Plaatsvervangend voorzitter: de heer H.J. Meerdink. de heer M.A.J.B. Fiering. mevrouw E.J.A.H. Smit

Transcriptie

1 Notulen van de openbare meningvormende vergadering van de raad van de gemeente Aalten op 16 oktober 2012 om uur, in het gemeentehuis aan de Markt te Aalten. Plaatsvervangend voorzitter: de heer H.J. Meerdink Griffier: Notulist: de heer M.A.J.B. Fiering mevrouw E.J.A.H. Smit Aanwezig zijn de leden: De heren F.B. Diersen, P.J. Frenken, R.H. Heideman, D.W. Luiten, H.J. Meerdink, G.J.E. Heusinkveld en J.H.J. Wessels (CDA) Mevrouw P. Hoezen, mevrouw W. Oort-Löwenthal en de heer J.D. van Duijvenvoorde (PvdA) De heren G.H. Migchelbrink, G.I. Uland en J.C. Wikkerink (Progressieve Partij) Mevrouw M.W. Egberts-Veerbeck en de heren J.J. Bulsink, R.J. Wossink en A.Walter (Gemeentebelangen) De heren H.H. Navis, P.S. Eijkelkamp en M.J. Veldhuizen (VVD) De heer J. Pennings (ChristenUnie) Afwezig met kennisgeving: de heer G. Berghoef (burgemeester), de heer T.M.M. Kok (wethouder) Verder aanwezig: de wethouders H.J. Rijks en J. Teeuwsen 1. Opening. De voorzitter opent de vergadering om uur, verzoekt iedereen te gaan staan en een ogenblik stilte in acht te nemen. Hij heet alle aanwezigen van harte welkom. Spreker stelt voor om de burgemeester een te sturen en hem een goede vaart en een behouden thuiskomst te wensen. De voorzitter verzoekt de griffier om morgen een aan de burgemeester te sturen. De loting wijst de heer Frenken aan als voorstemmer. De volgorde van de sprekers is als volgt: CDA, PP, PvdA, CU, VVD en GB. 2. Vragenuur. De voorzitter deelt mee dat er schriftelijke vragen zijn ingediend door de fracties van het CDA en GB inzake Gendringseweg 9. De heer Luiten bedankt het college voor de snelle beantwoording. Deze beantwoording stelt de fractie gerust omdat in ieder geval op een goede manier afweging zal plaats vinden. Ons advies is om in nauw contact te blijven met de buurt. De heer Wossink sluit zich aan bij de woorden van voorgaande spreker. De meeste vragen zijn naar tevredenheid beantwoordt. Een enkele is overgebleven. Deze vragen zullen één dezer dagen met wethouder Kok worden besproken. Door de PP fractie zijn schriftelijke vragen ingediend betreffende voetbalvereniging SVD en thuishulp. De heer Wikkerink zegt dat volgens hem de eerste vraag simpel beantwoord kan worden. Dit naar aanleiding van een artikel in de Gelderlander van afgelopen zaterdag. De vraag is of de uitspraak over de huurpenningen inmiddels is gedaan door de rechter. Is deze uitspraak binnen en vooral of deze gevolgen heeft voor de begroting. Wethouder Rijks zegt dat via een raadsmededeling hier op zal worden geantwoord. De heer Wikkerink vraagt of dit dan vóór de begrotingsbehandeling kan. Wethouder Rijks zegt dat dit mogelijk moet zijn. De heer Wikkerink zegt dat de vraag over de thuishulp toch wel enige haast heeft. Hij kan zich voorstellen dat ook op deze vragen schriftelijk wordt gereageerd. Belangrijk voor de fractie van de PP is de vraag of de gemeente Aalten ook voornemens is het contract met Sensire of een andere zorgaanbieder van zorg in natura, op te zeggen per De gemeenten Oude IJsselstreek en Montferland hebben dat al gedaan. De rest van de vragen kunnen schriftelijk beantwoord worden. Wethouder Rijks zegt dat de gemeente Aalten het contract niet gaat opzeggen. De voorzitter sluit dit agendapunt af. 1

2 3. Vaststelling van de agenda. De voorzitter zegt dat de fractie van de PvdA een verzoek heeft ingediend, ingevolge artikel 8.5 van het Reglement van Orde, tot het houden van een interpellatiedebat naar aanleiding van het onlangs gepresenteerde werkervaringsplan. De heer Bulsink zegt dat de fractie van GB geen noodzaak ziet om een interpellatiedebat hierover te voeren. Wij zijn door de wethouder voldoende ingelicht. De voorzitter stelt vast dat de meerderheid van de raad geen bezwaar heeft tegen een interpellatiedebat m.b.t. het werkervaringsplan. Dit wordt aan de agenda toegevoegd als agendapunt 6A. De heer Bulsink vraagt of het zinvol is agendapunt 6 nu te bespreken aangezien de portefeuillehouder de heer Berghoef niet aanwezig is. Mevrouw Hoezen zegt dat dit vanavond wel kan worden behandeld omdat de punten van de PvdA fractie gericht zijn naar de andere fracties en niet tegen de portefeuillehouder. Het komt er op neer dat de fractie van de PvdA dit niet zonder meer wil vast stellen zonder hier nog even bij stil te staan en met de andere fracties te overleggen. Wat ons betreft hoeft de heer Berghoef hier niet bij aanwezig te zijn. De heer Luiten zegt dat er in de CDA fractie vragen naar voren kwamen, waarbij het handig zou zijn als de portefeuillehouder wel aanwezig zou zijn. Wat de CDA fractie betreft zou het de volgende keer behandeld kunnen worden. De voorzitter concludeert dat de meerderheid van de raad er geen bezwaar tegen heeft dit agendapunt in de raadsvergadering van 27 november 2012 te behandelen. Dit agendapunt wordt van deze agenda afgevoerd. Met inachtneming van bovenstaande aanpassingen wordt de agenda vastgesteld. 4. Voorstel tot aanwijzing bijzondere begraafplaats aan de Sondernweg 8 en tot vaststelling beleidsregels. De heer Heusinkveld zegt dat met de behandeling van dit agendapunt, 3 afzonderlijke voorstellen worden behandeld. De fractie van het CDA had het aanwijzen van een bijzondere begraafplaats graag afzonderlijk behandeld van de beleidsregels en de mogelijke delegatie hiervan. De CDA fractie was en is terughoudend in het toestaan van begraven op eigen erf. Dit mag alleen onder voorwaarden en moet door de aanvrager goed gemotiveerd worden. De term meer dan een intens verlangen is een arbitraire eis, maar geeft volgens ons wel aan wat de aard van het verlangen moet zijn. De fractie van het CDA is van mening dat de aanvrager voldoende gemotiveerd kan voldoen aan de eisen die gesteld mogen worden aan het begraven op eigen erf. De nadruk ligt op kan voldoen. Bij de inspraak werd duidelijk dat de aanvrager gebruik wil maken van de ontheffingsmogelijkheid om de afstand tot de grens met derden te beperken tot minder dan 30 meter. De fractie van het CDA wil dat deze ontheffingsmogelijkheid met grote zorgvuldigheid en terughoudendheid gepaard gaat. Wij pleiten er voor dat de wensen en bedenkingen van omwonenden worden meegenomen in de besluitvorming. Op dit moment zijn wij geen voorstander van gebruikmaking van deze ontheffing. Bij mogelijke toekomstige aanvragen moet het privacy aspect