de heer G. Berghoef, burgemeester de heer M.A.J.B. Fiering de heer J.P.P.A. Wijnen (Notuleerservice Nederland)

Transcriptie

1 Notulen van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Aalten gehouden op 15 april 2008 om uur, in het gemeentehuis aan de Markt te Aalten Voorzitter: Griffier: Notulist: de heer G. Berghoef, burgemeester de heer M.A.J.B. Fiering de heer J.P.P.A. Wijnen (Notuleerservice Nederland) Aanwezig zijn de leden: Mevrouw W. van der Kuil en de heren F.B. Diersen, D.W. Luiten, H.J.Meerdink, H.J. Ormel, G.H. Rougoor, M.G. Rutgers, D.J.A. Vrieselaar, G.J.E. Heusinkveld en J.H.J. Wessels (CDA) Mevrouw M.H.M. Nouwens-Wiltink en de heren J.D. van Duijvenvoorde en H.H. Eppink (PvdA) De heren G.H. ter Horst, G.H. Migchelbrink en J.C. Wikkerink (Progressieve Partij) De heren J.J. Bulsink en H.J. Roerdink (Gemeentebelangen) De heren A.W. Udo en M.J. Veldhuizen (VVD) De heer J. Pennings (ChristenUnie) Verder aanwezig: De wethouders H.M. Ostendorp, H.J. Rijks en W.G. ten Voorde Afwezig met kennisgeving: Wethouder J. Teeuwsen 1. Opening De voorzitter opent de vergadering om uur, verzoekt iedereen te gaan staan en een ogenblik stilte in acht te nemen. Hij heet alle aanwezigen van harte welkom. De loting wijst de heer Ormel als voorstemmer aan. 2. Vragenuur De voorzitter deelt mee dat de fractie van het CDA vragen heeft gesteld over de scholen in Dinxperlo en dat de fracties van de CU, de PvdA en de PP gezamenlijk vragen hebben ingediend over het zorgdorp. De vragen zijn inmiddels schriftelijk beantwoord. De heer Luiten pleit ervoor om de eerste fase van de scholenbouw op te starten. Hij vraagt of de fractie mag aannemen dat de knip zichtbaar wordt in de toegezegde planning. Wethouder Rijks antwoordt dat het overleg met de vele partijen niet moet worden gefrustreerd. De scholen voeren zeer zorgvuldig overleg over de fusie en het gebruik van de beschikbare ruimte. Het tijdschema verloopt zoals gewenst. De vragen die bij omwonenden leven, worden serieus bekeken. Indien nodig wordt de uitvoering van de bouw in stukken geknipt, maar de aanbesteding wordt als een geheel aangepakt. Met de bouw van De Wegwijzer wordt de grootste spoed betracht. De heer Luiten wacht de planning af. De heer Wikkerink licht de ingediende vragen toe. Het gaat erom wie de regie heeft over de informatievoorziening bij grote projecten zoals het zorgdorp. De fractie begrijpt het standpunt van het college, maar zij is er niet gelukkig mee dat het college niet eerder informatie heeft verschaft, ondanks het feit dat de informatie nog niet compleet was. Het kan nog maanden duren voordat de informatie compleet is en het college moet de vragen die er leven, beantwoorden, ook al is de informatie niet volledig. Spreker vraagt het college om de beschikbare informatie in het vervolg proactiever en sneller aan de bevolking te verstrekken. Hij hoopt dat het college tijdens de informatieavond van aanstaande donderdag zijn best doet om alle partijen die vragen hebben een eerlijke kans te geven. Wethouder Ostendorp stelt dat alle informatie die het college heeft gegeven met de omwonenden en de initiatiefnemers is gedeeld nadat de commissie hierover werd geïnformeerd. Het college heeft deze informatie op een proactieve wijze verstrekt. De direct betrokkenen zijn van alle ontwikkelingen op de hoogte gebracht. Mevrouw Van der Kuil heeft in de krant gelezen dat het college een garantie heeft afgegeven voor een optreden van de Spektakeltoer in Dinxperlo. Zij meent dat was afgesproken dat de gemeente niet zou meedoen. Spreekster vraagt of de informatie in de krant correct is en hoe dit tot stand is gekomen. 1

