HANDLEIDING BLOK 3, WEEK 1, LES 1 GROEP 7-8

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HANDLEIDING BLOK 3, WEEK 1, LES 1 GROEP 7-8"

Transcriptie

1 HANDLEIDING BLOK 3, WEEK 1, LES 1 GROEP 7-8 achtergrondinformatie Leesstrategie Leesdoel epalen (Waarom lees ik de tekst?) Lesdoelen De kinderen kunnen: uitleggen wat fictieteksten zijn; vertellen ij welk leesdoel fictieteksten passen; uitleggen dat leesdoelen en tekstsoorten soms door elkaar lopen. Tekstsoort en soort tekst drie fictieteksten (gedicht, mop, verhaal) Kernstof BSL In deze les oefenen de kinderen met de eerste van de zeven leesstrategieën: Leesdoel epalen. Ze leren wat fictieteksten zijn en dat deze teksten passen ij het leesdoel: lezen voor je plezier. De kinderen leren een tekst zoeken die aansluit ij dat leesdoel. Ook leren ze dat een tekst meer leesdoelen en tekstsoorten kan evatten. Materiaal Log in op Kies ij Lesmateriaal de methode Leeslink. Kies de juiste groep (niveau), het juiste lok en de juiste les. Woordenschat De moeilijke woorden staan uitgelegd onder de theorie. introductie 5 MIN Klik ij Introductie op Foto. Praat samen met de kinderen over de foto. Wat zie je? (het Rijksmuseum in Amsterdam) Waar denk je aan als je dit ziet? (ijvooreeld: schilderijen, kunstwerken, tentoonstelling) Klik ij Introductie op Film. Klik rechtsonder op Museum en start het filmpje. Mocht het filmpje niet starten, kopieer dan deze link in de rowser: (0:37). Stel de volgende vragen: Waar gaat het filmpje over? (over het Rijksmuseum) Wat zie je in het filmpje? (mensen die aan het tekenen zijn in het museum) Wat geeurt er met het geouw dat de man uiten zit te tekenen? (de toren vliegt weg alsof het een raket is geworden) Klik ij Introductie op Opdracht. Vul ij 3a samen het onderwerp in: het museum. Maak ij 3 samen een woordwe. Zet in het midden het museum. Denk aan woorden als: schilderijen, eelden, tekeningen, kunstwerken, tentoonstelling, schilders, kunstenaars, toeristen, enzovoort. Klik ij Introductie op Wat ga je leren? en Wat ga je doen? Neem dit met de kinderen door. instructie 15 MIN Deel de les uit. Let op! Vertel de kinderen dat ze de teksten nog niet mogen lezen. Start het strategiefilmpje. Het filmpje legt uit dat fictieteksten passen ij het leesdoel: lezen voor je plezier. Het stipt ook aan dat er informatieve teksten zijn. Deze worden in lok 4 ehandeld. Klik op Wat moet je weten? Lees de theorie in het kader. Neem het lijstje door met verschillende soorten fictieteksten. Wijs de kinderen erop dat lezen voor je plezier niet per se etekent dat een tekst leuk moet zijn. Lezen voor je plezier kan dan ook uitgesplitst worden in meerdere leesdoelen: ik he zin om iets spannends, ontroerends, grappigs, enzovoort te lezen. Klik in het lesmenu op Tekst. De teksten worden zichtaar op het digiordscherm. Verken ze samen kort. Bekijk de moeilijke woorden. Lees de titels en ekijk de afeeldingen. Lees de teksten nog niet. 1 / 2

2 HANDLEIDING BLOK 3, WEEK 1, LES 1 GROEP 7-8 vragen (eg. inoefening, verl. instructie, zelfstandig werken) 20 MIN Klik op Vraag 1. Laat de instructieonafhankelijke kinderen (3 sterren) na een korte werkinstructie vraag 1 en verder zelfstandig maken. Deze kinderen kunnen ook de compacte route volgen. Zij maken dan de vragen 2, 3 en 4 en de differentiatievragen 7, 8 en 9. Met de overige kinderen maakt u vraag 1 samen. Doe dat door hardop te denken. Vraag 1a: Tekst 1 estaat uit allemaal korte regels. Het is dus geen verhaal, want daarin lopen de zinnen juist achter elkaar door, zoals in tekst 3. Tekst 1 is dus een gedicht. Nu ekijk ik tekst 2. Het is een korte tekst met een grappig plaatje erij. Tekst 2 lijkt me dus een mop. En dan tekst 3. De zinnen lopen achter elkaar door, ik zie geen tussenkopjes en er staat een plaatje van een oekomslag ij. Tekst 3 is dus een verhaal. Die antwoorden kruis ik aan. Vraag 1 en 1c: Ik lees Wat moet je weten? nog een keer. Ja, daar vind ik de antwoorden! Geef nu de instructiegevoelige kinderen (2 sterren) een korte werkinstructie, waarna zij vanaf vraag 2 zelfstandig verder werken. Klik op Vraag 2. Geef de instructieafhankelijke kinderen (1 ster) aan de hand van vraag 2 verlengde instructie. Doe dit weer door hardop te denken. Bij vraag 2a: Tekst 1 is volgens mij een gedicht. Dat lees je als je zin het om een mooie tekst te lezen. Dat antwoord geeft Omar, dus dat kruis ik aan. Bij vraag 2: Ik weet al dat tekst 1 een gedicht is. Dat zag ik aan de opouw: de tekst heeft 3 zinnen die zijn verdeeld over 12 regels. Dat vul ik in. Instructieafhankelijke lezers (1 ster) maken vraag 3 t/m 6 zelfstandig. Instructiegevoelige lezers (2 sterren) maken vraag 2 t/m 7 zelfstandig. Instructieonafhankelijke lezers (3 sterren) maken vraag 1 t/m 9 zelfstandig. Toelichting ij vraag 7, 8 en 9: De vragen 7, 8 en 9 doen een eroep op de hogere denkordes van Bloom. Zie het artikel op Mijn Malmerg: Leeslink en de egaafde lezer. Vraag 7 doet een eroep op het analyseren. Bij vraag 7 wordt het kind gevraagd of iets wel of niet echt geeurd kan zijn. De vraag die het kind zichzelf moet stellen is: Kunnen deze kinderen zomaar naar Parijs om onderzoek te gaan doen? Vervolgens edenkt hij of zij waarom dat wel of niet kan. Vraag 8a doet een eroep op het evalueren en vraag 8 op het analyseren/evalueren. Het kind wordt ij vraag 8a gevraagd zijn mening te geven over de mop van tekst 2. Bij vraag 8 gaat het kind analyseren wat een mop leukt maakt. Wanneer is een mop grappig? Is het onderwerp van de mop elangrijk? Of een onverwachte geeurtenis? Of als er met taal wordt gespeeld? Laat de kinderen een mop zoeken die voldoet aan hun eisen. In groepjes vergelijken ze hun analyses en moppen. Welke eigenschappen vinden de andere kinderen elangrijk voor een grappige mop? En vindt iedereen dezelfde moppen leuk? Vraag 9 doet een eroep op het creëren. Het kind wordt gevraagd een gedicht te schrijven over het maken van een tekening. Help het kind zo nodig op weg door hem of haar eerst te vragen welke stappen je doorloopt van een leeg vel papier naar een prachtige tekening. Het kind kiest een paar dingen en zet die als instructieve tekst in een gedicht. Help het kind daarna zo nodig op weg door twee eginzinnen te geven. Bijvooreeld: Teken een oom en een koe in de wei. Zet er een huis en een zonnetje ij. Evalueer het antwoord door na te gaan of het gedicht aan de gestelde eisen voldoet én of het rijmt. Laat het kind (als het wil) het gedicht voorlezen. Dan hoor je namelijk het est of het goed loopt. De vragen 1c, 2a en 4a zijn Cito-conform. Kijk de antwoorden samen na. afsluiting en reflectie 5 MIN Klik in het lesmenu ij Afsluiting en reflectie op Wat he je geleerd? en op Kijk terug. Bespreek dit onderdeel samen. Vraag ijvooreeld: Vond je het moeilijk om de verschillende soorten teksten te herkennen? Waarom is het handig om eerst te edenken wat je leesdoel is? He jij weleens iets gelezen dat niet paste ij je leesdoel? Bijvooreeld: je verwachtte een grappig verhaal, maar het was heel verdrietig. Bespreek hoe je ij andere teksten deze strategie kunt geruiken en waarom dat slim is (je verspilt geen tijd aan het lezen van een tekst die niet past ij je leesdoel). TIP: Laat de kinderen een kunstwerk maken en organiseer hiermee een tentoonstelling in de klas. Maak het zo realistisch mogelijk. Zorg ijvooreeld voor details als naamkaartjes voor de kinderen en de kunstwerken, en toegangskaartjes voor de ouders. Bron tekst 1: een gedicht van Linda Vogelesang uit Querido s Poëziespektakel 3, Wie heeft hier met verf lopen smijten?, samengesteld door Ted van Lieshout, Uitgeverij Querido (2010). Bron tekst 3: Manon Berns, Blockusters: Het geheim van Monet, Uitgeverij Kluitman (2016). Foto Musée de l Orangerie: EQRoy / shutterstock.com. Foto Monet: wikipedia.org. Foto Rijksmuseum: Dennis v.d. Water / 123rf.com. 2 / 2

