de heer G. Berghoef, burgemeester

Transcriptie

1 Notulen van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Aalten op 16 april 2013 om uur, in het gemeentehuis aan de Markt te Aalten. Voorzitter: de heer G. Berghoef, burgemeester Griffier: Notulist: de heer M.A.J.B. Fiering mevrouw E.J.A.H. Smit Aanwezig zijn de leden: De heren F.B. Diersen, P.J. Frenken, G.J.E. Heusinkveld, J.F.J.A. van Geenen, D.W. Luiten, H.J. Meerdink en J.H.J. Wessels (CDA) Mevrouw P. Hoezen, mevrouw W. Oort-Löwenthal en de heer J.D. van Duijvenvoorde (PvdA) De heren G.H. Migchelbrink, J.C. Wikkerink en G.I. Uland (Progressieve Partij) De heren J.J. Bulsink, A. Walter en R.J. Wossink en mevrouw M.W. Egberts-Veerbeck (Gemeentebelangen) De heren P.S. Eijkelkamp, H.H. Navis en M.J. Veldhuizen (VVD) De heer J. Pennings (ChristenUnie) Verder aanwezig: De wethouders T.M.M. Kok. J. Teeuwsen en H.J. Rijks Afwezig met kennisgeving: 1. Opening De voorzitter opent de vergadering om uur, verzoekt iedereen te gaan staan en een ogenblik stilte in acht te nemen. Hij heet alle aanwezigen van harte welkom. De loting wijst de heer Navis aan als voorstemmer. De volgorde van sprekers is als volgt: GB, PP, CU, CDA, PvdA en VVD. 2. Vaststelling van de agenda. De voorzitter stelt een volgorde voor de agendapunten te bespreken. Agendapunt 4, 8, 7, 5, 6, 10, 9, 11 en daarna op verzoek van de CDA fractie agendapunt 16 als bespreekstuk te behandelen. Met bovenstaande wijzigingen wordt de agenda vastgesteld. 3. Vragenuur. Door de fractie van het CDA zijn schriftelijke vragen gesteld betreffende het voormalig postkantoor Peperstraat te Aalten. De heer Meerdink zegt dank voor de beantwoording. In overleg treden met TNT om dit pand een betere functie te geven dan jaren leegstand. Door de fractie van de PvdA zijn schriftelijke vragen gesteld inzake stand van zaken derde zaaldeel Dinxperlo en situatie Klein Nibbelink te Bredevoort. Wethouder Kok zegt dat m.b.t. het derde zaaldeel te Dinxperlo dat het programma van eisen nagenoeg klaar is en besproken met de gebruikers van de zalen. Wij staan nu voor de aanbesteding zodat wij na de zomervakantie kunnen beginnen met het werk. Dit ligt op schema. Wethouder Kok: Afgelopen week is het bestemmingsplan Bredevoort onherroepelijk geworden. Er is geen beroep ingesteld bij de Raad van State. Dit betekent dat op zeer korte termijn een brief uitgaat naar de heer Klein Nibbelink met de voorwaarden voor uitstel van vijf jaar. Wij hebben de indruk dat dit tegemoet komt aan het grootsmogelijke deel van zijn wensen. In ieder geval komt het tegemoet aan het amendement zoals dit in de raad is vastgesteld. Dit betekent dat de handhavingsprocedure gestaakt wordt zodra dit wordt opgestart. De heer Eijkelkamp vraagt of het zo is dat de wethouder een gesprek heeft gehad met het bestuur van voetbalvereniging AD 69 over een mogelijke privatiserings/ deel- privatisering met de mogelijkheid van een kunstgrasveld. Is dit correct en kunt u ons daarover informeren? Wethouder Kok zegt afgelopen vrijdag een gesprek te hebben gehad met een afvaardiging van het bestuur van AD 69. De wens om de accommodatie op niveau te brengen en waar een kunstgrasveld mogelijk zou zijn, is besproken. Daarbij is afgesproken dat AD 69 een onderbouwd verzoek bij de gemeente neer zal leggen. Van daaruit kunnen wij dan aangeven wat de mogelijkheden zijn. 1

2 De heer Luiten zegt een rapport te hebben ontvangen betreffende de Stadsbank. Daar gaan nogal wat zaken mis. Is er voldoende aandacht voor die werknemers waar de problemen mee zijn ontstaan. Vindt hier een juiste afwikkeling plaats? Er wordt ook gesproken over een afwikkeling van een arbeidsovereenkomst van een directeur. Wij hopen dat u er alert op bent dat daar niet met ruime regelingen voor vertrek van deze mensen wordt gewerkt. Juist in deze tijd nu mensen, die het juist zo moeilijk hebben, aanspraken doen op de Stadsbank. Het zou onverteerbaar zijn dat er ruime regelingen zijn voor mensen die niet functioneren in de top daarvan. Wat kunt en gaat u hieraan doen? In hoeverre is de structuur van de Stadsbank nog passend? Is het niet te overwegen om hier een andere structuur voor te vinden? Wethouder Rijks zegt via raadsmededeling 33 de raad ingelicht te hebben over de gang van zaken. Daar is op een heldere en juiste manier gecommuniceerd vanuit de Stadsbank. Vanuit Aalten is uitgesproken dat wij ons veel zorgen maken over wat er gebeurde en dat wij verwachten dat het DB met voorstellen zal komen om de situatie te verbeteren. Binnen een aantal dagen zijn er ook voorstellen gekomen. In het AB met 23 andere gemeenten hebben wij iedere keer een terugkoppeling van alle zaken die ondernomen worden. Wij zijn het met u eens dat mensen die af moeten vloeien niet met een gouden handdruk weg moeten gaan maar dat wij die op een juiste manier begeleiden. Wij zullen dit op de voet volgen. Als wij vanavond het beleidsplan gaan bespreken dat zult u zien dat wij proberen op allerlei onderdelen samen te werken, maar zoveel mogelijk zaken lokaal proberen te regelen. Er zijn onderhandelingen met de Stadsbank waarbij het inhoudelijke bij ons komt en het technische bij de Stadsbank kan komen te liggen waarbij het puur gaat om financiële afwikkelingen van schulden. De voorzitter sluit dit agendapunt af. BESPREEKSTUKKEN. 4. Voorstel tot vaststellen van de geluidsverordening evenementen en horeca Aalten. De heer Frenken zegt dat de huidige verordening, is vastgesteld in Toen is aangegeven na een jaar te evalueren. Op 18 september 2012 hebben wij dit ook gedaan en is aangegeven dat wij graag een integraal plan wilden zien. Dit ligt nu voor. Het doel van de geluidsverordening toen was, de verantwoordelijkheid neer te leggen bij de ondernemers en de burgers in het centrum, zodanig dat wij een bruisend maar leefbaar centrum krijgen. Er was een verordening waar veel werd toegestaan, waar veel mogelijk was en die moeilijk te handhaven was. Door vele klachten en zienswijzen uit de buurt zijn wij helaas genoodzaakt om aanpassingen te verrichten. Vele gesprekken zijn er gevoerd om tot een oplossing te komen. Ook metingen hebben veelvuldig plaats gevonden. Het probleem van de omwonenden is vooral het feit dat zij elke week kermis of Koninginnedag hebben. Dat is voor bewoners teveel. Bij de reguliere activiteiten is een flinke aanpassing aangebracht. Bij de reguliere activiteiten van elke week zijn wij naar de landelijke normen toegegaan en zijn ook de mogelijkheden flink beperkt. Volgens de fractie van het CDA is hier een probleem weggehaald. Bij de collectieve dagen is bij velen in de buurt het pijnpunt minder. Zij begrijpen best dat dit in het