Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer -- ZKZ za Mevr. Z.S.A. Aleksic (035)

Transcriptie

1 AANTEKENEN Stichting Televisie Radio Amstelveen Anders Lokaal T.a.v. het bestuur Pastoor J W Brouwerslaan CE AMSTELVEEN Datum Onderwerp 1 september 2004 Besluit aanvraag zendtijdtoewijzing Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer -- ZKZ za Mevr. Z.S.A. Aleksic (035) Bij brief d.d. 18 februari 2004 heeft de Stichting Televisie Radio Amstelveen Anders Lokaal (STRAAL) een aanvraag ingediend tot toewijzing van zendtijd voor een omroepprogramma in de gemeente Amstelveen. Bij brief d.d. 20 oktober 2003 had de Stichting Amstelveense Lokale Omroep (SALO) eveneens al aangegeven in aanmerking te willen komen voor een dergelijke toewijzing van zendtijd voor deze gemeente. Op grond van het bepaalde in artikel 42, tweede lid, van de Mediawet kan per gemeente slechts aan één lokale omroepinstelling zendtijd worden toegewezen. Indien meer dan één omroepinstelling aan de eisen voldoet die de Mediawet stelt dan bevordert de gemeente het samengaan van deze instellingen. Slaagt de gemeente daarin niet, dan wijst het Commissariaat de zendtijd toe aan één van de instellingen. Uit zijn hierna genoemde advies, en bevestigd bij gelegenheid van de hierna genoemde hoorzitting, heeft het gemeentebestuur van Amstelveen aangegeven dat zijn poging tot samengaan van SALO en STRAAL niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd. Bij brieven d.d. 23 januari 2004 en 2 maart 2004 heeft het Commissariaat de gemeente Amstelveen verzocht een advies uit te brengen over de vraag of de beide instellingen voldoen aan de eisen die de Mediawet stelt. Bij brief d.d. 14 juni 2004, ontvangen op 15 juni 2004, hebben Burgemeester en wethouders het advies van de gemeenteraad van Amstelveen d.d. 2 juni 2004, over de aanvragen tot toewijzing van zendtijd van SALO en STRAAL aan het Commissariaat doen toekomen. Na ontvangst van het advies van de gemeente heeft het Commissariaat STRAAL, SALO en de gemeente Amstelveen in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. Het verslag van de hoorzitting die plaatsvond op 15 juli 2004, wordt nagezonden. Advies gemeente Amstelveen Burgemeester en wethouders van Amstelveen geven, na een zorgvuldige afweging, in hun voorstel aan de raad d.d. 7 mei 2004 aan dat het programmabeleidbepalende orgaan (pbo) van zowel SALO als STRAAL als representatief kan worden bestempeld. Voorts constateren Burgemeester en wethouders dat niet kan worden bepaald welk initiatief het meest lokale initiatief is, zodat aan de raad wordt voorgesteld een positief advies over beide pbo s af te geven, zonder een voorkeur uit te spreken. In zijn vergadering van 2 juni 2004 heeft de gemeenteraad besloten het voorstel van Burgemeester en wethouders over te nemen en het Commissariaat te adviseren dat het pbo van zowel SALO als STRAAL representatief is. Een voorkeur voor een van beide instellingen is ook door de raad niet uitgesproken.