3 Leesdoel epalen Wat ga je leren? Je kunt straks: uitleggen wat fictieteksten zijn vertellen ij welk leesdoel fictieteksten passen uitleggen dat leesdoelen en tekstsoorten soms door elkaar lopen Wat ga je doen? Je gaat drie teksten lezen. Ze heen te maken met een museum. Lees de uitleg hierna. Maak dan de vragen. Lees de teksten nog niet! Wat moet je weten? Je weet dat je een tekstsoort kiest die ij je leesdoel past. Je weet dat er reclameteksten, meningteksten en instructieve teksten zijn. Er zijn ook fictieteksten. Dat is een ander woord voor plezierteksten. Deze teksten passen ij het leesdoel: lezen voor je plezier. Een fictietekst is een verzonnen verhaal. Het is niet echt geeurd, ook al lijkt het soms wel zo. Vooreelden van fictieteksten: verhalen (over avonturen, dieren, school, verliefdheid, geschiedenis, speurders, sport, oorlog, reizen, enzovoort) strips moppen liedjes gedichten Leesdoelen en tekstsoorten kunnen soms door elkaar lopen. Bijvooreeld: Laura heeft zin om een grappig stripverhaal te lezen, maar ze wil er wel iets van leren. Ze kiest Van nul tot nu door Thom Roep en Co Loerakker. Grappige strips waardoor je veel leert over de Nederlandse geschiedenis. In Roald Dahl s Griezelkookoek komen twee tekstsoorten voor. Er staan recepten in voor allerlei gerechten. En er staan stukjes uit verhalen van Roald Dahl in, waar die gerechten in voorkomen. Moeilijke woorden de veiling = een plaats waar je dingen kunt kopen. Wie het meeste geld ergens voor iedt, mag het kopen. Monet = een eroemde Franse schilder, die leefde van 1840 tot 1926 Musée de l Orangerie = een eroemd museum in Parijs de walkietalkie = een apparaatje waarmee je over een afstand met elkaar kunt praten ronddoeren = op het water drijven 1 / 4

4 Tekening 2 Lelijk schilderij Ik teken mijn huis Jantje en zijn zus lopen door het museum. - dak, muur, raam - Zegt zijn zus: Moet je kijken! Zo n lelijk met grijs potlood op papier. schilderij he ik nog nooit gezien. Hier nog een deur Zegt Jantje plagerig: Zet je ril eens en daar de el. op en ga weg ij die spiegel. Maar dat daarachter mijn kamer is waarin mijn ed (zo warm en zacht) wacht tot ik weer met de avond innenval, dat zie je niet Op zoek naar het schilderij Storm en zijn vrienden vormen samen de Blockusters: een geheime clu die altijd op ontdekking is. Op een veiling van schilderijen hoort Storm mensen veroden afspraken maken. Ze willen een eroemd schilderij van Monet verkopen. Dat mag helemaal niet! Samen met de Blockusters gaat Storm op onderzoek uit, tot in Parijs aan toe. Ja, Monet heeft heel veel schilderijen van zijn vijver in Giverny gemaakt, gaat Juul verder. De mooiste hangen hier in Musée de l Orangerie. Ze wijst naar het geouw voor hen. Door die grote stenen zuilen naast de ingang lijkt het net een Griekse tempel. Jullie moeten kijken of je iets van die schilderijen herkent. Iets wat ook op het schilderij staat dat geveild wordt. Een ewaker controleert de tassen van de ezoekers. Ook Storm moet zijn rugzak openen. Gelukkig heeft hij zijn zakmes ij opa gelaten, want dat mag je vast niet mee naar innen nemen. De ewaker ekijkt de walkietalkies en het kompas en geaart dat ze door mogen lopen. Bij de kassa kopen ze kaartjes en ze volgen Juul door de moderne, etonnen hal. Ze lopen een witte ovale zaal in met vier enorme schilderijen. Ze zijn elk wel tien meter lang. Wauw, zegt Jimi. Die zijn groot. Je kunt het este een eetje afstand nemen om te zien wat het is. Juul loopt naar het midden van de zaal. Als je zo doet, is het net een film van mooie kleuren. Langzaam draait Lara om haar as. Storm doet haar na. Strepen lauwe verf vermengen zich tot water, waarin witte vlekken ronddoeren. Of zijn het wolken tegen een lauwe hemel? Hij wordt duizelig en laat zich op de houten ank zakken. De kleuren lijven voor zijn ogen draaien. Mensen uit de hele wereld komen naar Parijs om Monets waterlelieschilderijen te ekijken. Juul kijkt hen trots aan, alsof het haar schilderijen zijn. En, herkennen jullie iets van jullie schilderij? vraagt ze daarna ongeduldig. 2 / 4

5 Maak de vragen 1 Bekijk de teksten op ladzijde 2. a Welke soorten teksten zie je? Kruis aan. c tekst 1 tekst 2 tekst 3 mop gedicht verhaal Bij welke tekstsoort horen deze teksten? Vul in. Het zijn Wat is het elangrijkste leesdoel ij deze tekstsoort? Kruis aan. Ik he zin om te lezen. Ik wil ergens een mening over krijgen. Ik wil iets doen of maken. Ik wil iets leren of weten. 2 Lees tekst 1. a Voor wie is tekst 1 een goede tekst? Kruis aan. Anne: Ik he zin om iets spannends te lezen. Daan: Ik he zin om te zingen. Noa: Ik he zin om te lachen. Omar: Ik he zin om iets moois te lezen. Bij vraag 1a he je aangekruist wat tekst 1 voor soort tekst is. Dat zie je aan de vorm. Hoe is de tekst opgeouwd? Tel de titel niet mee. Tekst 1 estaat uit zinnen, die verspreid staan over regels. 3 Lees tekst 2. a Welk leesdoel past ij deze tekst? Streep de foute antwoorden door. Ik he zin om iets grappigs / griezeligs / ontroerends / spannends te lezen. De zus van Jantje denkt dat ze naar een lelijk schilderij staat te kijken. Waarom is dat grappig? Vul in. Dat is grappig omdat ze eigenlijk 4 Lees tekst 3. a Wat voor soort verhaal is tekst 3? Kruis aan. een avonturenverhaal over Franse kinderen een griezelverhaal over een Franse schilder een reisverhaal over een vakantie in Frankrijk een speurdersverhaal over een geheime clu c Welk leesdoel past het est ij deze tekst? Vul in. Ik he zin om een verhaal te lezen. Bij tekst 3 past nog een leesdoel. Welk leesdoel past er nog meer ij tekst 3? Vul in. Ik wil iets over 3 / 4