centrum moet kunnen en worden gehouden. Op deze specifieke dagen is tussen uur en uur 70 Dba te hanteren maar moeilijk te handhaven. Daarom hebben de fracties van de VVD, GB en het CDA gemeend een amendement te moeten maken. De rode draad in dit amendement is om bij de collectieve dagen, overdag tussen uur en uur geen geluidsnorm te hanteren. Vanaf uur tot uur 90 Dba en vanaf uur tot uur, 85 DBa met bijbehorende basgeluiden zoals genoemd in Dbc. Wij stellen voor om deze geluidsverordening over een jaar weer te evalueren en te kijken of hier nog steeds draagvlak voor is en of dit uitvoerbaar is. Door middel van dit amendement hopen wij dat wij een leefbaar en bruisend centrum houden waar redelijkheid en billijkheid in acht wordt genomen. De CDA fractie zal de motie van de PP niet ondersteunen. Amendement 4.1 Raadsvergadering 16 april 2013 Agendapunt 4: Voorstel tot vaststellen van de Geluidsverordening evenementen en horeca gemeente Aalten. Amendement van de fracties van het CDA, VVD en GB inzake de geluidsnormen op collectieve feestdagen. De fracties stellen voor om het dictum van het besluit als volgt te wijzigen: De Geluidsverordening evenementen en horeca Aalten vast te stellen, met inachtneming van het volgende: a. Artikel 3 komt als volgt te luiden: Artikel 3 2

3 Op de per kalenderjaar aangewezen collectieve feestdagen geldt er in de periode van tot uur geen geluidsnorm. Vanaf uur geldt dat het equivalente geluidsniveau (L Aeq) op de in tabel 1 genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedraagt dan de in die tabel vermelde waarden: Tabel 1: overzicht van normen en eindtijden die gelden bij festiviteiten en evenementen op collectieve feestdagen uur uur L Aeq op 1 meter vóór de gevel van geluidsgevoelige gebouwen op ten minste 1,5 m hoogte 90 db(a) 103 db 85 db(a) 98 db b. Artikel 6 komt als volgt te luiden: Artikel 6 Op collectieve feestdagen kunnen in de periode van tot uur per locatie per kalenderjaar maximaal twee festiviteiten of evenementen (liveoptreden, dance-/house-/tranceparty s en dergelijke) plaatsvinden, waarbij geluidsniveaus hoger dan 90 db(a) of 103 db(c) optreden. Het criterium dat hierbij wordt gehanteerd is dat alleen in die periode een gevel van een geluidsgevoelig gebouw (zoals een woning) maximaal tweemaal per jaar blootgesteld mag worden aan een geluidsniveau hoger dan 90 db(a) of 103 db(c). Kermis- en volksfeestterreinen in Aalten en Bredevoort, het Oranjefeestterrein in Dinxperlo, en de marktpleinen in Aalten en Dinxperlo zijn van deze beperking uitgezonderd. De fractie van het CDA, De fractie van VVD Fractie Gemeentebelangen E. Luiten G. Navis J. Bulsink De heer Navis zegt dat tijdens de RTG de insprekers de mogelijkheid hebben aangegrepen om de overlast die zij ervaren in de buurt voor het voetlicht te brengen. Zij hebben dat op een keurige en nette wijze gedaan, waarvoor onze complimenten. Op dit punt verdient het college aansporing, daadkrachtig op te treden en ervoor zorg te dragen dat aan de overlast een einde komt. Ook dat lijkt onze fractie voor de lange termijn in het belang van de ondernemers. Om te kunnen handhaven, dient het college dan wel te beschikken over duidelijke en heldere regelgeving. De horeca verdient een compliment dat, ondanks dat zij met beperkingen te maken krijgen, actief hebben meegedacht in dit proces en op een klein onderdeel na akkoord zijn met het voorliggende beleidsstuk. De uitbater van de Malle Babbel heeft niet een ander signaal laten horen, dus neemt onze fractie aan dat ook deze ondernemer zich kan vinden in de Geluidsverordening evenementen en Horeca. Wij willen een beleid dat handhaafbaar is en wij begrijpen dat dit voor 70 db(a) na zeer moeilijk realiseerbaar is. Wij kiezen dan liever voor regels die wel te handhaven zijn en stellen voor om deze geluidnormen hiervoor op te hogen. De heer Wossink zegt dat deze voorliggende geluidsverordening het resultaat is van de evaluatie van de nu nog geldende geluidsverordening. Het vaststellen van de gemeentelijke verordening is een gemeentelijke wetgeving die dan ook als zodanig moet worden gehandhaafd. Waarom wordt er een verordening vastgesteld? Omdat de samenleving erom vraagt. Helaas hebben wij een zeer complexe samenleving die niet ingericht kan worden zonder wetgeving, dus zonder verordeningen. De nu voorliggende verordening is in de RTG ten opzichte van de vorige kritisch ontvangen. Er zijn veel vragen gesteld die mogelijk hebben geleid tot een geluidsverordening die gedragen kan worden door zowel ondernemers als door omwonenden. Wij willen een samenleving zijn waar werken, wonen en recreëren naast elkaar en met elkaar mogelijk moet zijn. Daarom stelt het college voor een verordening vast te stellen voor festiviteiten op collectieve dagen, incidentele festiviteiten en evenementen buiten een horeca bedrijf. Op zich zijn de normen alleszins acceptabel. Je zou zelfs nog een kleine verruiming kunnen toestaan voor de uren tussen uur en uur. De fractie van GB wil van het college weten of de normen en tijdvakken en de verschillende evenementen door de handhavers daadwerkelijk gehandhaafd kunnen worden. De regels moeten voor iedereen duidelijk zijn. Regels stellen zonder te handhaven, zijn geen regels. Er moet geen hetze gevoerd worden. Zeker niet op personen. Verdraagzaamheid moet gevonden worden om met elkaar in overleg te gaan en te proberen elkaar respectvol te blijven behandelen. Door de horeca wordt op verschillende momenten en op verschillende locaties binnen de gemeente evenementen georganiseerd die ervoor zorgen dat iedereen zich kan ontspannen en feestvieren. Dit moeten wij vooral zo houden. Wij hebben een horeca nodig om onze gemeente leefbaar te houden. De fractie van GB vindt het belangrijk dat de nu voorliggende verordening, na een jaar wordt geëvalueerd. De motie van PP zullen wij niet ondersteunen. De raad stelt de verordening vast en de uitvoering ligt bij het college. De handhaving ligt bij de portefeuillehouder, in dit geval de burgemeester. Als wij als raad de gemeentelijke handhavers het juiste gereedschap meegeven, zoals een verordening die uitvoerbaar is, dan hoeft de 3