zorgvuldig worden meegenomen. Alle persoonlijke aspecten mogen bij voorbaat vertrouwelijk worden behandeld, ongeacht of de aanvrager hierin terughoudend is of niet. In nieuwe gevallen willen wij graag dat de aanvrager gewezen wordt op mogelijke waarde vermindering van zijn bezit. Dit heeft ook te maken met onze terughoudendheid maar ook met een zorgvuldige en volledige informatieverstrekking aan de aanvrager. Voorgesteld wordt om aanwijzing van gronden voor bijzondere begraafplaatsen te delegeren aan het college. De CDA fractie is niet tegen het delegeren, maar wij vragen ons af of delegatie in dit geval mogelijk is, gezien het feit dat bestemmingsplan wijzigingen zijn voorbehouden aan de raad. Is het wel mogelijk om dit soort zaken te delegeren? De heer Wikkerink zegt dat dit nu de derde keer is in de gemeente Aalten dat wij moeten besluiten over een bijzondere begraafplaats. Ook de vorige keren is de raad daar behoorlijk contentieus en gewetensvol mee bezig geweest. Wij willen terughoudend zijn met het aanwijzen van bijzondere begraafplaatsen. De raad heeft zich destijds op het standpunt gesteld dat - binnen de geldende regels van de wet - levensbeschouwelijke of religieuze overtuigingen met betrekking tot het begraven moeten worden gerespecteerd. Een levensbeschouwing kan ook blijken uit een samenhang van waarden en normen van levensbeschouwelijke aard. Naar ons idee geldt dit nog steeds. Wij moeten toetsen of de aanvrager voldoet aan de wettelijke eisen, en de motieven van levensbeschouwelijke aard zijn. De fractie van de PP heeft dit beoordeeld en de fractie zou akkoord kunnen gaan met het aanwijzen van deze bijzondere begraafplaats. Deze bijzondere plek voor deze bijzondere situatie. In de RTG heeft de fractie van PP al aangegeven dat het niet akkoord is om het aanwijzen van bijzondere begraafplaatsen te delegeren aan het college. Het college is een uitvoeringsorgaan en de raad is gekozen door de bevolking met al zijn levensbeschouwelijke aspecten. De raad kan alleen maar beoordelen als 2

3 hoogste orgaan in de gemeente of de levensbeschouwelijke motivatie van burgers past binnen de aanvraag van bijzondere begraafplaatsen. De fractie van de PP wil graag de beoordeling van het bijzondere karakter van bijzondere begraafplaatsen bij de raad laten. De fractie dient een mondeling amendement in om punt 3 van het besluit te schrappen. Mevrouw Hoezen zegt dat het voorstel bestaat uit een drietal onderdelen. De fractie van de PvdA heeft een aantal opmerkingen met betrekking tot die onderdelen. Allereerst het verzoek om een bijzondere begraafplaats aan te wijzen. De fractie van de PvdA heeft veel begrip en waardering voor het verzoek. Maar op grond van de wet dient terughoudendheid te worden betracht met het inwilligen van dergelijke verzoeken. Wij hebben kennis genomen van het advies van de vakafdeling en het standpunt van de Inspectie van Volksgezondheid die hier afwijzend tegenover staan. Dat is niet voor niets, en wij vinden dan ook dat hier bij stil moet worden gestaan. Het college stelt desondanks voor om aan het verzoek tegemoet te komen en wijst hierbij op het gelijkheidsbeginsel. Het is ons bekend dat deze gemeente in het verleden 2 verzoeken heeft ingewilligd. Op eerdere informele verzoeken is afwijzend gereageerd. De fractie van de PvdA is van mening dat in dit geval het gelijkheidsbeginsel niet van toepassing is. De wens van de aanvrager om zijn echtgenote, na haar overlijden, thuis te begraven is heel begrijpelijk. Het geeft geen blijk van een meer dan intens verlangen op basis van een individuele levensbeschouwing. Daar komt bij dat de aanvraag niet lijkt te voldoen aan de beleidsregels die al dan niet vanavond worden vastgesteld. Wij hebben te maken met een aanvrager die voor iemand anders een bijzondere begraafplaats aanvraagt. Hierin lijkt de regelgeving niet te voorzien. Er wordt niet voldoende duidelijkheid gegeven ten aanzien van de wettelijke grafrusttermijn voor de toekomst. Alles afwegende is de fractie van de PvdA van mening dat aan dit verzoek geen gehoor kan worden gegeven. De organisatie is bezig om een Masterplan voor de Lijkbezorging op te stellen. Het ligt voor de hand om het beleid rondom de aanwijzing van bijzondere begraafplaatsen hierin mee te nemen. De fractie is van mening dat de beleidsregels niet vanavond moeten worden vastgesteld maar dat dit onderwerp moet worden betrokken bij het Masterplan. De fractie van de PvdA ziet geen reden om de bevoegdheid te delegeren naar het college. Dit is bij uitstek een taak voor de gemeenteraad. De heer Pennings zegt dat het verzoek tot het aanwijzen van een bijzondere begraafplaats helder is. De aanvrager is duidelijk bekend met de consequenties. Hij is met verschillende organisaties in gesprek over dit perceel, ook voor de toekomst. Als fractie van de CU willen wij met respect met dit onderwerp verdergaan en voorstellen om deze bijzondere begraafplaats aan te wijzen. Voor wat betreft de beleidsregels en de mandatering aan het college kunnen wij helder zijn en sluiten wij ons aan bij de woorden van de fracties van het CDA, de PP en de PvdA. De beleidsregels zouden ook vorm gegeven kunnen worden in het Masterplan. De heer Veldhuizen zegt dat de VVD fractie geen voorstander is om dit niet te delegeren naar het college en het mandaat bij de raad te laten. Als wij de privacy willen garanderen dan kunnen wij dit veel beter bij het college laten. Wij stellen voor het huidige voorstel te steunen. Mevrouw Hoezen zegt dat de fractie van de PvdA van mening is dat de privacy geen argument is om het dan maar te delegeren aan het college. Ook dan zou het een openbaar besluit worden. Ook door behandeling van de raad kan de privacy worden gewaarborgd door bv. stukken i.v.m. de privacy nietopenbaar te maken. Spreekster zegt het wel belangrijk te vinden dat hier in de openbaarheid discussie over wordt gevoerd. De heer Veldhuizen zegt het hier niet mee eens te zijn. De enige kans om de privacy te garanderen is om dit bij het college te laten. Mevrouw Hoezen zegt dat niet de PvdA fractie de partij is die heeft gezegd dat de privacy gewaarborgd moet worden. Wij vinden dit wel belangrijk. Als iemand een dergelijk verzoek doet dan zijn hier ook RO-aspecten aan verbonden. In dit geval is de aanvrager zich hier ook bewust van geweest. Gaat iedereen hier respectvol mee om, dan is er niets mis mee. De heer Veldhuizen zegt dat dan het college toch prima die taak