar (jaren t+1 tot en met t+4). De raad doet uitspraken over gewenste beleidswijzigingen, beleidsintensiveringen, ombuigingen en over de gewenste hoogte van de diverse heffingen en belastingen. De raad voert de discussie in het voorjaarsdebat op basis van de Perspectiefnota. In de Perspectiefnota zijn de meest actuele financiële 104

105 Bijlage 1 Spelregels begrotingsbeleid waterstanden opgenomen, inclusief de leereffecten vanuit de rekening en het eerste Tussenbericht. De raad bespreekt vervolgens de door het college voorgestelde beleidsbijstellingen en alternatieven voor keuzemogelijkheden om opnieuw tot een sluitende begroting en meerjarenperspectief te komen. Door te besluiten over de Perspectiefnota, inclusief amendementen en moties, geeft de raad inhoud aan zijn kaderstellende rol. Vervolgens stelt het college in de zomer een (concept) Programmabegroting op, uitgaande van de kaderstelling uit het voorjaarsdebat. De programmabegroting voor een komend jaar schetst niet alleen het beleid met de daarbij behorende baten, lasten en resultaatbestemming in het komende jaar maar ook de financiële uitwerking daarvan in de drie daaropvolgende jaren. De begroting bevat dus een meerjarenraming. Uitgangspunt bij de opstelling van de begroting is budgettair evenwicht. De te autoriseren begroting dat is het eerste jaar van de meerjarenbegroting - moet sluitend zijn. Voor de meerjarenbegroting geldt dat deze structureel sluitend moet zijn. De doelstellingen van de programma s worden nader uitgewerkt aan de hand van meetfactoren. Dit zijn concrete en meetbare beoogde maatschappelijke effecten en prestaties of resultaten. Potje van de raad Indien sprake is van een positief rekeningsresultaat zal hiervan worden bestemd voor het 'potje van de raad' om te voorzien in dekking van eenmalige kosten. Het college zendt de (concept-)programmabegroting in oktober aan de raad. In de begrotingsraad, die gebruikelijk eind begin november plaatsvindt, stelt de raad het beleid en de budgetten per programma vast. Ook worden de uitgangspunten voor het vaststellen van de tarieven bepaald. De door de raad vastgestelde budgettaire kaders (beleid en budget op programmaniveau) zijn tegelijkertijd met de programmabegroting door het college uitgewerkt in productramingen voor de operationele aansturing van het ambtelijk apparaat. b. Beheersen In de loop van het begrotingsjaar wordt de raad via tussenberichten geïnformeerd over de ontwikkeling van de uitvoering van de begroting en over eventuele afwijkingen en mogelijkheden/afwegingen voor bijsturing. Dit gebeurt bij het voorjaarsdebat en voorafgaand aan het begrotingsdebat. Tijdens de uitvoering van een begroting in een begrotingsjaar resp. bij de opstelling van de tussenberichten geldt een aantal spelregels: a) Staand beleid dient binnen de vastgestelde budgetten van een programma te worden uitgevoerd, dan wel binnen het geheel van alle programma s (budgettair neutraal). b) Er worden tussentijds geen beleidsbeslissingen genomen waarvan de dekking afhankelijk is gesteld van het volgende begrotingsdebat. c) Bij eventuele tussentijdse beleidsbeslissingen bij tussenberichten wordt de dekking aangegeven. d) Onvermijdelijke financiële tegenvallers (bijvoorbeeld financieel nadelige effecten van het kabinetsbeleid) worden gedekt door gebruik te maken van meevallers, zowel aan de uitgaven- als aan de inkomstenkant. e) Als die meevallers er in onvoldoende mate zijn wordt een afweging gemaakt tussen dekking op basis van posterioriteiten, schrappen dan wel uitstellen van ambities of de noodzaak tot lastenverhoging. f) Nieuw beleid of (majeure) beleidsintensiveringen worden gedekt uit beleidsreducties binnen en tussen programma s (in die volgorde). Hierbij dient de toegevoegde waarde van het nieuwe beleid/beleidsintensivering expliciet te worden afgewogen en inzichtelijk te worden gemaakt ten opzichte van de beleidsreductie. g) Tenslotte is er de mogelijkheid nieuw beleid of (majeure) beleidsintensiveringen ten laste te brengen van de nog niet ingevulde middelen voor nieuw beleid (het zogenoemde 'Potje van de raad'). h) Voor nieuw beleid wordt bij de besluitvorming aangegeven op welk moment evaluatie plaatsvindt of (indien mogelijk) de einddatum van het beleid. Na afloop van deze periode wordt het desbetreffende beleid niet voortgezet tenzij hier expliciet bestuurlijk toe wordt besloten. 105

106 Bijlage 1 Spelregels begrotingsbeleid c. Verantwoorden Is een begrotingsjaar voorbij, dan wordt een jaarrekening opgesteld. De jaarstukken bestaan uit het jaarverslag en de jaarrekening. Via de jaarstukken legt de gemeente verantwoording af over de uitvoering van het begrotingsbeleid in het voorbije jaar. De jaarrekening wordt in april aan de raad gestuurd. In juni vindt in de raad een resultatendebat plaats aan de hand van de jaarrekening. Vanuit de analyse van gerealiseerd beleid en gerealiseerde baten en lasten (inclusief dotaties en onttrekkingen aan reserves) trekken college en raad lessen voor de toekomst. Dit is tevens input voor het voorjaarsdebat. d. Toezicht De raadscommissies onderzoeken de jaarrekening en bespreken de realisatie en de eventuele leereffecten. De accountant controleert de jaarrekening in opdracht van de raad en stelt vast dat het jaarverslag niet strijdig is met de jaarrekening. Hij geeft een verklaring omtrent de getrouwheid van de verslaggeving en de rechtmatigheid van het financieel beheer. Ook geeft de accountant zijn bevindingen weer over hetgeen hij aantrof bij deze controle in de zogenoemde managementletter. De begroting en de rekening worden naar de provincie Zuid-Holland gestuurd. Indien de begroting in voldoende mate voldoet aan de door de provincie gestelde verplichtingen, dan is de gemeente onderworpen aan repressief toezicht. Dat wil zeggen dat Zoetermeer vooraf géén toestemming hoeft te vragen aan de provincie voor investeringen/begrotingsuitgaven. Vanuit de provincie wordt op dit moment een repressief toezicht uitgeoefend Uitgangspunten bij de raming van baten en lasten Voor de raming van de baten is van groot belang hoe hoog de inkomsten zullen zijn uit het Gemeentefonds. Daarnaast moet een schatting worden gemaakt van de ontwikkeling van de lonen en prijzen. Hierna wordt hier nader op ingegaan. Raming inkomsten uit het Gemeentefonds Het rijk geeft op twee momenten in een jaar informatie over de hoogte van uitkeringen aan gemeenten in een komend jaar: in de mei- en in de septembercirculaire. Meicirculaire De meicirculaire is gebaseerd op de zogenaamde Voorjaarsnota van het rijk van april/mei. De belangrijkste ontwikkelingen in de rijksbegroting liggen hierin vast. Septembercirculaire In de septembercirculaire wordt aangegeven wat de gevolgen zijn van de Miljoenennota voor de uitkeringen aan gemeenten uit het Gemeentefonds. Dit betreft voor het komende begrotingsjaar veelal een aanpassing van de ingeschatte nominale ontwikkelingen. Immers, nieuw beleid of bezuinigingen voor het komende begrotingsjaar maken normaliter al deel uit van de meicirculaire. Ook geeft het rijk indicaties van effecten op de uitkeringen uit het Gemeentefonds voor volgende jaren. Aangezien de Programmabegroting wordt opgesteld op basis van de besluitvorming bij het Voorjaarsdebat wordt hierin de raming van de Algemene uitkering uit het Gemeentefonds aan de gemeente Zoetermeer volgens de meicirculaire gehanteerd. Het is mogelijk dat vanuit de septembercirculaire ontwikkelingen volgen, die aanleiding geven tot bijstelling van het uitgavenkader. In dat geval worden de mogelijke keuzen tijdens het volgende voorjaarsdebat aan de orde gesteld. De gegevens uit de septembercirculaire zijn voorts belangrijk voor het bepalen van de nominale stijgingspercentages van de tarieven. Het algemene stijgingspercentage blijft daarmee namelijk gebaseerd op de Macro Economische Verkenning van het Centraal Planbureau. Voor het Gemeentefonds geldt de systematiek van 'samen de trap op, samen de trap af'. Als het rijk meer te besteden heeft, krijgen de gemeenten meer geld, en andersom. 106