2 De voorzitter antwoordt dat in de begroting een bedrag is opgenomen voor het regionale MIP voor de toeristische ontwikkeling. De Achterhoekse Spektakeltoer vormt een deel van de activiteiten die in regionaal verband worden ontwikkeld op het gebied van het toerisme. Voor de Spektakeltoer bestaat dus een financiële grondslag in de begroting. Mevrouw Van der Kuil vraagt of de dekking uit de post recreatie komt en of het om een eenmalig optreden gaat. De voorzitter antwoordt dat de Spektakeltoer naast een toeristische activiteit ook een van de culturele verschijnselen is die men voor de Achterhoek wil behouden. De regiogemeenten en de provincie reserveren jaarlijks een bedrag voor culturele activiteiten. Spreker stuurt de detailstukken naar de raad en geeft schriftelijk antwoord op de vraag over de dekking, waarbij wordt verwezen naar de betreffende begrotingspost. Mevrouw Van der Kuil wacht het schriftelijk antwoord af. 3. Vaststelling van de agenda De heer Udo verzoekt om agendapunt 11 van de agenda te schrappen. In de commissie ROWM en de agendacommissie heeft de VVD-fractie vraagtekens gezet bij de behandeling van dit verzoek door de raad. Dat de raad bevoegd is om vrijstelling te verlenen conform artikel 19 WRO is juist, maar dat dit ook zou gelden voor principeverzoeken is juridische haarkloverij. De fractie vraagt het college om te onderzoeken op welke manier principeverzoeken in het verleden zijn afgehandeld en of het zinvol is om het afhandelen van dergelijke verzoeken formeel aan het college te delegeren. Spreker wijst erop dat het college de raad vraagt om een besluit te nemen over een principeverzoek, maar dat in het besluit het woord principeverzoek niet voorkomt. Hij stelt dat een deugdelijke onderbouwing van het verzoek ontbreekt zoals de fractie in de commissie ROWM heeft aangegeven. Deze onderbouwing is essentieel om een oordeel te kunnen geven over het principeverzoek. De fractie vraagt om het agendapunt beter voor te bereiden en dan aan de raad voor te leggen. Tevens verzoekt de fractie de overige raadsleden om nog geen oordeel te vormen over dit verzoek, omdat een verzoek dat niet compleet is, niet moet worden behandeld. De voorzitter wijst erop dat de heer Ormel niet deelneemt aan de beraadslagingen en plaats heeft genomen op de publieke tribune. De heer Pennings is van mening dat de raad een besluit moet nemen, ook als het gaat om een principeverzoek. Indien het principeverzoek wordt afgewezen, kan de indiener alsnog een verzoek indienen indien hij dat wenst. De heer Wikkerink merkt op dat de PP-fractie ook de vraag heeft gesteld of het zinvol is om een besluit te nemen over een principeverzoek. De fractie is niet overtuigd door het antwoord van de wethouder, maar de fractie vindt het belangrijk om een signaal af te geven aan de initiatiefnemer. De voorzitter zegt dat de raad zich moet realiseren dat dit onderwerp twee keer in de raad kan worden behandeld indien het agendapunt wordt gehandhaafd. Hij wil in een kleiner verband spreken over de effectiviteit van principeverzoeken. De heer Luiten geeft aan dat de CDA-fractie uit praktische overwegingen en op grond van de antwoorden op vragen in de commissie dit punt op de agenda wil laten staan. De initiatiefnemer weet dan hoe de zaak wordt beoordeeld en kan dan een verder onderbouwd verzoek indienen. De heer Veldhuizen vindt dat de raad een besluit moet nemen over een goed onderbouwd verzoek en niet over een principe. Mevrouw Nouwens wijst op de discrepantie tussen het voorstel en het besluit. Zij vindt het verstandig om te bekijken of het voorstel moet worden gewijzigd. De heer Bulsink ziet geen verschil of de vrijstelling wordt verleend op basis van een principeverzoek of op basis van een regulier verzoek. Agendapunt 11 kan worden behandeld. De heer Udo vraagt waarom in het besluit niet wordt gesproken over een principeverzoek. De voorzitter zegt dat de raad een oordeel moet vellen. De heer Veldhuizen herhaalt dat de fractie de volledige zaak op tafel wil hebben en hij doet een beroep op de overige raadsleden het punt niet op de agenda te plaatsen en op de volgende vergadering op de volledige zaak terug te komen. De heer Luiten merkt op dat er een duidelijke vraag is gesteld waarop een duidelijk antwoord kan worden gegeven. Men moet geen spijkers op laag water zoeken. De VVD is een partij die voor duidelijkheid is en hier kan duidelijkheid worden geboden. De voorzitter concludeert dat de meerderheid van de raad het agendapunt wil laten staan. Hij deelt mee dat de CDA-fractie verzoekt om agendapunt 17 als bespreekstuk te behandelen. Spreker constateert dat de raad daarmee instemt. Hij wijst erop dat de heer Ormel weer deelneemt aan de beraadslagingen. 2

