Programmabegroting

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Programmabegroting"

Transcriptie

1 Programmabegroting

2 Inhoudsopgave Leeswijzer Inleiding Programma's... 9 Programma 1. Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie... 9 Programma 2. Samen leven en ondersteunen Programma 3. Leefbaarheid, duurzaam en groen Programma 4. Vrije tijd Programma 5. Veiligheid Programma 6. Dienstverlening en samenspraak Programma 7. Inrichting van de stad Overzicht Overhead Overzicht Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Vennootschapsbelasting Financiële begroting Paragrafen Lokale heffingen Weerstandsvermogen en risicobeheersing Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid Bijlagen Spelregels begrotingsbeleid Nieuw beleid Kerncijfers Reserves Voorzieningen Investeringen EMU-saldo Basisset verplichte indicatoren BBV Meetdefinities effectindicatoren Afkortingen en begrippen Verbonden partijen Wettelijke kaders Overzicht taakvelden Afschrijvingstermijnen

3 Leeswijzer Opbouw programmabegroting De Programmabegroting is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 1 bevat de inleiding met een algemene beschouwing op de huidige situatie en ambities van de gemeente. Hoofdstuk 2 behandelt de zeven programma s. Elk programma kent de volgende inrichting. Allereerst wordt schematisch een doelenboom getoond met op het hoogste niveau het te bereiken maatschappelijk effect. Daaronder volgen de te realiseren doelen en de effectindicatoren (= meetfactoren). Gekoppeld aan de doelenboom volgen tekstuele toelichtingen op het maatschappelijk effect, de doelstellingen en de effectindicatoren. Er wordt voortgebouwd op eerder door de raad vastgestelde effectindicatoren. Ook wordt per doelstelling een overzicht van de financiën (inclusief voorstel voor nieuw beleid) plus korte toelichting verstrekt. In aansluiting op de uitwerking van de doelenboom komen achtereenvolgens binnen een programma de volgende onderwerpen aan bod: - de strategische risico s, die de realisatie van de programmadoelstellingen mogelijk belemmeren; - de voorgestelde beleidswijzigingen opgenomen in het Coalitieakkoord ; - een financiële samenvatting van de totale lasten, baten en het saldo na resultaatbestemming in meerjarenperspectief Hierbij is het totaal saldo het verschil tussen lasten en baten. Indien sprake is van hogere baten dan lasten wordt dit in het saldo met een teken weergegeven; - aangenomen moties uit het voorjaarsdebat 2018 (inclusief de stand van zaken). Hoofdstuk 3 bevat het Overzicht Overhead. De wettelijke regelgeving (Besluit Begroting en Verantwoording/BBV) schrijft voor dat de overhead niet meer wordt toegerekend aan de programma's, maar apart wordt opgenomen in de begroting en jaarrekening. De definitie van overhead luidt: de kosten, die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primair proces. Hoofdstuk 4 gaat in op het Overzicht Algemene Dekkingsmiddelen. Hierin zijn de belangrijkste inkomstenbronnen van de gemeente opgenomen. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat de (Vennootschapsbelasting) VpBheffing moet worden begroot en verantwoord op een centrale post in de programmabegroting en jaarrekening. Dit staat in hoofdstuk 5 vermeld. Dit is nieuw ten opzichte van vorig jaar. Hoofdstuk 6 toont de financiële begroting Het presenteert een totaalbeeld van de opbouw van de financiële begroting en er wordt een overzicht van de financiële gevolgen van de voorgestelde beleidswijzigingen en dekkingsmaatregelen gegeven. Ook biedt het een overzicht van de wijze, waarop de saldi van de meerjarenbegroting verlopen. Vertrekpunt is de meest recent vastgestelde begroting Daarnaast is aandacht voor de Vrij inzetbare en de Reserve Investeringsfonds (de financiële vertaling van de lange termijnagenda van de gemeente). Hoofdstuk 7 behandelt de op grond van het BBV verplichte paragrafen. Deze paragrafen bevatten informatie over specifieke aspecten die aan de orde zijn bij alle of meerdere programma s en informatie over beheersmatige zaken. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de lokale heffingen, het weerstandsvermogen en risicobeheersing, het onderhoud van kapitaalgoederen, de financiering, de bedrijfsvoering, de verbonden partijen en het grondbeleid. Bepaalde informatie is niet binnen de programma s opgenomen, maar in afzonderlijke bijlagen ondergebracht. Het gaat om de volgende bijlagen in hoofdstuk 8: 1. Spelregels begrotingsbeleid 2. Nieuw beleid 3. Kerncijfers 4. Reserves 5. Voorzieningen 6. Investeringen 7. EMU-saldo 3

4 8. Basisset verplichte indicatoren BBV 9. Meetdefinities effectindicatoren 10. Afkortingen en begrippen 11. Verbonden partijen 12. Wettelijke kaders 13. Overzicht taakvelden 14. Afschrijvingstermijnen In aanvulling op de Programmabegroting 2019 voor de raad is op uitvoeringsniveau van het college per programma een overzicht van de producten, financiën en prestatie-indicatoren opgesteld. Dit overzicht wordt ter informatie aan de raad beschikbaar gesteld en is opgenomen in een losse bijlage. 4

5 1. Inleiding Grote maatschappelijke en financiële opgaven De gemeente Zoetermeer staat voor grote maatschappelijke en financiële opgaven. Van het bieden van passende woningen in een veilige, groene omgeving aan iedereen die in Zoetermeer wil (blijven) wonen tot de energietransitie, waarvoor stappen gezet moeten worden om in 2040 energieneutraal te kunnen zijn. Daarnaast zijn er de grote opgaven in het sociaal domein, zoals de jeugdzorg en de WMO. Alleen samen met de inwoners van Zoetermeer kunnen we deze opgaven het hoofd bieden. Daarbij wordt ook steeds meer van de inwoners zelf verwacht. Wij willen op de ontwikkelingen inspelen door dichter tegen de inwoners aan te kruipen en meer wijkgericht te gaan werken. De gemeente staat naast de inwoners en heeft dienstverlening hoog in het vaandel staan. Inwoners hebben naast wensen over veiligheid, leefbaarheid en ondersteuning ook kennis, ideeën en initiatieven om hun eigen leefomgeving mooier en beter te maken. Dat potentieel willen wij benutten. De financiële huishouding van de gemeente Zoetermeer staat onder druk. De tekorten voor 2018 en de jaren daarna zijn groter dan eerder verwacht. Het tekort is ruim 8,5 mln. De voornaamste reden is een groter tekort op jeugdhulp. De kosten zijn 4 mln. hoger dan begroot. De besparing uit het Actieplan kostenbeheersing jeugdhulp blijft 3,6 mln. achter. De extra kosten voor jeugdhulp hebben te maken met hogere tarieven in de jeugdhulp, een verschuiving naar duurdere zorgtrajecten en een toename van kinderen die hulp nodig hebben. Deze cijfers en ontwikkelingen worden verder geanalyseerd. Zoetermeer is helaas niet uniek met dit tekort op jeugdhulp, ook andere gemeenten in de regio hebben hiermee te maken. Deze financiële ontwikkelingen trekken een zware wissel op het aanpakken van de uitdagingen en opgaven voor onze stad. Echter, dit motiveert ons alleen maar meer om, samen met de raad en inwoners van Zoetermeer, ons maximaal in te zetten en daarmee samen zoveel mogelijk uitdagingen en opgaven tot een goed einde te brengen. Wij zoeken daarbij voortdurend naar de balans tussen het aanpakken van de opgaven van de stad en de financiële haalbaarheid ervan. Doel is om zo goed mogelijke resultaten te behalen binnen de financiële mogelijkheden. 1. Onderwijs en economie Wij willen studenten en jongeren binden aan onze stad. Het beroepsonderwijs is belangrijk voor de stad: het versterkt de kennis- en ambachtseconomie, trekt bedrijven en trekt studenten aan. Onderwijs, economie en arbeidstoeleiding (begeleiding naar economische zelfstandigheid) hangen sterk met elkaar samen. Wij willen de synergie tussen deze drie pijlers uitbreiden. We willen ook de verbinding bewerkstelligen tussen de verschillende onderwijsniveaus. Daarmee beperken we uitval. Speerpunt van beleid is het terugdringen van voortijdig schoolverlaten door een preventieve aanpak op het gebied van loopbaanbegeleiding, verzuim en zorg. Wij zien bedrijvigheid als de motor voor de stad. Bedrijven en lokale ondernemers zorgen niet alleen voor economische groei en werkgelegenheid in Zoetermeer, maar ook in de wijken en wijkwinkelcentra zorgen zij voor leefbaarheid en reuring. Een goed vestigingsklimaat en optimale bereikbaarheid van onze stad horen daarbij. In programma 1 Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie geven wij de inspanningen weer die ervoor moeten zorgen dat elke Zoetermeerder werkt, leert en of meedoet naar vermogen. 2. Sociaal domein, een sterke sociale basis De sociale basis bestaat uit wat bewoners zelf, met en voor elkaar doen, aangevuld met de professionele, georganiseerde sociale basisvoorzieningen. Sociale basisvoorzieningen raken aan álle aspecten van het dagelijkse leven: ontmoeting, onderwijs, opvoeding, werk, inkomen, gezondheid, wonen, bewegen, cultuur en veiligheid. Deze voorzieningen zijn laagdrempelig, iedereen kan er gebruik van maken. We onderzoeken hoe wij de onderlinge samenhang binnen het sociaal domein kunnen versterken en dichter bij de bewoner kunnen aanbieden. We denken daarbij aan het wijkgericht organiseren van zorg en welzijn. Voor ons draait het dus om de inwoner, met zijn of haar zorgvraag. Daaromheen organiseren we de zorg. Daarvoor sluiten we aan bij de wijkgerichte aanpak. Zo staan we dicht bij de inwoner en kunnen we bijdragen aan een sterke sociale basis voor iedereen. De vraag in de zorg neemt toe. Het aantal ouderen in Zoetermeer groeit en mensen leven langer. Ook het beroep op de jeugdzorg neemt toe. Daarnaast leidt een betere en zichtbare toegang tot meer zorg. 5

6 Om iedereen de zorg te kunnen bieden die nodig is, moeten we maatregelen nemen om de kosten beheersbaar te houden. Daarvoor is preventie een belangrijke inzet. Met programma 2 Samenleven en ondersteunen willen wij de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie vergroten. Daar geven we weer hoe we samen met zorgpartners de Transformatieagenda sociaal domein vormgeven: een nieuwe inrichting van het sociaal domein, met onder andere het Actieplan Jeugd, waarbij het college zich richt op kostenbeheersing, en de aanpak van armoede, met als uitgangspunt iedereen doet mee in de samenleving van Zoetermeer. 3. Energietransitie, Duurzaamheid en Groen Wij zetten de urgentie van de energietransitie kracht bij. Wij vinden de doelstellingen van het Klimaatverdrag van Parijs belangrijk en omarmen het Duurzaamheidspact dat Zoetermeerse politieke partijen hebben ondertekend. Wij willen samen met de inwoners, bedrijven, omgevingsdienst en woningcorporaties in Zoetermeer werken aan energietransitie. Het ruim aanwezige groen geldt als een kwaliteit van Zoetermeer. De voordelen van groen zijn eindeloos. Groen draagt bij aan een prettige woonomgeving, recreatie en een goed vestigingsklimaat. Ook het vermindert he de effecten van de klimaatverandering. Tegelijkertijd zijn de stadsnatuur en onze natuurgebieden kwetsbaar. Het groen en de stadsnatuur, in en om de stad vinden wij dan ook van toegevoegde waarde voor Zoetermeer. In het programma 3 Leefbaarheid, duurzaamheid en groen werken wij aan het bevorderen van een duurzame, veilige en aantrekkelijke leefomgeving in Zoetermeer. 4. Vrije tijd Zoetermeer is een veelzijdige stad voor actieve vrijetijdsbeleving, een stad waar het naast goed wonen en werken ook goed recreëren is. Wij vinden belangrijk dat inwoners zich kunnen ontwikkelen, veel kunnen beleven en elkaar kunnen ontmoeten. Een rijk verenigingsleven is van groot belang voor de sociale samenhang in de stad. Dit geldt voor sport, kunst, cultuur en andere vrijetijdsactiviteiten. Ons brede aanbod aan evenementen wordt voortgezet en er wordt een kunstroute door de stad gerealiseerd. In programma 4 Vrije tijd geven wij weer hoe wij het vrijetijdsklimaat stimuleren. Groepen vrijwilligers die ondersteunende taken uitvoeren verdienen ondersteuning. In 2019 opent het nieuwe museum zijn deuren, Terra verhuist naar de voormalige Kwikfitgarage en de plannen voor Gymworld zijn in een vergevorderd stadium. 5. Openbare orde en veiligheid Wij vinden het belangrijk dat iedereen in Zoetermeer veilig kan wonen, werken en ontspannen. Dankzij de inzet van politie, handhavers en inwoners is het met de veiligheid in Zoetermeer relatief goed gesteld. Maar het kan altijd beter. Criminaliteit en overlast zijn niet acceptabel en worden zoveel mogelijk aangepakt. Er zal een pilot met flexibel cameratoezicht worden gedaan. Verder zetten we in op het voorkomen van racisme en discriminatie. In programma 5 Veiligheid geven wij de investeringen en de maatregelen aan die de veiligheid en leefbaarheid in Zoetermeer bevorderen. 6. Wijkgericht werken en dienstverlening Wij willen er als bestuur zijn voor de inwoners in de stad. Met wijkgericht werken kruipen we dichter tegen de inwoner aan, ondersteunen we hun ideeën en initiatieven en pakken die samen met hen op. Gemeente Zoetermeer streeft voortdurend naar een hoog kwalitatief niveau van dienstverlening aan inwoners, bedrijven en organisaties. Hierbij hoort een flexibele, wendbare organisatie die soepel inspeelt op wat de stad nodig heeft. Door nieuwe technieken in te zetten, zoals zaakgericht werken, blockchain en andere ontwikkelingen willen we onze klanten snel, effectief en transparant bedienen. In programma 6 Dienstverlening en samenspraak geven wij weer hoe wij de inwoner centraal stellen, goede dienstverlening bieden en inwoners, bedrijven en organisatie actief betrekken bij beleid en projecten. 7. Schaalsprong, Samen de toekomst van Zoetermeer vormgeven Wij willen een antwoord bieden op de woningbouwopgave en ervoor zorgen dat de bestaande voorzieningen op peil blijven. Wij zien het belang van de versterking van de aantrekkelijkheid van Zoetermeer als vestigingsplaats voor bedrijven en inwoners. Het programma Samen de toekomst van Zoetermeer vormgeven geeft vorm aan de groei en toekomst van Zoetermeer, voor zowel de fysieke als sociale stadsontwikkeling. Dit programma is een 6

7 kwaliteitsimpuls voor de leefomgeving, het groen in en om de stad, de recreatieve voorzieningen (zwembad), biodiversiteit, gezondheid en welbevinden, verduurzaming en onderhoud aan bestaande wijken, energietransitie, sociale cohesie, bereikbaarheid en voorzieningen zoals winkels en scholen. Het gaat niet alleen om de groei met woningen en de zoekopgave tot , maar ook om de kwaliteit van bestaande wijken die verouderen en vergrijzen en daarom een kwaliteitsimpuls nodig hebben. Daarbij is een optimale bereikbaarheid van de stad een belangrijke voorwaarde, niet alleen per auto maar vooral via duurzaam openbaar vervoer. De verkeersveiligheid staat hierbij voorop. In programma 7 Inrichting van de stad wordt kwantitatief en kwalitatief richting gegeven aan Zoetermeer om een mooie, dynamische, functionele en bereikbare stad te blijven. Financieel perspectief op hoofdlijnen De raad is via het memo Voorbereiding Programmabegroting 2019 van 6 september 2018 geïnformeerd over de stijgende uitgaven in de Jeugdhulp Zorg in Natura. Dit heeft gevolgen voor de begroting 2019 en volgende jaren. Ook is aangegeven dat in het licht van de voorbereiding van de Programmabegroting 2019 nader beraad over te nemen maatregelen plaatsvindt. In de twee onderstaande tabellen is het Financieel perspectief op hoofdlijnen geschetst. Tabel 1.1 geeft de financiële situatie weer op basis van de beraadslagen in het Voorjaarsdebat over de Perspectiefnota 2019 en de vertaling van het Coalitieakkoord Ook zijn de financiële gevolgen van de meicirculaire (raadsmemo van 22 juni 2018) opgenomen. De bedragen per jaar vormen het totaal van de in deze Programmabegroting 2019 op programmaniveau opgenomen budgetten. Tabel 1.1 Financieel perspectief op hoofdlijnen * MJB doorkijk Omschrijving A Saldo Perspectiefnota 2019 (pag 4) Beleidsintensivering collegeprogramma Dekking coalitieakkoord Structurele gevolgen meicirculaire Saldo Perspectiefnota inclusief coalitieakkoord Raadsbesluiten mei/augustus B Financieel perspectief Programmabegroting In tabel 1.2 zijn de gevolgen van de structurele effecten uit het Tweede Tussenbericht 2018 op hoofdlijn weergegeven. De tabel toont het financieel perspectief, waarin de hogere kosten van jeugdzorg zijn opgenomen zonder aanvullende dekkingsmiddelen. 7

8 Tabel 1.2 Vooruitblik op afrondend begrotingsvoorstel * MJB doorkijk Omschrijving B Financieel perspectief Programmabegroting C Ontwikkelingen in financieel perspectief - Rentenota (raadsvoorstel in voorbereiding) Structurele effecten TB2 - jeugdhulp zorg in natura overige structurele effecten TB Totaal ontwikkelingen Dekkingsplan, in voorbereiding tbv afrondend begr voorstel D Voorlopig begrotingssaldo voor dekkingsplan 2019 (B+C) Uit bovenstaande tabel komt naar voren dat het begrotingssaldo 2019 en volgende jaren grote tekorten laat zien. Het verwachte begrotingstekort is niet op te lossen met beperkte aanpassingen in beleid of efficiency. De zoektocht naar dekking van de tekorten richt zich niet alleen op kortetermijnoplossingen, maar zeker ook naar oplossingen op langere termijn. En dat vraagt doorlooptijd: het is niet mogelijk om al in deze programmabegroting een beeld te geven van de uitkomsten van onze eerste inventarisatie van mogelijke dekkingsmaatregelen. Voor het herfstreces (uiterlijk 18 oktober 2018) stuurt het college een afrondend begrotingsvoorstel naar de raad voor het begrotingsdebat in november. In dat voorstel wordt ingegaan op dekkingsvoorstellen op korte termijn (2019) en een plan van aanpak over hoe de structurele dekkingsmaatregelen worden gevonden. Gelet op de omvang van het tekort en de benodigde doorlooptijd om dekkingsmaatregelen door te voeren zal sprake zijn van in ieder geval tijdelijke begrotingstekorten in de meerjarenbegroting. De omvang van de reserve vrij inzetbaar is onvoldoende om de verwachte tijdelijke tekorten te dekken. Sterker, de stijging van de jeugdkosten treedt al op in 2018 waardoor een hoger tekort ontstaat dan het eerdere geprognotiseerde rekeningsresultaat Dit betekent ook dat vanaf 2019 geen vrije reservemiddelen meer beschikbaar zijn als tijdelijke dekking. Gezocht wordt naar mogelijkheden voor structurele dekking van 8 à 9 mln. voor de komende jaren. De Programmabegroting 2019 en het Afrondend begrotingsvoorstel 2019 vormen samen de begrotingsstukken voor het begrotingsdebat op 5 en 11 november a.s. 8

9 2. Programma's Programma 1. Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie Iedereen werkt, leert en/of doet naar vermogen mee 1.1 Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren 1.2 Beperken uitval onderwijs 1.3 Bevorderen van een beter ondernemersklimaat 1.4 Bevorderen groei werkgelegenheid 1.5 Stimuleren duurzame arbeidsparticipatie 1.6 Voorzien in noodzakelijke middelen van bestaan Leerwinst VVE-kinderen Tevredenheid partners over samenwerking onderwijs en arbeidsmarkt % Voortijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie Rapportcijfer bedrijfsleven Toename aantal arbeidsplaatsen % Arbeidsparticipatie Uitstroom naar school Uitstroom naar werk Aantal bijstandsuitkeringen Deeltijd werkenden met uitkering Bereik minimaregelingen als % van de doelgroep Maatschappelijk effect programma Iedereen werkt, leert en/of doet naar vermogen mee Inclusieve stad Zoetermeer is van iedereen, samen en in verbinding met elkaar maken we de stad. We streven naar een uitnodigende samenleving waar je talenten centraal staan, waarin je als mens meetelt en mee kunt doen. Dit betekent een hoogwaardig en gevarieerd onderwijsaanbod als basis en een sterke economie met een inclusieve arbeidsmarkt waar voor iedereen de juiste plek is. Een doorlopende ontwikkelingslijn vanaf de kinderopvang is cruciaal. Hierdoor krijgen kinderen en jeugdigen een goede start om zich maximaal te ontplooien ongeacht hun omstandigheden. Door een goede aansluiting onderwijs en jeugdhulp wordt voortijdig schooluitval voorkomen. Toekomstgericht onderwijs sluit ook aan op ontwikkelingen binnen bedrijven en zorgt voor een continue instroom van goed opleid personeel. De koppeling van beroepsonderwijs aan de arbeidsmarkt wordt gerealiseerd door o.a. innovatieve leerwerkomgevingen, met name op het gebied van ICT, techniek en zorg. Het bieden van werk en begeleiding aan mensen met een (grote) afstand tot de arbeidsmarkt vraagt extra inspanningen van de werkgever. Niet elke werkgever is daartoe in staat of bereid. Maar om de inclusieve arbeidsmarkt te realiseren zijn de werkgevers die deze extra stap willen zetten cruciaal. We maken werk van het realiseren van arbeidsplaatsen bij deze werkgevers. Die kunnen hierbij vertrouwen op een goede match en professionele ondersteuning door ervaren jobcoaches. We minimaliseren regels en rompslomp. Deze werkgevers die zich extra inspannen bieden we voordelen, doordat ze onderdeel uitmaken van het netwerk van SEBO-ondernemers. Dit doen we door middel van het SEBO (Sociaal Economisch Betrokken Ondernemen) keurmerk en alle voordelen die daarmee samenhangen. Het stimuleren van 9

10 sociaal ondernemerschap bevindt zich in de voorbereidende fase met de Maatschappelijke AEX (MAEX, en we intensiveren het gebruik van maatschappelijk rendement halen uit aanbestedingen (SROI). Binnen de arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal werken we samen met het UWV en de andere gemeenten om de inclusieve arbeidsmarkt te bereiken over de gemeentegrenzen heen en om de dienstverlening aan werkgevers zo eenvoudig en eenduidig mogelijk te laten zijn Doelstellingen van dit programma Doelstelling 1.1 Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren Door te verbinden en samen te werken met onderwijs, kinderopvang en andere instellingen creëert de gemeente een inclusief klimaat in Zoetermeer waarin jeugdigen veilig en gezond kunnen opgroeien, optimaal kunnen leren en zich kansrijk kunnen ontwikkelen tot zelfstandige, participerende, sociale inwoners. Gelijke kansen bieden staat hierbij centraal, waarbij we letten op de mogelijkheden en talenten van kinderen en jongeren en dat zij niet beperkt worden door hun omstandigheden. Daarnaast is het van belang dat we vroegtijdig signaleren als jeugdigen achterblijven in hun ontwikkeling of zich in een kwetsbare positie bevinden, zodat tijdig ondersteuning georganiseerd kan worden. Het is belangrijk dat ieder kind een zo goed mogelijke start kan maken op de basisschool. Met de inzet van voor- en vroegschoolse educatie (VVE) zet de gemeente samen met scholen, kinderopvang en andere partners in op het stimuleren van gelijke kansen bij (jonge) kinderen en het verder voorkomen van een tweedeling. In 2019 zullen de eerste stappen gezet worden om te gaan voldoen aan de nieuwe wettelijke eisen, zoals het verhogen van het aantal uur VVE voor kinderen met een risico op (taal)ontwikkelingsachterstanden. We willen één doorgaande ontwikkelingslijn realiseren met voor zoveel mogelijk kinderen een voorschoolse voorziening, en waar nodig specifieke aandacht op maat. Daarvoor wordt bijvoorbeeld ingezet op leerlingenvervoer; onderwijsbegeleiding; vroegtijdige hulp; hulp om basisvaardigheden te verwerven op taal- en rekengebied op volwassen leeftijd. Jongeren krijgen de juiste begeleiding naar een zo hoog mogelijk niveau van onderwijs, passend bij ieders individuele capaciteiten, zo mogelijk met een startkwalificatie. Samen met scholen en het bedrijfsleven zorgen we ervoor, dat jongeren zo goed mogelijk voorbereid de arbeidsmarkt kunnen betreden. Onder andere de energietransitie biedt bij uitstek zo n maatschappelijke uitdaging die hiermee te verbinden is. Binnen het Living Lab Palenstein is vanuit het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Smart Technology gestart met vernieuwend techniekonderwijs op vmbo en mbo-niveau en wordt verbreding gezocht naar hbo. Vanuit een nieuw te realiseren technische leerwerkomgeving wordt ingezet op een doorlopende ontwikkelingslijn van jong tot oud. Goed onderwijs is gebaat bij passende, duurzame en toekomstbestendige huisvesting met een fris en gezond binnenklimaat. Wij richten ons op het creëren van een goede kwaliteit en kwantiteit van onderwijshuisvesting. Scholen moeten duurzame efficiënte gebouwen zijn die een gezonde, inspirerende leeromgeving aan jeugdigen bieden, maar ook gebouwen waar samenwerking rond het kind gestimuleerd wordt, zoals bij de vorming van integrale kindcentra. In de integrale kindcentra komen opvoeding, educatie en ondersteuning bij elkaar. Het zijn de veilige en rijke ontwikkelplekken voor kinderen in de wijk. Effectindicator 1.1 Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren % VVE-kinderen dat een meer dan gemiddelde leerwinst boekt Realisatie Bron 48% > 50% > 50% >50% >50% Jaarlijkse monitor VVE Zoetermeer Tevredenheid van partners over de samenwerking onderwijs en arbeidsmarkt tevreden goed goed goed goed Gesprekken met partners 10

11 Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren Het merendeel van dit budget is bestemd voor onderwijshuisvesting. Daarnaast worden o.a. de kosten voor leerlingenvervoer, ontwikkeling kinderopvang, brede school, schoolbegeleiding en onderwijsachterstanden uit dit budget bekostigd. Doelstelling 1.2 Beperken uitval in het onderwijs Elk kind en jongere willen we in beeld hebben en een passende plek bieden door preventie in de basis en extra aandacht en ondersteuning waar nodig is. Speerpunt van beleid is het terugdringen van voortijdig schoolverlaten door een preventieve aanpak op het gebied van loopbaanbegeleiding, verzuim en zorg. Zoetermeer sluit zich aan bij de ambitie van het landelijke Thuiszitterspact. Dat betekent dat in 2020 geen enkel kind langer dan drie maanden thuiszit zonder passend aanbod van onderwijs en/of zorg. Daarvoor worden flexibele onderwijs-jeugdhulparrangementen in en nabij de school ontwikkeld. Hierbij is het uitgangspunt: normaliseren in plaats van problematiseren. Over de voortgang aanpak thuiszitters wordt gerapporteerd in het jaarverslag leerplicht en Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC). Uitval in het onderwijs wordt ook beperkt door goede samenwerking en aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt, zowel lokaal als regionaal. We vergroten de kansen van jongeren door hen in contact te brengen met werkgevers tijdens beroepenmanifestaties On Stage (vmbo) en The Next Step (speciaal onderwijs). Ook creëren we innovatieve leeromgevingen waar studenten in de praktijk meewerken aan de nieuwste ontwikkelingen en kunnen (kwetsbare) jongeren via betaalde leerbanen (BBL) alsnog hun startkwalificatie behalen. Vanaf 2019 worden jongeren zonder startkwalificatie die al langer het onderwijs verlaten hebben structureel gevolgd (aanscherping RMC-wetgeving voortijdig schoolverlaten). Zij worden proactief benaderd wanneer er geen inkomen of dagbesteding meer bekend is (de zgn. jongeren uit beeld). Hierbij is extra aandacht voor de kwetsbare jongeren vanuit het praktijk- en speciaal onderwijs. Eind 2018 vindt de eerste nulmeting plaats (lokaal en regionaal). Effectindicator 1.2 Beperken uitval in het onderwijs Voortijdige schoolverlaters zonder startkwalificatie (vsv-ers) in het afgelopen schooljaar: als % van alle deelnemers aan het vo en mbo onderwijs Realisatie Bron 2,4% 2,6% 2,6% 2,5% 2,4% VSV-Atlas (OCW) Jaarverslag leerplicht/ RMC Het behaalde resultaat in 2017 (2,4%) ligt onder de genoemde streefwaarde voor dat jaar (2,7%). Inspanningen zijn erop gericht dit positieve resultaat vast te houden en zo nog mogelijk verder te laten dalen. 11

12 Financiën Bedragen x Begroting Doelstelling Beperken uitval in het onderwijs Dit budget wordt grotendeels ingezet op uitvoering leerplicht, het terugdringen van voortijdig schoolverlaten en schoolmaatschappelijk werk. Doelstelling 1.3 Bevorderen van een beter ondernemersklimaat Bedrijvigheid is de motor voor onze stad. Bedrijven en lokale ondernemers zorgen voor economische groei en werkgelegenheid maar ook voor leefbaarheid en reuring. Bedrijven kiezen voor ons vanwege de centrale ligging in de regio, de goede bereikbaarheid en goed opgeleid personeel. Deze vestigingsvoorwaarden zijn belangrijk en het college wil hierin verder investeren. Zoetermeer is ook onderdeel van een belangrijke economische regio. Door een actieve rol binnen de MRDH in te nemen, zorgen we er voor dat Zoetermeer en de regio zijn economische positie kan versterken. Dit biedt tevens de kans om de grote uitdagingen als de energietransitie en circulair werken (van afval naar grondstof) stevig aan te pakken. Daarnaast wordt het beleid vernieuwd om beter aan te sluiten op de huidige eisen en wensen van ondernemers. Er lopen hiertoe meerdere trajecten (zoals gastvrije Binnenstad, horecanota, detailhandelsbeleid, visie Dorpsstraat, retaildeal, actieplan economie) inclusief samenspraak om dit te realiseren. Effectindicator 1.3 Bevorderen van een beter ondernemingsklimaat Realisatie Bron Rapportcijfer bedrijfsleven voor het 6,9-7,2 - - Zoetermeerse ondernemersklimaat De ondernemerspeiling wordt elke twee jaar uitgevoerd. Ondernemerspeiling Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen van een beter ondernemersklimaat Het budget wordt o.a. ingezet voor (strategisch) beleid, maatregelen voor het versterken van het ondernemersklimaat en beheer van de warenmarkten. Er zijn inkomsten geraamd voor reclameopbrengsten en marktgelden. In 2018 is tijdelijk budget opgenomen voor subsidiëring KIZ en budget voor het uitbouwen van het Dutch Innovation Park (DIP). Doelstelling 1.4 Bevorderen groei werkgelegenheid Met de groei en de ontwikkeling van woningen met een zoekopgave tot woningen voor de komende jaren moet ook ruimte blijven voor bedrijvigheid. Dit vraagt om scherpe keuzes voor het juiste bedrijf op de juiste plek en scherpe keuzes over de modernisering van onze bedrijven- en kantorenlocaties. Op basis van Op basis van Positionpaper bedrijventerreinen wordt een strategisch plan opgesteld waarin de behoefte aan (boven) lokale bedrijventerreinen en kantoorlocaties wordt voorgesteld in relatie tot de woningbouwopgave in de stad en de daaraan gekoppelde behoefte aan extra arbeidsplaatsen. 12

13 Effectindicator 1.4 Bevorderen groei werkgelegenheid Realisatie Bron Toename aantal arbeidsplaatsen Gemeentelijke database Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen groei werkgelegenheid Het budget wordt o.a. ingezet voor accountmanagement en budget voor stimuleringsmaatregelen. Doelstelling 1.5 Stimuleren duurzame arbeidsparticipatie Ontwikkelingen arbeidsmarkt Een specifiek voor Zoetermeer of Zuid Holland Centraal opgestelde arbeidsmarktanalyse met recente ontwikkelingen is niet beschikbaar. Landelijk en regionaal en in Zoetermeer tekenen zich de volgende trends af. De arbeidsmarkt herstelt volgens de middellangetermijnverkenning van het CPB. De groei van de werkgelegenheid en die van het arbeidsaanbod zijn gematigd. Per saldo overstijgt de werkgelegenheidstoename de toename van het arbeidsaanbod leidend tot een daling van de werkloosheid. In de publieke sector is er nog geen groei in werkgelegenheid. In de marktsector leidt de gestaag aantrekkende economie tot een groei van de vraag naar arbeid, om de toegenomen productie te kunnen realiseren. De groei van het arbeidsaanbod is in historisch perspectief gematigd. De potentiële beroepsbevolking groeit minder hard en de inhaalgroei van de arbeidsparticipatie van vrouwen vlakt af. De arbeidsparticipatie van 50-plussers, van vrouwen van middelbare leeftijd en zij die door de verhoogde AOW leeftijd langer doorwerken blijft wel stijgen. Ook leidt de verhoogde instroom van asielzoekers geleidelijk tot een stijging van het arbeidsaanbod. De economische groei heeft een vertraagd effect op de werkgelegenheid. 13

14 Uitstroomkansen uit de bijstand Het gezamenlijk effect van de gematigde werkgelegenheidstoename en de iets kleinere stijging van arbeidsaanbod is dat de werkeloosheid minder snel daalt dan de economische groeicijfers doen vermoeden. Daarmee zijn de uitstroommogelijkheden uit de bijstand duidelijk aanwezig, maar beperkt. De sociale partners en de overheid hebben gezamenlijk drie programma s lopen gericht op groepen, waarvan we weten dat ze het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt: vijftigplussers, migranten en mensen met een arbeidsbeperking. Deze groepen maken in toenemende mate deel uit van het bijstandsbestand. Visie op re-integratie We streven ernaar dat mensen zelfstandig meedoen en in hun bestaan kunnen voorzien. Het hebben van betaald werk is daarbij belangrijk. Zoveel als mogelijk is dat een baan voor langere tijd, maar ook kortdurend en parttime werk telt mee. We spreken ondernemers middels een integrale werkgeversbenadering aan op hun bijdrage in het realiseren van een inclusieve arbeidsmarkt. We faciliteren hun behoefte aan personeel door ondernemersgericht en efficiënt te werken. Bij detacheren in het kader van re-integratietrajecten bieden we aantrekkelijke en marktconforme prijzen aan. Het hebben van werk is belangrijk voor het realiseren van economische zelfstandigheid en maatschappelijke participatie. Bij onze re-integratie inspanningen richten we ons op drie invalshoeken. Allereerst voorkomen dat mensen een uitkering moeten aanvragen door ze aan de voorkant actief te verwijzen, op eigen kracht aan te spreken en te bemiddelen naar banen. Ten tweede: als ze toch een uitkering nodig hebben, ondersteunen we hen in de ontwikkeling tot zelfstandigheid en het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt. Dit met als hoofddoel uitstroom naar werk of school. Speciale aandacht krijgen daarbij de nieuwe doelgroep arbeidsbeperkten en de vergunninghouders. Voor deze laatste groep is een intensief begeleidingsprogramma opgezet om ze snel mogelijk te laten participeren en naar werk toe te leiden. We gaan uit van beperkte instroom in Ten derde: voor mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt zetten we actief in op sociale activering. Wij vinden dat het hebben van werk voor iedereen van groot belang is en verwachten dat iedereen naar vermogen meedoet. We willen dan ook investeren om het voor werkgevers aantrekkelijk te maken om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt aan te nemen. De afgelopen twee jaar zijn verschillende maatwerkpraktijken ontwikkeld voor mensen met een grote en veelal onoverbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt. Het gaat hierbij om mensen met domein overstijgende complexe problematiek. In de aanpak draait het om aandacht, tijd, de relatie met de klant en maatwerk. Uit het evaluatieonderzoek het begint met aandacht blijkt dat het werkt. De aanpak maakt het mogelijk op verschillende leefgebieden als bijvoorbeeld gezondheid, armoede, sociale contacten en werk, verbeteringen tot stand te brengen. Om meer specifiek en over langere periode te kunnen duiden waar het rendement zit, vindt de aankomende periode longitudinaal onderzoek plaats. De aanpak aandacht werkt wordt conform het coalitieakkoord verder doorontwikkeld en onderdeel van het re-integratiebeleid. Samenvattend is ons uitgangspunt maximale arbeidsparticipatie, zo mogelijk duurzaam. Onze ambitie is om ondanks de toename van minder kansrijken in het bestand een zo groot mogelijke uitstroom van bijstandsgerechtigden te realiseren. Dit kan zijn volledige uitstroom of gegeven de flexibilisering van de arbeidsmarkt meer parttime uitstroom. Voldoende werkgelegenheid is daarbij essentieel. Bij het realiseren van uitstroom uit de bijstand lopen we tegen twee zaken aan. Enerzijds zien we de bestandsopbouw verslechteren en anderzijds een stijgend arbeidsaanbod van niet bijstandsgerechtigden. Getalsmatig zal de volledige uitstroom uit de bijstand lager zijn dan in de voorgaande jaren. 14

15 Toekomst DSW/Zoetermeers werkbedrijf De gemeenten Leidschendam-Voorburg, Rijswijk en Zoetermeer zijn voornemens de gemeenschappelijke regeling DSW te beëindigen. Na initiërende besluitvorming hierover en de opbouw van het Zoetermeerse werkbedrijf worden de plannen voor opheffing en opbouw uitgewerkt en ter finale besluitvorming voorgelegd met als oogmerk om in 2021 de relevante activiteiten van de DSW over te dragen aan het Zoetermeerse werkbedrijf. Met de positieve besluitvorming over het Bedrijfsplan DSW heeft het bestuur verbetermaatregelen genomen om toekomstige tekorten te beperken. Effectindicator 1.5 Stimuleren duurzame arbeidsparticipatie Realisatie Bron % arbeidparticipatie 70,4% 72,5% 73,9% 73,9% 72,5% CBS Uitstroom naar werk Deeltijd werkenden met uitkering 837* Uitstroom naar school * gecorrigeerd voor nihil inkomsten t.o.v. jaarrekening 2017 Suites4 Sociaal Domein Suites4 Sociaal Domein Suites4 Sociaal Domein Zoals gebruikelijk wordt het herstel van de economie pas met vertraging zichtbaar in de werkloosheidsdaling en nog later in de bijstandscijfers. Wij verwachten t/m 2019 nog een grote uitstroom te realiseren. In de jaren daarna wordt de uitstroom getalsmatig minder.het bijstandsvolume daalt door de verminderde instroom en grotere uitstroom en ook het aantal deeltijd werkenden met uitkering. Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Stimuleren duurzame arbeidsparticipatie Het budget wordt ingezet om werkzoekenden te laten participeren op de arbeidsmarkt, uitstroom naar school, sociale activering en bijdragen aan de gemeenschappelijke regeling DSW. Doelstelling 1.6 Voorzien in noodzakelijke middelen van bestaan Deze doelstelling is onderverdeeld in algemene bijstand (levensonderhoud) en anderzijds uit bereik van onze lokale minimaregelingen (armoedebeleid). Levensonderhoud We voorzien in een vangnet voor levensonderhoud voor wie dat nodig heeft. Daar waar mogelijk voorkomen we dat een uitkering nodig wordt. We zoeken voortdurend naar mogelijkheden om mensen effectief te laten uitstromen uit de bijstand, naar scholing, werk, of te laten meedoen. Waar nodig biedt de bijstandsverstrekking het noodzakelijke vangnet. We zien streng toe op rechtmatigheid van de verstrekte uitkeringen. Met preventie, uitstroombevordering en rechtmatigheid sturen we op het volume bijstandsgerechtigden. Armoedebeleid en schuldhulpverlening Iedereen doet mee in de samenleving van Zoetermeer. We ondersteunen daarom inwoners die te maken hebben met armoede zoveel mogelijk met voorzieningen zoals de Zoetermeerpas, de bijzondere bijstand en de collectieve ziektekostenverzekering. We beseffen dat scholing en werk belangrijk zijn voor het voorkomen van armoede bij volwassenen en kinderen. Daarnaast moeten 15