107 Bijlage 1 Spelregels begrotingsbeleid Raming nominale component van de lasten Bij de opstelling van de begroting moet een raming worden gemaakt van de baten (waarvan de inkomsten uit de Algemene uitkering één van de belangrijkste zijn), maar ook een raming van de toekomstige prijs- en loonontwikkeling. De resultante van de inkomstenraming en de inschatting van de prijs- en loonontwikkeling, bepaalt wat er aan reële financiële ruimte overblijft voor de realisatie van (nieuw) beleid, óf voor welk bedrag moet worden omgebogen. Een verkeerde inschatting heeft dus gevolgen voor de ruimte voor mogelijke beleidskeuzes. De gemeente Zoetermeer baseert de raming van de prijsontwikkeling op het Centraal Economisch Plan van het Centraal Planbureau dat in het voorjaar verschijnt. De loonontwikkeling wordt ingeschat aan de hand van informatie van het CPB en de CAO-ontwikkelingen voor gemeenteambtenaren. Voor de ontwikkeling van de CAO-kosten van gemeenteambtenaren (dit is inclusief sociale lasten) wordt een eigen inschatting gemaakt. Die kosten zijn immers afhankelijk van de loonontwikkeling en de ontwikkeling van sociale lasten en pensioenpremies Inzet van reserves Voor een beoordeling van de financiële positie van de gemeente zijn allereerst de vrij besteedbare reserves van belang. De stand van de algemene reserves geeft aan welk bedrag dat is (wederom in meerjarenperspectief). Deze middelen kan de gemeente vrij inzetten. De algemene reserves dienen ook als buffer tegen onverwachte tegenvallers. De gemeente staat bloot aan veel risico s, waarvan een aantal mogelijk ook tot werkelijke (financiële) schade kunnen leiden. Ter afdekking van het (financiële) risicoprofiel op enig moment wordt de reservepositie in zijn totaliteit afgezet tegen de verwachte uitkomst van de risico s (zie paragrafen weerstandsvermogen in begroting, tussenberichten en rekening). Het weerstandsvermogen dat aldus wordt berekend moet minimaal op de factor 1,0 uitkomen (dan is er voldoende buffer om de verwachte werkelijke schade te kunnen dekken).voor die berekening worden als reserves meegeteld: - vrij inzetbare reserve; - reserve inflatiecorrectie; - reserve versterking financiële positie van het grondbedrijf; - reserve risico s grondbedrijf. Ter info wordt het totaal bedrag van de bestemmingsreserves weergegeven. Dit bedrag kan door beleidsbijstelling c.q. reallocatie worden ingezet ter dekking van financiële tegenvallers in geval van calamiteiten. Daarnaast is er Reserve Investeringsfonds 2030 beschikbaar (zie hoofdstuk 5). In de overige bestemmingsreserves zijn bedragen gereserveerd voor een door de raad geformuleerde bestemming. Aanwending van die middelen voor een ander doel kan alleen indien de raad daartoe besluit door het betreffende beleid te wijzigen Uitgangspunten begrotingsbeleid Met betrekking tot begrotingsdiscipline 1. Het eerste en in principe het laatste jaar van elke meerjarenbegroting dienen materieel sluitend te zijn. 2. Uitgaven voor nieuw beleid of tegenvallers in de uitvoering van de begroting worden zoveel als mogelijk binnen het programmabudget opgevangen (nieuw voor oud). Indien de mogelijkheden binnen het programmabudget niet toereikend zijn vindt een afweging plaats binnen de totale begroting. 3. In geval van onvoorziene financiële rampspoed zullen de begroting en de uitgangspunten van het begrotingsbeleid opnieuw en integraal worden gewogen. Geen enkel onderwerp of thema is daarbij uitgesloten. 4. Voor de beschikbaar gestelde budgetten geldt dat het maximale bedragen betreft. Wij spannen ons in om het beleid binnen de gestelde financiële kaders te effectueren. 5. Indien subsidies worden verworven welke een relatie hebben met de doelstellingen uit de Stadsvisie, ter dekking van te maken kosten, zullen deze middelen in eerste instantie ten gunste van de Rif komen of leiden tot lagere onttrekking van de benodigde middelen uit de Rif. 107

108 Bijlage 1 Spelregels begrotingsbeleid 6. Jaarlijks wordt bestemd voor het potje van de raad om te voorzien in dekking van eenmalige kosten. Met betrekking tot momenten van besluitvorming 7. Er zijn twee momenten waarop de raad wijzigingen van de begroting integraal behandelt en besluit: het voorjaarsdebat (in juni) en het begrotingsdebat (in november). Het voorjaarsdebat is richtinggevend, het begrotingsdebat besluitvormend. 8. Beleidsvoorstellen met financiële gevolgen die niet binnen de vastgestelde budgettaire kaders passen of waarvoor geldt dat dekking zou kunnen worden verkregen door een financieel voordeel of een subsidie, zullen in principe niet eerder dan bij het volgend besluitvormingsmoment worden behandeld. Eventuele voordelen kunnen in principe niet zonder voorafgaande besluitvorming voor beleidsintensiveringen worden ingezet. 9. Besluitvorming over de uitgangspunten voor de vaststelling van de hoogte van de tarieven gebeurt op het moment dat er een integraal beeld is van de financiële positie van de gemeente. Dit is bij het begrotingsdebat. 10. Het (positieve en negatieve) rekeningresultaat wordt bij het vaststellen van de jaarstukken ten laste van de reserve vrij inzetbaar gebracht. Een eventuele herbestemming van het rekeningresultaat vindt plaats in de daaropvolgende perspectiefnota. 11. Posten die zijn opgenomen als reservering voor eenmalige investeringsuitgaven ten laste van het Reserve Investeringsfonds 2030 worden pas vrijgegeven na expliciete besluitvorming door de raad daarover, op basis van een uitgewerkt raadsvoorstel. Eerder mogen geen budgetten worden verstrekt dan wel verplichtingen worden aangegaan. Met betrekking tot lokale lasten 12. Het totaal van de OZB stijgt met niet meer dan de inflatie. 13. Voor de afvalstoffenheffing geldt een kostendekkend tarief. 14. In de komende beleidsperiode wordt de rioolheffing 100% kostendekkend. 108

109 Bijlage 2 Nieuw beleid 7.2 Nieuw beleid Programma 1 Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie Bedragen x Nieuw beleid Gevolgen toename vergunninghouders Onderwijsachterstandenbeleid Onderwijsachterstandenbeleid, dekking rijksvergoeding Versterkte inzet ontwikkelingslijn onderwijs-arbeidsmarkt Versterkte inzet ontw.lijn onderwijs-arbeidsmarkt, dekking OW-stad Extra inzet MRDH (economie) Dutch Innovation Park (DIP): Dutch Innovation Park (DIP), bijdrage lectoraat Dutch Innovation Park (DIP), ondersteuning initiatieven, marketing e.d Investeren aan de voorkant Aandacht voor onbenutte kwaliteiten Centurion: perspectief op werk Saldo Wijziging agv aanpassing overhead aan nieuwe BBV Saldo na aanpassing overhead aan nieuwe BBV Programma 2 Samen leven en ondersteunen Bedragen x Nieuw beleid Begeleiding van vergunninghouders Lagere storting brede bestemmingsreserve Sociaal Domein Mantelzorgwaardering Opvang verwarde personen Evaluatie formatie beleidsplannen sociaal domein Balijhoeve Innovatiebudget Sociaal Domein Dekking brede bestemmingsreserve sociaal domein Saldo Wijziging agv aanpassing overhead aan nieuwe BBV Saldo na aanpassing overhead aan nieuwe BBV