kan vervullen. Waarom moeten wij dit als gemeenteraad doen? Mevrouw Hoezen; Omdat wij als gemeenteraad het hoogste orgaan zijn. Dit is een heel ingrijpende beslissing met grote gevolgen voor een lange termijn. De heer Wikkerink zegt het eens te zijn met de woorden van mevrouw Hoezen. Privacy heeft niets te maken met het al of niet delegeren aan de gemeenteraad. De heer Pennings zegt hier ook niet veel aan toe te kunnen voegen. Als wij de beleidsregels vaststellen dan kan het college haar werk doen, maar het uiteindelijke besluit ligt bij de raad. De heer Heusinkveld zegt dat de fractie van het CDA niet zoveel bezwaren ziet in het delegeren. Wij vragen ons wel af of het juridisch mogelijk is omdat het een bestemmingsplan wijziging behelst. Wethouder Rijks zegt dat hij heeft begrepen dat het delegeren in dit geval alleen gaat om het aanwijzen van de grond tot begraafplaats. En niet over een bestemmingsplan wijziging. Dat betekent dat het delegatiebesluit zich beperkt tot het aanwijzen van de begraafplaats en de rest gewoon bij de raad 3

4 blijft. Ten aanzien van het gelijkheidsbeginsel zegt spreker dat ook de levensvisie uitgangspunt kan zijn voor het aanwijzen van dit stuk grond als begraafplaats. Dat is volkomen gelijk aan elke andere religieuze of levensbeschouwelijke visie. Het college vindt dat dit in dit voorstel ook goed is aangetoond. In de gevallen die wij met elkaar hebben meegemaakt is deze goed vergelijkbaar. De heer Heusinkveld zegt dat dus nu (als het wordt gedelegeerd) het college vast stelt waar een begraafplaats gesitueerd mag worden en dat er daarna een verzoek komt om een bestemmingsplan wijziging. Wethouder Rijks antwoord dat dit correct is. Dit is een aparte procedure. Mevrouw Hoezen zegt dat de wethouder een hele creatieve uitleg geeft van het gelijkheidsbeginsel. Wij krijgen de indruk dat de wethouder probeert recht te praten wat krom is. Zoals nu wordt uitgelegd dan geldt gewoon dat er voor iedereen een bijzondere begraafplaats kan worden aangevraagd. De heer Heusinkveld zegt dat de fractie van het CDA er voor pleit om terughoudend om te gaan met de ontheffingsmogelijkheid. Wij willen graag van het college horen dat zij hier omzichtig mee omgaan en in ieder geval bewoners, omwoners en direct betrokkenen daarbij betrekken. Wethouder Rijks zegt dat hiermee in voorkomende gevallen zeker rekening mee zal worden gehouden. De heer Bulsink zegt dat hij toch nog even terug wil komen op het delegeren. Als wij toch als raad het bestemmingsplan moeten wijzigen, dan zou je dit ook in één keer kunnen doen. Dus niet delegeren aan het college maar het hele voorstel in één keer in de raad brengen, dan kun je het in één keer afdoen en heb je er ook zicht op. De voorzitter zegt dat er een mondeling amendement ligt met de bedoeling om punt 3 van het besluit terug te nemen. De heer Veldhuizen; Wij zien nu wat één zo n punt in de raad voor discussie teweeg brengt. Wij stemmen volledig in met het huidig voorliggende voorstel en zijn dus tegen het voorliggende mondelinge voorstel. De heer Luiten zegt dat de heer Veldhuizen nu het punt raakt dat juist het verschil maakt hoe wij om willen gaan met dit soort gevoelige onderwerpen. De fractie van het CDA vindt dat er een zorgvuldige afweging moet plaats vinden en daar willen wij op die manier mee omgaan. De voorzitter constateert dat de meerderheid van de raad vindt dat dit agendapunt naar de besluitnemende vergadering kan. 5. Voorstel tot gewijzigde aanpak Masterplan Lijkbezorging, instemming met uitbreiding van het actief ruimingbeleid en standpuntbepaling ten aanzien van de te hanteren tarieven bij verlening grafrechten. De heer Van Duijvenvoorde zegt dat de fractie van de PvdA kan instemmen met het voorstel. De uitvoering van het Masterplan dient met de hoogste zorgvuldigheid te gebeuren. Het is zeer belangrijk goed te communiceren met de betrokkenen. De fractie van de PvdA kan zich voorstellen dat dit voorstel ook aanleiding is tot kostendekkendheid aangaande begraafplaatsen. Het is een goede zaak dat het ruimen gefaseerd plaats vindt zodat er geen kaalslag plaats vindt op de betreffende begraafplaatsen. Om de kosten van beheer en onderhoud ook in de toekomst te kunnen waarborgen begrijpen wij de keuze om de grafrechten op een andere wijze te financieren, door hiervoor een substantieel bedrag in rekening te brengen. Wij vinden het belangrijk dat er regelmatig terugkoppeling plaats vindt met de raad. Wij hopen naar de eerste fase van ruiming en inventarisatie, de nieuwe opzet en planning te ontvangen. De heer Pennings zegt dat de fractie van de CU met de wijziging van de planning akkoord kan gaan. Dat betreft ook de wijziging op het amendement CDA/CU. Deze wordt aangepast naar de lezing die nu wordt voorgesteld. De fractie van de CU wil aandacht vragen voor de uitwerking van het Masterplan. Bij het actief ruimen van graven, zeker bij de graven waarvan de grafrechten nog niet zijn verstreken en bij graven met eeuwigdurende grafrechten, deze niet te ruimen maar de graven te gaan schudden. Dit houdt in dat als er restanten worden gevonden dat deze dan herbegraven worden op de plek waar het graf gelegen heeft. Dit lijkt ons zeer respectvol vooral bij graven met eeuwigdurende grafrechten. Ook een punt van aandacht is het opsporen van belanghebbenden. In het Masterplan duidelijk omschrijven hoe mensen in de toekomst ingelicht worden als een belanghebbende komt te overlijden. Welke actie hier wordt ondernomen. Wij moeten goed omschrijven of wij als gemeente hier een taak in hebben of een uitvaartonderneming etc. Op het nieuwe gedeelte van Berkenhove zou gekeken kunnen worden of er geen begraafplaatsen aangelegd kunnen worden op die plekken waar nu het groen heel hoog is. Zodat er geen uitbreiding noodzakelijk is en er minder snel geruimd hoeft te worden. In het centrumplan is opgenomen dat een deel van de oude begraafplaats aan de Varsseveldestraatweg gebruikt zou kunnen worden als stiltegebied. Wij willen in het Masterplan 4