16 kinderen in armoede ook gewoon kind kunnen zijn: spelen, sporten, en meedoen aan culturele activiteiten. We willen inwoners zoveel mogelijk ondersteunen bij geldproblemen en schulden. Mensen moeten een nieuwe kans krijgen. Een effectieve en preventieve schuldhulpverlening vormgegeven samen met onze partners is hiervoor een vereiste. Dit doen we door in onze dienstverlening zo min mogelijk drempels op te werpen en extra tijd en aandacht te hebben voor het gesprek met de klant. Eerst een gesprek dan de formulieren. De uitgangspunten voor het armoede- en schuldenbeleid zijn: 1. Drempel verlagen Uitvoeringsactiviteiten Verbeteren website, uitnodigend, eenvoudig contactformulier, aandacht voor LVB en laaggeletterdheid. Inzet social media d.m.v. een communicatiekalender Armoede en Schulden. Digitalisering ZoetermeerPas. Extra aandacht voor jongeren en gezinnen met kinderen (kindpakket, Klijnsmagelden). 2. Aandacht werkt Uitvoeringsactiviteiten Investeren in intake gesprek. Gesprekken voeren m.b.v. praatplaat, aandacht voor stress en effecten daarvan. Informatie op het juiste moment geven. Aandacht voor nazorg, zodat mensen duurzaam het schuldhulpverleningstraject afronden. Nieuw contract budgetbeheer volgens uitgangspunten dienstverlening. Onderzoek naar haalbaarheid gemeentelijke bewindvoering (gedeeltelijke). 3. Voorkomen is beter Uitvoeringsactiviteiten Vroegsignalering (Eerder Melden, Minder Achterstanden). Voorspellende preventie, voortzetting pilot SHM in Informatie en advies rol gemeente richting inwoners met kans op problematische schulden proactief invullen. Werkgevers ondersteunen bij preventie en aanpak van schulden bij werknemers. 4. We doen het samen Uitvoeringsactiviteiten Opzoeken, kennis bevorderen en uitwisseling met ketenpartners. Samenwerking in BOAZ. Aandacht voor positie vrijwilligersorganisaties. Handhaving Inzet op naleving van en handhaving zorgen ervoor dat geld en ondersteuning terecht komt bij de mensen die dat nodig hebben. Met naleving en handhaving worden ook de kosten voor bijstand teruggedrongen. Bij de uitvoering van de Participatiewet zetten we onverminderd in op het voorkomen van fouten en misbruik en waar nodig het aanpakken van fraude. In lijn met de handhavingskoers van het kabinet onderzoeken we daarbij ook de mogelijkheden om datagestuurd fouten en fraude te voorkomen en op te sporen. Effectindicator 1.6 Voorzien in noodzakelijke middelen van bestaan Realisatie Bron Aantal bijstandsuitkeringen Bereik minimaregelingen uitgedrukt in % doelgroep 65% 67% 67% 67% 67% Suites4 Sociaal Domein Gemeentelijke administratie 16

17 Als effectindicator van armoedebeleid is gekozen voor het gemiddelde bereik van die gemeentelijke inkomensondersteunende voorzieningen, waarvan we willen dat iedereen in de doelgroep er gebruik van maakt: kwijtschelding van gemeentelijke heffingen, (tegemoetkoming in) de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering en de ZoetermeerPas. Niet meegenomen in de indicator bereik is de bijzondere bijstand (waaronder individuele inkomstentoeslag), omdat voor het verstrekken daarvan altijd individueel wordt gekeken of bijzondere bijstand aan de orde is (is er sprake van noodzakelijke kosten? Nee, dan wordt niet verstrekt). Er is dus niet op een meetbare manier iets te zeggen over het gewenste bereik van bijzondere bijstand. Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Voorzien in noodzakelijke middelen van bestaan Het budget wordt ingezet voor uitkeringen levensonderhoud (bijstand), armoedebeleid (inkomensondersteunende voorzieningen zoals bijzondere bijstand of de ZoetermeerPas, maar ook ondersteuning van partners bijvoorbeeld) en voor zaken als handhaving Risico's De realisatie van de doelstellingen 1.5. en 1.6 staat onder druk door de veranderende samenstelling van het bestand. Er stromen minder 'kansrijken' - mensen met een kortere afstand tot de arbeidsmarkt - in en meer 'minder kansrijken' - mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt- dan voorheen Beleidswijzigingen Verbind jongeren aan de stad De bedoeling is om jongeren die gaan studeren aan de stad te binden. Versterking hoger onderwijs, kenniseconomie en arbeidsmarkt Om in 2019 en verder met (mbo-)onderwijs in te kunnen blijven zetten op innovatieve leerwerkomgevingen en doorlopende leerlijnen, juist rondom techniek en zorg vanwege de tekorten in die sectoren, is voortzetting van dit beleid, in lijn met het regeerakkoord, gewenst. Door de ontwikkeling van de gemeente Zoetermeer tot living lab, wordt de stad een levensechte experimenteerruimte met meerdere, in de tijd wisselende, locaties, zogenaamde innovatielabs. Living lab Zoetermeer is inzetbaar voor IT-gerelateerde thema s, maar nadrukkelijk ook breder, zoals voor bijvoorbeeld jeugdhulp. De opbouw en inrichting van de labs en deelname aan een kennisnetwerk van het lectoraat jeugdhulp Transformatie en effectiviteit vragen om gemeentelijke bijdragen. Masterplan gasvrije, energie neutrale schoolgebouwen Het is een grote opgave om de hele gebouwde omgeving aardgasvrij en energie neutraal te maken. Voor het opstellen van een masterplan verduurzaming onderwijs en de ontwikkeling hiervan is budget beschikbaar. Daarnaast wordt gestart met het nemen van maatregelen, zoals het plaatsen van zonnepanelen op de daken van de accommodaties. Uitvoeringsbudget economische zaken Het economische beleid wordt geïntensiveerd. Het extra uitvoeringsbudget draagt bij aan bij aan de sociaal-economische beleidsambities om enerzijds Zoetermeer te positioneren als aantrekkelijke vestigingsplaats voor ondernemers binnen het grotere geheel van de MRDH regio. Daarnaast betekent verdere uitrol van het starters- en small business programma dat er ook kansen worden voorbereid voor nieuwe innovatief ondernemerschap en voor uitstroom uit een uitkeringssituatie. 17

18 Voortzetting extra inzet voor afstemming binnen de MRDH De extra inzet voor afstemming binnen de MRDH wordt gecontinueerd. Directe output van strategische inzet in de regio is een aantal toegekende bijdragen vanuit MRDH op het gebied van de energietransitie in relatie tot onderwijs, een bijdrageregeling versterking economisch vestigingsklimaat Next Generation Woonwijken en een bijdrageregeling economisch vestigingsklimaat Smart Manufacturing en een bijdrageregeling detailhandel Schuldhulpverlening Voor de komende vier jaar is per jaar (extra) opgenomen voor schuldhulpverlening. Dit geld is bedoeld voor voortzetting van de beleidsintensivering die vier jaar geleden is ingezet. Sociale activering Aandacht werkt Het betreft de voorzetting van het inzetten van maatwerk voor de doelgroep bijstandgerechtigden met een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt. Financiën Bedragen x Nieuw beleid (financieel) Verbind jongeren aan de stad Versterking hoger onderwijs, kenniseconomie en arbeidsmarkt Masterplan gasvrije en energie neutrale schoolgebouwen Uitvoeringsbudget economische zaken Voortzetting extra inzet voor afstemming binnen de MRDH Schuldhulpverlening Sociale activering Aandacht werkt Saldo Financieel samengevat Programma 1. Onderwijs, economie, arbeidsparticipatie Rekening Begroting Bedragen x Totaal lasten programma Totaal baten programma Resultaat Aangenomen moties voorjaarsdebat Motie Inzichtelijkheid in- en uitstroom bijstand Verzoekt het college: Vanaf de volgende perspectiefnota duidelijk in deze te specificeren hoeveel nieuwe bijstandsaanvragen er binnen zijn gekomen en hoeveel van de bijstandsgerechtigden van het jaar ervoor duurzaam werk hebben gevonden, eventueel met hulp van de gemeente. Stand van zaken: De afhandeling van de motie is in de planning opgenomen. Over de wijze waarop en de criteria waarmee het aantal nieuwe bijstandsaanvragen en de duurzame uitstroom zichtbaar gemaakt worden, zal in het najaar een college memo worden ingediend. 18

19 Motie A Innovatieprogramma circulaire economie Draagt het college op: - binnen het programma economie expliciet aandacht te hebben voor circulaire economie; - ook in regionaal verband het gesprek aan te gaan over circulaire economie en daarbij onder andere gebruik te maken van de bestuurscommissie economisch vestigingsklimaat; - vóór het voorjaarsdebat van 2019 aan de raad te rapporteren welke stappen zijn gezet. Stand van zaken: De afhandeling van de motie is in de planning opgenomen en de afhandeling wordt voorzien voor uiterlijk 1 mei

20 Programma 2. Samen leven en ondersteunen Vergroten zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie 2.1 Bevorderen vroegtijdige, toegankelijke, passende en effectieve jeugdhulp 2.2 (Langer) zelfstandig wonen 2.3 Bevorderen gezondheid, veiligheid en welbevinden 2.4 Meedoen naar vermogen (ongeacht aard v/d beperking) Afname gemiddeld budget maatwerkondersteuning per cliënt % cliënten dat tevreden is over de kwaliteit van het ondersteuningsaanbod % dat vindt dat de ondersteuning past bij de hulpvraag % mensen met gevoel van eenzaamheid % mensen dat een goede gezondheid ervaart Afname gemiddelde leeftijd bij instroom en uitstroom in jeugdhulp Toename aantal consultvragen Veilig Thuis tov aantal meldingen Veilig Thuis Toename aantal matches in de Verwijsindex Afname aantal jaar dat een jeugdige jeugdhulp ontvangt % cliënten en mantelzorgers dat (zeer) tevreden is over de onafhankelijke cliëntondersteuning % cliënten en mantelzorgers dat bekend is met de onafhankelijke cliëntondersteuning % vrijwilligers % mantelzorgers dat zich voldoende ondersteund voelt vanuit de eigen omgeving % mantelzorgers dat zich voldoende ondersteund voelt door de gemeente/ ZoSamen % mantelzorgers dat zich over het algemeen genomen voldoende ondersteund voelt Maatschappelijk effect programma Vergroten zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie De zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van alle inwoners staan voorop binnen het sociale domein. Een sterke sociale basis voor iedereen, de inclusieve samenleving en samenredzaamheid zijn belangrijke uitgangspunten voor de welzijn- en zorgvoorzieningen in het Zoetermeerse sociaal domein. De gemeente zorgt er voor dat basisvoorzieningen voor iedereen beschikbaar zijn en dat maatwerk wordt geleverd wanneer dat nodig is. De gemeente stimuleert de samenwerking tussen formele en informele zorg en ondersteunt vrijwilligers en mantelzorgers. We onderzoeken of het mogelijk is de voorzieningen in het sociaal domein wijkgericht te organiseren, afgestemd op de behoefte in de wijk. Er wordt gestreefd naar integraliteit binnen het sociaal domein, versterking van de samenwerking tussen zorgaanbieders en welzijnspartijen, het waar mogelijk terugdringen van het gebruik van zorg, zowel op het gebied van de Wmo als van Jeugd en bevordering van innovatie. Wijkgerichte transformatie van het sociaal domein helpt om één van de beloftes van de transformatie, nabijheid bij de inwoner, vorm te geven. Een nieuwe manier van werken vraagt om een totaalvisie waarin wordt beschreven wat we verstaan onder sociale basis, wat we doen op wijk- of stedelijk niveau en welke onderdelen van algemene en maatwerkvoorzieningen er vallen onder het gebiedsgericht financieren. Kernelementen zijn: - betrokken in de buurt; - ondersteunen van het zelf-organiserend vermogen; - zorgen voor elkaar; - preventie en herstel. 20

21 Het beleidsplan WMO en Jeugdhulp Zorg in Zoetermeer voor elkaar dateert uit najaar Bovenstaande elementen vormen de ingrediënten voor een actualisering van deze visie Doelstellingen van dit programma Doelstelling 2.1 Bevorderen vroegtijdige, toegankelijke, passende en effectieve jeugdhulp De gemeente zet zich in om vroegtijdig, toegankelijke, passende en effectieve hulp te organiseren en faciliteren voor alle Zoetermeerse jeugdigen die dat nodig hebben. Dit met het doel om zich voor zover mogelijk te kunnen ontwikkelen tot zelfredzame burgers, die naar vermogen kunnen participeren in de maatschappij. Al een aantal jaar stijgen de uitgaven voor jeugdhulp. Dit zet druk op bovengenoemde doelstelling. Betaalbaarheid van de jeugdhulp is de komende jaren daarom een belangrijk aandachtspunt, zodat jeugdigen ook in de toekomst de jeugdhulp kunnen krijgen die nodig is. De gemeente Zoetermeer investeert in jeugdpreventie voor jeugdigen in de leeftijd van -9 maanden tot 23 jaar. Door vroegtijdig te interveniëren bij mogelijke risico s in de ontwikkeling van jeugdigen, wordt ingezet op het vergroten van de zelfredzaamheid (eigen kracht) en wordt voorkomen dat zij later moeten terugvallen op jeugdhulp. Ontwikkelingsrisico s van jeugdigen hangen vaak samen met psychosociale problemen binnen een gezin, huisvesting, armoede en schulden. Preventie en hulp aan jeugdigen moeten dan ook in de brede context van de jeugdige en zijn omgeving worden gezien. Daarnaast organiseert de gemeente Zoetermeer passende hulp voor jeugdigen die dit nodig hebben, vanwege hun ontwikkeling, een complexe thuissituatie of een gebrek aan veiligheid. Het gaat hierbij om individuele jeugdhulp, de toeleiding naar en uitvoering van de kinderbeschermingsmaatregelen en de uitvoering van jeugdreclasseringsmaatregelen. Het betreft hier jeugdigen in de leeftijd van 0 tot 18 jaar, waarvoor de Jeugdwet (artikel 1.1) specifiek bedoeld is. Er kan soms ook sprake zijn van verlengde jeugdhulp. Jeugdhulp kan maximaal doorlopen tot 23 jaar, voor zover deze noodzakelijke hulp niet onder een andere wet valt. De gemeente Zoetermeer stuurt binnen deze doelstelling op de volgende componenten: Vroegtijdig Als risicofactoren, gerelateerd aan het opgroeien van jeugdigen, vroegtijdig worden gesignaleerd, kan het ontstaan van ernstige problemen worden voorkomen. Hoe eerder hiervoor lichte interventies kunnen worden ingezet, hoe kleiner de kans op het ontstaan van psychische problemen en gedragsmoeilijkheden. Er wordt ingezet op vroegsignalering, het versterken van opvoedvaardigheden en een integrale aanpak rondom gezinnen. Toegankelijk Met toegankelijke hulp doelt de gemeente Zoetermeer op een laagdrempelige en efficiënte toegang. De toegang werkt vanuit de vindplaatsen (zoals bijvoorbeeld scholen en consultatiebureaus), dichtbij de jeugdigen en gezinnen en is gericht op normaliseren. Dit betekent dat medewerkers in de toegang het vrij-toegankelijke preventieve aanbod bij jeugdigen en gezinnen onder de aandacht brengen, zelf kortdurend begeleiding bieden en waar nodig verwijzen naar jeugdhulp. Voor jeugdigen en gezinnen is het van belang dat zij zich zo efficiënt mogelijk door de jeugdhulpketen bewegen en niet onnodig lang op hulp moeten wachten. Passend Passende hulp, anders gezegd de juiste hulp op maat. Dit betekent dat de toegangsmedewerker via een integrale vraagverheldering een inschatting maakt wat nodig is. Wanneer de jeugdige wordt verwezen naar een vorm van jeugdhulp, dan dient de jeugdhulpaanbieder hulp in te zetten die aansluit bij de behoeften en situatie van de jeugdige en zijn gezin en doelgericht is. Effectief Effectiviteit hangt samen met doelrealisatie; de mate waarin de geboden hulp het gewenste effect heeft en de jeugdige zonder hulp verder kan. Voor de gemeente Zoetermeer is het van belang om inzicht te hebben in de vraag of en in hoeverre de door jeugdhulpaanbieders geboden diensten en voorzieningen effectief zijn. Dit vraagt om monitoren op kwaliteit, contractmanagement en innovatie. 21

22 De Jeugdwet schrijft voor dat gemeenten jeugdigen passende hulp moeten bieden, indien zij dit nodig hebben. Het is feitelijk een open einde regeling, waarbij de beïnvloeding op de toegang beperkt is vanwege de verschillende wettelijke verwijzers als huisartsen, medisch specialisten, rechters en de jeugdbescherming. Naast sturing middels de toegang richt de sturing zich op doorstroom en uitstroom van jeugdigen in de jeugdhulp. Daarnaast monitort de gemeente uitval, cliënttevredenheid en doelrealisatie. Het jaar 2019 staat grotendeels in het teken van het voorbereiden van de overgang naar een resultaatgerichte bekostiging. Dit nieuwe stelsel stimuleert jeugdhulpaanbieders en toegangsmedewerkers om de transformatie in de praktijk te brengen. De jeugdige en zijn hulpvraag staat centraal. De doelstelling 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur wordt in het voorgestelde stelsel aangevuld met 1 aanspreekpunt, 1 aanbieder en 1 budget voor de cliënt. Door de focus op het resultaat van geleverde hulp in plaats van op de ingezette producten worden onnodig lange hulptrajecten en terugval voorkomen. Deze werkwijze maakt de effectiviteit en efficiëntie van ingezette hulp transparant en draagt bij aan een lerend stelsel waarbij een nauwe samenwerking tussen jeugdhulpaanbieders essentieel is. Naast een inhoudelijke versterking van de ondersteuning aan jeugdigen moet dit stelsel ook handvatten bieden om de beheersbaarheid en betaalbaarheid te versterken. Effectindicator 2.1 Bevorderen vroegtijdige, toegankelijke, passende en effectieve jeugdhulp Realisatie * 2020* 2021* 2022* Bron Vroegtijdig signaleren - afname gemiddelde leeftijd bij instroom (1) en uitstroom (2) in jeugdhulp - toename aantal adviezen (1) en aantal meldingen bij Veilig Thuis (2) - toename aantal matches in de Verwijsindex Efficiënte doorlooptijd afname gemiddeld aantal jaar dat een jeugdige jeugdhulp ontvangt (1) 9,4 (2)13 (1) 542 (2) % DataWareHouse Zoetermeer Veilig Thuis Verwijsindex Haaglanden DataWareHouse Zoetermeer *De streefwaarden kunnen nog niet worden bepaald, omdat deze gegevens in 2018 voor het eerst inzichtelijk zijn (nulmeting). Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen vroegtijdige, toegankelijke, passende en effectieve jeugdhulp Het budget is grotendeels bestemd voor jeugdhulp. Daarnaast wordt het budget besteed aan subsidies voor de Stichting Jeugdgezondheidszorg (JGZ), het Centrum voor Jeugd en Gezin, Meerpunt en jongerenwerk en de bijdragen aan de gemeenschappelijke regelingen Inkoopbureau H- 10 en Veilig Thuis Haaglanden. Ook de kinderopvang op basis van een sociaal medische indicatie wordt uit dit budget bekostigd. In de meerjarenbegroting doet het grootste verschil zich voor tussen 2018 en Het verschil van ruim 1,2 mln. betreft o.a. het Actieplan kostenbeheersing jeugdhulp (- 1,3 min.), het vervallen van de bijdrage reserve Sociaal Domein ( 1,4 mln.) en de bijstelling van het budget jeugdhulp ( 1,1 mln.). Doelstelling 2.2 Langer zelfstandig wonen Hulp en ondersteuning vanuit de gemeente zijn er op gericht dat inwoners zelfstandig kunnen (blijven) wonen. Dat geldt niet alleen voor ouderen die met de nodige ondersteuning (langer) zelfstandig kunnen blijven wonen. Het gaat ook om jong-volwassenen die (tijdelijk) extra begeleiding nodig hebben om zelfstandig te kunnen gaan wonen en om inwoners met een ernstige beperking. Mensen met een beperking worden niet meer opgenomen in een instelling, maar krijgen thuis de hulp en 22

23 ondersteuning die zij nodig hebben. Doel is om alle voorzieningen die bijdragen aan het (langer) zelfstandig wonen zo te organiseren dat inwoners hierin optimaal ondersteund worden. Daarbij gaat het niet alleen om de individuele voorzieningen bij de inwoner thuis, maar ook om algemene voorzieningen en de fysieke toegankelijkheid van de stad. Individuele en algemene voorzieningen De ondersteuning aan inwoners wordt vormgegeven volgens het uitgangspunt van zwaar naar licht : waar het kan wordt een beroep gedaan op het netwerk van een inwoner of op ondersteuning via een algemene voorziening. Waar het nodig is wordt een maatwerkvoorziening ingezet. Om deze voorzieningen beter op elkaar af te stemmen willen we toewerken naar een laagdrempelig, toegankelijk samenwerkingsverband in elke wijk (gebied) waarin aanbieders van de algemene voorzieningen, vrij inzetbare voorzieningen en maatwerkvoorzieningen samenwerken. De verwachting is dat daarmee de ondersteuning efficiënter en effectiever ingezet kan worden, waardoor inwoners beter geholpen worden en de kosten op lange termijn beter beheersbaar zijn. We starten met deze manier van werken in twee pilotwijken: Oosterheem en Noordhove-Seghwaert. Fysieke toegankelijkheid van de stad Het college vindt dat de fysieke toegankelijkheid van Zoetermeer op orde moet zijn. Uit het raadsbesluit 'Zoetermeer, Open Stad' en het grote aantal verschillende lopende activiteiten en projecten blijkt dat het verder verbeteren van de toegankelijkheid en inclusie in Zoetermeer een beter samenspel vergt van afdelingen binnen de gemeentelijke organisatie en met partners in de stad. De Toegankelijkheidsraad heeft hierbij een belangrijke adviesrol. Deze omstandigheden vragen om regie en coördinatie. Behalve coördinatie is ook stimulering nodig. Ontoegankelijkheid en uitsluiting zijn vaak het gevolg van onvoldoende aandacht in de plan- en ontwerpfase. Een ander probleem is dat het bouwbesluit niet altijd voldoet op het gebied van toegankelijkheid. De gemeente werkt daarom, samen met de Toegankelijkheidsraad aan het opstellen van toegankelijkheidscriteria. Toezicht en fraudebestrijding Om ervoor te zorgen dat mensen de ondersteuning krijgen die nodig is en beschikbare middelen rechtmatig worden besteed, is structureel toezicht houden op de kwaliteit van zorg en het aanpakken van fraude van groot belang. De meeste risico s op fraude zien we aan de kant van de zorgaanbieders, niet aan de kant van de klanten. Malafide zorgaanbieders leveren kwalitatief onvoldoende zorg, declareren zorg die niet geleverd is of verschaffen zich onder het mom van 'financieel beheer' toegang tot de bankrekening van een klant. Met name bepaalde groepen klanten die overgekomen zijn met de decentralisatie in 2015 zijn kwetsbaar voor deze vormen van misbruik. Zij zijn gemakkelijk te manipuleren door kwaadwillende 'zorgverleners' en zien zelf geen problemen. Dit maakt het voor de gemeente extra lastig deze vormen van fraude te bestrijden. Voor het versterken van de fraudeaanpak wordt samengewerkt met de regiogemeenten en met de VNG. Effectindicator 2.2 (Langer) zelfstandig wonen Gemiddeld budget maatwerkondersteuning per cliënt Realisatie Bron Gemeentelijke database WMO/ Begroting % dat vindt dat de ondersteuning past bij de hulpvraag Cliëntervaringsonderzoek Wmo % cliënten dat tevreden is over de kwaliteit van het ondersteuningsaanbod Cliëntervaringsonderzoek Wmo 23

24 Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Langer zelfstandig wonen Het budget wordt ingezet ten behoeve van de algemene voorzieningen voor ouderen, gehandicapten en chronisch zieken. Daarnaast worden uit het budget de maatwerkvoorzieningen Wmo bekostigd. Doelstelling 2.3 Bevorderen gezondheid, veiligheid en welbevinden Goede gezondheid, veiligheid en welbevinden zijn belangrijk voor iedereen. We beschouwen gezondheid op een positieve manier: gezondheid als het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te (blijven) voeren, in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven (Machteld Huber, 2011). De gemeente heeft de taak om de gezondheid van haar inwoners te bevorderen (Wet publieke gezondheid). Een goede gezondheid is een belangrijke voorwaarde voor maatschappelijke participatie. Speerpunten van het Zoetermeerse preventief gezondheidsbeleid zijn: vitaal ouder worden, gelijke kansen op gezondheid, lekker in je vel zitten en samen werken aan positieve gezondheid. Bij deze speerpunten maken we een tweedeling in activiteiten gericht op gedrag enerzijds (zoals eten, bewegen en genotmiddelen) en leefomgeving en milieu anderzijds (zoals inrichting van de buitenruimte). Wij zijn er van overtuigd dat een preventieve benadering en de insteek van Positieve Gezondheid het vertrekpunt moeten zijn voor beleid en het dagelijks handelen van hulp- en zorgverleners bij het versterken van de sociale basis. Door het op deze manier versterken van de sociale basis versterken we ook de (kwetsbare) bewoners zelf én voorkomen we dat er een zwaardere behandeling nodig is. Via de Programmabegroting 2018 is beschikbaar gesteld om de wijkgerichte zorg door de wijkverpleegkundige te continueren. De wijkverpleegkundige schakelt snel met partners in de wijk en zorgt voor informatie en advies aan (groepen) inwoners, mantelzorgers, vrijwilligers en professionals in de wijk. De wijkverpleegkundige zorgt voor signalering, doorverwijzing en coördinatie van multidisciplinaire zorg. De wijk/praktijkverpleegkundigen zijn op verschillende (vaste) plekken aanwezig in de wijken van Zoetermeer. Hiermee zijn de wijkverpleegkundigen zowel zichtbaar als laagdrempelig benaderbaar bij vragen van inwoners en kan direct ondersteuning en advies worden gegeven. Daarnaast ontstaat hierdoor een goed beeld van wat er in de wijken leeft en waar behoeften liggen en kan de best passende zorg worden geboden. De kracht van deze manier van werken is dat zwaardere zorg in veel gevallen voorkomen kan worden, waardoor kosten worden bespaard. Dit levert niet direct financieel voordeel voor de gemeente op, maar draagt wel bij aan de totale vermindering van zorgkosten. Ook heeft de wijkverpleegkundige kwetsbare mensen en mogelijke zorgmijders eerder in beeld. Revalideren in eigen stad heeft de voorkeur. In Zoetermeer zijn hiertoe o.a. de volgende mogelijkheden: Fundis In Beweging, Sophia Revalidatie, Buurtzorgpension en WoonZorgcentra Haaglanden. Sophia Revalidatie Zoetermeer treedt eind 2018 tot het bestuurlijk Zorghartoverleg als belangrijke netwerkpartner van o.a. de eerstelijnszorg en het Lange Land Ziekenhuis. Sophia Revalidatie biedt medisch specialistische revalidatie aan volwassenen, jongeren en kinderen. Het bevorderen van veiligheid door het voorkomen en aanpakken van huiselijk geweld en kindermishandeling blijft een prioriteit. Een veilige en stabiele leefomgeving is belangrijk voor iedereen. Vanaf 1 januari 2019 wordt de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling aangescherpt en wordt het een professionele norm om bij (vermoedens van) acuut of structureel onveilige situaties van huiselijk geweld of kindermishandeling, ook als er zelf hulp wordt verleend, melding te doen bij Veilig Thuis. We gaan het verdere gebruik van de meldcode stimuleren en structureel borgen, zowel in de gemeentelijke organisatie als bij onze partners. De verwachte stijging van het aantal meldingen vangen we op door in te zetten op een adequaat toegerust Veilig Thuis. 24

25 Effectindicator 2.3 Bevorderen gezondheid, veiligheid en welbevinden % inwoners van 18 jaar en ouder dat een goede gezondheid ervaart Realisatie Bron 69% 69% 70% 70% 70 Omnibusenquête Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen gezondheid, veiligheid en welbevinden Doelstelling 2.4 Meedoen naar vermogen, ongeacht aard van de beperking We stimuleren een samenleving waar iedereen de gelegenheid heeft om mee te doen, waar mensen elkaar helpen en waar de overheid niet automatisch alles regelt. Dit doen we door te zorgen voor een goede infrastructuur van Wmo basisvoorzieningen per wijk. Deze voorzieningen hebben een preventieve en ondersteunende functie. Inwoners die (tijdelijk) minder zelfredzaam zijn, kunnen in de wijken terecht bij het algemeen maatschappelijk werk, organisaties voor materiële dienstverlening, welzijnsorganisaties, vrijwilligersorganisaties en in ontmoetingsruimten van wijk- en buurtverenigingen. Naast deze basisvoorzieningen heeft de gemeente door middel van een pilot onderzocht of er een preventieve werking uitgaat van het concept inloop gecombineerd met dagbesteding voor ouderen, zodat kwetsbare ouderen langer prettig thuis kunnen blijven wonen. De bedoeling is ook dat de beweging van zware naar lichte ondersteuning wordt gemaakt door het verbinden van recreatieve dagbesteding en welzijnsactiviteiten. De pilot heeft aangetoond dat het mengen van verschillende vormen van ondersteuning ook mensen met verschillende zwaarte van zorgbehoefte bij elkaar brengt en dat de beweging van zware naar lichtere vormen van ondersteuning hierdoor makkelijker wordt gemaakt. Ook werken we aan de ontwikkeling van ontmoetingspunten in alle wijken: een soort huiskamer in de buurt waar buurtbewoners terecht kunnen voor onder andere informatie, advies en toeleiding naar ondersteuning. Verenigingen en maatschappelijke partners kunnen er ook samenkomen en, in samenwerking met de gemeente een goed op de specifieke buurt toegesneden, samenhangend pakket aan voorzieningen organiseren. Deze ontmoetingspunten komen in de plaats van de wijkposten. We starten in twee pilotwijken, te weten Oosterheem en Noordhove-Seghwaert. Mantelzorgers leveren een belangrijke bijdrage aan de ondersteuning van Zoetermeerse inwoners. De gemeente heeft veel waardering voor hun inzet. Daarom verstrekt de gemeente jaarlijks het mantelzorgcompliment. Om mantelzorgers te ondersteunen, geeft de gemeente subsidie voor gerichte voorzieningen zoals informatie en persoonlijk advies, respijtzorg en parkeerfaciliteiten voor mantelzorgers. Een opgave voor de komende tijd is het leggen van duurzame verbanden tussen formele en informele hulp, zodat inwoners en hun mantelzorgers goed en tijdig worden geholpen. Een voorbeeld hiervan is het betrekken van de mantelzorger door de professional bij het zorgplan voor de cliënt. De mantelzorger voelt zich hierdoor gehoord en er kan met zijn/haar belangen rekening worden gehouden. De gemeente is tevens van mening dat inwoners nog beter kunnen worden geholpen als door professionals en vrijwilligers wordt samengewerkt in een netwerk rondom de zorgvrager. De gemeente gaat erop inzetten dat formele en informele hulpverleners elkaar makkelijker kunnen vinden om dit soort netwerken te creëren. Verenigingen en vrijwilligers spelen een belangrijke rol in het goed laten functioneren van de samenleving en de gemeente wil hun activiteiten daarom faciliteren. Om aan de vraag van verenigingen en vrijwilligers te kunnen voldoen, gaat de gemeente het ondersteuningsaanbod 25

26 vernieuwen. Netwerkvorming tussen verenigingen en vrijwilligers om de onderlinge samenwerking en daadkracht te versterken, zal in deze nieuwe aanpak een belangrijk uitgangspunt zijn. Om de eigen kracht van inwoners verder te versterken en signalen op het terrein van jeugd, zorg en welzijn sneller op te pakken is er in elke wijk een wijkzorgnetwerk. Het netwerk is de verzameling van alle organisaties, die ondersteuning bieden op het terrein van zorg en welzijn. Er zijn drie tijdelijk aanvoerders aangesteld door de gemeente. Zij hebben mandaat en doorzettingskracht. De aanvoerders helpen de betrokken professionals om casuïstiek op te lossen door de goede partners bij elkaar te zetten. Daarnaast vormen de ervaringen en kennis van de aanvoerders, die zij opdoen in de praktijk en naar aanleiding van casuïstiek in de stad waarbij zij worden betrokken, een bron voor de lerende organisatie. In 2019 gaan we uitwerking geven aan een nieuw actieplan aanpak eenzaamheid. In dit plan zullen de volgende activiteiten centraal staan: het voeren van een publiekscampagne, evaluatie van het project signalerende huisbezoeken 75+, evaluatie van de pilot 'Lang zal Meerzicht Leven' en er zal een verkenning worden uitgevoerd naar de wenselijkheid en betaalbaarheid van diverse aanpakken. Effectindicator 2.4 Meedoen naar vermogen, ongeacht aard van de beperking Realisatie Bron % vrijwilligers 28% 27% 28% 29% 29% % mantelzorgers dat zich voldoende ondersteund voelt vanuit de eigen omgeving 73% 70% 70% 70% 70% Omnibusenquête Omnibusenquête % mantelzorgers dat zich voldoende ondersteund voelt door de gemeente/zosamen % mantelzorgers dat zich over het geheel genomen voldoende ondersteund voelt % mantelzorgers dat zich gesteund voelt door de gemeente % cliënten en mantelzorgers dat bekend is met de onafhankelijke cliëntondersteuning % cliënten en mantelzorgers dat (zeer) tevreden is over de onafhankelijke cliëntondersteuning 11,4% 15% 15% 15% 15% 65,9% 70% 70% 70% 70% n.v.t. pm pm Omnibusenquête Omnibusenquête Omnibusenquête Omnibusenquête Omnibusenquête De huidige effectindicatoren geven een indicatie van het percentage vrijwilligers in Zoetermeer en het percentage mantelzorgers dat zich ondersteund voelt (in het algemeen, door eigen omgeving en door ZoSamen/gemeente). De vraag is of deze indicatoren voldoende zeggen over de mate van bereik van beleidsdoelstelling 2.4: meedoen naar vermogen. Vrijwilligerswerk en mantelzorg zeggen daar iets over, maar meedoen naar vermogen gaat ook over de mate waarin (kwetsbare) mensen kunnen deelnemen aan de samenleving. Dit kan met de huidige indicatoren onvoldoende worden bepaald. De gemeente zal daarom onderzoeken of er effectindicatoren kunnen worden ontwikkeld die een sterkere relatie hebben tot hetgeen we willen bereik met beleidsdoelstelling 2.4. Zowel in 2016 als in 2017 is de realisatie van het aantal vrijwilligers hoger geweest dan de prognose. Daarmee is nog niet gezegd dat er een oplopende trend is. De prognose voor de komende jaren is behoudend aangepast. Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Meedoen naar vermogen, ongeacht aard van de beperking

27 Een aantal posten binnen dit budget is in 2019 lager begroot dan in voorgaande jaren. Dit is onder andere voor mantelzorgondersteuning het geval Risico's De regelingen binnen het sociaal domein zijn open einde-regelingen. Dat wil zeggen dat ondersteuning en/of zorg altijd geleverd moeten worden wanneer dat noodzakelijk is. Hierdoor bestaat risico op budgetoverschrijdingen. Dit risico doet zich voor bij Jeugd, Wmo maatwerk, de recreatieve dagbesteding voor ouderen en kortdurende begeleiding (Vrij Inzetbare Voorzieningen). Op 1 april 2018 is de CAO VVT in werking getreden. Met ingang van die datum zijn huishoudelijke hulpen Wmo duurder geworden. De tarieven (inclusief indexering) die zijn afgesproken tussen gemeenten en zorgaanbieders zullen hoogst waarschijnlijk niet toereikend zijn om deze loonschaalverhoging op te vangen. Daarbij komt dat gemeenten de afgelopen jaren gekort zijn op de budgetten Wmo voor hulp in huishouding. Het aantal cliënten in de Wmo neemt toe. Enerzijds is dit verklaarbaar door de dubbele vergrijzing (er zijn steeds meer ouderen en de ouderen bereiken een steeds hogere leeftijd). Anderzijds is dit ook een gevolg van de beweging dat mensen langer zelfstandig blijven wonen: waar mensen voorheen naar een verzorgings- of verpleeghuis gingen blijven zij nu thuis wonen. Daardoor doen deze inwoners langer een beroep op de Wmo en op steeds zwaardere vormen van ondersteuning Beleidswijzigingen Nieuwe doelstelling 2.1: Vroegtijdig, toegankelijke, passende en effectieve hulp De doelstelling 2.1: bevorderen opgroeiklimaat en de doelstelling 2.2: bevorderen zorg op maat voor jongeren uit de programmabegroting van voorgaande jaren zijn samengevoegd tot één nieuwe doelstelling passend bij de transitiedoelen uit de Jeugdwet. Deze doelstelling luidt: bevorderen vroegtijdige, toegankelijke, passende en effectieve jeugdhulp. Door samenvoeging van doelstellingen ontstaat er meer samenhang tussen preventieve inzet en de inzet voor jeugdhulp. Nieuwe bijbehorende indicatoren Er zijn, mede doordat de doelstelling 2.1 is aangepast, nieuwe effectindicatoren benoemd. Deze indicatoren zijn meetbaar en sluiten aan bij de componenten waar de gemeente in de jeugdhulp op stuurt. Door het verbeteren van de informatiepositie krijgt de gemeente steeds meer inzicht in het gebruik en de kwaliteit van de jeugdhulp. Voor de nieuwe indicatoren geldt, dat nog niet alle streefcijfers zijn vastgesteld, mede omdat deze gegevens in 2018 voor het eerst inzichtelijk zijn (nulmeting). Uitbreiding wijkregisseurs De wijkregisseurs gaan een bredere netwerkfunctie vervullen in de wijk dan ze nu al doen. De wijkregisseurs weten welke opgaven er in wijk zijn. Zij zorgen voor verbinding en ontmoeting tussen bewoners, organisaties, ondernemers en gemeente in de wijk. Daarnaast nemen wijkgerichte opgavemanagers het voortouw bij het uitvoeren van de opgaven in de wijk. Deze werkwijze sluit aan bij alle programma s van de programmabegroting Wijkbudget Voor het wijkbudget is voor de jaren 2019 en per jaar opgenomen in de begroting. De invulling van dit nieuwe beleid wordt nog uitgewerkt. Discriminatie, diversiteit, inclusief Tot en met 2022 is per jaar opgenomen voor uitvoering/intensivering van beleid op het gebied van discriminatie, diversiteit en inclusie. Taalonderwijs en intensieve dienstverlening voor vergunninghouders, voortzetting integratie nieuwe vergunninghouders Het huidig beleid voor de doelgroep vergunninghouders is succesvol en noodzakelijk gebleken. We willen dit voortzetten. Door de complexiteit van deze doelgroep is het bieden van intensieve dienstverlening en maatschappelijke begeleiding, zowel als taalonderwijs, noodzakelijk. Bij deze doelgroep wordt een combinatie van verschillende instrumenten ingezet in de vorm van een duaal 27

28 traject. Het bieden van maatwerkondersteuning is, vooral bij deze doelgroep, het uitgangspunt. Er wordt per statushouder steeds bekeken welke ondersteuning hij/zij nodig heeft. Extra gelden mantelzorgwaardering De gemeente Zoetermeer vindt de ondersteuning en waardering van mantelzorgers belangrijk. De mantelzorgwaardering draagt bij aan de mate waarin mantelzorgers zich door de gemeente ondersteund en gewaardeerd voelen. Per jaar maken ca mantelzorgers gebruik van de waardering. Om de hoogte van de waardering op het huidige niveau te kunnen voortzetten is een verhoging van het budget nodig. Sociale eetgelegenheden De gemeente Zoetermeer is van mening dat de wijkrestaurants een belangrijke voorziening zijn voor (kwetsbare) inwoners om elkaar te ontmoeten door gezamenlijk te eten. De huidige wijkrestaurants verstrekken gezamenlijk jaarlijks ruim maaltijden. De huidige voorziening is echter te duur geworden. De gemeente moest de afgelopen jaren meermaals financieel bijspringen om de wijkrestaurants operationeel te houden. Momenteel wordt onderzocht hoe nieuwe sociale eetgelegenheden in Zoetermeer vorm kunnen krijgen. In de tussentijd worden de huidige wijkrestaurants open gehouden. In 2018 draagt de gemeente afgerond bij om de huidige twee wijkrestaurants operationeel te houden. Naar verwachting is in 2019 eenzelfde bedrag nodig. Voortzetting uitvoeringskosten SD Als gevolg van de decentralisaties in het sociaal domein in 2015 zijn er in de begroting extra uitvoeringskosten voor het sociaal domein opgenomen. Het betreft kosten voor formatie en overige uitvoeringskosten. Begin 2016 hebben, na een evaluatie, voor een periode van 3 jaar bijstellingen plaatsgevonden (zie Perspectiefnota 2017). Deze bijstellingen waren noodzakelijk om de nieuwe taken in het sociaal domein op een verantwoorde manier te kunnen uitvoeren en om er voor te zorgen dat er geen wachtlijsten ontstonden en dat er niemand tussen wal en schip zou vallen. Voor de uitvoering van deze taken in het sociaal domein wordt voorgesteld om ook voor de komende vier jaar budget beschikbaar te stellen. Zoetermeer, Open Stad in het voorjaar van 2017 heeft de raad besloten aan de uitvoering van het VN-verdrag voor mensen met een handicap vorm te geven door middel van het initiatiefvoorstel 'Open Stad'. Voor de implementatie hiervan is voor de komende jaren budget beschikbaar gesteld. Jongerenwerk Er worden aanvullende middelen gevraagd voor uitbreiding van het jongerenwerk. Financiën Bedragen x Nieuw beleid (financieel) Uitbreiding wijkregisseurs Wijkbudget Discriminatie, diversiteit, inclusief Taalonderwijs en intensieve dienstverlening voor vergunninghouders, voortzetting integratie nieuwe vergunninghouders Extra gelden mantelzorgwaardering Sociale eetgelegenheden Voortzetting uitvoeringskosten sociaal domein Zoetermeer, Open Stad Jongerenwerk Saldo