110 Bijlage 2 Nieuw beleid Programma 3 Leefbaarheid, duurzaam en groen Bedragen x Nieuw beleid Herijking groot onderhoud bovengronds (areaalreductie) Herijking GO OR, dekking opbrengst areaalreductie/vermindering output Herijking groot onderhoud groenvakken Verhoging beeldkwaliteit openbare ruimte (winkelgebied/bedrijventerrein) Inzamelmiddelen plastic, blik en drankenkartons Kosten inz.midd. PBD, dekking inkomsten inz./nedvang/afvalstoffenheffing Kapitaallasten, onderhoudslasten etc. Laadpalen Bewaakte fietsenstallingen als werkleerbedrijf Bewaakte fietsenstallingen als werkleerbedrijf, dekking uit besparingsvoorstel Aanleg parkeerterrein (RDW-terrein), opbrengst parkeervergunningen Saldo Wijziging agv aanpassing overhead aan nieuwe BBV Saldo na aanpassing overhead aan nieuwe BBV Programma 4 Vrije tijd Bedragen x Nieuw beleid Trekkenwand Stadstheater Trekkenwand Stadstheater dekking huurverhoging Stadstheater Trekkenwand Stadstheater dekking opbrengst verkoop vastgoed Terra/Kwikfit Terra/Kwikfit, dekking BKV subsidie opheffen Terra/Kwikfit, dekking taakstelling binnen budget vrije tijd Living museum Living museum 2017, stelpost welzijn, cultuur en zorg Nieuwbouw was- en kleedaccommodatie FC Zoetermeer Saldo Wijziging agv aanpassing overhead aan nieuwe BBV Saldo na aanpassing overhead aan nieuwe BBV Programma 5 Veiligheid Bedragen x Nieuw beleid Structurele aanpak jeugd en radicalisering Struct. aanpak jeugd en radicalisering, dekking inverdieneffect jeugd/sd Reddingsbrigade Totale wijziging saldo programma Wijziging agv aanpassing overhead aan nieuwe BBV Saldo na aanpassing overhead aan nieuwe BBV

111 Bijlage 2 Nieuw beleid Programma 6 Dienstverlening en samenspraak Bedragen x Nieuw beleid Gevolgen toename vergunninghouders Invoering omgevingswet Evaluatie formatie beleidsplannen sociaal domein Saldo Wijziging agv aanpassing overhead aan nieuwe BBV Saldo na aanpassing overhead aan nieuwe BBV Programma 7 Inrichting van de stad Bedragen x Nieuw beleid Gebiedsontwikkeling Dobbeplas en omgeving Gebiedsontwikkeling Dobbeplas en omgeving, dekking RIF Nieuwe initiatieven Nieuwe initiatieven, dekking RIF Snippergroen Extra inzet MRDH (verkeer) Entree Zoetermeer A12 zone Entree Zoetermeer A12 zone, dekking RIF Aanleg parkeerterrein (RDW-terrein), opbrengst parkeervergunningen Busvervoer Bijdrage upgrade gebied Woonwagencoördinatie Verplaatsing bewoners Oude Gemaal, krediet en kapitaallasten Verplaatsing bewoners Oude Gemaal Verplaatsing bewoners Oude Gemaal, dekking RIF Saldo Wijziging agv aanpassing overhead aan nieuwe BBV Saldo na aanpassing overhead aan nieuwe BBV

112 Bijlage 2 Nieuw beleid Overzicht Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Bedragen x Nieuw beleid Verwachte rijksbijdrage vergunninghouders (75%) Saldo Wijziging agv aanpassing overhead aan nieuwe BBV Saldo na aanpassing overhead aan nieuwe BBV Overzicht Overhead Bedragen x Nieuw beleid Gevolgen toename vergunninghouders Versterkte inzet ontwikkelingslijn onderwijs-arbeidsmarkt Investeren aan de voorkant Aandacht voor onbenutte kwaliteiten Evaluatie formatie beleidsplannen sociaal domein Structurele aanpak jeugd en radicalisering Saldo

113 Bijlage 3 Kerncijfers 7.3 Kerncijfers Inwoners Op 1 januari 2016 telde Zoetermeer inwoners. Daarmee is Zoetermeer nog altijd de derde stad van Zuid-Holland. Landelijk bezien behoort Zoetermeer tot de twintig grootste gemeenten. Het inwonertal stijgt de komende jaren nog maar weinig. Na 2018 krijgen we al te maken met krimp. Inwonersaantal in Zoetermeer op 1 januari (prognose vanaf 2016) *) Prognose (vanaf de streepjeslijn) Bronnen: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA), vanaf 2014 Basisregistratie Personen (BRP). en Bevolkingsprognose Zoetermeer Woningen Per 1 januari 2016 telde Zoetermeer woningen. Volgens de woningbouwplanning loopt het aantal woningen op tot in Per 1 januari 2016 heeft Zoetermeer een gemiddelde woningbezetting van 2,24 per woning. De al jaren dalende gemiddelde woningbezetting loopt naar verwachting terug tot 2,17 in Als deze trend zich blijft voortzetten zal bij een verondersteld gelijkblijvend aantal woningen het inwoneraantal verder afnemen. Woningvoorraad Zoetermeer op 1 januari (prognose vanaf 2017) *) Prognose (vanaf de streepjeslijn) Bron: Bevolkingsprognose Zoetermeer Leeftijdsopbouw Wat leeftijdsopbouw betreft gaat Zoetermeer steeds meer op een gemiddelde stad lijken. Van de bevolking is nu nog 23,1% jonger dan 20 jaar (landelijk 22,5%). In 2025 behoort nog steeds 22,9% tot 113

114 Bijlage 3 Kerncijfers deze leeftijdscategorie. Net als landelijk het geval zal zijn, zal het aandeel inwoners van 65 jaar en ouder (in Zoetermeer nu nog 16,6%, landelijk 18,2%) de komende jaren toenemen (in 2025, zal het landelijk 21,7% bedragen en in Zoetermeer zal het 22,2% bedragen). Ontwikkeling drie leeftijdscategorieën in Zoetermeer (van (prognose vanaf 2017), in %) Bronnen: Gemeentelijke Basisadministratie (GBA), vanaf 2014 Basisregistratie Personen (BRP). en Bevolkingsprognose Zoetermeer Banen Op 1 januari 2015 bedroeg het aantal banen in Zoetermeer Het is lastig om voor de komende jaren een schatting te maken omdat de verdere werkgelegenheidsontwikkeling onzeker is. Wel is een herstel in het aantal banen zichtbaar. Aantal banen in Zoetermeer per 1 januari Bron: Werkgelegenheidsregister Haaglanden. Werkloosheid In januari 2015 bedraagt de beroepsbevolking circa personen waarvan er geen baan hadden. De totale beroepsbevolking bedroeg begin januari personen waarvan er geregistreerd werkloos waren. Ten opzichte van 2015 is het aantal niet werkende werkzoekenden gestegen met 27%. 114

Raadsvoorstel Zaak :

Raadsvoorstel Zaak : Zaak : 00509545 Onderwerp Portefeuillehouder Mevrouw drs. M. Mulder Datum raadsvergadering 27 juni 2017 Samenvatting Het Dagelijks Bestuur (DB) van Baanbrekers heeft de geactualiseerde begroting 2017,

Nadere informatie

Programmabegroting

Programmabegroting Programmabegroting 2172 3.3 Werk en inkomen Programmabegroting 2172 21 3.3.1 Wat wil Gouda bereiken? Het goed vormgeven van de nieuwe taken en verantwoordelijkheden vanuit de decentralisaties in het sociaal

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december 2008. Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december 2008. Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011 Aan de raad AGENDAPUNT 3 Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011 Voorstel: 1. De kaders uit het beleidsplan 'Werken werkt!' vaststellen, zijnde: a. als doelstellingen: - het bevorderen van de mogelijkheden

Nadere informatie

Programmabegroting

Programmabegroting Programmabegroting 2018-2021 Inhoudsopgave Leeswijzer.....3 1. Inleiding... 5 2. Programma's... 9 Programma 1. Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie... 9 Programma 2. Samen leven en ondersteunen...20

Nadere informatie

Raadsstuk. Het college stelt de raad voor: 1. Het Koersdocument Werk en Inkomen vast te stellen en als beleidskader te hanteren.