5 meegenomen hebben hoe de afscheiding gerealiseerd gaat worden tussen het deel dat op dit moment nog gebruikt wordt en het stiltegebied. De heer Wossink zegt dat bij dit agendapunt de uitwerking en de toepassing zeer zorgvuldig gaan gebeuren. Voor dit onderwerp mag/moet je ruimschoots de tijd nemen omdat het gecompliceerd is. De fractie van GB heeft kennis genomen van de drie punten in het raadsvoorstel om het volgende te bepalen: voor de eerste verlenging van de termijn van 20 jaar met 10 jaar wordt enkel administratiekosten in rekening gebracht. Voor de andere categorieën geldt 50% conform de geldende tarieventabel. Is het correct dat er 50% volgens het tarievenmodel wordt berekend voor de periode van 10 jaar waarvoor in eerste instantie 30 jaar geldende grafrechten zijn? Er wordt verschil gemaakt tussen het uitgeven van een graf voor 20 jaar en voor graven met een andere termijn. Indien in de komende jaren graven geruimd gaan worden dan moet er wel de mogelijkheid zijn tot registratie of een gedenk plaat te plaatsen op de plek waar herbegraven wordt. Is de procedure van rechthebbende voldoende bekend bij de inwoners? Zoniet, op welke wijze wordt hierover gecommuniceerd? De fractie van GB wacht de voortgang, de planning en de nieuwe opzet van ruiming af. Vooralsnog gaan wij ervan uit dat er voldoende aandacht besteedt wordt om de rechthebbende te achterhalen en daarnaast dient door publicatie op de begraafplaats voldoende duidelijk gemaakt te worden dat het graf op de lijst staat van de te ruimen graven. De heer Heusinkveld; Zaken die begraafplaatsen raken hebben te maken met emoties en gevoeligheden. Dat is al meerdere malen bewezen. Spreker zegt dat de fractie van het CDA moeite heeft met dit voorstel. Er zijn een aantal punten die de fractie onduidelijk vindt, maar met name vinden wij het voorstel voorbarig. De belangrijkste overweging is het tijdstip waarop wij moeten beslissen. Wij willen graag het complete verhaal hebben. Met andere woorden, wij willen wachten op het Masterplan omdat dan pas alle aanbevelingen, consequenties en mogelijkheden bekend zijn. De fractie van het CDA wil nu een zorgvuldige besluitvorming waarin het totaal plaatje moet worden bekeken. Wat exact de consequenties zijn bij instemming bij actieve ruiming, waarvan de graftermijn is verlopen, is zowel juridisch als inhoudelijk niet duidelijk. Aanpassing van het vermeende amendement van 2008 hoeft wat ons betreft niet nu plaats te vinden; dit kan ook op een later moment. Er is geen onduidelijkheid voor het administratieve bedrag dat geldt voor een termijn voor verlenging van 20 naar 30 jaar. Op dit moment is een besluit hierover wat ons betreft niet mogelijk. Ook het onderscheid tussen categorieën kan wat de CDA fractie betreft rustig wachten tot het Masterplan. Wij roepen de fracties op om dit voorstel op dit moment niet te behandelen, maar gewoon te wachten tot het Masterplan. Wij hoeven dan geen onomkeerbare besluiten te nemen en daarbij blijft de druk op de ketel om het Masterplan snel af te ronden. 1 e termijn: De heer Veldhuizen wil het voorstel van het CDA ontraden. Wat wij nu doen is een voorschot nemen op het Masterplan. Uiteindelijk komt het Masterplan toch in de raad. Dit is alleen een spoorboekje dat gebruikt kan worden voor het Masterplan. Mevrouw Hoezen zegt uit de RTG te hebben begrepen dat het opstellen van het Masterplan juist niet vanuit de papieren kan die nu voorliggen, maar juist vanuit onderzoek in de praktijk gaat gebeuren. Daarvoor is deze pilot om in de praktijk te zien hoe dit nu gaat. Het lijkt de fractie van de PvdA verstandig om dit voorstel wel aan te nemen. In ieder geval ten aanzien van het gewijzigde plan van aanpak van het Masterplan. Daardoor krijgen wij juist meer zicht op hoe het in de werkelijkheid zit. De heer Heusinkveld zegt dat het de fractie van het CDA niet gaat om de wijziging van de planning. Het gaat om andere punten. Hierbij stellen wij al zaken vast die wat ons betreft geregeld moeten worden in het Masterplan. Als wij nu al instemmen met de verruiming van de actieve ruiming dan krijgen wij in het Masterplan niet meer de ruimte om daarvan af te wijken. De besluitvorming gaat ons op dit moment te ver. Wij willen het totaalplan zien, wat zijn de consequenties en wat zijn de gevolgen. Op dat moment kunnen wij een goed besluit nemen. Wij zien niet waarom wij dit nu met voorrang moeten behandelen. Wethouder Rijks zegt dat er zaken zijn genoemd waar het college in de volgende stappen die zij gaat nemen, rekening mee moet houden. Daar zijn wij ook blij mee, want dit moet verder vorm krijgen. Dit is een start. Wij hebben hier in ieder geval een uitgangspunt waarmee wij aan de slag kunnen. Spreker zegt hiermee een denkrichting te vragen van de raad om dit in te zetten en daarna te verfijnen en uit te bouwen. Er is gevraagd hoe het zit met de kosten wanneer je iets gaat verlengen na 20 jaar. Hier zullen wij schriftelijk antwoord opgeven. Al die punten die u vanavond heeft genoemd zullen wij meenemen in de volgende stappen die wij gaan zetten in het volmaken van het Masterplan. De heer Heusinkveld zegt dat de wethouder het steeds heeft over uitgangspunten, richting geven. Daar is de CDA fractie helemaal niet op tegen. Hier wordt gewoon een besluit genomen. 5

6 Dit voorstel gaat verder dan richting geven aan en uitgangspunten bepalen etc. Daarom geven wij de andere fracties in overweging om dit voorstel niet mee te nemen naar de besluitnemende raad. De heer Luiten zegt dat van een spoorboekje hier niet echt sprake is. In geval van actieve ruiming kun je niet naderhand zeggen, het had niet zo gemoeten. Juist dat is de reden waarom wij hier zorgvuldigheid in willen betrachten. De heer Pennings zegt dat dit juist de aanzet was om te komen tot het beleidsplan. Als er nu gezegd wordt dat wij bij vaststelling van dit besluit overgaan tot ruiming en alle consequenties daaraan dan kan spreker met de CDA fractie meevoelen en ook meegaan. Spreker zegt dat er toch eigenlijk een aanzet wordt gegeven waar het Masterplan toe moet leiden. Daarna nemen wij het besluit of wij het zo gaan doen of is de interpretatie van de CU verkeerd? De heer Wikkerink zegt dat wat de heer Heusinkveld stelt niet helemaal juist is. Er is al besloten tot een actief ruimingsbeleid, op 16 december Vervolgens wordt dat enigszins uitgebreid met de verwaarloosde graven waarvan de graftermijn nog niet is verlopen dan wel nooit zal verlopen. Dan wordt er gekeken in dat pilot jaar, wat de reactie van de bevolking is op die regel. Dit kan dan worden opgenomen in het Masterplan. Als u nu zegt, wij hebben bezwaar tegen het voorstel van 16 december 2008, dan kunnen wij niet verder. Als wij zeggen, wij gaan dat ruimingsbeleid dat toen is vastgesteld volgens de vragen 1 en 2 die op pagina 3 staan evalueren, dan schuiven wij de pilot fase gewoon even op. Dan komen wij tot