Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer -- ZKZ za Mevr. Z.S.A. Aleksic (035)

Transcriptie

1 Algemene Televisie en Radio Omroep Stichting Swindregt 'ATOS' T.a.v. het bestuur Postbus AK ZWIJNDRECHT Datum Onderwerp 2 december 2004 Toewijzing zendtijd Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer -- ZKZ za Mevr. Z.S.A. Aleksic (035) Geacht bestuur, Bij besluit d.d. 26 februari 2002 is aan de Stichting NOVAH-Nederlandse (Lokale) Omroep Voor Algemeen Heerjansdam (NOVAH) zendtijd toegewezen voor de gemeente Heerjansdam. Bij besluit d.d. 28 juli 1998 is aan de Algemene Televisie en Radio Omroep Stichting Swindregt ATOS (ATOS) zendtijd toegewezen voor de gemeente Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht. Als gevolg van een gemeentelijke herindeling zijn met ingang van 1 januari 2003 Zwijndrecht en Heerjansdam samengevoegd tot de nieuwe gemeente Zwijndrecht. Op grond van het bepaalde in artikel 42, tweede lid, van de Mediawet kan per gemeente slechts aan één lokale omroepinstelling zendtijd worden toegewezen, zodat beide betrokken omroepinstellingen voor de gemeente Zwijndrecht een nieuwe aanvraag moesten indienen. Bij brief d.d. 23 februari 2003 heeft ATOS een aanvraag ingediend tot toewijzing van zendtijd voor de gemeenten Zwijndrecht en Hendrik-Ido- Ambacht. Bij brief d.d. 27 augustus 2003 heeft NOVAH eveneens een aanvraag ingediend tot toewijzing van zendtijd voor de gemeente Zwijndrecht. Zoals gezegd kan per gemeente slechts aan één lokale omroepinstelling zendtijd worden toegewezen. Indien meer dan één omroepinstelling aan de eisen voldoet die de Mediawet stelt dan bevordert de gemeente het samengaan van deze instellingen. Slaagt de gemeente daarin niet, dan wijzen wij de zendtijd toe aan één van de instellingen. Uit de tussen ATOS en NOVAH gevoerde briefwisseling, uit de toelichting op het raadsvoorstel d.d. 10 augustus 2004 en uit hetgeen naar voren kwam tijdens de hierna genoemde hoorzitting d.d. 14 oktober 2004, kan niet anders dan worden vastgesteld dat van samenwerking tussen beide lokale omroepinstellingen geen sprake kan zijn. Bij brieven d.d. 1 april en 18 september 2003 hebben wij de gemeente Zwijndrecht, ingevolge het bepaalde in artikel 43, eerste lid, Mediawet, verzocht een advies uit te brengen over de vraag of de betrokken instellingen voldoen aan de eisen die de Mediawet stelt. Bij brief d.d. 17 juni 2004 hebben wij tevens de gemeente Hendrik-Ido-Ambacht verzocht een advies uit te brengen over de vraag of ATOS voldoet aan de eisen die de Mediawet stelt. Naar aanleiding van het advies van de gemeenteraad van Zwijndrecht hebben wij NOVAH, ATOS en het gemeentebestuur van Zwijndrecht in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. Het verslag van de hoorzitting die plaatsvond op 14 oktober 2004, treft u bijgaand aan.