3 Met inachtneming van de genoemde aanpassingen wordt de agenda vastgesteld. 4. Notulen van de vergadering van 18 maart 2008 Naar aanleiding van en redactioneel worden de volgende opmerkingen gemaakt: De heer Ormel verwijst naar punt 8 op pagina 2. Het eerste punt moet worden geagendeerd voor de commissie ROWM. De heer Pennings verwijst naar pagina 13 en vraagt wanneer het college aan het werk gaat met het beleid voor jeugdparticipatie. Wethouder Ostendorp antwoordt dat de communicatie op korte termijn op gang komt. De heer Rutgers verwijst naar pagina 9. In de derde zin achter zijn naam moet na het woord categorie W3 worden toegevoegd. Met inachtneming van bovenstaande wijziging worden de notulen vastgesteld, met dank aan de notulist. 5. Toezeggingen gedaan tijdens vorige raadsvergaderingen De heer Pennings heeft in de krant gelezen dat over een jaar een bedrijf naar het bedrijventerrein in Bredevoort wordt verplaatst. Dit stemt niet overeen met wat in punt 3 staat. Hij vraagt wat correct is. Wethouder Ten Voorde antwoordt dat de publicatie in de krant niet juist is. Zodra relevante informatie beschikbaar is, wordt de raad geïnformeerd. De voorzitter laat weten dat punt 11 in de volgende commissievergadering wordt behandeld. De heer Rutgers wijst erop dat het bij punt 17 gaat om een verkenning of het zinvol is om hiermee verder te gaan. Wethouder Ten Voorde geeft aan dat het college voor de zomer met voorstellen komt. De heer Rutgers zegt dat zou worden bekeken of het zinvol is om de indeling in categorieën voor te bereiden en niet dat een voorstel wordt voorbereid om W3 op te heffen. Wethouder Ten Voorde stelt dat het goed is om de opdracht in de commissie te bespreken. Het gaat verder dan de huidige situatie te inventariseren. Er moet worden bekeken of er aanleiding is om het beleid te wijzigen. De verstrekte opdracht gaat verder dan alleen een verkennend onderzoek. De heer Meerdink heeft begrepen dat voor de zomer een onderzoek zou zijn afgerond. 6. Ingekomen stukken De heer Van Duijvenvoorde vraagt om stuk nummer 1 in de commissie ZOW te behandelen. De voorzitter constateert dat daartegen geen bezwaren bestaan. De heer Pennings verwijst naar stuk nummer 10. Hij vraagt expliciet aandacht voor de onrust onder de medewerkers van Hameland. Met deze categorie mensen moet goed worden omgegaan. De voorzitter vraagt of dit in de commissie ZOW moet worden behandeld. De heer Pennings antwoordt dat hij tevreden is indien het college de brief op een goede manier afhandelt. Wethouder Ostendorp geeft aan dat de reactie van het college op dit schrijven aan de commissie ZOW wordt meegedeeld. Het college heeft aandacht voor een zorgvuldige communicatie met Hameland. Spreker zal de SP vragen om individuele gevallen niet breed naar buiten te brengen. 7. Mededelingen Er worden geen opmerkingen gemaakt. 8. Intergemeentelijke samenwerking De heer Ormel laat weten dat hij stukken heeft ontvangen van de Euregio. Hij adviseert om de stukken voor de volgende raadsvergadering ter inzage te leggen. BESPREEKSTUKKEN 9. Voorstel tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan IJzerlo, herziening Warmelinckweg 2008 De heer Van Duijvenvoorde zegt dat de PvdA-fractie zich kan vinden in het voorstel, omdat hiermee de leefbaarheid van de kleine gemeenschap wordt bevorderd. De fractie vraagt of voor de kavels 3