6 5 Bekijk tekst 3 nog een keer. a In regel 17 en 18 lees je: Gelukkig heeft hij zijn zakmes ij opa gelaten, want dat mag je vast niet mee naar innen nemen. Waarom mogen mensen geen zakmes meenemen naar een museum, denk je? Schrijf op. In een verhaal kunnen ook dingen staan die echt geeurd zijn. Lees: Ze... lang. (r. 21 t/m 22) Kan een schilderij in het echt tien meter lang zijn, denk je? Kruis aan. Ja, dat kan makkelijk. Nee, dat kan nooit. 6 Stel, jij gaat lezen voor je plezier. Welke tekst kies jij dan: tekst 1, 2 of 3? Vul in. Ik kies tekst, omdat 7 Bekijk tekst 3 nog een keer. Tekst 3 is een verzonnen verhaal. Zou dit verhaal ook echt geeurd kunnen zijn, denk jij? En waarom wel of niet? Streep door en vul in. Het verhaal kan wel / niet echt geeurd zijn, want 8 Bekijk tekst 2 nog een keer. a Vind jij dit een goede mop? Waarom wel of niet? Streep door en vul in. Ik vind dit wel een / geen goede mop, omdat Wat maakt een mop goed? Wanneer moet jij lachen om een mop? Bedenk drie dingen. Schrijf ze op een apart laadje. 9 Soms lopen tekstsoorten door elkaar in een tekst. Bijvooreeld een fictietekst met daarin een instructieve tekst. Schrijf zelf een gedicht met de titel Tekening, net als tekst 1. Maak van je gedicht een instructieve tekst. Zet erin hoe je van een leeg vel papier in een paar stappen een prachtige tekening kunt maken. Schrijf je gedicht van maximaal acht regels op een apart laadje. Zorg ervoor dat de laatste woorden rijmen. Wat he je geleerd? Deze les ging over het leesdoel: lezen voor je plezier. Je zoekt een tekst die past ij dit leesdoel: een fictietekst. Je het ook geleerd dat leesdoelen en tekstsoorten soms door elkaar lopen. 4 / 4

7 Leesdoel epalen Wat ga je leren? Je kunt straks: uitleggen wat fictieteksten zijn vertellen ij welk leesdoel fictieteksten passen uitleggen dat leesdoelen en tekstsoorten soms door elkaar lopen Wat ga je doen? Je gaat drie teksten lezen. Ze heen te maken met een museum. Lees de uitleg hierna. Maak dan de vragen. Lees de teksten nog niet! Wat moet je weten? Je weet dat je een tekstsoort kiest die ij je leesdoel past. Je weet dat er reclameteksten, meningteksten en instructieve teksten zijn. Er zijn ook fictieteksten. Dat is een ander woord voor plezierteksten. Deze teksten passen ij het leesdoel: lezen voor je plezier. Een fictietekst is een verzonnen verhaal. Het is niet echt geeurd, ook al lijkt het soms wel zo. Vooreelden van fictieteksten: verhalen (over avonturen, dieren, school, verliefdheid, geschiedenis, speurders, sport, oorlog, reizen, enzovoort) strips moppen liedjes gedichten Leesdoelen en tekstsoorten kunnen soms door elkaar lopen. Bijvooreeld: Laura heeft zin om een grappig stripverhaal te lezen, maar ze wil er wel iets van leren. Ze kiest Van nul tot nu door Thom Roep en Co Loerakker. Grappige strips waardoor je veel leert over de Nederlandse geschiedenis. In Roald Dahl s Griezelkookoek komen twee tekstsoorten voor. Er staan recepten in voor allerlei gerechten. En er staan stukjes uit verhalen van Roald Dahl in, waar die gerechten in voorkomen. Moeilijke woorden de veiling = een plaats waar je dingen kunt kopen. Wie het meeste geld ergens voor iedt, mag het kopen. Monet = een eroemde Franse schilder, die leefde van 1840 tot 1926 Musée de l Orangerie = een eroemd museum in Parijs de walkietalkie = een apparaatje waarmee je over een afstand met elkaar kunt praten ronddoeren = op het water drijven 1 / 4

8 Tekening 2 Lelijk schilderij Ik teken mijn huis Jantje en zijn zus lopen door het museum. - dak, muur, raam - Zegt zijn zus: Moet je kijken! Zo n lelijk met grijs potlood op papier. schilderij he ik nog nooit gezien. Hier nog een deur Zegt Jantje plagerig: Zet je ril eens en daar de el. op en ga weg ij die spiegel. Maar dat daarachter mijn kamer is waarin mijn ed (zo warm en zacht) wacht tot ik weer met de avond innenval, dat zie je niet Op zoek naar het schilderij Storm en zijn vrienden vormen samen de Blockusters: een geheime clu die altijd op ontdekking is. Op een veiling van schilderijen hoort Storm mensen veroden afspraken maken. Ze willen een eroemd schilderij van Monet verkopen. Dat mag helemaal niet! Samen met de Blockusters gaat Storm op onderzoek uit, tot in Parijs aan toe. Ja, Monet heeft heel veel schilderijen van zijn vijver in Giverny gemaakt, gaat Juul verder. De mooiste hangen hier in Musée de l Orangerie. Ze wijst naar het geouw voor hen. Door die grote stenen zuilen naast de ingang lijkt het net een Griekse tempel. Jullie moeten kijken of je iets van die schilderijen herkent. Iets wat ook op het schilderij staat dat geveild wordt. Een ewaker controleert de tassen van de ezoekers. Ook Storm moet zijn rugzak openen. Gelukkig heeft hij zijn zakmes ij opa gelaten, want dat mag je vast niet mee naar innen nemen. De ewaker ekijkt de walkietalkies en het kompas en geaart dat ze door mogen lopen. Bij de kassa kopen ze kaartjes en ze volgen Juul door de moderne, etonnen hal. Ze lopen een witte ovale zaal in met vier enorme schilderijen. Ze zijn elk wel tien meter lang. Wauw, zegt Jimi. Die zijn groot. Je kunt het este een eetje afstand nemen om te zien wat het is. Juul loopt naar het midden van de zaal. Als je zo doet, is het net een film van mooie kleuren. Langzaam draait Lara om haar as. Storm doet haar na. Strepen lauwe verf vermengen zich tot water, waarin witte vlekken ronddoeren. Of zijn het wolken tegen een lauwe hemel? Hij wordt duizelig en laat zich op de houten ank zakken. De kleuren lijven voor zijn ogen draaien. Mensen uit de hele wereld komen naar Parijs om Monets waterlelieschilderijen te ekijken. Juul kijkt hen trots aan, alsof het haar schilderijen zijn. En, herkennen jullie iets van jullie schilderij? vraagt ze daarna ongeduldig. 2 / 4