Raadsstuk. Het college stelt de raad voor: 1. Het Koersdocument Werk en Inkomen vast te stellen en als beleidskader te hanteren. Raadsstuk Onderwerp: Koersdocument Werk en Inkomen BBV nr: 2016/255655 1. Inleiding In oktober 2011 is Kans en Kracht door de gemeenteraad vastgesteld. Dit plan beschreef de uitvoeringstaken van SZW (Werk

Nadere informatie

GESPREKSNOTITIE VOORJAARSGESPREK 23 JUNI 2017 VS

GESPREKSNOTITIE VOORJAARSGESPREK 23 JUNI 2017 VS GESPREKSNOTITIE VOORJAARSGESPREK 23 JUNI 2017 VS 20170512 1. INLEIDING In 2016 hebben we met u en met de samenleving intensief gesproken over de toekomst van Zutphen. Gezamenlijk hebben we vastgesteld

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Aanleiding: Het college doet de raad voorstellen voor de financiële kaders voor de begroting 2016 en de meerjarenbegroting

RAADSVOORSTEL. Aanleiding: Het college doet de raad voorstellen voor de financiële kaders voor de begroting 2016 en de meerjarenbegroting RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B en W-besluit d.d.: B en W-besluit nr.: Naam programma: Bestuur en dienstverlening Onderwerp: Vaststellen kaderbrief 2016-2019 Aanleiding: Het college doet de raad voorstellen voor

Nadere informatie

Onderstaand overzicht uit de voorjaarsnota 2017 is bijgewerkt met de resultaten van de meicirculaire 2016.

Onderstaand overzicht uit de voorjaarsnota 2017 is bijgewerkt met de resultaten van de meicirculaire 2016. Memo Aan: Gemeenteraad Oude IJsselstreek Cc: Van: College B&W Datum: 14 juni 2016 Kenmerk: 16ini01540 Onderwerp: Meicirculaire 2016 Geachte gemeenteraad, In deze memo vindt u de informatie over de Meicirculaire

Nadere informatie

Leeswijzer Inleiding... 5

Leeswijzer Inleiding... 5 Programmabegroting 2016-2019 Inhoudsopgave Leeswijzer... 3 1. Inleiding... 5 2. Programma's... 10 2.1 Programma 1 Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie... 10 2.2 Programma 2 Samen leven en ondersteunen...

Nadere informatie

Datum Forum vergadering : 19 juni 2018 Zaaknummer : Datum Raadsvergadering : 2 juli 2018

Datum Forum vergadering : 19 juni 2018 Zaaknummer : Datum Raadsvergadering : 2 juli 2018 O 2 JULI 2018 RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering : 19 juni 2018 Zaaknummer : 550188 Datum Raadsvergadering : 2 juli 2018 Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid Evaluatiedatum:

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 8. Doetinchem, 26 oktober 2016 GEWIJZIGD VASTGESTELD 3 NOVEMBER Programmabegroting 2017

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 8. Doetinchem, 26 oktober 2016 GEWIJZIGD VASTGESTELD 3 NOVEMBER Programmabegroting 2017 Aan de raad AGENDAPUNT NR. 8 GEWIJZIGD VASTGESTELD 3 NOVEMBER 2016 Programmabegroting 2017 Te besluiten om: 1. De programmabegroting 2017 vast te stellen, waarmee tevens wordt besloten om: 2. Voor de financiën

Nadere informatie

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal Meerjarenbegroting 2019-2022 1 Belangrijke data: 25 september 2018 vastgesteld in college 11 oktober 2018 informatiebijeenkomst (beeldvormend - technisch) 16, 17 en 18 oktober 2018 commissiebehandeling

Nadere informatie

Raadsvergadering. 17 mei

Raadsvergadering. 17 mei RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 17 mei 2018 18-038 Onderwerp Versterking integratie nieuwe inwoners Aan de raad, Onderwerp Versterking integratie nieuwe inwoners Gevraagde beslissing 1. In te stemmen

Nadere informatie

Portefeuillehouders. Wethouder S. Luijten. 4. Onderwijs. Raad 31 okt 02 nov Programmabegroting

Portefeuillehouders. Wethouder S. Luijten. 4. Onderwijs. Raad 31 okt 02 nov Programmabegroting Portefeuillehouders Wethouder S. Luijten 4. Onderwijs 59 Taakveld 4 Onderwijs Wat gaan we bereiken en wat gaan we doen? De gemeente stimuleert samen met haar partners een doorgaande ontwikkellijn voor

Nadere informatie

Ten behoeve van het opstellen van het Jaarplan 2017 Sociale Zaken IJsselgemeenten brengen wij het volgende onder uw aandacht.

Ten behoeve van het opstellen van het Jaarplan 2017 Sociale Zaken IJsselgemeenten brengen wij het volgende onder uw aandacht. Aan GR IJsselgemeenten Postbus 566 2900 AN Capelle aan den IJssel Datum: 05/12/2016 Zaaknummer: ZK16006467 Afdeling: Samenleving Contactpersoon: Anne v.d. Langemheen Uw brief van: Onderwerp: Kaders uitvoering

Nadere informatie

Presentatie aan de raad 8 mei 2019

Presentatie aan de raad 8 mei 2019 Presentatie aan de raad 8 mei 2019 Agenda Opening Introductie Presentatie Vragen Sluiting Aanleiding Taken en middelen overgedragen door het Rijk Wijzigingen BBV Financiële verordening Art. 2 Programma-indeling

Nadere informatie

Kadernota Participatie en Inkomen. Raadsinformatieavond 14 januari 2014

Kadernota Participatie en Inkomen. Raadsinformatieavond 14 januari 2014 Kadernota Participatie en Inkomen Raadsinformatieavond 14 januari 2014 Opbouw 1. Urgentie/aanleiding 2. Gekozen insteek en proces 3. Drieledige veranderstrategie a. Versterken bedrijvigheid en stimuleren

Nadere informatie

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T Registratienummer raad 1401596 Datum: Portefeuillehouder: 31 oktober 2017 R.J. Helm Domein / Team: MAAD / MOWM Behandeld door: M.C. Kramer-Lok

Nadere informatie

Versterken (internationaal) ondernemersklimaat. Versterken groene groei. Faciliteren kansrijke economische projecten

Versterken (internationaal) ondernemersklimaat. Versterken groene groei. Faciliteren kansrijke economische projecten Bijlage 1 Programmabegroting indeling Programma overschrijdende onderwerpen zijn in elk geval communicatie, stadsdeelgewijs werken en duurzaamheid, jeugdzorg, decentralisaties, CFO en vastgoed. Het integrale