4 personen in aanmerking komen die een band hebben met IJzerlo, of dat de kavels in de vrije verkoop komen. De heer Pennings merkt op dat uit de inspraak naar voren kwam dat een knip moet worden gemaakt. De fractie verzet zich hier niet tegen en gaat akkoord met het voorstel. De heer Veldhuizen geeft aan dat de VVD-fractie het voorstel toejuicht, omdat hiermee de leefbaarheid van het buitengebied wordt vergroot. De fractie is blij dat rekening is gehouden met de ingediende zienswijzen en stemt in met het voorstel. De heer Migchelbrink laat weten dat de PP-fractie akkoord gaat met het voorstel. De heer Rougoor stelt dat het plan een breed draagvlak heeft. Met een nieuwe geurverordening moet een punt van bezwaarmakers worden weggewerkt en spreker vraagt of hieraan wordt gewerkt. De CDA-fractie is blij met de uitbreiding voor de kleine kern en gaat akkoord met het voorstel. De heer Bulsink deelt mee dat de GB-fractie akkoord gaat met het voorstel, dat een goede impuls is voor de kern. Wethouder Ten Voorde antwoordt op de vraag over de uitgifte van de kavels dat de kavels bij voorkeur worden uitgegeven aan personen die een sociaaleconomische binding hebben met IJzerlo. De gemeente voert de regie bij de uitgifte van de kavels. Op de vraag over de geurcirkels antwoordt spreker dat een actualisatie van de geurverordening nodig is om de agrarische bedrijven niet te belemmeren. Hij verwacht dat de nieuwe verordening over een half jaar aan de raad kan worden aangeboden. De voorzitter concludeert dat het voorstel met algemene stemmen is aangenomen. 10. Voorstel tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Kern Lintelo 2008 De heer Van Duijvenvoorde geeft aan dat de PvdA-fractie blij is dat de kern Lintelo leefbaar wordt gehouden en dat de fractie instemt met het voorstel. Spreker neemt aan dat de uitgifte van de kavels op dezelfde wijze gebeurt als in IJzerlo. De heer Pennings vindt het een goede zaak dat de locatie van de voormalige kleuterschool wordt bestemd voor woningbouw en dat het Kulturhuus in de bestemming wordt meegenomen. Spreker heeft moeite met de uitvoering van de woningbouwbestemming en vraagt of de locatie in de toekomst belemmeringen kan veroorzaken voor omliggende agrarische bedrijven. De heer Migchelbrink vindt het belangrijk dat de mogelijkheden voor woningbouw worden uitgebreid. Hij heeft dezelfde vraag als de heer Pennings. De PP-fractie gaat akkoord met het voorstel. De heer Rutgers laat weten dat de CDA-fractie instemt met het voorstel, met uitzondering van de heer Meerdink die vindt dat de zienswijze van de familie Bulsink moet worden gehonoreerd. De fractie spreekt haar waardering uit voor de inwoners van Lintelo, die hebben getoond dat zij het belang van de uitbreiding hoger achten dan het persoonlijke belang. De fractie vraagt aandacht voor de mogelijkheden van particuliere woningbouw. De inwoners van Lintelo moeten als eerste de kans krijgen om zich te kunnen huisvesten. De fractie vindt het in dit stadium te vroeg om ook aan de overkant van de Gendringseweg te gaan bouwen. De heer Veldhuizen merkt op dat de VVD-fractie enthousiast is over het voorliggende plan, waarmee de leefbaarheid wordt vergroot. De fractie stemt in met het voorstel. Spreker vraagt hoe snel de schop in de grond gaat en of de gemeente over de benodigde grond beschikt. De fractie roept het college op om tot een snelle afronding te komen. De heer Bulsink zegt dat de GB-fractie akkoord gaat met het voorstel, waarmee een goede impuls wordt gegeven aan de kleine kern. Wethouder Ten Voorde stelt dat het college heeft gekeken naar de mogelijkheden om de woningbouw in de toekomst uit te breiden. Uitbreiding in de richting van het gebouw Wilhelmina komt in conflict met de hindercirkel die daar ligt. Langs de Gendringseweg zijn meer mogelijkheden om uit te breiden. De grondtransactie is bijna afgerond en spreker gaat ervan uit dat de schop voor de zomer in de grond gaat. De woonblokken worden door woningstichting Wonion gebouwd. De gemeente geeft de vijf vrijstaande kavels uit aan belangstellenden die een binding hebben met Lintelo. Tweede termijn De heer Pennings vraagt of de woning die extra was toegevoegd dicht bij de hindercirkel komt te liggen. Wethouder Ten Voorde antwoordt dat de woning op deze locatie geen enkele belasting oplevert voor hindercirkels. De voorzitter constateert dat het voorstel is aangenomen met een stem tegen en twintig stemmen voor. 4