9 Maak de vragen 1 Bekijk de teksten op ladzijde 2. a Welke soorten teksten zie je? Kruis aan. c tekst 1 tekst 2 tekst 3 mop gedicht verhaal Bij welke tekstsoort horen deze teksten? Vul in. Het zijn fictieteksten. Wat is het elangrijkste leesdoel ij deze tekstsoort? Kruis aan. Ik he zin om te lezen. Ik wil iets doen of maken. Ik wil ergens een mening over krijgen. Ik wil iets leren of weten. 2 Lees tekst 1. a Voor wie is tekst 1 een goede tekst? Kruis aan. Anne: Ik he zin om iets spannends te lezen. Daan: Ik he zin om te zingen. Noa: Ik he zin om te lachen. Omar: Ik he zin om iets moois te lezen. Bij vraag 1a he je aangekruist wat tekst 1 voor soort tekst is. Dat zie je aan de vorm. Hoe is de tekst opgeouwd? Tel de titel niet mee. Tekst 1 estaat uit 3 zinnen, die verspreid staan over 12 regels. 3 Lees tekst 2. a Welk leesdoel past ij deze tekst? Streep de foute antwoorden door. Ik he zin om iets grappigs / griezeligs / ontroerends / spannends te lezen. De zus van Jantje denkt dat ze naar een lelijk schilderij staat te kijken. Waarom is dat grappig? Vul in. Dat is grappig omdat ze eigenlijk in de spiegel kijkt. 4 Lees tekst 3. a Wat voor soort verhaal is tekst 3? Kruis aan. c een avonturenverhaal over Franse kinderen een griezelverhaal over een Franse schilder een reisverhaal over een vakantie in Frankrijk een speurdersverhaal over een geheime clu Welk leesdoel past het est ij deze tekst? Vul in. Ik he zin om een spannend verhaal te lezen. Bij tekst 3 past nog een leesdoel. Welk leesdoel past er nog meer ij tekst 3? Vul in. Ik wil iets leren over ijvooreeld: de schilderijen van Monet. 3 / 4

10 5 Bekijk tekst 3 nog een keer. a In regel 17 en 18 lees je: Gelukkig heeft hij zijn zakmes ij opa gelaten, want dat mag je vast niet mee naar innen nemen. Waarom mogen mensen geen zakmes meenemen naar een museum, denk je? Schrijf op. Met een zakmes kan iemand de schilderijen eschadigen. In een verhaal kunnen ook dingen staan die echt geeurd zijn. Lees: Ze... lang. (r. 21 t/m 22) Kan een schilderij in het echt tien meter lang zijn, denk je? Kruis aan. Ja, dat kan makkelijk. Nee, dat kan nooit. 6 Stel, jij gaat lezen voor je plezier. Welke tekst kies jij dan: tekst 1, 2 of 3? Vul in. Ik kies tekst, omdat Bijvooreeld: 3, omdat ik het leuk vind om een spannend verhaal te lezen en ook nog iets te leren. 7 Bekijk tekst 3 nog een keer. Tekst 3 is een verzonnen verhaal. Zou dit verhaal ook echt geeurd kunnen zijn, denk jij? En waarom wel of niet? Streep door en vul in. Het verhaal kan wel / niet echt geeurd zijn, want Bijvooreeld: niet, want het is voor kinderen te gevaarlijk om zelf op onderzoek uit te gaan in Parijs. 8 Bekijk tekst 2 nog een keer. a Vind jij dit een goede mop? Waarom wel of niet? Streep door en vul in. Ik vind dit wel een / geen goede mop, omdat Bijvooreeld: wel, omdat ik er echt om moet lachen. Wat maakt een mop goed? Wanneer moet jij lachen om een mop? Bedenk drie dingen. Schrijf ze op een apart laadje. 9 Soms lopen tekstsoorten door elkaar in een tekst. Bijvooreeld een fictietekst met daarin een instructieve tekst. Schrijf zelf een gedicht met de titel Tekening, net als tekst 1. Maak van je gedicht een instructieve tekst. Zet erin hoe je van een leeg vel papier in een paar stappen een prachtige tekening kunt maken. Schrijf je gedicht van maximaal acht regels op een apart laadje. Zorg ervoor dat de laatste woorden rijmen. Wat he je geleerd? Deze les ging over het leesdoel: lezen voor je plezier. Je zoekt een tekst die past ij dit leesdoel: een fictietekst. Je het ook geleerd dat leesdoelen en tekstsoorten soms door elkaar lopen. 4 / 4

HANDLEIDING BLOK 1, WEEK 1, LES 1 GROEP 4

HANDLEIDING BLOK 1, WEEK 1, LES 1 GROEP 4 HANDLEIDING BLOK, WEEK, LES GROEP achtergrondinformatie Leesstrategie Waarom lees ik de tekst? (Leesdoel bepalen) Lesdoelen De kinderen kunnen: vertellen wat een tekst is; opnoemen welke teksten ze voor

Nadere informatie

HANDLEIDING BLOK 3, WEEK 1, LES 1 GROEP 5-6

HANDLEIDING BLOK 3, WEEK 1, LES 1 GROEP 5-6 HANDLEIDING BLOK 3, WEEK, LES GROEP -6 achtergrondinformatie Leesstrategie Waarom lees ik de tekst? (Leesdoel epalen) Lesdoelen De kinderen kunnen: vertellen welke teksten passen ij het leesdoel zin om

Nadere informatie

Wat weet ik al over het onderwerp? (Kennis ophalen)

Wat weet ik al over het onderwerp? (Kennis ophalen) HANDLEIDING BLOK 1, WEEK 3, LES 1 GROEP 4 achtergrondinformatie Leesstrategie Wat weet ik al over het onderwerp? (Kennis ophalen) Lesdoelen De kinderen kunnen: bedenken wat ze al weten over het onderwerp.

Nadere informatie

In de tekst komen moeilijke woorden voor. In stap 4 achterhalen de kinderen de betekenis hiervan.

In de tekst komen moeilijke woorden voor. In stap 4 achterhalen de kinderen de betekenis hiervan. HANDLEIDING lok 3, week 3, les 2 groep 5-6 achtergrondinformatie Leesstrategie alle leesstrategieën Lesdoelen De kinderen kunnen: de tekst ekijken voordat ze gaan lezen (stap 1 t/m 3) edenken wat ze moeten

Nadere informatie

Wat weet ik al over het onderwerp? (Kennis ophalen)

Wat weet ik al over het onderwerp? (Kennis ophalen) HANDLEIDING BLOK 3, WEEK 3, LES 1 GROEP 5-6 ahtergrondinformatie Leesstrategie Wat weet ik al over het onderwerp? (Kennis ophalen) Lesdoelen De kinderen kunnen: vertellen wat er tijdens het lezen geeurt

Nadere informatie

informatieve tekst (artikel) en instructieve tekst (spelregels en tips)

informatieve tekst (artikel) en instructieve tekst (spelregels en tips) HANDLEIDING lok 3, week 7, les 2 groep 5-6 ahtergrondinformatie Leesstrategie alle leesstrategieën Lesdoelen De kinderen kunnen: de tekst ekijken voordat ze gaan lezen (stap 1 t/m 3) edenken wat ze moeten

Nadere informatie

informatieve tekst met een meningtekst in kader (artikel op internet met reacties)

informatieve tekst met een meningtekst in kader (artikel op internet met reacties) HANDLEIDING blok 4, week 1, les 1 groep 7-8 achtergrondinformatie Leesstrategie Leesdoel bepalen (Waarom lees ik de tekst?) Lesdoelen De kinderen kunnen: vertellen wat informatieve teksten zijn; vertellen

Nadere informatie

Welk plaatje past bij de tekst?