Nadere informatie

1. Financieel technische terugblik 2. Financieel technische vooruitblik 3. Doel begroting 4. Structuur programmabegroting 5. Informatievoorziening

1. Financieel technische terugblik 2. Financieel technische vooruitblik 3. Doel begroting 4. Structuur programmabegroting 5. Informatievoorziening 1. Financieel technische terugblik 2. Financieel technische vooruitblik 3. Doel begroting 4. Structuur programmabegroting 5. Informatievoorziening stevig en stransparant helder en meetbaar Start 1. Meetbaar

Nadere informatie

Raadsvoorstel en besluitnota

Raadsvoorstel en besluitnota 2016/197661 Raadsvoorstel en besluitnota Onderwerp Visie op de opvang en integratie van vluchtelingen in Zaanstad Gevraagd besluit 1. De visie inzake de opvang en integratie van vluchtelingen in Zaanstad

Nadere informatie

Totaal

Totaal Raadsvoorstel Onderwerp: Perspectiefnota 2015 Datum collegevergadering 10 mei 2016 Ambtenaar Registratienummer Telefoon Portefeuillehouder(s) A. Verkaik E-mailadres Voorgesteld raadsbesluit Kennis te nemen

Nadere informatie

Bestuurlijke nota onderzoek armoedebeleid

Bestuurlijke nota onderzoek armoedebeleid 1 Bestuurlijke nota onderzoek armoedebeleid Inleiding In haar jaarplan 2017 heeft de rekenkamercommissie een onderzoek naar het armoedebeleid aangekondigd. De armoedeproblematiek is lastig in kaart te

Nadere informatie

Joan de Haan

Joan de Haan Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email Joan de Haan 06-10237370 Joan.deHaan@a2samenwerking.nl Agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 14raad00330 29 januari 2015 onderwerp Nota Heroverweging

Nadere informatie

Terugkoppeling motie 'Van bijstand naar baan' De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Terugkoppeling motie 'Van bijstand naar baan' De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Terugkoppeling motie 'Van bijstand naar baan' J.E. Slagter/S. Ros De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050) 367 57 42 1 7-11-2018 - Geachte heer, mevrouw, Tijdens de behandeling

Nadere informatie

Bestuurswisseling Financiën

Bestuurswisseling Financiën Bestuurswisseling 2018 Financiën Agenda 1. Budgettair beeld Huidige begroting 2. Budgettair beeld Structurele ruimte Ontwikkelingen Algemene uitkering Rentekosten grondbedrijf Tarievenbeleid 3. Budgettair

Nadere informatie

OPEN. 21 punten voor Nijkerk in

OPEN. 21 punten voor Nijkerk in OPEN 21 punten voor Nijkerk in 2014-2018 We staan open voor vernieuwing en verandering van top-down handelen naar open staan voor verbinden met andere overheden, instellingen en bedrijven van denken in

Nadere informatie

Kaders Financieel gezond Brummen

Kaders Financieel gezond Brummen Kaders Financieel gezond Brummen 1. Inleiding Naar aanleiding van de vaststelling van de Programmabegroting 2019-2022 en de aanbevelingen die de provincie heeft gedaan in haar besluit financieel toezicht

Nadere informatie

Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014

Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014 Financieel beeld van de gemeente Naarden, Muiden, Bussum September 2014 Inleiding In de fusieraad van 30 juni 2014 is gesproken over een consolidatie van de drie begrotingen en om inzicht te krijgen in

Nadere informatie

Advies aan de gemeenteraad

Advies aan de gemeenteraad Advies aan de gemeenteraad Postregistratienummer *16.0012006* 16.0012006 Raadsvergadering: 10 november 2016 Voorstel: 7.41 Agendapunt: 8 Onderwerp WerkSaam Westfriesland: zienswijze ontwerpbegroting 2017

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 489473 Datum : 10 oktober 2017 Programma : Alle Blad : 1 van 6 Commissie : Bestuur Portefeuillehouder: mr. P.J.M. van Domburg

Nadere informatie

Begroting 2015. Intergemeentelijke Werkvoorziening Gennep, Mook en Middelaar (IWGM)

Begroting 2015. Intergemeentelijke Werkvoorziening Gennep, Mook en Middelaar (IWGM) Begroting 2015 Intergemeentelijke Werkvoorziening Gennep, Mook en Middelaar (IWGM) Gennep, 08-05-2014 1 Inhoud Inleiding 3 2015 4 Paragrafen 5 Programmabegroting 2015 7 Toelichting programmabegroting 8

Nadere informatie

HJAM Hendriks en FWT Jetten. Telefoonnummer: Managementrapportage Begrotingswijzigingen

HJAM Hendriks en FWT Jetten. Telefoonnummer: Managementrapportage Begrotingswijzigingen Raadsvergadering 13 december 2016 Volgnummer 116-2016 Onderwerp Programmanummer Alle programma's Registratienummer 2016-36907 Collegevergadering 15-11-2016 Portefeuillehouder Organisatieonderdeel Wethouder

Nadere informatie

Daarmee willen we bijdragen aan geluk en levensvoldoening van alle mensen in Roerdalen.

Daarmee willen we bijdragen aan geluk en levensvoldoening van alle mensen in Roerdalen. Programma op hoofdlijnen 2018-2022 Samen doen. Verder werken aan geluk, op een stevig fundament Dit programma bevat de belangrijkste uitgangspunten voor de raadsperiode 2018-2022. Alle raadsfracties hebben

Nadere informatie

8 februari Begrotingswijziging

8 februari Begrotingswijziging Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: 8 februari 2018 Onderwerp: Begrotingswijziging Gevraagde Beslissing: Te besluiten om: 1. De wijzigingen van de budgetten te autoriseren. Aan de gemeenteraad

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerp-besluit pag. 4. Toelichting: pag. 5 2017MME151 College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel DATUM 26 september 2017 NUMMER PS AFDELING Managementondersteuning COMMISSIE Alle STELLER Alex van der Weij DOORKIESNUMMER 3992 DOCUMENTUMNUMMER

Nadere informatie

Helmond, stad van het doen. Programmabegroting gemeente Helmond HELMOND

Helmond, stad van het doen. Programmabegroting gemeente Helmond HELMOND Helmond, stad van het doen Het Helmond dat we voor ogen hebben is aantrekkelijk om te wonen, te leven en te werken. Er is plaats voor iedereen, ook voor hen die minder makkelijk meedoen in een samenleving

Nadere informatie

Bijlage 1b Voorbeeld format programma 2. Programma 2. Sociale Zaken

Bijlage 1b Voorbeeld format programma 2. Programma 2. Sociale Zaken Bijlage 1b Voorbeeld format programma 2 Programma 2 Sociale Zaken Programma 2: Sociale Zaken Maatsch. effecten Beleidsterreinen Beleidsdoelen Prestaties (wat willen we bereiken?) (wat gaan we doen?) Iedere

Nadere informatie

Voorstel In te stemmen met de 10e wijziging van de begroting 2018 waarin de mutaties zijn verwerkt van de

Voorstel In te stemmen met de 10e wijziging van de begroting 2018 waarin de mutaties zijn verwerkt van de Raadsvoorstel Zaaknummer: 2018-009925 Onderwerp Bestuursrapportage 2018 Datum voorstel Datum raadsvergadering 21 augustus 2018 9 oktober 2018 Aan de raad, Voorstel In te stemmen met de 10e wijziging van

Nadere informatie

Onderwerp : Jaarstukken 2016 IJmond Werkt!