5 11. Voorstel tot het afwijzen van een principeverzoek om artikel 19, lid 1, WRO toe te passen ten behoeve van de uitbreiding van een agrarisch bedrijf aan de Navisweg 3 te Aalten De voorzitter wijst erop dat de heer Ormel niet deelneemt aan de beraadslagingen en plaatsneemt op de publieke tribune. De heer Pennings merkt op dat het bestemmingsplan voor het buitengebied onlangs is vastgesteld en dat daarin is opgenomen dat intensieve veehouderij kan uitbreiden tot 2,5 ha. Spreker vindt dat een bouwblok van 6 ha te groot is voor het Achterhoekse landschap. De CU-fractie is er een voorstander van om gezinsbedrijven de mogelijkheid te bieden om uit te breiden. De fractie wil niet meewerken aan het verzoek voor uitbreiding en wijst het verzoek af. De heer Rutgers geeft aan dat binnen de CDA-fractie verschillende meningen zijn over het verzoek. Een gedeelte van de fractie wil dat ruimte wordt geboden aan de agrarische ondernemer en de heer Meerdink vindt het onterecht indien niet iedereen dezelfde mogelijkheden zou krijgen. Het bedrijf ligt gedeeltelijk binnen het LOG en de Nederlandse veestapel zal niet uitbreiden. Een meerderheid van de fractie volgt echter het collegevoorstel, omdat in het bestemmingsplan dat in 2007 is vastgesteld de uitbreiding op 2,5 ha is gesteld. Binnen deze 2,5 ha kan een groot bedrijf worden opgestart. Spreker merkt op dat de indiener van het verzoek het plan kan aanvullen en een definitief plan kan indienen. De fractie is voor het afwijzen van het principeverzoek, met uitzondering van de heer Meerdink. De heer Migchelbrink zegt dat duidelijk moet zijn welke wettelijke procedure moet worden gevolgd bij principeverzoeken. Hij vraagt om er een notitie aan te wijden, zodat de raad weet waar hij aan toe is. Spreker stelt dat bij het vaststellen van het bestemmingsplan een compromis is bereikt met de vastgestelde 2,5 ha. De PP-fractie wil daaraan vasthouden. De fractie vindt dat het LOG is bestemd voor bedrijven die uit een extensiveringsgebied komen en dat een omvang van 6 ha niet past in het kleinschalig gebied van de Achterhoek. De fractie wil het verzoek niet honoreren en gaat akkoord met het voorstel. De heer Bulsink laat weten dat in het bestemmingsplan een maximale grootte van 2,5 ha is vastgesteld. De GB-fractie vindt dat het vastgestelde bestemmingsplan leidend is en dat hieraan moet worden vastgehouden. De fractie stemt in met het voorstel. De heer Van Duijvenvoorde deelt mee dat de PvdA-fractie vasthoudt aan de 2,5 ha die in het bestemmingsplan is vastgesteld. De fractie stemt in met het voorstel. De fractie wil meer duidelijkheid krijgen over de manier waarop met principeverzoeken moet worden omgegaan. De heer Udo stelt dat de VVD-fractie van mening is dat de raad nog geen besluit moet nemen over het verzoek. De fractie had liever gezien dat het college had gezocht naar een mogelijkheid om het plan door de initiatiefnemer beter te laten onderbouwen en eventueel gedeeltelijk te realiseren. Zoals het verzoek nu voorligt, is de fractie voor het voorstel van het college. De heer Pennings is van mening dat de mogelijkheid aanwezig is om het plan gedeeltelijk te realiseren. Spreker vraagt de heer Udo of dit juist is. De heer Udo antwoordt dat hij graag had gezien dat het college samen met het ambtelijk apparaat en de provincie had gezocht naar een manier om een groot en levensvatbaar bedrijf te stichten. Hij vindt het jammer dat deze kans voorbij is gegaan en dat een oordeel wordt geveld over een onvolkomen voorstel. Wethouder Ten Voorde zegt toe dat het college de komende maanden voorstellen formuleert over de manier waarop met principebesluiten moet worden omgegaan. Hij stelt dat het LOG is bedoeld om extensiveringsbedrijven te plaatsen en om bestaande grondgebonden bedrijven te kunnen laten groeien. In reactie op de opmerking van de heer Udo zegt spreker dat het voorstel is geformuleerd na een deskundige voorbereiding binnen de organisatie