29 2.2.4 Financieel samengevat Programma 2. Samen leven en ondersteunen Rekening Begroting Bedragen x Totaal lasten programma Totaal baten programma Resultaat Aangenomen moties voorjaarsdebat Amendement 1806-D Onafhankelijke cliëntondersteuning bekend en bemind? Motie Aandacht voor mobiele en niet mobiele handicap Besluit: Toevoegen Besluit 4b. In te stemmen met het toevoegen van de effectindicatoren: %cliënten en mantelzorgers dat bekend is met de onafhankelijke cliëntondersteuning en %cliënten en mantelzorgers dat (zeer) tevreden is over de onafhankelijke cliëntondersteuning. Stand van zaken: Vragen over de onafhankelijke cliëntondersteuning zijn voor het eerst opgenomen in de omnibusenquête Cijfers komen beschikbaar in Verzoekt het college: Zelf op de korte termijn, en dit is vóór het einde van dit jaar; in overleg te gaan met organisaties als wezodo om de problemen waar deze mensen in beeld te hebben en hier dan ook actief naar te handelen door bijvoorbeeld prikkelarme wachtkamers, deuropeningen, en lichtwerk te realiseren in alle openbare gebouwen van de gemeente. Motie Bestrijden van eenzaamheid doen we samen Motie Roze zaterdag 2021 in Zoetermeer! Motie Eén gezin, één formulier Stand van zaken: De motie is in behandeling en wordt voor het eind van het jaar beantwoord. Verzoekt het college: Met middelbare scholen in gesprek te gaan over de mogelijkheid om samen de maatschappelijke stage van de hiervoor geschikte middelbare scholieren zoveel mogelijk te koppelen aan het tegengaan van eenzaamheid onder onze ouderen. Stand van zaken: Verkennende gesprekken met de betreffende middelbare scholen zijn van start gegaan. Draagt het college op: - Om in samenspraak met (maatschappelijke) organisaties het draagvlak te verkennen voor het organiseren van Roze Zaterdag 2021; - Initiatiefnemende organisaties te ondersteunen, te faciliteren en daar waar wenselijk en/of noodzakelijk een actieve en initiërende rol te vervullen; - Bij voldoende draagvlak uiterlijk 31 december 2018 Zoetermeer formeel aan te melden voor het organiseren van Roze Zaterdag Stand van zaken: Rondom de 'Coming Out-dag' wordt aan partijen gevraagd naar draagvlak en eventuele bijdrage. De raad wordt voor het eind van het jaar op de hoogte gebracht van het verdere verloop. Draagt het college op: - de toegang tot sociale voorzieningen in de gemeente te vereenvoudigen via één digitaal formulier waarmee in één keer de sociale voorzieningen van alle gezinsleden kunnen worden aangevraagd; - geen nieuw systeem te laten ontwikkelen, maar aan te sluiten bij een reeds 29

30 bestaand instrument zoals de door de VNG, Divosa en het ministerie van SZW ontwikkelde burgermodule van MensCentraal; - de raad voor het najaarsdebat te informeren over de voortgang. Stand van zaken: De motie is in behandeling. 30

31 Programma 3. Leefbaarheid, duurzaam en groen Bevorderen van een duurzame, veilige en aantrekkelijke leefomgeving 3.1 Bevorderen duurzame ontwikkeling 3.2 Behouden kwaliteit openbare ruimte Aantal kilo restafval per inwoner % CO 2- reductie % van de inwoners dat natuur ervaart in de buurt Biodiversiteit % openbare ruimte dat op afgesproken kwaliteitsniveau zit % inwoners dat tevreden is over de openbare ruimte Waardering groene kwaliteit Maatschappelijk effect programma Bevorderen van een duurzame, veilige en aantrekkelijke leefomgeving Zoetermeer streeft naar een groene, leefbare en duurzamestad, met stadsnatuur. In het Coalitieakkoord zijn de energietransitie en investeren in de openbare ruimte, groen en stadsnatuur als belangrijke speerpunten van beleid benoemd. Het vertrekpunt voor de energietransitie vormen het Klimaatverdrag van Parijs en het Duurzaamheidspact dat de Zoetermeerse politieke partijen gezamenlijk hebben ondertekend. Samen met de inwoners, bedrijven, omgevingsdienst en woningcorporaties in Zoetermeer moeten meters worden gemaakt met de energietransitie (van het aardgas af). Door in te zetten op het verbeteren van het afvalscheidingsgedrag van inwoners wordt de hoeveelheid restafval teruggedrongen en kan meer afval gerecycled worden. Ook de luchtkwaliteit moet beter. De openbare ruimte is het visitekaartje van de stad. De gemeente zorgt samen met de inwoners, bedrijven en instellingen voor de kwaliteit en leefbaarheid van de openbare ruimte. Bij de te maken keuzes zijn investeren in groen en duurzaamheid, bereikbaarheid, aantrekkelijkheid en veiligheid leidend. Een groene, leefbare, aantrekkelijke, veilige en duurzame openbare ruimte zorgt voor een prettige woonomgeving en een goed vestigingsklimaat. Groen draagt hier in belangrijke mate aan bij. Groen bevordert de gezondheid, het bevordert de actieve recreatie, het vergroot de biodiversiteit, en het vermindert de effecten van de klimaatverandering. Bovendien heeft (stads)natuur een belangrijke waarde voor Zoetermeer en haar inwoners Doelstellingen van dit programma Doelstelling 3.1 Bevorderen duurzame ontwikkeling Het versnellen van de energietransitie en behoud en verbetering van groen en biodiversiteit zijn grote opgaven. Het programma 'Duurzaam en Groen Zoetermeer richt zich hierop. Voor Zoetermeer betekent dit dat het zaak is om energiebesparing te stimuleren en het gebruik van aardgas te vervangen door het gebruik van duurzame energie. Daarnaast streven we naar het verhogen van de 31

32 waarde van het groen door het verhogen van de biodiversiteit, bijvoorbeeld door de optimalisatie van het gedifferentieerd maaibeheer en het verhogen van de beleving(smogelijkheden). Bij de inzameling van afval is het beleid gericht op beheersing van kosten en goede dienstverlening. Het streven is om het huishoudelijk afval, in het kader van duurzaamheid, zo veel mogelijk gescheiden in te zamelen en daarmee een reductie van 10 kg. restafval te realiseren. De afvalstoffenheffing die hiervoor wordt geheven is kostendekkend. Belangrijkste speerpunten van 2019 De belangrijkste speerpunten voor energietransitie 2019 zijn het opstellen van een strategie en visie voor energietransitie en een uitwerking hiervan in energietransitieplannen per wijk. Bij de plannen en acties wordt waar mogelijk samengewerkt met het programma wijkgerichte aanpak om synergie en efficiency te bevorderen. In alle (bouw)plannen van de schaalsprongvormen groen en duurzaam een integraal onderdeel van de opgave. De gemeente zal actief participeren en lobby-en binnen G40, VNG en energy cities voor het creëren van optimale condities op lokaal niveau voor de energietransitie Door in te zetten op het verhogen van biodiversiteit en het verbeteren van de verbindingen tussen stad en land wordt de beleving van groen vergroot. Voor het optimaal inzetten van de middelen wordt samenwerking gezocht met de provincie, de regiogemeenten, de hoogheemraadschappen en de landschapstafel Duin, Horst en Weide en de landschapstafel Hof van Delfland. Lokaal wordt met natuurverenigingen en ondernemers samengewerkt. Het stimuleren van afvalscheiding en afvalreductie gebeurt middels de uitvoering van vernieuwd afvalbeleid. Dit afvalbeleid geeft richting aan hoe Zoetermeer omgaat met afvalscheiding en recycling. In dit afvalbeleidsplan ligt de nadruk het verhogen van het bewustzijn van de inwoners van Zoetermeer en via een doelgroepen aanpak te aan te zetten tot afvalscheiding. Ook wordt gewerkt aan de bewustwording van bewoners op het gebied van zwerfafval. Effectindicator 3.1 Bevorderen duurzame ontwikkeling Realisatie Bron Aantal kilogram restafval per inwoner* < 2018 < 2019 <2020 % CO2 reductie** % van de inwoners dat de natuur ervaart in de buurt Gemeentelijke database co2.monitoring energieinbeeld klimaatmonitor databank Omnibusenquête Biodiversiteit*** n.v.t. i.o. 0- meting 1% meer 2% meer Rapportage i.o. * Het afvalbeleid stelt een reductie van 10 kilo restafval in 2019 voor. En 2019 worden tevens benut om vast te stellen welk inzamelsysteem het meest geschikt is voor Zoetermeer. Aangezien de keuze voor een bepaalde manier van inzamelen een groot effect heeft op de afvalscheidingspercentages wordt de doelstelling op het gebied van het aantal kilogrammen restafval per inwoner daarop aangepast. ** Grote reducties in CO 2-emissie zijn op korte termijn niet reëel. De CO 2-emissie voor de gebouwde omgeving wordt veroorzaakt door het gebruik van fossiele energie. Voor grote reducties is de energietransitie van fossiel naar duurzaam dus essentieel. Dat betekent dat de gebouwde omgeving van het aardgas af moet. Zoetermeer heeft deze koers bij de vaststelling van het programma Duurzaam en Groen Zoetermeer gekozen en loopt hierin ook landelijk voorop. De (landelijke) economische en juridische condities zijn echter nog steeds onvoldoende gerealiseerd om duizenden woningen per jaar van het aardgas af te kunnen sluiten. Daarnaast is een regionale verkenning met MRDH-gemeenten gebleken dat Zoetermeer lokaal onvoldoende mogelijkheden heeft om in de eigen behoefte van duurzame energie te voorzien en dat er ook op regionaal niveau onvoldoende mogelijkheden zijn. *** Voor het voorjaarsdebat 2019 is in samenspraak met de natuurorganisaties een nieuwe monitor opgezet. 32

33 Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen duurzame ontwikkeling Onder dit product zijn voornamelijk de kosten van afvalinzameling en -verwerking opgenomen en de daarbij behorende belastingopbrengsten. Voor de jaren 2017/18 was in het kader van de uitvoering het Programma Duurzaam en Groen ca per jaar opgenomen. Het programma Duurzaam en Groen wordt in deze collegeperiode geïntensiveerd. Deze budgetten zijn opgenomen in de paragraaf beleidswijzigingen van dit programma. In 2018 was voor de uitvoering van verschillende moties eenmalig beschikbaar gesteld. Doelstelling 3.2 Behouden kwaliteit openbare ruimte Het beheer van de openbare ruimte heeft als doel het in stand houden en het verbeteren van een groene, aantrekkelijke, veilige en leefbare openbare ruimte. Belangrijk in het beheer is het behoud van de samenhang tussen gebruik, beheer en inrichten van de openbare ruimte. Er zijn drie soorten onderhoud van de openbare ruimte: vervanging, groot onderhoud en klein (dagelijks) onderhoud. Het onderhoud van de openbare ruimte biedt ook kansen voor het toepassen van technologische ontwikkelingen (smart city) en voor het realiseren van andere opgaven in de stad. Belangrijkste speerpunten van 2019 In 2019 wordt de kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte voortgezet. De kwaliteitsverbetering bestaat uit het leveren van maatwerk: investeren in onderhoud en investeren in de inrichting op zichtbare en intensief gebruikte plekken. Met de kwaliteitsimpuls is inmiddels 1.5 jaar ervaring opgedaan. Er worden ook in 2019 maatregelen doorgevoerd en initiatieven genomen die maximaal bijdragen aan een mooie, schone en veilige buitenruimte. Maatregelen in het groen maken nadrukkelijk onderdeel uit van de kwaliteitsverbetering, Een voorbeeld is het gebruik maken van bloemrijke en zoveel mogelijk natuurlijke soorten bij vervanging van groen In de Beheervisie Samen werken aan de stad (Beheervisie) is opgenomen dat risicogestuurd en omgevingsbewust wordt gewerkt. In 2019 zal verder vorm en inhoud worden gegeven aan risicogestuurd beheer. Het doel van risicogestuurd werken is het maken van een scherpe en transparante afweging, waarbij de effecten van maatregelen in beeld worden gebracht. Bij omgevingsbewust beheer wordt daarnaast ook meegewogen wat het effect van beheer op beleving en ervaring van de gebruikers is. In 2019 zijn onder andere de volgende projecten in uitvoering: - reconstructies van de openbare ruimte (o.a start uitvoering met de Hovenbuurt in Buytenweg); Karel Doormanlaan; - reconstructie van de brug van het Panamapad; - Herinrichting speelvoorziening manifestatieveld Burgemeester Hoekstrapark; - Herinrichting Bossenbuurt 2 e fase. De bovenstaande projecten leveren een bijdrage aan de doelstelling bevorderen van een duurzame, veilige en aantrekkelijke leefomgeving. Zo voldoet de openbare ruimte aan de eisen en wensen van nu en van de toekomst. 33

34 Effectindicator 3.2 Behouden kwaliteit openbare ruimte Realisatie Bron % van de openbare ruimte dat op het afgesproken kwaliteitsniveau zit 90% 85% 85% 85% 85% Quickscan openbare ruimte % inwoners dat tevreden is over de openbare ruimte 87% 87% 87% 87% 87% Omnibusenquête Waardering bewoners groene kwaliteit 7,3 7,5 7,5 7,5 7,5 Omnibusenquête Streefwaarde effectindicator % inwoners dat tevreden is over de openbare ruimte Voor de effectindicator % inwoners dat tevreden is over de openbare ruimte is in % behaald. Het voorstel is, gezien de voortzetting van de kwaliteitsverbetering openbare ruimte, dit percentage ook voor de komende jaren na te streven. Waardering groene kwaliteit Het rapportcijfer geeft de waardering aan inwoners voor de kwaliteit van het openbaar groen. Dat was was in 2017 een 7,3. De waardering willen we verhogen met behulp van de uitvoering van maatregelen uit de kwaliteitsverbetering openbare ruimte, de actualisatie van het bomenbeleid en uitvoering van maatregelen uit het programma Duurzaam en Groen. Het streven is naar een gemiddeld waarderingsniveau van minimaal 7,5. Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Behouden aantrekkelijke & veilige openbare ruimte De fluctuaties in bovenstaande tabel worden veroorzaakt door de reeds in de meerjarenbegroting opgenomen kosten van het aanbestedingsresultaat dagelijks beheer openbare ruimte, de kwaliteitsimpuls openbare ruimte en de exploitatiebijdrage van de bewaakte fietsenstallingen Risico's Onderhoud en beheer primaire watergangen Door het hoogheemraadschap van Schieland en Krimpenerwaard (HHSK) is de overeenkomst over het beheer en onderhoud van primaire watergangen met ingang van 1 januari 2015 opgezegd. Ook het hoogheemraadschap van Rijnland (HHR) overweegt een aanpassing van de overeenkomst. Met zowel HHSK en HHR vinden gesprekken plaats over het beheer en onderhoud van primaire watergangen en de vastlegging daarvan. Dit heeft financiële gevolgen vanwege de ontvangstplicht van baggerspecie ingevolge de waterschapskeur. Aanbestedingen openbare ruimte Het beheer van de openbare ruimte is volledig uitbesteed aan aannemers. Bij de aanbestedingen wordt een optimale prijs/kwaliteitverhouding behaald en is er sprake van een vrije marktwerking. Gedurende de periode van de economische crisis zijn aanbestedingsvoordelen behaald. Bij een aantrekkende economie zoals wij die nu zien bestaat het risico dat de prijzen en de kosten van het onderhoud van de openbare ruimte stijgen. Vaak is het effect van een aantrekkende economie niet direct zichtbaar maar manifesteren hogere prijzen zich pas na enige tijd. Ook zijn er per sector verschillen. Weg- en waterbouw en de dienstverlening lopen hierin niet voorop, op termijn zijn echter aanbestedingsnadelen onontkoombaar. Aanbestedingsvoor- en nadelen komen ten goede of ten laste van de begroting. 34

35 Laag afvalscheidingspercentage Middels het programma Van Afval Naar Grondstof streeft de rijksoverheid naar een reductie van de hoeveelheid restafval naar 100 kilo per inwoner in Met het nieuwe afvalbeleidsplan worden stappen in die richting gezet. Zoetermeer gaat dit streefcijfer in 2020 echter niet behalen. Mogelijk neemt het rijk de komende jaren meer verplichtende of sanctionerende maatregelen om de restafvalreductie te stimuleren Beleidswijzigingen Programma Duurzaam en Groen onderdeel Energietransitie Het budget voor de energietransitie is bestemd voor de regierol bij het maken van keuzes voor alternatieven voor aardgas op het niveau van de regio, de stad en de wijk. Daarnaast wordt budget gevraagd voor een faciliterende rol naar de doelgroepen in de stad om haalbare en betaalbare alternatieven beschikbaar te krijgen. Het gaat hierbij voor de gemeente om de inzet van geld en personeel voor: - opstellen van een energietransitievisie waarin het tijdspad waarin wijken worden verduurzaamd, is vastgelegd; - opstellen energietransitieplan (met toekomstige energievoorziening) per wijk in samenspraak met gebouweigenaren; - opstellen regionale energiestrategie (RES) met de gemeenten in de MRDH; - opzet ondersteuningsaanpak (advies, begeleiding en financiering) per doelgroep (corporaties, VVE s, individuele particuliere huiseigenaren, bedrijven); - Green deals sluiten met stakeholders over de energietransitie en zo nodig budget beschikbaar stellen dat aanvullend op budgetten van andere overheden m.n. innovaties kan aanjagen en versnellen. Bij de plannen en acties wordt waar mogelijk samengewerkt met het programma wijkgerichte aanpak om synergie en efficiency te bevorderen. Tot slot zal de gemeente actief participeren en lobby, etc binnen G40, VNG en energy cities voor het creëren van optimale condities op lokaal niveau voor de energietransitie. Luchtkwaliteit De luchtkwaliteit in Zoetermeer is belangrijk. Het gebruik van emissievrije voertuigen wordt bevorderd bij het gemeentelijk wagenpark, doelgroepenvervoer en het openbaar vervoer. Programma Duurzaam en Groen onderdeel groen Voor het optimaal inzetten van de middelen wordt samenwerking gezocht met de provincie, de regiogemeenten en de landschapstafel Duin, Horst en Weide en de landschapstafel Hof van Delfland. Lokaal wordt met natuurverenigingen en ondernemers samengewerkt. Projectvoorstellen worden met bewoners voorbereid, afgestemd en uitgevoerd. Actualisatie bomenbeleid Het extra budget voor het uitvoeren van het bomenbeleid wordt voor de bekostiging van de Externe Adviescommissie Bomen en de extra beheermaatregelen (snoeien, herstraten in verband met wortelopdruk) die voortkomen uit de toegenomen inbreng van wensen en belangen van inwoners, waardoor vaker gekozen wordt voor het handhaven van de boom of het uitvoeren van extra snoeimaatregelen ( maatschappelijke gewenste snoei ). Kwaliteitsverbetering openbare ruimte Met de kwaliteitsverbetering wordt ingezet op het uitvoeren van maatregelen waarmee in de openbare ruimte een zichtbare kwaliteitsverbetering wordt gerealiseerd, gericht op het gebruik en beleving van de openbare ruimte. Het gaat om maatregelen voor dagelijks onderhoud én (kleinschalige) inrichtingsmaatregelen. Ervaring met en een globale analyse van meldingen, klachten en vragen met betrekking tot de openbare ruimte zijn hiervoor richtinggevend. De maatregelen zijn onderverdeeld in: - Verhogen van de biodiversiteit en duurzaamheid Gedacht wordt aan maatregelen als het creëren van meer structuurvariatie ten gunste van de natuur, bijvriendelijke groepakketten voor adoptiegroen en afvalscheiding in de openbare ruimte in winkelcentra. 35

36 - Aanbrengen van meer kleur in de wijk Maatregelen als het plaatsen van bloembakken in de stad, onder andere in winkelcentra, het planten van bloembollen en bij de vervanging van groen meer gebruik maken van bloemrijke en zoveel mogelijk natuurlijke soorten. Ook toepassingen als street art zijn mogelijk. - Strak, mooi en schoon Onder meer intensiever beheren van randen tussen groen en wegen/paden en onkruidbeheersing in vakbeplanting en een intensiever beheer en opknapbeurt van drukbezochte plekken. Extra bladruimactie in het najaar. - Hogere veiligheidsbeleving Het intensiveren van het beheer van groen rondom woongebouwen en langs wegen en paden,meer doorzicht en minder overhangend groen; Verbetering van verlichting in tunneltjes. De groene projecten worden ontwikkeld en uitgevoerd in samenwerking met bewoners en andere partijen in de stad, zoals de natuurverenigingen en ondernemers. Het is mogelijk om per wijk of gebied andere accenten te leggen en afspraken te maken over de uit te voeren maatregelen. Samen met bewoners wordt gekeken wat de wensen zijn en hoe zij kunnen helpen met het onderhoud. Hiervoor wordt aansluiting gezocht bij de wijkverkenningen in de pilotwijk(en), resulterend in een wijkgroenplan. Los van de wijkgroenplannen kunnen bewoners ook in de andere wijken met initiatieven komen voor het in beheer nemen van groen. Bij de uitvoering van maatregelen gericht op groenonderhoud en op een schoon Zoetermeer, worden mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt ingezet. De kwaliteitsverbetering heeft een positief effect op de beleving van de openbare ruimte, het veiligheidsgevoel van gebruikers en de waardering van de openbare ruimte. Door de samenwerking met bewoners, ondernemers en andere partijen zal de betrokkenheid toenemen. Wijkgroenplannen en vervanging van groen In de programmering van het groot- en vervangingsonderhoud wordt ook de opgave voor het groen in beeld gebracht. Hiervoor zal het budget van worden ingezet. In 2019 wordt onderzocht op welke wijze de opgave kan uitmonden in een wijkgroenplan. Daartoe wordt ook aansluiting gezocht bij de wijkverkenningen. Biodiversiteit, klimaat en groen Groen is een kwaliteit van Zoetermeer en draagt bij aan een prettige woonomgeving en een goed vestigingsklimaat. Daarnaast bevordert het de gezondheid en de actieve recreatie in en rondom de stad. Om de biodiversiteit te vergroten wordt voorgesteld budget vrij te maken voor de verbindingen van de verschillende groengebieden in de stad (groene dooradering). Ook worden via groenprojecten in de stad maatregelen getroffen, die de effecten van de klimaatverandering verminderen. In samenspraak met de natuurorganisaties wordt een nieuwe monitor opgezet om de ontwikkeling in biodiversiteit meetbaar en concreter te maken. Financiën Bedragen x Nieuw beleid (financieel) Programma Duurzaam en Groen onderdeel energietransitie Luchtkwaliteit Programma Duurzaam en Groen onderdeel Groen Actualisatie bomenbeleid Kwaliteitsverbetering openbare ruimte Wijkgroenplannen en vervanging van groen Biodiversiteit, Klimaat en Groen Saldo

37 2.3.4 Financieel samengevat Programma 3. Leefbaarheid, duurzaam en groen Rekening Begroting Bedragen x Totaal lasten programma Totaal baten programma Resultaat Aangenomen moties voorjaarsdebat Amendement 1806-C1 Natuur monitoren Motie A Hoge Nood Besluit: Toevoegen Besluit 4b. In te stemmen met het toevoegen van de indicator biodiversiteit als effectindicator onder Bevorderen duurzame ontwikkeling (3.1). Stand van zaken: Voor het voorjaarsdebat 2019 is in samenspraak met de natuurorganisaties een nieuwe monitor opgezet, De nul-meting zal in 2020 zijn uitgevoerd. Verzoekt het college: - Binnen een half jaar in gesprek te gaan met ondernemers en vastgoedondernemers om meer openbare toiletten/publieke plasplekken voor mannen, vrouwen en goed toegankelijke gehandicaptentoiletten in de binnenstad te realiseren en daarover de raad te informeren. - Winkeliers en horeca-ondernemers in Zoetermeer te motiveren om gratis gebruik te maken van hun toiletten en dit zichtbaar te maken bij de ingang van de winkel of horecagelegenheid. - De bewegwijzering zo aan te passen dat de openbare toiletten goed te vinden voor het winkelend publiek. Motie Duurzaam investeren betaalbaar maken Stand van zaken: Momenteel worden de openbare en opengestelde toiletten (digitaal) in beeld gebracht. In het kader van de pilot gastvrije binnenstad wordt aandacht besteed aan openbare en opengestelde toiletten. Verzoekt het college: - Kennis te nemen van de rapportage in het dynamisch overzichtsdocument van 'De Stroomversnelling' (februari 2018). - Vormen van objectgebonden financiering voor het verduurzamen van particuliere woningen voor de Zoetermeerse situatie te verkennen, en hierover voor het najaarsdebat 2018 te rapporteren aan de gemeenteraad. - ln deze verkenning de volgende zaken mee te nemen: - meerjarenperspectief energietransitie voor woningen in het algemeen en particulier woningbezit in het bijzonder - participeren gemeente Zoetermeer in netwerken van verduurzaming - zo mogelijk aansluiten bij een groep van koplopergemeenten - aangeven in hoeverre het in te stellen duurzaamheidsfonds kan worden benut om deze ontwikkeling in gang te zetten en te versnellen (aanjaaggeld?). Stand van zaken: Om duurzaam investeren voor alle doelgroepen mogelijk te maken participeert de gemeente Zoetermeer net als voorgaande jaren actief in landelijke initiatieven van de VNG, Invest NL, G40 en de Stroomversnelling. De laatste inzichten zullen voor het najaarsdebat worden gerapporteerd. 37

38 Motie Fietsenstalling bij Stadshuis Forum Motie Duurzaamheidsplatform Verzoekt het college: Te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om een fietsenstalling te realiseren bij het Stadhuis Forum en daarin mee te nemen de benodigde dekking binnen het bestaande budget. Stand van zaken: Inmiddels zijn fietsenrekken geplaatst bij het Stadhuisforum. Onderzocht wordt of nog een herinrichting zal plaatsvinden van het plein. Hierin kan dan ook een fietsenstalling worden opgenomen. Verzoekt het college: - Met DuurSamen snel in overleg te treden over hoe een dergelijk platform tot stand zou kunnen komen. - ln het najaar van 2018 of zoveel eerder als mogelijk met een concreet voorstel hiervoor naar de raad te komen. Stand van zaken: Het overleg met DuurSamen over een duurzaamheidsplatform is gaande. De rapportage volgt in het najaar van

39 Programma 4. Vrije tijd Stimuleren vrije tijdsklimaat: Cultuur, sport, groen en spelen, evenementen Vitale samenleving: zelf doen. Sociale cohesie: samen doen. Levendige stad: er is veel te doen 4.1 Bevorderen laagdrempelig toegankelijke cultuur-, sport-, groen en speelvoorzieningen 4.2 Bevorderen levendige stad Waardering inwoners voor evenementen Waardering inwoners voor culturele voorzieningen Waardering inwoners voor sportvoorzieningen Waardering inwoners voor groenen speelvoorzieningen % inwoners dat evenementen bezoekt % inwoners dat cultuur bezoekt of beoefent % inwoners dat sport beoefent % inwoners dat groen- en speelvoorzieningen bezoekt Maatschappelijk effect programma Stimuleren vrije tijdsklimaat Zoetermeer is en blijft een levendige stad. Jong en oud kunnen actief genieten van het veelzijdige en speelse vrijetijdsaanbod en van het groen in en buiten de stad. Initiatieven op het gebied van sport, cultuur en evenementen die dit actieve karakter versterken, blijven we ondersteunen. De vrije tijdsactiviteiten zorgen voor welzijn, leefbaarheid en levendigheid voor de inwoners en bezoekers van Zoetermeer. Daarnaast draagt dit bij aan hun gezondheid en vitaliteit en aan sociale cohesie. Verder biedt de stad veel mogelijkheden om te ontspannen in het groen. Samen met Natuur- en milieuorganisaties en wijkbewoners werken we aan de uitbreiding van groen en het aanbod in groene ontspanning. Zowel binnen de wijk en de schooltuinen als op de stadsboerderijen. Ook binnen het programma Samen de toekomst van Zoetermeer vormgeven, dat zich richt op de groei en toekomst van Zoetermeer, is er aandacht voor recreatieve voorzieningen. In deze sector worden veel verenigingen door vrijwilligers bestuurd. De eisen die aan het besturen van deze organisaties worden gesteld, nemen toe. Daarom willen wij ze daarin beter ondersteunen Doelstellingen van dit programma Doelstelling 4.1 Bevorderen laagdrempelig toegankelijke cultuur-,sport,-groenen speelvoorzieningen Zoetermeer is een veelzijdige stad voor actieve vrijetijdsbeleving, een stad waar het naast goed wonen en werken ook goed recreëren is. Wij vinden belangrijk dat inwoners zich kunnen ontwikkelen, veel kunnen beleven en elkaar kunnen ontmoeten. Hiervoor bieden we laagdrempelige basisvoorzieningen zoals de sportaccommodaties, de culturele instellingen, de stadsboerderijen en de wijktuinen. In de eerste helft van het jaar opent het nieuwe museum zijn deuren in het Stadshart in Zoetermeer: het enige museum in Nederland over lifestyle en het dagelijks leven vanaf de jaren 50 tot nu. Daarnaast verhuist Terra naar het pand van de voormalige KwikFit garage. Voor de Boerderij wordt op basis van een aantal scenario's besloten over de toekomst voor het gebouw: de situatie bij het oude houden, verbouw of nieuwbouw. Ook nodigen wij de bibliotheek uit om met het aanbod in de wijk aan te sluiten bij het wijkgericht werken, zoals wij dat deze collegeperiode inzetten. Verder is de culturele 39

40 infrastructuur op orde, waardoor de aandacht gericht kan worden op de inhoudelijke programmering. In dat kader worden in een nieuwe toekomstagenda cultuur actiepunten voor de komende jaren uitgewerkt. De pilot van het Nationaal Videogamemuseum in het Stadshart, waarbij een uitzonderlijke collectie historische videogames de kern vormt, is een groot succes. Dit blijkt uit de grote belangstelling van inmiddels meer dan bezoekers in de afgelopen 9 maanden en hun enthousiaste reacties. Ook de voortdurende aandacht van regionale en landelijke media versterkt het succesvolle beeld van deze pilot van het Videogamemuseum. Sport draagt bij aan de gezondheid van onze inwoners, vergroot de leefbaarheid van de stad en vormt een krachtig verbindend element in onze samenleving. De gemeente wil haar inwoners zoveel mogelijk aan het sporten krijgen onder andere met behulp van vitale sportaanbieders en kwalitatief goede accommodaties. In 2019 wordt gestart met de realisatie van Gymworld en worden voorbereidingen getroffen om te komen tot de bouw van een nieuw recreatief zwembad. De wijktuinen zijn steeds populairder en de gratis toegankelijke stads- en speelboerderijen ontvangen steeds meer bezoekers. Groen Spelen Leren ziet een belangrijke taak weggelegd om bezoekers in contact te brengen met natuur en milieu. Verder blijft groen en duurzaam is het moto. In 2019 wordt meer ingezet op begrip voor en het omgaan met de natuur, dieren, het klimaat en ons voedsel. De Stadsboerderijen en schooltuinen werken samen met diverse partijen vanuit het kinderwerk, scholen, kinderopvang, zorg, natuur en milieu educatie en met veel betrokken inwoners. Het Buitenbeest start voorjaar 2019 een pannenkoekenrestaurant. Een aantrekkelijke uitbreiding van het huidige aanbod voor een breed publiek. De verbouwing van de Balijhoeve tot een sociale ontmoetingsboerderij is vertraagd en vindt in 2019 plaats. Ook hier staat samenwerking met bewoners, bedrijven, natuurorganisaties, onderwijs en zorgpartijen centraal. Effectindicator 4.1 Bevorderen laagdrempelig toegankelijke cultuur-,sport,-groen- en speelvoorzieningen Realisatie Bron Waardering inwoners voor evenementen 7,7 7,8 7,8 7,8 7,8 Omnibusenquête Waardering inwoners voor culturele voorzieningen 7,8 7,8 7,9 7,9 7,9 Omnibusenquête Waardering inwoners voor sportvoorzieningen 6, Omnibusenquête Waardering inwoners voor groen- en speelvoorzieningen nvt* 7,5 7,5 7,5 7,5 Omnibusenquête *De waardering voor groen- en speelvoorzieningen is in 2017 nog niet onderzocht in de Omnibusenquête. Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen laagdr. toeg. cultuur, sport-, groen- en speelvoorzieningen Doelstelling 4.2 Bevorderen levendige stad Onze vrijetijdssector is bij uitstek de drager van ons citymarketingconcept (buiten)sport en actieve levensstijl (maakbaar, speels en actief). De vastgestelde Citymarketingstrategie gaan we uitwerken in een uitvoeringsprogramma. We continueren ons brede aanbod aan evenementen met daarin ruimte voor vernieuwing. We vinden het belangrijk dat Zoetermeer om zijn positieve kenmerken bekend staat bij bewoners, bedrijven en bezoekers. Een toegesneden en divers evenementenaanbod, gericht op 40

41 een hoge waardering van inwoners en hoge bezoekersaantallen, is daarbij onmisbaar. Evenals het ontwikkelen van sportieve recreatievoorzieningen die tot in alle hoeken van de stad uitnodigen tot een actieve leefstijl. In de stad en in het bijzonder in de wijken spelen de stadsboerderijen, wijk- en schooltuinen een belangrijke rol. Met grote regelmaat worden hier (gratis) activiteiten georganiseerd waarbij meer en meer de uitvoering in handen van de bewoners ligt. In Zoetermeer hebben we een uitermate rijk verenigingsleven, cruciaal voor de sociale samenhang in de stad. We kennen een breed scala aan type verenigingen, waarbij steeds kenmerkend is dat een groep inwoners zich vrijwillig inzet voor de samenleving. Het gaat daarbij om sport, kunst, cultuur en andere vrijetijdsactiviteiten, maar ook om groepen vrijwilligers die ondersteunende taken in het sociaal domein willen uitvoeren. De gemeente blijft zich inzetten voor de vitaliteit van sportverenigingen en haar vrijwilligers. Dit doet de gemeente onder andere door de inzet van een verenigingsondersteuner, activiteiten van combinatiefunctionarissen en netwerkbijeenkomsten zoals sportcafés en andere themabijeenkomsten. Ook wordt gewerkt aan het verbinden van sport met andere maatschappelijke doelstellingen. Hiervoor kunnen sportaanbieders voor een tweede jaar meedoen aan de subsidieregeling Sport als supporter van Zoetermeer Effectindicator 4.2 Bevorderen levendige stad Realisatie Bron % inwoners dat evenementen bezoekt 43% 42% 42% 42% 42% % inwoners dat cultuur bezoekt of beoefent 84% 84% 84% 84% 84% % inwoners dat sport beoefent 78% 78% 78% 78% 78% % inwoners dat groen- en speelvoorzieningen bezoekt nvt* 40% 45% 45% 45% * Het percentage inwoners dat groen- en speelvoorzieningen bezoekt is nog niet onderzocht in Omnibusenquête Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen levendige stad Risico's Er is geen sprake van nieuwe of gewijzigde strategische risico s die de realisatie van doelstellingen mogelijk in de weg staan Beleidswijzigingen Zwembad Op 21 december 2017 heeft het college de raad het memo Recreatief zwemmen in Zoetermeer toegezonden. In dit memo is op basis van de onderzoeksrapporten Ruimte voor instructie- en verenigingszwemmen en Marktonderzoek recreatieve zwemvoorziening geconcludeerd dat Zoetermeer te weinig zwemwater heeft en dat een uitbreiding van de hoeveelheid zwemwater - zowel recreatief als functioneel - gewenst is. Op basis van het huidige gebruik en in perspectief van de landelijke kengetallen en benchmarkcijfers én rekening houdend met de verwachte groei van Zoetermeer, is een uitbreiding met ruim 1000 m² water gewenst. Onderzocht is tevens op welke wijze die groei zou kunnen realiseren. Dit heeft geresulteerd in twee varianten, die indicatief verder zijn uitgewerkt: 41

42 1. uitbreiding van De Veur, met upgrade De Driesprong 2. een geheel nieuw zwembad, met sluiting van De Driesprong. De aanbouwvariant bij De Veur betekende een investering van ca. 15 mln. en een jaarlijks exploitatietekort van 0,81 mln. Het college kiest voor de uit de onderzoeken naar voren gekomen nieuwbouwvariant waarbij nog naar een locatie wordt gezocht. De sloop van de Driesprong en nieuwbouw vraagt een investering van ruim 31 mln. en een jaarlijks exploitatietekort van ca. 1,25 mln. (hierin is de vrijval sluiten Driesprong verwerkt). Een toename van het exploitatietekort derhalve van circa 0,44 mln. ten opzichte van de aanbouwvariant. Videogamemuseum Gezien het succes van de pilot van het Nationaal Videogamemuseum is doorontwikkeling van belang. Met name omdat een dergelijk museum de aantrekkelijkheid van de binnenstad en het culturele aanbod in Zoetermeer op opvallende wijze kan versterken. In 2019 wordt daarom de pilot verlengd met een jaar. Hierdoor kan worden ingezet op een verdere professionalisering van het museum en krijgt het bestuur van het Videogamemuseum de tijd om scenario s uit te werken voor het uitgroeien naar een volwaardig Nationaal Videogamemuseum. Hiervoor wordt in beschikbaar gesteld. Daarnaast kan de verlengde pilot plaatsvinden op de huidige locatie in het overdekte deel van het Stadshart. Deze locatie heeft een duidelijke meerwaarde voor de aantrekkingskracht van - en de speelse en actieve beleving in ons Stadshart. Citymarketing en evenementen In het kader van de citymarketingstrategie wordt voorgesteld de budgetten voor evenementen te continueren. Het voorstel is voor de komende vier jaar jaarlijks voor nieuwe evenementen beschikbaar te stellen. De vastgestelde visie wordt uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma. Cultuurpodium Boerderij Cultuurpodium Boerderij is een belangrijke cultuurvoorziening in de stad met landelijk en zelfs internationale uitstraling. Naar aanleiding van het raadsbesluit nr. DOC Toekomstagenda Cultuur, amateurtheater en Stadsmuseum uit 2015 en de Motie Schaalsprong poppodium De Boerderij is in samenwerking met De Boerderij een variantenstudie uitgevoerd. Dit heeft gerealiseerd in vier mogelijke scenario s: een 0-variant (niets-doen), een minimale verbouwing, een maximale verbouwing en nieuwbouw. Het door De Boerderij opgestelde Position Paper, waarin De Boerderij de ambitie uitspreekt met de schaalsprong van de stad Zoetermeer mee te groeien, vormde het vertrekpunt voor dit onderzoek. Deze variantenstudie wordt aan een second opinion onderworpen door een ter zake kundig extern bureau. Het resultaat hiervan vormt de basis voor verdere besluitvorming over de toekomst van Cultuurpodium Boerderij, rekening houdend met het voorstel voor de extra reservering vanaf 2020 structureel. Deze reservering ( ) komt overeen met de toename van het exploitatietekort in het geval van de 0-variant. Financiën Bedragen x Nieuw beleid (financieel) Uitbreiding zwembaden aanbouw Extra kosten bij nieuwbouw Nationaal Videogame museum 200 Continueren bruisbudget nieuwe evenementen Uitbreiding cultuurpodium Boerderij Saldo

43 2.4.4 Financieel samengevat Programma 4. Vrije tijd Bedragen x Rekening Begroting Totaal lasten programma Totaal baten programma Resultaat Aangenomen moties voorjaarsdebat Motie Kunstroute door de stad Motie Behoud maquette Zoetermeer Draagt het college op: - een kunstroute in en tussen de wijken te ontwikkelen, die te voet of per fiets gevolgd kan worden; - de kunstroute op verschillende plekken te promoten, denk hierbij aan het Stadhuis-Forum, Stadsmuseum, Floravontuur en de website van de gemeente; - de catalogus op de website aan te passen. Stand van zaken: Ontwikkeling van de kunstroute is naar verwachting voorjaar 2019 gereed. Verzoekt het college: Onderzoek te doen naar: - de kosten van herstel van de maquette (huidige omvang en uitbreiding tot de actuele situatie) en daarbij Zoetermeerse instellingen en organisaties te betrekken; - de mogelijkheid van plaatsing van de maquette op een publiekelijk toegankelijke plek; Over bovenstaande te rapporteren voor het begrotingsdebat in november Stand van zaken: Onderzoek naar verschillende scenario s m.b.t. herstelkosten en tijdelijk of permanent onderkomen voor de stadsmaquette is inmiddels opgestart. Vanuit diverse invalshoeken (cultuur, erfgoed, stedelijke ontwikkeling en vastgoed) wordt hierin gezamenlijk opgetrokken. De uitkomsten van het onderzoek ontvangt de raad voor het begrotingsdebat

44 Programma 5. Veiligheid Veiligheid en leefbaarheid 5.1 Bevorderen van veiligheid in de woning 5.2 Behouden veiligheid en leefbaarheid in de wijk 5.3 Behouden veiligheid in de stad Aantal woninginbraken per jaar Gemiddeld rapportcijfer voor de veiligheid in de buurt Gemiddeld rapportcijfer voor de veiligheid in Zoetermeer Maatschappelijk effect programma Veiligheid en leefbaarheid Inwoners van Zoetermeer voelen zich veilig in huis, in de wijk en in de stad. Dit wordt integraal en op wijkniveau gedaan: samen met inwoners, ondernemers, instellingen en ketenpartners. Samen wordt ingezet op het verbeteren van de veiligheid zodat iedereen veilig kan wonen, werken en recreëren Doelstellingen van dit programma Doelstelling 5.1 Bevorderen van de veiligheid in de woning De inwoners van Zoetermeer moeten zich veilig voelen in hun eigen woning. Een woningoverval en woninginbraak tasten het veiligheidsgevoel ernstig aan en kunnen langdurige emotionele effecten hebben. Deze twee misdrijven zijn onderdeel van het speerpunt 'high impact crimes'. Door inwoners op de hoogte te brengen van de risico s en de maatregelen die zij zelf kunnen treffen, kunnen zij de eigen verantwoordelijkheid nemen om mee te werken aan het voorkomen van inbraken.door de inzet van onder andere een bouwinspecteur die tevens als preventieadviseur woninginbraken actief is, werkt de gemeente, samen met inwoners, politie, woningcorporaties en bedrijfsleven om middels met concrete maatregelen en voorlichting- en/of subsidieacties het aantal inbraken te verminderen. Verder wordt de bevoegdheid van de burgemeester om een tijdelijk huisverbod aan een huiselijk geweldpleger op te leggen regelmatig ingezet. Het tegengaan van (met name huiselijk) geweld is een belangrijk speerpunt van het veiligheidsbeleid. Belangrijk aandachtspunt is het vergroten van de weerbaarheid van slachtoffers van huiselijk geweld. Effectindicator 5.1 Bevorderen van de veiligheid in de woning Realisatie Bron Aantal woninginbraken per jaar 247 <2018 * * * Politie * nader te bepalen, vanaf 2019 geen subsidie meer beschikbaar om woningen beter te beveiligen. 44