Onderwerp : Jaarstukken 2016 IJmond Werkt! Raadsvoorstel *Z03D358CF1A* Aan de raad Documentnummer : INT-17-35730 Afdeling : Samenleving Onderwerp : Jaarstukken 2016 IJmond Werkt! Inleiding De gemeenschappelijke regeling IJmond Werkt! verzorgt voor

Nadere informatie

- 1 - Begrotingswijziging n.v.t. X Kaderstellen Controleren Budget autoriseren Consulteren

- 1 - Begrotingswijziging n.v.t. X Kaderstellen Controleren Budget autoriseren Consulteren - 1 - ALGEMENE GEGEVENS Agendapunt 9. Registratienummer 2014-000951/r Portefeuillehouder FK Griffier 0561-691201 BIJLAGEN (in te vullen door griffier) Voorstel X Raadsvoorstel Concept besluit X Begrotingswijziging

Nadere informatie

Onderwerp Keuzenota's Wmo 2015/Jeugdwet en Participatie/Maatregelen WWB

Onderwerp Keuzenota's Wmo 2015/Jeugdwet en Participatie/Maatregelen WWB Raadsvoorstel Agendapunt: 04 Onderwerp Keuzenota's Wmo 2015/Jeugdwet en Participatie/Maatregelen WWB Datum voorstel Datum raadsvergadering Bijlagen Ter inzage 23 september 2014 28 oktober 2014 Nota 'Triple

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerpbesluit pag. 5. Toelichting pag. 6

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerpbesluit pag. 5. Toelichting pag. 6 2018BEM55 College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel DATUM 12 juni 2018 NUMMER PS AFDELING MAO COMMISSIE BEM STELLER Arjan Vermeeren DOORKIESNUMMER 3321 DOCUMENTUMNUMMER 81D3E4D8 PORTEFEUILLEHOUDER

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders 16 mei Steller Documentnummer Afdeling. L. van der Hoeven z Samenleving

Burgemeester en Wethouders 16 mei Steller Documentnummer Afdeling. L. van der Hoeven z Samenleving Burgemeester en Wethouders Steller Documentnummer Afdeling Samenleving Doorkiesnummer Communicatie Portefeuillehouder Nee G.M. Dijksterhuis Kabinet Brief bijgevoegd Te volgen procedure Nee Rubriek Advies

Nadere informatie

Datum raadsvergadering 15 september 2016

Datum raadsvergadering 15 september 2016 Raadsvoorstel Datum vaststelling voorstel door het college 24 mei 2016 Datum raadsvergadering 15 september 2016 Nummer raadsvoorstel 2016-312 Bijbehorend veld van de programmabegroting Sociale Zaken en

Nadere informatie

Begroting Aanbieding Gemeenteraad 20 september 2013

Begroting Aanbieding Gemeenteraad 20 september 2013 Begroting 2014 Aanbieding Gemeenteraad ember Laatste begroting deze raadsperiode Sluitende begroting 2014 Meerjarenperspectief moeilijk Bezuinigingsplan Strategische investeringen Ambities Stadsvisie Belastingen

Nadere informatie

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014 Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014 Inleiding Uit onze gemeentelijke armoedemonitor 1 blijkt dat Leeuwarden een stad is met een relatief groot armoedeprobleem. Een probleem dat nog steeds

Nadere informatie

Programma 10. Financiën

Programma 10. Financiën Programma 10 Financiën Aandeel programma 10 in totale begroting 1% Financiën Overige programma's 99% Programma 10 Financiën Inleiding Ons college hanteert als uitgangspunt bij haar financiële beleid dat

Nadere informatie

Aanleiding en probleemstelling

Aanleiding en probleemstelling No.: Portefeuillehouder: Wethouder Harmsen Afdeling: Welzijn en Onderwijs Behandelaar: C.H.A.M. Weterings De raad van de gemeente Tholen Tholen, 16 juni 2015 Onderwerp: voorstel om in te stemmen met de

Nadere informatie

Raadsvoorstel: Onderwerp: Vaststelling Meerjarenbeleidsplan Participatiewet Regio Alblasserwaard- Vijfheerenlanden

Raadsvoorstel: Onderwerp: Vaststelling Meerjarenbeleidsplan Participatiewet Regio Alblasserwaard- Vijfheerenlanden Raadsvoorstel: 2015-1401 Onderwerp: Vaststelling Meerjarenbeleidsplan Participatiewet 2016-2020 Regio Alblasserwaard- Vijfheerenlanden Datum: 3 september 2015 Portefeuillehouder: J. Freije Raadsbijeenkomst:

Nadere informatie

onderwerp Zienswijze SWA ontwerp programmabegroting 2016 en SWA meerjarenbegroting

onderwerp Zienswijze SWA ontwerp programmabegroting 2016 en SWA meerjarenbegroting Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders nieuwkoop raadsvoorstel portefeuillehouder opgesteld door Registratienummer collegebesluit vergaderdatum raad jaar/nummer T. Veninga Vergunningen,

Nadere informatie

1. Mutaties Themabegroting 2017

1. Mutaties Themabegroting 2017 1. Mutaties Themabegroting 2017 Totaal per thema Mutaties Omschrijving thema Bedrag afwijking 1 Financiën en Bedrijfsvoering 17.200 2 Sociaal Domein 0 3 Onderwijs en Sport (accommodaties) -92.000 4 Eigen

Nadere informatie

Sturen op effectiviteit re-integratie Opzet:

Sturen op effectiviteit re-integratie Opzet: Sturen op effectiviteit re-integratie Opzet: 1) Context 2) Drie niveaus van sturing: - bestuurlijk niveau - managementteam niveau - operationeel niveau 3) Vragen en verdiepen Context: maatschappelijke

Nadere informatie

Programmabegroting

Programmabegroting Programmabegroting 2019-2022 Inhoudsopgave Leeswijzer... 3 1. Inleiding... 5 2. Programma's... 9 Programma 1. Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie... 9 Programma 2. Samen leven en ondersteunen...

Nadere informatie

Datum: Informerend. Datum: Adviserend

Datum: Informerend. Datum: Adviserend Oplegvel 1. Onderwerp Schoolverlaters Voortgezet Speciaal Onderwijs en Praktijkonderwijs (VSO/PrO) 2. Rol van het Platformtaak volgens gemeente samenwerkingsorgaan Holland Rijnland 3. Regionaal belang

Nadere informatie

Offerte Betreft :Fcl/Ecl: / / /42611 Overige nog nader te bepalen. Niet van toepassing

Offerte Betreft :Fcl/Ecl: / / /42611 Overige nog nader te bepalen. Niet van toepassing Offerte 2018-2021 PROGRAMMA Duurzaam wonen en ondernemen Maximaal meedoen Goed leven en ontmoeten Veilig gevoel Dienstbare en betrouwbare overheid Bedrijfsvoering Onderwerp: Armoedebeleid Betreft :Fcl/Ecl:

Nadere informatie

Raadsvergadering. Basis van de besluitvorming Collegeagenda Binden en Bewegen. Visie Sociaal Domein en de Beleidsagenda Sociaal Domein

Raadsvergadering. Basis van de besluitvorming Collegeagenda Binden en Bewegen. Visie Sociaal Domein en de Beleidsagenda Sociaal Domein RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 22 juni 2017 17-049 Onderwerp Transformatieplan Sociaal Domein 2017-2018 Aan de raad, Onderwerp Transformatieplan Sociaal Domein 2017-2018 Voorstel 1. Het Transformatieplan

Nadere informatie

Rapportage Sociaal Domein. 3e kwartaal 2017

Rapportage Sociaal Domein. 3e kwartaal 2017 Rapportage Sociaal Domein 3e kwartaal 2017 d.d. 14-12-2017 0 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Trends en ontwikkelingen... 2 2.1 Maatschappelijke opvang en beschermd wonen... 2 2.2 Regeerakkoord... 2

Nadere informatie

Programmabegroting

Programmabegroting Programmabegroting 2016-2019 3.2 Zorg (Wmo) 20 Programmabegroting 2016-2019 3.2.1 Wat wil Gouda bereiken? De implementatie van de nieuwe taken en verantwoordelijkheden tengevolge van de decentralisaties