4 fractie van GB niet binnen 2 maanden een handhavingsplan van het college. Wij vertrouwen erop dat dit bij het college voldoende duidelijk is. Het CDA amendement hebben wij mede ondertekend. Dit zullen wij dus van harte steunen en uitdragen. De heer Uland zegt dat je niet kunt handhaven zonder een geluidsverordening. Hier is de fractie van de PP het eens met de drie partijen die een amendement hebben ingediend. De fractie van de PP dient een motie in omdat er al een jaar diverse klachten binnen komen. In de RTG is er door meerdere mensen ingesproken over overlast. Wij krijgen hier het gevoel dat de handhaving toch wel een probleem is. Als je normen hebt en je gaat ze niet handhaven dan is het meer een dood stukje papier waarin wij normen hebben opgeschreven en vervolgens gaan wij er niets mee doen. De motie van de PP komt er in grote lijnen op neer dat er op korte termijn een handhavingsplan komt. Dit gaat met name over de overlast bij café Malle Babbel maar het handhavingsplan geldt natuurlijk voor de hele horeca. De wet, het activiteitenbesluit etc. moeten gewoon worden toegepast zoals wij ze hier vastgesteld hebben of zoals zij zijn vastgesteld. Wij geven dus het college de opdracht om echt te gaan handhaven en dat wij daar binnen twee maanden resultaat van zien. De fractie van de PP wil graag over een half jaar evalueren. MOTIE 4.1 Handhaving geluidshinder bij evenementen, festiviteiten en horecabedrijven. De raad van de gemeente Aalten in vergadering bijeen op dinsdag 16 april 2013 ter behandeling van de geluidsverordening evenementen en horeca Aalten (agendapunt 4) en de Algemene Plaatselijke verordening (agendapunt 12), Constaterende dat ondermeer tijdens de RTG van 2 april 2013 is gebleken dat er in de loop van het afgelopen jaar klachten zijn geweest m.b.t. geluidsoverlast bij café Malle Babbel; dat zowel in de geluidsverordening in hoofdstuk 5 als in de evenementnota hoofdstuk 7, behorende bij de Algemene Plaatselijke Verordening, gesproken wordt over de toepassing van handhaving; dat in de ogen van de bewoners weinig tot niets gedaan is met de klachten die volgens hen meermalen zijn ingediend bij zowel politie als gemeente; dat de klachten structureel van aard zijn; Overwegende dat middels vastleggen van de normen zoals opgenomen in de genoemde geluidsverordening en Algemene Plaatselijke Verordening alsmede andere wettelijke regels (o.a. drank- en horecawet; Gemeentewet handhaving openbare orde) een adequate handhaving van evenementen, festiviteiten en horecabedrijven mogelijk is; dat handhaving kan leiden bij overtreding tot hetzij strafrechtelijke, hetzij bestuurlijke dwang; dat plezier van de een niet mag leiden tot een ernstige vorm van belemmering in woongenot van de ander; dat uit een gezondheidsonderzoek (2004) van de gezondheidsraad verbanden worden gelegd met gezondheidsproblemen in relatie met overschrijding van geluidsnormen; Spreekt uit dat handhaving van de van de verleende vergunningen voor evenementen, festiviteiten en horecabedrijven gewenst is; Draagt het college op: na vaststelling van de geluidsverordening en de Algemene Plaatselijke Verordening over te gaan tot handhaving van de vastgestelde geluidsverordening en de Algemene Plaatselijke Verordening ten aanzien van evenementen, festiviteiten en horecabedrijven; binnen twee maanden een handhavingplan aan de raad te overleggen; halfjaarlijks - d.m.v. een raadsmededeling - te rapporteren aan de raad over de uitvoering van dit plan. Progressieve Partij ChristenUnie PvdA Guido Uland J. Pennings P. Hoezen Joop Wikkerink Gerrit Migchelbrink De heer Pennings gaat nog even terug naar de geschiedenis zoals deze in september 2012 is geweest. De fractie van de CU was toen één van de eersten die zei, de verordening die toen voorlag moeten wij niet vaststellen omdat er nogal wat onduidelijkheden in zaten. De fractie heeft hier eigenlijk ontzettend spijt van. Dat wij dat voorstel toen gedaan hebben en dat dit door de raad is overgenomen. De verordening die nu voorligt heeft niet zoveel meer duidelijkheid opgeleverd dan toen. Het is bijna dezelfde en heeft ondertussen heel veel verharding in onze kern opgeleverd. Dit heeft ons wel geleerd dat wij vanavond wel een verordening moeten vaststellen. Boven deze verordening zou je kunnen zetten; vrijheid in gebondenheid. Hoe wij het ook wenden of keren, in onze kernen zal horeca en wonen altijd samen moeten gaan. Had je de horeca apart en het wonen apart dan was het iets 4

5 eenvoudiger. Gezien de volksgezondheid kan niemand zeggen dat deze verordening betuttelend is of heel erg krap. Wij hebben er gegevens naast gelegd waarin in het bedrijfsleven aan voldaan moet worden. Bij 80 Dba moet een werkgever zijn werknemers gehoorbescherming verplicht aanbieden. Bij 85 Dba moet deze verplicht gedragen worden. In de verordening tabel 2 wil de CU als er toch nog een amendement komt graag een wijziging aanbrengen. Bij de collectieve feestdagen staat dat er van uur tot uur geen normen zijn. In de voetnoot lezen wij wel een norm. Als op een locatie een geluidsniveau, groter is dan 90 Dba, dan mag dit niet vaker dan 2 keer per jaar gebeuren. Dus eigenlijk is 90 de norm en 2 keer de uitzondering. De fractie van de CU denkt dat wij helder moeten zijn naar de bewoners, naar de horeca en naar de handhavers. Wij moeten bovenaan 90 neer zetten en in de voetnoot dat dit 2 keer als uitzondering mag worden overschreden. Dan communiceren wij helder. Het amendement van het CDA, de VVD en GB zal de fractie van de CU niet steunen. Het is geen goede ontwikkeling om juist op die tijd de norm te verhogen. De ingediende motie samen met PP en PvdA bevelen wij van harte bij iedereen aan. Voeg de nieuwe bijlage van tabel 2 toe aan de nota. Deze is duidelijk en wij hebben dan ook de reguliere tijden erbij. Spreker roept op om volgend jaar een goede evaluatie te houden. Mevrouw Hoezen zegt weleens vrijwilliger te zijn op het TT circuit in Assen. Hier krijg je altijd gratis geluidsbescherming aangeboden. Hier doe ik niet aan, want ik vind het geluid van de brullende motoren zo leuk. Er zijn daar ook mensen in de omgeving die klagen omdat zij daar gewoon last van hebben. Als je niet van motorracen houdt dan is dat ook wel een enorme herrie. Hetzelfde geldt voor deze geluidsverordening. Voor de mensen die staan te feesten is het heel leuk en gezellig. Als je rustig op de bank zit voor de tv of in de tuin met Koninginnedag dan is het pokkenherrie. Hier moeten wij als raad vanavond een gulden middenweg in zien te vinden. 