Welk plaatje past bij de tekst? 2014 lok 1, week 6, les 1 Groep 5-6 Welk plaatje past ij de tekst? Wat ga je leren? Je kunt straks: uitleggen waarom het handig is dat je tijdens het lezen plaatjes maakt in je hoofd vertellen hoe de plaatjes

Nadere informatie

HANDLEIDING BLOK 1, WEEK 7, LES 1 GROEP 7-8

HANDLEIDING BLOK 1, WEEK 7, LES 1 GROEP 7-8 HANDLEIDING BLOK 1, WEEK 7, LES 1 GROEP 7-8 ahtergrondinformatie Leesstrategie Samenvatten (Hoe vat ik samen?) Lesdoelen De kinderen kunnen: vershillende doelen van samenvatten noemen; ondersheid maken

Nadere informatie

Je gaat een tekst lezen over insecten eten. Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen.

Je gaat een tekst lezen over insecten eten. Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen. 2015 lok 2, week 7, les 1 Groep 5-6 Hoe vat ik samen? Wat ga je leren? Je kunt straks: vertellen wat de hoofdgedachte is de hoofdgedachte in de tekst vinden uitleggen hoe je de hoofdgedachte kunt geruiken

Nadere informatie

Wat doe ik als ik het niet meer snap?

Wat doe ik als ik het niet meer snap? 2014 lok 2, week 4, les 1 Groep 5-6 Wat doe ik als ik het niet meer snap? Wat ga je leren? Je kunt straks: de etekenis van een onekend woord zoeken in de tekst Wat ga je doen? Je gaat een tekst lezen over

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Je gaat de leesstrategie Leesdoel bepalen nog eens oefenen. Lees de uitleg hierna. Maak dan de vragen. Lees de tekst nog niet.

Je gaat de leesstrategie Leesdoel bepalen nog eens oefenen. Lees de uitleg hierna. Maak dan de vragen. Lees de tekst nog niet. remedieerlad lok 3, strategie Groep 7-8 Leesdoel epalen Wat ga je doen? Je gaat de leesstrategie Leesdoel epalen nog eens oefenen. Lees de uitleg hierna. Maak dan de vragen. Lees de tekst nog niet. Wat

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Je kunt straks: uitleggen wat letterlijk en figuurlijk is vertellen dat de schrijver soms iets anders bedoelt dan wat er staat

Je kunt straks: uitleggen wat letterlijk en figuurlijk is vertellen dat de schrijver soms iets anders bedoelt dan wat er staat 2014 lok 2, week 4, les 1 Groep 7-8 Herstellen Wat ga je leren? Je kunt straks: uitleggen wat letterlijk en figuurlijk is vertellen dat de schrijver soms iets anders edoelt dan wat er staat Wat ga je doen?

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014 Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 7. Eindverslag 86. Extra opdrachten 90. Tips voor op school 94

Inhoud. Inleiding 7. Eindverslag 86. Extra opdrachten 90. Tips voor op school 94 Inhoud Inleiding 7 deel 1 lees- en kijkbio Hoofdstuk 1 Verhalen vertellen 10 Hoofdstuk 2 Zelf verhalen vertellen 12 Hoofdstuk 3 Voorlezen 16 Hoofdstuk 4 Verhalen lezen 18 Hoofdstuk 5 Verhalen in boeken

Nadere informatie

Nederlands. Luisteren. Voor 1F Deel 1 van 2

Nederlands. Luisteren. Voor 1F Deel 1 van 2 Nederlands Luisteren Voor 1F Deel 1 van 2 Colofon Uitgeverij: Edu Actief.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Mieke Lens Inhoudelijke redactie: Ina Berlet Titel: Nederlands Luisteren

Nadere informatie

Waarom lees ik de tekst?

Waarom lees ik de tekst? remedieerlad lok 3, strategie Groep -6 Waarom lees ik de tekst? Wat ga je doen? Je gaat de strategie Waarom lees ik de tekst? nog eens oefenen. Lees de uitleg hierna. Maak dan de vragen. Lees de teksten

Nadere informatie

Begrijpend lezen Strategie 6 & 7. Extra oefenen Niveau B

Begrijpend lezen Strategie 6 & 7. Extra oefenen Niveau B Begrijpend lezen Strategie 6 & 7 Extra oefenen Niveau B Remediëringsbladen - strategie 6 en 7 Niveau B 2 Je gaat leren om je leesdoel bij een tekst te bepalen en je leert om te controleren of je je leesdoel

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar 2013-2014 Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 36 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

lesmateriaal Taalkrant

lesmateriaal Taalkrant lesmateriaal Taalkrant Toelichting Navolgend vindt u een plan van aanpak en 12 werkbladen voor het maken van de Taalkrant in de klas, behorende bij het project Taalplezier van Stichting Wereldleren. De

Nadere informatie

Lesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten

Lesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten groep 5 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen herkennen het werkwoord in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal Lesduur 25 minuten Aanwijzingen bij de les

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte Les 1: Een gedicht over Egypte schrijven Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken 1. Bekijk het Nieuwsbegripfilmpje van het Jeugdjournaal op www.nieuwsbegrip.nl. Het filmpje gaat over de situatie

Nadere informatie

Handleiding bij de digitale les voor de Nederlandse Kinderjury 2012

Handleiding bij de digitale les voor de Nederlandse Kinderjury 2012 Handleiding bij de digitale les voor de Nederlandse Kinderjury 2012 Ieder jaar stemmen duizenden basisschoolleerlingen op hun favoriete boeken van het afgelopen jaar. Om zo veel mogelijk kinderen enthousiast

Nadere informatie

4 In de tekst staat: Dit is een recept voor een toetje. Weet jij wat een recept is? Kruis de goede zin aan.

4 In de tekst staat: Dit is een recept voor een toetje. Weet jij wat een recept is? Kruis de goede zin aan. Blok 2 LB 16-17 LES 1 MAAK EEN TOETJE Lees de tekst in het leesboek nog niet. 1 Kijk naar de plaatjes. Nu weet je al heel veel. 1 Hier staat hoe je een toetje maakt. Hier staat hoe je een pop maakt. 2

Nadere informatie

Begrijpend lezen Strategie 6 en 7. Extra oefenen Niveau A

Begrijpend lezen Strategie 6 en 7. Extra oefenen Niveau A Begrijpend lezen Strategie 6 en 7 Extra oefenen Niveau A Remediëringsbladen - strategie 6 en 7 Niveau A 2 Je gaat leren om je leesdoel bij een tekst te bepalen en je leert om te controleren of je je leesdoel

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan? Les 1: Een poëziekaart maken poëziekaart Lees over Verbonden zijn. Wat schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een Verbonden zijn De Nieuwsbegrip leesles gaat over de ramadan. Tijdens de ramadan voelen

Nadere informatie

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen

leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen Dit is een brochure, gemaakt voor leerlingen met NLD. Naast deze brochure is er ook: - een brochure met informatie voor ouders van kinderen met NLD en - een brochure

Nadere informatie

LEZEN BK 2 OVER DE GRENS PERRON 1

LEZEN BK 2 OVER DE GRENS PERRON 1 Over de grens Deze module heet Over de grens. Wat kan dat allemaal betekenen? Je gaat over de grens als je met vakantie naar Frankrijk gaat, op bezoek bent bij je familie in Australië of een weekendtripje