en nadat afstemming heeft plaatsgevonden met de provincie. Spreker wijst erop dat het bestemmingsplan de ruimte biedt om meer toe te staan indien de 2,5 ha niet voldoende blijkt te zijn. De heer Udo merkt op dat de fractie op het laatste doelt. Wethouder Ten Voorde stelt dat eerst de 2,5 ha moet worden bekeken. Indien dat niet voldoende is, biedt het bestemmingsplan ruimte om een bedrijf meer te laten groeien. Tweede termijn De heer Rutgers wijst erop dat de groei boven de 2,5 ha, een bevoegdheid is van de raad. De heer Migchelbrink heeft dezelfde opmerking als de heer Rutgers. De heer Udo vraagt of in het overleg met de provincie naar voren is gekomen dat het juridisch juist is dat de raad beslist over een principebesluit. Wethouder Ten Voorde antwoordt dat dit onderwerp niet aan de orde is geweest. 5

6 De voorzitter zegt dat de bevoegdheden in de wetgeving zijn omschreven en het college maakt hierover een notitie. De heer Udo denkt dat de fractie vanavond niet meer kan bereiken. De voorzitter concludeert dat er negentien stemmen voor het afwijzen van het verzoek zijn en dat een stem tegen is. Het voorstel is aangenomen. 12. Voorstel tot aanwijzing van de gronden waarop de artikelen 10-24, 26 en 27 van de Wet voorkeursrecht gemeenten van toepassing zijn (Lintelo) De voorzitter wijst erop dat de heer Ormel weer deelneemt aan de beraadslagingen. Spreker concludeert dat het voorstel met algemene stemmen is aangenomen. 13. Voorstel tot aanwijzing van de gronden waarop de artikelen 10-24, 26 en 27 van de Wet voorkeursrecht gemeenten van toepassing zijn (IJzerlo) De voorzitter concludeert dat het voorstel met algemene stemmen is aangenomen. 14. Voorstel tot het vaststellen van het Informatiebeleidsplan De heer Vrieselaar heeft begrepen dat de benodigde bedragen voor de aanpassing van de automatiseringsmiddelen zijn terug te vinden in de begroting. De CDA-fractie gaat akkoord met het voorliggende plan. De fractie vertrouwt erop dat een grootschalige vervanging van hardware kan worden opgerekt totdat de gemeente in de nieuwe huisvesting zit. De heer Roerdink merkt op dat de GB-fractie haar goedkeuring geeft aan het plan, vooral omdat de kosten hiervoor al in de meerjarenraming zijn opgenomen. De fractie gaat akkoord met het voorstel. De heer Veldhuizen zegt dat het voorstel bijdraagt aan een goede digitale informatievoorziening, waarbij de woorden klantvriendelijk en kwalitatief hoogwaardig de fractie aanspreken. De heer Wikkerink begrijpt dat het beleidsplan in het kader van EGEM-i door de raad moet worden vastgesteld. De PP-fractie gaat akkoord met het voorstel. De heer Eppink geeft aan dat de PvdA-fractie akkoord gaat met het voorstel. De fractie begrijpt dat het besluit nodig is om subsidies te kunnen krijgen en de fractie wil daaraan graag meewerken. De voorzitter concludeert dat het voorstel met algemene stemmen is aangenomen. 15. Voorstel tot aanwijzing van vertegenwoordigers in het algemeen bestuur en de verschillende programmateams van de Regio Achterhoek De voorzitter concludeert dat het voorstel met algemene stemmen is aangenomen. 17. Voorstel tot het laten uitvoeren van een uitgebreid vleermuisonderzoek en ontheffingsaanvraag voor een periode van 5 jaar voor Dinxperlo en Bredevoort inclusief parkzone en de kosten ten laste te brengen van de bestemmingsreserve flora en fauna De heer Meerdink zegt dat in het voorstel staat dat er een aanzienlijk belang is om het onderzoek te laten uitvoeren en dat wordt gesproken over planvorming en vertragingen. Het voorstel geeft niet aan waardoor het aanzienlijk belang en de vertragingen ontstaan. Hij wil de gevoelens die bij velen leven, vertalen. Vervolgens zal de heer Rougoor de ratio naar voren brengen. Spreker ziet het als zijn plicht om zaken te benoemen. Hij stelt dat het college toont slappe knieën te hebben voor het netwerk van natuurvrienden. Er worden dure onderzoeken uitgevoerd die weinig of geen nut hebben en dit kost de gemeenschap handenvol geld. Stelselmatig worden initiatieven en