het opstellen van het Masterplan. Waar wij wel toe besluiten zijn de tarieven. Uit de RTG hebben wij begrepen dat dit gewoon moet omdat wij anders veel geld mislopen. Wij willen nu juist dat de grafrechten voor de volgende jaren een reële opbrengst hebben. Spreker zegt dat de vrees van de CDA fractie een beetje onterecht is. Wij moeten verder met die pilot. Er wordt niet besloten tot grootse plannen. Mevrouw Hoezen vraagt of het klopt dat enkelen nu een onjuiste factuur krijgen. Als dat zo is dan moeten wij juist wel correcties toepassen zodat er in elk geval juiste rekeningen uitgaan. Wethouder Rijks zegt hier het antwoord op schuldig te moeten blijven. Wij zullen hier schriftelijk op reageren. De heer Luiten zegt dat er over gegaan wordt tot actieve ruiming. Hier heeft de CDA fractie moeite mee. Maak nu een goede afweging in een totaal Masterplan en kom daarmee naar de raad. De heer Wikkerink merkt op dat dit toch al is besloten op 16 december U heeft toen besloten over te gaan tot het actief ruimen van graven waarvan het grafrecht is verlopen en niet is verlengd. Dit wordt nu enigszins uitgebreid. De heer Luiten; Juist, dit wordt nu uitgebreid. Hiervoor is het Masterplan bij uitstek de gelegenheid om daar een afweging in te maken. De heer Veldhuizen zegt dat er niets oneigenlijks gebeurt. Wij geven alleen het college de opdracht het Masterplan in te zetten. Wensen en bezwaren kunnen door de CDA fractie bij het Masterplan nog naar voren worden gehaald. De heer Wikkerink; Als je punt 2 van het concept-besluit eruit haalt en de rest wel laat staan dan lopen wij geen geld mis. Het college kan verder en dan blijft het actieve ruimingsbeleid beperkt tot dat wat in 2008 is besloten en wordt het niet uitgebreid met de graven die verwaarloosd zijn en waarvan de graftermijn nog niet is verlopen dan/wel nooit zal verlopen. Mevrouw Hoezen; punt 2 is toch de essentie van de gewijzigde planning en fasering? Dan halen wij de kern van het voorstel eruit. De heer Heusinkveld zegt dat de CDA fractie naar een Masterplan toe wil en dat dan de rest van de punten er maar even niet toe doen vinden wij wel iets te kort door de bocht. Natuurlijk kunnen wij punt 2, 3 en 4 eruit halen. Dan stemmen wij in met een gewijzigde planning. De heer Pennings dient een mondeling amendement in met de bedoeling punt 2 van het conceptbesluit te schrappen. De voorzitter constateert dat de meerderheid van de raad vindt dat dit agendapunt naar de besluitnemende vergadering kan. 6. Voorstel tot vaststelling stappenplan onderzoek/registratie integriteitsschendingen politieke ambtsdragers. Afgesproken is dat dit voorstel in de vergadering van de gemeenteraad van 27 november 2012 wordt besproken. 6A. Interpellatiedebat naar aanleiding van het onlangs gepresenteerde werkervaringsplan. Mevrouw Oort zegt dat de fractie van de Partij van de Arbeid het nodig vindt om via dit debat helderheid te krijgen in de manier waarop de regie is gevoerd op het werkervaringsplan, de wijze waarop de Raad is voorzien van informatie en de positie van wethouder Rijks als voorzitter van het ISWI. Wij 6

7 hebben namelijk moeten vaststellen dat een jaar nadat de Raad krediet heeft verleend, dit plan verder weg lijkt dan ooit. Voor een goed beeld eerst de feiten; In de raadsvergadering van vorig jaar september wordt door diverse fracties herhaaldelijk verzocht om betrokken te worden bij het op te stellen werkervaringsplan. Het dictum van het voorliggende voorstel wordt daarvoor gewijzigd en het College zegt toe voor 1 april 2012 met een plan richting raad te komen. Zes maanden hierna wordt bij B. en W. besluit van 28 februari 2012 de uitgangspunten voor het werkervaringsplan aangescherpt. De Raad wordt hierover niet expliciet geïnformeerd. Vervolgens wordt de gemeenteraad op 9 augustus via een raadsmededeling op de hoogte gesteld van een werkervaringsplan dat zal worden uitgevoerd door C2U. De doelgroep zijn personen met een Wwb-of Wajong-uitkering of mensen op de wachtlijst voor een WsW- indicatie. Deze mededeling verschijnt ook in de pers. Met C2U is een overeenkomst gesloten. Zo lezen we. Dan is de geest uit de fles. Bij het College van Oude IJsselstreek ontstaat onduidelijkheid omdat er over WWBers wordt gesproken. En de gemeenteraad wordt op 11 september in een besloten zitting tekst en uitleg gegeven over de ontstane commotie. Vervolgens wordt in een AB-vergadering van het ISWI afgesproken met de bestuurders van Oude IJsselstreek dat er een verklaring zal worden afgegeven door de wethouder zo mogelijk in de raad van 18 september waarin uitgelegd zal worden dat Aalten bij vergissing de doelgroep WWBers heeft genoemd. Vervolgens wordt raadsmededeling 116, waarin is besloten om met C2U in zee te gaan, vervallen verklaard. En in Raadsmededeling 143 wordt aangegeven dat het voorliggende plan wordt ingetrokken en dat samen met de Raad nadere invulling gegeven zal worden. Terug bij af. Tot zover de feiten. Voorzitter, hoe deze gang van zaken te beoordelen? Wij voelen ons zwaar op de proef gesteld. Niet alleen wat betreft de tijd die nodig is geweest om een plan op de raadstafel te leggen maar zeker ook de kwaliteit van het plan zelf. Een slecht plan, goed voor de portemonnee van C2U slecht voor die van de gemeente. Gebaseerd op uitkeringsgerechtigden die volgens de gemeenschappelijke regeling bij het ISWI thuis horen. De informatievoorziening gaat andermaal eerst via de pers en vervolgens naar de Raad. Hoe vaak is ondertussen door deze raad verzocht om hier de juiste volgorde aan te houden? Weet de wethouder wat hij wil en weet wat hij toe zegt aan de Raad? En als hij vorige week op de gang tegen een collega raadslid nogal stellig verklaard dat in de persverklaring niet te lezen valt dat er een overeenkomst is gesloten met C2U; dan weet hij niet wat er in zijn eigen persverklaring staat. Wie heeft hier de regie in handen en waar wordt de verantwoordelijk gevoeld om een degelijk plan richting gemeenteraad te sturen? De wethouder zou op dit onderdeel een marathon moeten lopen maar er wordt een beetje geflaneerd. We zitten nu ruim een jaar nadat de Raad euro ter beschikking heeft gesteld en we zijn behalve veel ergernis, geen meter opgeschoten. Ondanks de toezegging van vorig jaar wordt de raad niet betrokken bij de opstelling van een plan. Nergens in het proces voelt de wethouder zich geroepen om aan de actieve informatieplicht te voldoen. Ook de aanscherping van de uitgangspunten op 28 februari door B. en W. worden niet gedeeld met de Raad.