Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd

Transcriptie

1 Werkstuk En natuurlijk ook spreekbeurt Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd (Op het voorblad komt de titel van je werkstuk, een foto of een plaatje van je onderwerp, je naam en je klas.)

2 Inhoudsopgave Blz. 3 Voorwoord Blz. 4 Inleiding Blz. 5 Hoofdstuk 1 Informatie verzamelen Blz. 6 Hoofdstuk 2 Blaadje plaatje Blz. 7 Hoofdstuk 3 Eigen woorden i.p.v. boekentaal Blz. 8 Hoofdstuk 4 Van een werkstuk naar een spreekbeurt Blz. 9 Hoofdstuk 5 Tips voor je spreekbeurt Blz. 10 Nawoord Blz. 11 Bronvermelding (In de inhoudsopgave noem je de titels van je hoofdstukken en het paginanummer waarop ieder hoofdstuk begint. Ieder hoofdstuk begint op een nieuwe pagina.) 2

3 Voorwoord Ik heb ervoor gekozen om jullie een werkstuk te laten maken, omdat het belangrijk is om dat goed te kunnen. In de toekomst zullen jullie nog meer werkstukken moeten maken. Zowel in groep 8 als op de middelbare school. Het is fijn als je dan geleerd hebt hoe je dat moet doen. Voor dit werkstuk krijg je een punt en ook andere kinderen zullen dit lezen. Dus doe goed je best. Eerst mochten jullie nog spreekbeurten houden en verslagen maken over jullie hobby of huisdier. Nu moeten jullie een ingewikkelder onderwerp kiezen. Kies iets wat je interesseert of iets waar je altijd al meer over wilde weten. Je kunt daarbij denken aan een land, een wild dier of natuurverschijnsels zoals vulkanen of tsunami. Als je een onderwerp gekozen hebt hoor ik dat graag van je. SUCCES!!!!!! (In het voorwoord komt te staan waarom je dit onderwerp hebt gekozen. Dat is natuurlijk niet alleen maar omdat je het leuk vond. Probeer goed uit te leggen waarom. Ook mag je hier vertellen wat je er al van wist en waarom je juist deze hoofdstukken hebt gekozen.) 3

4 Inleiding Dit boekje helpt jullie met het maken van je eigen werkstuk. Je vindt hier informatie over het maken van een werkstuk en je krijgt een beter beeld van hoe het werkstuk eruit komt te zien. (In de inleiding vertel jij aan de lezer in het kort wat er in het werkstuk staat.) 4

5 Hoofdstuk 1 Informatie verzamelen Heb je een geschikt onderwerp gevonden? Ga dan op zoek naar informatie. Informatie vind je in de bibliotheek,op internet of in een tijdschrift. Maar je kunt ook mensen interviewen, een documentaire bekijken of een museum bezoeken. In de hoofdstukken bespreek je verschillende onderwerpen die met jouw werkstuk te maken hebben. Bijvoorbeeld jouw werkstuk gaat over een land. Dan zou je de volgende hoofdstukken kunnen maken: 1. Het land 2. Gebouwen 3. Het geloof 4. Gewoontes / gebruiken / feesten 5. Onderwijs Je werkstuk moet minstens 5 hoofdstukken hebben. 5

6 Hoofdstuk 2 Blaadje plaatje Zorg dat op elke bladzijde een foto, plaatje of eigen tekening te zien is. Het moet natuurlijk te maken hebben met jouw onderwerp. Schrijf er ook bij wat het is. Ieder hoofdstuk heeft meer tekst dan plaatjes. Voorbeeld van een bladzijde uit een werkstuk over Amerika. 6

7 Hoofdstuk 3 Eigen woorden i.p.v. boekentaal De informatie die je wilt gebruiken moet je gaan vertalen. Wat bedoelen we daarmee? Schrijf niet zomaar stukken over, maar schrijf het op zoals jij het zou zeggen. Als je moeilijke woorden gebruikt leg dan even uit wat ze betekenen. Dan weet de lezer ook waar het over gaat. Je kunt informatie uit boeken of internet gebruiken, maar je mag deze dus niet kopiëren. Maak er je eigen verhaal van. 7

