Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa nvdb Mevr. mr. N. van den Brink (035)

Transcriptie

1 AANTEKENEN Algemene Omroepvereniging AVRO t.a.v. Het bestuur Postbus JA HILVERSUM Datum Onderwerp 14 juni 2006 AVRO Dierenpark Artis Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa nvdb Mevr. mr. N. van den Brink (035) Geachte heer, mevrouw, Hiermee brengen wij u op de hoogte van ons voornemen tot het opleggen van een bestuurlijke boete van ,- wegens overtreding van artikel 52, tweede lid, van de Mediawet en artikel 52a van de Mediawet. Voor de inhoud van ons sanctievoornemen verwijzen wij u naar de bijlage. U wordt uitgenodigd voor een hoorzitting op dinsdag 27 juni 2006 om uur bij het Commissariaat voor de Media aan de Hoge Naarderweg 78 te Hilversum. U kunt u tijdens de hoorzitting door derden laten bijstaan of vertegenwoordigen. Het horen zal geschieden door mr. Inge Brakman, Commissaris. Tevens zal van het Commissariaat voor de Media aanwezig zijn mr. Nancy van den Brink, jurist. Indien u geen gebruik maakt van de mogelijkheid te worden gehoord, verzoeken wij u dit uiterlijk een week voor de hoorzitting aan ons bekend te maken. Eventuele schriftelijke opmerkingen kunnen tot uiterlijk een week voor de hoorzitting bij het Commissariaat voor de Media worden ingediend. Hoogachtend, COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA, mr. Inge Brakman commissaris Bijlagen: 2

2 Sanctievoornemen Kenmerk: JuZa nvdb Betreft: Sanctievoornemen AVRO Dierenpark Artis Datum: 12 juni 2006 Sanctievoornemen van het Commissariaat voor de Media betreffende overtreding van artikel 52, tweede lid, en artikel 52a Mediawet door AVRO Dierenpark Artis. 1. Verloop van de procedure Bij brief van 27 april 2006 hebben wij u, in verband met een mogelijke overtreding van de Mediawet, verzocht om informatie betreffende alle door u gemaakte financiële afspraken met Artis, ten aanzien van het programmaonderdeel AVRO Dierenpark Artis. Bij faxbericht van 12 mei 2006 heeft u ons een ongetekende overeenkomst tussen u en de Stichting Natura Artis Magistra (hierna: Artis) doen toekomen. 2. Feiten Van 14 april tot en met 12 mei 2006 heeft u vijf afleveringen van de serie AVRO Dierenpark Artis uitgezonden. In het programmaonderdeel wordt aandacht besteed aan een aantal dieren en hun verzorgers in dierenpark Artis. Voor een weergave van de feiten, wij onderzochten de aflevering van 21 april 2006, verwijzen wij u naar bijlage Sanctievoornemen 3.1 Relevante bepalingen Relevant zijn de artikelen 52, tweede lid, en artikel 52a van de Mediawet, artikel 28 van het Mediabesluit en artikel 5 en 8 BSPO. Voor de tekst van deze bepalingen verwijzen wij u naar bijlage Sponsorverbod Ingevolge artikel 52a, eerste lid, van de Mediawet worden programmaonderdelen van instellingen die zendtijd hebben verkregen niet gesponsord. Artikel 52a, tweede lid, van de Mediawet bepaalt dat het eerste lid niet van toepassing is op programmaonderdelen van culturele aard, programmaonderdelen bestaande uit het verslag of weergaven van een of meer sportevenementen of sportwedstrijden of programmaonderdelen bestaande uit het verslag of de weergave van evenementen ten behoeve van ideële doeleinden. Artikel 5 van de Beleidslijn sponsoring publieke omroep (hierna: BSPO) bepaalt, onder meer, dat onder sponsoren van een programmaonderdeel, bedoeld in artikel 1, onderdeel ll, van de wet, niet wordt verstaan het verstrekken van een bijdrage ten behoeve van de totstandkoming of aankoop van een programmaonderdeel door overheidsinstellingen en andere instellingen die geen particuliere onderneming uitoefenen. JuZa nvdb blad 2