2 Advies gemeente Hendrik-Ido-Ambacht Bij brief d.d. 14 oktober 2004 hebben wij het positieve advies van de gemeenteraad van Hendrik- Ido-Ambacht ten aanzien van de representativiteit van het pbo van ATOS ontvangen. Advies gemeente Zwijndrecht Bij brief d.d. 16 september 2004 ontvingen wij het advies van de gemeenteraad van Zwijndrecht ten aanzien van de representativiteit van het programmabeleidbepalend orgaan (pbo) van zowel NOVAH als ATOS. In zijn vergadering van 7 september 2004 heeft de raad besloten ons te adviseren dat de pbo s van beide instellingen representatief zijn en dat de voorkeur uitgaat naar ATOS. De voorkeur van de gemeenteraad is bepaald door de omstandigheid dat ATOS thans uitzendt in Zwijndrecht (exclusief Heerjansdam) en Hendrik-Ido-Ambacht en dat NOVAH een jongere omroepinstelling is die alleen uitzendt in Heerjansdam. Het bereik van ATOS is in absolute aantallen derhalve veel groter dan dat van NOVAH. Daarnaast is ATOS in overleg met andere lokale omroepinstellingen om te komen tot regionale samenwerking. Deze samenwerking heeft de voorkeur, nu dit, volgens de gemeenteraad, leidt tot efficiencyvoordeel en een hoger niveau van het programma-aanbod. Oordeel Commissariaat In gevallen als het onderhavige, waarbij er sprake is van meerdere aanvragen tot toewijzing van zendtijd voor lokale omroep ten behoeve van één gemeente, dan wel aanvragen om toestemming een programma uit te zenden via het omroepnetwerk ter plaatse, voert het Commissariaat het bestendige beleid dat in beginsel de voorkeur wordt gegeven aan die instelling die zich met haar omroepprogramma het meest op de betrokken gemeente richt, tenzij het gemeentebestuur in zijn advies doorslaggevende argumenten aandraagt om van dit beleid af te wijken. Het uitgangspunt van de Mediawet is dat per gemeente zendtijd aan een lokale omroepinstelling wordt toegewezen, die zich met haar programma dan ook richt op die gemeente. Het Commissariaat stelt vast dat ATOS zich met haar programma richt en zal richten op Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht, terwijl het programma van NOVAH alleen betrekking zal hebben op en bestemd zal zijn voor Zwijndrecht. Het gemeentebestuur adviseert het Commissariaat impliciet om van dit beleid af te wijken door bij de keuze uit twee functionerende lokale omroepinstellingen, de voorkeur uit te spreken voor ATOS, de omroepinstelling die zich, in tegenstelling tot NOVAH, met haar programma op twee gemeenten richt. Artikel 42, tweede lid, van de Mediawet geeft aan dat het Commissariaat, ingeval er meerdere instellingen in aanmerking wensen te komen voor toewijzing van zendtijd, rekening houdt met alle factoren die voor het functioneren van de instelling van belang kunnen zijn. In dit kader stelt het Commissariaat vast dat bij de jaarlijkse beoordeling van het functioneren van beide lokale omroepinstellingen, het programmavoorschrift (ICE-norm: de programma s van de lokale omroepinstellingen bestaan voor ten minste 50% uit onderdelen van informatieve, culturele en educatieve aard, die in het bijzonder betrekking hebben op de desbetreffende gemeente) door ATOS beter een veel hoger ICE-percentage (2003: 50,2 voor ATOS tegenover 2,4 voor NOVAH) is nageleefd dan door NOVAH. Het Commissariaat heeft in dit verband tevens vastgesteld dat het pbo van ATOS, het orgaan dat niet alleen het programmabeleid vaststelt maar er ook op toeziet dat het hiervoor genoemde programmavoorschrift wordt nageleefd, in de afgelopen jaren goed heeft gefunctioneerd. Het functioneren van het pbo van NOVAH liet, voor zover hij daarover door NOVAH is geïnformeerd, te wensen over. ZKZ za blad 2