8 Hoofdstuk 4 Van een werkstuk naar een spreekbeurt De voorbereiding van je spreekbeurt heb je nu eigenlijk al klaar. Dat is ook belangrijk, want je kunt natuurlijk niet de avond ervoor even een spreekbeurt maken. Je hebt al een hoop informatie gevonden en in 5 hoofdstukken verdeeld. Deze hoofdstukken gebruik je ook voor je spreekbeurt. Daarnaast bedenk je natuurlijk ook wat vragen voor je klasgenoten om te kijken of ze wel goed geluisterd hebben. Je zorgt ook voor leuke materialen die je kunt laten zien tijdens je spreekbeurt. Natuurlijk mag je gebruik maken van een PowerPoint of een andere presentatie waarin je extra veel leuke plaatjes en misschien zelfs een filmpje kunt laten zien! Deze presentatie kun je ook gebruiken als spiekbriefje voor tijdens je spreekbeurt. Je vertelt zoveel mogelijk uit je hoofd, maar als je het even niet meer weet, kun je dan even naar het bord kijken en weet je meteen weer wat je wilde vertellen. 8

9 Hoofdstuk 5 Tips voor je spreekbeurt Kijk tijdens je spreekbeurt zo min mogelijk op je blaadje of naar de grond, maar probeer zoveel mogelijk naar de kinderen te kijken in de klas. Een spreekbeurt duurt ongeveer 10 minuten. Praat rustig, niet te snel en niet te zacht. Probeer een beetje rust tussen de zinnen door te nemen en probeer niet te vaak ehh of uhm te zeggen. Vaak denken we zelf dat we niet stil mogen zijn, maar dat is niet zo. Stilte is beter dan steeds ehh te zeggen. Het is geen probleem als je zenuwachtig bent. Weet dat zelfs de grootste bazen van bedrijven zenuwachtig zijn en ook al je klasgenootjes zullen zenuwachtig zijn voor hun eigen spreekbeurt. Het echte zenuwachtige gevoel gaat na veel oefenen vaak al over. En het is natuurlijk ook spannend op de dag zelf. Maar als je jezelf goed voorbereid hebt, zal je zien dat het allemaal vanzelf gaat als je eenmaal bezig bent. Oefen eens voor de spiegel! En oefen voor je familie of vriendjes of wie het maar wilt horen! Vraag je familie of aan de andere toeschouwers om tips. Zorg voor een beetje variatie in je spreekbeurt. Een stukje vertellen, plaatje of voorwerp laten zien, een stukje voorlezen, en weer verder met vertellen enzovoorts. Als je spulletjes hebt om rond te laten gaan, doe dat pas op het einde. 9

10 Waar let je juf of meester op? Hoe sta je voor de klas? Sta je als een echte presentator voor de klas, net zoals je favoriete presentator op tv? Lees je de spreekbeurt voor of vertel je het? Je taalgebruik. Heeft de groep wat geleerd over het onderwerp van de spreekbeurt? Wordt er geluisterd door je klasgenoten? Was de spreekbeurt wel interessant genoeg? Welk materiaal is er gebruikt? Heb je duidelijke tekeningen meegenomen of is er bijvoorbeeld een interessant voorwerp of huisdier (bijvoorbeeld een spreekbeurt over cavia s) meegenomen? Laat je het goed zien aan je klasgenoten en vertel je er ook iets bij? Hoe heb je jezelf voorbereid? Door extra vragen van andere klasgenoten of van de meester of de juf, kan je meester/ juf zien of je wel echt iets van het onderwerp weet en of je niet zomaar een verhaal uit je hoofd hebt geleerd. Veel succes bij het maken van jouw spreekbeurt! 10

11 Nawoord Hierin vertel je uitgebreid hoe het was om aan dit werkstuk te werken. Vond je het moeilijk of gemakkelijk en waarom! Wat heb je er van geleerd? Ben je van mening veranderd? Vertel ook wie je geholpen heeft. 11

12 Bronvermelding Dit is de lijst van titels en schrijvers van de boeken, tijdschriften, sites, films, bezoekjes of interviews met mensen die je gebruikt hebt. gezocht op werkstukken onderwerp Interview met juf Maartje Interview met juf Janne Interview met juf Dorinda Interview met juf Nina Interview met juf Karin Interview met juf Daniëlle Tip: Wanneer je informatie gebruikt van internet, kopieer dan meteen de link in word en schrijf meteen de titels van een boek op die je hebt gebruikt. 12