( Eigenlijk is dat een heel natuurlijk moment om dat juist wel te doen.) Kan de wethouder ons uitleggen waarom dat allemaal niet gebeurd? En, voorzitter met de mededeling dat het hier om uitvoering zou gaan nemen wij dit keer geen genoegen. De wethouder weet heel goed hoe de Raad hierover denkt en wij wijzen op voorhand naar artikel 169 van de gemeentewet waarin de verantwoordings-en inlichtingenplicht tegenover de Raad is opgenomen. De fractie van de Partij van de Arbeid verzoekt de wethouder om aan de Raad verantwoording af te leggen over het tot nu toe gevoerde beleid. Voorzitter, blijft nog een andere onverkwikkelijkheid. En dat is de positie van wethouder Rijks als voorzitter van het ISWI. Sinds het College besluit van 28 februari is bekend dat de doelgroep ook uit WW- Bers zal bestaan. Bestuursrechtelijk is dat besluit onjuist, het College heeft immers die taak gedelegeerd aan het ISWI-bestuur. Hoe kun je dan zonder rode konen als voorzitter in een DB vergadering van het ISWI aanschuiven? Hoe vat de wethouder zijn taak op om de belangen van het ISWI te bevorderen. En hoe kan het dat de wethouder op geen enkele manier met het AB- DB of de directeur communiceert over het voor genomen plan? Wij vinden deze manier van werken slordig en onzorgvuldig en keuren dat sterk af. Bestuurders horen een open en transparante houding te hebben in een dergelijke samenwerking. De wethouder gaat hier 7

8 niet allen voorbij aan de intentie van de eigen samenwerkingsregeling maar laat ook de medewerkers van het ISWI lelijk in de kou staan, een schril contrast ten opzichte van de complimenten die doorgaans over de resultaten van het ISWI gemaakt worden. Voorzitter, wij willen een verduidelijking naar aanleiding van de afspraken gemaakt in de laatste ABvergadering van het ISWI. Daarin is tegen elkaar gezegd dat de gemeente Aalten de Raad op 18 september zal informeren en dat er een persverklaring zou worden opgesteld naar aanleiding van de vergissing over de WWBers. Aan beide is geen uitvoering gegeven. Onze fractie was in de volle overtuiging dat de wethouder (daags na de AB-vergadering) de Raadsvergadering van 18 sept. met twee handen zou aangrijpen om met een verklaring te komen; Het blijft doodstil. Wel staat er de andere dag in de krant dat Aalten een nieuw plan maakt en wij staan opnieuw perplex; Andermaal spreekt de wethouder via de krant met de gemeenteraad. Het mag duidelijk zijn; ons geduld is op. Tot slot voorzitter, constateren wij een onjuiste opmerking in raadsmedeling 143. Daar staat te lezen dat in de raadsvergadering van 18 september is verzocht om informatie te verstrekken over de openbare vergadering van het AB-ISWI. Niemand in deze raad heeft in de vorige raadsvergadering verzocht om welke informatie dan ook. In dezelfde raadsmededeling wordt gemeld dat zodra het verslag van het AB-ISWI is vastgesteld ( nov. ) verder gewerkt wordt met de Raad over een invulling van het werkervaringsplan. Onduidelijk is waarom daar op gewacht moet worden. En wat daar de reden van is. We schuiven hiermee opnieuw het plan weer een eind voor ons uit. De vraag is dan ook gerechtvaardigd; hoe graag wil de wethouder aan de slag met een werkervaringsplan? Voorzitter, er ontbreekt een duidelijke regie op dit onderwerp en de raad wordt onvoldoende ingelicht en betrokken. Er worden geen ferme stappen gezet en een door pakkende portefeuillehouder is net zo ver weg als het werkervaringsplan zelf. Het zal u niet verbazen dat het vertrouwen van de PvdAfractie ondertussen tot het nulpunt is gedaald. Wij willen hierover in gesprek met de Raad en met de portefeuillehouder. Wethouder Rijks zegt dat het inderdaad lang duurt. Op het moment dat er met de raad is gecommuniceerd heeft spreker aangegeven nog steeds met een opdracht te zitten waarvan het college in februari dacht dat de opdracht aangescherpt moest worden. Hij zegt dat hij ten onrechte is uitgegaan van uitgangspunten die nog overgebleven waren van het eerste banenplan dat samen met het ISWI is uitgevoerd. Oude IJsselstreek en Aalten hadden met elkaar afgesproken, elkaar de ruimte te geven voor een banenplan en dat wij daar zelf de financiële consequenties van zouden dragen. Uit het banenplan Aalten 1 e fase zijn ook nog mensen in actie, ook bij Connenting2U en dat zijn inwoners van Oude IJsselstreek. Wij hebben gemeend, de voorwaardente moeten aanscherpen en alleen mensen uit Aalten te betrekken in het werkgelegenheidsplan/ werkervaringsplan. Wij hebben daar mensen voor gezocht die binnen de opdracht van de raad daar ook vorm aan zouden kunnen geven en die hebben wij gevonden in Hameland en Connecting2U. De afspraak was dat zij samen zouden kijken wat zij konden doen. Daarvoor is in mei een plan binnen gekomen. Een paar dagen later kwam er ook een plan binnen van het ISWI en Hameland. Deze plannen hebben wij naast elkaar gelegd en het college heeft op grond van wat er in die plannen stond een keuze gemaakt. Deze keuze hebben wij aan u toegelicht. Op het moment dat wij daarmee naar buiten zijn gegaan is dat ook bekend gemaakt aan het ISWI. De directeur van het ISWI heeft toen gezegd, de gemeente kan dit niet doen omdat het ISWI verantwoordelijk is voor alle WWB ers in beide gemeentes. Toen is aan de directeur gevraagd, wat als het bestuur jou nu vraagt om een dergelijk plan uit te voeren; mag dat? De directeur heeft toen geantwoord: ja, dat mag het bestuur mij vragen. Daarna hebben wij een Algemene vergadering van het ISWI gehouden waarin de collega s uit Oude IJsselstreek hebben aangegeven dat zij daar niet mee akkoord gingen. Dat was voor ons reden om u mede te delen dat in het AB besloten was dat WWBbegeleiding voorbehouden is aan het ISWI en wij ons daarbij moesten neerleggen. Dit betekent dat op dat moment in die AB vergadering concept-notulen zijn gemaakt die wij op 5 november 2012 gaan vaststellen. Deze zullen aan u beschikbaar worden gesteld zodat u kunt lezen wat wij daarin besproken hebben. Dat er een persverklaring zou worden gegeven kunt u ook in dat verslag terug vinden, als dat zo zou zijn afgesproken. De gemeenteraad heeft beschikbaar gesteld voor een werkervaringsplan. In die zin zijn wij er ook mee aan de slag gegaan. Spreker zegt wel graag een werkervaringsplan te willen. De ontwikkelingen maken het heel erg moeilijk om een weg te zoeken en daar vorm aan te geven. Wij hebben met elkaar afgesproken dat wij samen met de raad opnieuw gaan kijken hoe wij dit kunnen gaan insteken. De uitgangspunten, de kaders Wet werken naar Vermogen zijn nog steeds niet aanwezig. In Den Haag wordt volop gewerkt aan een nieuw te vormen kabinet. 8

