ZKZ lw Mevr. J.B.M. Wiersma (035)

Transcriptie

1 Stichting Achterhoek FM Het bestuur Postbus AC VORDEN Hilversum Onderwerp 6 maart 2001 Aanvulling zendtijdtoewijzing Uw kenmerk Ons Kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer ZKZ lw Mevr. J.B.M. Wiersma (035) Geacht bestuur, Bij besluit van 22 augustus 2000 is aan uw omroepinstelling zendtijd toegewezen voor de gemeenten Vorden en Ruurlo. In uw brief d.d. 6 november 2000 verzoekt u om een gebiedsuitbreiding met de gemeente Lochem. In verband hiermee zal uw zendtijdtoewijzing d.d. 22 augustus 2000 worden uitgebreid met de toestemming om een lokaal omroepprogramma in de gemeente Lochem te verzorgen. Omdat wij de periode van deze zendtijdtoewijzing gelijk willen laten lopen met de zendtijdtoewijzing voor de gemeenten Vorden en Ruurlo is besloten de gebiedsuitbreiding als een aanvulling op het besluit van 22 augustus 2000 te beschouwen. Ter bekorting verwijzen wij u naar de beslissing. Voor de goede orde wordt voorts nog het volgende onder uw aandacht gebracht. - De gemeenteraad van Lochem is van mening dat bij de statutenwijziging de stroming etnische en culturele minderheden moet worden toegevoegd aan de stromingen genoemd in artikel 7, lid 3 van de statuten. Hierdoor ontstaat er voor deze stroming een garantie voor een blijvende vertegenwoordiging. Tevens dient de naam Lochem te worden toegevoegd in artikel 3, lid 1 sub a van de statuten. Wij verzoeken u de statuten na wijziging te laten vaststellen en ons zo spoedig mogelijk een afschrift van de akte te doen toekomen. - Alvorens daadwerkelijk met uitzenden kan worden begonnen, dient u in het bezit te zijn van een vergunning op grond van artikel 3.3 van de Telecommunicatiewet. Voor zover nog geen stappen zijn ondernomen om bedoelde vergunning te verkrijgen, dient u zich te wenden tot de Rijksdienst voor Radiocommunicatie, van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, afdeling zendvergunningen lokale omroep, postbus 450, 9700 AL te Groningen. - De hierbij verleende zendtijdtoewijzing wordt voorshands niet aan uitzendtijden of -dagen gebonden. In het geval van frequentieschaarste kan de situatie zich voordoen dat lokale omroepen uit aangrenzende gemeenten gebruik zullen moeten maken van dezelfde frequentie. Indien de omroepen geen overeenstemming weten te bereiken over het gebruik van de omroepzender of frequentie, kan het Commissariaat voor de Media op grond van artikel 42, vierde lid, van de Mediawet te allen tijde alsnog de dagen en/of uren aanwijzen waarop zal mogen worden uitgezonden. - Het is van belang dat uw organisatie ook na de toewijzing van zendtijd per heden, blijft voldoen aan de eisen die in artikel 30 van de Mediawet worden gesteld aan lokale omroepinstellingen.