3 Bij brief van 12 mei 2006 heeft u ons een kopie van de overeenkomst tussen AVRO en Artis doen toekomen. In deze overeenkomst wordt onder meer vastgelegd dat Artis een financiële bijdrage zal leveren aan het programmaonderdeel AVRO Dierenpark Artis. Blijkens de overeenkomst zijn partijen ervan uitgegaan dat Artis een instelling of organisatie is die voldoet aan de eisen gesteld in artikel 5 van de BSPO. Het Commissariaat stelt zich op het standpunt dat Artis niet valt onder de instellingen zoals genoemd in artikel 5 van de BSPO. Anders dan u zijn wij van oordeel dat Artis aangemerkt dient te worden als een instelling die een particuliere onderneming uitoefent. Het begrip particuliere organisatie in artikel 1, onderdeel mm, van de Mediawet wordt ruim uitgelegd en omvat mede non-profitorganisaties, voor zover zij op enigerlei wijze deelnemen aan het economisch verkeer door het leveren van goederen of diensten (Kamerstukken II 1994/95, , nr. 5, blz. 6). Gelet op het feit dat het dierenpark Artis bezocht kan worden tegen betaling, is er naar het oordeel van het Commissariaat sprake van deelname aan het economische verkeer door het leveren van diensten. Dat Artis daarnaast ook wetenschappelijke activiteiten ontplooit en faciliteert, maakt dit oordeel niet anders. Gezien de financiële bijdrage die Artis levert aan het programmaonderdeel AVRO Dierenpark Artis dient Artis aangemerkt te worden als een sponsor in de zin van artikel 1, onderdeel mm, van de Mediawet. Ingevolge artikel 52a van de Mediawet is het niet toegestaan om een informatief programma als AVRO Dierenpark Artis te laten sponsoren. U heeft derhalve artikel 52a van de Mediawet overtreden. 3.3 Reclame-uiting Voorts zijn wij van oordeel dat sprake is van overtreding van artikel 52, tweede lid, van de Mediawet. In artikel 8, derde lid, van de BSPO wordt bepaald dat het vermelden van een naam of (beeld)merk van een sponsor in de titel of leader van een (gedeelte van een) gesponsord programmaonderdeel, geen sponsorvermelding is als bedoeld in artikel 52b, eerste lid, van de wet, en een niet-toegestane vermijdbare reclame-uiting is als bedoeld in artikel 52, tweede lid, van de wet. Door de naam Artis op te nemen in de titel van het programmaonderdeel AVRO Dierenpark Artis heeft u dus, naar ons voorlopig oordeel, artikel 52 van de Mediawet overtreden. Wij wijzen u er overigens op dat, ook als er geen sprake zou zijn van sponsoring door Artis, het opnemen van deze merknaam in de programmatitel in strijd zou zijn geweest met artikel 52, tweede lid, van de Mediawet. Naar analogie van artikel 8 BSPO is het opnemen van een merknaam in de titel van een programma immers overdreven en overdadig. 4. Voorgenomen bestuurlijke boete Ingevolge de Beleidslijn Sanctiemaatregelen 1999 hanteren wij voor de bepaling van de hoogte van de boete een vaste berekeningsgrondslag die met factoren voor de ernst van de overtreding en voor de mate van verwijtbaarheid worden vermenigvuldigd. Bij overtreding van het bepaalde bij of krachtens artikel 52a van de Mediawet in een televisieprogramma geldt voor u als landelijke publieke omroep een berekeningsgrondslag van ,-. JuZa nvdb blad 3