2 jaar nadat de huidige geluidsverordening is ingegaan, waarbij de normen redelijk onbeperkt waren, is de eerste vraag of de buurt onevenredig belast is door deze verordening. Het antwoordt lijkt ons duidelijk; Ja. De vraag is nu wat is de oorzaak daarvan? Ligt dit ook aan de geldende geluidsverordening? Wellicht voor een deel want de normen waren onbeperkt. Dit is nu de reden dat er na een eerste poging nu een aangepaste geluidsverordening ligt waarin de normen worden beperkt. De vraag is of er nog een andere oorzaak is. Deze lijkt er wel te zijn, in ieder geval voor de buurt van café Malle Babbel. De fractie van de PvdA concludeert dat hier het afgelopen jaar te weinig op is gehandhaafd. Er is vanuit het college teveel de indruk gegeven dat op basis van de thans geldende verordening niet kan worden gehandhaafd. Dit is volstrekt onjuist, want wij hebben het activiteitenbesluit. Daar had op gehandhaafd kunnen worden. Dit is onvoldoende gedaan waardoor het conflict is geëscaleerd. De fractie van de PvdA is van mening dat de buurt ten onrechte met een kluitje het riet is ingestuurd. De uitbater van de Malle Babbel heeft te weinig besef gehad waar hij mee bezig was. Nu het kwaad als is geschiedt, moeten wij proberen de geest weer in de fles te krijgen. Dit is de reden waarom de fractie van de PvdA de motie mede heeft ingediend. Wij willen nadrukkelijk uitspreken dat er moet worden gehandhaafd. Wij willen de fracties, die al op voorhand hebben laten weten de motie niet te willen ondersteunen, in overweging geven om wellicht af te zien van het plan, maar in ieder geval heel nadrukkelijk in die motie uit te spreken richting het college; doe je werk, ga handhaven. Als er aan de normen wordt voldaan ga dan met de buurt praten en probeer andere oplossingen te vinden. Schuif het niet af naar de geluidsverordening, politie etc. Doe je werk als gemeente want je bent er voor alle burgers. De fractie van de PvdA wil het voorstel zoals het nu voorligt wel een kans geven. De fractie wil ervoor pleiten om vanaf 1 oktober te evalueren tot januari- februari, zodat wij volgend jaar rond deze tijd eventueel nog wijzigingen kunnen aanbrengen. 1 e termijn: De heer Frenken zegt dat de indieners van de motie de indruk geven dat de burgemeester niet heeft gehandhaafd. Wij hebben gezien dat de politie zijn werk heeft gedaan. Dat er metingen zijn geweest. Er zijn gesprekken gevoerd. Het stuit ons tegen de borst dat de burgemeester hier tekort wordt gedaan. Het handhaven gaat gebeuren zodra er afspraken zijn gemaakt en gemaakt kunnen worden. Als de burgemeester moet handhaven, moet je hem daar wel de instrumenten voor geven. Hiervoor moeten wij heldere en duidelijke besluiten nemen. Als daar een grijs gebied is en er een ruime verordening ligt, dan is het wat moeilijker om daar te handhaven. Mevrouw Hoezen zegt het lovenswaardig te vinden dat de heer Frenken het voor de burgemeester opneemt, maar hij zit niet voor niets op deze portefeuille en kan best een stootje hebben en heeft een brede rug. Het is geen motie tegen de burgemeester. Het is een motie voor de buurt, waarin wij de buurt toezeggen dat wij er als raad op toezien dat het college haar werk doet. Wij zeggen niet dat dit niet is gebeurt maar wij stellen deze geluidsverordening vast met deze normen en wij zorgen ervoor dat deze ook worden gehandhaafd; dat is wat wij uitspreken. 5

6 De heer Frenken vraagt of dit voor de bühne of voor de buurt is. Elk jaar ziet u college voorstellen voorbij komen waar prioriteringen instaan als het gaat over handhaven. Daar staan ook zaken in die al gebeurt zijn. Dit is een overbodige motie. De heer Pennings zegt de reactie van de heer Frenken vreemd te vinden. Uw reactie klopt niet als u zegt dat de burgemeester heeft gehandhaafd. Net beweerde u nog dat dit niet kon. Er kon gewoon gehandhaafd worden op het activiteitenbesluit. In het begin is dit niet veel gebeurd. Na 1 januari zijn er meer metingen gedaan en is er meer actie ondernomen. U zegt de politie heeft zijn prioriteiten. Daarom is er deze motie om die handhavingsacties in gang te zetten. Soms moet je aanpassingen doen. Daarom, steun deze motie zodat dit prioriteit heeft. De heer Navis zegt dat de VVD fractie om tweeërlei redenen nog niet gereageerd heeft op de motie. Enerzijds omdat hier een geluidsverordening evenementen voorligt. In hoeverre heeft dit specifieke geval betrekking op deze verordening en over het handhavingsbeleid in zijn algemeenheid? Als tweede maken wij ons als fractie zorgen. Een half jaar geleden werden de problemen duidelijk rondom horeca bedrijf de Malle Babbel. Tijdens de RTG hebben wij ook gevraagd wat er als handhavingsactie aan is gedaan. Wij hebben daar toch nog wat vraagtekens bij. Is hier krachtig opgetreden in de afgelopen periode? De fractie van de VVD zou graag een reactie vernemen van de burgemeester. Enerzijds wat hij van deze motie vindt en wat hij denkt te gaan ondernemen om een einde te maken aan deze klachten rondom de Malle Babbel. De voorzitter zegt dat handhaven een combinatie is van wat de gemeente doet en wat de politie doet. Het is niet aan de orde dat er te weinig gehandhaafd is. Vanaf het begin hebben wij de instrumenten die wij hadden toegepast. Dat betekent een combinatie van wat de politie kan en wat mijn mensen kunnen. De politie is daar 36 keer geweest dat is geregistreerd in de dagrapporten, waarvan zij, twee overtredingen geconstateerd hebben. U kunt niet tegen mij zeggen, u heeft niet gehandhaafd. U kunt wel zeggen te weinig. Spreker wijst erop dat teveel en te weinig redelijk subjectieve begrippen zijn. Het gaat erom of je daadkrachtig en adequaat optreedt. Natuurlijk is het zo dat de urgentie, als deze toeneemt en er maatschappelijke onrust ontstaat, andere maatregelen vergen. Mevrouw Hoezen zegt dat het punt is dat er niet vaak een geluidsoverlast is opgemerkt. Dit wil niet zeggen dat het er niet was. De politie kan dit moeilijk meten. Dat is natuurlijk het hele punt. De voorzitter zegt dat de gemeente zelf heeft gemeten. Ook bedrijven hebben voor ons gemeten. Dan kom je op de urgentie van de toenemende hoeveelheid onrust. Wij hebben eigenlijk naar een incident van 14 dagen geleden besloten om nog eens heel goed naar ons zelf te kijken en de zaak op een rij te zetten. Dat betekent dat wij van het begin af aan, toen de vergunningen verleend zijn, tot nu de zaak op een rij gezet hebben. Wij hebben daar met de buurt, met de uitbater van de Malle Babbel over gesproken. Wij houden ons nadrukkelijk ook die spiegel voor en de resultaten die getuigen daar ook van. Nu staan wij aan het begin van een reeks maatregelen waarbij ook een Ombudsman ingeschakeld wordt die vooral de contacten met de buurt zal gaan onderhouden. Wat wij moeten proberen is hier feiten en cijfers op tafel te krijgen. Terecht zegt een aantal sprekers dat het te handhaven moet zijn. Als u de normen gaat verhogen zoals u heeft voorgesteld is het zeker te handhaven. Het is aan de raad om naar die 85 Dba te gaan via het amendement. De heer Pennings zegt dat het voorstel van 70 Dba toch ook wel te handhaven is. Anders had u dit voorstel toch niet gedaan? De voorzitter zegt te reageren op de vraag van de heer Wossink, of 85 Dba te handhaven is. Dit is zeker te handhaven. Dit betekent dat wij de