45 Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen van de veiligheid in de woning Het budget wordt onder ander ingezet voor de koste voor het opleggen van huisverboden. De subsidie voor woninginbraken wordt eind 2018 beëindigd. Doelstelling 5.2 Behouden veiligheid en leefbaarheid in de wijk Zoetermeer is een stad waar iedereen zich veilig voelt. Het openbaar vervoer, scholen en horeca zijn voorbeelden van (kruis)punten in de stad waar bewoners elkaar tegenkomen. De veiligheid en veiligheidsgevoelens op deze (kruis)punten moeten worden behouden en waar mogelijk worden verbeterd. Bewoners zijn daarbij onmisbaar door hun betrokkenheid. Dit door onder andere de WASbuurtpreventieteams en de Whats' App groepen. Bewoners kunnen ook stille en enge plekken aanmelden. In iedere wijk weet team Handhaving wat de handhavingsvraagstukken zijn en reageren ze daadkrachtig op de meldingen. Team Handhaving wordt ook ingezet bij evenementen, integrale RandstadRail acties en seizoensgebonden activiteiten zoals toezicht bij Noord-Aa. In Zoetermeer wordt in de horeca, bij paracommerciële instellingen en tijdens evenementen toezicht gehouden op de naleving van de Drank- en Horecawet. Controles op grond van de Drank- en Horecawet betreffen voornamelijk integrale controles waarbij gekeken wordt naar zowel de vergunning en/of ontheffing, de inrichtingseisen, het aanwezige terras en de naleving van de leeftijdsgrenzen. Daar waar overtredingen plaatsvinden, wordt handhavend opgetreden. Effectindicator 5.2 Behouden veiligheid en leefbaarheid in de wijk Gemiddeld rapportcijfer voor de veiligheid in de buurt Realisatie Bron 7,7 7,5 7,5 7,5 7.5 Omnibusenquête Het rapportcijfer geeft aan dat inwoners zich veilig voelen in de buurt. Dit gevoel willen we vasthouden met behulp van alle veiligheidspartners. Het betreft geen neerwaartse ontwikkeling. Het streven is, ook in 2017, om een rapportcijfer 7,5 te behalen. In 2017 is dit gelukt. Burgers hebben de veiligheid in de buurt zelf beoordeeld met een 7,7. Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen /behouden veiligheid en leefbaarheid in de wijk Het budget wordt ingezet voor onder andere projecten veiligheid en leefbaarheid zoals de inzet van het team Handhaving, inzet van de regisseur 'ondermijning', de projectaanpak jaarwisseling, flexibel cameratoezicht en diverse participatieprojecten. Doelstelling 5.3 Behouden veiligheid in de stad Zoetermeer heeft te maken met grootstedelijke jongerenproblematiek. Dit is het tweede speerpunt van het integrale veiligheidsbeleid. Jongeren en jongvolwassenen veroorzaken in groepsverband of als individu, overlast en criminaliteit. Problematische (jeugd)groepen worden integraal en multidisciplinair 45

46 aangepakt. Hierin werken partners vanuit de strafrecht-, zorg- en bestuurlijke keten samen. In deze aanpak is direct contact met zowel de partners als de doelgroep het belangrijkste uitgangspunt. Misdaden die in georganiseerd verband worden gepleegd hebben vaak een ontwrichtende effect op de samenleving. Deze misdaden behoren tot het speerpunt ondermijning. Prioriteiten liggen bij de bewustwording en signalering van ondermijning en de integrale aanpak van hennepteelt en het tegengaan van witwassen. Het laatste speerpunt is radicalisering en extremisme, ook links- of rechts-extremisme wordt daarin meegenomen. Bij dit speerpunt is de persoonsgerichte aanpak de belangrijkste pijler. Vanuit het rijk worden in de periode 2016 t/m 2020 jaarlijks versterkingsgelden toegekend voor de aanpak van radicalisering. Deze gelden moeten jaarlijks worden aangevraagd. Voor 2019 bedraagt deze aanvraag naar verwachting Aan het einde van het jaar wordt bekend welk deel van de aanvraag toegekend is. Voor 2020 wordt voorlopig uitgegaan van een gelijk bedrag. De versterkingsgelden worden vooral ingezet voor de persoonsgerichte aanpak, het vergroten van de maatschappelijke weerbaarheid en trainingen voor professionals, voor Zoetermeer en voor de regio. Overige doelstellingen van Programma 5 zijn: 1. Handhaving van regels voor de bebouwde (leef)omgeving. Dit geeft invulling aan de wens en aan de taak om overeenkomstig de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) te handhaven. 2. De gemeente is op het gebied van rampen en crisisbeheersing in staat de directe en indirecte gevolgen van een ramp of crisis te voorzien en beheersen. Bewoners zijn geïnformeerd over de risico s zodat zij weten wat zij zelf kunnen doen ter voorbereiding op een ramp of crisis. Effectindicator 5.3 Behouden veiligheid in de stad Gemiddeld rapportcijfer voor de veiligheid in Zoetermeer Realisatie Bron 7,4 7,3 7,4 7,4 7,4 Omnibusenquête Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Behouden veiligheid in de stad Het budget wordt grotendeels ingezet voor de deelnemersbijdrage aan de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Haaglanden (VRH: ) en de Omgevingsdienst Haaglanden (ODH: ). Veiligheidsregio Haaglanden werkt aan het versterken van de positie van brandweer in de wijk. Dit gebeurt door het geven van voorlichting op scholen, nazorgbijeenkomsten na brand en brandveiligheidsadviezen aan verschillende groepen burgers. Ook ondernemen zij activiteiten zoals controles van scholen en bedrijven. Naar aanleiding van de zienswijze op de ontwerpmeerjarenbegroting , waarin Zoetermeer extra aandacht heeft gevraagd voor het vergroten van de zelfredzaamheid van zowel ouderen als gehandicapten, heeft de VRH toegezegd een pilot in de gemeente Zoetermeer te starten, waarbij de brandweer de samenwerking met andere partijen, waaronder de woningcorporaties, om de zelfredzaamheid van zowel ouderen als gehandicapten verder te vergroten. Verder wordt het budget besteed aan o.a. kosten rampenbestrijding en handhavingskosten op het gebied van bouwen en wonen en St. Dierentehuis Zoetermeer voor opvang zwerfdieren. 46

47 2.5.2 Risico's Er is geen sprake van nieuwe of gewijzigde strategische risico s die de realisatie van doelstellingen mogelijk in de weg staan Beleidswijzigingen Regisseur ondermijning De komende jaren wordt actief ingezet op het tegengaan van ondermijning. Het voorstel is op korte termijn een regisseur ondermijning aan te trekken zoals ook opgenomen is in het Coalitieakkoord Uitbreiding team handhaving en juridische achtervang Leefbare wijken en een veilige stad zijn het uitgangspunt voor alle Zoetermeerders. Door middel van preventieve surveillance, de aanpak van kleine ergernissen en overlast in de wijken bevorderen de handhavers de leefbaarheid van de wijken. Over de langere termijn heeft zich echter een aanzienlijke verschuiving voltrokken waarbij veiligheidszorg in de openbare ruimte niet langer exclusief domein is van de politie. Hierdoor zijn gemeenten genoodzaakt om de taken die de politie niet langer als kerntaak ziet, op te pakken. Dit maakt het werk van Team Handhaving complexer en vergt additionele vaardigheden. Dit complexere werk vraagt om een kwaliteitsimpuls bij Team Handhaving. Financiën Bedragen x Nieuw beleid (financieel) Regisseur ondermijning Uitbreiding team handhaving en juridische achtervang Saldo Financieel samengevat Programma 5. Veiligheid Bedragen x Rekening Begroting Totaal lasten programma Totaal baten programma Resultaat

48 Programma 6. Dienstverlening en samenspraak Dienstbare gemeente 6.1 Continueren klanttevredenheid 6.2 Bevorderen van samenspraak Gemiddeld rapportcijfer tevredenheid gehele dienstverlening Gemiddeld rapportcijfer aanvraag en afhandeling van digitale producten Tevredenheid dienstverlening aan ondernemers Gemiddeld rapportcijfer inwoners over proces van samenspraak Tevredenheid bedrijven over proces van samenspraak Tevredenheid organisaties over proces van samenspraak Tevredenheid inwoners, bedrijven, organisaties over ondersteuning bij initiatieven Maatschappelijk effect programma Dienstbare gemeente De dienstbare gemeente betekent dat de gemeente de inwoner centraal stelt, goede dienstverlening biedt en inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties actief betrekt bij beleid en projecten. De gemeente Zoetermeer wil door de manier van besturen en het betrekken van inwoners, bedrijven en (maatschappelijke) organisaties de betrokkenheid van de Zoetermeerders bij de stad en het vertrouwen in de lokale overheid bij inwoners vergroten Doelstellingen van dit programma Doelstelling 6.1 Continueren klanttevredenheid Om de klanttevredenheid op peil te houden, blijven we werken aan onze dienstverlening. Onze norm is dat inwoners, bedrijven en instellingen tijdig (conform de servicenormen) en begrijpelijk antwoord krijgen van de gemeente, ongeacht of zij hun vraag stellen via de post, balie, de telefoon, de website, de of social media. Het digitale kanaal is het voorkeurskanaal: digitaal waar kan, persoonlijk waar nodig. Het op orde hebben van de dienstverlening is tevens een belangrijke randvoorwaarde om inwoners te betrekken bij beleid. Wanneer de dienstverlening niet op orde is, verkleint de bereidheid en het enthousiasme om samen te werken met de gemeente. 6.1 Continueren klanttevredenheid Bron Gemiddeld rapportcijfer tevredenheid gehele dienstverlening Gemiddeld rapportcijfer voor de aanvraag en afhandeling van digitale producten Tevredenheid dienstverlening aan ondernemers 7,4 7,1 7, ,4 7,7 7,7 7, ,7 6,9-7,5-7,5 Omnibusenquête Klanttevredenheidsonderzoek Tweejaarlijkse ondernemerspeiling 48

49 In 2019 zit de gemeente een jaar in het nieuwe stadhuis. De locatie is naar tevredenheid maar er zijn enkele aandachtspunten daarom zal er een evaluatie van het stadhuis/forum gaan plaatsvinden. Ook in 2019 zetten we in op training en ontwikkeling voor een dienstverlenende houding van ambtenaren. Dit draagt bij aan goed persoonlijk contact. Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Continueren klanttevredenheid Het budget wordt onder andere ingezet voor de organisatie van de verkiezingen, de dienstverlening aan de publieksbalies, de voorbereidingskosten omgevingswet en het gemeentelijk callcenter. In jaren dat er verkiezingen zijn, is er meer budget. Tevens kennen de persoonsdocumenten pieken en dalen in de aanvragen. Zowel de kosten als de opbrengsten bewegen dan mee. Doelstelling 6.2 Bevorderen van de samenspraak Wij vinden het belangrijk dat de Zoetermeerse samenspraak goed aansluit bij de ontwikkelingen in de stad. Samenspraak is geen doel op zich, maar een middel om belangen en ideeën op een transparante wijze te kunnen wegen en vervolgens op een slagvaardige wijze publieke opgaves te realiseren. Op basis van het raadsbesluit over de aanbevelingen van de externe onderzoeken die het college in 2017 naar de werking van samenspraak heeft laten uitvoeren en de diverse geluiden uit de raad en de stad is de conclusie, dat samenspraak in Zoetermeer simpeler en duidelijker kan. We willen daarom vanaf 2019 met een geactualiseerde aanpak van samenspraak gaan werken. We streven naar een effectieve samenspraak, rekening houdend met verschillende situaties en belangen. Een aanpassing van een bestemmingsplan vraagt om andere samenspraak dan het opstellen van een visie op sport. We vinden het van belang dat de samenspraak aansluit op het vraagstuk. Voor wijkvoorzieningen is er nauwe samenspraak met de mensen die daar wonen. Voor stedelijke voorzieningen hanteren we samenspraak op stedelijk niveau en willen we meer plaats geven aan stedelijke belangen. We gaan binnen deze kaders graag in gesprek met de stad over de wijze waarop het Zoetermeerse samenspraakbeleid wordt aangepast. We betrekken de opbrengst van dit gesprek bij een voorstel over de actualisering van het samenspraakbeleid, zodat de geactualiseerde samenspraak in de loop van 2019 een feit is. Effectindicator 6.2 Bevorderen van de samenspraak Gemiddeld rapportcijfer inwoners over proces van samenspraak Tevredenheid bedrijven over proces van samenspraak Tevredenheid organisaties over proces van samenspraak Tevredenheid inwoners, bedrijven en organisaties over ondersteuning bij initiatieven Realisatie Bron 6 7 7,2 pm 7 n.v.t. n.v.t. n.v.t 7.2 n.v.t. p.m. p.m. Omnibusenquête onderzoek Samenspraak Ondernemers onderzoek Samenspraak Maatschappelijke Organisties onderzoek Samenspraak Ondernemers Vanwege de diverse andere onderzoeken naar samenspraak in 2017 heeft de geplande peiling naar de tevredenheid van bedrijven niet plaatsgevonden. In 2017 heeft kwalitatief onderzoek plaatsgevonden naar de tevredenheid van inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven over de ondersteuning bij maatschappelijke initiatieven. Dit was in de vorm van een doorlichtingsonderzoek 49

50 (213a-onderzoek). Uit het oogpunt van het voorkomen van overbevraging heeft er geen kwantitatieve peiling plaatsgevonden. Het budget voor deze doelstelling bestaat volledig uit overhead en is afzonderlijk opgenomen in hoofdstuk 3 Overzicht Overhead. Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Het budget voor het bevorderen van samenspraak is conform wettelijke regelgeving tegenwoordig ondergebracht bij het Overzicht Overhead. Doelstelling 6.3 Overige Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Overige Het betreft hier budgetten voor het college, de raad en griffie. In het Coalitieakkoord is een taakstelling opgenomen van netto 1 mln. oplopend tot 2,5 mln. structureel. In afwachting van de specifieke invulling en toedeling aan programma s is deze taakstelling op programma 6 verantwoord. Dit is een technische verwerking en betekent niet dat de taakstelling specifiek op dit deel van de begroting moet worden gevonden. Dit verklaart de daling van het budget vanaf Risico's Er is geen sprake van nieuwe of gewijzigde strategische risico s die de realisatie van doelstellingen mogelijk in de weg staan Beleidswijzigingen Verhoging legestarieven omgevingsvergunningen/fysieke leefomgeving van de Legestabel 2018 De huidige kostendekkenheid van de omgevingsvergunningen in 2018 is slechts 46%. Daarnaast is onderzoek gedaan naar de legestarieven bij vergelijkbare gemeenten, waaruit is gebleken dat Zoetermeer goedkoop is. Deze twee aspecten zijn de aanleiding geweest om onderzoek te doen naar de kostendekkendheid van de legestarieven zoals opgenomen in legestabel van de omgevingsvergunningen. De voorstellen tot mogelijke verhoging van de kostendekkendheid worden betrokken bij het afrondend begrotingsvoorstel. En dat bij deze verhoging ook de gevolgen voor de groei in omvang van legesopbrengst als gevolg van hogere volumes aan vergunningaanvragen en het daaraan verbonden werk in beeld worden gebracht. 50

51 2.6.4 Financieel samengevat Programma 6. Dienstverlening en samenspraak Rekening Begroting Bedragen x Totaal lasten programma Totaal baten programma Resultaat Het budget wordt onder andere ingezet voor de organisatie van de verkiezingen, de dienstverlening aan de publieksbalies, de voorbereidingskosten omgevingswet en het gemeentelijk callcenter. Het budget voor de voorbereidingskosten omgevingswet loopt tot 2019 en nog een restant bedrag van voor Het budget voor de verkiezingen wisselt. In jaren dat er verkiezingen zijn, is er meer budget. Tevens kennen de persoonsdocumenten pieken en dalen in de aanvragen. Zowel de kosten als de opbrengsten bewegen dan mee Aangenomen moties voorjaarsdebat Motie Hoe gaat het met de publieksbalie? Motie Proeftuin Digitale Democratie Draagt het college op: - Op korte termijn de dienstverlening van de publieksbalie te evalueren - daarin in ieder geval de genoemde punten mee te nemen: wachttijden, wachtruimte, oproep van wachtenden, contant betalen. Stand van zaken: Is afgehandeld middels een memo aan de raad. Verzoekt het college: Nader onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor de gemeente Zoetermeer om deel te nemen aan de proeftuin digitale democratie. Stand van zaken: In behandeling. 51

52 Programma 7. Inrichting van de stad Dynamische, functionele en mooie stad 7.1 Bevorderen passende woonruimte voor iedere Zoetermeerder 7.2 Bevorderen vernieuwende en gewenste functies voor stad en regio 7.3 Bevorderen kwaliteit gebouwde omgeving en publieke ruimte 7.4 Behouden goede bereikbaarheid en bevorderen verkeersveiligheid 7.5 Overige Waardering bewoners woonruimte % grondgebied met bestemmingsplan jonger dan 10 jaar Waardering bewoners ruimtelijke kwaliteit Waardering Vastgoed binnensport Waardering Vastgoed buitensport Waardering Vastgoed sociaalcultureel Waardering bewoners verkeersveiligheid Waardering bewoners bereikbaarheid fiets Waardering bewoners bereikbaarheid auto Waardering bewoners bereikbaarheid OV Maatschappelijk effect programma Dynamische, functionele en mooie stad Zoetermeer is een stad waar veel gebeurt en die volop in ontwikkeling is. Op meerdere fronten wordt in de economische, ruimtelijke en maatschappelijke kwaliteit van de stad geïnvesteerd en de komende jaren staan we nog voor tal van uitdagingen. We willen een stad realiseren en in stand houden, waarin het aantrekkelijk is om te wonen, te werken, leven en te verblijven. Met het Programma 'Samen de toekomst van Zoetermeer vormgeven', kortweg de Schaalsprong, wordt hieraan vormgegeven. Samen met de raad, inwoners, ondernemers, instellingen, onze ambtelijke organisatie en iedereen die hierbij betrokken is, gaan we deze uitdagingen aan Doelstellingen van dit programma Doelstelling 7.1 Bevorderen passende woonruimte voor iedere Zoetermeerder Het is belangrijk om het woningaanbod in de stad goed afgestemd te hebben en te houden op de woningbehoefte en te anticiperen op verdere ontwikkeling. Om richting te geven aan de kwalitatieve en kwantitatieve woningbouwopgave in de komende 15 jaar heeft de raad in februari 2017 een Woningbouwagenda vastgesteld. Zoetermeer zet in op het toevoegen van woningen met een zoekopgave naar woningen om in te spelen op de grote vraag naar woningen in Zoetermeer en de Randstad, om krimp van het inwonersaantal te voorkomen en om het voorzieningenniveau in stand te houden. Voor een concrete invulling van de Woningbouwagenda is een Woningbouwprogramma opgesteld en vastgesteld. Met het programma wordt bevorderd dat het woningaanbod zo goed mogelijk aansluit bij de wensen en behoeften van de huidige en toekomstige inwoners van Zoetermeer. Door in te zetten op maximale doorstroming willen we dit bereiken. 52

53 Ter uitvoering van het Woningbouwprogramma is in de tweede helft van 2018 een versnellingsagenda aan de raad aangeboden, die doorloopt tot de eerste helft van De versnellingsagenda gaat in op welke manier de bouwambitie om gemiddeld 700 woningen per jaar te realiseren verwezenlijkt kan worden. Effectindicator 7.1 Bevorderen passende woonruimte voor iedere Zoetermeerder Realisatie Bron Waardering bewoners woonruimte Omnibus- enquête In 2017 hebben de inwoners van Zoetermeer reeds aangegeven het wonen in Zoetermeer erg te waarderen. De doelstelling voor 2017 is wel gehaald. De Zoetermeerse inwoner blijkt daarmee het wonen in deze stad nog steeds te belonen met een hoog waarderingscijfer. Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen passende woonruimte voor iedere Zoetermeerder Het budget wordt met name ingezet voor de uitvoerings- en beleidstaken voor wonen. Voor de beleidstaken woonwagenhuisvesting is tijdelijk budget beschikbaar. De personele kosten van de woonwagenhuisvesting lopen tot gedurende 3 tot 5 jaar af. Ook de exploitatiekosten en -opbrengsten van de startersleningen worden onder deze doelstelling verantwoord. Doelstelling 7.2 Bevorderen vernieuwende en gewenste functies voor stad en regio We zetten in op hoogwaardige voorzieningen, die horen bij een complete stad en met meer ontwikkelingsmogelijkheden. Hiermee versterkt het voorzieningenniveau en groeit de aantrekkelijkheid van de stad. Het gaat om een breed aanbod in onder meer cultuur, onderwijs, sport, zorg, vrije tijd, evenementen en detailhandel. Meer en meer locaties worden geherstructureerd of getransformeerd naar de nu gewenste functies in stad. Daarvoor zijn vaak andere partijen dan de gemeentelijke overheid aan zet, waarbij de gemeente vooral stimuleert en uitnodigt. Met ontwikkelingsmogelijkheden wordt bedoeld dat er steeds voldoende ruime kaders worden geschapen om initiatieven uit de samenleving te kunnen faciliteren. Om de kwaliteitsimpuls te realiseren en om de gewenste vernieuwing mogelijk te maken zetten we in op de Omgevingsvisie voor de stad als geheel. Op gebiedsvisies voor de te ontwikkelen gebieden en op het vervolgen van al lopende grote gebiedsontwikkelingen en projecten (zoals Entreegebied, Binnenstad, het Woningbouwprogramma en Dutch Innovation Park). Effectindicator 7.2 Bevorderen vernieuwende en gewenste functies voor stad en regio % Grondgebied met bestemmingsplan jonger dan 10 jaar Realisatie Bron 97% 98% 98% 98% 98% Gemeente Zoetermeer In 2018 zijn inmiddels vijf bestemmingsplannen vastgesteld. Naar verwachting komen daar voor het eind van het jaar nog twee bij. Per1 juli 2018 is de actualisatieplicht komen te vervallen voor bestemmingsplannen die digitaal raadpleegbaar zijn. 53

54 Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen vernieuwende en gewenste functies voor stad en regio De komende jaren worden er uitgaven voor de Schaalsprong verricht. In de begroting is voor de jaarschijf 2019 voor voorbereidende werkzaamheden ca. 1,8 mln. opgenomen, voor verdere jaren is een werkbudget van ca opgenomen. De uitgaven voor de Schaalsprong worden gedekt vanuit de exploitatie (ca ) en vanuit de Reserve Investeringsfonds (Rif) voor ca. 1,5 mln. Voor de kapitaallasten en het onderhoud van de ventweg is een stelpost van vanaf 2020 opgenomen. Het eerste jaar is dit gedekt vanuit de Rif. Onder dit product worden ook de grondexploitatiebudgetten verantwoord. Voor het exploitatiesaldo zijn deze kostenneutraal, omdat dekking plaatsvindt vanuit grondverkopen en andere opbrengsten waaronder subsidies en dekking vanuit de Rif. De schommeling in budgetten bij deze doelstelling wordt veroorzaakt door tijdelijke budgetten en jaarlijks wisselende bedragen voor uit inkomsten uit verhuur van onroerend goed. Doelstelling 7.3 Bevorderen kwaliteit van gebouwde omgeving en publieke ruimte We zetten in op het op een hoogwaardig niveau brengen, houden en versterken van de ruimtelijke kwaliteit, het leefklimaat, de voorzieningen en de woningvoorraad in Zoetermeer. Om de aantrekkelijkheid van de stad te vergroten, is kwaliteitsverbetering een voorwaarde bij iedere ruimtelijke ontwikkeling. Omdat de beschikbare ruimte in de stad voor nieuwe projecten beperkt is, wordt de discussie over kwaliteit steeds belangrijker. Wat kunnen nieuwe projecten nog toevoegen aan de stad? De stap naar meer diversiteit, meer (multi)functionaliteit, meer gelaagdheid en meer kwaliteit kan alleen worden gemaakt als de nieuwe projecten qua programma, stedenbouwkundige inpassing en architectonische kwaliteit voldoende onderscheidend zijn. Het Programma 'Samen de toekomst van Zoetermeer vormgeven' zal de komende periode met alle inwoners verder vorm worden gegeven. De opbrengst van dit programma (met name het onderdeel 'gesprek met de stad') wordt meegenomen bij het opstellen van de Omgevingsvisie voor de stad en de verdere uitwerkingen op gebiedsniveau. Voor de Oude Linten Voorweg en Zegwaartseweg wordt een Beeldkwaliteitsplan opgesteld om op de kwalitatieve ontwikkeling van deze gebieden te kunnen sturen (eind 2018/begin 2019). Effectindicator 7.3 Bevorderen kwaliteit van gebouwde omgeving en publieke ruimte Realisatie Bron Waardering bewoners ruimtelijke kwaliteit ** 77% 76% * 76% * Omnibusenquête * Tweejaarlijkse omnibusenquête ** Percentage dat uitdrukt in hoeverre de kwaliteit van de groene en rode openbare ruimte op loopafstand van de woning en in de groene omgeving op stadsniveau voldoet aan de wensen van de inwoners De ruimtelijke kwaliteit wordt tweejaarlijks gemeten in even jaren. De meting in 2018 heeft betrekking op de realisatie in 2018 en blijft ook voor 2019 geldig. De ruimtelijke kwaliteit wordt tweejaarlijks gemeten in even jaren. De meting in 2016 heeft betrekking op de realisatie in 2016 en bleef ook voor 2017 geldig. In 2018 wordt de ruimtelijke kwaliteit opnieuw gemeten. De in 2016 gemeten ruimtelijke kwaliteit bedroeg voor heel Zoetermeer 77%. Daarmee voldoet de ruimtelijke kwaliteit aan de streefwaarde voor 2019 (ten minste 76%). 54

55 Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Bevorderen kwaliteit van gebouwde omgeving en publieke ruimte Het budget wordt grotendeels ingezet voor personele inzet onder andere op het gebied van welstand, beeldkwaliteitsplannen, bestemmingsplannen, structuurvisie (omgevingsvisie) en groen. Voor de uitvoering van de woonvisie was in 2018 ca beschikbaar. Voor de investeringen in woonwagenhuisvesting Bleiswijkseweg is gefaseerd over de jaren 2018/ geraamd. Doelstelling 7.4 Behouden goede bereikbaarheid en bevorderen verkeersveiligheid Zoetermeer ligt centraal in de Randstad en staat bekend als goed bereikbare en verkeersveilige stad. Dit vormt een belangrijke vestigingsfactor voor inwoners en ondernemers. Als de gemeente verder wil uitgroeien tot een complete en dynamische stad en de best bereikbare en verkeersveilige stad wil worden, dan moet ook de verkeers- en vervoerssysteem hierop zijn afgestemd. Daarbij wordt niet alleen gedacht aan de automobiliteit (goede doorstroming en parkeervoorzieningen), maar vooral prioriteit aan hoogwaardig openbaar vervoer (waaronder regionale lightrailverbindingen) en duurzaam vervoer, de fiets en het lopen (aantrekkelijke en veilige routes en fietsenstallingen). De verkeersveiligheid staat op één; iedereen moet veilig thuis kunnen komen. Dit vraagt om een intensieve afstemming binnen en buiten de regio maar ook om investeringen en een actieve lobby gericht op realisatie, behoud en versterking van het mobiliteitssysteem in en om de stad. Effectindicator 7.4 Behouden goede bereikbaarheid en bevorderen verkeersveiligheid Realisatie 2016 Waardering verkeersveiligheid 7,0* 7,5 Waardering bereikbaarheid auto 7,7* 7,7 Waardering bereikbaarheid fiets 8,0* 8,2 Waardering bereikbaarheid ov 7,1* 7,5 * Omnibusenquête De cijfers hebben betrekking op een beoordeling op stadsniveau ** 2020*** Bron Omnibus ênquete ** Resultaten tweejaarlijkse Stadspeiling. In september 2018 start de Stadspeiling. Dit is de opvolger van de Omnibusenquête en Jongerenpeiling. De cijfers van deze peiling hebben betrekking op 2018 en komen begin 2019 beschikbaar. *** De onder 2020 ingevulde cijfers zijn streefwaarden. Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Behouden goede bereikbaarheid en bevorderen verkeersveiligheid Het budget wordt ingezet voor de uitvoering van mobiliteitsprojecten en de inzet van verkeerskundigen. 55

56 Doelstelling 7.5 Overige Effectindicator 7.5 Overige Waardering Vastgoed binnensport Waardering Vastgoed buitensport Waardering Vastgoed sociaal-cultureel Realisatie 2017 niet uitgevoerd niet uitgevoerd niet uitgevoerd Bron 79% 80% 80% 81% 75% 77,5% 80% 81% 75% 77,5% 80% 81% Klanttevredenheidsonderzoek Financiën Begroting Bedragen x Doelstelling Overige Het budget wordt ingezet voor het groot onderhoud van ambtelijke en commerciële huisvesting. Daarnaast is het exploitatieresultaat van het vastgoed van de gemeente en het totaal van de algemene kosten stedelijke ontwikkeling onder deze doelstelling verwerkt Risico's Er is geen sprake van nieuwe of gewijzigde strategische risico s die de realisatie van doelstellingen mogelijk in de weg staan Beleidswijzigingen Mobiliteit in MRDH verband Voor de ondersteuning van bestuurders en participatie in ambtelijke projectgroepen op het gebied van mobiliteit wordt het tijdelijke extra budget gecontinueerd.hiermee wordt een pro-actieve bijdrage geleverd aan de regionale strategische agenda, de regionale investeringsagenda en de regionale bereikbaarheid. Dit levert directe resultaten op doordat de MRDH en provincie via cofinanciering middelen verstrekken voor uitvoering van een studie naar het middengebied naar de mogelijkheden van regionale lihgtrailverbindingen. Door koppeling vanuit mobiliteit met thema s wonen en economie wordt geparticipeerd in verstedelijkingsalliantie ter versnelling van de (binnenstedelijke) woningbouwopgave in de regio. Wijkverkeerswerkgroepen Het college zet in op bereikbaarheid en verkeersveiligheid zijn van groot belang. Voor 6 wijken wordt vier per jaar een bijeenkomst georganiseerd waarin deze zaken aan de orde komen. Nieuwe Initiatieven Zoetermeer investeert actief in de stad en reageert flexibel en daadkrachtig op nieuwe ontwikkelingen, initiatieven en kansen voor de stad. De gemeente staat open voor initiatiefnemers en door snel in te kunnen spelen op nieuwe initiatieven (zowel fysiek als maatschappelijk) wordt de kans groter dat deze daadwerkelijk in Zoetermeer gaan landen, Toekomst bestendige Dorpsstraat De gemeente wil een toekomstbestendige Dorpsstraat realiseren in samenwerking met vastgoedeigenaren en ondernemers.uitgangspunten van beleid zijn het compacter maken van een 56

57 winkelgebied onder andere door een leegstandsaanpak, het transformeren van aanloopstraten en een kwaliteitsslag in het compactere kernwinkelgebied. Schaalsprong In het Coalitieakkoord is de noodzaak onderstreept voor de Schaalsprong en de realisatie van de kwalitatieve en kwantitatieve groei van Zoetermeer. De scope van de Schaalsprong is bepaald in het Raadsbesluit Samen de toekomst van Zoetermeer vormgeven en raakt daarmee de gehele begroting: (1) het gesprek met de stad over de toekomst van Zoetermeer, (2) integrale kwaliteitsimpuls gehele stad (voorzieningen, groen, verduurzaming en energietransitie, cultuur, sport, buitenruimte, veiligheid, toegankelijkheid, leefbaarheid, klimaatbestendigheid, bereikbaarheid binnen stad en regio), (3) het Woningbouwprogramma voor woningen met een zoekopgave tot woningen, (4) grootschalige gebiedsontwikkelingen, waar bereikbaarheid, mobiliteit en aantrekkelijk wonen samenkomen, voor Binnenstad, Entreegebied, Oostelijke Entree, Grootschalige Recreatieve Ontwikkeling van het gebied aanpalend aan de nieuwe Driemanspolder en de Transformatieopgave van de bedrijventerreinen. De voorbereidende werkzaamheden voor de Schaalsprong betreffen het gesprek met de stad, de (coördinatie van) grootschalige gebiedsontwikkelingen, inbreiding van woningen in bestaande bouw, kwaliteitsimpuls en verduurzaming van bestaande wijken, bereikbaarheid en mobiliteit, onderzoek naar de economische ontwikkeling binnen de Schaalsprong en een kwaliteitsimpuls voor het (hoger, VMBO, volwassenen) onderwijs. De middelen voor de uitvoering worden telkens per afzonderlijk raadsvoorstel aangevraagd. Via raadsbesluit Raadsvoorstel kosten Schaalsprong 2018 en 2019 van 9 juli 2018 zijn voor voorbereidende werkzaamheden voor 2019 (en een voor aanvullend deel voor 2018) met een afzonderlijke begrotingswijziging middelen toegekend. Daarnaast is vooruitlopend op besluitvorming een reservering gedaan voor de exploitatielasten van de aanleg van een ventweg. Financiën Bedragen x Nieuw beleid (financieel) Mobiliteit in MRDH verband Wijkverkeerswerkgroep Nieuwe initiatieven 250 Toekomst bestendige Dorpsstraat 134 Saldo Financieel samengevat Programma 7. Inrichting van de stad Bedragen x Rekening Begroting Totaal lasten programma Totaal baten programma Resultaat Het budget voor wonen (doelstelling 7.1) wordt ingezet voor de exploitatielasten van startersleningen, de uitvoerings- en beleidstaken voor wonen (inclusief de Bestuurlijke Tafel Wonen Haaglanden en woonwagenhuisvesting). Het budget voor vernieuwing (doelstelling 7.2) heeft vooral betrekking op grondexploitaties ( 10,7 mln.) en uitgaven diverse schaalsprong ( 1,8 mln.). De kosten van de bestaande grondexploitaties lopen met ingang van 2022 naar beneden. De kosten voor ruimtelijke ordening (doelstelling 7.3) worden voor het grootste deel gedaan voor personele inzet op het gebied van welstand, verkeer en ruimtelijke ordening. 57

58 De grootste uitgaven voor verkeer (doelstelling 7.4) worden gedaan voor de bijdrage voor het mobiliteitsfonds MRDH en de inzet verkeerskundigen e.a. De overige uitgaven (doelstelling 7.5 'Overige') betreffen met name de exploitatie van de vastgoedportefeuille en overhead Aangenomen moties voorjaarsdebat Motie Actieve reclamecampagne voor blindenstok in het verkeer Vraagt het college om: - Met Koninklijke Visio in gesprek te gaan wat zij adviseren om verkeersgebruikers attent te maken op mensen met visuele beperkingen en hoe met hen om te gaan. Een informatiecampagne zou hier onderdeel van kunnen zijn; - De resultaten van dit gesprek en het vervolg hierop te delen met de raad vóór het einde van het jaar. Stand van zaken: Gesprek wordt ingepland en de resultaten van dit gesprek worden voor het eind van dit jaar aan de raad voorgelegd. 58

59 3. Overzicht Overhead 3.1 Inleiding In het Overzicht Overhead staan de lasten en baten van de overhead van de gemeentelijke organisatie opgenomen. Dit is voorgeschreven in de wetgeving (BBV) en heeft tot doel om de overhead inzichtelijk te maken en om gemeenten onderling te kunnen vergelijken op hun uitgaven hieraan. De door de BBV gehanteerde definitie van overhead luidt: de kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primair proces. De doelstelling van overhead luidt: het sturen van de organisatie en het ondersteunen van het primaire proces. 3.2 Beleidswijzigingen Bedrijfsvoering Financiën en Control: fiscaliteit en interne audit Aangescherpte externe regelgeving stelt hogere eisen aan het behandelen van vraagstukken op fiscaal gebied en interne controle/auditing. Dit aspect is eerder door de externe accountant in de Interim Management Letter en bij de audit werkgroep onder de aandacht gebracht. Om de externe accountant bij haar controle te mogen laten steunen op de controlerapporten van de gemeente worden hogere kwaliteits- en opleidingseisen eisen vanuit regelgeving geëist. Daarnaast is er capaciteit nodig voor nieuwe (verplichte) thema s zoals de beoordeling van Electronic Data Processing (EDP) en frauderisico s. Om te blijven voldoen aan regelgeving is het uitbreiden van de capaciteit op niveau van een registeraccountant noodzakelijk. Naast noodzakelijke kwaliteitsgroei in (interne) controles kan daarmee ook meer aandacht komen voor procesverbeteringen. Doorlichting organisatie In het Coalitieakkoord is een stelpost aan structurele bezuinigingen opgenomen van 1 mln. in 2020 oplopend naar 2,5 mln. structureel vanaf Inzet is om deze bezuinigingsopgave in te vullen door zowel maatregelen in de output als met maatregelen die tot een efficiëntere uitvoering van beleid leiden. In dit kader wordt de komende jaren een aantal doorlichtingsonderzoeken uitgevoerd. Het gaat erom de uitvoering goedkoper te maken: hetzelfde doen met minder middelen. In het financieel perspectief is vanaf 2020 rekening gehouden met een budgettaire opbrengst door outputreductie en efficiencyverbetering van netto 1 mln. oplopend naar 2,5 mln. structureel. Overhead verbonden aan beleidsintensivering Aan de personeelsuitbreiding verbonden directe personeelskosten zijn ook indirecte kosten verbonden voor zaken die vanuit regelgeving zijn gedefinieerd als overhead: leiding, financieel beheer en advies, salarisadministratie, archiefzorg, automatisering, huisvesting etc. Deze indirecte kosten worden concernbreed begroot op het overzicht overhead. De budgetten voor deze ondersteunende activiteiten zijn genormeerd en bedragen per fte De uitbreiding directe formatie van ruim 27,5 in 2019 tegen het genormeerde budget voor ondersteuning leidt tot een concernbreed budget voor ondersteunende taken van 0,7 mln. per jaar. Afhankelijk van de besluitvorming over het nieuw beleid en een verdere uitwerking van de verschillende overheadtaken wordt het totaalbudget nader over de diverse productbudgetten verdeeld. Citymarketing Begin 2018 is door de raad besloten om de citymarketingstrategie van Zoetermeer aan te passen en te actualiseren, op basis van het rapport Versterking van de positionering en profilering van Bureau Boisen. Het huidige thema leisure is daarbij aangescherpt naar (buiten) sport en een actieve levensstijl. Daarnaast wordt het gemeentelijk beleid voortaan getoetst en meer gericht met behulp van de speciaal voor Zoetermeer ontwikkelde brand filter methodiek. Een instrument, dat helpt om beleid en activiteiten creatiever en effectiever te maken en vooral om ze beter te richten op de gewenste uitstraling van de stad, namelijk (buiten)sport en actieve levensstijl. Verder zal het thema toegepaste innovatie voortaan worden ingezet in regionaal verband. Niet om Zoetermeer te onderscheiden in de regio, maar in plaats daarvan Zoetermeer te positioneren als onderdeel van een regio die uitblinkt in innovatie. 59

60 Tenslotte heeft de raad het college de opdracht gegeven om na de verkiezingen een uitgebreid marketing actieplan voor 4 jaar te ontwikkelen op basis van het vastgestelde citymarketing advies, met bijbehorende financiële lasten. Uitvoeringskosten Sociaal Domein (ondersteuning) Voorgesteld wordt de aan het sociaal domein toegekende functies waarvoor in de periode budget beschikbaar is gesteld en waarvan inmiddels is gebleken dat deze onmisbaar zijn voor het effectief uitvoeren van de nieuwe taken als gevolg van de decentralisaties ook voor de komende vier jaar in de begroting op te nemen. Het betreft de ondersteunende functies. Zie voor de beleidsuitvoering Programma 2 Samen leven en ondersteunen. Uitbreiding college (inclusief ondersteuning) Vanaf 2019 en verder nemen als gevolg van de uitbreiding van het aantal collegeleden de loonkosten, inclusief ambtelijke ondersteuning toe met op jaarbasis. Financiën Bedragen x Nieuw beleid Bedrijfsvoering financiën en control Doorlichting organisatie Overhead door bedrijfsintensiveringen Citymarketing Uitvoeringskosten Sociaal Domein (ondersteuning) Uitbreiding college (inclusief ondersteuning) Saldo Financieel samengevat Overzicht overhead Bedragen x Rekening Begroting Totaal lasten programma Totaal baten programma Resultaat