3 Wij stellen vast dat het advies van de gemeente Zwijndrecht zorgvuldig tot stand is gekomen. In het advies is aangegeven dat de pbo s van zowel NOVAH als ATOS representatief zijn voor de in de gemeente voorkomende stromingen. Bij gelegenheid van de hoorzitting zijn er geen feiten en omstandigheden naar voren gebracht die aanleiding zijn voor ons om van het advies van de gemeente Zwijndrecht af te wijken, noch met betrekking tot de representativiteit van beide omroepinstellingen, noch voor wat betreft de voorkeur van de gemeente Zwijndrecht voor ATOS. Naast de argumenten die het gemeentebestuur aandraagt om van het bestendige beleid af te wijken om de voorkeur te geven aan de omroepinstelling die zich met haar programma richt op één gemeente, is ook het functioneren van NOVAH in de afgelopen jaren aanleiding voor het Commissariaat om de voorkeur van de gemeente voor ATOS te volgen. Besluit Naar aanleiding van het geen op de hoorzitting naar voren is gebracht en met in achtneming van het bovengenoemde advies van de gemeenten Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht besluiten wij uw aanvraag tot toewijzing van zendtijd voor de uitzending van een programma door middel van een omroepzender en om toestemming voor de uitzending van een programma via het omroepnetwerk in Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht toe te wijzen en de aanvraag van NOVAH tot toewijzing van zendtijd voor Zwijndrecht af te wijzen. Laatstgenoemd besluit treft u bijgaand aan. Wij wensen u succes bij het maken van publieke radio- (en tv-)programma's voor uw gemeenten. Om u daarbij te ondersteunen treft u voorlichtingsmateriaal aan over enkele belangrijke onderdelen waaraan de Mediawet eisen stelt. Het is van belang dat uw omroepinstelling ook na het besluit tot toewijzing van zendtijd blijft voldoen aan de eisen die in artikel 30 Mediawet worden gesteld. Het besluit heeft een geldigheidsduur van vijf jaar. Wanneer binnen deze periode ernstige twijfel bestaat of uw omroepinstelling nog aan de wettelijke eisen voldoet, dan kunnen wij de gemeenteraad hierover tussentijds een advies vragen. Indien wij al dan niet in navolging van de gemeente, concluderen dat niet meer wordt voldaan aan deze eisen, dan wordt uw omroepinstelling gedurende vier maanden, gerekend van de dag waarop dit feit is geconstateerd, in de gelegenheid gesteld wederom aan de eisen te voldoen. Indien blijkt dat uw omroepinstelling na die periode van vier maanden hierin niet is geslaagd, trekt het Commissariaat de toewijzing van zendtijd onmiddellijk in. Alvorens daadwerkelijk met uitzenden kan worden begonnen, is een vergunning vereist op grond van artikel 3.3 Telecommunicatiewet. Voor zover nog geen stappen zijn ondernomen om bedoelde vergunning te verkrijgen, dient u zich te wenden tot het Ministerie van Economische Zaken, Agentschap Telecom. De zendtijdtoewijzing wordt in principe niet aan uitzendtijden of -dagen gebonden. Indien er sprake is van frequentieschaarste kan het voorkomen dat lokale omroepinstellingen uit aangrenzende gemeenten een frequentie moeten delen. De desbetreffende omroepinstellingen moeten overeenstemming bereiken over het gebruik van deze frequentie. Wij kunnen in voorkomende gevallen op grond van artikel 42, vierde lid, Mediawet de dagen en/of uren aanwijzen waarop wordt uitgezonden. ZKZ za blad 3