voorgestelde 70 Dba niet voor niets hebben voorgesteld. De heer Luiten zegt dat de 85 Dba niet zozeer naar voren is gekomen om te handhaven, maar ook de ondernemers de ruimte te kunnen geven om die festiviteiten te organiseren die nu juist het karakter van Aalten bepalen, die juist de Aaltendagen, het Sjoksfestival mogelijk maakt. Op het moment dat je die norm terugbrengt naar 70 Dba dan breng je dit ernstig in gevaar. Sterker nog dan help je ze om zeep. Voor de partijen die tot nu toe nog niet overtuigd waren het amendement te steunen zou dit er wel een kunnen zijn om daarin mee te gaan. De heer Pennings zegt dat het Sjoksfestival niet onder de collectieve dagen valt. Deze valt onder de evenementen. De heer Uland zegt dat de fractie van de PP een oplossing wil. Het nadeel van dit verhaal is dat er twee loopgraven zijn. Die loopgraven zijn heel diep en ze zitten allebei in het schuttersputje. Daar moet je weer uitkomen en dit kan soms heel lang duren. Dat er mediation komt is prima. Op de vraag of de burgemeester collectieve dagen gaat handhaven kregen wij de indruk dat hij dit niet zou gaan doen. Want als je in artikel 6 zegt dat je 2 dagen boven de 90 Dba gaat toestaan dan zou dat betekenen dat je ze eigenlijk allemaal zou moeten meten. Je moet weten of er 2 over die norm heen gaan anders kun je niet handhaven. Het kan de eerste zijn en de laatste. Dit weet je natuurlijk niet. Op het internet zijn gemeenten te vinden die hier allerlei oplossingen voor hebben. De één meet continu, 6

7 de ander 3 keer per jaar. Dit zou bijvoorbeeld in zo n plan kunnen staan. Zo n handhavingsplan geldt in principe voor alle horeca en niet alleen voor de Malle Babbel. De heer Frenken zegt dat als je voor een goede handhaving bent je ook duidelijke regels moet stellen. Als er duidelijke regels zijn is het ook makkelijker om te handhaven. Mevrouw Hoezen zegt dat zij de indruk krijgt dat de heer Frenken hier in de raad zit voor de burgemeester. Dit is natuurlijk niet zo. U zit hier voor de inwoners van Aalten, de horeca en de buurtbewoners. Als wij hier vanavond de normen gaan vaststellen dan zijn er regels om te handhaven. Laten wij dan ook direct afspreken dat wij een plan maken hoe wij dat gaan handhaven zodat iedereen weet, ook de horeca, waar zij aan toe zijn. Één horecagelegenheid die uit de band springt, werkt ten nadele van alle horecagelegenheden. Het is in het belang van iedereen dat wij gewoon afspreken wat wij gaan doen, wat wij willen en hoe wij dat gaan controleren. De voorzitter zegt dat de raad elk jaar een bijgestelde prioriteitenlijst krijgt over wat de afdeling handhaving doet. Binnen de kaders en de budgetten die wij daar ooit voor gesteld hebben. Wij hebben bij een vorige gelegenheid gesproken dat dergelijke klachten weleens zou kunnen leiden tot een verandering van formatie en een verandering van budgetten. De maatregelen die wij, nu, niet alleen op stapel gezet hebben maar ook voor een deel al geëffectueerd hebben, laten zien dat wij heel goed kijken naar wat er in de omgeving gebeurt. Als ik zeg dat wij alles op een rij willen zetten, betekend dat wij ook nadrukkelijk naar ons zelf willen kijken. Niet alleen via de raad ook via de buurt en via alle reële mogelijkheden binnen de kaders, bv. de geluidsverordening, die er zijn. Dat proberen wij en dat streven wij na. De heer Navis zegt dat steeds nadrukkelijk de geluidsverordening wordt genoemd. Die is aan de orde. De meeste klachten komen voort uit de handhaving op het activiteitenbesluit. Zegt u nu toe dat u gaat handhaven op het activiteitenbesluit, dat de inrichting aan die normen moet voldoen? De voorzitter antwoord dat dit reeds wordt gedaan. De heer Navis: U zegt dat u mediation wilt inzetten, prima. Volgens de fractie van de VVD zijn er concrete normen. Met mediation verander je die normen niet. De voorzitter zegt dat er wordt gehandhaafd op de thans geldende geluidsverordening en alles wat daar annex aan is. De heer Wossink zegt dat de geluidsverordening niet alleen geldt voor de kern Aalten maar voor de hele gemeente Aalten. Een nieuwe verordening in de gemeente Aalten is die te handhaven? U spitst dit toe op de 85 Dba. Onze achtergrond hierbij was of de totale verordening zoals deze hier voorligt door de portefeuillehouder, de politie, door de BOA s is te handhaven. Waarvan wij dus volgend jaar bij de prioritering kunnen zeggen of het wel of niet goed gebeurd is. Wat de fractie van GB betreft hoeven wij dan niet in te gaan op details. Deze details worden dan wel geregeld naar aanleiding van de verordening die wij vanavond vaststellen. Want daar gaat u mee aan de slag. De heer Luiten zegt te horen dat het college continu bezig is met het hele handhavings verhaal en op vragen van de raad zal reageren. Wat is dan nog de toegevoegde waarde van een motie van die strekking. U bent daarmee bezig en komt met rapportage naar de raad toe. Dit is ook hetgeen waarom gevraagd is. Kom in ieder geval over een jaar met meetresultaten en tussentijds over hoe het gaat. Deze betrokkenheid is raadsbreed aanwezig. Wij hopen dat wij dan hiermee het handhavingstraject wat kunnen verlaten en terug kunnen naar de geluidsverordening. De heer Wikkerink zegt het toch nog even over die handhaving te willen hebben. Je kunt normen vaststellen wat je wilt, maar als je ze niet handhaaft dan gebeurt er niets. Dit is essentieel. De bedoeling van deze motie is om de raad een controle instrument in handen te geven om te bezien wat er aan controle en handhaving gedaan wordt. U geeft rapporten, prima, maar wij willen graag van te voren weten, dit en dit gaan wij doen op deze en deze manier. Is dat gebeurt, hoe is dat gebeurt en wat was het resultaat daarvan. Dit is toch een vrij logische vraag. Wij gaan dit over een half jaar evalueren, dan willen wij graag weten wat er dan geëvalueerd wordt. Mevrouw Hoezen zegt dat wij vanavond eerlijk naar elkaar moeten zijn. Wij horen de portefeuillehouder zeggen wat er allemaal gedaan is de afgelopen periode. Tegelijkertijd horen wij u ook zeggen dat er een ombudsman is aangesteld. Dan moeten wij toch tegen elkaar kunnen zeggen dat wij iets niet goed gedaan hebben het afgelopen jaar. Het is niet normaal dat je een ombudsman of een mediator aanstelt. Dan heb je al een geëscaleerd conflict. Laten wij een plan gaan maken waar wij op kunnen controleren. Dan kunnen wij ook een geluidsverordening vaststellen met behoorlijk ruime normen. De voorzitter zegt dat er intern een actielijst is. Deze zal ter beschikking worden gesteld. De heer Frenken zegt dat wordt gesuggereerd dat op collectieve feestdagen tussen uur en uur als er geen limiet geldt dit gelijk is aan de 90 Dba die eronder staat. Wethouder Kok zegt dat wat de heer Pennings aangeeft, in het amendement staat. In artikel 6 wordt aangegeven dat het geluidsniveau hoger dan 90 Dba maar 2 keer mag plaatsvinden. 7