61 4. Overzicht Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Binnen de begroting bestaat een onderscheid tussen algemene dekkingsmiddelen en specifieke dekkingsmiddelen. De algemene dekkingsmiddelen onderscheiden zich van de andere dekkingsmiddelen, doordat zij vrij zijn aan te wenden. De besteding van deze inkomsten is niet aan een bepaald programma (doel) gebonden. De algemene dekkingsmiddelen van de gemeente zijn opgenomen in het overzicht algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien. Deze algemene dekkingsmiddelen vormen de financiële dekking van de negatieve financiële saldi van de programma s 1 tot en met 7 en het overzicht Overhead. Dekkingsmiddelen die samenhangen met een concreet beleidsveld staan opgenomen in de betreffende programma s. De algemene dekkingsmiddelen beslaan ruim de helft van de totale baten van de gemeente. De belangrijkste algemene dekkingsmiddelen zijn: a. Algemene Uitkering uit het Gemeentefonds b. Inkomsten uit de Onroerende Zaak Belasting c. Rente uit reserves en voorzieningen d. Inkomsten uit beleggingen e. Inkomsten uit de precarioheffing, de toeristenbelasting en de hondenbelasting. De totale omvang van de algemene dekkingsmiddelen bedraagt in 2019 ca. 242 mln. Gemeentefonds In de begroting zijn de gevolgen verwerkt van de septembercirculaire 2017 en de maartcirculaire (gevolgen regeerakkoord en het Interbestuurlijk Programma (IBP)) Deze beide circulaires waren ingeschat meegenomen in de Perspectiefnota 2019). De meicirculaire 2018 is ook in de begroting verwerkt. Over de gevolgen is in juni 2018 een memo meicirculaire gezonden aan de gemeenteraad. Accresontwikkeling Het accres is de groei van het Gemeentefonds dat leidt tot een verhoging of verlaging van de algemene uitkering. Als gevolg van de ontwikkelingen in de rijksuitgaven stijgt ook het Gemeentefonds de komende jaren (trap op, trap af methodiek). In het IBP is vastgelegd dat deze methodiek ook de komende jaren zal gelden. De stijging wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door de extra uitgaven die zijn opgenomen in het regeerakkoord en de loon- en prijsontwikkeling bij de rijksoverheid. Ook voor de gemeente leidt dat tot hogere loon- en prijsmutaties. Deze zijn in de begroting verwerkt. Verder moeten de gemeenten nog extra kosten maken, waarvoor geen (extra) compensatie komt van de rijksoverheid, zoals de groei in het sociaal domein. Looncompensatie De ontwikkelingen van de pensioenpremies worden gevolgd. Per 1 januari 2018 zijn de pensioenpremies gestegen en de premies voor 2019 worden eind 2018 bekend gemaakt. De huidige CAO voor gemeenteambtenaren loopt tot 1 januari Voor de ontwikkeling van deze twee onderdelen is 2% loonruimte in de begroting opgenomen. Prijscompensatie Uit de accressen die worden ontvangen van het rijk moet ook de prijscompensatie voor de begroting worden betaald. Structureel houden we rekening met een inflatie van 2% per jaar. Voor de kosten die een relatie hebben met het sociaal domein gaan we er vanuit dat deze in 2019 nog gedekt worden uit de prijscompensatie op de Integratie Uitkering. De prijscompensatie zal met ingang van 2020 volledig uit het accres worden betaald. Voor het jaar 2019 zijn de loon- en prijscompensatie verwerkt in de budgetten op de programma s. Herverdeeleffecten De algemene uitkering wordt minutieus verdeeld over alle gemeenten op basis van diverse verdeelmaatstaven, zoals woningen, inwoners, bedrijfsvestigingen en oppervlakte van de gemeente. Door de actualisatie van deze ramingen voor de gemeente komt de algemene uitkering hoger uit dan eerder opgenomen in de begroting. Ook door het rijk is een actualisatie gemaakt van de ramingen op rijksniveau. Dit leidt voor Zoetermeer ook tot een hogere algemene uitkering. Per saldo leidt de aanpassing van de verdeelmaatstaven dit jaar tot een verbetering van de inkomsten. 61

62 Taakmutaties Als er taken van het rijk naar de gemeenten komen ontvangen de gemeenten daar extra geld voor. Als er taken van de gemeenten naar het rijk gaan krijgen de gemeenten minder geld. Sociaal Domein Integratie Sociaal Domein in Algemene Uitkering Vanaf 2019 is de integratie uitkering sociaal domein komen te vervallen en zijn de daarvoor beschikbare rijksbudgetten opgenomen in het onderdeel Algemene Uitkering van het Gemeentefonds. Deze stap was afgesproken bij de invoering van de decentralisaties in 2015 en heeft nu, na veel wikken en wegen en technische uitwerking, zijn beslag gekregen. Daarmee volgen de middelen uit de voormalige integratie uitkering sociaal domein de zogenaamde trap op trap af systematiek. Het opnemen van de integratie uitkering Sociaal Domein in de Algemene Uitkering werkt budgettair neutraal. Rekening Begroting Bedragen x mln. Algemene uitkering Algemene uitkering 179,3 183,1 193,8 200,7 206,9 213,3 Onroerendezaakbelasting In de paragraaf Lokale heffingen (hoofdstuk 6.1) is aangegeven welk beleid ten aanzien van de onroerendezaakbelasting wordt gevoerd. De waarde van het onroerend goed wordt jaarlijks getaxeerd. De hertaxatie heeft geen budgettaire gevolgen. Met andere woorden: de hertaxatie leidt niet tot een wijziging in de totale opbrengst van de heffing (een hogere gemiddelde waarde leidt tot een lager tarief, en omgekeerd). De totale opbrengst voor de OZB bedraagt in ,7 mln. Dit is de raming inclusief het algemene stijgingspercentage van 1,5 voor de OZB. In onderstaand overzicht is aangegeven hoe de opbrengst van de OZB is verdeeld over de verschillende categorieën: Rekening Begroting Bedragen x mln. OZB Woningen, eigenaar 19,3 19,8 20,3 20,3 20,3 20,3 Niet woningen, eigenaar 7,3 8,0 8,1 8,1 8,1 8,1 Niet woningen, gebruiker 5,4 5,2 5,3 5,3 5,3 5,3 Totaal 32,0 33,0 33,7 33,7 33,7 33,7 Bespaarde rente eigen financieringsmiddelen De bespaarde rente over de eigen financieringsmiddelen is nog volledig geraamd in de begroting. Als last maakt dit deel uit van de kapitaallasten die zijn opgenomen op de verschillende programma s. Als baat wordt dit verantwoord binnen het Overzicht Algemene Dekkingsmiddelen. Op basis van de BBV (gemeentelijke boekhoudvoorschriften) is dit niet meer toegestaan en zal dit op basis van de rentenota worden gewijzigd. De rentenota is separaat aan de gemeenteraad gezonden. Deze baten zijn als volgt opgebouwd: Rekening Begroting Bedragen x mln. Bespaarde rente Rente over de reserves 0,9 2,5 2,3 2,3 2,3 2,3 Rente reserve algemeen dekkingsmiddel 7,0 7,1 7,1 7,1 7,1 7,1 Rente over voorzieningen 1,2 4,0 3,8 4,1 4,1 4,1 Totaal 9,1 13,6 13,2 13,5 13,5 13,5 62

63 Overige inkomsten OAD Door de gemeente wordt jaarlijks een uitkering ontvangen van de Eneco-groep, Stedin en de BNG voor aandelen die de gemeente bezit. Door de gemeenteraad is aangegeven dat het bezit van aandelen van Eneco geen publiek belang is. Zodra er een goede mogelijkheid voordoet om de aandelen te verkopen zal hiervoor een voorstel worden gedaan aan de gemeenteraad. Daarnaast worden nog inkomsten ontvangen uit de hondenbelasting, toeristenbelasting en de precarioheffing. Met ingang van 1 januari 2022 is het niet meer mogelijk om precario te heffen op ondergrondse leidingen. Dit betekent een lagere opbrengst met ingang van Deze baten zijn als volgt opgebouwd: Rekening Begroting Bedragen x mln. Overige inkomsten OAD Aandelen 2,3 1,9 2,3 2,0 2,0 2,0 Belastingen 1,1 1,1 1,2 1,2 1,2 0,9 Totaal 3,4 3,4 3,0 3,0 3,0 3,0 4.3 Financieel samengevat Programma OAD Bedragen x Rekening Begroting Totaal lasten programma Totaal baten programma Resultaat De baten groeien door de hogere algemene uitkering, door de ontwikkeling van de woningen en de inwoners en de groei van de rijksuitgaven ( trap op ). De hogere lasten komen door de reservering van de loon- en prijscompensatie, waartegenover de hogere algemene uitkering staat. De overige mutaties doen zich met name voor in de technische verwerking van de rentetoerekening aan reserves en voorzieningen. 63

64 5. Vennootschapsbelasting 5.1 Inleiding Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat de (Vennootschapsbelasting) VpBheffing moet worden begroot en verantwoord op een centrale post in de programmabegroting en jaarrekening. Er vindt geen nadere toerekening plaats aan producten/programma's. In de meerjarenbegroting 2018 is de VpB-last nog begroot als onderdeel van de paragraaf grondbeleid en de grondbedrijffunctie (opgenomen in programma 7). Vanaf 2019 wordt de VpB-heffing weergegeven in een apart overzicht Vennootschapsbelasting. Momenteel lopen er landelijke ontwikkelingen met de Belastingdienst die de vennootschapsbelastingpositie van de gemeente Zoetermeer ten opzichte van het huidige beeld kunnen doen veranderen. Dit doet zich voor op de domeinen parkeren, verkoop reststromen afval en reclameopbrengsten. Indien bepaalde onderdelen alsnog Vpb-plichtig worden, zal bekeken moeten worden of en zo ja in welke mate vennootschapsbelasting betaald moet worden en zal verdere afstemming met de Belastingdienst plaatsvinden. Voor nu wordt vastgehouden aan de eerder ingenomen standpunten en dat bij gelijkblijvende feiten en omstandigheden de invoering van de Vpb-plicht alleen financiële gevolgen heeft voor het grondbedrijf. 5.2 Financieel samengevat VPB Bedragen x Rekening Begroting Totaal lasten programma Totaal baten programma Resultaat

65 6. Financiële begroting 6.1 Inleiding Na de verkiezingen in maart 2018 is een nieuw college aan de slag gegaan en heeft een Coalitieakkoord opgesteld. Dit is samen met de uitkomsten van het voorjaarsdebat 2018 verwerkt in de Programmabegroting De wijzigingen ten opzichte van de Programmabegroting 2018 zijn opgenomen in de tabel in paragraaf 6.3. Een overzicht van het nieuwe beleid is opgenomen in bijlage 8.2. Van gemeenten wordt verwacht dat zij een inhoudelijke bijdrage leveren aan de realisatie van het regeerakkoord. Hoewel het gemeentefonds de komende jaren groeit is de groei niet toereikend voor de financiering van alle plannen. Gemeenten en Rijk zijn nog met elkaar in gesprek over verschillende onderwerpen. De raad is via het memo Voorbereiding Programmabegroting 2019 van 6 september 2018 geïnformeerd over de stijgende uitgaven in de Jeugdhulp Zorg in Natura. Dit heeft gevolgen voor de begroting 2019 en volgende jaren. Ook is aangegeven dat in het licht van de voorbereiding van de Programmabegroting 2019 nader beraad over te nemen maatregelen plaatsvindt. Het verwachte begrotingstekort is niet op te lossen met beperkte aanpassingen in beleid of efficiency. De zoektocht naar dekking van de tekorten richt zich niet alleen op kortetermijnoplossingen, maar zeker ook naar oplossingen op langere termijn. En dat vraagt doorlooptijd: de eerste inventarisatie van mogelijke dekkingsmaatregelen zullen worden verwerkt in een afrondend begrotingsvoorstel dat het college naar de raad stuurt voor het begrotingsdebat in november. In dat voorstel wordt ingegaan op dekkingsvoorstellen op korte termijn (2019) en een plan van aanpak over hoe de structurele dekkingsmaatregelen worden gevonden. Voor de gemeente Zoetermeer leidt dit er toe dat er in deze programmabegroting nog geen sprake is van een materieel sluitende (meerjaren-)begroting. 6.2 Grondslagen De volgende grondslagen bepalen mede het financiële beeld in de programmabegroting: - ontwikkeling van de aantallen inwoners en woningen; - beleid ten aanzien van verwachte ontwikkeling van het loon- en prijspeil; - ontwikkeling algemene uitkering; - rentepercentages; - afschrijvingstermijnen. Ontwikkeling van de aantallen inwoners en woningen In deze begroting zijn voor de programmabudgetten de verwachtingen (prognoses) in aantallen inwoners en woningen naar de situatie van 1 januari 2018 als uitgangspunt genomen. De aantallen inwoners en woningen zijn voor de financiële begroting belangrijke parameters, omdat veel financiële stromen (zoals Algemene uitkering en diverse belastingen) worden berekend aan de hand van deze parameters. 65

66 Per 1 januari Inwoners Woningen De aantallen woningen zijn gebaseerd op de meest recente woningplanning (2017). Bijlage 8.3 toont meer gedetailleerd de kerncijfers over de ontwikkelingen in aantal inwoners en woningen. Verwachte ontwikkeling van het loon- en prijspeil en tarieven De gevolgen voor loon- en prijsstijging ten opzichte van de begroting 2018 worden als volgt in de programma s van de begroting 2019 verwerkt. Prijsstijging - lasten - baten 0,90% 1,20% 2019 vanaf ,00% 2,00% Loonstijging 3,15% 2,00% Prijsstijging 2019 Op basis van de gegevens van het Centraal Plan Bureau (CPB) van maart 2018 wordt voor de lastenkant van de begroting uitgegaan van een prijsmutatie 2019 van 0,9% ten opzichte van de begroting Dit percentage bestaat uit de inschatting voor 2019 van 1,4% en een correctie van -0,5% over voorgaande jaren. Voor de batenkant van de begroting 2019 wordt rekening gehouden met een algemene mutatie van de tarieven van 1,2%. Ook hierin is de stijging van ,4%: de correctie over voorgaande jaren bedraagt -0,2%. De correctie op de lasten is gebaseerd op een vergelijking met de bij de besluitvorming in het voorjaar 2017 gehanteerde percentages. De vergelijking met de baten is gebaseerd op de peildatum van de gegevens in het najaar van Het nu ingeschatte algemeen stijgingspercentage van 1,2% wordt ten behoeve van het tarievenvoorstel in december 2018 definitief vastgesteld op basis van de gegevens van de Miljoenennota/Macro economische verkenningen. Loonstijging 2019 Voor de stijging van de loonkosten wordt een stijgingspercentage van 3,15% aangehouden ten opzichte van de begroting In dit percentage is rekening gehouden met de sociale lasten, zoals deze gelden per 1 januari 2018 en de afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst (Cao) tot 1 januari In de sociale lasten is rekening gehouden met de hogere pensioenpremie, zoals deze in 2017 is vastgesteld. In de cao zijn afspraken gemaakt over het individuele keuzebudget, waarbij de bovenwettelijke vakantiedagen worden uitbetaald. Dit leidt tot hogere loonkosten voor de gemeente. Voor 2019 wordt verder rekening gehouden met een loonkostenstijging van 2%. Dit percentage moet dekking bieden aan de aanpassing van werkgeverskosten uit sociale premies per 1 januari 2019 en de nominale loonontwikkeling die voortvloeit uit een nieuwe Cao per 1 januari Loon- en prijsstijging vanaf 2020 Vanaf 2020 wordt op concernniveau voor de ontwikkeling van lonen en prijzen rekening gehouden met een stijging van 2,0%. De hieruit voortvloeiende kostenstijging wordt gedekt uit de stijging van de Algemene Uitkering als gevolg van ontwikkeling van de accressen van het gemeentefonds. Ontwikkeling algemene uitkering De in de begroting verwerkte groei van de Algemene uitkering is gebaseerd op de accresontwikkeling zoals opgenomen in meicirculaire Uitgangspunt is dat de accresontwikkeling ruimte biedt om de kostenontwikkeling die voortkomt uit loon- en prijsstijging op te vangen. 66

67 Rentepercentages In onderstaande tabel staan de rentepercentages vermeld waarmee in de begroting 2019 is gerekend. Omschrijving Percentage a. Investeringen Nieuw en vervanging 3,50 Financieringsrente tijdens de bouw 0,00 Rente omslagpercentage 0,30 b. Grondbedrijf Rekening courant 1 januari 0,50 Rekening courant tijdens jaar 0,00 Boekwaarde 0,50 c. Reserves en voorzieningen Inflatietoerekening aan reserves en voorzieningen 0,90 Afschrijvingstermijnen Op investeringen wordt afgeschreven. Daardoor worden de investeringsuitgaven in de tijd verdeeld over de gebruiksduur van de investering. De geldende afschrijvingstermijnen zijn opgenomen in bijlage De raad bepaalt afschrijvingstermijnen en legt deze vast in verschillende beleidsnota s. Ter wille van het overzicht wordt het totaaloverzicht van actuele afschrijvingstermijnen in de begroting opgenomen. 6.3 Totstandkoming van de begroting De volgende tabel toont de cijfermatige vertaling van de diverse momenten in het begrotingsproces. Daarna volgt een toelichting per onderdeel. In november 2017 is de Programmabegroting aangeboden aan de raad (A). Hieraan zijn de financiële gevolgen van de raadsbesluiten van november 2017 tot en met mei 2018, het Eerste Tussenbericht en de Raadsbesluiten in voorbereiding toegevoegd. Onder (B) is het in de Perspectiefnota 2019 gepresenteerde saldo. Dit is aangevuld met de vertaling van het Coalitieakkoord Ook zijn de financiële gevolgen van de meicirculaire (raadsmemo van 22 juni 2018) opgenomen en zijn de gevolgen van de raadsbesluiten van mei 2018 tot en met augustus 2018 toegevoegd. De opgenomen bedragen per jaar vormen het totaal van de in deze Programmabegroting 2019 op programmaniveau opgenomen budgetten (zie hoofdstuk 2. Programma s). * Financieel perspectief op hoofdlijnen MJB doorkijk Omschrijving A Saldo (meerjaren)begroting Raadsbesluiten tot en met 14 mei Wijziging Eerste Tussenbericht Raadsbesluiten in voorbereiding B Saldo Perspectiefnota 2019 (pag 4) Beleidsintensivering collegeprogramma Dekking coalitieakkoord Structurele gevolgen meicirculaire Saldo Perspectiefnota inclusief coalitieakkoord Raadsbesluiten mei/augustus Raadsbesluiten in voorbereiding C Financieel perspectief Programmabegroting

68 In de volgende tabel zijn de gevolgen van de structurele effecten uit het Tweede Tussenbericht 2018 op hoofdlijn weergegeven. De tabel toont het financieel perspectief, waarin de hogere kosten van jeugdzorg zijn opgenomen zonder aanvullende dekkingsmiddelen. Vooruitblik op afrondend begrotingsvoorstel MJB doorkijk * Omschrijving C Financieel perspectief Programmabegroting D Ontwikkelingen in financieel perspectief - Rentenota (raadsvoorstel in voorbereiding) Structurele effecten TB2 - jeugdhulp zorg in natura overige structurele effecten TB Totaal ontwikkelingen Dekkingsplan, in voorbereiding tbv afrondend begr voorstel E Voorlopig begrotingssaldo voor dekkingsplan 2019 (C+D) De in de tabel gemelde ontwikkelingen worden nader uitgewerkt in het afrondend begrotingsvoorstel. Voor de gemeente Zoetermeer leidt dit er toe dat er nog geen sprake van een materieel sluitende (meerjaren-)begroting is. Het verwachte begrotingstekort is niet op te lossen met beperkte aanpassingen in beleid of efficiency. De zoektocht naar dekking van de tekorten richt zich niet alleen op kortetermijnoplossingen, maar zeker ook naar oplossingen op langere termijn. En dat vraagt doorlooptijd: het is niet mogelijk om al in deze programmabegroting een beeld te geven van de uitkomsten van onze eerste inventarisatie van mogelijke dekkingsmaatregelen. In het Afrondend begrotingsvoorstel wordt ingegaan op dekkingsvoorstellen op korte termijn (2019) en een plan van aanpak over hoe de structurele dekkingsmaatregelen worden gevonden. Gelet op de omvang van het tekort en de benodigde doorlooptijd om dekkingsmaatregelen door te voeren zal sprake zijn van in ieder geval tijdelijke begrotingstekorten in de meerjarenbegroting. De omvang van de reserve vrij inzetbaar is onvoldoende om de verwachte tijdelijke tekorten te dekken. Sterker, de stijging van de jeugdkosten treedt al op in 2018 waardoor een hoger tekort ontstaat dan het eerdere geprognotiseerde rekeningsresultaat Dit betekent ook dat vanaf 2019 geen vrije reservemiddelen meer beschikbaar zijn als tijdelijke dekking. Gezocht wordt naar mogelijkheden voor structurele dekking van 8 à 9 mln. voor de komende jaren. Dit is aanleiding voor nader onderzoek naar de mogelijkheden om als gemeente dingen niet meer of dingen anders te doen. De resultaten van dit onderzoek worden meegenomen in de perspectiefnota van komend jaar. De Programmabegroting 2019 en het afrondend begrotingsvoorstel vormen samen de begrotingsstukken voor het begrotingsdebat. 6.4 Opbouw financiële begroting In paragraaf 6.3 is op totaalniveau de financiële aansluiting zichtbaar gemaakt tussen het saldo van de Programmabegroting en de Programmabegroting In deze paragraaf wordt, ten behoeve van de autorisatie, per programma de financiële begroting in beeld gebracht. De financiële begroting is opgebouwd uit zeven programma s (hoofdstuk 2), het Overzicht Overhead (hoofdstuk 3), het Overzicht algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien (hoofdstuk 4) en de Vennootschapsbelasting (hoofdstuk 5). 68

69 Per programma worden onderscheiden: - de lasten; - de baten; - de toevoegingen en onttrekkingen aan reserves. Het saldo van baten en lasten is het exploitatiesaldo. Het eindsaldo, waarin de mutaties van de reserves zijn meegenomen, wordt het geraamde resultaat genoemd. Onderstaande twee tabellen laten de te autoriseren bedragen voor 2019 zien, alsmede de ontwikkeling van het resultaat op meerjarenbasis. In bijlage 8.13 Overzicht taakvelden is de uitsplitsing voor de jaren 2020, 2021 en 2022 opgenomen. Totaal raming Programmabegroting 2019 Totaal Programma's Bedragen x Totaal saldo lasten en baten Toevoeg. en onttrekk. reserves Geraamd resultaat Lasten Baten Saldo Lasten Baten Saldo 1. Onderwijs, economie en arbeidspart Samen leven en ondersteunen Leefbaarheid, duurzaam en groen Vrije tijd Veiligheid Dienstverlening en samenspraak Inrichting van de stad Overhead Alg. dekkingsmiddelen en onvoorzien Vpb Totaal programma In de tabel Financieel perspectief op hoofdlijnen op pagina 67 is rekening gehouden met de raadsbesluiten in voorbereiding. De raadsbesluiten worden apart geautoriseerd en zijn niet meegenomen in bovenstaande tabel. Totaal overzicht op meerjarenbasis Naast het hebben van een sluitende begroting in het te autoriseren jaar 2019 is voor een gezond financieel beleid ook een sluitend meerjarenperspectief noodzakelijk. In onderstaande tabel is de financiële begroting op meerjarenbasis weergegeven. 69

70 Bedragen x Begroting Saldo Saldo Saldo Saldo Totaal Programma's 1. Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie U I Saldo Samen leven en ondersteunen U I Saldo Leefbaarheid, duurzaam en groen U I Saldo Vrije tijd U I Saldo Veiligheid U I Saldo Dienstverlening en samenspraak U I Saldo Inrichting van de stad U I Saldo Overhead U I Saldo Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien U I Saldo VPB U I Saldo Totaal programma U Totaal programma I Totaal programma Saldo

71 6.5 Incidentele baten en lasten Inzicht in de incidentele baten en lasten is nodig om te beoordelen of de begroting materieel in evenwicht is, dat wil zeggen dat de structurele lasten worden gedekt door structurele baten. De incidentele baten en lasten blijven voor de bepaling van het materieel evenwicht buiten beschouwing. Onder incidentele baten en lasten worden onder andere de volgende posten verstaan: - Inkomsten uit grondexploitaties - Dotaties en onttrekkingen aan de algemene reserve - Incidentele toevoegingen en aanwendingen aan bestemmingsreserves die gevolgen hebben voor het begrotingssaldo - Bijzondere baten en lasten ten gevolge van incidenteel nieuw beleid - Voordelige en nadelige afwikkelingsverschillen van voorgaande dienstjaren - Extra afschrijvingen ten laste van de exploitatie. Alleen baten en/of lasten die voor drie jaar of korter zijn geraamd en groter zijn dan , worden als incidenteel aangemerkt c.q. ramingen die uitdrukkelijk als tijdelijk zijn aangemerkt. Het overzicht van incidentele baten en lasten is onderdeel van het Afrondend begrotingsvoorstel Investeringen Het BBV onderscheidt investeringen naar economisch en maatschappelijk nut. Investeringen met een economisch nut Investeringen met een economisch nut betreffen vaste activa die verhandelbaar zijn, zoals gebouwen en voertuigen of waar inkomsten tegenover kunnen staan, bijvoorbeeld rioolrecht en leges. Deze investeringen moeten worden geactiveerd en reserves mogen niet op deze investeringen in mindering worden gebracht. Daarnaast mag niet resultaatgericht worden afgeschreven en moet consistent worden afgeschreven. Wel mogen bijdragen van derden, die direct gerelateerd zijn aan de investering, in mindering worden gebracht. Investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut Om te komen tot meer vergelijkbaarheid schrijft de nieuwe BBV voor dat investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijke nut (wegen, straten, pleinen, groen, water) gelijk moeten worden behandeld als investeringen met een economisch nut. Het activeren heeft als gevolg dat de uitgaven in één jaar worden verantwoord, maar dat de lasten in de begroting in het vervolg gespreid worden over de levensduur. In de begroting zijn investeringen opgenomen die geautoriseerd worden bij vaststelling van de programmabegroting (investeringen die betrekking hebben op 2019). In onderstaande tabel is een samenvattend overzicht opgenomen van de investeringen. In bijlage 8.6 is een specificatie van deze bedragen opgenomen. Investeringen Bedragen x Geautoriseerd bij vaststelling van de programmabegroting Economisch nut Maatschappelijk nut Ontwikkelingen in de reserveposities en voorzieningen De reserves vormen, samen met het resultaat na bestemming volgend uit de programmarekening, het eigen vermogen (artikel 42, lid 1 BBV). In artikel 43 van het BBV worden twee soorten reserves onderscheiden: a. de algemene reserves b. de bestemmingsreserves. 71

72 De algemene reserves bestaan uit reserves waaraan geen bestemming is gegeven. Deze dienen om risico s in algemene zin op te vangen (bufferfunctie van de reserves). De bestemmingsreserves zijn reserves waaraan de raad diverse bestemmingen heeft gegeven. Deze bestemmingsreserves hebben diverse functies. De meeste bestemmingsreserves zijn in het leven geroepen ter dekking van de lasten van specifieke beleidsonderwerpen (bestedingsfunctie van de reserves). Ook zijn er reserves die baten genereren voor de exploitatie (inkomensfunctie) en reserves die zorgen dat lasten worden geëgaliseerd (egalisatiefunctie). In Zoetermeer worden investeringen gefinancierd met reserves en voorzieningen. Hierdoor wordt de noodzaak beperkt om te financieren met leningen van de bank (financieringsfunctie van de reserves en voorzieningen). In onderstaande tabel wordt het verloop van de reserves in totaliteit per onderscheiden soort weergegeven. In bijlage 8.4 is het overzicht van reserves opgenomen. De toevoegingen en onttrekkingen bij de jaarschijf 2019 zijn mutaties in de reserves die onderdeel uitmaken van de ramingen, die zijn opgenomen bij de programma s. Om een zo goed mogelijk beeld over het verloop van de stand van de reserves te geven, zijn ook mutaties meegenomen die niet bij de vaststelling van de programmabegroting door de raad worden geautoriseerd. Deze mutaties zijn in de kolom 'verwachtingen' meegenomen. In een afzonderlijk voorstel aan de raad kunnen deze alsnog worden geautoriseerd. Meerjarenoverzicht reserves Bedragen x 1000 Het totaal van de algemene reserves neemt in 2019 met 12,3 mln. af. Deze afname komt grotendeels door de mutaties in de Vrij inzetbare reserve (-/- 13,4 mln., toegelicht in paragraaf 6.8) en de Reserve versterking Financiële positie Grondbedrijf (+ 1,5 mln.) Het totaal van de bestemmingsreserves neemt in 2019 met circa 3 mln. af. De grootste mutaties zijn te vinden bij de Reserve Investeringsfonds 2030 (+ 1,5 mln., toegelicht in paragraaf 6.8), de Reserve Egalisatie Investeringen Schoolgebouwen (-/- 2,1 mln.), en de Reserve groot onderhoud welzijnsaccomodaties (-/- 1,6 mln). In de periode nemen de reserves met circa 20,8 mln. af. In onderstaande opsomming zijn de grootste mutaties weergegeven (bedragen x 1 mln.). Vrij inzetbare reserve -/-13,8 Een meer gedetailleerd overzicht van deze reserve is te vinden in paragraaf 5.8 Reserve Algemeen Dekkingsmiddel -/-3,0 Overheveling middelen naar de Reserve egalisatie investeringen schoolgebouwen Reserve Groot onderhoud welzijnsaccommodaties -/-2,5 Diverse investeringen groot onderhoud welzijnsaccommodaties Reserve versterking financiële positie Grondbedrijf +3,0 Diverse toevoegingen vanuit de grondexploitaties Reserve egalisatie investeringen schoolgeb /-3,1 De afname wordt veroorzaakt door een aantal investeringen in schoolgebouwen. Daarnaast worden er middelen aan deze reserve toegevoegd vanuit de Reserve algemeen dekkingsmiddel (+ 3,0 mln.) Reserve risico s Gr.bedr. -/-0,9 Afname risico s Grondexploitaties Stand 01/01 Toevoegingen Onttrekkingen Verwachtingen Stand 01/01 Stand 01/01 Stand 01/01 a b c d =a+b+c+d Algemene reserves Bestemmingsreserves Totaal aan reserves

73 Ontwikkelingen in de voorzieningen De voorzieningen zijn vermogensbestanddelen die als vreemd vermogen worden aangemerkt. Er kleeft als het ware al een verplichting (jegens een derde) aan. Als gevolg van artikel 44 van het BBV kunnen de volgende soorten voorzieningen worden gevormd: - voor middelen van derden die specifiek besteed moeten worden (geldt niet voor bijdragen van andere overheden) - voor de egalisatie van kosten - voor verplichtingen en verliezen alsmede voor risico s waarvan de omvang onzeker is maar welke wel redelijkerwijs te schatten zijn. Schulden vallen niet onder het begrip voorzieningen omdat daarbij geen onzekerheid bestaat over de omvang van de verplichting. Toevoegingen aan voorzieningen vinden plaats ten laste van de exploitatie, dus niet via resultaatbestemming, zoals bij de reserves. Aanwendingen - altijd voor het doel waarvoor de voorziening was gevormd - worden rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht. Indien een voorziening geheel of gedeeltelijk kan vrijvallen, wordt de vrijval via de exploitatie in het resultaat verwerkt. In onderstaande tabel is op hoofdlijnen het verloop van de stand van de voorzieningen weergegeven. Evenals bij de reserves zijn bij het verloop van de voorzieningen verwachtingen meegenomen. Deze zijn opgenomen om een goed verloop van de voorziening weer te geven. De verwachtingen worden niet geautoriseerd bij de vaststelling van de programmabegroting door de raad. De specificatie is opgenomen in bijlage 8.5. Meerjarenoverzicht voorzieningen Bedragen in Stand Toevoegingen Onttrekkingen Begrote Verwachtingen Stand Stand Stand vanuit de expl. t.g.v. expl. aanwending a b c d e = a t/m e Middelen van derden Egalisatievoorzieningen Overige voorzieningen Totaal aan voorzieningen De omvang van de voorzieningen neemt in 2019 circa 0,6 mln. toe. Grootste mutaties vinden plaats bij de Voorziening riolering (+ 1,2 mln.) en de Voorziening verplichtingen afgesloten grondexploitaties (-/- 0,4 mln.). De totale omvang van de voorzieningen neemt in de periode ongeveer 1,9 mln. af. In deze periode doen de grootste mutaties zich voor binnen de Voorziening riolering (+ 3,8 mln.) en de voorziening nadelige complexen Grondbedrijf (-/- 5,3 mln.). 6.8 Ontwikkeling vrije reservemiddelen In deze paragraaf wordt een beeld gegeven van de stand en ontwikkeling van de vrije reservemiddelen. Concreet wordt ingegaan op de volgende twee reserves: - Vrij inzetbaar - Investeringsfonds 2030 Vrij inzetbare reserve Op de Vrij inzetbare reserve rust in principe geen concrete bestemming tot besteding van de daarin opgenomen middelen. Wel moet de omvang van deze reserve het financiële tegenwicht bieden voor het kunnen opvangen van de financiële risico s. De Vrij inzetbare reserve vormt de weerstandscapaciteit van deze financiële risico s (exclusief de risico s van het grondbedrijf). In de volgende tabel is het verloop van de Vrij inzetbare reserve in beeld gebracht. In het overzicht is rekening gehouden met de verslechtering van het verwachte rekeningsresultaat 2018 in het Tweede Tussenbericht Ook is rekening gehouden met het begrotingssaldo van deze programmabegroting. De effecten van het afrondend begrotingsvoorstel 2019 zijn nog niet verwerkt. 73

74 Bedragen * Omschrijving Stand per 1 januari inclusief rekeningsresultaat A. Raadsbesluiten ten laste van vrij inzetbaar, t/m aug B. Verwachting 1 Begroting 2018 a. saldo Perpectiefnota b. raadsbesluiten mei/augustus c. raadsbesluiten in voorbereiding Tweede Tussenbericht 2018 a. Toename jeugdkosten b. Overige verschillen c. Tweede Tussenbericht, budgetoverhevelingen d. Bijsturingsmaatregelen Begrotingsaldo 2019 a. begrotingsssaldo b. dekking collegeprogramma c. resultaat afrondend begrotingsvoorstel pm Nog beschikbaar (weerstandscap. reserve vrij inzetbaar) Totaal aan af te dekken berekende risico's 500 Saldo aan weerstandscap. excl grondbedrijf 31/12/ De Vrij inzetbare reserve biedt onvoldoende ruimte om de berekende risico s af te dekken. Ook als de marge niet berekende risico s van 2% van het begrotingstotaal volledig is benut. In het Afrondend begrotingsvoorstel 2019 wordt op deze situatie teruggekomen. Reserve investeringsfonds 2030 Bij de vaststelling van de Stadsvisie 2030 is besloten tot het opstellen van een inhoudelijke investeringsagenda en om daarvoor een investeringsfonds in het leven te roepen: Investeringsfonds 2030 (Rif). In deze paragraaf worden de spelregels tot voeding en aanwending van de reserve geschetst. Daarna wordt de stand van zaken van het verwachte verloop van het fonds toegelicht inclusief een aantal voorstellen tot aanwending van de reserve. Voeding en onttrekking investeringsfonds In het raadsbesluit van december 2009 is de voeding en onttrekking van de reserve geregeld. De voeding van het fonds vindt in hoofdzaak plaats door de afdrachten van de winst van het grondbedrijf. Daarnaast worden subsidieontvangsten die een aantoonbare relatie hebben met de opgaven van de Stadsvisie gestort in deze reserve en vindt ten laste van de exploitatie een jaarlijkse storting plaats van Tenslotte wordt uit een eventueel positief jaarrekeningresultaat bij bestemming van dat resultaat maximaal 50% aan de reserve afgedragen. De bestemming van de middelen in de Rif wordt jaarlijks bepaald bij de begrotingsbehandeling op basis van voorstellen in de begrotingsstukken. Door vaststelling van de begroting worden middelen in de reserve voor een bepaald project gereserveerd. Op basis van een concreet en uitgewerkt voorstel en raadsbesluit wordt het budget feitelijk beschikbaar gesteld met dekking uit de RIF. Verloop van de reserve In de tabel komt het financieel verloop van de stand van de Rif tot uitdrukking rekening houdend met: - een actualisatie van de verwachte winstafdrachten van het grondbedrijf op basis van de gegevens uit het Eerste en Tweede Tussenbericht; - een actualisatie van de hoogte van reserveringen voor voorgenomen projecten waartoe eerder is besloten en - nieuwe voorstellen waarvoor een aanwending (of vrijval) uit de reserve wordt gedaan. Op basis van de actualisatie en nieuwe voorstellen vertoont de reserve in alle jaren nog een positief saldo. Wanneer de winstafdrachten grondbedrijf overeenkomstig de huidige inschatting in latere jaren ook werkelijk worden gerealiseerd biedt de reserve op de langere termijn nog een bestedingsruimte van ruim 22 mln. 74

75 Als er geen rekening wordt gehouden met de verwachte winstafdrachten uit de grondexploitaties is het saldo 10,617 mln. in De Reserve Investeringsfonds geeft voortaan de doorkijk naar 2030 overeenkomstig Amendement 1806-B. Reserve Investeringsfonds 2030 bedragen * Omschrijving / /2030 A. Stand 1 januari inclusief resultaatbestemming B. Besluiten 1 Raadsbesluiten t/m augustus C. Winstafdrachten vanaf Te realiseren winstafdrachten grondexploitaties Overloop reserve financiele positie Te realiseren winstafdrachten deelnemingen D. Reserveringen vanuit eerdere besluitvorming 1 Afwikkeling kredieten voorgaande jaren Afwikkelingen en herfasering mobiliteitsprojecten Ontwikkeling Sleutelprojecten Vrijval reservering Wijkontwikkeling Vrijval Stimuleringsregeling woonservicezones Jongerenwoningen Cadenza 2, raadsbesluit 5 maart -500 E. Nieuwe ontwikkelingen 1 Verkoop Markt pm 2 Jongerenwoningen, bijstelling Plataanhout -25 F. Coalitieakkoord -pm 1 Herschikking reservering mobiliteit Bijdrage RIF aan doelstelllingen G. Schaalsprong 1 Project Schaalsprong 2019/ Raadsbesluit 9 juli meerkosten meerkosten ventweg entreegebied gevolgen woningbouwprognose +pm +pm 0 - vervolg projecten Schaalsprong -pm -pm 0 Stand 31/12 Reserve Totaal aan winstafdrachten Stand 31/12 Reserve Investeringsfonds 2030 (excl nog af te dragen resultaat grex) A. is de beginstand van de reserve per 1 januari van het lopende jaar. Daarin zijn alle mutaties van het jaar 2017 verwerkt inclusief de resultaatbestemming, waarover in de Perspectiefnota 2019 besloten is. Onder B. staat de uitwerking van reeds genomen besluiten. In het verloop van het saldo Rif is rekening gehouden met de verwachte afdrachten uit de grondexploitaties. De feitelijke aanwending van deze bedragen is pas mogelijk, nadat deze positieve resultaten in de jaarrekening ook daadwerkelijk zijn gerealiseerd. De verwachte afdrachten vanaf 2018 staan onder C. 75

76 De positieve resultaten van de grondexploitaties worden voor de helft rechtstreeks toegevoegd aan de Reserve investeringsfonds. Het betreft 50% van de gerealiseerde winst. De andere helft wordt toegevoegd aan de Reserve versterking financiële positie Grondbedrijf. Deze reserve vormt samen met de Reserve in verband met risico s grondbedrijf de weerstandscapaciteit van het Grondbedrijf. De weerstandscapaciteit is de financiële buffer om onverwachte, niet begrote kosten te kunnen dekken. Als de reserves Grondbedrijf samen meer dan 1,2 x de omvang van berekende risico s bevatten, is er voldoende weerstandscapaciteit en wordt het meerdere afgeroomd en toegevoegd aan de Reserve investeringsfonds. Het huidige saldo in de reserves van de grondexploitaties zit aan het hiervoor aangegeven plafond van 1,2 keer de berekende risico s. Het gevolg daarvan is dat de positieve resultaten van de grondexploitaties de komende jaren volledig aan de Rif toevloeien als de risico s gelijk blijven. Onder D. zijn reserveringen vanuit eerdere besluitvorming opgenomen. Voor de aanwending zullen nog raadsvoorstellen worden gemaakt waarin de raad om besluit zal worden gevraagd. D1 betreft het overhevelen van kredieten waaraan besluitvorming ten grondslag ligt en waarvan de aanwending later plaatsvindt dan voorzien. D4 en D5 zijn reserveringen voor wijkontwikkelingen en woonservicezones waar al een aantal jaren geen beroep op is gedaan. In het Tweede Tussenbericht is voorgesteld om deze bedragen vrij te vallen ten gunste van het begrotingssaldo. De raad heeft in 2017 een amendement aangenomen met aanvullende wensen voor het realiseren van jongerenwoningen in Cadenza 2. Er worden verschillende varianten uitgewerkt, die mogelijk tot meerkosten leiden (D7). Besloten is om hiervoor een reservering van op te nemen. Onder E. staan nieuwe ontwikkelingen met financiële gevolgen voor de Rif. Het grootste bedrag heeft betrekking op de sloop van Markt 10, E.1. Hiervoor is een beroep gedaan op de Rif. De kosten vallen naar verwachting lager uit dan waarmee eerder rekening is gehouden. Dit leidt tot een lager beroep op de Rif. Bij een positief verkoopresultaat vloeit het deel dat aan de Rif werd onttrokken terug naar de Rif. In de dekking van het Coalitieakkoord is rekening gehouden met dekking uit de Rif. De in de Rif opgenomen reservering voor mobiliteit wordt ingezet als dekking voor de in het Coalitieprogramma opgenomen voor maatregelen voor veiligheid en openbaar gebied. Aanvullend hierop wordt voor de investering in Groen en duurzaamheid verspreid over de duur van het Coalitieakkoord een beroep op de Rif gedaan. Onder G zijn de gereserveerde middelen voor de Schaalsprong opgenomen. 6.9 EMU-saldo De technische berekening van het EMU-saldo wordt meegenomen in de stukken van het Afrondend begrotingsvoorstel Aangenomen moties Amendement 1806-B Investeren ook in de toekomst mogelijk Besluit: De voorstellen die in de vergadering van de gemeenteraad in het Voorjaarsdebat door fracties naar voren zijn gebracht, voor zover deze op voldoende draagvlak kunnen rekenen, als richtinggevend te betrekken bij het opstellen van de Programmabegroting In de komende raadsperiode wordt in de begroting steeds een doorkijk gegeven van de Reserve Investeringsfonds 2030 tot aan Stand van zaken: Is meegenomen vanaf de begroting