Nadere informatie

Lesvoorbereiding. Datum: 19 februari 2013 aantal leerlingen: 33 tijd: Groep: 4

Lesvoorbereiding. Datum: 19 februari 2013 aantal leerlingen: 33 tijd: Groep: 4 Zakelijke gegevens Naam student: Jessica Gotink Lesvoorbereiding Stageschool: Daltonbasisschool de Vlier Winterswijk Iselinge klas: VR3C mentor/mentrix: Natascha Hulzink Datum: 19 februari 2013 aantal

Nadere informatie

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd Werkstuk En natuurlijk ook spreekbeurt Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd (Op het voorblad komt de titel van je werkstuk, een foto of een plaatje van je onderwerp, je naam en je klas.) Inhoudsopgave

Nadere informatie

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over de Paralympische Spelen

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over de Paralympische Spelen Les 1: Een gedicht over de Paralympische Spelen schrijven Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken 1. Bekijk het Nieuwsbegripfilmpje van het Jeugdjournaal op www.nieuwsbegrip.nl. Het filmpje

Nadere informatie

Je kunt straks: uitleggen waarom het handig is dat je tijdens het lezen plaatjes maakt in je hoofd vertellen hoe de plaatjes in jouw hoofd eruitzien

Je kunt straks: uitleggen waarom het handig is dat je tijdens het lezen plaatjes maakt in je hoofd vertellen hoe de plaatjes in jouw hoofd eruitzien 2014 lok 1, week 6, les 1 Groep 7-8 Visualiseren Wat ga je leren? Je kunt straks: uitleggen waarom het handig is dat je tijdens het lezen plaatjes maakt in je hoofd vertellen hoe de plaatjes in jouw hoofd

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar Startles 36 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? bepalen Waarom lees ik de tekst? Waar gaat de tekst over? ophalen Wat weet ik al over het onderwerp?

Nadere informatie

Lesdoelen De kinderen leren dat er woorden zijn die de (soort)naam voor mensen en dieren aanduiden en maken kennis met de term zelfstandig naamwoord.

Lesdoelen De kinderen leren dat er woorden zijn die de (soort)naam voor mensen en dieren aanduiden en maken kennis met de term zelfstandig naamwoord. groep 4 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen leren dat er woorden zijn die de (soort)naam voor mensen en dieren aanduiden en maken kennis met de term zelfstandig naamwoord. Materiaal Oefenblad

Nadere informatie

Je gaat een tekst lezen over insecten eten. Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen.

Je gaat een tekst lezen over insecten eten. Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen. 2015 lok 2, week 7, les 1 Groep 7-8 Samenvatten Wat ga je leren? Je kunt straks: het schrijversdoel herkennen de hoofdgedachte herkennen uitleggen hoe je de hoofdgedachte en/of het schrijversdoel geruikt

Nadere informatie

De Melkweg groep 3-4. Lesbeschrijving De Melkweg. Inleiding 15 minuten. 1 Bron: www.ruimtevaartindeklas.nl

De Melkweg groep 3-4. Lesbeschrijving De Melkweg. Inleiding 15 minuten. 1 Bron: www.ruimtevaartindeklas.nl De Melkweg groep 3-4 Als je naar de sterren kijkt, komen als vanzelf veel vragen op. Hoeveel sterren zijn er? Waar bestaan al die sterren uit? Hoe ver weg zijn ze? De sterren die wij vanaf de aarde zien,

Nadere informatie

Bedenken: een tekening maken van de held

Bedenken: een tekening maken van de held Les 1: De uitdaging Wat ga je schrijven? In deze les ga je een verhaal schrijven. Je bent zelf de held van het verhaal. De held van je verhaal gaat een uitdaging aan. Iets wat spannend of moeilijk is om

Nadere informatie

Letters, woorden, boeken

Letters, woorden, boeken Melkweg Lezen van Alfa B naar Alfa C Letters, woorden, boeken Participatie: De bibliotheek Merel Borgesius Kaatje Dalderop Willemijn Stockmann Colofon Melkweg: Letters, woorden, boeken, 2016 Dit boekje

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 3 (groep 7-8) schooljaar Startles 36 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? Nu en straks op de middelbare school? de 1 37 De leerling kan: - verschillende leesdoelen noemen -

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte Les 1: Een gedicht over Egypte schrijven Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken 1. Bekijk het Nieuwsbegripfilmpje van het Jeugdjournaal op www.nieuwsbegrip.nl. Het filmpje gaat over de situatie

Nadere informatie

Nieuw! Digibordpresentatie Leeslink. Inhoud. A Vooraf. Leeslink leren kennen. Dit stappenplan helpt u Leeslink te leren kennen. Pag. A.

Nieuw! Digibordpresentatie Leeslink. Inhoud. A Vooraf. Leeslink leren kennen. Dit stappenplan helpt u Leeslink te leren kennen. Pag. A. Nieuw! Digibordpresentatie Leeslink Leeslink leren kennen Dit stappenplan helpt u Leeslink te leren kennen. Inhoud Pag. A. Vooraf 1 B. Aanmelden 2 C. Demonstratie 3 Bijlage: Navigatieonderdelen 11 A Vooraf

Nadere informatie

Films kijken op internet: verboden of niet?

Films kijken op internet: verboden of niet? Les over auteursrecht tekst niveau A Films kijken op internet: verboden of niet? Veel mensen kijken graag naar films. Jij ook? Als je zin hebt om een film te zien, kun je natuurlijk naar de bioscoop gaan.

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar 2012-2013

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar 2012-2013 Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? de 1 36 De leerling kan: - vertellen waarom hij een tekst leest - een leesdoel kiezen 1 37 De leerling

Nadere informatie

Je gaat een toets maken over begrijpend lezen. Maak vraag 1 tot en met 9. Lees de teksten nog niet.

Je gaat een toets maken over begrijpend lezen. Maak vraag 1 tot en met 9. Lees de teksten nog niet. Toets 2 Naam Wat ga je doen? Je gaat een toets maken over begrijpend lezen. Maak vraag 1 tot en met 9. Lees de teksten nog niet. Moeilijke woorden verschijnen een besluit nemen = van boeken: voor het eerst

Nadere informatie

Lesbrief. Uitgeverij Leopold, in samenwerking met het Mauritshuis. Groep 1, 2, 3 en 4

Lesbrief. Uitgeverij Leopold, in samenwerking met het Mauritshuis. Groep 1, 2, 3 en 4 Lesbrief www.leopold.nl Uitgeverij Leopold, in samenwerking met het Mauritshuis Groep 1, 2, 3 en 4 Doelgroep: Groep 1, 2, 3 en 4 Benodigdheden: kroontjespen, inkt, vellen papier, kleurpotloden, kleine

Nadere informatie

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan?

Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart. Hoe pak je het schrijven van een gedicht aan? Les 1: Een poëziekaart maken Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht voor op een poëziekaart Lees over Verbonden zijn. Verbonden zijn De Nieuwsbegrip leesles gaat over de ramadan. Tijdens de

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 2 bij 1.2 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. Cursist A Cursist

Nadere informatie

Je gaat een toets maken over begrijpend lezen. Maak vraag 1 tot en met 9. Lees de teksten nog niet.