2 De vergunning heeft een geldigheidsduur van vijf jaren. Wanneer binnen de periode van vijf jaren ernstige twijfel bestaat of uw instelling nog aan de wettelijke eisen voldoet, kan het Commissariaat de gemeenteraad hierover tussentijds een advies vragen. Indien het Commissariaat al dan niet in navolging van de gemeente concludeert dat niet meer wordt voldaan aan deze eisen, wordt uw instelling gedurende één jaar, gerekend van de dag waarop dit feit is geconstateerd, in de gelegenheid gesteld wederom aan de eisen te voldoen. Wanneer blijkt dat uw instelling na een periode van één jaar hierin niet is geslaagd, zal het Commissariaat de verleende toestemming intrekken. Tevens kan het Commissariaat voor de Media zendtijd intrekken of verminderen, indien blijkt dat u niet meer voldoet aan de verplichtingen die bij of krachtens de Mediawet zijn gesteld. - Voor het gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal (bijvoorbeeld cd's) dient door de rechthebbenden toestemming te zijn verleend. - Op grond van artikel 138 d van de Mediawet bent u verplicht om gedurende twee weken na uitzending opnamen te bewaren van door u via de omroepnetwerk en/of omroepzender uitgezonden programma's. U dient deze opnamen desgevraagd ter beschikking te stellen van het Commissariaat voor de Media. - Iedere lokale omroepinstelling waaraan zendtijd is toegewezen, heeft ingevolge artikel 43a Mediawet, tevens toestemming om reclameboodschappen te verzorgen. Een afzonderlijke toestemming is derhalve niet nodig. Wel is het noodzakelijk dat een lokale omroep die reclame uitzendt aan een paar aanvullende eisen voldoet. In de eerste plaats is aansluiting bij de Stichting Reclame Code verplicht. De OLON is de lokale omroepen behulpzaam bij het verkrijgen van de vereiste aansluiting. Voor zover u nog niet beschikt over een programmastatuut, wijzen wij u erop dat iedere omroep die reclameboodschappen uitzendt na overleg met de medewerkers die zijn belast met de samenstelling van programma's voor algemene omroep een dergelijk statuut tot stand moet brengen, waarin de journalistieke rechten en plichten van de medewerkers zijn vastgelegd. U dient ten genoegen van het Commissariaat aan te tonen dat overleg met de medewerkers heeft plaats gehad. Indien u reclame wenst uit te zenden en u heeft nog niet eerder een programmastatuut toegezonden, dan verzoeken wij u dat binnen drie maanden alsnog te doen. Indien u reclame wenst uit te zenden en u heeft nog niet eerder een programmastatuut toegezonden, dan verzoeken wij u dat binnen drie maanden alsnog te doen. Een omroep dient een behoorlijke boekhouding te voeren en de jaarrekening vergezeld te doen gaan van een verklaring van een accountant-administratieconsulent of een registeraccountant over de deugdelijkheid daarvan. De jaarrekening dient jaarlijks vóór 1 juni aan ons te worden toegezonden. De boekhouding moet ten minste gegevens bevatten over de kosten en opbrengsten van de exploitatie van reclameboodschappen, van andere programmaonderdelen en van alle andere activiteiten. De inkomsten uit reclame dienen, na aftrek van de kosten, aangewend te worden voor de verzorging van andere programmaonderdelen. Ten aanzien van de maximaal toegestane hoeveelheid reclame en de plaats daarvan in het programma, is het volgende van belang. - Op grond van artikel 7 van het Mediabesluit, juncto artikel 43b van de Mediawet mag aan programmaonderdelen, die bestaan uit reclameboodschappen niet meer zendtijd worden besteed dan twaalf minuten per uitgezonden uur per omroepzender of kanaal en zes en een half procent van het totaal aantal door uw omroepinstelling per omroepzender of kanaal uitgezonden uren