investeerders geconfronteerd met bezwaren die kant noch wal raken. De overheid roept deze oneigenlijk gebruikte mogelijkheden over zichzelf af. Het is goed dat er spelregels zijn die ook de overheid moet naleven, maar zodra vleermuizen inzet worden van dwarsliggers om de maatschappelijke innovatie voor wonen, werken en recreëren te ontwrichten, lijkt het erop dat men het nuchtere verstand heeft verloren. Spreker zegt dat er veel vleermuizen zijn te vinden in en rond boerderijen. Vleermuizen zijn niet te vinden in populieren of eiken, zoals bij de te onderzoeken locatie Ooievaarsdijk in Bredevoort. Boerderijen vormen voor vleermuizen en zwaluwen een driesterrenhotel. Hij stelt dat er voor iedere koe een vleermuis en een zwaluw is te vinden en dat dit niet het geval is voor een populier of een eik. Met dit voorstel zet het college de deur wagenwijd open voor talloze onderzoeken die veel geld kosten. Spreker heeft begrip voor de zorgen van het college, maar het college moet beseffen dat de burgers de lasten dragen. Hij stemt niet in met het voorstel. De heer Rougoor heeft een studie verricht over het onderwerp. De CDA-fractie staat positief tegenover het voorstel. Indien bekend is of er vleermuizen zijn in de genoemde gebieden, betekent dat tijdwinst voor een ontwikkelaar en de gemeente. Daarom worden de gegevens van het onderzoek tegen een redelijke vergoeding ter beschikking gesteld van ontwikkelaars of de gemeente. Spreker stelt dat het stuk de sfeer ademt van de algemene Europese regelgeving, die de gemeente dwingt om 6

7 een onderzoek in te stellen. Hij mist in het stuk de uitleg over wat er met de resultaten van het onderzoek wordt gedaan. De vraag is wat er gebeurt indien vleermuizen worden aangetroffen in de onderzochte gebieden. Hij vraagt of er dan richtlijnen worden gegeven over de manier waarop daarmee moet worden omgegaan. Geeft SSA een oplossing zodat kan worden gebouwd terwijl de vleermuizen worden beschermd, zoals het ophangen van een vleermuiskast? Spreker zegt dat de fractie akkoord gaat met het voorstel met uitzondering van de heer Meerdink. De heer Pennings vraagt de CDA-fractie op welk moment werd besloten om van het hamerstuk een bespreekstuk te maken. Spreker zou het netjes hebben gevonden indien het CDA de overige fracties van tevoren in kennis had gesteld. Hij vraagt wie er namens de CDA-fractie spreekt, de heer Meerdink of de heer Rougoor. Spreker vindt dit een vertoning die men niet moet opvoeren. Hij wijst erop dat de commissie unaniem geld beschikbaar heeft gesteld om de uitvoering een jaar te vervroegen. Spreker is van mening dat het college snel aan het werk is gegaan. Het is een goede zaak dat men op korte termijn weet wat de stand van zaken is over de vleermuizen. De voorzitter wijst erop dat de raad afgelopen vrijdag bericht heeft gekregen dat het CDA heeft gevraagd om van agendapunt 17 een bespreekstuk te maken. Volgens het reglement van orde is dit mogelijk. De heer Ter Horst merkt op dat het CDA vragen heeft gesteld terwijl het voorstel toch een hamerstuk was en de zaak duidelijk was. Hij begrijpt dat de heer Meerdink als voorzitter van de commissie ROWM niet kan deelnemen aan de discussie. Spreker vraagt de heer Meerdink of het de bedoeling is dat in de raadsvergadering hamerstukken als bespreekstukken worden behandeld zodat hij daarover het woord kan voeren. Spreker is het eens met het voorstel. De voorzitter maakt duidelijk dat wat er is gebeurd, is gebaseerd op het reglement van orde. Het is niet ongebruikelijk dat op grond van recente ontwikkelingen vragen kunnen worden gesteld. Wethouder Ten Voorde geeft aan dat de commissie toestemming heeft gegeven om het onderzoek op te starten. Bij het maken van bestemmingsplannen loopt men soms tegen regelgeving aan waardoor men wordt verplicht allerlei onderzoeken te laten uitvoeren. Daar horen jammer genoeg de Flora- en faunawet bij en het verdrag van Malta. De heer Migchelbrink vraagt waarom de wethouder het jammer vindt dat de Flora- en faunawet daarbij