77 7. Paragrafen 7.1 Lokale heffingen Inleiding In de paragraaf lokale heffingen worden de ontwikkelingen weergegeven van de belastingen en woonlasten voor het komende jaar. Uitgangspunt is om de lokale lasten zoveel mogelijk te beperken. Voor de belangrijkste heffingen zijn de ontwikkelingen opgenomen. De afgelopen jaren is er aandacht geweest om de kosten van met name riolering en afvalstoffen te beperken. Dit heeft de afgelopen jaren al geleidt tot een beperking van de tariefstijging. Ook dit jaar zullen de tarieven beperkt stijgen. Uitgangspunten lokale heffingen In de Heffingennota 2016 zijn de beleidslijnen voor de komende jaren vastgesteld. De lokale heffingen zijn als volgt te onderscheiden: 1. Belastingen: De opbrengsten van de belastingen dienen ter versterking van het financiële draagvlak van de gemeenten en vloeien naar de algemene middelen. De gemeenteraad bepaalt zelf waaraan de gemeente dat geld besteedt. De gemeente Zoetermeer heft de onroerendezaakbelasting (OZB), parkeerbelasting, toeristenbelasting, hondenbelasting, precariobelasting. 2. Retributies en bestemmingsheffingen: Retributies worden geheven als de gemeente een dienst verleent aan een individu of één van haar bezittingen ter beschikking stelt. De opbrengsten van retributies mogen uitsluitend worden aangewend om de kosten voor die specifieke diensten te dekken. De gemeente mag niet meer heffen dan de begrote kosten. De meest voorkomende retributies zijn de leges: vergoedingen voor bijvoorbeeld een bij de gemeente aangevraagde dienst als het aanvragen van een paspoort of een vergunning. Bestemmingsheffingen zijn heffingen voor algemene doeleinden, waarvan de gemeente de opbrengsten inzet om bepaalde kosten te dekken. De gemeente mag ook hier niet meer heffen dan de begrote kosten voor de uitvoering van de taken en diensten. Voorbeelden van bestemmingsheffingen zijn de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Gemeentelijke woonlasten De gemeentelijke woonlasten bestaan uit OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing. Deze woonlasten komen jaarlijks terug in diverse ranglijstjes van het COELO, de Consumentenbond en de kranten. In het coalitieakkoord is opgenomen om de tarieven van de lokale heffingen jaarlijks aan te passen met maximaal de inflatie. Om de opbrengst van de OZB op peil te houden worden de tarieven verhoogd of verlaagd met de waardeontwikkeling van de woningen en niet-woningen. Per 1 januari 2018 (basis voor het belastingjaar 2019) is de waardeontwikkeling voor woningen 8,4% en voor niet woningen 0,5% Algemeen stijgingspercentage lokale heffingen De tarieven van de gemeentelijke heffingen en belastingen stijgen in 2019 op basis van de begrotingsuitgangspunten met het algemene stijgingspercentage van 1,5%. Dit percentage is tot stand gekomen door de ingeschatte stijging van het Centraal Planbureau voor 2019 (1,6%) te corrigeren voor de te hoge inschattingen van de afgelopen jaren. De inschatting bij het vaststellen van de tarieven voor de jaren 2017 en 2018 is 0,1% te hoog geweest. Dit is in de volgende tabel weergegeven. 77

78 Algemeen stijgingspercentage jaar Vaststelling tarieven 2018 MEV september 2018 Vaststelling tarieven ,40 1,00 -/- 0, ,40 1,70 0,30 Totale correctie oude jaren -/- 0, ,60 1,60 Algemeen stijgingspercentage ,50 Tarieven 2019 Op basis van bovenstaande uitgangspunten zien de tarieven er als volgt uit: OZB (percentage) Eigenaren woningen 0,1794 0,1680 Eigenaren niet-woningen 0,4099 0,4140 Gebruikers niet woningen 0,3186 0,3218 Afvalstoffenheffing (bedrag) Eenpersoonshuishoudens 227,97 227,97 Tweepersoonshuishoudens 258,04 258,04 Meerpersoonshuishoudens 271,43 271,43 Rioolheffing (bedrag/percentage) Bedrag per aansluiting < 500 m3 waterverbruik Vast bedrag 63,91 64,87 Percentage van de WOZ-waarde 0,0208 0,0195 Maximale aanslag 207,30 224,80 De tarieven worden in de raad van 17 december 2018 als onderdeel van de belastingverordeningen vastgesteld. Overige tarieven De overige tarieven stijgen in principe met 1,5%. Een uitzondering hierop zijn de tarieven die door het rijk worden vastgesteld, zoals rijbewijs en reisdocumenten. De tarieven voor de parkeerbelasting worden een keer per twee jaar gewijzigd voor inflatie-ontwikkelingen en dit zal pas in 2020 weer gebeuren. Kostendekkendheid leges en heffingen Bij de bepaling van de kostendekkendheid wordt rekening gehouden met de handreiking kostentoerekening van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. Deze handreiking geeft inhoud aan het uitgangspunt van het Kabinet, dat het profijtbeginsel en kostenveroorzakersbeginsel worden toegepast. Alle kosten die mogen worden toegerekend, worden in principe toegerekend. Bij de bepaling van de kosten van de leges en heffingen worden ook de kosten van overhead toegerekend. Dit gebeurt op basis van een uurtarief per direct uur. De tarieven worden daarna door de gemeenteraad vastgesteld. Uitgangspunt daarbij is in ieder geval dat de legestabel en de verschillende heffingen niet meer dan 100% kostendekkend zijn. Het overzicht van de kostendekkendheid bij de belastingvoorstellen van 2018 is hieronder opgenomen. Een geactualiseerd overzicht naar de begroting 2019 wordt bij het voorstel belastingverordeningen 2019 opgenomen. 78

79 Kostendekking legestabel 2018 Kosten Baten Dekkings% Legestabel (titel 1) Bestuursstukken Burgelijke stand Gemeentelijke basisregistratie Bouw en Woningtoezicht APV Persoonsdocumenten Verkeersvergunningen Wet op de kansspelen Overige Legestabel (titel 2) Dienstenrichtlijn Totaal legestabel Overige heffingen Afvalstoffenheffing Rioolheffing Marktgelden Naheffingsaanslag parkeren Lijkbezorging De gedetailleerde kostentoerekeningen zijn terug te vinden op de website: Tot december staan de kostenonderbouwingen over het jaar 2018 op de website. Als het voorstel voor de besluitvorming van de belastingverordeningen aan de gemeenteraad wordt verzonden, worden deze kostenonderbouwingen geactualiseerd naar de begroting Kwijtscheldingsbeleid Kwijtschelding is hét sociale vangnet voor de lokale lastendruk. Zoetermeer houdt rekening met de draagkracht van de inwoners. In die visie past een zo ruim mogelijk kwijtscheldingsbeleid voor mensen die hun aanslagbiljet gemeentelijke belastingen door hun financiële situatie niet kunnen betalen. Zoetermeer hanteert daarom de maximale landelijke normen die gelden. Kwijtschelding wordt toegepast op rioolheffing, afvalstoffenheffing, hondenbelasting (alleen de eerste hond) en onroerendezaak belasting. Naast inwoners kunnen ook ondernemers, die minder verdienen dan het minimumloon en niet te veel vermogen hebben, kwijtschelding aanvragen. Kwijtschelding wordt dan toegepast op de woonlasten. De gemeente maakt het proces voor het aanvragen van kwijtschelding zo eenvoudig mogelijk. Het kwijtscheldingsformulier hoeft maar één keer ingevuld te worden. Daarna worden inkomen en vermogen jaarlijks automatisch getoetst door het Inlichtingenbureau. De uitslag van deze automatische toets wordt direct bij de aanslag bekend gemaakt. Ook mogen initiële aanvragen voortaan voor de toets worden aangeleverd. Dat bespaart de aanvrager nog meer administratieve lasten. Onroerende zaakbelasting (OZB) Het tarief van de OZB stijgt met het algemene stijgingspercentage. Daarnaast wordt er bij de bepaling van de tarieven OZB rekening gehouden met de nieuwe waarde van de onroerende zaken naar het prijspeil van 1 januari 2018 (jaarlijkse hertaxatie). De daling/stijging van de waarde voor woningen en niet-woningen leidt tot een evenredige verhoging/verlaging van de tarieven, omdat de gewijzigde waarde geen invloed mag hebben op de totaalopbrengst van de heffing. Voor de woningen wordt een stijging van de WOZ-waarde met 8,4% verwacht. 79

80 Voor de niet-woningen komt de waardeontwikkeling uit op 0,5%. Het effect van deze waardeontwikkeling en de verhoging als gevolg van het algemene stijgingspercentage ziet er voor de OZBtarieven als volgt uit: Onroerend zaakbelasting Tarief 2018 Tarief na hertaxatie Tarief 2019 obv index 1,5% OZB woningen - eigenaren 0,1794 0,1655 0,1680 OZB niet woningen - eigenaren 0,4099 0,4079 0, gebruiker 0,3186 0,3170 0,3218 Tot dit jaar werden de aanslagen OZB afgerond. Met ingang van 2019 wordt de aanslag OZB niet meer afgerond op hele euro's, zoals ook gebeurt bij de andere heffingen. Afvalstoffenheffing Het tarief van de afvalstoffenheffing blijft in 2019 gelijk aan het tarief van De kosten voor de inzameling en verwerking van afval gaan in 2019 naar beneden door de aanpassing van de toegerekende rente. Bij een beperking van het rentepercentage naar 2,75%, zoals voorgesteld in de rentenota 2018, zijn de kosten lager. Daarnaast zijn er in 2018 vervangingsinvesteringen uitgesteld, gezien de staat van de te vervangen auto's. Dit leidt tot lagere kapitaallasten in Door deze lagere kosten kan het tarief van de afvalstoffenheffing naar beneden worden bijgesteld. De verhoging van het tarief met het algemene stijgingspercentage van 1,5%, komt overeen met de daling van de kosten van rente en kapitaallasten. Hierdoor kan het tarief gelijk blijven aan Op rijksniveau bestaat het voornemen om de afvalstoffenbelasting op restafval te verhogen. Dit betekent dat de kosten voor de gemeenten omhoog zullen gaan. De omvang van de stijging is nog in onderzoek; deze is afhankelijk van de hoeveelheid af te voeren restafval en de besluitvorming van het kabinet over haar belastingplan in december Voor 2019 worden de extra kosten van de stijging van de afvalstoffenbelasting van het rijk gedekt uit de voorziening afvalstoffenheffing. Afvalstoffenheffing Huishoudens Éénpersoonshuishouden 227,97 227,97 Tweepersoonshuishouden 258,04 258,04 Drie of meer persoonshuishouden 271,43 271,43 Voor het overige zullen er bij de vaststelling van de verordening in december tarieven worden opgenomen voor een aantal activiteiten die in het kader van de inzameling van huishoudelijk afval worden gedaan. Deze activiteiten worden nu nog via privaatrechtelijke weg in rekening gebracht. Rioolheffing Het tarief zal als basis worden verhoogd met het algemeen stijgingspercentage. Daarnaast is rekening gehouden dat de aan rioolheffing toegerekende kosten voor 60% via het vaste bedrag en voor 40% via de WOZ-waarde worden verhaald rekening houdend met een maximale stijging van de aanslag van 17,50. Dit betekent dat de aanslag rioolheffing in 2019 maximaal 224,80 bedraagt. De totale kosten die kunnen worden toegerekend aan de riolering blijven voor 2019 ongeveer gelijk, exclusief de inflatie. Er doen zich echter wel twee bijzonderheden voor: 80

81 - de kosten voor het dagelijks onderhoud van de riolering zijn lager, zoals eerder gemeld in de Perspectiefnota op grond van wetgeving moet de gemeente bijdragen aan de kosten voor het afvoer van bagger. Van deze kosten mag een deel worden toegerekend aan de kosten van riolering, omdat baggeren nodig is om waterberging mogelijk te houden en te voorkomen dat deze bergingen dicht slibben. Een toerekening van 50% is ons uitgangspunt. Naar de omvang van de jaarlijkse afvoerkosten loopt nog onderzoek en overleg. Wij schatten een bedrag van per jaar in, waarvan de helft ( ) kan worden betrokken in de kosten van riolering. Voor het deel van de kosten waarvoor geen dekking uit een aanpassing van de rioolheffing komt is in de begroting een structureel budget van beschikbaar. Onderstaand is een overzicht opgenomen van de te hanteren tarieven in Een pand met een WOZ-waarde van ontvangt een maximale aanslag. Rioolheffing Tarief 2018 Tarief 2019 Vast bedrag 63,91 64,87 Percentage van de WOZ-waarde 0,0208 0,0195 Max. aanslag 207,30 224,80 Aftopwaarde max stijging 17, Heffing woning ,51 107,15 Grootverbruik >500 m3 waterverbruik 19,45 19,74 Overige tarieven Vergunningverlening APV In een separaat voorstel is aangegeven dat de tarieven voor beschikkingen op grond van de APV en Bijzondere Wetten meer worden verhoogd dan het algemene stijgingspercentage. Tarieven parkeren. De tarieven voor parkeren worden eens in de twee jaar aangepast voor de inflatieontwikkelingen. Dit is in 2018 gebeurd. Voor 2019 blijven de parkeertarieven gelijk. Afschriften uit de basisregistratie (artikelen 1.4.2a1-4 uit de legestarieventabel) De afgelopen jaren is er veel inspanning geleverd om het digitaal beschikbaar stellen van diensten te verbeteren. Het verschil in de tarieven voor een afschrift bij de balie of digitaal zijn nog beperkt, terwijl de kosten voor het verstrekken van een afschrift bij de balie veel hoger zijn. Het digitale kanaal heeft de voorkeur, omdat dit voor iedereen goedkoper is. Om het gebruik van de digitale omgeving verder te bevorderen wordt de aanvraag van een afschrift bij de balie verhoogd naar 12 (was 7,10). Gemeentelijke woonlasten voor inwoners Jaarlijks verricht het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) onderzoek naar de gemeentelijke woonlasten. De publicatie daarvan vindt plaats in de Atlas van de Lokale Lasten. Onder de gemeentelijke woonlasten verstaat het COELO de OZB voor de eigenaar van een woning met een voor de betreffende gemeente geldende gemiddelde waarde, plus rioolheffing en reinigingsheffing (afvalstoffenheffing) voor een meerpersoonshuishouden eventueel verminderd met een heffingskorting. Door het COELO wordt jaarlijks een vergelijkend overzicht opgesteld van alle Nederlandse gemeenten. In dit overzicht, dat begint met de (deel)gemeente met de laagste heffingen (nr. 1) en eindigt met de (deel)gemeente met de hoogste heffingen, neemt Zoetermeer in 2018 positie 174 in. Dit was in 2017 positie 138. Gemeentelijke lasten Op basis van de in deze begroting opgenomen voorgestelde tarieven 2019 is in de volgende tabel aangegeven hoeveel de woonlasten bedragen voor inwoners, gespecificeerd naar type woning. Daarbij zijn zowel kopers als huurders naast elkaar gezet. 81

82 Woonlasten voor enkele woningtypes 2019 Woning huurder meerpers. Woning koop meerpers. Woning huurder meerpers. Woning koop meerpers. Woning huurder meerpers. Woning koop meerpers. Waarde OZB 0,00 168,00 0,00 252,00 0,00 504,00 Afvalstoffenheffing 271,43 271,43 271,43 271,43 271,43 271,43 Rioolrecht 84,37 84,37 94,12 94,12 123,37 123,37 Gemeentelijke lasten 355,80 523,80 365,55 617,55 394,80 898,80 Lasten ,14 535,54 366,54 635,64 397,74 935,94 In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de woonlasten in Zoetermeer zichtbaar gemaakt voor de afgelopen jaren (vanaf 2016) aan de hand van een woning van in 2016 rekening houdend met de gemiddelde waarde ontwikkeling van de feitelijke tarieven van de jaren 2017 tot en met Woning 2016 meerpers. Woning 2017 meerpers. Woning 2018 meerpers. Woning 2019 meerpers. Waarde OZB 375,40 374,60 384,34 390,15 Afvalstoffenheffing 265,08 264,55 271,43 271,43 Rioolrecht 111,04 105,67 108,47 110,16 Gemeentelijke lasten 751,52 744,82 764,24 771,73 Inkomsten lokale heffingen De geraamde opbrengsten van de woonlastenheffingen (OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing) laten voor 2019 het volgende beeld zien: (bedragen x 1.000) Begroting 2019 OZB Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totaal De opbrengsten van de belangrijkste overige gemeentelijke heffingen zijn in onderstaande tabel weergegeven. (bedragen x 1.000) Begroting 2019 Toeristenbelasting 302 Hondenbelasting 549 Precario 342 Parkeerbelasting Totaal De ramingen voor 2019 zijn conform de opgenomen bedragen in deze programmabegroting. 82

83 Toeristenbelasting In 2014 is besloten om een tarief voor de toeristenbelasting vast te stellen, dat steeds voor een periode van vier jaar wordt toegepast. De eerste periode van vier jaar loopt tot en met het belastingjaar Voor 2019 zullen tarieven worden vastgesteld die voor de volgende vierjaarlijkse periode ( ) gelden. Overeenkomstig de werkwijze voor de periode wordt het tarief voor de komende vier jaar bepaald op basis van de verwachte gemiddelde prijsstijging voor de komende vier jaar gerekend vanaf het nieuwe basisjaar In onderstaande tabel is de onderbouwing van dit tarief weergegeven. Tarief Tarief 2018 Tarief 2022 Voorgesteld tarief Hotel 3,10 3,12 3,36 3,25 Pension/ bed & breakfast 1,60 1,59 1,71 1,65 Camping 0,60 0,61 0,66 0,65 Toelichting: Tarief : het tarief zoals de afgelopen vier jaar is gehanteerd op basis van het basisjaar 2014 met de in 2014 ingeschatte inflatie voor de periode Tarief 2018: het tarief 2018 dat zou gelden als het tarief 2014 zou zijn geïndexeerd met de werkelijke inflatiecijfers. Tarief 2022: het tarief dat zou gelden als het tarief 2018 wordt geïndexeerd met de huidige inschattingen van het algemene stijgingspercentage, namelijk 1,5% in 2019 en 2% voor de volgende jaren. Voorgestelde tarief voor de jaren : het gemiddelde van het tarief het tarief 2022 afgerond op 0,05. Als voorbeeld het tarief voor een hotelovernachting: (3,12 + 3,36)/2 = afgerond 3,25 83

84 7.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing Inleiding Een gezonde financiële positie van de gemeente is een absolute voorwaarde voor haar slagkracht. Dat vergt niet alleen een sluitende begroting, maar óók voldoende weerstandscapaciteit in relatie tot de risico s. Voorspellen is moeilijk. We moeten anticiperen op risico s en de mogelijkheid om tegenvallers op te vangen. De beschikbare weerstandscapaciteit is de belangrijkste financiële buffer voor risico s, waarvoor geen specifieke voorzieningen zijn getroffen. Deze paragraaf geeft een overzicht van de belangrijkste risico s voor de gemeente Zoetermeer. De omvang van deze risico s en de aanwezige weerstandscapaciteit bepalen of de gemeente over voldoende weerstandsvermogen beschikt Risico's De belangrijkste risico s op peildatum najaar 2018 staan hieronder. Risico Bedrag Kans Grondzaken Algemeen: Hogere investeringen 1,5 mln 50% Algemeen: Grondprijsontwikkeling/overprogrammering bedrijventerreinen 1,1 mln 75% Algemeen: Formatierisico Grondbedrijf, plankosten 1,6 mln 25% Algemeen: Immateriële vaste activa (IMVA) 0,3 mln 50% Boerhaavelaan ** ** Cadenza 1 (visie binnenstad/voormalig Centrum Oost) ** ** Cadenza 2 (visie binnenstad) ** ** Tekort grondexploitatie Palenstein 3,9 mln 60% Deelneming in Gemeenschappelijke Regeling Bleizo* 5,4 mln 50% Nutricia/Numico Rokkeveenseweg ** ** Westelijke Entree 0,7 mln 50% Van Leeuwenhoeklaan ** ** Oosterheem 2,1 mln 50% Voorweg Noord 0,2 mln 50% Katwijkerlaantrace ** ** Concern Gemeentegaranties geldleningen aan woningbouwverenigingen 3,4 mln 1% Juridische geschillen pensioen en (boven) wettelijk ww 0,8 mln 10% Gemeentegarantie eigen woningen pm pm * Bedrag en/of kans gewijzigd ** Om bijzondere (juridische) redenen niet vermeld/nog niet in te schatten Financiële omvang risico s Met het systeem NARIS wordt een simulatie gemaakt, waarmee in beeld wordt gebracht wat de financiële consequenties van de risico s zijn. Er wordt een kansberekening gemaakt op de waarschijnlijkheid van het zich gelijktijdig voordoen van risico s en het bedrag dat daarmee is gemoeid. Daarbij wordt een 95% betrouwbaarheidsmarge gehanteerd. De analyse wordt gescheiden uitgevoerd voor enerzijds grondzaken en anderzijds de overige organisatie. Uit de analyse komt het bedrag dat nodig is om met 95% zekerheid de risico s af te dekken. De risicosimulatie wordt toegepast, omdat het reserveren van het maximale bedrag ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. Het mogelijke risico bij grondzaken bedraagt 9,3 mln. Bij het overige concern is dat 0,5 mln Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit de financiële middelen en mogelijkheden om onverwachte, niet begrote kosten te kunnen dekken. Tot de weerstandscapaciteit voor incidentele risico s worden de 84

85 algemene reserves gerekend. In geval van tekortschietende algemene reserves kunnen ook de bestemmingsreserves worden aangewend. Dit betekent dan wel dat wordt afgezien van de realisatie van een bestemming of dat er zo snel mogelijk aanvullende dekkingsmaatregelen worden gezocht om de bestemmingsreserve weer beschikbaar te krijgen. De tabel toont hoe de weerstandscapaciteit is opgebouwd. Weerstandscapaciteit bedragen * 1 mln Omschrijving Weerstandscapaciteit Vrij inzetbare reserve 0,4 0,4 0,4 0,4 Totaal weerstandscapaciteit excl. weerstandscapaciteit 0,4 0,4 0,4 0,4 Weerstandscapaciteit Grondbedrijf Reserve versterking financiële positie Grondbedrijf 31/12 18,0 19,3 19,6 19,4 Reserve risico's 31/12 1,1 0,8 0,6 0,5 Totaal weerstandscapaciteit Grondbedrijf 19,1 20,1 20,2 19,9 Totale weerstandscapaciteit 19,5 20,5 20,6 20, Weerstandsvermogen De verhouding tussen de weerstandscapaciteit en de waarschijnlijke risico-omvang is gedefinieerd als de ratio voor het weerstandsvermogen. Als gewenste ratio voor het weerstandsvermogen wordt voor het concern exclusief grondzaken voldoende gehanteerd. Het NAR hanteert hiervoor de bandbreedte van een ratio tussen 1.0 en 1.4. In Zoetermeer wordt de grenswaarde van 1.0 gehanteerd. Als ratio voor het weerstandsvermogen van grondzaken wordt eveneens voldoende als toereikend gezien. Ook hier wordt de ondergrens van 1.0 als ratio gehanteerd. Als de ratio lager is dan 1.0 betekent dat dus dat er onvoldoende weerstandscapaciteit is. Anders gesteld: de risico-omvang vermenigvuldigd met de ratio bepaalt de benodigde weerstandscapaciteit. Bij de berekening en beoordeling van het weerstandsvermogen wordt onderscheid gemaakt tussen het concern (exclusief grondzaken) en grondzaken. De tabel geeft de opbouw van de weerstandscapaciteit van deze onderdelen weer. 85

86 Weerstandsvermogen bedragen * 1 mln Omschrijving Weerstandsvermogen excl. Grondbedrijf Totaal aan gekwantificeerde risico's 0,5 0,5 0,5 0,5 Norm voor niet gekwantificeerde risico's 7,0 7,0 7,0 7,0 Totaal aan berekende risico's excl Grondbedrijf 7,5 7,5 7,5 7,5 Weerstandscapaciteit excl. Grondbedrijf 0,4 0,4 0,4 0,4 Tekort aan weerstandscapaciteit excl. Grondbedrijf -7,1-7,1-7,1-7,1 Grondbedrijf Totaal aan risico's Grondbedrijf 9,3 9,3 9,3 9,3 Weerstandscapaciteit Grondbedrijf 19,1 20,1 20,2 19,9 Afroming weerstandscapaciteit (beschikbaar t+1) 7,9 8,9 9, Uitwerking Concern excl. Grondbedrijf Uit het simulatiemodel met de risico s van het concern exclusief grondzaken blijkt dat de maximale omvang van de risico s (met een zekerheid van 95%) uitkomt op een bedrag van 0,5 mln. De omvang van de berekende risico s wordt aangevuld met 2% (voor de niet te kwantificeren risico s) van het begrotingstotaal (lasten) van de gewone dienst van de begroting, exclusief grondbedrijf. Gebleken is dat sommige risico s moeilijk zijn te schatten. Daarbij is het wenselijk een zekere financiële buffer aan te houden. Tussen het bekend worden van budgettaire tegenvallers en het treffen van passende maatregelen kan enige tijd bestaan. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen bij de periodieke aanbesteding van onderhoud van de openbare ruimte. De beschikbare budgetten kunnen onvoldoende blijken. De budgettaire frictie die daardoor ontstaat moet kunnen worden opgevangen. De berekende norm voor de niet gekwantificeerde risico s voor deze begroting bedraagt 7 mln. De berekende risico-omvang komt uit op 0,5 mln. De totaal risico-omvang wordt dus ingeschat op 7,5 mln. De weerstandscapaciteit bedraagt een tekort van 7,1 mln. Het weerstandsvermogen bedraagt 0,95 (negatief) en voldoet dus niet aan de norm van 1.0. Grondbedrijf De omvang van de risico s is volgens de simulatie van het NARIS 9,3 mln. en de weerstandscapaciteit is 19,1 mln. Het weerstandsvermogen is circa 2. Een tekort (ratio <1,0) of overschot van de weerstandscapaciteit van grondzaken ten opzichte van het totaal van de risico s kan leiden tot een afroming of aanvulling van de weerstandscapaciteit. Indien sprake is van een ratio >1,2 wordt het overschot aan het einde van het jaar gestort in de Reserve Investeringsfonds Financiële kengetallen Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) verplicht om vanaf 2016 een set financiële kengetallen op te nemen in de programmabegroting en jaarrekening. Deze kengetallen hebben voor de raad vooral een signaleringswaarde bij het beschouwen van de financiële positie van de gemeente. Eén afzonderlijk kengetal zegt niet zo veel en moet altijd in relatie met de andere kengetallen worden bezien. De kengetallen maken inzichtelijker wat de financiële ruimte is om structurele en incidentele laten te kunnen dekken of opvangen. Ze geven globaal inzicht in de financiële weerbaar- en wendbaarheid en vormen een basis voor de beoordeling hoe solide de begroting is. 86

87 De beoordeling van de financiële positie is geen doel op zich en moet altijd worden bezien in het licht van de totale maatschappelijke opgave van onze stad. Het te bereiken maatschappelijk effect en de bijdrage aan de inhoudelijke beleidsdoelstellingen zijn hierbij nadrukkelijk van belang. De financiële positie is ondersteunend aan het afwegingsproces van het bestuur bij het maken van verantwoorde keuzes. Afwegingen waarbij de beantwoording van de vragen: wat willen we bereiken, wat gaan we daarvoor doen en wat mag het kosten? worden afgezet ten opzichte van de impact op de financiële positie. Vooralsnog bestaat geen (landelijke) normering om te beoordelen wat de prestaties zijn. Op het moment, dat in de toekomst bijvoorbeeld vergelijkingen mogelijk zijn met landelijk gemiddelden en de trend waarin de kengetallen zich ontwikkelen, krijgt het overzicht van deze financiële kengetallen een meerwaarde. Voor de provincie als toezichthouder blijft een structureel, sluitende begroting het bepalende criterium. Financiële kengetallen De eerste vier kengetallen staan in relatie met financiële risico s met een lange termijn karakter, die een gemeente loopt. De laatste twee kengetallen geven aan in hoeverre ruimte in de exploitatie bestaat om de financiële lange termijn risico s af te kunnen dekken. Kengetallen 1.a netto schuldquote 1.b netto schuldquote gecorrigeerd voor leningen 2 solvabiliteit 3 kengetal grondexploitatie 4 structurele exploitatieruimte 5 belastingcapaciteit Rekening 2017 Begroting 2019 Begroting 2020 Begroting 2021 Begroting 2022 De berekende kengetallen en de analyse daarop volgen bij het Afrondend begrotingsvoorstel De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Deze schuldquote bevat ook gelden die zijn uitgeleend aan derden. Het kengetal geeft een indicatie van de mate, waarin de rentelasten op de exploitatie drukken. De VNG geeft als richtlijn, dat bij een netto schuldquote hoger dan 130% sprake is van een zeer hoge schuld en dat een schuld tussen de 100% en 130% aandacht vraagt. De solvabiliteitsratio is het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal en geeft inzicht in de mate, waarin de gemeente in staat is aan haar verplichtingen te voldoen. Deze ratio geeft aan welk deel van de waarde van de stad (investeringen) is gefinancierd met eigen geld. Het kengetal grondexploitatie geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de gronden moet worden terugverdiend bij de verkoop. De structurele exploitatieruimte is van belang om te beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen of welke structurele stijging van de baten of daling van de lasten daarvoor nodig is. De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk van de gemeente zich verhoudt tot het landelijk gemiddelde. 87

88 7.3 Onderhoud kapitaalgoederen Inleiding De instandhouding van de kapitaalgoederen is in de gemeente Zoetermeer vastgelegd in beheerplannen, waarin het meerjarig onderhoudsprogramma en de daarbij behorende financiële gevolgen zijn opgenomen. In de beheerplannen is ook het gewenste kwaliteitsniveau van de voorziening vastgelegd. Per categorie wordt ingegaan op het onderhoud van de kapitaalgoederen: 1. Openbare Ruimte (wegen en groen) 2. Riolering 3. Ondergrondse Inzamelmiddelen 4. Begraafplaatsen 5. Vastgoed (gebouwen) 6. Beeldende kunst Openbare Ruimte Omschrijving algemeen beleidskader De Beheervisie Openbare Ruimte (BOR) is in 2016 vastgesteld. In de BOR zijn de kwaliteitsdoelen voor de verschillende disciplines en een nieuwe beheerstrategie omgevingsbewust beheer opgenomen. Inzetten van omgevingsbewust beheer betekent een koersverandering waarbij meer dan voorheen wordt gestuurd op effect en risico. In 2017 is hier invulling aan gegeven door - onder meer - de kwaliteitsverbetering openbare ruimte, het doorontwikkelen van de integrale onderhoudsbestekken en de programmering en uitvoering van het groot onderhoud en vervanging volgens de nieuwe BBV-regels. Die schrijven voor dat, om te komen tot meer vergelijkbaarheid tussen gemeenten, investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijke nut met ingang van 2017 gelijk moeten worden behandeld als investeringen met een economisch nut. Als gevolg daarvan worden investeringen met maatschappelijk nut geactiveerd en afgeschreven overeenkomstig de verwachte gebruiksduur. De benodigde financiële middelen zijn in de BOR voor een periode van tien jaar geoormerkt. Ook wordt een doorkijk gegeven over de komende zestig jaar. Jaarlijks wordt ongeveer 35 miljoen geïnvesteerd in het onderhoud van de openbare ruimte. Hiertegenover staat de waarde van de openbare ruimte (wegen, fietspaden, bomen, speeltoestellen en riolering) die ongeveer 1,5 miljard vertegenwoordigt. Financiële consequenties In 2017 is een nulmeting voor de verwachte uitgaven groot onderhoud en vervanging in de openbare ruimte opgesteld. Deze nulmeting heeft onvermijdelijke ontwikkelingen zoals efficiencyverbeteringen en areaalreductie in beeld gebracht. De kosten van het groot, dagelijks en periodiek onderhoud komen ten laste van programma 3 Leefbaarheid, duurzaam en groen. De jaarlijkse fluctuaties worden verrekend via de egalisatiereserve groot onderhoud bovengronds. * Egalisatiereserve groot onderhoud bovengronds Rekening Begroting Saldo Storting in de Egalisatiereserve groot onderh. bovengronds Waardevermeerdering / rente t.g.v. voorziening Nieuwe investeringen in groot onderhoud Verwachtingen Saldo

89 7.3.3 Riolering Omschrijving beleidskader Conform de Wet milieubeheer geeft de gemeente in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) aan op welke wijze zij haar wettelijke taak voor een doelmatige inzameling en transport van afvalwater wil uitvoeren. Het plan is gericht op een duurzame instandhouding van een goed werkende riolering. In 2016 is het geactualiseerde Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) vastgesteld door de raad. Financiële consequenties De kosten van het groot onderhoud komen ten laste van de Voorziening groot onderhoud ondergronds. Voorziening groot onderhoud ondergronds Rekening Begroting * Saldo Storting in voorziening Waardevermeerdering / rente t.g.v. voorziening Nieuwe investeringen Saldo Ondergrondse inzamelmiddelen Omschrijving algemeen beleidskader De kosten van het groot onderhoud van de ondergrondse inzamelmiddelen ten behoeve van afvalinzameling verlopen niet gelijkmatig over de jaren. In het bestedingsplan groot onderhoud staan de kosten voor de komende jaren geraamd. Om een constante lastenraming in de begroting te hebben, wordt hiervoor de voorziening afvalstoffenheffing gebruikt. Financiële consequenties Jaarlijks wordt een constant bedrag in de voorziening gestort. Tegenover de kosten van het groot onderhoud staat een onttrekking uit de voorziening. De voorziening ontwikkelt zich de komende jaren als volgt: * Voorziening afvalstoffenheffing Rekening Begroting saldo storting in voorziening waardevermeerdering / rente t.g.v. voorziening nieuwe investeringen verwachtingen saldo Begraafplaatsen Omschrijving algemeen beleidskader Voor de begraafplaatsen zijn de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen en de Uitvoeringsbesluiten gemeentelijke begraafplaatsen (2013). Actuele versies van beide dateren uit In 2016 is een aanpassing op de Beheerverordening en Uitvoeringsbesluit 2016 vastgesteld. In 2011 (raadsvoorstel ) is besloten tot een uitbreiding van de begraafplaatsen in Zoetermeer. Met dit besluit werd geanticipeerd op de vergrijzing en een verwachte toename van het aantal begravingen en crematies. Met de uitbreidingen kunnen deze ontwikkelingen worden opgevangen. In 2017 en 2018 is de uitbreiding van de begraafplaats, de entree en het parkeerterrein grotendeels 89

90 voltooid en is de vernieuwing van het columbarium (urnenmuur) en de bouw van een nieuw onderkomen afgerond. Financiële consequenties De gebouwde voorzieningen op de begraafplaatsen zijn op basis van kapitaallasten gefinancierd, waardoor vervanging op termijn mogelijk is. Het budget voor het jaarlijkse beheer en onderhoud is opgebouwd uit een gemiddeld onderhoudsbudget. Vanuit een tienjarig onderhoudsplan zijn deze gemiddelde bedragen bepaald. De kosten voor het ruimen van de graven en groot onderhoud worden gedekt uit de Voorziening afkoopsommen onderhoud graven. Door het ruimen ontstaat er weer ruimte op de begraafplaats. * Voorziening afkoopsommen onderhoud graven Rekening Begroting Saldo Storting in voorziening Waardevermeerdering / rente t.g.v. voorziening Nieuwe investeringen Verwachtingen Verwachtingen (correctie vrijval) saldo Vastgoed Omschrijving algemeen beleidskader De kernopgave van de vastgoedportefeuille is dat deze in kwaliteit, functie, omvang en ligging voldoet aan de beleidsmatig vastgestelde huisvestingsvraag van de gemeente, vastgesteld in de Vastgoednota in Dat betekent dat bij structurele leegstand gebouwen afgestoten moeten worden en dat voor huisvestingsvragen, waarvoor binnen de bestaande portefeuille geen passende huisvesting beschikbaar is, nieuwe gebouwen worden aangetrokken. Voor de sociaal-culturele (doorgaans wijkgebonden) voorzieningen zet de gemeente in op krachtige, flexibele, eenvoudig aanpasbare multifunctionele centra waarin meerdere (wijk)functies zijn gecentreerd. De vorming van Integrale Kind Centra' is daar een voorbeeld van. Beleidskader onderhoud Het onderhoud aan de gemeentelijke vastgoedportefeuille vindt planmatig plaats op basis van het Meerjaren Onderhoud Planning (MJOP). Het MJOP laat zich vertalen in een lijst met jaarlijks uit te voeren onderhoudsactiviteiten en frequentie van uitvoering. Nieuwe wet- en regelgeving wordt verwerkt in de periodieke aanpassing van het MJOP. Uitgangspunt is toestandsafhankelijk onderhoud, dat betekent dat onderhoud wordt uitgevoerd als een bepaalde normwaarde is onder- of overschreden. De onder- of overschrijding van de normwaarde wordt tweejaarlijks geconstateerd tijdens een inspectie. Omvang vastgoedportefeuille Zoetermeer heeft een vastgoedportefeuille van ruim 280 objecten/adressen met een oppervlakte van circa m² aan gebouwen en m² aan terreinen met een totale WOZ-waarde van circa 260 mln. De portefeuille is zeer divers en is te verdelen in vijf hoofdportefeuilles: 1. Onderwijsaccommodaties Schoolbesturen zijn formeel juridisch eigenaar van de onderwijsgebouwen en gronden, terwijl de gemeente het economisch claimrecht heeft. Dit betekent dat schoolbesturen en gemeente een gezamenlijke verantwoordelijkheid dragen voor de instandhouding hiervan. 90

91 2. Sociaal-cultureel vastgoed Concrete voorbeelden hiervan zijn de bibliotheken, het Stadstheater, multifunctionele centra, stadsboerderijen, kinderopvang en buurthuizen. 3. Accommodaties voor binnen- en buitensport Het betreft de gym- en sportzalen, de diverse sportparken en de zwembaden. 4. Ambtelijk vastgoed Ambtelijk vastgoed omvat alle vastgoedobjecten die in gebruik zijn voor het huisvesten van de gemeentelijke organisatie, zoals het stadhuis, de wijkposten, de afvalinzameling en werkplaatsen. 5. Commercieel en overig vastgoed Vastgoedobjecten die in gebruik zijn door commerciële huurders voor het uitvoeren van economische bedrijvigheid behoren tot de portefeuille commercieel vastgoed. Voorbeelden zijn kantoren, parkeergarages, bedrijfsruimten en winkels. Instandhoudingstermijnen, afschrijving en onderhoud Met het bestaande investeringsbeleid van het vervangingsfonds onderwijs is bepaald welke toekomstige investeringen er nodig zijn om de bestaande voorraad schoolgebouwen in dezelfde kwaliteit in stand te houden. Het fonds wordt gevoed door een jaarlijkse storting, waarvan de hoogte zodanig is bepaald dat het fonds niet negatief wordt. De investeringen zijn gebaseerd op een levensduur van 50 jaar, waarna vervangende nieuwbouw of vernieuwbouw plaatsvindt. Halverwege de levensduur vindt een kleinschalige renovatie plaats. Het volledige onderhoud komt voor rekening van schoolbesturen. Voor de toekomstige ruimtebehoefte van scholen wordt rekening gehouden met leerlingenprognoses. Om te komen tot de doelstelling in de periode de schoolgebouwen aardgasvrij, energieneutraal en tegelijkertijd met een gezond binnenklimaat te realiseren, is nieuw investeringsbeleid noodzakelijk. Hiervoor wordt een Masterplan opgesteld. De kredieten zijn normatief en taakstellend voor de planvorming. De uitvoering voor het primair onderwijs wordt aangestuurd en begeleid door de gemeente. Daarmee bepaalt de gemeente in overleg met de schoolbesturen, dat de planvorming voldoet aan het geformuleerde beleid ten aanzien van tussentijdse investeringen en tot welke omvang de inzet van het taakstellend budget nodig is. De schoolbesturen zetten tegelijkertijd met de gemeentelijke investeringen eigen middelen in voor (groot) onderhoud, waardoor een efficiënte en integrale aanpak plaatsvindt. Het voortgezet onderwijs doet in principe zelf de uitvoering. Daarvoor verlangt de gemeente vooraf inzicht in de planvorming en de kosten daarvan en een accountantsverklaring bij oplevering. Reserves en voorzieningen t.b.v. onderhoud Onderwijs Het vervangingsfonds schoolgebouwen (formeel: Reserve egalisatie investeringen schoolgebouwen) is in 2000 ingesteld en zorgt voor dekking van de investeringslasten van vervangings- of renovatie investeringen van de bestaande voorraad schoolgebouwen. De voeding van het fonds vindt plaats door een jaarlijks met oplopende storting. Die oploop vindt plaats tot en met 2031 en de dekking daarvan wordt gevormd door vrijval van de eerste investeringen in schoolgebouwen. Het vervangingsfonds voorkomt dat voor de dekking van nieuwe investeringen een beroep moet worden gedaan op het begrotingssaldo en egaliseert pieken en dalen. De onderbouwing ligt vast in een beheerplan dat om de vijf jaar wordt herijkt. In 2016 is het vervangingsfonds, onderbouwd door het Integraal Huisvestingsplan , op drie onderdelen herijkt: - bijstelling financieel-technische uitgangspunten/parameters in het beheerplan vervangingsfonds; - capaciteitsaanpassing op basis van leerlingenprognoses. - herschikking, clustering en eerdere nieuwbouw van scholen ten gevolge van gesignaleerde knelpunten. 91