2 Oordeel Commissariaat In gevallen als het onderhavige, waarbij er sprake is van meerdere aanvragen tot toewijzing van zendtijd voor lokale omroep ten behoeve van één gemeente, dan wel aanvragen om toestemming om een programma uit te zenden via het omroepnetwerk ter plaatse, voert het Commissariaat het bestendige beleid dat in beginsel de voorkeur wordt gegeven aan die instelling die zich met haar omroepprogramma het meest op de betrokken gemeente richt, tenzij het gemeentebestuur in zijn advies doorslaggevende argumenten aandraagt om van dit beleid af te wijken. Het uitgangspunt van de Mediawet is dat per gemeente zendtijd aan een lokale omroepinstelling wordt toegewezen, die zich met haar programma dan ook richt op die gemeente. Zowel SALO als STRAAL richten zich met hun programma uitsluitend op Amstelveen. Artikel 42, tweede lid, van de Mediawet geeft aan het Commissariaat, ingeval er meerdere instellingen in aanmerking wensen te komen voor toewijzing van zendtijd, rekening houdt met alle factoren die voor het functioneren van de instelling van belang kunnen zijn. Het Commissariaat stelt vast dat het advies van de gemeenteraad van Amstelveen zorgvuldig tot stand is gekomen en dat in het advies gemotiveerd is aangegeven dat het pbo van zowel SALO als STRAAL representatief is voor de in de gemeente voorkomende stromingen. Naast de representativiteit van het pbo houdt het Commissariaat, zoals gezegd, ingeval er sprake is van meerdere aanvragen tot toewijzing van zendtijd voor één gemeente, rekening met alle factoren die voor het functioneren van de omroepinstelling van belang kunnen zijn. SALO In het kader van de jaarlijkse beoordeling van het functioneren van SALO, waaraan SALO volstrekt onvoldoende medewerking verleend, heeft het Commissariaat met betrekking tot de jaren 1999 en 2000 niet kunnen vaststellen dat het programmavoorschrift (ICE-norm: het programma van SALO bestaat voor ten minste 50% uit onderdelen van informatieve, culturele en educatieve aard, die in het bijzonder betrekking hebben op Amstelveen) is nageleefd. Voor wat betreft de jaren 2001, 2002 en 2003 heeft het Commissariaat een ICE-percentage vastgesteld van respectievelijk 8, 8 en 10,5, hetgeen betekent dat het programmavoorschrift niet is nageleefd. Het Commissariaat heeft door het gebrek aan medewerking niet kunnen vaststellen dat het pbo van SALO, het orgaan dat niet alleen het programmabeleid vaststelt maar er ook op toeziet dat het hiervoor genoemde programmavoorschrift wordt nageleefd, in de jaren 1999, 2000, 2001 en 2003 heeft gefunctioneerd. Met betrekking tot 2002 heeft het Commissariaat vastgesteld dat het pbo zijn taak niet voldoende heeft uitgeoefend. SALO is er tot heden niet in geslaagd te voldoen aan de verplichtingen die bij of krachtens de Mediawet aan een lokale omroepinstelling worden gesteld. Het Commissariaat heeft, met inachtneming van de voorhanden zijnde resultaten van de jaarlijkse beoordeling van het functioneren van SALO, dan ook ernstige twijfels of SALO binnen redelijke termijn aan de mediawettelijke verplichtingen kan en wil voldoen. STRAAL Naar het oordeel van het Commissariaat is de samenstelling van het bestuur en van het pbo van STRAAL op orde. Nu, wederom naar het oordeel van het Commissariaat, van een, voor het overgrote deel uit vrijwilligers bestaande, startende lokale omroepinstelling niet kan worden verwacht dat zij vanaf de eerste dag na het besluit tot toewijzing van zendtijd programma s uitzendt, behoeft STRAAL de invulling van de functies, waaronder ook de betaalde, niet te ZKZ za blad 2