hoort. Wethouder Ten Voorde antwoordt dat hij hierbij denkt aan deregulering. Door onderzoeken duurt het langer om tot besluitvorming te komen. Onderzoeken vormen een onlosmakelijk deel van de bestemmingsplannen. De heer Migchelbrink was bang dat de wethouder vleermuizen niet belangrijk vindt. Wethouder Ten Voorde zegt dat het college zorgvuldig omgaat met de Flora- en faunawet. Door het onderzoek nu te laten uitvoeren krijgt de gemeente slagkracht terug, omdat voor toekomstige ontwikkelingen gebruik kan worden gemaakt van de uitkomsten van het onderzoek. Het kost de gemeente geen geld omdat een veelvoud van de kosten in de gemeentekas wordt teruggestort door plannenmakers. Het onderzoek is breder dan alleen vleermuizen. Vanuit het klantgericht denken is dit een goed voorstel. Tweede termijn De heer Pennings wist niet dat een bericht was verstuurd. Hij neemt zijn woorden terug en gaat de mailbox goed nakijken. De heer Meerdink zegt tegen de heer Ter Horst dat hij als volksvertegenwoordiger gebruik wil maken van alle rechten en plichten die daarbij horen. Spreker heeft geen hekel aan vleermuizen, maar hij heeft er problemen mee dat vleermuizen als een oneigenlijk middel worden gebruikt om procedures te dwarsbomen. De heer Eppink vindt het een kwalijke zaak dat de heer Meerdink de raad wil gebruiken om het woord te voeren over zaken waarover hij in de commissie niet heeft kunnen spreken. Spreker hoopt dat de CDA-fractie erop gespitst is dat in de raadsvergadering geen herhaling van zetten plaatsvindt. De voorzitter wijst op de inhoud van agendapunt 17. Hij staat niet toe dat de raad een zijspoor bewandelt en daarover gaat discussiëren. De heer Wikkerink vraagt wat de heer Meerdink wil. Wil hij zich bewust niet houden aan de Flora- en faunawet of wil hij iets anders? Stelt de heer Meerdink voor om geen onderzoek te doen en de wet terzijde te schuiven? Indien de heer Meerdink kritiek heeft op de Flora- en faunawet, moet hij die kritiek daar uiten waar dat thuishoort. Spreker wil een alternatief horen en niet alleen maar kritiek. De heer Meerdink antwoordt dat het vleermuisonderzoek op tientallen plaatsen kan worden toegepast waar een bouwvergunning speelt. In dit geval gebeurt het selectief. Spreker wil dat het college zo handelt dat de burger niet hoeft op te draaien voor de kosten. 7

8 De heer Wikkerink stelt dat die wens precies datgene is dat dit voorstel behelst. De heer Udo merkt tegen de heer Pennings op dat de commissie geen geld beschikbaar kan stellen. De voorzitter interpreteert de woorden van de heer Pennings zo, dat de commissie een voorschot heeft genomen op het besluit dat de raad vanavond neemt. Wethouder Ten Voorde steunt de woorden van de heer Wikkerink. Het voorstel is bedoeld om de bouwers te faciliteren en hen niet op meer kosten te jagen dan strikt noodzakelijk is. De heer Wikkerink stelt de heer Meerdink voor om toch voor het voorstel te stemmen. Het voorstel is goed voor de bouwers die daarmee voldoen aan de verplichtingen vanuit de regelgeving. Spreker ziet geen enkele reden om tegen het voorstel te zijn. De voorzitter constateert dat het voorstel is aangenomen met twintig stemmen voor en een stem tegen. HAMERSTUKKEN 16. Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit en het delegeren van de vrijstellingsbevoegdheid op grond van artikel 19, lid 1, WRO ten behoeve van de uitbreiding van Sportesse De aanwezigen gaan unaniem akkoord met het voorstel. 18. Voorstel tot vaststelling van de fractievergoedingen 2006 De aanwezigen gaan unaniem akkoord met het voorstel. 19. Voorstel afgifte verklaring omtrent representativiteit Stichting Omroep Aalten Lokaal De aanwezigen gaan unaniem akkoord met het voorstel. 20. Voorstel tot vaststelling van de Verordening burgerinitiatief De aanwezigen gaan unaniem akkoord met het voorstel. 21. Sluiting De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering om uur. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 7 mei 2008 de griffier, de voorzitter, M.A.J.B. Fiering G. Berghoef 8