Je gaat een toets maken over begrijpend lezen. Maak vraag 1 tot en met 9. Lees de teksten nog niet. Toets 2 Naam Wat ga je doen? Je gaat een toets maken over begrijpend lezen. Maak vraag 1 tot en met 9. Lees de teksten nog niet. Moeilijke woorden verschijnen een besluit nemen = van boeken: voor het eerst

Nadere informatie

Wat ga je schrijven: een verhaal over een held die een uitdaging aangaat

Wat ga je schrijven: een verhaal over een held die een uitdaging aangaat Les 1: De uitdaging Wat ga je schrijven: een verhaal over een held die een uitdaging aangaat In deze les ga je een verhaal verzinnen. Je bent zelf de held van het verhaal. In het verhaal ga je als held

Nadere informatie

Lesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8

Lesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8 Lesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8 Inhoud van deze lesbrief - Thema s in het boek - Lesopzet - Doel van de les - Uitwerking - Bijlage: opdrachtenblad Thema s

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) Voordoen (modelen, hardop denken) De tekst hieronder gebruikt bij opdracht 3. U doet dan op het bord voor hoe u een gedicht schrijft. Hardopdenktekst We hebben samen naar de Nieuwsbegripfilm gekeken. Zelf

Nadere informatie

Korte cursus Sinterklaasgedichten schrijven

Korte cursus Sinterklaasgedichten schrijven Taaljournaal 2 Handleiding groep 6/7/8 Korte cursus Sinterklaasgedichten schrijven Dit is een extra activiteit die past binnen het thema Sinterklaas. schrijven hun gedicht dan werkelijk voor de viering

Nadere informatie

Dag 1 Kaders vol kunst!

Dag 1 Kaders vol kunst! Dag 1 Kaders vol kunst! Domeinen: lezen, spreken, luisteren, schrijven Onderwerp: kunstwerken maken met letters en woorden Lesduur: 50 minuten Lesdoelen Hoofddoel van de les > Met taal en woorden tot een

Nadere informatie

Handleiding voorbereidende les bij Democracity. Basisonderwijs. Versie 22 mei Handleiding voorbereidende les bij Democracity

Handleiding voorbereidende les bij Democracity. Basisonderwijs. Versie 22 mei Handleiding voorbereidende les bij Democracity Basisonderwijs Versie 22 mei 2018 INHOUD Inleiding... 2 Tijdsverloop... 2 Quiz: Waar gaat de gemeente over?... 3 Filmpje Hoe werkt de gemeenteraad?... 6 Wie is de baas in de gemeente?... 7 Van probleem

Nadere informatie

Met hulp: vragen over de tekst bedenken en beantwoorden

Met hulp: vragen over de tekst bedenken en beantwoorden Let op: je maakt Opdracht 1 Met hulp óf Opdracht 1 Zonder hulp 1. Lees de uitleg. Met hulp: vragen over de tekst bedenken en beantwoorden Als je een tekst actief leest, probeer je de tekst zo goed mogelijk

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de kerstperiode

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de kerstperiode Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de kerstperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) week 11-12 maart 2012 - hardop-denktekst schrijven B Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet.

Nadere informatie

Drie nieuwe methodes van Malmberg Een kennismaking in de vorm van een lesidee

Drie nieuwe methodes van Malmberg Een kennismaking in de vorm van een lesidee Drie nieuwe methodes van Malmberg Een kennismaking in de vorm van een lesidee Malmberg introduceert in juni 2008 drie nieuwe kennisgebiedenmethodes voor groep 3 t/m 8: Naut voor natuur en techniek, Meander

Nadere informatie

Lesbrief bij Als honden konden bidden van Margriet Cobben

Lesbrief bij Als honden konden bidden van Margriet Cobben Lesbrief bij Als honden konden bidden van Margriet Cobben Voor groep 6, 7 en 8 Inhoud van deze lesbrief Thema s in het boek Lesopzet Doel van de les Uitwerking Bijlage: opdrachtenblad Thema s in het boek

Nadere informatie

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar

Leerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? de 1 36 De leerling kan: - vertellen waarom hij een tekst leest - een leesdoel kiezen 1 37 De leerling

Nadere informatie

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld

Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Groep 8 Les 1. Boeven in beeld Les 1. Boeven in beeld Nationaal Gevangenismuseum Groep 8 120 minuten Samenvatting van de les De les begint met een klassikaal

Nadere informatie

Voordoen (modelen, hardop denken)

Voordoen (modelen, hardop denken) Voordoen (modelen, hardop denken) De tekst hieronder gebruikt u bij opdracht 3. U doet dan op het bord voor hoe u een gedicht schrijft. Hardopdenktekst Zelf vind ik het best erg voor de mensen in Egypte

Nadere informatie

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht I Lichamelijke ontwikkeling en zelfbeeld Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen worden zich meer bewust van eigen talenten en eigenschappen en ontwikkelen een positief zelfbeeld. Kinderen kunnen

Nadere informatie

Magnetische en beschrijfbare dobbelsteen: de taalontwikkeling (1)

Magnetische en beschrijfbare dobbelsteen: de taalontwikkeling (1) Magnetische en beschrijfbare dobbelsteen: de taalontwikkeling (1) Vorige week ontving ik de beschrijfbare dobbelsteen van Credu.nl: een webwinkel vol met prachtige educatieve materialen, maar ook voor

Nadere informatie

Museumles Tureluurtje. Docentenhandleiding

Museumles Tureluurtje. Docentenhandleiding Museumles Tureluurtje Docentenhandleiding September 2014 Inhoud De museumles in het kort... 3 Voorbereiding in de klas... 3 In het museum... 3 Afsluiting in de klas... 3 De museumles uitgewerkt... 4 Introductieles

Nadere informatie

Deze opdracht doe je met een maatje. Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe?

Deze opdracht doe je met een maatje. Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe? Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe? Deze opdracht doe je alleen, in tweetallen of in een Maak een woordveld bij de tekst. Je mag

Nadere informatie

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs.

Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de belangrijkste tips en trucs. R.K. Basisschool Anselderlaan 10 6471 GL Eygelshoven Tel: 045-5351434 De fijne kneepjes van het voorlezen Voorlezen is leuk en nuttig. Maar hoe doe je dat eigenlijk, goed voorlezen? Hieronder vindt u de

Nadere informatie

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 5 en 6

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 5 en 6 MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 5 en 6 Inleiding De museumles is onderdeel van een lessenreeks met receptieve, reflectieve en actieve onderdelen: - 2 voorbereidende lessen op school door eigen leerkracht

Nadere informatie

Korte cursus sinterklaasgedichten schrijven

Korte cursus sinterklaasgedichten schrijven Taal actief 3 Handleiding groep 6 en 7 Korte cursus sinterklaasgedichten schrijven Dit is een extra activiteit die past binnen het thema sinterklaas. Tijdsduur 45 minuten Tip: De kinderen die moeite hebben

Nadere informatie

Informatieboekje. Spreekbeurt, leeskring en nieuwskring. 2015 / 2016 groep 8

Informatieboekje. Spreekbeurt, leeskring en nieuwskring. 2015 / 2016 groep 8 Informatieboekje Spreekbeurt, leeskring en nieuwskring 2015 / 2016 groep 8 Informatie In dit informatieboekje vind je informatie voor je spreekbeurt, je leeskring en je nieuwskring. De voorbereiding is

Nadere informatie

LESMATERIAAL BOEKVERSLAG 2.0

LESMATERIAAL BOEKVERSLAG 2.0 LESMATERIAAL BOEKVERSLAG 2.0 EEN BOEKRECENSIE SCHRIJVEN Inhoud Inleiding... 2 Verwerkingsopdracht 1... 3 Verwerkingsopdracht 2... 5 Bijlage 1: Waarom lezen?... 8 Bijlage 2: Boekenkring vragen van Aidan

Nadere informatie

Lesbrief: Sporten met een doelgroep Thema: Waar ga ik heen?