92 * Reserve egalisatie schoolgebouwen Rekening Begroting Saldo Storting reserve Waardevermeerdering/rente tgv de reserve Nieuwe investering Verwachtingen Saldo Per 1 januari 2015 is het onderhoud buitenzijde schoolgebouwen gedecentraliseerd. Voor de egalisatie van kosten onderhoud van schoolgebouwen, die door de gemeente worden geëxploiteerd is de voorziening onderhoud schoolgebouwen in stand gehouden. De jaarlijkse voeding van deze voorziening wordt gevormd door inkomsten van schoolbesturen en derden. Voorziening onderhoud schoolgebouwen Rekening Begroting * Saldo Storting reserve Waardevermeerdering/rente t.g.v. reserve Nieuwe investering Verwachtingen Saldo Ambtelijke huisvesting en overig Hiervoor is in 2011 de reserve groot onderhoud ambtelijke huisvesting en wijkonderkomens, accommodaties openbare ruimte en strategische panden gevormd. Reserve groot onderhoud ambtelijke huisvesting Rekening Begroting * Saldo Storting reserve Waardevermeerdering / rente t.g.v. reserve Nieuwe investering Verwachtingen Saldo Sport en Sociaal-cultureel De bestemmingsreserve groot onderhoud welzijnsaccommodaties heeft als doel de kosten voor groot onderhoud aan sociaal-culturele gebouwen en sportvoorzieningen op de lange termijn te kunnen financieren en te egaliseren. De bestemmingsreserve wordt jaarlijks gevoed met een tot en met 2027 oplopende storting die wordt gedekt uit de vrijval van de kapitaallasten van welzijnsaccommodaties. Geschat wordt dat vanaf 2029 de vrijval aan kapitaallasten structureel hoger is dan de benodigde storting. De niet-benodigde vrijval kan dan vanaf die datum worden aangewend om de kosten te kunnen dekken van functionele aanpassingen, levensduur verlengend onderhoud, vervanging en renovatie. 92

93 Reserve groot onderhoud welzijnsaccommodaties / sportaccommodaties Rekening Begroting * Saldo Storting reserve Waardevermeerdering-rente t.g.v. reserve Nieuwe investering Verwachtingen Saldo Reserve groot onderhoud welzijnsaccommodaties / sociaal cultureel Rekening Begroting * Saldo Storting reserve Waardevermeerdering / rente t.g.v. reserve Nieuwe investering Verwachtingen Saldo Voor het Voorjaarsdebat 2019 zullen de bestemmingsreserve groot onderhoud welzijnsaccommodaties en de bestemmingsreserve ambtelijke huisvesting, wijkonderkomens, accommodaties openbare ruimte en strategische panden worden herijkt. Ontwikkelingen In 2019 zijn de volgende ontwikkelingen op het gebied van nieuwbouw en renovatie gepland: Onderwijs - Start bouw Overwater 1 - Start bouw Moerbeigaarde 58 - Start voorbereiding Velddreef Start bouw Chaplinstrook Start voorbereiding Electrablauw - Start voorbereiding Marsgeel Sport - Start bouw was- en kleedaccommodatie FC Zoetermeer - Aanvang bouw Gymworld en aanpassingen Noordwesterhal - Start voorbereiding nieuwbouw binnen- en buitenzwembad Sociaal-cultureel Uitvoering geven aan de 'Toekomstagenda Cultuur, amateurtheater en Stadsmuseum' met betrekking tot : - Voorbereiding uitbreiding De Boerderij - Bouw Terra in de Dorpsstraat - Oplevering Stadsmuseum 93

94 7.3.7 Beeldende kunst Op basis van een evaluatie is in 2013 een meerjarig onderhoud- en bestedingsplan voor beeldende kunst in de openbare ruimte opgesteld. Dit plan wordt jaarlijks getoetst aan de ervaringscijfers. Op basis van deze gegevens worden de te onttrekken onderhoudsbudgetten opgenomen. * Reserve onderhoud beeldende kunst in de openbare ruimte Rekening Begroting Saldo Storting in reserve Waardevermeerdering / rente t.g.v. reserve Nieuwe investeringen Verwachtingen (onderhoudsuitgaven) Saldo

95 7.4 Financiering Inleiding In het Treasurystatuut is de structuur, inrichting en het beleid van de treasuryfunctie vastgelegd. De concrete vertaling van het treasurybeleid wordt jaarlijks in de financieringsparagraaf bij de programmabegroting weergegeven. Verantwoording over en/of tussentijdse aanpassing van (de uitvoering van) het beleid vindt plaats in de tussenrapportages en de jaarrekening. De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma s met als doelstelling: Het beheren van financiële posities en geldstromen op een zodanige wijze dat de daaraan verbonden risico's worden beperkt en de daarmee gepaard gaande kosten en opbrengsten worden geoptimaliseerd". De beheersing van deze geldstromen dient uitsluitend de publieke taak. Het prudente karakter van de treasury-activiteiten staat hierbij voorop. Uit de treasuryactiviteiten volgen rentelasten en/of rentebaten. De regelgeving rondom de begroting en verantwoording van de rentelasten en baten is gewijzigd (nieuwe wetgeving Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV). Daarmee komt in deze paragraaf, meer dan in voorgaande begrotingen, de raming en ontwikkeling van rente en financieringsbehoefte aan de orde. Onder de treasuryfunctie valt niet het garanderen van verstrekte geldleningen aan derden. Deze activiteiten vallen onder de betreffende programma s Ontwikkelingen Algemeen Er is nieuwe regelgeving voor gemeenten op het gebied van de rente in de wet Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Het betreft de verwerking van de rentelasten en -baten in de begroting en jaarstukken. Deze nieuwe wetgeving is ingegaan per 1 januari Hierover is de raad in december 2017 bij het raadsvoorstel geïnformeerd. De meerjarige financiële consequenties zijn toen niet in de begroting verwerkt. In de Perspectiefnota 2019 is met de financiële consequenties hiervan op basis van een aantal aannames wel rekening gehouden. De definitieve uitwerking en financiële gevolgen zijn in een afzonderlijk voorstel opgenomen: Rentenota Dit voorstel wordt voor de begrotingsbehandeling aan de raad ter besluitvorming aangeboden. Huidige rentetarieven Lange rente De lange rente (10 jaar fixe) schommelt heel 2018 tussen de 1% en de 1,5% (stand 30 juni ,13%). Korte rente De korte rente (3 maands euribor) is al maanden stabiel onder de 0% (stand 30 juni ,33%). Rentescenario In de nieuwe werkwijze die in de Rentenota 2018 is opgenomen wordt er niet meer gerekend met een vaste calculatierente die voor een lange periode wordt vastgelegd, maar met een rentescenario waarvan het rentepercentage voor vreemde financiering een jaarlijks wisselend percentage voor rentekosten is, dat in de tijd oploopt naar de structurele hoogte van de financieringsrente op termijn. In de nieuwe werkwijze zal het in de begroting op te nemen rentescenario jaarlijks bij de perspectiefnota worden voorgesteld en in de programmabegroting vastgesteld. De huidige begroting is de eerste begroting waarin dit scenario staat opgenomen. Het rentescenario is de verwachte rente(ontwikkeling) voor langlopende leningen. Als ijkpunt voor 'langlopend' wordt een lening met een looptijd van 10 jaar gehanteerd met een aflossing ineens aan het eind van de looptijd ('10 jaar fixe'). De in het rentescenario opgenomen verwachte renteontwikkeling is gebaseerd op: huidige marktrente; historische rente (trend); inschatting van de renteontwikkeling door de grootbanken; een scenario van een gefaseerd 'groeien' naar het structurele renteniveau. 95

96 In onderstaande tabel staat het rentescenario waarmee rekening is gehouden in de Programmabegroting Dit scenario is hetzelfde als waarmee bij de Perspectiefnota 2019 is gerekend. De al geruime tijd relatief lage rentestand geeft voldoende aanleiding om de structurele rente voor financiering op de lange termijn van het vorige rentescenario van 4% bij te stellen naar 3,5%. In het raadsvoorstel ( ) van december 2017 over de uitwerking van het aangepaste Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is aangekondigd de aanpassing van de rente van 4% naar 3,5% te betrekken bij de nog uit te brengen Rentenota. Omdat het uitbrengen van de Rentenota vertraging heeft opgelopen en de hoogte van het rentescenario ook beter past in de uitgangspunten van de begroting zelf, is er voor gekozen de aanpassing van de lange termijn rente expliciet in de Programmabegroting 2019 op te nemen. Voor langlopende leningen is uitgegaan van een structureel rentepercentage van 3,5%. Vanaf de (feitelijke) afgeronde rente van 1,5% in 2018 stijgt het verwachte rentetarief vanaf 2019 met vier gelijke stappen naar het structurele percentage van 3,5%. Het verwachte rentepercentage voor kortlopende leningen ligt op basis van een rekenregel steeds 1% lager dan de rente voor langlopende leningen. Tabel Rentescenario De verwachting is dat de ECB een ruim monetair beleid blijft voeren, maar dat dit afgebouwd gaat worden en gedurende 2019 gaat leiden tot iets hogere rentetarieven. Dat houdt concreet in dat zowel de lange als de korte rente nog steeds erg laag staan. Maar dat de kans op stijging voor 2019 aanwezig is Risicobeheer De toelichting op de comptabiliteitsvoorschriften (afgeleid van de wet Fido) meldt een breed scala aan risico's zoals renterisico's, debiteurenrisico, kredietrisico's, liquiditeitsrisico's, koersrisico's en valutarisico s, die moeten worden toegelicht in de treasuryparagraaf. Niet alle genoemde risico s zijn van toepassing op de gemeente Zoetermeer. Zo heeft de gemeente Zoetermeer geen leningcontracten in vreemde valuta afgesloten (valutarisico). Daarnaast worden aandelen, die de gemeente bezit in principe tegen nominale waarde op de balans gewaardeerd, waardoor ook geen koersrisico wordt gelopen. Voor het afdekken en beheersbaar houden van het debiteurenrisico en de financiële dekking van oninbare debiteuren zijn beleidsrichtlijnen opgesteld. Ook zijn voorzieningen getroffen die periodiek worden herijkt. Renterisico Het renterisico betreft de kans op schommelingen in rentelasten als gevolg van schommelingen in de rentestand in combinatie met herfinanciering. Om de renterisico s te bewaken is vanuit de wet Fido voorgeschreven het renterisico op twee manieren te bewaken. Het renterisico op korte termijn wordt in beeld gebracht via de kasgeldlimiet en voor de lange termijn financiering door middel van de renterisiconorm. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft voor de gemeente de maximaal toegestane omvang van de kortlopende schuld (met looptijd korter dan één jaar) aan. Wanneer de kasgeldlimiet 3 kwartalen achter elkaar wordt overschreden, moeten maatregelen worden genomen om verdere overschrijding te voorkomen. Maatregelen betekenen doorgaans het aantrekken van lang geld (consolideren). 96

97 Berekening van de kasgeldlimiet (x 1.000) Omschrijving Begrotingstotaal Vastgesteld percentage 8,50% 8,50% 8,50% 8,50% Kasgeldlimiet Renterisiconorm Het renterisico op het lange geld wordt bewaakt via de renterisiconorm. Dit wil zeggen dat de leningenportefeuille maximaal zo hoog mag zijn dat de jaarlijkse aflossing plus renteherzieningen maximaal 20% van het begrotingstotaal mag zijn. Dat houdt in dat in 2018 maximaal 72 mln. mag worden afgelost of dat er een renteherziening mag zijn over maximaal dit bedrag. Berekening renterisiconorm (x 1.000) Renteherzieningen Aflossingen Renterisico (1+2) Renterisiconorm a Ruimte onder renterisiconorm Berekening renterisiconorm 4a Begrotingstotaal b Percentage regeling 20% 20% 20% 20% 4a x 4b Renterisiconorm begrotingsjaar Derivaten Ook bij het aantrekken van nieuwe leningen blijft het renterisico zeer laag, omdat de komende jaren nagenoeg niet wordt afgelost en geen renteherziening plaatsvindt. De aflossing voor 2018 is begroot op (zie bovenstaande tabel). Er is geen noodzaak om eventueel renterisico hierover af te dekken gezien de kleine omvang van dit bedrag. Er zal dan ook geen gebruik gemaakt gaan worden van derivaten. Liquiditeitsrisico Onder liquiditeitsrisico wordt verstaan het tegelijkertijd innemen van posities geleend en uitgeleend geld. Vanuit de doelstelling van de treasury worden, binnen de kaders van de renterisiconorm van de wet Fido, dubbele posities zoveel mogelijk vermeden. De periodiek op te stellen liquiditeits- en 97

98 financieringsprognoses blijven door onzekerheden in de verkopen van gronden onze aandacht houden. Kredietrisico Onder kredietrisico wordt verstaan het risico dat door de gemeente uitgezette geldleningen door de debiteur niet kunnen worden afgelost. Door de invoering van het schatkistbankieren, waarbij een eventueel overschot aan liquide middelen dat boven het kwartaalgemiddelde van 2 mln uitkomt, uitgezet moet worden bij de Staat en de feitelijke situatie van een geraamd tekort aan financieringsmiddelen, wordt geen kredietrisico ingeschat Leningportefeuille De leningenportefeuille van de gemeente Zoetermeer bestaat uit enkele opgenomen geldleningen met een verwachte totale (rest)schuld van 40,5 mln per 1 januari De vaste activa worden grotendeels gefinancierd met eigen vermogen en de aanwezige financieringsmiddelen uit voorzieningen Financieringsbehoefte en verwacht renteresultaat De verwachting is dat de financieringsbehoefte in 2019 oploopt. Dit heeft vooral te maken met de oploop van investeringen met maatschappelijk nut en een afname van de reserve middelen. Deze oploop in de financieringsbehoefte is meegenomen in het raadsvoorstel Rentenota De rentelast in de begroting is hierop gebaseerd. In de financieringsbehoefte is geen rekening gehouden met uitgaven met betrekking tot de Schaalsprong. Deze zullen de financieringsbehoefte verhogen. Eveneens is er geen rekening gehouden met de eventuele verkoop van de aandelen van Eneco die een verlaging van de financieringsbehoefte tot gevolg zal hebben. De feitelijke in- en uitgaande geldstromen die per saldo de financieringsbehoefte bepalen worden gemonitord. Tabel Financieringsbehoefte (peildatum januari 2018) * Bestaande bezittingen (activa) Toekomstige bezittingen (toekomstige activa) Totaal te financieren Financiering via: Reserves Voorzieningen Eigen financieringsmiddelen Vreemde financieringsmiddelen

99 Vanuit de meerjarige doorkijk van de financieringsbehoefte wordt de verwachte financieringsbehoefte voor 2019 gefinancierd uit bestaande leningen, het binnen de wettelijke kaders van het kasgeldlimiet, zoveel als mogelijk met kortlopende leningen, en eventueel nieuw af te sluiten lange leningen. Nieuwe leningen worden pas afgesloten op het moment dat de daadwerkelijke financieringspositie hiertoe aanleiding geeft. Uit de geraamde financieringsbehoefte is een geraamde rentelast berekend. Deze staat op het overzicht algemene dekkingsmiddelen. 99

100 7.5 Bedrijfsvoering De gemeente Zoetermeer streeft voortdurend naar een hoog kwalitatief niveau van dienstverlening aan inwoners, bedrijven en organisaties. Hierbij hoort een flexibele, wendbare organisatie die soepel inspeelt op wat de stad nodig heeft. Door nieuwe technieken in te zetten, zoals zaakgericht werken, blockchain en andere ontwikkelingen willen we onze klanten snel, effectief en transparant bedienen. We maken het mogelijk voor onze klanten om onafhankelijk van tijd en plaats, steeds meer digitaal zelf te regelen. Hetzelfde concept wordt ook toegepast op de interne bedrijfsvoering. De aandacht voor dienstverlening in combinatie met efficiënter ingerichte werkprocessen wordt ondersteund met maatregelen op gebied van management self service en employee self service. Ook wordt voortdurend gezocht naar verdere optimalisering van werkprocessen in de uitvoering van beleid en de ondersteunende taken. Dit om tijd en geld te besparen zonder afbreuk te doen aan de dienstverlening. Andere belangrijke onderwerpen voor de bedrijfsvoering zijn informatiebeveiliging, zaakgericht werken en de interne beheersing. Informatiebeveiliging Informatie is één van de belangrijkste bedrijfsmiddelen van een gemeente. De bescherming van waardevolle informatie is hetgeen waar het in informatiebeveiliging om gaat. Door de toenemende digitalisering is het zorgvuldig omgaan met deze informatie van steeds groter belang. Om te kunnen blijven voldoen aan de Baseline Informatiebeveiliging (BIG), die is ontwikkeld door de Informatie Beveiliging Dienst (IBD) in opdracht van de VNG, moet de gemeente Zoetermeer structureel de informatieveiligheid verhogen, inzetten op verdere professionalisering van de informatiebeveiligingsfunctie en de awareness van haar medewerkers op het gebied van informatiebeveiliging continue blijven vergroten. Zaakgericht werken De afgelopen jaren is gewerkt aan de verdere digitalisering en zaakgericht maken van werkprocessen in de hele organisatie. Enkele resultaten hiervan zijn dat de inkomende post is gedigitaliseerd en circa 300 verschillende werkprocessen operationeel zijn in het zaaksysteem. In 2019 gaan we over van groei naar beheer: het tempo voor het inrichten van nieuwe zaken wordt teruggebracht en de focus wordt verlegd van ontwikkeling naar de optimalisatie van bestaande zaken. Interne audit Vanuit verschillende vakgebieden worden, vastgelegd in externe regelgeving, hogere eisen gesteld aan de de interne beheersing, transparantie en verantwoording. Voorbeelden hiervan zijn de controleeisen vanuit de accountant, fiscus en informatietoezichthouders. Om te blijven voldoen aan deze externe regelgeving wordt geïnvesteerd in de capaciteit en kwaliteit van de interne control/audit. Hetzelfde geldt voor de nieuwe (verplichte) thema s zoals de beoordeling van Electronic Data Processing (EDP) en frauderisico s. In 2019 en 2020 wordt een aantal doorlichtingsonderzoeken op de bestaande organisatie uitgevoerd op gebied van uitvoering van de beleidsuitvoering, gericht op voorstellen tot verbetering van de efficiency. Het gaat hierbij vooral om de uitvoering goedkoper te maken: hetzelfde doen met minder middelen. Daarnaast wordt geïnvesteerd in de kwaliteit en capaciteit van de onderzoeken zelf zowel qua efficiency als de doeltreffendheid van de beleidsuitvoering. 100

101 7.6 Verbonden partijen Inleiding De gemeente Zoetermeer is actief in netwerken van beleids- en uitvoeringsorganisaties. Bij een deel van die organisaties is de gemeente ook bestuurlijk en/of financieel betrokken. In dat geval is sprake van een 'verbonden partij'. Een bijzondere vorm hiervan zijn de samenwerkingsverbanden, die in het leven zijn geroepen om gemeentelijke taken in gezamenlijkheid uit te voeren. Dit soort samenwerkingsverbanden levert een grote bijdrage aan het realiseren van maatschappelijke doelen, maar levert door zijn aard ook bestuurlijke en financiële risico s op Nota verbonden partijen Korte inhoud Kadernota en checklist Verbonden partijen In Kadernota Verbonden partijen (geactualiseerd in 2016) zijn beleidsrichtlijnen opgenomen waaraan de (beoogde) deelname aan (nieuwe) samenwerkingsverbanden moet worden getoetst. Ook is een checklist beschikbaar die kan worden gebruikt bij afwegingen over het aangaan, inrichten of herzien van een samenwerkingsverband. De checklist is niet limitatief, maar geeft de belangrijkste onderwerpen aan, waarover moet worden nagedacht om op de grootste risico s bij samenwerking een passend antwoord te hebben. De gemeente Zoetermeer hanteert een bredere definitie voor een verbonden partij dan de definitie die in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) staat vermeld. Er is gekozen voor de term 'samenwerkingsverband'. Dit betekent dat ook partijen in ogenschouw worden genomen, waarin de gemeente een bestuurlijk óf (BBV vermeldt: 'én') een financieel belang heeft. Definitie Samenwerkingsverband Een samenwerkingsverband bestaat tussen de gemeente en één of meer andere publieke en/of private partijen en heeft een eigen juridische entiteit, waarin activiteiten in organisatorisch verband worden uitgevoerd en de gemeente een bestuurlijk -, financieel -, integriteits- of ander risico loopt. Deze definitie sluit samenwerkingsverbanden zonder juridische entiteit, zoals subsidieverstrekkingen, leningen en garantstellingen, uit en deze vallen buiten de reikwijdte van de Kadernota Verbonden Partijen. De nota bevat beleidsrichtlijnen die betrekking hebben op vier terreinen: - Afwegingskader: Is sprake van toegevoegde waarde en is sprake van het meest geëigende middel? - Publiekrechtelijke of privaatrechtelijke samenwerking: Afhankelijk van de aard van de activiteiten (in ieder geval publiek belang) en het doel van de samenwerking. - Rolverdeling: Wie en hoe vervullen de gemeentelijke vertegenwoordigers hun rol als bestuurslid en hoe gaan zij om bij conflicterende belangen tussen het samenwerkingsverband en de gemeente? - Good-governance: Regie op de samenwerking borgen de aspecten: sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht houden Belangrijke ontwikkelingen verbonden partijen Hieronder staan de belangrijkste ontwikkelingen van verbonden partijen vermeld. Enecogroep Een meerderheid van ca. 91% van het aandeelhouderskapitaal heeft na het doorlopen van een zogenaamde consultatiefase, het besluit genomen hun aandelen in Eneco te verkopen. Thans wordt door Eneco, de adviseurs en de aandeelhouders gewerkt aan het voorbereiden van de transactie. Belangrijk hierbij is het opstellen van de benodigde transactiedocumentatie. Hierbij kan gedacht worden aan het bedrijfsplan (business plan), een zogenaamde verkoopbrochure (equity story), het doen van boekenonderzoek (vendor due dilligence) en het voeren van oriënterende gesprekken met potentiële bieders. Op basis van huidige inzichten is de verwachting dat na de oriëntatiefase de executiefase c.q. de uitvoering van de transactie begin 2019 start. 101

102 Dienst Sociale Werkvoorziening (DSW) Met ingang van 1 januari 2015 is de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) afgesloten voor nieuwe instroom. Degenen die momenteel een plek in de Wsw hebben, behouden het recht op die plek tot zij met pensioen gaan. Dat betekent dat de sociale werkvoorziening de komende veertig jaar wordt afgebouwd. De gemeenten Leidschendam-Voorburg, Rijswijk en Zoetermeer hebben begin dit jaar een intentieverklaring getekend gericht op de inkoop van dienstverlening voor de huidige Wsw-doelgroep bij een door Zoetermeer vormgegeven werkbedrijf. Bij het opstellen van de herziene begroting 2018 DSW heeft het dagelijks bestuur van de DSW de ambitie uitgesproken om het bedrijfsresultaat uiterlijk in 2021 naar structureel break-even te brengen. Er heeft een uitgebreide analyse plaatsgevonden op de kosten en opbrengsten van de verschillende werksoorten bij de DSW en de kansen en bedreigingen voor de toekomst (zie het Bedrijfsplan DSW). De voorgestelde maatregelen zijn realistisch, maar ook noodzakelijk. Met vaststelling in het algemeen bestuur DSW van dit bedrijfsplan gaat DSW zelfstandig het basispakket aan maatregelen doorvoeren, dat bijdraagt aan een verbetering van het bedrijfsresultaat met Aanvullend hierop gunnen de gemeenten extra re-integratie- en groen opdrachten, waarmee een totale verbetering van het resultaat naar break-even in 2021 wordt gerealiseerd. Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst en Veilig Thuis Haaglanden (GR GGD en VT Haaglanden) In 2017 heeft een herijking van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) GGD plaats gevonden, waarbij de governance, het takenpakket en het financiële kader zijn herzien. Daarnaast is Veilig Thuis als een apart organisatieonderdeel ondergebracht in de GR. Op 28 november 2017 is besloten om de GR GGD per 1 januari 2018 gewijzigd voort te zetten in de Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst en Veilig Thuis Haaglanden (hierna: GR GGD VT Haaglanden). Op grond van de regeling is er een openbaar lichaam waarin een regionale gezondheidsdienst, als bedoeld in de Wet publieke gezondheid, en een advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet, worden ondergebracht. De twee uitvoeringsorganisaties VT en GGD zijn onderdeel van de gemeente Den Haag. In 2018 wordt een doelmatigheidsonderzoek bij Veilig Thuis uitgevoerd. Er wordt bekeken welke verbanden er zijn tussen de instroom van de verschillende soorten meldingen, de achterliggende oorzaken van fluctuaties in het aantal meldingen, de capaciteit die Veilig Thuis moet inzetten voor de verschillende soorten meldingen en de mogelijkheden om hierop te sturen. De uitkomsten van dit onderzoek worden gebruikt om beter inzicht te krijgen in meerjarige ontwikkelingen en om op deze wijze de voorspelbaarheid te vergroten. Met het oog op een zo doelmatig mogelijke behartiging van publieke belangen is besloten om afspraken over de uitvoering van taken tussen de GR (als opdrachtgever) en de gemeente Den Haag (als opdrachtnemer) vast te leggen in een Dienstverleningsovereenkomst (DVO), een Raamovereenkomst en een Uitvoeringsovereenkomst. Daarnaast heeft het algemeen bestuur begin 2018 ingestemd met de volgende uitvoeringsdocumenten die nodig zijn bij de gewijzigde regeling, te weten: financieel statuut, benoemingsstatuut, organisatie statuut en reglement van orde. Om de gemeenschappelijke regeling toekomstbestendig te maken en de werkwijze van de GGD en VT verder te verbeteren is het algemeen bestuur voornemens om te werken met een ontwikkelagenda. Deze ontwikkelagenda krijgt vorm langs de volgende drie gelijktijdig in te zetten sporen: 1. implementatie governance met het accent op een verdere invulling van onze opdrachtgeverrol binnen de kaders van de gemeenschappelijke regeling en het financieel statuut; 2. positionering van de GGD in het sociale domein; 3. ontwikkeling opgavengericht werken met specifieke aandacht voor sturen op resultaten en middeleninzet. 102

103 Gemeenschappelijke Regeling Bleizo (GR Bleizo) GR Bleizo heeft als doel om te bevorderen dat de Vervoersknoop Bleizo wordt gerealiseerd en het gebied rondom de Vervoersknoop te ontwikkelen tot een hoogwaardig gebied met functies als kantoren, bedrijven en leisure. De oplevering van de Vervoersknoop is gepland in december 2018, maar zal waarschijnlijk enige vertraging oplopen. De GR Bleizo zal haar taken als medeopdrachtgever van de Vervoersknoop Bleizo in 2019 continueren mede in relatie tot de vertraging in de afbouw en mogelijk in de ingebruikname van de knoop. Half maart 2018 is aan een extern bureau gevraagd om te onderzoeken of er een optimaler programma/ontwikkeling kan worden gevonden voor het gebied Bleizo-West met specifiek de toevoeging woningbouw, waardoor tevens een positieve bijdrage aan de vervoerswaarde van het OVknooppunt wordt gecreëerd. De uitkomst van het onderzoek is onderdeel van de informatie die aan de gemeenteraad wordt toegezonden voor oordeels- en besluitvorming eind Bij positieve besluitvorming door de raad zal in 2019 de opdracht voor de GR Bleizo waarschijnlijk worden aangepast en een masterplan voor de ontwikkeling van het gebied worden opgesteld. Hiervoor zullen diverse berekeningen moeten worden gemaakt en is afstemming met de regio nodig. Voor het hele gebied van Bleizo is een bestemmingsplan opgesteld. Voor het deelgebied Bleizo-Oost is dit bestemmingsplan vastgesteld door de raad van Lansingerland. Tegen dit besluit loopt een beroepsprocedure van de Raad van State. Wanneer het bestemmingsplan onherroepelijk wordt, dan worden de kavels in het deelgebied Bleizo-Oost ontwikkeld en uitgegeven ten behoeve van bedrijven. In de begroting zijn voor het jaar 2019 de volgende activiteiten voorzien: - algemene activiteiten van de projectorganisatie; - activiteiten in het kader van marketing en acquisitie; - de activiteiten in het kader van de ontwikkeling. Bedrijvenschap Hoefweg Het Bedrijvenschap Hoefweg heeft als doel het ontwikkelen van vestigingsmogelijkheden voor bedrijven uit Lansingerland en Zoetermeer, alsmede uit de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, alsmede voor bedrijven van elders die een belangrijke bijdrage leveren aan de werkgelegenheid. Binnen de begroting staat voor het jaar 2019 de uitgifte van gronden ten behoeve de vestiging van bedrijven centraal. De inzet van personele capaciteit is dan ook vooral gericht op het uitvoeren van de met de GR samenhangende activiteiten, de acquisitie en promotie en het begeleiden van het vestigingsproces. Zes hectare van het gebied van Bedrijvenschap Hoefweg maakt deel uit van het onderzoek door het externe bureau, zoals hierboven genoemd in de tekst van de GR Bleizo. Bij positieve besluitvorming door de raad wordt in 2019 de opdracht voor de GR Hoefweg waarschijnlijk aangepast. Gemeenschappelijke Regeling Inkoopbureau H-10 Gezien de implicaties ten aanzien van de voorbereiding en implementatie van de inkoop van de jeugdhulp voor de periode is de regeling met twee jaar verlengd tot en met 31 december Voor 1 maart 2020 moet, naar aanleiding van een evaluatie en een onderzoek naar de samenwerkingsvorm, worden besloten over continuering of opheffing van de gemeenschappelijke regeling. Gemeenschappelijke regeling Stadsgewest Haaglanden Het Stadsgewest Haaglanden is per 1 januari 2015 in liquidatie gegaan. Het Stadsgewest voert geen nieuwe beleidstaken meer uit, maar beperkt zich tot de afwikkeling van nog lopende verplichtingen. De jaarrekening 2017 van het Stadsgewest Haaglanden is vastgesteld door het algemeen bestuur van het Stadsgewest. Voor 2019 is een begroting opgesteld en goedgekeurd door het algemeen bestuur. Deze begroting is ingediend, omdat de kans aanwezig is dat het Stadsgewest Haaglanden in het boekjaar 2019 nog lasten heeft. Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) De MRDH werkt aan een welvarende en bereikbare Metropoolregio Rotterdam Den Haag. De 23 gemeenten hebben zich per 1 januari 2015 vrijwillig aan elkaar verbonden om samen te werken aan 103

104 een verbetering van de internationale concurrentiepositie, het versterken van het economisch vestigingsklimaat en de bereikbaarheid van het hele metropoolgebied. In 2016 is de MRDH verschillende integrale projecten gestart om deze doelstellingen te behalen. Het gaat om de regionale Investeringsstrategie (in samenwerking met de Zuidvleugel en de provincie), de nadere uitwerking van het OESO-onderzoek over de bestuurlijke samenwerking, de Roadmap Next Economy en de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid (UAB). Medio 2016 zijn deze trajecten verwerkt in een Regionaal Investeringsprogramma. Dit investeringsprogramma vormt de basis voor veel projecten binnen de MRDH. Begin 2018 is er binnen het gebiedsprogramma duurzame bereikbaarheid Rotterdam Den Haag gestart met de gebiedsuitwerking van het middengebied gericht op Zoetermeer (connectiviteit met Rotterdam/Den Haag en Leiden in relatie tot de verstedelijkingsopgave), In het licht van deze opgaven waarvoor de regio staat (versterken economisch vestigingsklimaat en de enorme woningbouwopgave) is het investeren in een Schaalsprong OV (lightrail) absoluut noodzakelijk om de bereikbaarheid te borgen. Dit moet concreet met de benodigde financiële middelen landen in het MIRT. Op basis van de uitkomsten van het MIRT-onderzoek en de gebiedsverkenningen wordt in de Werkplaats Metropolitaan OV gezamenlijk gewerkt aan een pakket korte termijn maatregelen OV en een Toekomstperspectief Metropolitaan OV De MRDH werkt met de regiogemeenten aan een Strategie Werklocaties: detailhandel, kantoren en bedrijventerreinen. Deze strategie biedt een kader voor een regionale samenhangende aanpak van kwaliteit en marktevenwicht en geeft de regiogemeenten richting en ondersteuning in hun eigen lokale aanpak van werklocaties. Gestreefd wordt in het eerste kwartaal 2019 te komen tot een uitvoeringsagenda Stichting Kenniseconomie en Innovatie Zoetermeer (KIZ) De statuten van de Stichting Kenniseconomie en Innovatie Zoetermeer (stichting KIZ) gewijzigd en de gemeente maakt geen deel meer uit van bestuur van de stichting. Wel is er voor de gemeente nog een zgn. witte stoel, en zijn er bij de bestuursvergadering twee ambtenaren vertegenwoordigd als toehoorder. Dit betekent dat met ingang van 2018 Stichting KIZ geen verbonden partij meer is Overzicht verbonden partijen Zoetermeer kent de volgende verbonden partijen: Deelnemingen in vennootschappen: - NV Bank voor Nederlandse Gemeenten - Eneco Holding NV - Dunea - Stichting Administratiekantoor Dataland Gemeenschappelijke regelingen: - Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag - Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Haaglanden - Regeling Dienst Sociale Werkvoorziening Rijswijk en Omstreken - Gemeenschappelijke regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst en Veilig Thuis Haaglanden (GR GGD en VT Haaglanden) - Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden - Gemeenschappelijke regeling Bedrijvenschap Hoefweg/Prisma - Gemeenschappelijke regeling Bleizo - Gemeenschappelijke regeling Inkoopbureau H10 - Gemeenschappelijke regeling Schadevergoedingsschap HSL Stichtingen en verenigingen: - Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) - Gemeenten voor duurzame ontwikkelingen (GDO) - Stichting Land van Wijk en Wouden In de bijlage Verbonden partijen is conform het BBV meer gedetailleerde informatie (over doel, beleid, risico s, belangen en dergelijke) per verbonden partij opgenomen. 104

105 Relatie met paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing Voor de Gemeenschappelijke regeling Bleizo geldt voor de gemeente Zoetermeer een risico. Dit risico is in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing gekwantificeerd vermeld. Voor de andere verbonden partijen zijn geen specifieke risico s voor de gemeente Zoetermeer geconstateerd. 105

106 7.7 Grondbeleid Inleiding Het grondbeleid is ondersteunend aan de verwezenlijking van het ruimtelijk en sectoraal beleid en is gericht op het tijdig realiseren van gewenste veranderingen in het ruimtegebruik. Grondbeleid wordt gevoerd om een programma (woningen, kantoren, voorzieningen en bedrijfsterreinen) te realiseren. Uitgangspunten hierbij zijn het rijks-, provinciale en regionale beleid en de gemeentelijke visie op het toekomstige ruimtelijk beleid. In de Nota Grondbeleid worden de kaders en uitgangspunten weergegeven voor het grondbeleid van de gemeente Visie op grondbeleid Zoetermeer heeft nu het grootste deel van de uitgeefbare bouwgrond is bebouwd, geen substantiële uitleggebieden meer. De binnenstedelijke (her)ontwikkelingsopgaven waar Zoetermeer voor staat betreffen vooral de bestaande woonwijken en bedrijfsterreinen. Deze (her)ontwikkelingen vragen een heel andere inspanning dan de relatief eenvoudige transformatie van agrarisch gebied naar gewilde woningbouwlocaties. Dat laatste ging gepaard met grote waardevermeerdering van de grond, een beperkt aantal spelers, een beperkte complexiteit en een vanzelfsprekende vraag naar woningen en werklocaties. De gemeente Zoetermeer voerde hierdoor jarenlang bijna als vanzelfsprekend een actief en vaak winstgevend grondbeleid. De nieuwe opgave voor de gemeente Zoetermeer is complexer. In de woningbouwagenda staat dat er in Zoetermeer de komende jaren tot extra woningen worden gebouwd. Door deze ontwikkeling, de Schaalsprong, zal Zoetermeer de komende jaar blijven groeien met tot inwoners. De komende jaren zal het grondbeleid steeds vaker gericht zijn op samenwerking of facilitair grondbeleid. Toegenomen onzekerheden, een groot aantal stakeholders en complexere processen stellen zwaardere eisen aan de gemeente en zetten de toekomstige ontwikkeling onder druk. Maatwerk per gebied is noodzakelijk. Elke opgave is uniek en kent zijn eigen inhoudelijke en organisatorische complexiteit. In ieder gebied zijn de ontwikkelingsmogelijkheden anders en zijn ook de vastgoedposities verschillend. Per gebied zal bepaald moeten worden welke vorm van grondbeleid de gemeente wenst in te zetten. In 2017 is via een grotendeels technische exercitie de Nota Grondbeleid in lijn gebracht met de actuele wet- en regelgeving. In 2018 zal in nauwe samenwerking met de raad, de Nota Grondbeleid grondig worden herzien en wordt zo het nieuwe grondbeleid voor de stad Zoetermeer voor de komende jaren opnieuw geformuleerd. Binnen Zoetermeer is nu het grootste deel van de uitgeefbare bouwgrond bebouwd. Er zijn geen substantiële uitleggebieden meer. De binnenstedelijke (her)ontwikkelingsopgaven betreffen bestaande woonwijken en bedrijfsterreinen. Deze herontwikkelingen vragen een heel andere inspanning dan de relatief eenvoudige transformatie van agrarisch gebied naar gewilde woningbouwlocaties. Dat laatste ging gepaard met grote waardevermeerdering van de grond, een beperkt aantal spelers, een beperkte complexiteit en een vanzelfsprekende vraag naar woningen en werklocaties. De gemeente Zoetermeer voerde hierdoor jarenlang bijna als vanzelfsprekend een actief en winstgevend grondbeleid. De nieuwe opgave voor de gemeente Zoetermeer is complexer. In de woningbouwagenda staat dat er in Zoetermeer de komende jaren tot extra woningen worden gebouwd. Door deze ontwikkeling, de Schaalsprong, zal Zoetermeer de komende jaar blijven groeien met tot inwoners. De komende jaren zal het grondbeleid steeds vaker gericht zijn op samenwerking of faciliterend grondbeleid. Toegenomen onzekerheden, een groot aantal stakeholders en complexere processen stellen zwaardere eisen aan de toekomstige ontwikkelingen. Maatwerk per gebied is noodzakelijk. Elke opgave is uniek en kent zijn eigen inhoudelijke en organisatorische complexiteit. In ieder gebied zijn de ontwikkelingsmogelijkheden anders en de vastgoedposities verschillend. Steeds vaker worden bouwinitiatieven door derden op eigen grond opgepakt. Ook deze initiatieven dragen bij aan de beleidsdoelstellingen van de gemeente. 106

107 Daar waar verandering van het bestemmingsplan noodzakelijk is, worden met de partijen afspraken gemaakt om ervoor te zorgen dat het proces, waaronder samenspraak, goed verloopt. Ook de kosten die de gemeente moet maken om het plan mogelijk te maken worden verhaald. Dit is faciliterend grondbeleid. De aanpak en de rol van de gemeente kan dus per opgave verschillend zijn. De herziening van de nota Grondbeleid is in voorbereiding en wordt door de raad in 2019 vastgesteld Ontwikkelingen Bouwgronden in exploitatie Voor Bouwgrond in exploitatie (BIE) wordt een grondexploitatieberekening (grex) vastgesteld door de gemeenteraad. Een ruimtelijk plan kent een looptijd van jaren. Om opbrengsten te kunnen realiseren, moeten voorinvesteringen worden gedaan. De kost gaat voor de baat uit. Een grex behelst de financiële vertaling van alle activiteiten die plaatsvinden binnen het grondexploitatiecomplex. Het omvat aspecten als de definiëring van het plangebied, inbreng- en verwervingswaarden, civieltechnische ingrepen (bouw- en woonrijp maken), kosten voor planvorming en projectbegeleiding en de verwachte opbrengsten uit grondverkopen. Binnen een grex worden deze aspecten uitgezet in de tijd op basis van de betreffende projectplanning. Hierbij wordt rekening gehouden met tijdsinvloeden als kosten- en opbrengstenstijgingen en financiering (rente). Zo wordt het verwacht projectresultaat bepaald, de zogenaamde eindwaarde van het project. Jaarlijks wordt over de grondexploitaties gerapporteerd via de Voortgangsrapportage Projecten Stedelijke Ontwikkeling en het Meerjarenperspectief Grondbeleid. Deze rapportages geven inzicht in de voortgang van de grondexploitatie activiteiten, de geactualiseerde projectresultaten en de bijgestelde projectrisico s. Momenteel lopen de volgende grondexploitaties: Grondexploitatie Looptijd t/m - Amerikaweg Boerhaavelaan Cadenza Gasfabriekterrein Delftsewallen Katwijkerlaantracé Lansinghage Oosterheem Palenstein Plataanhout Saturnusgeel Van Leeuwenhoeklaan Voorweg Noord Zegwaartseweg Noord 2021 De boekwaarde van de hierboven staande grondexploitaties projecten bedraagt per 1 januari 2018 voor aftrek van de voorziening nadelige complexen 45,9 mln. Na aftrek van de voorziening bedraagt de netto-boekwaarde 6,9 mln. In het Meerjarenperspectief Grondbeleid wordt per grondexploitatie de stand van zaken weergegeven. De projectkaders en in de grex gehanteerde uitgangspunten worden vastgesteld door de gemeenteraad. In de nota grondbeleid is vastgelegd hoe omgegaan moet worden met afwijkingen ten aanzien van projectkaders en de projectfinanciën. Hiervoor zijn bandbreedtes vastgelegd, afwijkingen buiten deze bandbreedtes worden separaat aan de gemeenteraad voorgelegd middels een herziening van de projectkaders en/of financiën. 107

108 Bovenstaande tabel laat zien dat de verwachte baten in de komende jaren de verwachte lasten zullen overtreffen. Dit komt voornamelijk door de grondexploitatie Oosterheem. Bij deze grex is inmiddels het leeuwendeel van de investeringen gepleegd en worden de komende jaren meer baten dan lasten verwacht Financiën Risico s en weerstandscapaciteit De reserve Financiële Positie Grondbedrijf vormt samen met de Risicoreserve Grondbedrijf het weerstandsvermogen voor de grondbedrijfsactiviteiten. De maximale omvang van de weerstandscapaciteit is bepaald op 1,2 keer de gekwantificeerde risico s en bedraagt per 1 januari ,6 mln. In de paragraaf Weerstandsvermogen wordt uitgebreider op de weerstandscapaciteit ingegaan. Winstafdrachten RIF In de volgende tabel worden de geprognosticeerde winstafdrachten aan het Investeringsfonds 2030 weergegeven. x 1 mln. VOEDING RIF e.v. Totaal Prognose bij Jaarrekening ,1 2,9 2,5 1,1 0,1 0,8 20,1 Bijstelling bij Tweede Tussenbericht Prognose bij Programmabegroting ,1 2,9 2,5 1,1 0,1 0,8 20,1 108

109 Bijlage 8.1 Spelregels begrotingsbeleid 8. Bijlagen 8.1 Spelregels begrotingsbeleid Inleiding In deze bijlage wordt een beschrijving gegeven van het begrotingsbeleid van de gemeente Zoetermeer. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BVV) bevat belangrijke uitgangspunten voor het begrotingsbeleid. De onderstaande beschrijving sluit aan bij de eisen uit het BBV. Ook geeft deze notitie inzicht in beleidsmatige uitgangspunten bij het begrotingsbeleid. Deze betreffen onder andere de financiële beheersing en de inzet van reserves. Tenslotte volgt een uiteenzetting van de planningen controlcyclus De begrotingscyclus Een goede beheersing van de inkomsten (baten) en de uitgaven (lasten) is een essentiële randvoorwaarde voor een goed begrotingsbeleid. De begrotingscyclus heeft betrekking op de voorbereiding, de beheersing van de uitvoering, de verantwoording en het toezicht op de uitvoering van de begroting die geldt voor een bepaald jaar. In het navolgende schema wordt de begrotingscyclus weergegeven. Onderstaand wordt nader ingegaan op de vier hoofdelementen van de begrotingscyclus: sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht. a. Sturen Een nieuwe begroting waarin het beleid voor een komend jaar wordt uiteengezet, bouwt voort op bestaand beleid, zoals vastgelegd in de wet, in het collegeprogramma en in door de raad vastgesteld beleid. In het voorjaarsdebat (in jaar t), dat gebruikelijk plaatsvindt in juni, geeft de raad beleidsmatig richting aan de Programmabegroting voor de volgende vier jaar (jaren t+1 tot en met t+4). De raad doet uitspraken over gewenste beleidswijzigingen, beleidsintensiveringen, ombuigingen en over de gewenste hoogte van de diverse heffingen en belastingen. De raad voert de discussie in het voorjaarsdebat op basis van de perspectiefnota. In de perspectiefnota zijn de meest actuele financiële 109

Ten behoeve van het opstellen van het Jaarplan 2017 Sociale Zaken IJsselgemeenten brengen wij het volgende onder uw aandacht.