9 Spreker hoopt daarna zo snel mogelijk te weten hoe wij daar nu mee verder moeten en welke mogelijkheden er zijn. Wij zullen dan met elkaar gaan kijken hoe vorm gegeven kan worden aan het werkervaringsplan. Tot zover de reactie op het werkervaringsplan. Wethouder Rijks zegt ten aanzien van zijn rol als voorzitter van het ISWI het volgende; In het AB ISWI hebben wij 4 bestuursleden; spreker is technisch voorzitter. Spreker zegt zich er heel goed van bewust te zijn dat samenwerking met partner Oude IJsselstreek op dit gebied nog steeds uitgangspunt is. Wij moeten met elkaar constateren dat de WWB inderdaad bij het ISWI blijft zitten en dat wij in ons werkervaringsplan daar geen ruimte voor moeten nemen. Mevrouw Oort zegt opnieuw teleurgesteld te zijn. De wethouder licht nogmaals toe hoe de werkwijze is geweest. Echter de politieke antenne is nergens uit. De raad wordt niet goed geïnformeerd. En als de wethouder op dit moment zegt, ik ga nu samen met de raad een plan maken, dan zeggen wij dit hadden wij vorig jaar al afgesproken. Spreekster zegt hier vanavond te willen horen, dat het allemaal niet goed is gegaan. Dat er stappen zijn gezet waarbij de raad volstrekt genegeerd is. Dit moet veel beter en dit moet ook duidelijk aangegeven worden dat het beter moet. Dat willen wij graag horen, want dit verhaal kennen wij. Er wordt niet ingegaan op het feit waar het dan beter moet en zeker met in achtneming van wat de raad daarvan zegt. Wethouder Rijks; Iemand die veronderstelt dat ik, daar geen gevoel voor zou hebben die kennen mij niet. Mensen die denken dat ik de raad niet serieus neem, maken een verkeerde inschatting. Ik moet u zeggen dat de opdracht die in september was neergelegd bij het college, voor mij als portefeuillehouder, niet duidelijk was. Wij hebben getracht dat aan te scherpen in een stuk dat wij in februari naar buiten hebben gebracht. Mevrouw Oort; Vijf maanden nadat het besluit door de gemeenteraad is genomen. Wethouder Rijks wijst mevrouw Oort erop dat zij net in haar eigen betoog heeft aangegeven dat beloofd was om voor 1 april met een plan te komen. Als ik dan ga tellen dan is dit iets meer dan 5 maanden. Als wij op zo n moment met een aanscherping van de opdracht komen zoals die in onze ogen door de raad gegeven is en wij krijgen daar geen enkele reactie op, dan kunt u mij kwalijk nemen dat ik inderdaad niet met de raad heb overlegd. Hoe moeten wij dit nu gaan aanscherpen. Je kunt ook zeggen raad had de wethouder aan de jas getrokken en had gezegd kunnen wij met dit stuk met elkaar gaan praten om te kijken of het wel aangescherpt is op de manier zoals wij dat wensen. Dat is de aanleiding geweest om daarna met een opdracht te gaan zoeken naar mensen die dit voor ons zouden kunnen uitvoeren. De heer Wikkerink zegt dat op een hele gedetailleerde geschiedschrijving kan worden ingegaan. Er worden dingen gezegd die kloppen, bijna kloppen en niet kloppen. Dat wat niet klopt is dat de wethouder zegt dat hij van de raad een reactie had verwacht op de aanscherping van de punten van het werkervaringsplan. U heeft dit besluit in een besloten vergadering genomen zonder die uitgangspunten met de raad te delen. Als in september meerdere fracties gevraagd hebben aan het college, ga samen met de raad overleggen en kijken hoe dat werkervaringsplan vormgegeven kan worden, dan vindt spreker het wel heel erg mager dat in beslotenheid het college een besluit neemt om de uitgangspunten aan te scherpen. Die uitgangspunten zijn niet bekend gemaakt bij de raad. Nu zegt u, niemand heeft gereageerd, dus het zal wel goed zijn. Dit tekent een beetje het hele proces. Dit proces is gewoon niet goed gegaan. Wij zijn vanaf 6 september 2011 tot nu bezig om achteraf maar steeds te constateren dat het niet goed gegaan is. Hoe kunnen wij nu de zaak vlottrekken? Wij zeggen; Uithuilen en opnieuw beginnen. Ons niet verschuilen dat een Wet werken naar vermogen niet is doorgegaan; ons niet verschuilen achter; wij hebben de uitgangspunten aangescherpt en daar heeft niemand op gereageerd. Laten wij nu eens met een open blik kijken wat de uitgangspunten waren op 6 september. Er hebben verschillende fracties gevraagd; neem ons nu mee in de besluitvorming en vormgeving. Laat de raad meedenken, laten wij opnieuw beginnen met die uitgangspunten van 6 september. En laten wij nog eens kijken naar de aangescherpte punten van 28 februari. Wellicht dat een groot deel van de raad deze niet eens kent. Het hele proces moet gewoon beter geleid worden. Spreker stelt voor te beginnen bij het besluit van 6 september, daar een plan van aanpak bij te maken hoe wij dat gaan doen, daarbij de raad inschakelen en daarbij ook steeds een terugkoppeling te geven. Geef deze terugkoppelingsmomenten dan ook aan. Laten wij alstublieft ophouden met elkaar te beschuldigen. Het college heeft beloofd de raad hierbij te betrekken. U heeft dit gewoon niet gedaan. Uit, klaar af, uithuilen en op nieuw beginnen en de volgende keer wel de raad vroegtijdig betrekken. De heer Pennings zegt dat het college een opdracht heeft. Na alles wat er gebeurd is zullen wij toch zo spoedig mogelijk verder moeten. Of de Wet werken naar vermogen nu wel of niet is aangenomen. Daar moeten wij niet op wachten. Wij hebben als raad geld beschikbaar gesteld. Verschillende partijen hebben gevraagd hier zoveel mogelijk partijen bij te betrekken om te komen tot een uitvoerende opdracht. Misschien had het college bij de aanpassing van de uitgangspunten zich af moeten vragen of wij als gemeente niet zelf verantwoordelijk zijn voor werkervaringsplekken. Daar hadden wij middelen 9