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Geachte raad,

Raadsvoorstel. Geachte raad, Raadsvoorstel Nummer: 165140 Behandeld door: J. van Dijk Agendapunt: 27 juni 2017 Onderwerp: Voorlopige voorkeur uitvoeringsvariant Participatiewet Geachte raad, Samenvatting: In opdracht van het algemeen

Nadere informatie

Transitieplan. 12 september 2013

Transitieplan. 12 september 2013 Transitieplan 12 september 2013 Situatie Oost-Groningen Hoog aantal Wsw-ers (3,5 x landelijk gemiddelde) Hoog aantal Wajongeren (2 x landelijk gemiddelde) Arbeidsparticipatie is laag (61% ten opzichte

Nadere informatie

Conceptbegroting Gemeenschappelijke Regeling Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten (VSV) regio West-Kennemerland

Conceptbegroting Gemeenschappelijke Regeling Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten (VSV) regio West-Kennemerland Conceptbegroting 2018 Gemeenschappelijke Regeling Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten (VSV) regio West-Kennemerland Inhoudsopgave Voorwoord 3 1 Conceptbegroting 2018 4 2 Toelichting op de conceptbegroting

Nadere informatie

BIEO Begroting in één oogopslag

BIEO Begroting in één oogopslag BIEO 2017 Begroting in één oogopslag INLEIDING Voor u ligt de begroting in één oogopslag (BIEO) 2017 van de gemeente Wierden. Naast het begrotingsjaar 2017 wordt er aandacht geschonken aan de ontwikkeling

Nadere informatie

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Kosten

Wat willen we bereiken? Wat gaan we daarvoor doen? Kosten Algemene doelstelling Accommodatiebeleid Maatschappelijk Vastgoed In stand houden en ontwikkelen van maatschappelijk vastgoed die de sociale infrastructuur versterkt, gekoppeld aan een optimale spreiding

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad van Ridderkerk. Betreft: Aanbieding Programmabegroting 2015 en Collegeprogramma. Geachte raadsleden,

Aan de gemeenteraad van Ridderkerk. Betreft: Aanbieding Programmabegroting 2015 en Collegeprogramma. Geachte raadsleden, Aan de gemeenteraad van Ridderkerk Uw brief van: Ons kenmerk: 89398 Uw kenmerk: Contact: C. Kolf Bijlage(n): 2 Doorkiesnummer: E-mailadres: C.Kolf@ridderkerk.nl Datum: 24 september 2014 Betreft: Aanbieding

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 8. Lokale uitvoering Participatiewet. Datum: 13 mei Decosnummer: 192

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 8. Lokale uitvoering Participatiewet. Datum: 13 mei Decosnummer: 192 Raadsvoorstel Status: Besluitvormend Agendapunt: 8 Onderwerp: Lokale uitvoering Participatiewet Datum: 13 mei 2014 Portefeuillehouder: R.J.W. van Leeuwen Decosnummer: 192 Informant: Ton Schrijver E.t.schrijver@dalfsen.nl

Nadere informatie

Informatie over stand van zaken vorming Regionaal Werkbedrijf Zuidoost-Brabant. 3 februari 2015

Informatie over stand van zaken vorming Regionaal Werkbedrijf Zuidoost-Brabant. 3 februari 2015 Informatie over stand van zaken vorming Regionaal Werkbedrijf Zuidoost-Brabant 3 februari 2015 Inhoud presentatie Aanleiding Participatiewet Sociaal Akkoord en Regionale Werkbedrijven Uitgangspunten RWB

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer : 2013/11979 Datum : 3 juni 2013 Programma : Economie, Werk en Inkomen Blad : 1 van 6 Cluster : Samenleving Portefeuillehouder

Nadere informatie

Uitgangspunten / Kaders Begroting 2019

Uitgangspunten / Kaders Begroting 2019 Uitgangspunten / Kaders Begroting 2019 In artikel 1, lid 1 van de financiële verordening van WerkSaam Westfriesland is opgenomen dat het dagelijks bestuur voor 15 januari de uitgangspunten van de begroting

Nadere informatie

Lokaal gezondheidsbeleid 2016-2020. Workshop 18 februari 2016

Lokaal gezondheidsbeleid 2016-2020. Workshop 18 februari 2016 Lokaal gezondheidsbeleid 2016-2020 Workshop 18 februari 2016 Programma 9.30 uur Welkom Toelichting VTV 2014 en Kamerbrief VWS landelijk gezondheidsbeleid Concept Positieve Gezondheid Wat is integraal gezondheidsbeleid?

Nadere informatie

Betreft : RAADSVOORSTEL - vaststelling jaarrekening 2006

Betreft : RAADSVOORSTEL - vaststelling jaarrekening 2006 Betreft : RAADSVOORSTEL - vaststelling jaarrekening 2006 Datum voorstel : 5 juni 2007 Raadsvergadering d.d. : 5 juli 2007 Volgnummer : 2007R0031, agendanummer 6 Taakveld : Financiën Portefeuillehouder

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel PvdA-GroenLinks

Initiatiefvoorstel PvdA-GroenLinks Initiatiefvoorstel PvdA-GroenLinks Onderwerp: social return en inbesteden Datum commissie: 6 juni 2013 Datum raad: Nummer: Documentnummer: Steller: Eric Dammingh Fractie: PvdA-GroenLinks Samenvatting Meedoen

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Onderwerp: Zienswijze tweede begrotingswijziging 2017 Orionis Walcheren

RAADSVOORSTEL Onderwerp: Zienswijze tweede begrotingswijziging 2017 Orionis Walcheren RAADSVOORSTEL Onderwerp: Zienswijze tweede begrotingswijziging 2017 Orionis Walcheren Voorstel Raad te besluiten: 1. de raad voor te stellen als zienswijze aan het Algemeen Bestuur van Orionis Walcheren

Nadere informatie

w gemeenu, ( ) o s t e r h o u t

w gemeenu, ( ) o s t e r h o u t WW w gemeenu, ( ) o s t e r h o u t NOTA VOOR DE RAAD Datum: 26 februari 2016 Onderwerp: Minimabeleid 2016 en verder Nummer raadsnota: Bl.0150661 Portefeuillehouder: Bijlagen: Ter inzage: Vissers 1. Minimabeleid

Nadere informatie

INFORMATIENOTITIE. College van Burgemeester en Wethouders. Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget

INFORMATIENOTITIE. College van Burgemeester en Wethouders. Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget INFORMATIENOTITIE AAN VAN ONDERWERP De leden van de Gemeenteraad College van Burgemeester en Wethouders Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget DATUM 7 maart 2019 BIJLAGE - REGISTRATIENUMMER

Nadere informatie

: dhr. J.L.M. Vlaar : drs M F C. Gadella-van Gils

: dhr. J.L.M. Vlaar : drs M F C. Gadella-van Gils RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering : 27 oktober 2016 Zaaknummer : 376584 Datum Raadsvergadering : 7 november 2016 Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid Evaluatiedatum;

Nadere informatie

Datum Agendapunt Documentnummer. 8 november 2016 R12S004/z

Datum Agendapunt Documentnummer. 8 november 2016 R12S004/z Datum Agendapunt Documentnummer 8 november R12S004/z160047580 Onderwerp 2e MARAP en 2e (meerjaren)begrotingswijziging Sociale Dienst Veluwerand (SDV) Raadsvoorstel Zeewolde Beoogd effect De Participatiewet

Nadere informatie

5 Werk en Inkomensondersteuning

5 Werk en Inkomensondersteuning 5 Werk en Inkomensondersteuning Wat mag het kosten Tabel 5-1 bedragen x 1.000 2018 2019 2020 2021 2022 actualisatie perspectief actualisatie BUIG 5,7 6,7 0,2 0,3 0,3 bijzondere bijstand/beschermingsbewind

Nadere informatie

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Wassenaar

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Wassenaar Evaluatie Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief 2015 2018 periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni 2016 Gemeente Wassenaar Oktober 2016 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 03 1.1 Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief

Nadere informatie

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015.