Ten behoeve van het opstellen van het Jaarplan 2017 Sociale Zaken IJsselgemeenten brengen wij het volgende onder uw aandacht. Aan GR IJsselgemeenten Postbus 566 2900 AN Capelle aan den IJssel Datum: 05/12/2016 Zaaknummer: ZK16006467 Afdeling: Samenleving Contactpersoon: Anne v.d. Langemheen Uw brief van: Onderwerp: Kaders uitvoering

Nadere informatie

Raadsstuk. Het college stelt de raad voor: 1. Het Koersdocument Werk en Inkomen vast te stellen en als beleidskader te hanteren.

Raadsstuk. Het college stelt de raad voor: 1. Het Koersdocument Werk en Inkomen vast te stellen en als beleidskader te hanteren. Raadsstuk Onderwerp: Koersdocument Werk en Inkomen BBV nr: 2016/255655 1. Inleiding In oktober 2011 is Kans en Kracht door de gemeenteraad vastgesteld. Dit plan beschreef de uitvoeringstaken van SZW (Werk

Nadere informatie

Portefeuillehouders. Wethouder S. Luijten. 4. Onderwijs. Raad 31 okt 02 nov Programmabegroting

Portefeuillehouders. Wethouder S. Luijten. 4. Onderwijs. Raad 31 okt 02 nov Programmabegroting Portefeuillehouders Wethouder S. Luijten 4. Onderwijs 59 Taakveld 4 Onderwijs Wat gaan we bereiken en wat gaan we doen? De gemeente stimuleert samen met haar partners een doorgaande ontwikkellijn voor

Nadere informatie

Presentatie aan de raad 8 mei 2019

Presentatie aan de raad 8 mei 2019 Presentatie aan de raad 8 mei 2019 Agenda Opening Introductie Presentatie Vragen Sluiting Aanleiding Taken en middelen overgedragen door het Rijk Wijzigingen BBV Financiële verordening Art. 2 Programma-indeling

Nadere informatie

Versterken (internationaal) ondernemersklimaat. Versterken groene groei. Faciliteren kansrijke economische projecten

Versterken (internationaal) ondernemersklimaat. Versterken groene groei. Faciliteren kansrijke economische projecten Bijlage 1 Programmabegroting indeling Programma overschrijdende onderwerpen zijn in elk geval communicatie, stadsdeelgewijs werken en duurzaamheid, jeugdzorg, decentralisaties, CFO en vastgoed. Het integrale

Nadere informatie

OPEN. 21 punten voor Nijkerk in

OPEN. 21 punten voor Nijkerk in OPEN 21 punten voor Nijkerk in 2014-2018 We staan open voor vernieuwing en verandering van top-down handelen naar open staan voor verbinden met andere overheden, instellingen en bedrijven van denken in

Nadere informatie

Kansen voor Delft in 5 minuten Kansen. voor Delft

Kansen voor Delft in 5 minuten Kansen. voor Delft Kansen voor Delft in 5 minuten Kansen voor Delft Goed onderwijs voor iedereen D66 wil extra aandacht voor: > > (dreigende) achterstanden > > cultuur, sport, techniek, digitale en sociale vaardigheden en

Nadere informatie

KLeintje begroting 2010

KLeintje begroting 2010 KLeintje begroting 2010 De begroting is onderverdeeld in vijf beleidsproducten te weten: Inkomenswaarborg, Activering en Uitstroom, Handhaving, Inburgering en Kinderopvang. De beleidsproducten zijn weer

Nadere informatie

Notitie. Pagina 1 van 5. Bestuurlijk overleg arbeidsmarktregio Zuid-Kennemerland en IJmond, 6 december 2018

Notitie. Pagina 1 van 5. Bestuurlijk overleg arbeidsmarktregio Zuid-Kennemerland en IJmond, 6 december 2018 Notitie Aan Bestuurlijk overleg arbeidsmarktregio Zuid-Kennemerland en IJmond, 6 december 2018 Van Arbeidsmarktregionaal overleg (AMRO)/Annemiek van Outvorst Betreft Ambities regionale arbeidsmarktagenda

Nadere informatie

Programmabegroting

Programmabegroting Programmabegroting 2172 3.3 Werk en inkomen Programmabegroting 2172 21 3.3.1 Wat wil Gouda bereiken? Het goed vormgeven van de nieuwe taken en verantwoordelijkheden vanuit de decentralisaties in het sociaal

Nadere informatie

Offerte Betreft :Fcl/Ecl: / / /42611 Overige nog nader te bepalen. Niet van toepassing

Offerte Betreft :Fcl/Ecl: / / /42611 Overige nog nader te bepalen. Niet van toepassing Offerte 2018-2021 PROGRAMMA Duurzaam wonen en ondernemen Maximaal meedoen Goed leven en ontmoeten Veilig gevoel Dienstbare en betrouwbare overheid Bedrijfsvoering Onderwerp: Armoedebeleid Betreft :Fcl/Ecl:

Nadere informatie

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid: 2 juni 2014 Sociaal Domein Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid: Jeugdzorg, AWBZ-begeleiding naar Wmo, Participatiewet. Samenhang met ontwikkelingen Publieke Gezondheidszorg en Passend

Nadere informatie

Datum Forum vergadering : 19 juni 2018 Zaaknummer : Datum Raadsvergadering : 2 juli 2018

Datum Forum vergadering : 19 juni 2018 Zaaknummer : Datum Raadsvergadering : 2 juli 2018 O 2 JULI 2018 RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering : 19 juni 2018 Zaaknummer : 550188 Datum Raadsvergadering : 2 juli 2018 Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid Evaluatiedatum:

Nadere informatie

Terugkoppeling motie 'Van bijstand naar baan' De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Terugkoppeling motie 'Van bijstand naar baan' De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Terugkoppeling motie 'Van bijstand naar baan' J.E. Slagter/S. Ros De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050) 367 57 42 1 7-11-2018 - Geachte heer, mevrouw, Tijdens de behandeling

Nadere informatie

Raadsvergadering. 17 mei

Raadsvergadering. 17 mei RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 17 mei 2018 18-038 Onderwerp Versterking integratie nieuwe inwoners Aan de raad, Onderwerp Versterking integratie nieuwe inwoners Gevraagde beslissing 1. In te stemmen

Nadere informatie

Samenwerken aan welzijn

Samenwerken aan welzijn Samenwerken aan welzijn Richting en houvast 17 november 2017 Het organiseren van welzijn Het afgelopen jaar hebben we met veel inwoners en maatschappelijke partners gesproken. Hiermee hebben we informatie

Nadere informatie

Programmabegroting

Programmabegroting Programmabegroting 2018-2021 Inhoudsopgave Leeswijzer.....3 1. Inleiding... 5 2. Programma's... 9 Programma 1. Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie... 9 Programma 2. Samen leven en ondersteunen...20

Nadere informatie

Programmabegroting

Programmabegroting Programmabegroting 2017-2020 Inhoudsopgave Leeswijzer... 3 1. Inleiding... 5 2. Programma's... 10 Programma 1. Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie... 10 Programma 2. Samen leven en ondersteunen...

Nadere informatie

Sturen op effectiviteit re-integratie Opzet:

Sturen op effectiviteit re-integratie Opzet: Sturen op effectiviteit re-integratie Opzet: 1) Context 2) Drie niveaus van sturing: - bestuurlijk niveau - managementteam niveau - operationeel niveau 3) Vragen en verdiepen Context: maatschappelijke

Nadere informatie

Visiedocument November 2018 Veerkracht

Visiedocument November 2018 Veerkracht Visiedocument November 2018 Veerkracht ter voorbereiding op het beleidskader en samenlevingsakkoorden in de Gemeente Leusden Inhoud: 1. De kern van Veerkracht 2. Wat zien we in Leusden? 3. Specifieke focus:

Nadere informatie

1. Financieel technische terugblik 2. Financieel technische vooruitblik 3. Doel begroting 4. Structuur programmabegroting 5. Informatievoorziening

1. Financieel technische terugblik 2. Financieel technische vooruitblik 3. Doel begroting 4. Structuur programmabegroting 5. Informatievoorziening 1. Financieel technische terugblik 2. Financieel technische vooruitblik 3. Doel begroting 4. Structuur programmabegroting 5. Informatievoorziening stevig en stransparant helder en meetbaar Start 1. Meetbaar

Nadere informatie

Kadernota Participatie en Inkomen. Raadsinformatieavond 14 januari 2014

Kadernota Participatie en Inkomen. Raadsinformatieavond 14 januari 2014 Kadernota Participatie en Inkomen Raadsinformatieavond 14 januari 2014 Opbouw 1. Urgentie/aanleiding 2. Gekozen insteek en proces 3. Drieledige veranderstrategie a. Versterken bedrijvigheid en stimuleren

Nadere informatie

Projectvoorstel. 1. Achtergrond en probleemstelling. Datum 24 jan Herformulering opdracht t.b.v. positionering Jeugd en Dorpenteams

Projectvoorstel. 1. Achtergrond en probleemstelling. Datum 24 jan Herformulering opdracht t.b.v. positionering Jeugd en Dorpenteams Projectvoorstel Herformulering opdracht t.b.v. positionering Jeugd en Dorpenteams Datum 24 jan 2017 Versie 0.2 concept Bestuurlijk opdrachtgever S. Stellinga Beheerder E. Bontekoe Ambtelijk opdrachtgever

Nadere informatie

Raadsvoorstel en besluitnota

Raadsvoorstel en besluitnota 2016/197661 Raadsvoorstel en besluitnota Onderwerp Visie op de opvang en integratie van vluchtelingen in Zaanstad Gevraagd besluit 1. De visie inzake de opvang en integratie van vluchtelingen in Zaanstad

Nadere informatie

Deze tijd vraagt om creativiteit

Deze tijd vraagt om creativiteit 12 april 2012 Werkplaats Onderneem met zin! Deze tijd vraagt om creativiteit Participeren/ Meedoen naar vermogen Schakelen en verbinden Wim Roelofs Integrale aanpak en noodzaak om te schakelen en te verbinden

Nadere informatie

Subsidieplafonds Subsidieplafonds 2016

Subsidieplafonds Subsidieplafonds 2016 Subsidieplafonds Subsidieplafonds 1 0360_15 Subsidieplafonds V1 Subsidieplafonds 2 Subsidieplafonds Beoogd Maatschappelijk Effect stelling Bedrag Jaarlijkse subsidie Samenredzaamheid 1. Ambitie Bewoners

Nadere informatie

Leven in Leiden: Uitkomsten brainstorm Startbijeenkomst Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie. Gemeente Leiden 6 april 2011

Leven in Leiden: Uitkomsten brainstorm Startbijeenkomst Sociaal Maatschappelijke Structuurvisie. Gemeente Leiden 6 april 2011 1. In 2025 is een kwart van de Leidse bevolking 65 jaar of ouder De vergrijzing is op dit moment in Leiden nog beperkt ten opzichte van de andere steden: 12% van de bevolking is 65+. Landelijk is dat nu

Nadere informatie

Voor vakmensen voor de toekomst

Voor vakmensen voor de toekomst Voor vakmensen voor de toekomst D66 Gelderland wil een klimaatneutrale en toekomstbestendige provincie zijn. Dat betekent windmolens plaatsen, zonneweides aanleggen en elk huis in Gelderland energieneutraal

Nadere informatie

Programmabegroting

Programmabegroting Programmabegroting 2016-2019 3.2 Zorg (Wmo) 20 Programmabegroting 2016-2019 3.2.1 Wat wil Gouda bereiken? De implementatie van de nieuwe taken en verantwoordelijkheden tengevolge van de decentralisaties

Nadere informatie

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers 2010-2013,

Ontwikkelingen. in zorg en welzijn. Wij houden daarbij onverkort vast aan de Koers 2010-2013, KOERS 2014-2015 3 Het (zorg)landschap waarin wij opereren verandert ingrijpend. De kern hiervan is de Kanteling, wat inhoudt dat de eigen kracht van burgers over de hele breedte van de samenleving uitgangspunt

Nadere informatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten: Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te

Nadere informatie

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017 opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017 Aanleiding Met ingang van 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de cliëntondersteuning voor alle inwoners, voorheen was dit een verantwoordelijkheid

Nadere informatie

w gemeenu, ( ) o s t e r h o u t

w gemeenu, ( ) o s t e r h o u t WW w gemeenu, ( ) o s t e r h o u t NOTA VOOR DE RAAD Datum: 26 februari 2016 Onderwerp: Minimabeleid 2016 en verder Nummer raadsnota: Bl.0150661 Portefeuillehouder: Bijlagen: Ter inzage: Vissers 1. Minimabeleid

Nadere informatie

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014

Raadsbesluit Raadsvergadering: 28 mei 2014 ONDERWERP Beleidskadernota Participatiewet 2015 SAMENVATTING Op 20 februari 2014 is door de Tweede Kamer het wetsvoorstel Participatiewet aangenomen. Het voorstel ligt nu bij de Eerste Kamer en als deze

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december 2008. Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011

Aan de raad AGENDAPUNT 3. Doetinchem, 10 december 2008. Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011 Aan de raad AGENDAPUNT 3 Beleidsplan Re-integratiebeleid 2009-2011 Voorstel: 1. De kaders uit het beleidsplan 'Werken werkt!' vaststellen, zijnde: a. als doelstellingen: - het bevorderen van de mogelijkheden

Nadere informatie

Subsidie uitvraag Welzijnswerk 2017

Subsidie uitvraag Welzijnswerk 2017 Subsidie uitvraag Welzijnswerk 2017 In beweging komen Ontwikkelen Meedoen Met lef! Oktober, 2016 1. Inleiding In 2015 en 2016 gingen wij Meiinoar op reis en die reis gaat verder. De reis wordt intensiever

Nadere informatie

Participatiewet Nieuwe opgaven Uitgangspunten Financiële keuzes

Participatiewet Nieuwe opgaven Uitgangspunten Financiële keuzes Participatiewet Nieuwe opgaven Uitgangspunten Financiële keuzes Commissievergadering Sociaal Domein 30 september2014 1 Nieuwe opgaven voor Delft 1. Ondersteuning bieden aan (jonge) mensen met een arbeidsbeperking.

Nadere informatie

Versie: februari Meerjarig beleidsplan Stichting Welzijn Diemen

Versie: februari Meerjarig beleidsplan Stichting Welzijn Diemen Versie: februari 2016 Meerjarig beleidsplan 2016 2018 Stichting Welzijn Diemen Inhoudsopgave Inleiding 3 Deel 1: Ontwikkelingen 4 1.1 Algemene maatschappelijke en politieke ontwikkelingen op 4 het gebied

Nadere informatie

Bestuursrapportage 2015

Bestuursrapportage 2015 Bestuursrapportage 2015 Programma (bedragen in ) Omschrijving 2015 Structureel 2016 Structureel 2017 Structureel 2018 Structureel 2019 Structureel Voordeel Nadeel Voordeel Nadeel Voordeel Nadeel Voordeel

Nadere informatie

2.3 Programma 3: De werkende gemeente

2.3 Programma 3: De werkende gemeente 2.3 Programma 3: De werkende gemeente Wat willen we bereiken? Algemeen Als gemeente kiezen we voor een strategische focus op werken en leren. Door het versterken van de economische ontwikkeling in onze

Nadere informatie

Kansen voor Jongeren in een Kwetsbare positie, RMC regio Utrecht. Ingradodag 31 maart

Kansen voor Jongeren in een Kwetsbare positie, RMC regio Utrecht. Ingradodag 31 maart Kansen voor Jongeren in een Kwetsbare positie, RMC regio Utrecht Ingradodag 31 maart Ontwikkelingen Nieuw landelijk beleid op 1. RMC vernieuwing 2. Regionale aanpak VSV 3. Jongeren in een kwetsbare positie

Nadere informatie

Onderwerp : Evaluatie kadernota minimabeleid en kadernota minimabeleid

Onderwerp : Evaluatie kadernota minimabeleid en kadernota minimabeleid Raadsvoorstel *Z0298FEAD10* Aan de raad Documentnummer : INT-16-25262 Afdeling : Samenleving Onderwerp : Evaluatie kadernota minimabeleid 2012- en kadernota minimabeleid 2016-2019 Inleiding Het minimabeleid

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.18.1482 *B.18.1482* Landgraaf, 27 augustus 2018 ONDERWERP: Beleidsplan ISD BOL 2019-2022 PROGRAMMA 7. Sociaal domein Verantwoordelijke

Nadere informatie

Samen Sterk Voor Uw Belang

Samen Sterk Voor Uw Belang Samen Sterk Voor Uw Belang Verkiezingsprogramma GemeenteBelangen 2014 2018 Speerpunten www.gemeentebelangen-aalten.nl Samen sterk voor uw belang Verkiezingsprogramma 2014 2018 GemeenteBelangen werkt actief

Nadere informatie

Collegebesluit. Onderwerp Budgetondersteuning op maat loont Nummer 2019/ Portefeuillehouder Roduner, F.J. Programma/beleidsveld 3.

Collegebesluit. Onderwerp Budgetondersteuning op maat loont Nummer 2019/ Portefeuillehouder Roduner, F.J. Programma/beleidsveld 3. Collegebesluit Onderwerp Budgetondersteuning op maat loont Nummer 2019/146199 Portefeuillehouder Roduner, F.J. Programma/beleidsveld 3.3 Schulden Afdeling SMSR Auteur Visser, C.P. Telefoonnummer 023-5114196

Nadere informatie

Interventieplan sociaal domein

Interventieplan sociaal domein Interventieplan sociaal domein Opdracht Context Financiën Waar willen we vandaag bij stilstaan? Opdracht, uitgangspunten en risico s Transitie en transformatie Insteek en grondregels Meppel Ontwikkeling

Nadere informatie

Kadernota Wmo Dit is eigen kracht in Hattem!

Kadernota Wmo Dit is eigen kracht in Hattem! Kadernota Wmo 2015 - Dit is eigen kracht in Hattem! Inleiding Er vinden grote veranderingen plaats in zorg en welzijn. Steeds meer taken worden overgedragen aan gemeenten. Met de toenemende verantwoordelijkheid

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Onderwerp: Zienswijze tweede begrotingswijziging 2017 Orionis Walcheren

RAADSVOORSTEL Onderwerp: Zienswijze tweede begrotingswijziging 2017 Orionis Walcheren RAADSVOORSTEL Onderwerp: Zienswijze tweede begrotingswijziging 2017 Orionis Walcheren Voorstel Raad te besluiten: 1. de raad voor te stellen als zienswijze aan het Algemeen Bestuur van Orionis Walcheren

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Ill. Onderwerp: Herijking armoedebeleid

Raadsvoorstel. Ill. Onderwerp: Herijking armoedebeleid Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2017-056 Houten, 30 mei 2017 Onderwerp: Herijking armoedebeleid Beslispunten: 1. De raad voor te stellen de beleidsnota herijking armoedebeleid 2017-2020 -als integraal onderdeel

Nadere informatie

Transformatie in de gemeente Dalfsen. Dichter bij de kern

Transformatie in de gemeente Dalfsen. Dichter bij de kern Transformatie in de gemeente Dalfsen Dichter bij de kern 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Transformatie Sociaal Domein Dichter bij de kern...4 2.1. Transformatie ambitie in uitgangspunten...5 2.2 Bestaande

Nadere informatie

Subsidieregelingen 2017 Gemeente Krimpenerwaard

Subsidieregelingen 2017 Gemeente Krimpenerwaard Subsidieregelingen 2017 Gemeente Krimpenerwaard Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpenerwaard, gehouden op 25 april 2015. de secretaris, de burgemeester, mw.

Nadere informatie

Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck

Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck 2016-2017 Inhoud Voorwoord... 3 Doelstellingen monitor sociaal domein... 3 Meetbare doelstellingen... 4 Rol van raad en college... 4 Visie,

Nadere informatie

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West 2030 Station Nieuwe Meer is niet alleen een nieuwe metrostation verbonden met Schiphol, Hoofddorp, Zuidas en de Amsterdamse

Nadere informatie

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING

Wmo beleidsplan 2013 INLEIDING December 2012 INLEIDING Het beleidsplan Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) 2008-2011 heeft een wettelijk bepaalde werkingsduur van vier jaren. In 2012 is besloten dit beleidsplan met één jaar te

Nadere informatie

Raadsvoorstel: Onderwerp: Vaststelling Meerjarenbeleidsplan Participatiewet Regio Alblasserwaard- Vijfheerenlanden

Raadsvoorstel: Onderwerp: Vaststelling Meerjarenbeleidsplan Participatiewet Regio Alblasserwaard- Vijfheerenlanden Raadsvoorstel: 2015-1401 Onderwerp: Vaststelling Meerjarenbeleidsplan Participatiewet 2016-2020 Regio Alblasserwaard- Vijfheerenlanden Datum: 3 september 2015 Portefeuillehouder: J. Freije Raadsbijeenkomst:

Nadere informatie

VISIE WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012-2015 BOEKEL, LANDERD, SINT-OEDENRODE UDEN EN VEGHEL

VISIE WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012-2015 BOEKEL, LANDERD, SINT-OEDENRODE UDEN EN VEGHEL VISIE WET MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 2012-2015 BOEKEL, LANDERD, SINT-OEDENRODE UDEN EN VEGHEL Inhoudsopgave: Voorwoord... 1 1. Visie: door KANTELING in BALANS...2 1.1 De kern: Eigen kracht en medeverantwoordelijkheid

Nadere informatie

Uitvoeringsplan Wmo-beleid

Uitvoeringsplan Wmo-beleid Uitvoeringsplan Wmo-beleid 2016-2019 In onderstaand overzicht is per inwonergroep aangegeven welke nieuwe activiteiten worden ondernomen om de in het Wmo-beleidsplan opgenomen doelstellingen te realiseren.

Nadere informatie

Beleidskader RMC Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017

Beleidskader RMC Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017 Beleidskader RMC 2017-2020 Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017 Inleiding Voor u ligt het beleidskader RMC van de regio Zuidoost-Brabant. RMC staat voor Regionaal Meld- en Coördinatiepunt. Gemeenten

Nadere informatie

Geachte heer Van der Meij,

Geachte heer Van der Meij, GR IJsselgemeenten Afdeling Sociale Zaken t.a.v. de heer F.B. van der Meij Postbus 566 2900 AN CAPELLE AAN DEN IJSSEL Datum: 25/01/2018 Zaaknummer: ZK18000131 Afdeling: Samenleving Contactpersoon: A.W.

Nadere informatie

Raadsvoorstel Zaak :

Raadsvoorstel Zaak : Zaak : 00509545 Onderwerp Portefeuillehouder Mevrouw drs. M. Mulder Datum raadsvergadering 27 juni 2017 Samenvatting Het Dagelijks Bestuur (DB) van Baanbrekers heeft de geactualiseerde begroting 2017,

Nadere informatie

Houtskoolschets Asten april 2017

Houtskoolschets Asten april 2017 Houtskoolschets Asten2030 14 april 2017 Opzet Asten2030 Start A Verkenning B Verbreding C 3 Verankering Dag van de Toekomst Besluit vorming 1. Werk Conferentie intern 2. Werk Conferentie intern Internet

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Jaarverslag Leerplicht/RMC 2017-2018 S.A.W. Visser De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN (050) 367 54 66 1 19-12-2018 - Geachte heer, mevrouw, Hierbij presenteren wij u het jaarverslag

Nadere informatie

SOCIAAL PERSPECTIEF. sociale structuurvisie Zaanstad 2009-2020

SOCIAAL PERSPECTIEF. sociale structuurvisie Zaanstad 2009-2020 SOCIAAL PERSPECTIEF sociale structuurvisie Zaanstad 2009-2020 SOCIAAL PERSPECTIEF sociale structuurvisie Zaanstad 2009-2020 De sociale ambitie: Zaanstad manifesteert zich binnen de metropoolregio Amsterdam

Nadere informatie

Onderstaand overzicht uit de voorjaarsnota 2017 is bijgewerkt met de resultaten van de meicirculaire 2016.

Onderstaand overzicht uit de voorjaarsnota 2017 is bijgewerkt met de resultaten van de meicirculaire 2016. Memo Aan: Gemeenteraad Oude IJsselstreek Cc: Van: College B&W Datum: 14 juni 2016 Kenmerk: 16ini01540 Onderwerp: Meicirculaire 2016 Geachte gemeenteraad, In deze memo vindt u de informatie over de Meicirculaire

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Project : Toeleiding naar scholing en werk van jongeren met een Roma achtergrond in Lelystad. Aanleiding

Plan van Aanpak. Project : Toeleiding naar scholing en werk van jongeren met een Roma achtergrond in Lelystad. Aanleiding Plan van Aanpak Project : Toeleiding naar scholing en werk van jongeren met een Roma achtergrond in Lelystad. Aanleiding De gemeente Lelystad heeft in juni 2013 een plan gemaakt inzake de aanpak van multiproblematiek

Nadere informatie

uitstroombevordering

uitstroombevordering Wat willen we bereiken? Omschrijving: Het verlagen van de instroom en bevorderen van de uitstroom van bijstandsgerechtigden. Preventie: het voorkomen van de instroom van het aantal bijstandsgerechtigden.

Nadere informatie

Uitgangspunten / Kaders Begroting 2019

Uitgangspunten / Kaders Begroting 2019 Uitgangspunten / Kaders Begroting 2019 In artikel 1, lid 1 van de financiële verordening van WerkSaam Westfriesland is opgenomen dat het dagelijks bestuur voor 15 januari de uitgangspunten van de begroting

Nadere informatie

Agenda voor de Toekomst Aanval op de schooluitval 2015-2018. RMC regio Zuid-en Midden- Kennemerland

Agenda voor de Toekomst Aanval op de schooluitval 2015-2018. RMC regio Zuid-en Midden- Kennemerland Agenda voor de Toekomst Aanval op de schooluitval 2015-2018 RMC regio Zuid-en Midden- Kennemerland Gemeenschappelijke Regeling Schoolverzuim en VSV per 1 januari 2014 Organisatie Bestuurlijk: Leerplicht,

Nadere informatie

Programmabegroting 2016 14

Programmabegroting 2016 14 1. Dienstverlenend Centraal in ons denken en handelen staat een goede dienstverlening aan alle inwoners, ondernemers en instellingen. We staan voor een eenvoudige en efficiënte dienstverlening. Onze gemeente

Nadere informatie

De verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers

De verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers De verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers VISIEDOCUMENT November 2015 OOGO De Liemers De samenwerkende gemeenten Duiven, Montferland, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar en de samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

Joan de Haan

Joan de Haan Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email Joan de Haan 06-10237370 Joan.deHaan@a2samenwerking.nl Agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 14raad00330 29 januari 2015 onderwerp Nota Heroverweging

Nadere informatie

Via de wijk aan het werk

Via de wijk aan het werk Via de wijk aan het werk Focus op de arbeidsmarkt Naast het erkennen van leerbedrijven is Calibris verantwoordelijk voor ontwikkeling en onderhoud van kwalificaties in de sectoren zorg, welzijn en sport.

Nadere informatie

Programma Aan het Werk

Programma Aan het Werk Programma Aan het Werk Ambities van het college op het gebied Economie Arbeidsmarkt en Onderwijs Benen op tafelsessie raad 27-1-2015 Programma Opening Toelichting Programma en werken met een programma

Nadere informatie

Kansen voor alle kinderen Jeugd en onderwijs

Kansen voor alle kinderen Jeugd en onderwijs Kansen voor alle kinderen Jeugd en onderwijs 4 Kansen voor alle kinderen Kinderen hebben de toekomst. Daarom kiest de ChristenUnie voor de best denkbare basis: een veilig gezin. In een veilig gezin komen

Nadere informatie

Zelfstandig Oudewater pakt door!

Zelfstandig Oudewater pakt door! Zelfstandig Oudewater pakt door! Coalitieprogramma 2016-2018 Onze stad is al meer dan 750 jaar een stad om trots op te zijn. We zijn trots op onze dorpskernen, ons buitengebied, onze monumenten en onze

Nadere informatie

Daarmee willen we bijdragen aan geluk en levensvoldoening van alle mensen in Roerdalen.

Daarmee willen we bijdragen aan geluk en levensvoldoening van alle mensen in Roerdalen. Programma op hoofdlijnen 2018-2022 Samen doen. Verder werken aan geluk, op een stevig fundament Dit programma bevat de belangrijkste uitgangspunten voor de raadsperiode 2018-2022. Alle raadsfracties hebben

Nadere informatie

2. Globale analyse 2015

2. Globale analyse 2015 2. Globale analyse 2015 2.1. Tekort 2015 We zien dat de economie aantrekt. Dat zien we ook terug in Enschede. We nemen groei en dynamiek waar van bedrijven op de toplocaties (met name Kennispark en de

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Sociale Zaken

Voortgangsrapportage Sociale Zaken Voortgangsrapportage Sociale Zaken 2e e half 2013 gemeente Landsmeer [Geef tekst op] [Geef tekst op] [Geef tekst op] Afdeling Zorg en Welzijn April 2014 1. Inleiding Voor u ligt de voortgangsrapportage

Nadere informatie

1. Inwoners en ondernemers zijn tevreden over de (publieks)dienstverlening van de gemeente Roosendaal.

1. Inwoners en ondernemers zijn tevreden over de (publieks)dienstverlening van de gemeente Roosendaal. MAATSCHAPPELIJKE EFFECTEN Maatschappelijke effecten kunnen worden gedefinieerd als de beoogde gevolgen van het gemeentelijk beleid voor de samenleving en geven daarmee antwoord op de vraag: Wat willen

Nadere informatie

Totaal

Totaal Raadsvoorstel Onderwerp: Perspectiefnota 2015 Datum collegevergadering 10 mei 2016 Ambtenaar Registratienummer Telefoon Portefeuillehouder(s) A. Verkaik E-mailadres Voorgesteld raadsbesluit Kennis te nemen

Nadere informatie

Regionaal Kennis en Expertise Centrum Weert. Raadscommissie 20-03-2013 WE MAKEN ONS ZORGEN

Regionaal Kennis en Expertise Centrum Weert. Raadscommissie 20-03-2013 WE MAKEN ONS ZORGEN Regionaal Kennis en Expertise Centrum Weert Raadscommissie 20-03-2013 WE MAKEN ONS ZORGEN - Voortdurende groei (V)SO - Voortdurende groei wajong - Onvoldoende opvang voor jongeren in Weert: thuiszitters

Nadere informatie

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T Registratienummer raad 1401596 Datum: Portefeuillehouder: 31 oktober 2017 R.J. Helm Domein / Team: MAAD / MOWM Behandeld door: M.C. Kramer-Lok

Nadere informatie

Rapportage Sociaal Domein. 3e kwartaal 2017

Rapportage Sociaal Domein. 3e kwartaal 2017 Rapportage Sociaal Domein 3e kwartaal 2017 d.d. 14-12-2017 0 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Trends en ontwikkelingen... 2 2.1 Maatschappelijke opvang en beschermd wonen... 2 2.2 Regeerakkoord... 2

Nadere informatie

VERANTWOORDINGSRAPPORTAGE GOING CONCERN MEI blad 1 van 6

VERANTWOORDINGSRAPPORTAGE GOING CONCERN MEI blad 1 van 6 VERANTWOORDINGSRAPPORTAGE GOING CONCERN MEI 2019 blad 1 van 6 1. Inleiding De RSD levert iedere twee maanden aan het bestuur een korte rapportage over de staat van de organisatie in algemene zin. Onderstaand

Nadere informatie

Factsheets jeugdwerkloosheid gemeente Ede

Factsheets jeugdwerkloosheid gemeente Ede 2017 Factsheets jeugdwerkloosheid gemeente Ede 22 FEBRUARI 2017 RAADSBIJEENKOMST JEUGDWERKLOOSHEID Verantwoording Voor de informatiebijeenkomst van de gemeenteraad van Ede op 22 februari 2017 zijn vijf

Nadere informatie

KOERSDOCUMENT SOCIAAL DOMEIN VIJFHEERENLANDEN Werkgroep Sociaal Domein Versie 1.0

KOERSDOCUMENT SOCIAAL DOMEIN VIJFHEERENLANDEN Werkgroep Sociaal Domein Versie 1.0 KOERSDOCUMENT SOCIAAL DOMEIN VIJFHEERENLANDEN 2018-2022 Werkgroep Sociaal Domein 22-06-2017 Versie 1.0 Inhoudsopgave Inleiding Visie Sociaal Domein Doelstellingen Sociaal Domein Meedoen in Vijfheerenlanden

Nadere informatie

In onze eerste bestuursrapportage voorspelden wij een eigen bijdrage van en in onze laatste bestuursrapportage (bedragen * 1000).

In onze eerste bestuursrapportage voorspelden wij een eigen bijdrage van en in onze laatste bestuursrapportage (bedragen * 1000). Wat kost het de gemeente Assen? Totaal bedragen * 1.000 Uitgaven Inkomsten Bijdrage gemeente Bedrijfsvoering 8.405 1.309 7.096 7.096 Uitkeringen Participatiewet 28.133 27.674 459-749 Bbz2004 99 46 53-13

Nadere informatie

Beleidsplan Regionaal Bureau Leerplicht

Beleidsplan Regionaal Bureau Leerplicht Beleidsplan Regionaal Bureau Leerplicht 2018-2022 Taken Regionaal Bureau Leerplicht Het Regionaal Bureau Leerplicht (RBL) voert voor de gemeenten in de Duin & Bollenstreek en de Leidse Regio de leerplichtfunctie

Nadere informatie

Inhoudelijke opdracht Coöperatie. 1. Taken en verantwoordelijkheden Coöperatie

Inhoudelijke opdracht Coöperatie. 1. Taken en verantwoordelijkheden Coöperatie Inhoudelijke opdracht Coöperatie 1. Taken en verantwoordelijkheden Coöperatie 1.1 Primaire taken De coöperatie geeft uitvoering 1 aan de volgende 4 wetten: Wmo Jeugdzorg Participatiewet Leerplichtwet 1.2

Nadere informatie

B&W voorstel. Onderwerp. Gebiedsgerichte sturing sociaal domein Zaakid Versie. Auteur. Kummer, M. Gemeentesecretaris. Huykman, B.J.D.

B&W voorstel. Onderwerp. Gebiedsgerichte sturing sociaal domein Zaakid Versie. Auteur. Kummer, M. Gemeentesecretaris. Huykman, B.J.D. B&W voorstel Onderwerp Gebiedsgerichte sturing sociaal domein Zaakid 0637362590 Versie Auteur Kummer, M Gemeentesecretaris Directeur Huykman, B.J.D. Tomassen, J.F.A. Portefeuillehouder Medeverantwoordelijke(n)

Nadere informatie

Eén. contract. Eén. opdracht. Eén. missie. Meer dan 100 partners Meer dan 1000 professionals

Eén. contract. Eén. opdracht. Eén. missie. Meer dan 100 partners Meer dan 1000 professionals Eén opdracht Eén contract Meer dan 100 partners Meer dan 1000 professionals Eén missie 1 Het gewone leven Vrijwilligers- & Verenigingswerk Ons speelveld Mantelzorg & Welzijn Participatie & Inkomen & Schuldhulpverlening

Nadere informatie

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Wassenaar

Evaluatie. Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni Gemeente Wassenaar Evaluatie Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief 2015 2018 periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni 2016 Gemeente Wassenaar Oktober 2016 1 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 03 1.1 Plan van Aanpak Arbeidsmarktoffensief

Nadere informatie

Stand van zaken Sociaal Domein

Stand van zaken Sociaal Domein Stand van zaken Sociaal Domein Van transitie naar transformatie Gemeenteraad 27 oktober 2016 Voorbereiding Inhoud 2013 2020 Implementatie en borging Transformatie 1-1-2015 transitie heden Waar staan we

Nadere informatie

Bijlage 1b Voorbeeld format programma 2. Programma 2. Sociale Zaken

Bijlage 1b Voorbeeld format programma 2. Programma 2. Sociale Zaken Bijlage 1b Voorbeeld format programma 2 Programma 2 Sociale Zaken Programma 2: Sociale Zaken Maatsch. effecten Beleidsterreinen Beleidsdoelen Prestaties (wat willen we bereiken?) (wat gaan we doen?) Iedere

Nadere informatie

Met elkaar voor elkaar

Met elkaar voor elkaar Met elkaar voor elkaar Publiekssamenvatting Oktober 2013 1 1 Inleiding Met elkaar, voor elkaar. De titel van deze notitie is ook ons motto voor de komende jaren. Samen met u (inwoners en beroepskrachten)

Nadere informatie

Gezond meedoen in Sittard-Geleen. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014

Gezond meedoen in Sittard-Geleen. Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 Gezond meedoen in Sittard-Geleen Samenvatting Lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Dit is de samenvatting van het lokaal rapport Volksgezondheid Toekomst Verkenning 214 Een nieuwe kijk

Nadere informatie

Stand van zaken monitoring Sociaal Domein

Stand van zaken monitoring Sociaal Domein Stand van zaken monitoring Sociaal Domein In februari heeft een tweetal bijeenkomsten plaatsgevonden met de raadsleden van Zutphen en Lochem waar gekeken is naar de indicatoren die men van belang vond

Nadere informatie

en leerlingenvervoer

en leerlingenvervoer Wat willen we bereiken? Omschrijving/Definitie: Hier wordt onder verstaan: 1. zorgdragen voor vervoer van leerlingen met een beperking; 2. bevorderen onderwijs voor leerlingen met beperkingen; 3. bevorderen

Nadere informatie

Wat betekent het regeerakkoord voor de gemeente Tiel?

Wat betekent het regeerakkoord voor de gemeente Tiel? Wat betekent het regeerakkoord voor de gemeente Tiel? De highlights per programma A: Ondersteunt of sluit aan op bestaand beleid B: Nieuwe ontwikkeling: Hier liggen kansen. Willen we er iets mee? C: Nieuwe

Nadere informatie

Strategische visie monitoring en verantwoording sociaal domein

Strategische visie monitoring en verantwoording sociaal domein Strategische visie monitoring en verantwoording sociaal domein Gemeente Wassenaar februari 2016 Pagina 2/9 2 Pagina 3/9 1 Inleiding Kader en achtergrond Kenmerkend voor het transformatieproces in het sociaal

Nadere informatie