8 De heer Pennings: Dit is nu precies de reden waarom je bovenaan ook 90 Dba neer moet zetten. Dit is de norm. Dan hebben wij de tabel op orde, want inhoudelijk wijzigt er helemaal niets. Wethouder Kok: De tabel kunnen wij pas aanpassen als een amendement is aangenomen. 2 e termijn: De heer Luiten vraagt of de wethouder kan aangeven dat je bij een norm van 85 Dba niet in de discussie komt over de Dba s bv. op het VVNF terrein in Dinxperlo. Dit soort festiviteiten worden toch niet de nek omgedraaid?. Wethouder Kok zegt dat het hier voor een deel gaat over handhaven. Dit zou ook gevolgen kunnen hebben voor andere festiviteiten. Het VWNF gebeuren zal minder in de problemen komen omdat er gemeten wordt op de gevel van de eerste woning. De afstand van de eerste woning tot het feestterrein is zover dat het geluid niet boven die Dba s uit zal komen. Komt deze er wel boven dan zullen wij het daar moeten stoppen. De heer Luiten: De wens van horeca Nederland om de Dba s te verhogen is ook via de RTG bij ons terecht gekomen. De CDA fractie wil dit signaal wel serieus nemen. Niet alleen om te handhaven maar ook om de festiviteiten mogelijk te maken. Nogmaals een oproep naar de overige fracties om deze vraag ook te honoreren. Wethouder Kok zegt dat het wel goed is, daar waar om de evaluatie gevraagd wordt, om dit soort situaties ook te betrekken en het komende jaar ook te gaan meten. Het is niemands bedoeling om daar beperkende maatregelen op te leggen. De heer Luiten zegt dit te zien als een ondersteuning. Neem de norm op zoals deze wordt voorgesteld. Als je het nu op 70 Dba stelt en er ontstaan problemen dan zouden wij dit bijzonder jammer vinden voor het specifieke karakter zoals wij dit kennen in onze kernen. Wethouder Kok stelt voor de evaluatie te doen voor dat de collectieve dagen in 2014 weer gestart zijn. Dit betekent concreet dat dit ongeveer maart april 2014 zal zijn. De heer Uland zegt dat de fractie van de PP geen inhoudelijke kritiek heeft op de geluidsverordening. Wij hebben alleen willen benadrukken dat de handhaving voor ons een belangrijk punt is. De toezegging van het actielijstje door de burgemeester beschouwen wij in die zin dat de motie door hem is overgenomen. Wij hebben nog wel een probleem met de evaluatie over een jaar. Wellicht is het beter - gezien de problematiek - om dit met een jaar maar ook met een half jaar te doen. De heer Navis vraagt of de fractie van de PP bij deze de motie heeft ingetrokken? De heer Uland zegt een toezegging te hebben gekregen die de motie omvat. Mevrouw Hoezen zegt dat de fractie van de PvdA tegen dit amendement stemt hoewel de fractie wel gevoelig is voor het argument dat het te handhaven moet zijn. Wij willen dit volgend jaar opnieuw gaan bezien. De heer Uland sluit zich aan bij de woorden van mevrouw Hoezen. Het geamendeerde voorstel wordt met 14 stemmen voor en 7 stemmen tegen ( CU, PvdA en PP) aangenomen. De heer Meerdink neemt op de tribune plaats. 5. Voorstel tot vaststellen bestemmingsplannen buitengebied, paraplu herziening en partiële herziening De heer Pennings zegt een compliment te willen maken richting college inzake de wijzigingsbevoegdheid die zij gemaakt hebben rond de mest- co-vergistingsinstallatie Hoeninkdijk. De fractie van de CU was destijds voorstander van die co-vergistingsinstallatie. Nu zich daar landelijke en plaatselijke ontwikkelingen voordoen van co-vergisting naar mestverwerking zijn wij daar absoluut voorstander van. Wij zijn blij met de keuze die het college heeft gemaakt om juist die randvoorwaarden, welke wij hadden opgenomen in de co-vergisting, nu worden meegenomen om te worden aangepast naar de huidige situatie. Een compliment daarvoor. Als er verzoeken komen ga op die manier met de uitvoering om. Er staan waarschijnlijk nog een aantal rood voor rood wijzigingen aan te komen. Een aantal worden nu meegenomen. Gaan de laatste ruimte - voor - ruimte wijzigingen partieel mee of gaan deze mee in het nieuwe bestemmingsplan 2014? De heer Van Geenen zegt dat de paraplu voorziening en de partiële herziening een aantal eindjes cq. fragmenten aan elkaar knopen zodat een overzichtelijk geheel ontstaat. De wethouder verdient hiervoor complimenten. Aangezien hier goed geluisterd is naar mensen met behoeften. Niet alleen luisteren maar ook het verstaan ervan is in deze tijd niet velen gegeven. De ingediende zienswijze voor wat betreft de aanpassing in de mestverwerking kan - gezien alle voordelen - op onze brede steun rekenen. De innovatieve verwerking van de mest die dit plan voorstelt leidt tot schonere 8

9 restproducten en minder verkeersbewegingen dan nu reeds mogelijk is. Met dit plan loopt deze agrariër voorop en kan een trend worden gestart. Met deze paraplu voorziening en partiële herziening lopen wij vooruit op de complete vaststelling van het bestemmingsplan Landelijk gebied Het vooruitlopen van onze gemeente Aalten zou best als voorbeeld voor landelijk beleid mogen dienen. De heer Navis zegt dat het een lang gekoesterde wens van de VVD is om sinds het nieuwe bouwbesluit de inhoud van de woningen te vergroten van 600 m 3 naar 750 m 3. Wij hebben ons daar hard voor gemaakt en zien dit verwezenlijkt worden in de parapluherziening. Ook de overige verruimingen juichen wij van harte toe. Het feit dat meerdere partiële herzieningen in één bestemmingsplan worden samengevat verdiend ook een vervolg. Dit leidt tot een efficiëntere procedure en moet in onze optiek ook tot lagere leges voor de initiatiefnemers kunnen leiden, ook om initiatiefnemers te stimuleren dat zij daarin meedraaien. Een punt waar onze fractie wel aandacht voor wil vragen is voor de percelen waar sprake is van de afsplitsing van een bedrijfswoning. Wij vinden dit een ongewenste ontwikkeling die leidt tot een potentiële conflictsituaties op het eigen erf. Het zal zondermeer leiden tot een waardevermindering van het bedrijf. Wij willen graag van de wethouder vernemen of hij de planschadeontwikkeling met de ondernemer heeft afgesloten. Wij zullen instemmen met deze wijziging, omdat het verzoek uitgaat van de betrokkenen zelf. Toch willen wij het college dringend adviseren zeer terughoudend om te gaan met dit soort verzoeken in de toekomst. In de discussie rondom de plattelandswoning zullen wij als raad ons ook nog eens nadrukkelijk moeten buigen over dit onderwerp. Wethouder Kok zegt dat daar waar het gaat over rood voor rood, dit nog 2 of 3 verzoeken zijn. In principe worden dit partiële bestemmingsplannen, maar als zij de tijd hebben dan hebben zij de mogelijkheid om mee te draaien in het bestemmingsplan Landelijk gebied Het is een keuze van de mensen zelf. Meedraaien betekent dat het iets langer duurt, maar ook dat de legeskosten lager zijn. Daar waar geen planologische wijzigingen zijn worden er planschadeovereenkomsten gemaakt. Spreker zegt de vraag van de heer Navis te begrijpen, maar het zijn allemaal initiatieven die van de mensen zelf zijn uitgegaan. Het is jammer dat er zoveel complimenten worden uitgedeeld als de zaal bijna leeg is. Het voorstel wordt met algemene stemmen aangenomen ( 20 stemmen). De heer Meerdink neemt zijn plaats weer in aan de vergadertafel. 