4 Voor de ernst van de overtreding zijn wij voornemens 1 punt toe te kennen. Hierbij nemen wij in overweging dat het een programmaonderdeel betreft dat niet gesponsord mag worden ingevolge de Mediawet en het Mediabesluit en het programmaonderdeel geheel gewijd is aan de sponsor. Zoals hierboven reeds gesteld valt Artis niet onder de instellingen die een uitzondering vormen op het sponsorverbod. Voor de mate van verwijtbaarheid kennen wij geen punten toe, hiertoe zijn ons geen bijzondere feiten of omstandigheden gebleken. Wij zijn derhalve voornemens u wegens overtreding van artikel 52a van de Mediawet een bestuurlijke boete op te leggen van ,-. Nu wij voornemens zijn u een boete op te leggen wegens overtreding van artikel 52a van de Mediawet, volstaan wij met het geven van een waarschuwing ten aanzien van de overtreding van artikel 52, eerste lid, van de Mediawet. 5. Hoorzitting Voordat wij een besluit nemen stellen wij u in de gelegenheid uw zienswijze naar voren te brengen. Wij nodigen u daarom uit voor een hoorzitting op dinsdag 27 juni 2006 om uur bij het Commissariaat voor de Media aan de Hoge Naarderweg 78 te Hilversum. U kunt u tijdens de hoorzitting door derden laten bijstaan of vertegenwoordigen. Het horen zal geschieden door mr. Inge Brakman, commissaris. Tevens zal van het Commissariaat voor de Media aanwezig zijn mr. Nancy van den Brink, jurist. Indien u geen gebruik maakt van de mogelijkheid te worden gehoord, verzoeken wij u dit uiterlijk een week voor de hoorzitting aan ons bekend te maken. Eventuele schriftelijke opmerkingen kunnen tot uiterlijk een week voor de hoorzitting bij het Commissariaat voor de Media worden ingediend. COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA, prof. dr. Jan van Cuilenburg voorzitter mr. Inge Brakman commissaris Bijlagen: 2 JuZa nvdb blad 4

5 Bijlage 1 Regelgeving Artikel 1, sub jj, kk, ll en mm Mediawet jj. reclame-uiting: reclameboodschap, telewinkelboodschap of andere uiting die onmiskenbaar ten gevolge heeft dat het publiek wordt bewogen tot het kopen van een bepaald product of het gebruik maken van een bepaalde dienstverlening, dan wel gunstig wordt gestemd ten aanzien van een bepaald bedrijf, een bedrijfstak of een bepaalde instelling zodat de verkoop van producten of de afname van diensten wordt bevorderd; ll. sponsoren van een programma-onderdeel: het verstrekken van financiële of andere bijdragen door een overheidsbedrijf of particuliere onderneming die zich gewoonlijk niet bezighoudt met omroepactiviteiten of met de vervaardiging van audiovisuele producties, ten behoeve van de totstandkoming of aankoop van een programma-onderdeel, teneinde de uitzending daarvan als programma-onderdeel te bevorderen of mogelijk te maken; mm. sponsor: het overheidsbedrijf dat, of de particuliere onderneming die een programma-onderdeel sponsort; Artikel De programma's van instellingen die zendtijd hebben verkregen bevatten geen reclameboodschappen en telewinkelboodschappen tenzij zulks bij deze wet uitdrukkelijk wordt toegestaan. 2. De programma's als bedoeld in het eerste lid bevatten voorts geen andere reclameuitingen tenzij dit niet vermijdbaar is. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald in welke gevallen een reclame-uiting in een programma niet vermijdbaar kan worden geacht, alsmede wanneer het is toegestaan dat programma's reclame-uitingen bevatten. 3. Onze Minister kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van het bepaalde in de eerste volzin van het tweede lid. Hij kan deze bevoegdheid delegeren aan het Commissariaat voor de Media. 4. Behoudens toestemming van het Commissariaat bevatten programma's van instellingen die zendtijd hebben verkregen geen oproepen in het kader van ledenwerving, verenigingsactiviteiten of nevenactiviteiten. Artikel 52a 1. Programma-onderdelen van instellingen die zendtijd hebben verkregen worden niet gesponsord. 2. Het eerste lid is niet van toepassing op: a. programma-onderdelen van culturele aard; b. programma-onderdelen, bestaande uit het verslag of de weergave van een of meer sportevenementen of sportwedstrijden; c. programma-onderdelen bestaande uit het verslag of de weergave van evenementen ten behoeve van ideële doeleinden. 3. Programma-onderdelen als bedoeld in het tweede lid worden niet gesponsord indien: a. deze geheel of gedeeltelijk bestaan uit nieuws, actualiteiten of politieke informatie; of b. in het bijzonder zijn bestemd voor minderjarigen beneden de leeftijd van twaalf jaar. JuZa nvdb blad 5