3 overleggen. Indien dit door het Commissariaat zou worden verlangd, dan zal nimmer zendtijd worden toegewezen aan de instelling die daarvoor voor de eerste maal in aanmerking wenst te komen. Eerst na de zekerheid van de toewijzing van zendtijd zal een startende lokale omroepinstelling een subsidieaanvraag kunnen indienen en daadwerkelijk aan haar toekomstige medewerkers kunnen toezeggen dat er programma s zullen worden uitgezonden. In de bij gelegenheid van de hoorzitting d.d. 15 juli 2004 door STRAAL overgelegde map, met daarin opgenomen de financiële onderbouwing van en het conceptbeleidsplan voor de nieuwe omroepinstelling, is hiertoe een eerste aanzet gegeven. Besluit Gezien het bovenstaande besluiten wij aan STRAAL zendtijd toe te wijzen voor de uitzending van een programma voor algemene omroep door middel van een omroepzender en toestemming te verlenen een programma te verzorgen dat wordt uitgezonden via het omroepnetwerk in de gemeente Amstelveen. Wij besluiten voorts de aanvraag van SALO tot toewijzing van zendtijd af te wijzen. Een afschrift van dit besluit treft u bijgaand aan. Wij wensen u succes bij het maken van publieke radio- (en tv-)programma's voor de gemeente Amstelveen. Om u daarbij te ondersteunen treft u voorlichtingsmateriaal aan over enkele belangrijke onderdelen waaraan de Mediawet eisen stelt. Het is van belang dat uw omroepinstelling ook na het besluit tot toewijzing van zendtijd blijft voldoen aan de eisen die in artikel 30 Mediawet worden gesteld. Het besluit heeft een geldigheidsduur van vijf jaar. Wanneer binnen deze periode ernstige twijfel bestaat of uw omroepinstelling nog aan de wettelijke eisen voldoet, dan kunnen wij de gemeenteraad hierover tussentijds een advies vragen. Indien wij al dan niet in navolging van de gemeente, concluderen dat niet meer wordt voldaan aan deze eisen, dan wordt uw omroepinstelling gedurende vier maanden, gerekend van de dag waarop dit feit is geconstateerd, in de gelegenheid gesteld wederom aan de eisen te voldoen. Indien blijkt dat uw omroepinstelling na die periode van vier maanden hierin niet is geslaagd, trekt het Commissariaat de toewijzing van zendtijd onmiddellijk in. Alvorens daadwerkelijk met uitzenden kan worden begonnen, is een vergunning vereist op grond van artikel 3.3 Telecommunicatiewet. Voor zover nog geen stappen zijn ondernomen om bedoelde vergunning te verkrijgen, dient u zich te wenden tot het Ministerie van Economische Zaken, Agentschap Telecom. De zendtijdtoewijzing wordt in principe niet aan uitzendtijden of -dagen gebonden. Indien er sprake is van frequentieschaarste kan het voorkomen dat lokale omroepinstellingen uit aangrenzende gemeenten een frequentie moeten delen. De desbetreffende omroepinstellingen moeten overeenstemming bereiken over het gebruik van deze frequentie. Wij kunnen in voorkomende gevallen op grond van artikel 42, vierde lid, Mediawet de dagen en/of uren aanwijzen waarop wordt uitgezonden. Ten aanzien van de benoemingsprocedure van de leden van het programmabeleidbepalend orgaan (pbo) door het College van Burgemeester en Wethouders merken wij op dat uw omroepinstelling zelf een verzoek tot benoeming moet indienen bij Burgemeester en Wethouders. Een afschrift van het besluit van Burgemeester en Wethouders zien wij te zijner tijd van u tegemoet. Bij tussentijdse wijzigingen in de samenstelling van het pbo dient u Burgemeester en Wethouders te verzoeken het nieuwe lid of de nieuwe leden te benoemen. Over deze wijzigingen dient u ons in de jaarlijkse rapportage op de hoogte te houden. ZKZ za blad 3