6. Voorstel tot afwijzen van het verzoek tot planschadevergoeding ex. Artikel 49 WRO door de Maatschap Luiten. De heer Meerdink zegt dat het voorstel tot het afwijzen van planschadevergoeding aan de Maatschap Luiten, Akkermateweg een zeer lange weg kent. Binnen de CDA fractie is een heldere discussie over dit voorstel gevoerd. Deze lijdt verder terug dan de in het voorstel genoemde aanvraag tot planschade van In de toelichting en in de rapportage wordt veelvuldig gewezen op de juridische aspecten, waarbij het bureau Van Oosten een tweetal vergelijkingen maakt. O.a. het bestemmingsplan Buitengebied en de woonbuurt t Kobus en de vergelijking Kobus I en Kobus II. De conclusie is dat de beperkingen niet voorvloeien uit t Kobus doch door bestaande woonbebouwing op korte afstand van het perceel van aanvrager. De fractie van het CDA wil met u een ander belangrijk aspect aansnijden. De geschiedenis leert dat er diverse colleges al vanaf de eeuwwisseling contact gezocht hebben met de familie Luiten, om tot een oplossing te komen voor het bouwplan t Kobus. Niet de familie Luiten maar het college nam het initiatief om te praten over verplaatsing, ruimtelijke ordening aspecten en milieu. In 2004 kwam eindelijk het verzoek tot planschade. Ook nadien is er vanuit het college meerdere keren contact geweest met de familie om tot een vergelijk te komen. Dit heeft ertoe geleidt dat telkens de aanvraag is aan gehouden tot 8 juni Ware het zo dat u formeel juridisch op het advies van het bureau rechtens geen noodzaak hebt tot een toewijzing dan nog zijn er een tweetal mogelijkheden om uw morele verplichtingen vanuit het verleden, waar te maken. A. U zou een contra-expertise kunnen vragen of B. een betere optie, u gaat opnieuw met de familie Luiten om de tafel om te spreken over een drietal zaken. nl. de ruimtelijke ordening situatie van de familie, de milieu technische mogelijkheden en de kosten die de familie heeft moeten maken in de afgelopen 14 jaren dat deze kwestie duurt en is aangehouden mede op het advies van het college. Alvorens de CDA fractie een oordeelt geeft over het voorstel willen wij graag uw antwoord vernemen op het verzoek zoals hier is aangekondigd c.q. vragen om mee te denken in oplossingen. De heer Navis zegt dat planschade alleen kan ontstaan als gevolg van een vaststelling van een bestemming, de waarde van het onroerend goed wordt verminderd. Er moet sprake zijn van een planologisch nadeel. Alle ontwikkelingen die erna plaatsvinden, kunnen wel leiden tot een waardevermindering en wellicht verband houden met een recent ontwikkeld bestemmingsplan, maar 9

10 mag in de zin van de wet niet gelden, als zijnde planschade. Alle partijen zijn het volgens de fractie van de VVD het erover eens dat op het moment van vaststellen van het bestemmingsplan Kobus, er geen sprake was van een stankcirkel over de woningbouw. Het bestemmingsplan had daarmee geen effect op de bedrijfsuitoefening zoals die destijds plaatsvond en kan er dus geen sprake zijn een waardevermindering als gevolg van het vaststellen van het bestemmingsplan voor de nieuwbouwwijk Kobus. Er kan daarmee dan ook geen sprake zijn van een planologisch nadeel en geen planschade in die zin, zoals de wet die heeft bedoeld. Om deze redenen kunnen wij instemmen met het voorliggende voorstel, waarbij het verzoek om planschadevergoeding ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt afgewezen. De heer Bulsink zegt dat de vraag die gesteld moet worden is of er wettelijk gezien sprake is van planologisch nadeel met gevolg dat er schade geleden wordt. In de optiek van het onderzoeksbureau en ook in de optiek van de fractie van GB is dit niet het geval. Er is geen belemmering in de bedrijfsvoering die zouden voortvloeien uit het vaststellen van het bestemmingsplan t Kobus I en Kobus II. Daarom ook is er geen sprake van een waardevermindering op dat moment. Het advies tot afwijzing is op een zorgvuldige wijze tot stand gekomen en wij hebben geen redenen om hier aan te twijfelen. De fractie van GB stemt in het met voorliggende voorstel. De heer Migchelbrink zegt dat ook de fractie van de PP geen reden ziet om dit voorstel niet te steunen. Het onderzoeksbureau heeft in alle wijsheid het onderzoek gedaan en is tot een conclusie gekomen. De fractie van de PP gaat hierin mee en zal het voorstel steunen. De heer Pennings zegt een stukje terug te willen gaan in de geschiedenis. Voor wat betreft de ontwikkelingen inzake de Westrand van de gemeente Aalten. Eind jaren 90 zijn er toch een aantal ontwikkelingen geweest waar de raad het college de opdracht heeft gegeven om in onderhandeling te gaan en gesprekken te voeren rond t Kobus. Daar waren woningbouw, industrie en randweg bij betrokken. In die context is bedrijfsverplaatsing aan de orde geweest en die opdracht is door de raad aan de colleges gegeven. Als die plannen op dat moment waren doorgegaan was het bedrijf compleet ingesloten geweest. In de huidige situatie waarin wij leven met de kennis van vandaag ligt de situatie toch anders en zal dit bedrijf niet snel uitgekocht kunnen of gaan worden want er zijn een aantal andere ontwikkelingen gaande en uitbreiding is niet meer zozeer aan de orde. Om dit bedrijf op die plek op dit moment weg te kopen is niet aan de orde. De fractie van de CU zal een dergelijk plan daartoe niet ondersteunen. Hoe gaan wij nu om met het planschade verzoek? Hoe moeten wij daarna kijken? Er zijn twee verschillende onderzoeken geweest, een van de gemeente en één van een onafhankelijke. Het advies van de CU is om toch een contra-expertise uit te gaan voeren. Als wij het rapport van Van Oosten lezen dan zegt men dat het aantal burgerwoningen de belemmerende factor waren en niet het plan Kobus. Dan komt bij ons gelijk de vraag op, in de jaren rond 2000 heeft er een uitbreiding van dit bedrijf plaatsgevonden terwijl die woningen daar allang stonden. Het één verifieert niet met het andere. Als de toenmalige