4 Ten aanzien van de benoemingsprocedure van de leden van het pbo door het College van Burgemeester en Wethouders merken wij op dat uw omroepinstelling zelf een verzoek tot benoeming moet indienen bij Burgemeester en Wethouders. Een afschrift van het besluit van Burgemeester en Wethouders zien wij te zijner tijd van u tegemoet. Bij tussentijdse wijzigingen in de samenstelling van het pbo dient u Burgemeester en Wethouders te verzoeken het nieuwe lid of de nieuwe leden te benoemen. Over deze wijzigingen dient u ons in de jaarlijkse rapportage op de hoogte te houden. In geval uw omroepinstelling werknemers in dienst heeft die belast zijn met de samenstelling van programma s, dan dient u een programmastatuut tot stand te brengen waarin ten minste waarborgen zijn opgenomen voor de redactionele onafhankelijkheid van die werknemers, ten opzichte van de sponsors (artikel 64b, eerste lid, Mediawet). Een dergelijk programmastatuut zien wij gaarne te zijner tijd tegemoet. Voor nadere informatie omtrent de lokale omroep kunt u zich ook wenden tot de Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland. Voor het gebruik van (muziek)auteursrechtelijk beschermd materiaal dient vooraf door de rechthebbenden toestemming te zijn verleend. Daartoe dient u overeenstemming te bereiken met Buma/Stemra en SENA. Indien uw omroepinstelling nu of in de toekomst televisieprogramma s gaat verzorgen dan dient u met het volgende rekening te houden. Het bepaalde in de artikelen 52d en 53 Mediawet betekent voor omroepinstellingen die een televisieprogramma uitzenden dat: a. dit televisieprogramma nimmer programmaonderdelen mag bevatten die de lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van personen jonger dan zestien jaar ernstige schade zouden kunnen toebrengen; b. dit televisieprogramma slechts programmaonderdelen mag bevatten die schade kunnen toebrengen aan de lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van personen jonger dan zestien jaar, indien uw omroepinstelling is aangesloten bij het NICAM. Indien u derhalve programmaonderdelen wilt uitzenden die schade kunnen toebrengen aan de lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van personen jonger dan zestien jaar, dient u zich aan te melden bij het NICAM. Voor wat betreft de adres gegevens van de hiervoor genoemde organisaties verwijzen wij u naar de bijgevoegde brochure Publieke lokale omroep en de Mediawet (hoofdstuk 13). Hoogachtend, COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA prof. dr. Jan van Cuilenburg Voorzitter ZKZ za blad 4

5 Afschriften van deze brief en dit besluit zullen worden gezonden aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Zwijndrecht en Hendrik-Ido- Ambacht, Agentschap Telecom en de OLON. bijlagen: - Besluit Commissariaat voor de Media - Publieke lokale omroep en de Mediawet - Regeling van het Commissariaat voor de Media van 15 augustus 2000 houdende beleidsregels omtrent sponsoring publieke omroep - Richtlijn Neven- en Verenigingsactiviteiten Publieke Omroep Notitie neventaken publieke omroep Neventaken en nevenactiviteiten van Lokale en Regionale Omroep - Bepalingen met betrekking tot reclameboodschappen - Bepalingen met betrekking tot reclame-uitingen - Beleidslijn Publiek-Private Samenwerking op Lokaal en Regionaal Niveau - Beleidsregels Sportprogramma s ZKZ za blad 5

6 Het Commissariaat voor de Media Gelezen de aanvraag tot toewijzing van zendtijd van de Algemene Televisie en Radio Omroepstichting Swindregt ATOS, bij brief d.d. 23 februari Gelet op de artikelen 30, 42, 43 en 66 van de Mediawet en de artikelen 18 en 20 van het Mediabesluit. Gezien de adviezen van de raad van de gemeenten Hendrik-Ido-Ambacht d.d. 4 oktober 2004 en Zwijndrecht d.d. 7 september Overwegende dat de Algemene Televisie en Radio Omroepstichting Swindregt ATOS, mede blijkens vorenbedoelde adviezen van de gemeenten, voldoet aan de vereisten van artikel 30 van de Mediawet. B e s l u i t Artikel 1 Aan de Algemene Televisie en Radio Omroepstichting Swindregt ATOS wordt zendtijd toegewezen voor de uitzending van een programma voor algemene omroep door middel van een omroepzender alsmede toestemming verleend voor de uitzending van een programma voor algemene omroep door middel van een omroepnetwerk in de gemeenten Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht. Artikel 2 De toegewezen zendtijd dient gebruikt te worden voor een programma dat in het bijzonder betrekking heeft op en bestemd is voor de gemeenten Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht. Artikel 3 Dit besluit is geldig van 28 juli 2003 tot 28 juli Hilversum, 30 november prof. dr. Jan van Cuilenburg Voorzitter mr. Inge Brakman Commissaris Wij wijzen u erop dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht de natuurlijke persoon of rechtspersoon wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken daartegen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt een bezwaarschrift kan indienen bij het Commissariaat voor de Media, Postbus 1426, 1200 BK Hilversum. ZKZ za blad 6