4 In geval uw omroepinstelling werknemers in dienst heeft die belast zijn met de samenstelling van programma s, dan dient u een programmastatuut tot stand te brengen waarin ten minste waarborgen zijn opgenomen voor de redactionele onafhankelijkheid van die werknemers, ten opzichte van de sponsors (artikel 64b, eerste lid, Mediawet). Een dergelijk programmastatuut zien wij gaarne te zijner tijd tegemoet. Voor nadere informatie omtrent de lokale omroep kunt u zich ook wenden tot de Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland. Voor het gebruik van (muziek)auteursrechtelijk beschermd materiaal dient vooraf door de rechthebbenden toestemming te zijn verleend. Daartoe dient u overeenstemming te bereiken met Buma/Stemra en SENA. Indien uw omroepinstelling nu of in de toekomst televisieprogramma s gaat verzorgen dan dient u met het volgende rekening te houden. Het bepaalde in de artikelen 52d en 53 Mediawet betekent voor omroepinstellingen die een televisieprogramma uitzenden dat: a. dit televisieprogramma nimmer programmaonderdelen mag bevatten die de lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van personen jonger dan zestien jaar ernstige schade zouden kunnen toebrengen; b. dit televisieprogramma slechts programmaonderdelen mag bevatten die schade kunnen toebrengen aan de lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van personen jonger dan zestien jaar, indien uw omroepinstelling is aangesloten bij het NICAM. Indien u derhalve programmaonderdelen wilt uitzenden die schade kunnen toebrengen aan de lichamelijke, geestelijke of zedelijke ontwikkeling van personen jonger dan zestien jaar, dient u zich aan te melden bij het NICAM. Voor wat betreft de adres gegevens van de hiervoor genoemde organisaties verwijzen wij u naar de bijgevoegde brochure Publieke lokale omroep en de Mediawet (hoofdstuk 13). Hoogachtend, COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA prof. dr. Jan van Cuilenburg Voorzitter Afschriften van deze brief en dit besluit zullen worden gezonden aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amstelveen, Agentschap Telecom en de OLON. ZKZ za blad 4

5 bijlagen: - Besluit Commissariaat voor de Media - Publieke lokale omroep en de Mediawet - Regeling van het Commissariaat voor de Media van 15 augustus 2000 houdende beleidsregels omtrent sponsoring publieke omroep - Richtlijn Neven- en Verenigingsactiviteiten Publieke Omroep Notitie neventaken publieke omroep Neventaken en nevenactiviteiten van Lokale en Regionale Omroep - Bepalingen met betrekking tot reclameboodschappen - Bepalingen met betrekking tot reclame-uitingen - Beleidslijn Publiek-Private Samenwerking op Lokaal en Regionaal Niveau - Beleidsregels Sportprogramma s ZKZ za blad 5

6 Het Commissariaat voor de Media Gelezen de aanvraag tot toewijzing van zendtijd van de Stichting Televisie Radio Amstelveen Anders Lokaal, bij brief d.d. 18 februari Gelet op de artikelen 30, 42, 43 en 66 van de Mediawet en de artikelen 18 en 20 van het Mediabesluit. Gezien het advies van de raad van de gemeente Amstelveen, d.d. 2 juni Overwegende dat de Stichting Televisie Radio Amstelveen Anders Lokaal, mede blijkens vorenbedoeld advies van de gemeente, voldoet aan de vereisten van artikel 30 van de Mediawet. B e s l u i t Artikel 1 Aan de Stichting Televisie Radio Amstelveen Anders Lokaal wordt zendtijd toegewezen voor de uitzending van een programma voor algemene omroep door middel van een omroepzender alsmede toestemming verleend voor de uitzending van een programma voor algemene omroep door middel van een omroepnetwerk in de gemeente Amstelveen. Artikel 2 De toegewezen zendtijd dient gebruikt te worden voor een programma dat in het bijzonder betrekking heeft op en bestemd is voor de gemeente Amstelveen. Artikel 3 Dit besluit is geldig van 24 augustus 2004 tot 24 augustus Hilversum, 24 augustus prof. dr. Jan van Cuilenburg Voorzitter mr. Inge Brakman Commissaris Wij wijzen u erop dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht de natuurlijke persoon of rechtspersoon wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken daartegen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt een bezwaarschrift kan indienen bij het Commissariaat voor de Media, Postbus 1426, 1200 BK Hilversum. ZKZ za blad 6