woningen al belemmerend waren hoe kan dan het bedrijf uitbreiden? Het moet helder zijn en geen tegenstrijdigheid. Ons voorstel is dan ook om een extern bedrijf een contra-expertise te laten doen wat bindend is voor de gemeenteraad en het college. Daarna kunnen wij een besluit nemen. Wethouder Kok zegt dat dit zeker een lange geschiedenis kent. In een gespreksverslag van 2004 heeft de adviseur van Luiten aangegeven daarover met de gemeente te praten. Dit laat onverlet dat daarvoor ook acties geweest zijn. Dit is wel het startpunt geweest voor ons in het kader van de beoordeling van de planschade. Het dossier kent inderdaad een lange geschiedenis maar naar onze mening moet het wel afgedaan worden zoals wij ieder planschadeverzoek afdoen. Beoordelen of een bedrijf in een planologisch nadelige situatie terecht gekomen is. Daarbij houdt het college vast aan de uitspraak zoals deze gedaan is door het bureau. Het bedrijf is niet door de gemeente in de planologisch slechte situatie terecht gekomen. Wellicht ook door aanpassing van wetgeving hebben zij minder mogelijkheden gekregen om de intensieve tak uit te breiden zonder daar een bepaalde investering voor te doen. Op zich zou het best kunnen. Dit is in een persoonlijk gesprek in de onderhandelingen in het kader van de zienswijze Werk Landschap West ook aangegeven. Wij staan altijd open en wij zijn altijd bereidt een gesprek met een bedrijf te voeren. Het gesprek is dan niet op basis van planschade maar op basis van de situatie waarin het bedrijf zit. Hoe kan het dat er in deze procedure geen nieuwe vergunningen zijn aangevraagd? In de afgelopen 6/7 jaar zijn er nog wel degelijk vergunningen of revisievergunningen verleend. In de geurwet waren er nog mogelijkheden voor het verlenen van een vergunning ook toen de woningen er al stonden. Het college blijft bij het advies zoals deze aan de raad is voorgelegd. 1e termijn: De heer Navis vraagt aan de heer Pennings of hij op basis van een contra-expertise een andere uitslag verwacht? 10

11 De heer Pennings zegt dat hij niet per definitie een andere uitslag verwacht maar het verbaasde ons dat in het rapport wordt aangegeven dat de burgerwoningen die er al stonden genoemd worden als zijnde de belemmeringen. Het bedrijf heeft toch kunnen uitbreiden, terwijl de woningen er al stonden. Dan vragen wij ons af hoe zich dit tot elkaar verhoudt. Juist die onduidelijkheid zouden wij graag weggenomen zien. De heer Navis: U geeft zelf al aan dat het vaststellen van het bestemmingsplan waar dit verzoek betrekking op heeft, bestemmingsplan Kobus, dat daar dus geen planologisch nadeel uit voort komt. Dus geen planschade. U geeft zelf al antwoord op uw vraag. De heer Pennings zegt dat dit voor een deel zo mag zijn. Maar wij twijfelen, dus daarom die contra - expertise om die zekerheid te hebben. De heer Meerdink zegt dat de fractie van het CDA graag een verduidelijking wil hebben over het volgende; Op 8 juni 2011 heeft LTO advies, geadviseerd om de brief uit 2004 weer te activeren. LTO gaat in op de waarde van het bedrijf. Niet zozeer op de nabijheid van burgerwoningen waar het juridisch op is gestrand. In het verleden was de afstand tot het Kobus 600 meter, nadat Kobus II is gerealiseerd is dat nu nog 300/350 meter. Het gevoel daarbij dat het Kobus geen rol speelt is, moeilijk uit te leggen. Wethouder Kok zegt dat in de notitie wordt aangegeven dat de afstand 353 meter is tot aan het nieuwe Kobus. Die afstand is in principe ook niet gewijzigd. De afstand van 600 meter is ons niet bekend. De heer Meerdink zegt dat in de stukken gesproken wordt over deze twee getallen en dit heeft te maken met het Kobus. Het argument dat het niet het Kobus is, maar andere burgerwoningen begrijpen wij wel. Maar het gevoel. LTO zegt dat de bebouwing meer naar het bedrijf is toegekomen. Die motivatie in die brief zouden wij graag meer onderbouwd hebben. Wethouder Kok zegt dat door het bestemmingsplan Kobus het bedrijf niet in een planologisch nadelige situatie is terecht gekomen. Dit is in principe het enige dat telt. Daar gaat de planschade over. De heer Meerdink zegt de redenatie te begrijpen. Vanaf het begin was het bedrijf Luiten een barrière om het Kobus te realiseren. Daarom zijn er initiatieven van voorgangers van u genomen om met de familie te gaan praten. Is het mogelijk te verplaatsen, of in het LOG iets te gaan doen. U kunt zich dan wellicht voorstellen, dat het niet ging om die burgerwoningen, maar met name om t Kobus I en II. De heer Migchelbrink zegt dat het in het verleden - toen gesproken werd over eventueel bedrijfsverplaatsing - niet ging om het plan Kobus op zich zelf maar meer voor de randweg die naar de Gendringseweg getrokken zou worden. Dat was een reden voor de raad om te zeggen, nu komt bedrijfsverplaatsing inzicht. Ga eens overleggen. Dit was toen een visie. Deze is later niet doorgegaan. Dus op dat moment was bedrijfsverplaatsing niet meer aan de orde. De heer Meerdink zegt dat dit een extra argument is bovenop het door hem genoemde. Dat er keer op keer door het college met het bedrijf gesproken is om tot een vergelijk te komen. De heer Pennings zegt dat die 600 meter de oude afstand tot de kern van Aalten was zonder t Kobus erbij. De heer Navis vraagt aan de heer Meerdink of hij het eens is met het voorstel dat er geen sprake is van planschade maar wellicht wel van waardevermindering? Als de CDA fractie van mening is dat er geen sprake is van planschade maar wellicht wel van waardevermindering dan moet men toch even overwegen welke precedent werking dit met zich meebrengt wanneer men gaat spreken over compensatie bij waardevermindering. Dit is goed om ook in ogenschouw te nemen. De heer Meerdink vraagt een korte schorsing aan. De heer Migchelbrink vraagt of de wethouder met het bedrijf Luiten gaat praten over bedrijfsverplaatsing? Waar gaat het dan over? Wethouder Kok; Nee, dit heeft u dan niet goed begrepen. De oproep die wordt gedaan is te bezien in welke RO situatie en millieutechnische situatie het bedrijf zit en te kijken welke kosten de familie heeft gemaakt. Over de eerste twee aspecten willen wij zeker in gesprek gaan, zonder enige verwachtingen te scheppen. De heer Wossink vraagt of er van de gesprekken tussen het college en de familie Luiten verslagen zijn gemaakt. Deze fase mist hij een beetje om een goede afweging te kunnen maken. Eerst gaat het over Kobus I en II en nu komt er ook nog de randweg bij. Missen wij een stuk informatie? De voorzitter zegt dat dit niet het geval is. Alle informatie is beschikbaar. De voorzitter schorst voor een kort moment de vergadering om uur. De voorzitter heropent de vergadering om uur. 11