3 - Het is ex artikel 43b van de Mediawet uitsluitend toegestaan een programmaonderdeel te onderbreken door een programmaonderdeel, dat bestaat uit reclame, indien: a. het programmaonderdeel bestaat uit het verslag of de weergave van een portevenement, een podiumvoorstelling, of van andere voorstellingen of evenementen die op overeenkomstige wijze zijn gestructureerd; b. het programmaonderdeel het volledige verslag van de voorstelling of het evenement bevat; c. de onderbreking geschiedt tijdens de in de voorstelling of het evenement voorkomende gebruikelijke pauzes of tussen de daarin voorkomende zelfstandige onderdelen. - Gelet op artikel 11, eerste lid van het Mediabesluit kan de uitzending van een bovenbedoeld programmaonderdeel ten hoogste eenmaal per vijfenveertig minuten voor televisie onderscheidenlijk ten hoogste eenmaal per dertig minuten voor radio worden onderbroken door reclameboodschappen, mits de uitzending van het programmaonderdeel: a. langer duurt dan anderhalf uur voor televisie onderscheidenlijk drie kwartier voor radio; en b. na de onderbreking ten minste twintig minuten wordt voortgezet. - Artikel 11, tweede lid van het Mediabesluit bepaalt dat een onderbreking van de uitzending van een programmaonderdeel door reclameboodschap: a. ten minste twee minuten voor televisie onderscheidenlijk één minuut voor radio duurt; b. geen afbreuk doet aan de rechten van rechthebbenden. - Op grond van artikel 11, derde lid van het Mediabesluit mag een programmaonderdeel van godsdienstige of geestelijke aard of een programmaonderdeel dat in het bijzonder bestemd is voor minderjarigen beneden de leeftijd van twaalf jaar, niet onderbroken worden door de uitzending van een reclameboodschap. - Ex artikel 50, achtste lid van de Mediawet kan de reclamezendtijd voor ten hoogste een derde deel worden gebruikt voor omlijsting van de reclameboodschappen. De reclameboodschappen dienen als zodanig herkenbaar te zijn en duidelijk onderscheiden te zijn van andere programma-onderdelen. Hoogachtend, Commissariaat voor de Media Mevr. mr. I. Brakman Commissaris Financieel Toezicht - 3 -

4 - 4 - ZKZ lw

5 Het Commissariaat voor de Media Gelezen de brief van het bestuur van de Stichting Achterhoek FM d.d. 2 november Gelet op de artikelen 30, 42 en 43 van de Mediawet en de artikelen 18 en 20 van het Mediabesluit. Gezien het advies van de gemeenteraad van Lochem van 29 januari Overwegende dat aanvraagster mede blijkens vorenbedoeld advies voldoet aan de vereisten van artikel 30 van de Mediawet. B e s l u i t Artikel 1 Onverminderd ons besluit van 22 augustus 2000, waarbij mede op basis van het advies van de gemeenteraden van Vorden en Ruurlo aan de Stichting Achterhoek FM toestemming werd verleend voor de uitzending van een programma voor algemene omroep door middel van een omroepzender en toestemming werd verleend voor uitzending van een programma voor algemene omroep door middel van een omroepnetwerk voor de lokale omroep in de gemeenten Vorden en Ruurlo, wordt aan genoemde stichting thans tevens toestemming verleend voor de verzorging van een programma voor algemene omroep door middel van een omroepzender en toestemming verleend voor uitzending van een programma voor algemene omroep door middel van een omroepnetwerk voor de lokale omroep in de gemeente Lochem. Artikel 2 Deze beslissing geldt als aanvulling op de beslissing van 22 augustus 2000 voor de gemeenten Vorden en Ruurlo en heeft een geldigheidsduur tot 22 augustus De beslissing treedt in werking op het moment dat de leden van het representatief orgaan krachtens de laatste volzin van artikel 30, sub c, Mediawet, door het College van Burgemeester en Wethouders zijn benoemd, met dien verstande dat pas daadwerkelijk via de ether uitgezonden kan worden op het moment dat aanvraagster door de Minister van Verkeer en Waterstaat op grond van artikel 3.3 van de Telecommunicatiewet vergunning is verleend voor de aanleg, het aanwezig hebben en het gebruik van een zendinrichting ten behoeve van lokale omroep. Hilversum, 6 maart drs. L. van der Meulen Wnd. Voorzitter Mevr. mr. I. Brakman Commissaris Financieel Toezicht - 5 -

6 Afschriften van deze beslissing zullen worden gezonden aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeenten Vorden Ruurlo en Lochem, de Rijksdienst voor Radiocommunicatie van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat in Groningen en de Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland te Nijmegen. Wij wijzen u erop dat op grond van de Algemene wet bestuursrecht de natuurlijke persoon of rechtspersoon wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken daartegen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt een bezwaarschrift kan indienen bij het Commissariaat voor de Media, - 6 -