Voorstel van het college aan de raad. Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015. GEMEENTE OLDEBROEK Raadsvergadering d.d. 7 juli 2016 Onderwerp: Jaarverslag en Jaarrekening 2015. Voorstel van het college aan de raad Agendapunt Portefeuillehouder: mw. A.A.C. Groot Kenmerk: 247735 /

Nadere informatie

Conceptbegroting 2019 en Meerjarenbegroting tot 2022

Conceptbegroting 2019 en Meerjarenbegroting tot 2022 Conceptbegroting 2019 en Meerjarenbegroting tot 2022 Gemeenschappelijke Regeling Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten (VSV) RMC regio West-Kennemerland Inhoudsopgave Voorwoord 3 1 Conceptbegroting

Nadere informatie

Onderwerp: Jaarverslag en jaarrekening 2018 van Werkplein Fivelingo.

Onderwerp: Jaarverslag en jaarrekening 2018 van Werkplein Fivelingo. Raadsvergadering 24 juni 2019 Nr.: 10/14 AAN de gemeenteraad Onderwerp: Jaarverslag en jaarrekening 2018 van Werkplein Fivelingo. Portefeuillehouder: Wethouder B. Schollema. Ter inzage liggende stukken:

Nadere informatie

Participatiewet Nieuwe opgaven Uitgangspunten Financiële keuzes

Participatiewet Nieuwe opgaven Uitgangspunten Financiële keuzes Participatiewet Nieuwe opgaven Uitgangspunten Financiële keuzes Commissievergadering Sociaal Domein 30 september2014 1 Nieuwe opgaven voor Delft 1. Ondersteuning bieden aan (jonge) mensen met een arbeidsbeperking.

Nadere informatie

Programmabegroting

Programmabegroting Programmabegroting 2017-2020 Technische toelichting Planning en Control 3 oktober 2016 Structuur begroting Delft 4 hoofdstukken + Raad + Algemene dekkingsmiddelen + overhead* 12 doelstellingen (programma

Nadere informatie

Algemene Beschouwingen van de PvdA bij de Perspectiefnota

Algemene Beschouwingen van de PvdA bij de Perspectiefnota Algemene Beschouwingen van de PvdA bij de Perspectiefnota 2018-2021. Voorzitter, Deze laatste Perspectiefnota staat in teken van keuzes maken voor de langere termijn. Wij kunnen dan ook allerminst spreken

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders 3 juli Steller Documentnummer Afdeling. L. van der Hoeven Samenleving

Burgemeester en Wethouders 3 juli Steller Documentnummer Afdeling. L. van der Hoeven Samenleving Steller Documentnummer Afdeling L. van der Hoeven 00500000013405 Samenleving Doorkiesnummer Communicatie Portefeuillehouder Nee E.J. de Jonge Kabinet Brief bijgevoegd Te volgen procedure Nee Rubriek Advies

Nadere informatie

Advies aan de gemeenteraad

Advies aan de gemeenteraad Advies aan de gemeenteraad Postregistratienummer *19.0000078* 19.0000078 Raadsvergadering: 7 februari 2019 Onderwerp Kadernota 2020 WerkSaam Behandeld door/in Commissie Samenlevingszaken Datum 2 januari

Nadere informatie

PARTICIPATIE: ÓÓK IN OOST-GRONINGEN!

PARTICIPATIE: ÓÓK IN OOST-GRONINGEN! PARTICIPATIE: ÓÓK IN OOST-GRONINGEN! DOELEN VAN PARTICIPATIEWET ALLEEN TE HALEN ALS RIJK, PROVINCIE, GEMEENTEN, ONDERWIJS EN SOCIALE PARTNERS GEZAMENLIJK AAN DE SLAG GAAN! DE PARTICIPATIEWET IN OOST-GRONINGEN:

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare

Nadere informatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten: Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te

Nadere informatie

2. Globale analyse 2015

2. Globale analyse 2015 2. Globale analyse 2015 2.1. Tekort 2015 We zien dat de economie aantrekt. Dat zien we ook terug in Enschede. We nemen groei en dynamiek waar van bedrijven op de toplocaties (met name Kennispark en de

Nadere informatie

Algemene uitkering

Algemene uitkering Onderwerp Decembercirculaire 2010 van het Gemeentefonds. Beslispunten 1. De Decembercirculaire 2010 voor kennisgeving aan te nemen; 2. Op basis van de uitkomsten van de Decembercirculaire 2010 de begroting

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. 3. Inleiding. Agenda nr. 8

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. 3. Inleiding. Agenda nr. 8 Raadsvoorstel Agenda nr. 8 Onderwerp: Kennisnemen van het concept ondernemingsplan Werkbedrijf Atlant de Peel 2017-2018 Soort: Kaderstellend / informerend Opsteller: M.J.A. Lammers Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Scenario Participatiewet 2013-2016 Iedereen doet mee, niemand aan de kant

Scenario Participatiewet 2013-2016 Iedereen doet mee, niemand aan de kant Scenario Participatiewet 2013-2016 Iedereen doet mee, niemand aan de kant Inzet MEEWERKEN tegenprestatie naar vermogen optima forma Uitgangspunten: Huidige beleidsuitspraken Vraagstelling: Is dit betaalbaar

Nadere informatie

De verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers

De verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers De verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers VISIEDOCUMENT November 2015 OOGO De Liemers De samenwerkende gemeenten Duiven, Montferland, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar en de samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders 1 november Steller Documentnummer Afdeling. J. Cornielje z Samenleving

Burgemeester en Wethouders 1 november Steller Documentnummer Afdeling. J. Cornielje z Samenleving Burgemeester en Wethouders Steller Documentnummer Afdeling Samenleving Doorkiesnummer Communicatie Portefeuillehouder Nee G.M. Dijksterhuis Kabinet Brief bijgevoegd Te volgen procedure Nee Rubriek Advies

Nadere informatie

Begrotingswijziging Avres 2016

Begrotingswijziging Avres 2016 Begrotingswijziging Avres 1 Voorwoord: Inleiding: Bijgaand treft u de swijziging over aan van de Gemeenschappelijke Regeling Avres. Overeenkomstig de bepalingen in de Wet gemeenschappelijke regelingen

Nadere informatie

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen.

Agendapunt. Op grond van artikel 192 van de gemeentewet is de raad het bevoegd orgaan om de begroting tussentijds te wijzigen. RAADSVOORSTEL Agendapunt Raad 27 oktober 2016 Afdeling Middelen Voorstel nummer 2016.00077 Datum 27 september 2016 Onderwerp Tweede bestuursrapportage 2016 Programma Alle begrotingsprogramma's Inlichtingen

Nadere informatie

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen

Gezondheidsachterstanden. Gelijke kansen voor iedereen Gezondheidsachterstanden Gelijke kansen voor iedereen Goede gezondheid: niet voor iedereen Een goede gezondheid is een groot goed, voor de individuele burger én voor de samenleving als geheel. We worden

Nadere informatie

RMC regio Haaglanden. Extra kansen voor jongeren in een kwetsbare positie. Loes Evers en Monaim Benrida Ministerie van OCW 5 juni 2015

RMC regio Haaglanden. Extra kansen voor jongeren in een kwetsbare positie. Loes Evers en Monaim Benrida Ministerie van OCW 5 juni 2015 RMC regio Haaglanden Extra kansen voor jongeren in een kwetsbare positie Loes Evers en Monaim Benrida Ministerie van OCW 5 juni 2015 Programma Eerste deel Korte toelichting op brief extra kansen voor jongeren

Nadere informatie