10 voor, dit had gekund. Laten wij dat wat is afgesproken op 6 september 2011 als verantwoording bij het college leggen en zorgen dat wij als raad hier nauw bij betrokken blijven. De heer Luiten zegt dat er al het één en ander is genoemd over het proces. De fractie van het CDA had het graag over de inhoud willen hebben. Hiervoor moet er eerst wel een plan komen. Wij zien dit plan met belangstelling tegemoet en willen hier ook onze bijdrage aan leveren. De fractie wil de overige partijen en vooral de wethouder oproepen om te komen tot een goed en deugdelijk plan. Wij denken niet dat de wethouder zal ontkennen, dat er een aantal stappen bijzonder zijn geweest. Trek daar lering uit en kom met een goed plan waar ook gericht mee aan de slag kan worden gegaan en betrek daar de raad wel bij. De heer Wikkerink zegt behoefte te hebben aan het maken van een aantal scherpe afspraken. Spreker zegt niet te weten of dit aan het college overgelaten kan worden om een voorstel te doen voor de volgende raad om een scherpe set met afspraken te maken over hoe wij nu met dit werkervaringsplan omgaan in relatie tot de uitgangspunten van 6 september. Spreker wijst erop dat één van die uitgangspunten was dat mensen werkervaring zouden kunnen opdoen voor maximaal 6 maanden in de gemeentelijke organisatie. Daarna zo mogelijk een reguliere baan elders. Wij begrijpen dat dit een moeilijk punt is maar het staat wel in de uitgangspunten. De fractie van de PP vindt dat wij deze uitgangspunten weer boven tafel moeten halen en kijken of wij in de nieuwe situatie daarmee uit de voeten kunnen. Zo niet, de raad vragen om op die uitgangspunten terug te komen en dat in volle openheid en communicatie met de raad. Eerst moet er een stappenplan komen. Spreker roept het college op om dit de volgende raadsvergadering hier voor te leggen. Mevrouw Hoezen zegt dat men nu al weer heel druk bezig zijn met de uitvoering van het plan zelf. Dit is natuurlijk prima want dit ligt al veel te lang, maar wij zitten hier als raad dan het werk van de wethouder te doen. Dit hebben wij vorig jaar ook aangeboden, maar de wethouder dacht dat hij dit zelf kon. Wij moeten nu vaststellen dat de wethouder veel heeft gedaan maar dat er nog steeds geen plan ligt. De verklaring die hij hiervoor geeft stelt onze fractie niet erg gerust. Wij begrijpen nu van de wethouder dat hij begin van het jaar er ten onrechte vanuit is gegaan dat Oude IJsselstreek het goed zou vinden dat de WWB ers bij dat werkervaringsplan zouden worden betrokken. Bij de laatste vergadering van het AB heeft spreekster begrepen van de wethouder van Oude IJsselstreek dat die er ten onrechte vanuit was gegaan dat de WWB ers erbij betrokken werden. Wij lezen in raadsmededeling 143 dat er ten onrechte een oproep in de krant heeft gestaan aan WWB ers om zich te melden. Wat is het nu? Is dit nu allemaal ten onrechte? Want dan is er wel een heleboel fout gegaan. De heer Veldhuizen zegt dat mevrouw Hoezen nu wel heel detaillistisch te werk gaat. Andere fracties zijn met oplossingen bezig. Door het vorige werkervaringsplan zijn 5 mensen geplaatst. Hier hoor ik niemand over. De fractie van de VVD wil het college de opdracht geven om met een plan te komen zodat wij hier als raad een beslissing over kunnen nemen en niet als partijen met afzonderlijke ideeën te komen. Mevrouw Hoezen zegt dat de heer Veldhuizen erop wijst dat het vorige banenplan een succes is geweest. Dit mag hij vinden. Feit is dat wij nu helemaal geen plan hebben! De wethouder is een jaar lang met van alles en nog wat bezig geweest maar er ligt geen plan. Wij krijgen daar geen goede verklaring voor. Wij hebben vorig jaar een krediet vastgesteld voor een werkervaringsplan. Waar is dit nu dan? De heer Walter zegt dat er veel teleurstelling te bespeuren valt bij de PvdA. Voor een deel vindt de fractie van GB dit onterecht. Er is wel een plan geweest wat door de meesten van u niet is goed bevonden. Er is een bedrag beschikbaar gesteld en wij hebben toch tot doel mensen aan het werk te krijgen. Dat hadden wij kunnen doen wanneer wij met het plan hadden ingestemd. Dat daar geen WWB ers aan het werk gezet zouden worden is ons ook duidelijk gemaakt, misschien wat te laat. Wij laten nu Wajongers, Wsw- geïndiceerden en jonge mensen misschien wel ten onrechte nog langer op de wachtlijst staan. Mevrouw Hoezen zegt dat de heer Walter een volstrekt onjuiste weergave van de feiten geeft. Er is nooit een plan geweest. Er is nooit een plan voorgelegd. Was het maar zo. Dan hadden wij daarover kunnen discussiëren. Wij willen het graag over de inhoud hebben. Wij hebben helemaal geen zin om over procedures te praten. Feit is dat de procedure zo is geweest dat er geen plan ligt en kunnen wij het ook niet ergens mee eens zijn. Wat er tot nu toe mis is gegaan blijft onduidelijk. Kennelijk heeft het te maken met een wethouder die niet precies weet waar hij het over heeft en wat hij wil. De heer Wikkerink zegt dat er geen plan is geweest. Wij kunnen die hele geschiedenis nog wel weer oprakelen maar dan zijn wij nog wel even druk, want er is heel veel gebeurd en heel veel niet gebeurd. Laten wij gewoon maar erkennen dat er grote fouten gemaakt zijn, zeker in de communicatie tussen college en raad. Dit moet gewoon beter. De fractie van de PP wil de lakmoesproef nemen voor het volgende plan. Hij pleit ervoor dat er de volgende keer een goed stappenplan ligt waarmee wij aan de gang kunnen. 10

11 Wethouder Rijks zegt dat het ten onrechte was dat de gemeente Aalten in een advertentie mensen heeft opgeroepen om zich te melden voor een werkervaringsplan. De groep WWB ers had niet opgeroepen mogen worden. Dat was een fout van ons. Het re-integreren van WWB ers is voorbehouden aan het ISWI. Dat hebben wij ook duidelijk gemaakt en u in een raadsmededeling medegedeeld. Dat het daarnaast lang heeft geduurd, neemt spreker zichzelf kwalijk. Spreker zegt dat hij als wethouder gebruik moet maken van het aanbod om deze laatste kans te pakken en als een razende aan het werk te gaan met een stappenplan om aan u te laten zien dat wij die die u beschikbaar heeft gesteld zo goed mogelijk willen gebruiken om mensen in onze gemeente die werkervaring op willen doen daarvoor in de gelegenheid te stellen. Spreker zegt toe op korte termijn met een dergelijk stappenplan te zullen komen. Mevrouw Oort zegt graag te willen geloven dat de wethouder als een razende aan het werk wil gaan. De fractie van de PvdA zal hem daar ook aan houden. Er zijn grote fouten gemaakt. Wij zijn terug bij af. Dat stellen wij vast. De fractie van de PvdA heeft een paar weken geleden al gevraagd om een stappenplan neer te leggen. Dan was dit interpellatiedebat niet nodig geweest. Nu komt dit stappenplan er wel, dat is mooi. Wij hopen dat dit binnen afzienbare tijd voorgelegd gaat worden en dat wij daarmee dan gezamenlijk aan de slag kunnen. Wij hopen dat dit eens, maar nooit meer is. De voorzitter sluit deze discussie af. 7. Sluiting. De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering om uur. 11