6 Artikel 28 Mediabesluit 1. In programma-onderdelen van informatieve en educatieve aard zijn vermijdbare reclame-uitingen in de vorm van het tonen of vermelden van een product of dienst toegestaan, mits: a. de vertoning of vermelding past binnen de context van het programma; b. de vertoning of vermelding geen afbreuk doet aan de programma-formule of de integriteit van het programma; c. de vertoning of vermelding niet op een overdreven of overdadige wijze plaatsvindt; en d. er geen sprake is van specifieke aanprijzingen van deze producten of diensten. 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op andere programma-onderdelen, met uitzondering van programma-onderdelen die in het bijzonder bestemd zijn voor minderjarigen beneden de leeftijd van twaalf jaar. Artikel 5 BSPO Onder «sponsoren van een programmaonderdeel», bedoeld in artikel 1, onderdeel ll, van de wet, wordt niet verstaan het verstrekken van een bijdrage ten behoeve van de totstandkoming of aankoop van een programmaonderdeel door: a. overheidsinstellingen en andere instellingen die geen particuliere onderneming uitoefenen; b. de omroepinstelling die het programmaonderdeel waarvoor de bijdrage wordt verstrekt, verzorgt; c. de (co)producent die zich gewoonlijk bezighoudt met de vervaardiging van audiovisuele producties en geheel of gedeeltelijk is belast met de productie van het programmaonderdeel waarvoor de bijdrage wordt verstrekt. Artikel 8, derde lid, BSPO Het vermelden of tonen van een naam of (beeld)merk van een sponsor in de titel of leader van een (gedeelte van een) gesponsord programmaonderdeel, is geen sponsorvermelding als bedoeld in artikel 52b, eerste lid, van de wet, en is een niet-toegestane vermijdbare reclameuiting als bedoeld in artikel 52, tweede lid, van de wet. JuZa nvdb blad 6

7 Bijlage 2 Feiten Uitzending AVRO Dierenpark Artis: Voorafgaand: Programmaoverzicht. Tekst voice over aan het einde: Maar we gaan eerst op bezoek bij de dieren in Artis In het programmaonderdeel wordt verslag gedaan van het reilen en zeilen van de dieren en hun verzorgers in het dierenpark Artis. Bij aanvang van het programma wordt in splitscreen het Amsterdams straatbeeld (tram, stoplicht etc.) weergegeven. Voorst verschijnt een bord van Artis en daarna diverse dieren uit Artis en hun verzorgers in actie (ook in splitscreen). Tenslotte: animatie (full screen) van de titel AVRO (logo) Dierenpark (met een dierenpootafdruk er op) in een kikvorsshot (van grond naar blauwe hemel van het Artis hek, waarop te zien zijn de letters van het woord Artis. In de aflevering komen verschillende items aan bod. Een van de items gaat bijvoorbeeld over de operatie van de springbok met een gebroken poot. De presentatrice voert een gesprek met de dierenarts van Artis over de oorzaak van de breuk en de operatie. Er wordt benadrukt dat de betreffende springbok erg belangrijk is voor het fokprogramma van Artis. JuZa nvdb blad 7