Lesbrief: Sporten met een doelgroep Thema: Waar ga ik heen? Lesbrief: Sporten met een doelgroep Thema: Waar ga ik heen? Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Sporten met een doelgroep Inleiding Sporten is goed voor iedereen. Je blijft

Nadere informatie

Taalklas.nl Plus Cursistenmateriaal

Taalklas.nl Plus Cursistenmateriaal Opdracht 1 Nieuwe woorden Lees het woord Bedek het woord Schrijf het woord in de zin Klopt het? de computer Bart speelt vaak spelletjes op de In de leer ik hoe internet en e-mail werken de computerles

Nadere informatie

IK ZIE, IK ZIE... BENNER

IK ZIE, IK ZIE... BENNER IK ZIE, IK ZIE... BENNER onderwijsprogramma primair onderwijs groep 5 t/m 8 INLEIDING Gerrit Benner vond de gewone wereld lang niet altijd even leuk, dus die schilderde hij ook niet. Maar achter die gewone

Nadere informatie

VOORBEREIDENDE LES DOCENTENHANDLEIDING INFORMATIE

VOORBEREIDENDE LES DOCENTENHANDLEIDING INFORMATIE VOORBEREIDENDE LES DOCENTENHANDLEIDING INFORMATIE 1 Utrecht, 2015 Beste docent, Wij hopen u en uw groep binnenkort te mogen verwelkomen in het Centraal Museum, waar u met de groep deelneemt aan het programma

Nadere informatie

Tekst lezen en een tekstschema invullen

Tekst lezen en een tekstschema invullen Tekst lezen en een tekstschema invullen Je gaat straks bij opdracht 2 de tekst samenvatten. In een samenvatting vertel je in het kort waar de tekst over gaat. 1. Lees eerst de tekst en onderstreep de woorden

Nadere informatie

LESSUGGESTIES BIJ DE BOEKENKIST COMING OF AGE - praktijkonderwijs

LESSUGGESTIES BIJ DE BOEKENKIST COMING OF AGE - praktijkonderwijs LESSUGGESTIES BIJ DE BOEKENKIST COMING OF AGE - praktijkonderwijs Inhoud Handleiding docent... 2 Meet & Greet de boeken!... 4 TOP 3... 5 Opdrachtblad vragenspel... 6 Kopieerblad vragenkaartjes spel...

Nadere informatie

Bezoek een bedrijf. Wat kun je en wat weet je na deze lesbrief?

Bezoek een bedrijf. Wat kun je en wat weet je na deze lesbrief? Bezoek een bedrijf! Bezoek een bedrijf Je gaat op bezoek bij een bedrijf dat je zelf mag uitzoeken. Het is de bedoeling dat je bij het bedrijf gaat kijken, vragen stellen en goed oplet wat ze er allemaal

Nadere informatie

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij? Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie

titel/kopje/plaatje Ik denk aan: Dit weet ik er al over:

titel/kopje/plaatje Ik denk aan: Dit weet ik er al over: Lees de uitleg. Voorspellen en tekst lezen Voor je een tekst gaat lezen, voorspel je waarover hij gaat. Kijk eerst goed hoe de tekst eruitziet. Want je kunt aan de buitenkant van de tekst soms al zien

Nadere informatie

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Dimanida Kemkievelden Groep 7abcd

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Dimanida Kemkievelden Groep 7abcd Werkstuk En natuurlijk ook spreekbeurt Gemaakt door: Dimanida Kemkievelden Groep 7abcd (Op het voorblad komt de titel van je werkstuk, een foto of een plaatje van je onderwerp, je naam en je klas.) Inhoudsopgave

Nadere informatie

Wild Beest. Opdrachtenboekje. Basisonderwijs groep 5 t/m 8

Wild Beest. Opdrachtenboekje. Basisonderwijs groep 5 t/m 8 Wild Beest Opdrachtenboekje Basisonderwijs groep 5 t/m 8 24 februari t/m 29 mei 2015 Wild Beest In dierentuin Dierenrijk zijn door een computerstoring bij een aantal kooien de elektronische sloten open

Nadere informatie

Doel. Doelgroep. Een film in je hoofd

Doel. Doelgroep. Een film in je hoofd Doel Het op gang brengen of houden van leesplezier! Van wat voor soort boeken houden de kinderen en waarom? Zouden ze zelf graag de hoofdpersoon zijn in één van hun lievelingsboeken? Welke omslagen spreken

Nadere informatie

Nederlands Luisteren Voor 1F Deel 2 van 2

Nederlands Luisteren Voor 1F Deel 2 van 2 Nederlands Luisteren Voor 1F Deel 2 van 2 Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Gerda Verhey Inhoudelijke redactie: Ina Berlet Titel: Nederlands Luisteren

Nadere informatie

Voorbereidend gesprek Vragen die de leerkracht kan stellen: Introductielessen Primair Onderwijs. 1.1- Introductieles 1: Schetsen voor het schoolplein

Voorbereidend gesprek Vragen die de leerkracht kan stellen: Introductielessen Primair Onderwijs. 1.1- Introductieles 1: Schetsen voor het schoolplein Introductielessen Primair Onderwijs 1.1- Introductieles 1: Schetsen voor het schoolplein - De leerlingen worden met kunst geconfronteerd - De leerlingen ontdekken dat kunst niet altijd in een museum staat

Nadere informatie

NEDERLAND VIERT 100 JAAR DE STIJL DESTIJLUTRECHTAMERSFOORT.NL ONTDEK HET IN UTRECHT & AMERSFOORT! LESSUGGESTIES 100 JAAR DE STIJL GROEP 1 T/M 4

NEDERLAND VIERT 100 JAAR DE STIJL DESTIJLUTRECHTAMERSFOORT.NL ONTDEK HET IN UTRECHT & AMERSFOORT! LESSUGGESTIES 100 JAAR DE STIJL GROEP 1 T/M 4 NEDERLAND VIERT 100 JAAR DE STIJL ONTDEK HET IN UTRECHT & AMERSFOORT! LESSUGGESTIES 100 JAAR DE STIJL GROEP 1 T/M 4 1 HANDLEIDING LESSUGGESTIES MONDRIAAN TOT DUTCH KLEURENPALET De leerlingen kunnen de

Nadere informatie

Volgorde in goede de (In de goede volgorde)

Volgorde in goede de (In de goede volgorde) Volgorde in goede de (In de goede volgorde) Wat ga je leren? Je leert dat de delen van een verhaal een eigen plek hebben. Hoe lang ben je bezig? Ongeveer 1 uur Wat heb je nodig? pen/potlood lijntjespapier

Nadere informatie

Lesdoelen De kinderen herkennen voorzetsels in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten

Lesdoelen De kinderen herkennen voorzetsels in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal. Lesduur 25 minuten groep 6 vakantie instaples 1 taal Lesdoelen De kinderen herkennen voorzetsels in een zin. Materiaal Oefenblad instaples 1 taal Antwoordblad instaples 1 taal Lesduur 25 minuten Aanwijzingen bij de les Algemene

Nadere informatie

Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen.

Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen. Dit document hoort bij de training voor mentoren blok 4 coachingsinstrumenten, leerstijlen. Leerstijlentest van David Kolb Mensen, scholieren dus ook, verschillen nogal in de wijze waarop ze leren. Voor

Nadere informatie

Welke supermens vliegt het verst?

Welke supermens vliegt het verst? Welke supermens vliegt het verst? In deze les laten we de leerlingen ervaringen opdoen met vliegen en windkracht. We maken een supermens (met een knipoog naar superman/superwoman) en onderzoeken hoe hij/zij

Nadere informatie

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij? Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode Opmerking vooraf: Voor de uitwerking van deze lessen hebben we doelen gehaald uit verschillende thema s van de betreffende graad. Na elk doel verwijzen

Nadere informatie