Doel. Doelgroep. Een film in je hoofd

Transcriptie

1 Doel Het op gang brengen of houden van leesplezier! Van wat voor soort boeken houden de kinderen en waarom? Zouden ze zelf graag de hoofdpersoon zijn in één van hun lievelingsboeken? Welke omslagen spreken hen aan en welke niet? De les werkt toe naar diverse leesbelevingsactiviteiten zoals het maken van een omslagtekening, het maken van een reclameboodschap voor een boek, het schrijven van een verhaal etc. Doelgroep Basisonderwijs groep 5, 6 en 7. Als voorbereiding op deze les leest u met de kinderen het boek Lezen is een feest! Op de website kunt u het boek bestellen. Voor de leerkracht Bij deze les hoort een handleiding. U kunt deze gratis opvragen bij Anneke Scholtens: asroos@xs4all.nl

2 Soorten boeken Met de klas Van wat voor soort boeken houd je? spannende boeken grappige boeken boeken over vroeger boeken over sport zielige boeken boeken over vriendschap sprookjes prentenboeken gedichten en versjes stripboeken boeken over andere landen

3 Waar gaan deze boeken over? Met de klas Al deze boeken zitten in de koffer van Oskar. Waar denk je dat deze boeken over gaan? Zijn ze spannend of heel grappig? Zou je ze willen lezen? Welke wel? Welke niet? Hoe komt dat? Vertel eens! Welke voorkant vind jij het leukste?

4 Personages Met de klas Oskar doet net alsof hij de hoofdpersoon is in deze boeken. Van welk boek zou jij zelf de hoofdpersoon willen zijn? Je mag ieder boek kiezen dat je wilt. Houd je van verlegen hoofdpersonen of juist van stoere? En hoe ben je zelf eigenlijk? Vind je Oskar een leuke hoofdpersoon? Zou je graag zijn neefje willen zijn? Vertel eens!

5 Overdreven personages Met de klas Zou er een gezin bestaan zoals het gezin Kneteman? Heeft de schrijfster sommige personen misschien een beetje overdreven? Wie? Waarom zou ze dat gedaan hebben, denk je? Wat vind je het leukste: personen en verhalen die heel echt lijken? Of houd je meer van overdreven personages?

6 V3&K Slimmer dan de maffia Met de klas In het boek V3&K Slimmer dan de maffia komt het bandje V3&K een wietplantage op het spoor, op een zolder in hun eigen straat. Deze wietplantage is eigendom van de maffia. V3&K zorgt ervoor, dat deze wietplantage uit hun straat verdwijnt. Denk je dat de hoofdpersonen van V3&K echt kunnen bestaan? En het verhaal van de maffia en de wietplantage? Zou dat zomaar kunnen? Zit je zelf in een bandje? Zou je het willen?

7 Smoezen Met de klas Uit boeken kun je van alles leren, zei juf Ina. Je taalgebruik wordt beter, je fantasie groeit. Dat jong heeft eerder fantasie te veel, riep meneer Kneteman. U moest eens weten wat hij allemaal bij elkaar fantaseert als hij weer eens te laat is. De brug stond open. Mijn band was lek. Er liep een arme zwerfhond op straat, die ik naar het asiel moest brengen. Er was een arm oud vrouwtje, dat ik moest helpen met haar boodschappen. Rens is kennelijk goed in het verzinnen van smoezen. Verzin je zelf weleens een smoes? Wanneer heb je een smoes nodig? Wie kent er een paar smoezen? Pak pen en papier. Schrijf zo veel mogelijk goeie smoezen op! Lees aan elkaar voor in groepjes van vier. Welke smoes vinden jullie het beste?

8 Met de klas Je gaat nu reclame maken voor een boek! Zorg ervoor dat het op een echte reclame lijkt. Wat zijn de kenmerken van een reclame? Probeer de andere kinderen te overtuigen!

9 Tekenen Teken zelf een omslag voor een boek dat je leuk vindt. Het mag een bestaand boek zijn, maar je mag ook een voorkant tekenen van een zelfverzonnen boek.

10 Laat je tekening zien Met de groep Laat je tekening in je eigen groepje zien. De andere kinderen mogen raden wat voor soort boek er bij jouw tekening hoort. Is het griezelig, grappig, of verdrietig? Gaat het over nu of over vroeger? Speelt het zich af in Nederland of zou het ook over een ander land kunnen gaan? Zou het echt gebeurd kunnen zijn of is het verzonnen? Waar zou het boek over gaan?

11 Lachen om letters Er zijn kinderen in zijn klas, geloof het of niet, die weleens helemaal uit zichzelf, gewoon voor de lol een heel boek lezen, of nee, nog erger, een hele stapel boeken. Geen dunne, maar dikke. Rens heeft weleens een kind hardop horen lachen met een boek in zijn handen. Lachen om een stelletje letters! Nee, dan de films waar hij altijd naar kijkt. Met de klas Rens kan zich niet voorstellen, dat je om een boek moet lachen. Heeft hij gelijk? Hoe komt het dat je soms echt moet lachen om een stelletje letters?

12 Luisteren Luisteren Luister goed naar het verhaal en maak een film in. Wat zie je voor je? Er waren drie mensen nodig om de koffer van Oskar naar boven te krijgen. Tjee, wat had die jongen daar allemaal inzitten? Cadeaus voor iedereen? Zijn eigen tv? Of gewoon bakstenen? Eenmaal boven opende Oskar de koffer. Rens, zijn vader en Pluk keken nieuwsgierig toe. En Niet te geloven! Die hele, prachtige koffer was tot de rand toe gevuld met boeken. Saaie boeken. Hier en daar stak er een onderbroekje en een T-shirt tussenuit, maar verder was het een en al papier. Dat kind had een complete bibliotheek bij zich! Had hij soms ook een te laag AVI? Een véél te laag AVI?

13 Zet de film in stil. Teken wat er op dit stilstaande beeld te zien is.

14 Tekeningen vergelijken Met de groep Lijken de tekeningen die jullie gemaakt hebben op elkaar? Zoek de verschillen!

15 Schrijfopdracht Met de klas Je bent zelf de hoofdpersoon van je verhaal. Schrijf je verhaal alsof het echt gebeurd is. Wat kun je doen om het echt te laten lijken?

16 Samen bedenken Met de klas Hoe ziet het huis eruit waarin je gaat logeren? Of is het geen huis? Hoe kun je het verhaal nog spannender maken? Wat is er anders dan normaal?

17 Zelf bedenken Denk goed na: hoe ziet jouw logeerpartij eruit? Je krijgt drie minuten de tijd om dat te bedenken.

18 Vertellen en luisteren Overleg in tweetallen. Vertel elkaar om de beurt je verhaal. Luister goed en stel vragen als je iets niet snapt.

19 Schrijven Pak pen en papier. Nu mag je aan de slag. Schrijf je verhaal!

20 Voorlezen Met de groep Neem allemaal een nieuw velletje papier. Ga in groepjes van vier bij elkaar zitten. Lees om de beurt je verhaal voor. De andere kinderen luisteren goed en noteren tips en tops. Na afloop van het voorlezen bespreek je met elkaar de tips en tops.